NIEUWSTIJDINGEN. te spreken van die toenemende zedeloosheid welke buiten het bereik der wet ligt, en voegen wij daarbij de tallooze huis gezinnen, die daardoor in de diepste armoede worden gedom peld, en waarvan de kinderen opgroeien voor het kwaad, zoo niet de misdaad. Wij meenen dus met volle verzekering als eene der voornaamste oorzaken van den achteruitgang op ze delijk gebied te moeten beschouwen het misbruik van ster ken drank, dat bok in ons vaderland in zeer hooge mate be staat. Maar zijn er dan geene middelen om het kwaad uit te roeien, althans krachtig te bestrijden? Met genoegen herinneren wij ons eene te Rotterdam in Nov. van het vorige jaar door eenige weldeokenden opgeroepen meetingmet het doel, dat vreeselijk misbruik te bespreken, en middelen te beramen, om het krachtig te bestrijden, dewijl de bestaande genootschappen onvermogend blijken te zijn tot beteugeling der ellendige uitwerkselen der dronkenschap. De meeting werd vrij talrijk bezochter werd veel gesproken men was eenparig van meening, dat strafbepalingen tegen dron kenschap gewenscht waren en de geconstitueerde vereenigïng zal beproeven, die bepalingen in het leven te roepen. Zal zij slagen Wij betwijfelen het Nederland is rijk aan wel- meenende, innig overtuigde raisonneurs maar als het er op aan komt doortastende maatregelen te nemen, dan wordt in den regel de hoofdzaak begraven onder excepties, onder dis- cussiën over vormen, onder schermutselingen over woordbe- teekenissen, soms nog onder gemoedsbezwaren, zoodat de zaak veelal in het water valt, in weerwil, dat allen opentlijk de overtuiging uitspreken, dat ze alleszins wenschelijk zoude zijn. Wij hopen intusschen, dat de pogingen der vereeniging naar wensch zullen slagen, en twijfelen niet of zedelijkheid en gods dienst zouden er in ruime mate bij winnen. Wij vreezen echter, dat het hiermede zal gaan, even als met de gebreken van het volksonderwijs, die dringend voorziening vorderen, doch waarin het verloopen jaar ons evenmin vooruitgang heeft aangebracht. Wij zullen met een enkel woord daarop terugkomen. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 7 Jan. 3S73. Zondag avond was de zaal van Tivoli te klein voor het aantal belangstellenden in de voorstelling, die ten voordeele van de weduwe C. Snoerwang en hare 5 nog zeer jeugdige kiuderen, gegeven werd door den burgerkring Harmonie. De uitvoering van het voor die gelegenheid gekozen programma, viel zeer in den smaak der aanwezigen, die hunnen bijval in een ruim applaudissement te kennen gaven. Het batig saldo dezer voorstelling bedraagt f267.16. De heer Kalishoek stond voor genoemd doel dien avond zijne zaal kosteloos aan het bestuur van dit gezelschap af. De heeren onderofficieren der infanterie waren gisteren avond mede voor een liefdadig doel werkzaam. Het tooneelspel Henri Burton en het blijspel de klaplooper op eene dorps bruiloft, werden op verdienstelijke wijze opgevoerd. In het voorstuk voldeden in het bijzonder Henri Burton en de oude bediende, terwijl in het nastukje de klaplooper ons, niette genstaande zijne ongesteldheid, door zijn uitmuntend spel en zijne geestige coupletten, van lachen deed schudden. Z. M. heeft goedgevonden, met ingang van den ln Januari 187-3: 1°. de adjunct-commiezen bij de directie der marine alhier J. H. J. Smidt en G. G. van de Sande en den klerk bij de directie der marine te ITellevoetsluis B. E. van Eek, te bevorderen tot commies; de eerste en laatstgenoemde te Hellevoetsluis en de andere te Amsterdam 2°. den heer J. P. van Reyn aan te stellen tot klerk bij de directie der marine alhier. Z. M. heeft aan den luitenant-generaal W. E. Kroesen, kommandant van het leger in Nederlandsch Indië, op het daartoe door hem gedaan verzoek, met ingang van en met den dag der maand April 187-3, waarop hij zijne voormelde waardigheid zal nederleggen, op de meest eervolle wijze uit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen, onder dankbetuiging voor de vele, langdurige en belangrijke diensten door hem aan den lande bewezen, eu met toekenning van pensioen. Z. M. heeft den luitenant-generaal W. E. Kroesen, kom mandant van het leger in Nederlandsch Indië, bevorderd tot kommandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw. Z. M. heeft den generaal majoor bij het leger in Ne derlandsch Indië N. H. W. S. Whitton, chef der tweede af- deeling van het departement van oorlog daar te lande, benoemd tot luitenant-generaal en kommandant van dat leger, een en ander met ingang van den dag in de maand April 1873, waarop de luitenant-generaal W. E. Kroesen bet bevel over meergemeld leger zal nederleggen. Z. M. heeft herbenoemd tot kantonrechter te Enkhuizen den heer J. Bruyn Jz. De minister van Financiën heeft ter kennis van be langhebbenden gebracht, dat tot benoeming van twaalf sur numerairs der registratie en domeinen, op den 16n April aanstaande en volgende dagen te Utrecht, ten overstaan van de daartoe benoemde commissie, het bij art. 2 van het Ko ninklijk besluit van 7 Juni 1856, daarvoor bepaalde ver gelijkend examen zal plaat3 hebben. Uit Sloterdijk wordt van 3 Januari geschreven Ook van hier kan gemeld worden, dat de veiligheid op de wegen nog al wat te weuschen overlaat. Ruim een week geleden werd op de Haarlemmerweg tusschen hier en Am sterdam een man aangerand, die zich echter behoorlijk wist te verdedigen. Minder gelukkig was gisteren laat in den avond een boerenarbeider, die onverhoeds door twee mannen aangevallen, en van den inhoud zijner portemonnaie, onge veer f 6.beroofd werd. Ook is van een woning aan dien weg een belangerijke hoeveelheid lood gestolen. Aan be hoorlijke surveillance der politie blijkt dus dringende be hoefte te bestaan. Men meldt uit Amsterdam 6 Jan. het volgende: Het Hof heeft in zake-Rank (den onderwijzer, die een zijner leerlingen mishandeld had) het vounis der arrondisse- ments rechtbank, wat de straf betreft, vernietigd en hem, met aanneming van verzachtende orostaudigheden zijn goeden naam, ook in de waarneming zijner betrekking als onder wijzer, en zijn aan den dag gelegd beweren in aanmerking eenomm" veroordeeld tot f 100.boete, subsidair 14 dagen cellulaire gevangenisstraf. Yoor eenige maanden deelden wij mede, dat de ijverige bewaarder onzer stadsbibliotheek de taak ondernomen had om de talrijke bescheiden nopens het Aprilfeest te verzamelen. Wij kunnen er thans bijvoegen, dat zijn lijst thans reeds ongeveer 500 nummers bevat. Intusschen blijven nog eenige zeer gewenschte stukken ontbreken, zoodat wij andermaal onze landgenooten uitnoodigen den heer P. de Hol de behulpzame hand tereiken. (Hbl) Men bericht ons het volgende vreeselijke voorval, dat wij, in afwachting van, zoo noodig, nadere bevestiging, ons haasten mede te deelen //In het militair gevangenhuis te Leiden werd door een gedetineerde aldaar heden nacht (6 Jan.) een bewaarder dood gestoken en een tweede bewaarder gewond de dader heeft, uitroepende: //"dat is mijn werk!"" vervolgens zich zeiven een steek in de borst en in den buik toegebracht. Men was genoodzaakt hem op de plaats zelve dood te schieten." (Amst. Ct.) Men deelt aan de //Schoonh. Ct." het volgende mede, in zake den moord te 's Hage //Een schipper, te Yianen woonachtig, lag in het midden der vorige maand met zijn schuit te 's Hage. Op een avond, het was reeds laat, -ontmoet hij, langs de Bocht van Guinea wandelende, twee mannen, die hem niet geheel on bekend zijn, waarvan hij de een tegen den ander hoort zeggen //wordt het jou niet te zwaar, wil ik het eens dragen daarop de andere antwoordt//ueen, ik ken wel." De schipper denkt niet meer aan die twee, doch toen hij, na verloop van een paar dagen, te Yianen aankomt en daar de geschiedenis van den moord verneemt, herinnert hij zich, dat zijne ont moeting te 's Hage juist in denzelfden nacht plaats had, waarin de moord was gepleegd. Hij gaf aan de bevoegde macht van zijn vermoeden kennis en kon daarbij opgeven, dat de twee mannen, welke hij ontmoet had en die hij als schipper i meende te kennen, zekere zandkoopman de Jong en diens knecht waren. Of dit een der draden geweest is, langs welke de justitie de Jong op het spoor is gekomen, kunnen wij niet zeggen, doch is wel waarschijnlijk." Uit Antwerpen schrijft men dd. 3 Jan. aan de Pr. Nbr. en V Hert. Ct.//Naar wij vernemen, heeft onze politie een belangrijke aauhouding gedaan. Zekere Jan Hendrik Behagel, kleermaker van beroep, geboortig van den Haag, die verdacht wordt medeplichtig te zijn aan den dub belen moord en diefstal, onlangs in den Haag gepleegd, is in een logement der le wijk aangehouden. Deze aanhouding is bewerkstelligd door M. D. Y. inspecteur en D..., ad junct van politie. Men meldt uit 's Gravenhage, 5 Jan. Gisteren, Za terdag, ziju de te dezer stede in de laatste dagen gepleegde inbraken, of pogingen daartoe, wederom met een vermeer derd. Thans gebeurde dit, tot verbazing van iedereen, in een der drukste gedeelten dezer stad, namelijk op den hoek van de Houtstraat en Kalvermarkt in den goud- en zilver smidswinkel van den heer K., tevens horologiemaker. De dag had nauwelijks voor den avond plaats gemaakt toen drie manspersonen, geen Hagenaars, het winkelruit met een scherp voorwerp uitsneden om zoodoende de daarachter ge plaatste zilveren voorwerpen weg te nemen. De winkelier, inmiddels gedruisch hoorende, ging in den winkel om daarnaar te onderzoekeu, en zag toen, dat 3 personen bezig waren met het wegnemen van zilveren le pels. Terstond snelde hij door een achterdeur uit zijn huis, pakte de dieven stevig bij den kraag, en gaf ze, door om standers bijgestaan, aan de politie over, die ze naar het com missariaat bracht, dat slechts een honderd schreden van den winkel is verwijderd. Yandaar dat de diefstal al zeer bru taal is te noemen. Men meldt uit Scheveningen, 6 Jan. Eene Haagsche dame, die op raad van haren doctor jl. Yrijdag, des voor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 2