BELDERSCHE COURANT. Jïïeums- en Woensdag «Eöoertentie-OfaÖ. 19 Maart. Let wei Dertiende Jaargang. 2 CENTEN PER EXEMPL. Bekendmaking. .M 1254. 1875. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 8 maanden 0.50 Franco per post 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advektentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezeuden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. Uitgever GILTJES. Ter herinnering dient, dat de prijs dit blad slechts 50 C Si Ai '4' Si Ai kwartaal is. van per Alzoo nog iets minder dan Bij vergelijking met andere bladen, is het zeer te betwij felen, of er in Nederland wel een goedkooper Courant te vinden is. Wat de advertentiën aangaat, worden abonne menten aangenomen tegen zeer ves'miiirïefl'tfeii prijs. Die voornemens is, ziek met 1 APRIL a. s. op dit blad te abon- neeren, gelieve daarvan kennis te geven aan den ondergeteekende, en kan de nog in deze maand verschijnende nommers, kosteloos ontvangen. 0jficfëcl geüceïte. BURGEMEESTER cn WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de lijst DER KIEZERS VOOR LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAALDE PROVINCIALE STATEN en van den GEMEENTERAAD, door hen op heden zijn vastge steld dadelijk aangeplakt en gedurende veertien dagen op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage ncdergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Heides, STAK MAN BOSSE, Burgemeester, den 14 Maart 1873. L. VERHEY, Secretaris. POLITIE. Dezer dagen op de publieke straat gevonden Een PINCE- NEZ. De regtmatige eigenaar kan zich ter terugbekoming aanmelden ten burele van den ondergeteekende. Helder, IS Maart 713. Commissaris van Politie. A. C. BOONZAJER. jQict-officiëd gcöcdtc. EEN PRAATJE over de CENSUS-KWESTIE. Alsof er nog niet genoeg over dat onderwerp geschreven ware! Wie zal het ons zeggen, hoeveel riemen papier reeds gevuld zijn geworden met betoogeri vóór en tegen het ingezonden concept Juist daarom echter bepalen wij óns thans slechts tot een praatje, dat men wellicht zonder verlies ongelezen kan latenmaar dat dan ook hetzelfde lot zal ondervinden, als zoo menig ellenlang artikel over een onderwerp, dat zoo tamelijk begint te vervelen. Verveling is echter niet de eenige indruk, dien het op ons maakt, anders zouden wij voort gegaan zijn met daarvan te zwijgen, zoo aks wij tot heden gedaan hebben. Wij hebben over dat zwijgen ons zeiven wel eens verwijtingen gedaanwij konden echter onzen afkeer niet overwinnen van halve maatregelen, die nog bovendien met echt Nederlandsche langdradigheid worden voorbereid en in behandeling genomen, en omdat wij ook deze zaak daaronder meenden te moeten rekenen, konden wij niet besluiten daarover in beschouwingen te treden. Nu echter door de alles behalve li berale houding der Kamer de behandeling wederom is uitgesteld of verdaagdwillen wij er toch iets van zeggen. Dat woord verdagen is toch onbetaalbaar. Tijd gewonnen, veel gewonnenbevalt daarom eene zaak niet, of strijdt ze met onze belangen, of die onzer partij, wel nu, een voorwendsel tot uit stel is liclit gevondenmen heelt daardoor alle kans op eenige hulptroepen de omstandigheden kunnen soms ook voordeden aan brengen, b. v. een minister kan aftreden, ja zelfs stervenhet is vaak genoeg gebeurd, dat door het verdagen eener zaak ze geheel in duigen viel, en in het vergeetboek geraakte, of althans later wederom met dezelfde omslachtigheid op nieuw moest worden op touw gezet en in behandeling genomen. Wie dan leeft, enz. Iets dergelijks kwam bij ons op, toen de spanning zich open baarde tusschen de regeering en de Tweede Kamer, eene span ning, die een zware verantwoordelijkheid laadt op hen, die ze iu het leven hebben geroepen, want zij speelden een in den tegen- woordigen toestand des lands gevaarlijk en weinig vereerend spel. Het is dan ook niet te verwonderen, dat het Nederlandsche libe ralisme in het buitenland niet zeer hoog gewaardeerd wordt. De Köln. Z. zegt niet ten onrechte, dat de Nederlandsche liberalen het «eendracht maakt macht" niet in het oog houden. Zij noemt het Ned. liberalisme «een optimisme in het geloof aan de kracht zijner beginselen, gelijk staande met verblinding. De Ned. libera len vormen zich een beeld van den toestand der hedendaagsche maatschappij naar hunne formuleszij willen niet zien, dat tus schen dat beeld en de werkelijkheid een groot onderscheid bestaat." Wij zijn van dat blad niet gewoon, veel goeds over ons vader- land "te vernemen. Zijne beschouwingen zijn doorgaans bewijzen van eene weinig vriendelijke gemoedsstemming, en daarom door gaans partijdig en niet zelden hatelijk, zoodat er vaak veel op af te dingen is. Dit is wellicht ook hier het geval, doch wij willen dat thans niet onderzoekenmaar ons bepalen tot de vraag of het niet met het volste recht eigen schuld mag worden genoemd, dat de vreemdeling een zoo ongunstig, en althans niet geheel on verdiend oordeel over onze liberalen uitspreekt? Wij zien tegen woordig zóóveel plaats hebben, dat met een liberalisme van den echten stempel niet overeen te brengen is, dat wij het wezenlijk den vreemdeling nauwelijks ten kwade moge duiden, dat hij met ons liberalisme niet zeer hoog loopt. De ontvangst van het cen- sus-ontwerp strekt op nieuw ten bewijze. Het komt ons voor, dat intusschen de regeering een vrij wat bezadigder, wij zouden bijna zeggen, loyaler houding aanneemt, dan de Kamer. Deze verlangt eerst onderzoekgene acht ze on- noodig. Toch verzet de regeering zich niet daartegen, ofschoon zij natuurlijk aan het ontwerp vasthoudt. Wij juichen dat besluit toe, omdat dit het middel kan zijn, om eene lichtvaardig uitge lokte crisis te voorkomen. Het verheugt ons daarom ook, dat de Tweede Kamer het aanbod van de regeering heeft aangenomen het doet ons echter leed, dat een vierde der loden daar tegen meende te moeten stemmen: Wat wilden dezen dan toch? Wij willen volgaarne aannemen, dat zij de stem hunner over tuiging hebben gevolgd; wij mogen eigenlijk niet anders denken zonder eene zware beschuldiging uit te spreken. Wij kunnen ons echter van die overtuiging geen denkbeeld vormen; maar wij zijn ook geene kamerleden. Naar ons oordeel betrof het hier niet zoo zeer de vraag: of men vóór of tegen het concept was, dan wel, of men genegen was de spanning weg te nemendie tusschen de regeering en de Kamer was ontstaan en hoogst nadeelige gevol gen dreigde te hebben. Door nu dit laatste niet te willen geeft men ruimschoots aanleiding tot zeer verkeerde gevolgtrekkingen. Wie zou het toch den leek op staatkundig gebied misduiden, wan neer de vraag bij hem opkomt: Willen zij de regeering doen vallen "Vreezen zijbij aftreding der kamerledenniet weer te worden herkozen? Of al dergelijke zotte vragen, die in een een voudig brein kunnen opkomen, en die minder gunstig werken op den eerbied, dien men voor dat regeeringslichaam dient te kunnen koesteren. Het is waar, de kamerleden behoeven zich slechts tot op zekere hoogte aan het oordeel van het publiek en ook aan de oordeelvellingen in het buitenland te laten gelegen liggen. Maar tocli hadden ook wij het anders gewenscht. Het vele praten, de- batteeren en redevoeren in de Tweede Kamer, wordt in de verte niet opgewogen door hetgeen zij tot stand brengt. De belangrijk ste zaken blijven jaren lang hangen, hetgeen het prestige der Ka mer althans niet verhoogt; mocht er nu nog bijkomen, dat aan den goeden wil van vele leden getwijfeld wordt, dan zal het nog meer verminderenen ook zonder politicus te zijn heeft men het recht, dit nadcelig te noemen voor het vaderland, en hen, die daartoe aanleiding geven als weinig verdienstelijke leden der Kamer te be schouwen. Wij willen ons echter niet, wellicht noodeloos, verontrusten het aanbod der ,regeering tot liet doen van een nader onderzoek is door de Kamer aangenomen. Eene regeering nu, die zich verplicht acht aan het ontwerp vast te houden, zal natuurlijk dat onderzoek niet op de lange baan schuiven, maar het krachtig voortzetten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1