HELDERSCHE GODRANT.
Jïieums- en
Zaterdag
<U5üertentte--6faD.
30 November.
Twaalfde Jaargang.
Teleurstellingen.
1205.
1872.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonucuieutsprijs voor 3 maanden 0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Adyeetentiiïn van 1 4 regels is GP
Centen; voor eiken regel moer 15 Centen.
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Adverleutien inte/.enden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J B S.
<l0jficiëel gedeelte.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER cu WETHOUDERS der gemeente HELDER doen te
weten
Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 8 Octobcr
1372, is genomen bet volgende besluit
De RAAD der gemeente HELDER,
Gelet hebbende op de «et van den 29 Julij 1851 (Staatsblad No. 85) en
de daarin gébraglo wijzigingen bij de wet van den 9 Julij 1865 (Staatsblad
No. 79)
BESLUIT
a. Het bedrag van den te beffen boofdelijken omslag ten behoeve der
gemeente, bij art. 1 van het besluit van dcu 8 Augustus en 5 September
1865, goedgekeurd bij Zr. Ms. besluit van den 9 Jauuarij J866, No. 73,
wordt voor liet jaar J 873 bepaald op hoogstens vijftien duizend gulden.
b. De overige artikelen van gemeld besluit onveranderd te behouden.
c. De invordering te doen geschieden overeenkomstig de voorschriften
der verordening, vastgesteld bij besluiten van 8 Aug. en 5 Sept. 1S65.
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit van deu 14 November
11. No. 18, waarbij is aangehaald de verordemug, vastgesteld bij raadsbesluiten
van den 8 Augustus en 5 September 1865, bevattende de voorschriften waar
naar dc invordering zal plaats hebben.
En is hiervan alkondiging geschied, waar het behoort, den 27 November
1872.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
BEKENDMAKING
BURGEMEESTER cu WETHOUDERS der gemeeute HELDER doeu te
weten
Dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 8 October
1872, is genomen bet volgende besluit
De RAAD der gemeente HELDER,
Gelet hebbende op de wet van den 29 Julij 1851 (Staatsblad No. 85) cn
de daarin gebragte wijzigingen bij de wet vau den 7 Julij 1865 (Staatsblad
No. 79)
BESLUIT
Er zullen, te beginnen met 1 Mei 1S73, op do hoofdsom der personele
belasting geheven worden veertig opcenten.
De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening vastgesteld in de
vergadering'vau den 5 September 1865.
Welk besluit is goedgekeurd bij koninklijk besluit vau den 14 November
11. No. 18, waarbij is aangehaald de verordening vastgesteld bij raadsbesluit
van den 5 September 1865, bevattende de voorschriften waarnaar de invor
dering zal plaats hebben.
En is biervan afkondiging geschied waar het behoort, den 27 November
1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
jaiet-ojpriëel gcücctte.
I.
Als er iets is, waarvan elk zijn deel ontvangt, dan stellig
van teleurstellingen. De man zal nog moeten geboren worden,
die er altijd van bevrijd is gebleven, en dat is minder kwaad,
dan men oppervlakkig zou zeggenzij hebben wel degelijk
ook bare nuttige zijde, al ware bet enkel, dat zij ons voor
zichtigheid leeren en het goede beter op prijs leeren stellen.
Toch zijn ze alles behalve aangenaam. Zijn ze het gevolg
van eene te hooggestemde verwachting, zoo als bij de
meeste loterijspelers, dan moge men de schuld bij zichzelven
zoeken en zich voor het vervolg daarvoor trachten te vrij
waren. Wanneer dit echter niet het geval is, en men reden
heeft, juist het tegenovergestelde te gemoet te zien, van het
geen men ziet gebeuren, dan valt het soms zeer moeielijk,
daarbij kalm te blijven, hetgeen toch nog altijd de beste partij
is, die men kiezen kan, wil men de teleurstelling niet nog
pijnlijker maken dan zij is.
De een ondervindt ze intusschen menigvuldiger dan de ander.
Het ïs, of sommige menschen voor het geluk geboren zijn, dat
anderen voortdurend te vergeefs najagen. Wat is daar tegen
te doen? Zeer weinig. Men zou zich echter vergissen, als
men zich verbeeldde, dat de eersten daarom geheel er van
bevrijd blijven. Juist die verwende personen zijn zoo weinig
tegen teleurstellingen gewapend, dat de kleinste zelfs voldoende
is, om hen meer verdriet te doen gevoelen, dan anderen bij
groote tegenspoeden ondervinden. Het wordt dus bijna de
vraag, wie er het best aan toe is? De teleurstellingen immers
doen zich overal voor, zoowel in de huisgezinnen als in het
maatschappelijk leven, zoowel bij den behoeftigen werkman
als den rijken ondernemer, zoowel bij den eenvoudigen burger
als bij hen, aan wien het lot van duizenden is toevertrouwd.
Wie dus nimmer geleerd heeft ze te ondergaan, zonder moe
deloos te worden, mag wei eens een blik slaan op sommigen
zijner broeders, die er als het ware zonder ophouden aan
blootgesteld zijn en toch het hoofd blijven ophouden; mis
schien zal dat hun leeren, de dingen wat minder te over
drijven, en op hunne rechte waarde te schatten.
Die gedachten kwamen bij ons op, toen wij de schildering
lazen van het lot van den Frieschen onderwijzer C. door den
schoolopziener Beyma t/ioe Kingma. Wie heeft niet de taai
van dien waardigeu man gelezen Wie bleef daarbij ongevoelig!
Een onderwijzer die van f300.met vrouw en kinderen moet
leven; die onophoudelijk met ziekten en gebrek in zijn gezin
te worstelen heeft; en die daarbij nog met ijver zijne taak
in de school verricht, zonder zich bij al die rampen aan
moedeloosheid of wanhoop over te geven. Ziet, zulk een ta
fereel stemt ons tot bewondering. Waar zijt gij, meer geze-
genden der aarde, die u door beuzelachtige teleurstellingen
laat ter nederslaan, en u zeiven reeds ongelukkig acht, omdat
gij een voorbijgaand verlies lijdt, of omdat gij eenig eerbewijs
of genoegen moet derven, waarop gij, misschien zonder recht,
gerekend hadt. Ziet op den onderwijzer C.! Misschien leert
gij, u te schamen over uwe kleingeestigheid. Misschien komen
er nog andere denkbeelden bij u op, die u tot weldadigheid
stemmen, en u de petites misères doen vergeten, die gij veeL
hooger hebt geschat, dan zij verdienden.
Wanneer wij ons echter dien man voor den geest balen1
die met angst den winter ziet naderen, terwijl zoovele dui
zenden zich reeds bij die nadering verheugen in het vooruit
zicht der aangename avonden, bals, concerten, partijen, voor
drachten, schouwburgen, en wat niet al, dan gevoelen wij
nog andere gewaarwordingen wij zouden allicht bitter kuDneu
worden. Waarom moet die man zooveel gebrek lijden? Wie
is er de schuld vau? Kan die toestand, die eene schande is
voor het Kederlandsche volk, dan niet worden weggenomen
Zulke vragen kunnen wij niet weren; zij dringen zich on
verstaanbaar bij ons op, en het kan niet anders, of zij moeten
een gevoel vau wrevel opwekkeu.
Wij zijn met de Friesche toestanden niet nauwkeurig ge
noeg bekeod, om over die zaak in alle bijzonderheden te kunnen
oordeelen. Als wij intusschen zien, dat de hulponderwijzers
alle moeite doen, om in andere provinciën te worden geplaatst,
en daarbij thans vernemen, dat er zelfs een hoofdonderwijzer
met vrouw en kinderen met f3l)0.wordt afgescheept, dan
begrijpen wij toch zóóveel, dat de toestand van het onderwijs
aldaar veel te wenscheu overlaat. Als wij nu daarbij van
den heer B. t. K. vernemen, dat hem, den algemeen bekenden
voorstander van het onderwijs, den vriend, den raadgever
der ouderwijzers, geen ander middel meer overig blijft, dan
de liefdadigheid in te roepen, laat ons het harde woord maar
uitsprekente gaan bedelen, dan begrijpen wij de zaak
volstrekt niet meer. Tot heden verkeerden wij nog altijd in
het denkbeeld, dat in Friesland niet minder welvaart heerscht,
dan in onze andere gewesten. De wet op het lager onderwijs,
die nu reeds meer dan 15 jaren telt, is toch ook daar van
kracht; zij bepaalt dan toch nog altijd f40U.als minimum
heeft men daar dan het recht, die wet te ontduiken Is het ge
meentebestuur onwillig, om aan de bepalingen der wet te
voldoen? Onmachtig toch kan niet in aanmerking komen, de
wijl dan provinciaal of rijkssubsidie te bekomen is. Maar is
het dan nu reeds zóó verre in Nederland gekomen, dat de
gemeentel aden boven de wet staan? Daarvoor moge ons dan
toch de hemel bewarenwant dan zou in kleine plaatsen ai
zeer spoedig alles op losse schroeven te staan komen. In ieder