HELDERSCHE COURANT. JïieutDS-- en Zaterdag <aöoerlentte--öfaÖ. 5 April. Dertiende Jaargang. Officieel gcöeelte. NATIONALE MILITIE. JSiet-officiccI püctftc. Bedanken. NIEUWSTIJDINGEN. M 1259. 1875. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post w 0.65 Men abonneert zich bij allo Boekbandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Aüvertentif.n van 1—4 rebels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centèn. Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezeuden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. Uitgever G I L T J E S. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de Militieraad van het 3e district in Nooidliolland de TWEEDE ZITTING zal houden te HOORN, en wel voor zoover deze gemeente betreft op WOENSDAG den 16den APRIL e. k. des voormid dags ten half elf ure, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedauc zaken en omtrent hen, die als Plaatsvervangers of Nummerverwisselaars verlangen op te treden. Zij, die het voornemen hebben een Plaatsvervanger of Nummer verwisselaar te stellen, worden, in hun belang aangemaand, om zich tijdig ter Secreta rie dezer gemeente te vervoegen, teneinde omtrent de benoodigde stukken inlichtingen te bekomen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H el der, STAKMAN 80SSE, Burgemeester, den 39 Maart 1873. L. VERHEY, Secretaris. Iedere taal, ook de Nedcrlandsche, bezit een aantal woorden, die twee of meerderlei beteekenis hebben. Bij sommigen staan de be- teekenissen soms bijna lijnrecht tegen elkander over, zoodat het enkel van den spreektoon, den nadruk, de stembuiging, de hou ding en andere bijkomende zaken afhangt, of het woorcl een be leefdheid of een belcediging, een aannemen of een weigeren, een vriendelijk hart of een norsch gemoed te kennen geeft. Nemen wij slechts het Engelsche woord yes, en wie eenigszins met die taal bekend is, weet hoeveel geheel verschillende, ja zelfs tegen strijdige zaken dat woord in den mond van den Engelschman kan aanduiden. Het is zoowel een vraag als een antwoord, een beves tiging als een ontkenning, een beleefdheid als een spotternij, cn wat niet al. Een en ander is ook van toepassing op ons neder- landsch ja, ofschoon in minderen graad. Het woord, dat wij hierboven hebben geplaatst, behoort ook tot die klasse van woorden, die vaak in geheel tegenovergestelden zin worden gebruikt. Immers Mk bedank iT is volstrekt niet altijd een bewijs van dankbaarheid: het wordt evenzeer gebruikt, om een aangeboden zaak, soms zelfs op alles behalve vriendelijke wijze van de hand te wijzen, als om zijne erkentelijkheid aan den dag te leggen voor iets, waarnaar men vurig bad verlangd; zelfs kan het, met zekere koelheid gepaard gaande, vaak hoogst beleedigend wor den. Voorbeelden behoeven wij niet te geven. Het woord bedanken heeft echter nog eene beteekenis van een geheel anderen aard. Men kan bedanken als lid eener sociëteit, als lid van het Nut, enz. Dit laatste heeft juist onze aandacht thans op dat woord gevestigd. Wij vernemen toch, dat hier en daar enkele leden van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor hun lidmaatschap hebben bedankt, ter oorzake der uitgave van het bekende Godsdienstig leesboek voor school en huis van den heer P. H. Hugenholtz, welk bedanken dus met andere woorden te kennen geeft, dat zij niet langer leden kunnen of willen zijn van eene Maatschappij, die zulke dingen doet. Wij betreuren het besluit van die leden, want het getuigt van een overdreven gevoeligheid, of minstens van voorbarigheid. Maar wij betreuren evenzeer de uitgave van dat boekwerk. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat het in de school het minste nut kan stich ten. Van het gebruik in huis willen wij thans weinig zeggen misschien zijn er gezinnen, waar het kan dienen, om de zaden van godsvrucht en deugd in de harten van ouders en kinderen te ver sterken of aan te kweeken, en het kwaad in het kinderlijk gemoed te bestrijden. Wij zeggen misschien., omdat wij natuurlijk niet.alle gezinnen kennen; wij verzoeken echter, daaruit volstrekt niet af te leiden, dat wij ons een dergelijk gezin kunnen voorstellenwij bekennen gaarne daartoe niet in staat te zijn. Met de school, althans de openbare school is het een geheel an dere zaak. Wij begrijpen niet hoe de schrijver hier de school orop heeft gesteld, daar de wet op het Lager Onderwijs het gebruik van dergelijk boek zeer bepaald zou verbieden. Geen onderwijzer zal er dus lichtelijk toe overgaan om het in te voerencn wilde hij, het zou hem zeer terecht worden belet. Maar wij zouden den on derwijzer niet begrijpen, die het konde willennaar ons oordeel deugt het boek niet voor de schoolhet zou ons hoogst moeielijk vallen eene klasse van lezers te bepalen, waarvoor het groote waarde kan hebben. Wij hebben ons echter thans niet ten taak gesteld, i het werk zelf in bijzonderheden I te beoordeelen alleen wenschen Wij te constateeren, dat het boek niet aan het doel beantwoordt, zoodat het ons vreemd voorkomt, dat het door de Maatschappij in het licht is gegeven. Wij zijn het dus volstrekt niet eens met het Hoofdbestuur, dat in de meening schijnt te verkeeren, dat door de uitgave aan School en Huisgezin een welgevallige dienst bewezen wordt. Wij gaan echter een stap verder. - Naar ons oordeel heeft do Maatschappij door die uitgave gehandeld in strijd met de Alge meen e Wet, die in art. 3 uitdrukkelijk zegt: »dat zij zich in al hare bemoeiingen zorgvuldig onthoudt van alle partijkeuze in geschillen over godsdienst of staatkundeWie nu het schoolboek gelezen heeft, onverschillig of hij modern is of niet, zal tocli bezwaarlijk kunnen verklaren, dat men aan dat art. is getrouw geblevennaar ons oordeel is het bepaald overtreden, en dat daarom vele stem men in den lande openlijk de uitgave afkeuren, verwondert ons niet; toen de algemeeno vergadering zich met het plan der uitgave van een godsdienstig schoolboek vereenigde, behoefde men juist geen buitengewone scherpzinnigheid, om die gevolgen te voorzien. Nu ontstaat intusschen de vraag, of de Algemeene vergadering, bij het onthaal, dat aan deze eerste reeks van Tafereelen is te beurt gevallen, besluiten zal, een tweede reeks te laten volgen. Wij kunnen het niet gelooyen, en voor het belang der Maatschap pij zouden, wij heVoulc jseer" ^treuren. I)o?.e raéks zal wel en por tefeuille blijven, en wij "gelooven': met, dat"ër'veel aan verloren' wordt. Ook denken wij, dat het werkje, dat nu uitgekomen is, geen grooten invloed op het godsdienstig leven zal uitoetenen, even min ten goede als ten kwade. Het komt ons voor, dat het op den onverschillige weinig invloed zal uitoefenen, en den werkelijk be langstellende in de godsdienst onvoldaan zal laten of zal ergeren. Het boek zal dus waarschijnlijk spoedig een vergeten boek worden. Juist daarom echter betreuren wij het, dat sommige leden zich, alleen om zulk eene reden, van de Maatschappij afscheiden, zonder eerst af te wachten of de tweede reeks zal volgen of niet. De Maatschappij heeft, ook naar ons oordeel wel een misslag begaan maar geelt dat nu een gegronde reden, om zich aan een lichaam te onttrekken, dat zooveel goeds heeft gesticht en onwederspreke- lijk nog steeds voortgaat met kracht te bevorderen Naar ons oordeel handelen dezulken voorbarig en laden de verdenking op zich óf van overdrijving, öf van de zucht om van zich te doen spreken, öf iets dergelijksmaar veel goedkeuring zullen zij niet inoogsten. Gesteld toch, dat dit voorbeeld ook in ondere opzichten gevolgd wierde, wat zou er dan van de Maatschappij worden Er zal wel nauwelijks éen departement zijn, waarin b. v. niet soms het een of ander lastig of vervelend lid, uit zucht om te praten, of uit ge brek aan belangstelling, of om andere redenen, de behandeling van gewichtige zaken bemoeiehjkt. Heeft nu zoo iemand nog daarbij de gave van met zeker aplomb te spreken, en de minder schrandere leden te overreden, dan is het natuurlijk te wachten, dat hij door eenigen wordt gesteund, soms zelfs wel door diegenen, die niet minder dan ieder ander de houding van zulk een persoon afkeuren, maar zich door traagheid of gebrek aan doorzicht lateri medeslepen. In dat geval nu wordt het voor hen, die rechtstreeks op het doel wenschen af te gaan, b jna onmogelijk iets goeds tot stand te brengen. Zoodra zij zich echter geheel terugtrekken, en, zooals men het uitdrukt, bedankenmaken zij het zich geheel on mogelijk, en scharen zich juist daardoor aan de zijde der vijanden. Het rijk van wargeesten en twistzoekers duurt zelden langde de gelijkheid moet toch eens zegepralenhij, die zich dus aan de me dewerking geheel onttrekt, verwijdert het tijdstip van dien zege praal, en werkt daardoor het kwade in de hand. Iets dergelijks is hier ook het geval. Wij herhalen het, de Maat schappij heeft naar ons gevoelen een misslag begaan, die echter geen bijzonder groote rampen zal na zich slepen. Het middel nu, om dit voor het vervolg te voorkomen, ligt voor de hand. Men geve alom blijken van afkeuring, en de zaak is uit; men bedanke evenwel niet als lid der Maatschappij. Evenmin als de man van karakter als lid van een departement behoeft te bedanken, omdat tijdelijk een verkeerde geest heerscht, evenmin zal hij als lid der Maatschappij zijn ontslag nemen, omdat zij voor een oogonblik de grenzen heeft overtreden, die zij zich zeiven bij de Algemeene Wet heeft voorgeschreven. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 4- April 1873. Zr. Ms. schroéfstoomschip Metalen Kruis zal Zondag 6 April van hier, via Suez, naar Oost-lndië vertrekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 1