3EBERSGHE COURANT. ïtieums- en Woensdag 20 November. «flDücdcnliC'üfrtl). Ad 1200. Twaalfde Jaargang. 1872. AANBESTEDING. Bekendmaking. Heilder, 22 October 1872. Een woord van Talleyrand. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 franco per post 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. Uitgever S. G I L T J E S. <0jftctccl gcöeclte. Op Yrijdag den 22 lovember 1872, des avonds ten 7 ure, zal aan het Raadhuis der gemeeute in het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed De levering van Steenkolen aan de gemeente inrigtingen, voor het jaar 1873. De voorwaarden van aanbesteding liggen op de gewone kantooruren aan de Secretarie der gemeente ter lezing. Helderden 19 November 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STA KMA N BOSSB, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter kennis van de daarbij belanghebbende Ingezetenen, dat op VRIJDAG den 22 NOVEMBER 1872, des voormiddags tusschen elf en twaalf ure, aan het Raadhuis der gemeente, eene vergadering van kiesgeregtigden zal worden gehouden, om de plaatsen aan te vullen van de drie leden der alhier gevestigde Kamer van Koophandel en Fabrieken, die met het einde van dit jaar aan de beurt van aftreding zijn. De lijst der kiezers is van heden af op de gewone kan tooruren ter Secretarie der gemeente ter inzage nedergelegd. Bezwaren tegen die lijst, kunnen gedurende de eerstvol gende acht dagen, bij het Gemeentebestuur worden ingeleverd. Van deze vergadering worden geene afzonderlijke kennis gevingen verzonden. Voorts wordt in herinnering gebragt, dat men, om kiezer te zijn 1. Nederlander, meerderjarig, ingezeten der gemeente en in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsreg- ten moet zijn. 2. Terzake van eenig bedrijf van handel of fabriekwezen in het patentregt moet zijn aangeslagen tot een bedrag van minstens zeven gulden. Het Gemeentebestuur voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. JSiet-uffinëcl gebrtfte. I. iiDe woorden dienenom de gedachten te verbloemenToen hij die woorden sprak, was hij zeker geheel staatsman en schilderde de diplomatie naar het leven. Dat in zijnen tijd die stelling gevolgd werd, zou gemakkelijk te bewijzen zijn, en met even weinig moeite, dat zij na hem in zwang is ge bleven. Wij zouden bijna zeggen, dat zij thans zóó algemeen gehuldigd wordt, dat men in de meeste gevallen het naast aan de waarheid komt, wanneer men de woorden der diplo matie in omgekeerden zin opvat. Laat ons echter niet te scherp zijn met onze afkeuringhet is soms gevaarlijk den eersten steen te werpen, want ook buiten het staatkundig terrein vindt die stelling hare voor standers. Niet opentlijk want wie zou er voor durven uit komen, dat hij anders meent dan hij spreekt Dan zou immers het voordeel, dat daaraan verbonden is, verloren gaan. Maar de daden der menschen, vooral in het maatschappelijk leven, getuigen zoo algemeen, dat bijna niemand er geheel vry van is, dat men ongemerkt deDkt aan de woorden van Multatuli: »De liberalen hebben tot de behouders gezegd Gij, droogstoppel! en de behouders hebben geantwoord: Droogstop pel gij 1 Dit moge nu niet pleiten voor de eerlijkheid onzer eeuw, des te meer wekt het ons op tot voorzichtigheid. De Pruisische regeering schijnt ten opzichte van ons va derland niet anders dan vredelievende gevoelens te koesteren; hare betuigingen zijn ten minste alleszins geruststellend. En toch, wanneer wij de Neue militarische Blatter lezen, kunnen wij het niet ander3 dan de grootste dwaasheid noemen, op die mooie woorden in te sluimeren. Wij hebben meermalen een en ander uit dat blad aangehaald, om ons gevoelen te staven, dat, zoo er al van de zyde van Pruisen voor het oogenblik geen gevaar voor onze onafhankelijkheid bestaat het dan toch lichtelijk in het vervolg, misschien spoediger dan men denkt, ontstaan kan. Daarom blijven wij het betreuren, dat onze tegenwoordige regeering de defensie zaak al wederom op den achtergrond heeft geschoven. Stelselmatig schijnen de N. m. B. voort te gaan met voedsel te geven aan de tegen Nederland bestaande verbittering. Gretig grijpen zij elke gelegenheid aan, om aan hun gemoed lucht te geven. Zoo lezen wij thans weder: dat de Neder landers schandelijk ondankbaar zijn; dat Pruisisch bloed in 1813 Holland van deFranschen heeft bevrijd; dat Blücher bij Waterloo den erfvijand voor altoos beeft verdreven, en dat anders op dit oogenblik Holland evenmin als de Hollandsche taal zou bestaan." Wij zouden nu wel kunnen vragen, of in 1813 de Pruisen voor Nederland streden, of in de aller eerste en voornaamste plaats voor hun eigen behoud, dat door den ondergang van Nederland in groot gevaar zou zijn ge raakt? Frankrijk toch ging toen niet gebukt onder eenen drukkenden schuldenlast en eene vijandige bezetting, zoo als nu. Maar waarom hen aan iets te herinneren, dat zij even goed weten als wij? Wat nu te denken van dergelijk uitvallen en bedekte be dreigingen, gepaard met de opentlijke betuiging c^t men in het minst niet aan veroveringen denkt Men moet wel tot het besluit komen, dat ook hier de woorden dienen, om de gedachten te verbloemen. De Pruisen weten zeer goed, dat indien te hunnen opzichte in Nederland eenig wantrouwen bestaat, dit door hetgeen in de laatste jaren is voorgevallen, ten volle is gerechtvaardigd. Zij weten even goed, dat geen verstandig mensch in Nederland er aan denkt, zich vijandig tegenover Pruisen te plaatsen. Zij weten niet minder, dat Nederland niets liever wenscht, dan" met vrede te worden gelaten en zijn onafhankelijkheid te behouden. Van waar dan zulke taal? Is het om huune landgenooten langzamerhand te gewennen aan het denkbeeld in ieder Nederlander een vijand te zien Is het, om bij latere conflikten daarvan aan ons de schuld te kunnen geven, en daardoor in korter of langer verschiet, stappen te wettigen, die zij voor alsnog verre van zich werpen Of is het om een gedroomde annexatie voor te bereiden? Een doel toch moet er zijn, en wij bekennen vol gaarne geen ander te kunnen bedenken. Dat toch blijkbaar de woorden ook hier dienen om de gedachten te verbloemen, komt ons zoo duidelijk voor, dat wij niet kunnen begrijpen, hoe onze Nederlandsche regeering daarvoor de oogen zou kunnen sluiten. Men noeme dit nu naar het voorbeeld van sommige wijzen in den lande, een ongepaste, onnoodige, ongemotiveerde Prui senvrees, en hale over onze ongerustheid medelijdend de schou ders ophet zal onze overtuiging niet doen wankelen, dat het altijd wenschelijker is, met het oog op eeD mogelijke toe komst zijne maatregelen te nemen, al ware het ook, dat zij later bleken onnoodig te zijn geweest, dan door een over dreven optimisme de oogen te sluiten, voor gevaren, die met ieder oogenblik waarschijnlijker worden. Wij betwijfelen toch zeer, of die wijzen ons land zouden redden, indien eenig vij and besloot, gebruik te maken van den treurigen toestand onzer defensie. Wij zeiden hierboven, dat niet enkel op staatkundig terrein, De prijs der Adyektentien van 1 4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiëu intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1