HELDERSGHE COURANT. *161197. Meuros- en <flÖoerlcnSte--öfaö. Zaterdag 9 November. Twaalfde Jaargang. 1872. Nog iets over Examens. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 0.50 Franco per post 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advertenties van 1 4 regels is 6P Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Adverténticn intezeuden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GI L T J E S. Het is bekend, dat zich onlangs te Sneek eene commissie <van onderwijzers heeft gevormd, welke zich ten doel stelt, ffe afschaffing der vergelijkende examens voor de hoof'd-on- derwijzers betrekkingen tot stand te brengen. Herhaaldelijk lezen wij berichten uit alle deelen van ons land, aangaande de blijken van sympathie, welke die commissie ontvangt van personen en onderwijzersverenigingen. En dat verwondert ons geenszins. De vergelijkende examens maken het beroep van hoofdonderwijzer, dat waarlijk toch al niet zeer uitlok kend is, nog veel onaangenamer. Hem toch, die zich herhaal delijk aan een vergelijkend examen onderwerpen moet, kan het lichtelijk, behalve de opoffering van veel tijd en geld, nog te staan komen op het verlies van zijn goeden naam in de plaats, waar hij werkzaam is. Deze, en nog zoovele andere vernederingen en opofferingen, die wij niet voornemens zijn hier uitvoerig te behandelen, moet de onderwijzer zich ge troosten, om een betrekking te bekomen, die hem soms niet eens een fatsoenlijk bestaan oplevert, zonder eenig uitzicht zich door ijver en buitengewone plichtsbetrachting verdien stelijk te kunnen maken, of bevorderd te worden altijd weder vergelijkende examens, waarbij met zijne levensjaren en grootere ervaring, altijd tevens het gevaar toeneemt, dat hij door jeugdige hulponderwijzers met weinig onderviodiDg, doch meer pas opgedane kundigheden, in de schaduw wordt gesteld. Voorzeker, wij verwonderen ons niet, dat de meeste onder wijzers de vergelijkende examens naar de maan wenschen, en dat dus de Sneeksche commissie van vele zijden blijken van sympathie ontvangt. Wij wenschen haar dan ook vol gaarne den besten uitslag toe op haar pogen, mitsde inrichting worde vervangen door eene hetere, waarbij in de eerste en voornaamste plaats het lager onderwijs geen schade lijdt. Wij gelooven echter, dat aan dat vraagstuk nog al moeielijkheden verbonden zijn. In No. 906 (2 Febr. 187')) van ons blad hebben wij reeds de vergelijkende examens besproken. Wij hebben toen erkend, dat zij op sommige plaatsen hoogst ondoelmatig worden afge nomen dat zij op verre na niet altijd den geschiksten onder wijzer doen kennen dat bij sommige examinatoren, en nog meer bij vele gemeente-besturen, beweegredenen in het spel kunnen komen, die van de vergelijkende examens zoo tamelijk een wassen neus maken, en dat zij dus maar al te vaak vol strekt geen doel treffen. Wij hebben echter toen tevens beweerd, dat het gebrek minder te zoeken was in het stelsel zelf, dan in de verkeerde toepassing, en wij houden ons daar nog altijd van overtuigd. De examens mogen, zoo men wil, een noodzakelijk kwaad worden genoemd.; het is eene hoogst ernstige vraag, of de afschaffing nog niet een grooter kwaad zou blijken te zijn? Wij zeggen nog even als toen men geve een beter stelsel aan de hand. Kan dit Diet geschieden, dan zouden wellicht ODze Nederlandsche onderwijzers hunne zaak meer bevorderen, door middelen te beramen en aan de Hooge Regeering voor te stellen, waardoor de verkeerde toepassing wierde belet, dan op eene geheele afschaffing aan te dringen. Wij hebben deze opmerking Diet kunnen verzwijgen, doch willen overigens de zaak niet vooruitloopen. Niets zou ons aangenamer zijn, dan te moeten bekennen, de zaak verkeerd te hebben iDgezien. De commissie hoopt althans een adres te ontwerpen, dat unaniem aan de Regeering kan worden inge zonden. Wij zien dat concept verlangend te gemoet. Wij gelooven intusschen, dat niet de onderwijzers alleen reden hebben, om over telkens terugkeerende examens, (hetzij vergelijkende of andere) te klagen. Wij zijn in principe zeer sterk voor het stelsel van examens, mits zy doelmatig zijn en niet zoo vreeselijk overdreven worden, als thans het geval schijnt te zijn. Een artikel, dat wij onlangs lazen in het Pharmaceutisch Weekblad, (9e jaargang No. 25), geeft ons daarvan op nieuw het bewijs. Het stuk was overgenomen uit de Samarangsche Couranten van 13 en 14 Augustus, en betreft de positie der militaire apothekers in Indiü. Om bekwame militaire apothekers bij het Indisehe leger te bekomen, worden ieder jaar van de Hoogeschool te Utrecht eeni»e jongelingen opgeleid onder toezicht van Professor G. J. Mulder. Om toegelaten te worden, wordt een vergelij kend schriftelijk examen afgenomen, waarvan het program wel waardig is, te worden aangehaald. Hollandsche, Fransche, Hoogduitsche en Latijnsche talen- Geschiedenis en aardrijkskunde, zoowel van vaderlandsche en algemeene als die van N. I. Rekenen tot en met de reeksen. Algebra tot en met de vierkants vergelijkingen. Meetkunde, zoowel die der vlakken als lichamen. Tot aanbeveling strekt de kennis der grieksche en engelsche talen, alsmede hoogere meetkunde en algebra. En dat voor jongelingen van 16 of 17 jaren, die apothe ker moeten worden De toegelatenen ontvangen nu echter een jaarlijksche toe lage van f500.om in hun geheelen omvang te bestudeeren natuur-, schei-, planten-, dier-, mineraal-en aardkunde, bene vens pharmacologïe. Elk jaar na het einde van den cursus op üieuw examen, en na afloop der vierjarige studie het eind examen. Waarschijnlijk alles naar evenredigheid van het toelatings-examen bij de uitgebreidheid der genoemde vak ken kan men zich dus van die examens wel eenig denkbeeld vormen. Wij zien dus, dat bij dat vak de examens althans ook niet worden vergeten ieder moge nu zelf oordeelen, of er overdrijving plaats heeft. Maar, zegt wellicht menig onder wijzer, de vruchten Die jongelingen worden dan ook niet afgescheept met een traktement van f600.of f'700.Voor zeker niet laat ons echter verder zien, wat hunne vooruit zichten zijn. Met de bezoldiging van een 2n luit. worden zij naar Indië gezonden, waar hun in den regel een zware taak wacht, waaraan bovendien een groote verantwoordelijkheid verbonden is: om den anderen dag op wacht, en dagelijks verscheidene uren recepteeren. Het vooruitzicht op bevordering is treu- riCT slechts bij overgroote uitzondering kau hij het tot apo theker-majoor brengen, dewijl er maar ééo bij het korps in Indië is kapitein mag men dus wel den hoogsten rang noe men, waartoe hij het bij voortdurende studie en na telkens herhaalde examens kan brengen, liet geheele personeel be staat slechts uit 38 officieren voor onze Oost-Indiscne bezit tingen, waaronder 5 kapiteins. Eene vergelijking met het korps der officieren van gezondheid, dat 156 officieren telt, en waarbij minder examens behoeven te worden afgelegd, is dus hoogst ongunstig toch genieten die kweekelingen een toelage van f 6u0.tot opleiding, in plaats van f50U. Het zou ons daarom niet verwonderen, dat de militaire apothekers, evenals de hoofdonderwijzers die herhaalde over dreven examens een onbillijkheid noemden, en wij gelooven dat zij er niet minder het recht toe hebben. Of het hun echter niet zeer ten kwade zou worden geduid, indien zij zich eene klacht durfden veroorloven, is een andere vraag. Wij weten hoe men onder militairen daarover denkt. Wij schro men échter niet opentlijk uittespreken, dat een regeeriDg, die met twee maten meet, een onverschoonbaren misslag begaat. De militaire apotheker wordt verongelijkt, en hoe dit te rij men is met de woorden van den minister van koloniën nhet Indische leger mag trotsch zijn op zijn apotliekers'\ verklaren wij niet te begrijpen. Evenmin begrijpen wij hoe een perso neel van 38 officieren in N.-I. volduende kan worden geacht, om in de pharmaceutische dienst aldaar te voorzien. En wel het allerminst kunnen wij de verhouding inzien, die er bestaat tusschen de veelvuldige zware examens, die van hen worden gevorderd, de vermoeiende diensten, die hun worden opge legd en hunne weinige uitzichten op bevordering. Wenschen wij dus den onderwijzers toe, dat zij in hunne pogiDgen mogen slagen niet minder wenschelijk noemen wij het, dat de regeering de wanverhouding opheffe, die er be staat tusschen de Indische militaire apothekers en de andere officieren aldaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1