HELDERSC
JUeums- en
Zaterdag
26 October.
Jtê 1195.
Twaalfde Jaargang.
Een blik op Frankrijk.
181%.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Advektentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenticn intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever
GILT JE S.
«Parijs is het hart van Frankrijk, en Frankrijk is het
hart van Europa."
Is dit waar Is het waar geweest Zal het dit blijven
of worden
Zonder ons ter beantwoording dier vragen te verdiepen in
den eigenlijken toestand van dat land, kan het toch niet an
ders dan nuttig zijn, een blik te vestigen op hetgeen wij daar
tegenwoordig zoo al zien plaat3 hebben het is werkelijk in
teressant. Sommige dingen mogen ons doen glimlachen, an
deren daarentegen geven ons stof tot ernstig nadenken en
dwingen ons zelfs, daarop met eenige bewondering den blik
te vestigen.
Frankrijk is ongetwijfeld diep vernederd, eü voorzeker niet
onverdiend. Niemand betwijfelt het; de Franschman zelf zal
het inwendig moeten erkennen, al spreekt hij het niet uit.
Doch hoe draagt hij die vernedering Zal zij voldoende zijn,
om hem voor het vervolg van onzinnige plannen te weer
houden, die den vrede van Europa op nieuw zouden in ge
vaar brengen
De inwendige rust in dat schoone land is nog verre te
zoeken. De republiek is er gevestigd, maar of zij op zóó
danige gronden rust, dat men ze als duurzaam mag beschou
wen, is zeer te betwijfelen. De man, die aan het hoofd staat,
zal ze voorzeker met al zijne kracht handhaven, want waarom
zou hij het niet doen Maar denken wij aan zijn hoogen
leeftijd, aan de kandidaten die zichzelven vleien met de
hoop eenmaal den troon te beklimmen, aan het verschil van
gevoelen ouder de republikeinschgezinden zeiven, doch vooral
aan de wijze, waarop zich de geest van het fransche volk
tegenwoordig openbaart, dan is de taak van den heer Thiers
verre van benijdenswaardig en zou in ieder geval zijn over
lijden terecht ongerustheid baren.
Wanneer wij letten op de gewichtige zaken, die aldaar
aan de orde zijn, zooals de scheiding van kerk en staat,
het verplicht onderwijs, de verplichte krijgsdienst, de belas
ting op het inkomen, het onttrekken van het lager onderwijs
aan den overwegenden invloed der geestelijkheid, enz.dan
moeten wij erkennen, dat de zoo noodzakelijke verbetering
der vroegere toestanden met kracht wordt aangegrepen. Den
ken wij verder aan de opofferingen, die het fransche volk
zich zonder morren oplegt, of laat welgevallen, om de milli-
arden af te betalen en den gehaten vijand zijne gewesten te
doen verlaten, dan kunnen wij niet nalaten, een zekeren eer
bied te koesteren voor de vaderlandsliefde van zulk een
zwaar geslagen volk, en de veerkracht te bewonderen, waar
mede het zich uit zijn diepen val zoekt op te heffen. Voor
zeker zulk een volk is niet gering te achten. Heeft het voor
het oogenblik den overwegenden invloed verloren, dien het
wellicht op den toestand van Europa uitoefende, het is te
verwachten, dat het niet zal rusten, alvorens dien te herkrij
gen en dat het zijn doel zal bereiken, zal men toch voor
zeker niet onmogelijk noemen. Of dit echter wenschelijk zou
zijn, valt zeer te betwijfelen, vooral als men in het oog houdt
dat uit honderden omstandigheden blijkt, dat de pogingen, die
worden aangewend, om de krachten van het rijk te herstellen,
bij de groote meerderheid haar besten steun vinden in de
hoop, den smet te kunnen uitwisschen, dien de grande nation
heeft moeten ondergaan. Geen Franschman kan dien ver
geten. Het gevoel van eigen schuld zal verdwijnen naar
evenredigheid, dat de machteloosheid afneemt. Het getal der
Gambetta'sdie op de hartstochten des volks zoeken te wer
ken, zal in dezelfde reden toenemen, en voorzeker, het zaad,
dat zij uitstrooien, zal niet zonder vrucht blijven.
Als een blijk van de bestaande verbittering, behoeven wij
slechts te wijzen op de emigratie van die duizenden Elsas-
sers. Het zegt toch niet weinig het land te verlaten, waar
men geboren en opgevoed is, waar men een kleiner ofgroo-
ter deel van zijn leven heeft doorgebracht, waar men zijn
middelen van bestaan moet achterlaten, om zich te onttrek
ken aan een bewind, dat men verfoeit, en om liever een on
zekere toekomst tegen te gaan, dan op te houden Fransch
man te zijn. De verplichte krijgsdienst in Pruisen moge er
toe hebben bijgedragen, hen tot dat besluit te brengen, de
eenige beweegreden was het toch zeker niet, en het gewicht
dier emigratie wordt niet weinig verhoogd door de aanzienlijke
ondersteuning, die de emigranten in Frankrijk algemeen on
dervinden. Of later niet menigeen hunner berouw zal heb
ben is de vraagmaar, waar hartstochten in het spel ko
men, doet men zulke vragen niet.
Wij zeiden straks, dat sommige dingen ons wellicht doen
glimlachen, en wij dachten daarbij aan de bedevaarten naar
Lourdes. Toch zijn ze wellicht van meer gewicht, dan men
oppervlakkig zou denken. Wij mogen de schouders ophalen
over een bijgeloof en een onkunde, die in de middeleeuwen
tehuis behooren, en die in onze eeuw een tamelijk mal figuur
maken toch moet het ons eenigszins doen nadenken, als wij
dat in Frankrijk tamelijk ongewoon verschijnsel juist nu zien
plaats hebben. Het is waar, de plattelandsbewoners aldaar
zijn juist niet zeer ontwikkeld, en het onderwijs is nog vrij
algemeen in een treurigen toestand, waardoor het natuurlijk
niet zwaar valt voor hen, die daarbij belang hebben, van
hunne onkunde misbruik te maken maar de bedevaartgan
gers zijn toch niet enkel de bewoners van het platteland, en
bovendien kunnen wij den grooten omvang, dien de zaak
heeft genomen, niet buiten berekening laten. Wij meenen
daarom die talrijke bedevaartgangers in twee soorten te moe
ten onderscheiden, namelijk de eenvoudigen, die werkelijk in
de zaak gelooven, en hen, die er den schijn van aannemen.
Het fransche volk is diep gevallen. Het gevoelt, dat het
dit aan eigen schuld te danken heeft. Van de overgroote
meerderheid is echter niet te wachten, dat zij de ware oor
zaken recht inzien zullen, en het is dus niet te verwonderen,
dat zij het als eene straffe Gods beschouwen, en dat het dus
een eerste plicht is, zich voor Hem te verootmoedigen. Van
dat denkbeeld, hetwelk zeer zeker door velen hunner voor
gangers bij hen versterkt wordt, tot het aangrijpen van de
eerste de beste middelen, welke dan ook, is de stap zoo
overgroot niet. Voegen wij hierbij het getal dergenen, die
nog altijd verlangend het oogenblik tegenzien, dat Chambord
eens tot den troon mocht worden geroepen, om een clerica-
len geest in Frankrijk te herstellen, waarin zij alleen heil
voor hun vaderland kunnen zien, dan wordt de zaak althans
zeer, begrijpelijk.
Wij houden ons echter evenzeer overtuigd, dat velen aan
die bedevaarten deelnemen, zonder daaraan waarde te hech
ten, hetzij om de kansen van Chambord te bevorderen, hetzij
om, evenals Gambettade hartstochten op te wekken, of om
welke redenen het dan ook moge zijn. Het zou toch iets
onbegrijpelijks zijn, zoovelen zich kinderlijk aan die bede
vaarten te zien aansluiten, bij wien men toch onmogelijk zulk
eeue gebrekkige ontwikkeling kan verwachten. Is deze be
schouwing juist, dan is ook die zaak, hoe weinig beteekenend
voor het overige, mede een bewijs van den over het alge
meen weinig geruststellenden geest, die thans in Frankrijk
heerscht.
Dat ook de heer Thiers op zijne hoede meent te moeten
zijn, bewijst de uitzetting van prins Napoleon. De meeste
fransche bladen mogen die daad afkeuren, hetgeen vrij ge
makkelijk is, wanneer men van het een of ander meer be
perkt standpunt uitgaat elke rechtskwestie heeft evenzeer
hare vóór- als tegenstanders, anders behoefden wij geene ad
vocaten maar dat zelfs de Times in zijne spitsvondige re
deneeringen schijnt te vergeten, dat het hier een prins Na
poleon betreft, waarmede alles gezegd is, dat is toch het ad-
vocatisme wel wat overdrijven.
Nemen wij dus een en ander te zamen, dan zal het zeker
niemand wenschelijk voorkomen, dat Frankrijk, mocht het
dit vroeger geweest zijn, op nieuw het hart van Europa
kunne genoemd worden. Waar het hart zóó onrustig slaat,
kan het lichaam bezwaarlijk gezond zijn.