Helder, Nieuvvediep, Willemsoord, enz., 8 April 3 873. Zaterdag avond jl. hield de Nederlandschc Nationale werklieden-vereeniging „Door Orde en Spaarzaamheid tot Welvaart" eeuo algemeeiie vergadering iu het lokaal Musis Sacrum alhier, tot mededeeling door het bestuur van verschillende aangelegenheden en zoo noodig ter bespreking daarvan. Het bestuur zeer goed inziende, dat ook de vrouwen bij de instandhouding van deze vereeniging groot belang hebben en op den bloei van grooteu iuvloed kunnen zijn, hadden ter bijwoning ook de vrouwen der leden uitgenoodigd. Daar het minder in de geaardheid ligt van de Nederlaudsche vrouw, om dergelijke meetings bij te wonen, was het wel te verwachten dat hare op komst niet buitengewoon groot zou zijn; toch viel het niet tegeu en wij houden ons verzekerd, dat wanneer de tegenwoordig geweest zijnde vrouwen aan huuue kennissen mededeeleu (en daaraan twijfelen wij niet) wat zij ge hoord hebben, hare opkomst bij een volgende gelegenheid wel grooter zal zijn. Na de opening der vergadering door den voorzitter, den heer VV. S. Pontier, het lezen en goedkeureu der notulen, werden door den 2n voorzitter, den heer L. Hartog Jr., de te behandelen punten ter sprake gebracht. No. 1 was de levering van brood. Hij deelde mede, dat het bestuur het weuschelijk oor deelde, dat zoo veel mogelijk de ingezetenen dezer gemeente met de levering van de benoodigde artikelen begunstigd werden, waarom andermaal ouder handelingen waren aangeknoopt met eenige bakkers alhier. Het resultaat daarvan was, dat een der bakkers het brood tegen aanuemelijken prijs had aangeboden, voor het tegenwoordige, doch eeue, iu het oog van het bestuur, bezwarende bepaling had gesteld voor de toekomst. Het werd aan de ver gadering in deze gegeven, om te beslissen of men zich aan die bepaling zou onderwerpen, dan wel of men het brood op de tegenwoordige conditie zou blijven nemen van de fabriek te Amsterdam. Met algemeene steramen werd tot het laatste besloten. Daarna werd aan ieder der leden kosteloos uitgereikt een gedrukt esempl. van het reglement, en had tegelijk de verkiezing plaats vaneen bestuurslid, ter vervanging van den lu voorzitter, die wegens zijn voorgenomen vertrek naar Amerika, voor zijne betrekking had bedankt. De uitslag was dat ge kozen werd de heer W. L. de Looze, met 97 van de 156 uitgebrachte stemmen. Hoewel het doen van rekening en verautwoordiug omtrent de uitkeeriug acht dagen was uitgesteld, werd toch door den ln Penningmeester, den heer C. Wonilerigem, voorloopig eenige liiiaucicele mededeclingen gedaau die niet onbelaugrijk zijn, o. a. dat ontvangen is aan eoutribulie en inleggelden bijdragen der donateurs rente Uitgegeven aan inventaris aan drukloon, advertentien, briefport, enz kosteu van vergadering arbeidsloon kosteu rechtserkenning, assurantie der winkelzaak, pateut, enz. u 46.69 aan restitutie van contributie aan ongeveer 200 leden, die op 31 Oct. '72 uit de vereeniging zijn getreden 591.63 f 1501.70 Alzoo in kas f 1060 40 Verder nog dat sedert 2 April '72 voor ruim f 23,000, aan brood, door de vereeniging is verkocht. Vervolgens hield de 2e Voorzitter cene toespraak tot de aanwezige vrouwen, waarvan de inleiding zeer hoffelijk en niet minder vleiend voor de schoone sekse in het algemeen genoemd raag worden. Het was eene beschouwing van de vrouw, als regeereude niet alleen het huisgezin, maar ook de maatschappij en zells den Staat Duidelijk was het merkbaar, dat zijne woordeu met zeer veel welgevallen werden aangehoord. Het doel zijner rede was echter te spreken over de opgerichte winkelzaak. Met eene hem bijzondere eigenaardige takt bracht hij de vrouwen zeer dui delijk ouder het oog, dut zij vooral moesten begrijpen dat die winkel niet is de winkel van het bestuur, maar de winkel van de geheele vereeniging en daarom ook hare winkel, zoodat het in haar eigen belang was wanneer zij wilden medewerken, om, door voortdurend hare benoodigdheden uit die winkel aan te schaffeu, de bloei van die zaak te bevorderen. O. a. voegde hij haar toe: „Al ware het dat in uwe winkel eenig artikel eens een paar centen hooger was gesteld dan bij een particulier, dan zijn die twee centen niet verloren, ten eerste is men verzekerd vau goede waar en ten tweede komen de winsten toch in de kas der vereeniging; dat is uwe kas, dat is onze gezamenlijke kas, waarop ieder lid recht en aanspraak heeft." Aan het slot der vergadering werd door den in Voorzitter, den heer W. .S. Pontier, als zoodanig vau de leden afscheid genomen na eenige mededee- lingen aangaaude de reden, die hem tot vertrek hadden aangespoord dat, is: over het algemeen, de betere vooruitzichten voor den werkman in de nieuwe dan in de oude wereld. Door den 2n Voorzitter werd aan den afgetreden ln Voorzitter eea har telijk woord vau dank gericht voor do vele goede diensten aau de vereeni ging bewezen, en als aaudeuken hem uitgereikt een diploma, met toezegging hinuen weinige dagen van ecu insigne, als lid van verdiensten der vereeni ging; benevens een zilveren horloge met inscriptie, aangekocht uit daarvoor door de leden bijeengebrachte gelden. Na nog eeu woord vau erkentelijkheid door den heer Poutier, voor zoo vele blijken van vriendschap, werd de vergadering gesloten en ging ieder rnstig huiswaarts. Gisteren werd alhier door denkommandant der genie in de 5e stelling aanbesteed 1. het eenjarig onderhoud der werken 2. het eenjarig onderhoud der Kazernegebouwen, en 3. het herstellen van bruggen. De heeren Gebrs. Moorman alhier, hadden voor alle drie perceelen het minst ingeschreven, res pectievelijk voor f 4440.f 4S00.en 5050. Zondag morgen jl. had de inleiding plaats bij de Ilersfc. Evang. Luth. gemeente van den onlangs beroepen predikant Ds. Daniël Snijder die plechtigheid werd geleid door Ds. Hel wig, van Amsterdam, naar aanleiding van Handel. 10 vers 33. Des avonds hield Ds. Snijder zijn intreé-rede en had tot tekst gekozen1 Coriuthe 2 vers 2 b en c. Zr. Ms. schroefstoomschip Metalen Kruiskomtn. kapt. t/z H. B. Kip, vertrok Zondag morgen ten 101- ure, onder het lossen van het gebruikelijk saluut, van hier nuar Oost- Indië. Het état-major van bovengenoemd stoomschip is als volgt Kommandant kapt. t/z. H. B. Kip le officier luitenant t/z. Ie kl. C. C. Sixluit. t/z. 2e kl. B. de Groot, A. G. Ellis, B. F. W. van Hasselt, C. de Joug adelborsten le kl. J. H. M. Jansen, D. A. Mensert, J. S. van Drooge, W. H. Souman, A. G. D. Nolthénius, J. P. van Rossum. Offic. vau gez. 2e kl. D. Matak Fontein; Offic. van admin. lekl. A. J. M. Huart; scheepsklerk M. J. Yitringa, R. P. Si. van Rees, 2e luit. van het detachement mariniers. Het stoomschip Java van de stoomvaartmaatschappij Java, gevoerd door den kapitein E. van Tngen, zal in het laatst der maand Mei van hier naar Java vertrekken. De passage, eerste klasse, is f600.per persoon. De stoomvaartmaatschappij Nederla?id bericht Het stoomschip Koning der Nederlanden is den 6 dezer, des nachts ten 1 ure, te Suez aangekomen en des middags het kanaal ingegaan. De 2e luitenant T. de Man, van het 3e bat. 7e reg infanterie, bij de applicatie-school te Breda gedetacheerd ge weest, is gisteren avond van daar alhier in garnizoen terug gekeerd. Omtrent de interpellatie van den heer Nierstrasz, tot den minister van Koloniën, betrekkelijk Atchin, lezen wij het volgende De minister bevestigde de oorlogsverklaring. Ze was geschied, omdat Atchin zich bleef wapenen en weigerde de verlangde inlichtingen aan deEegeeringscommissie te geven. Op de vraag om nadere inlichtingen kon de minister niet dadelijk antwoorden, uit gebrek aan schriftelijke en wegens gemis van volledige telegraphische bescheiden. Zoodra er meer positieve berichten van feiten bij de regeering inkwamen, zou zij die door de Staats-Courant of in de Kamer onmiddelijk niededeelen. De minister had, in tegenspraak met den heer Nierstrasz, voldoende vertrouwen in onze militaire en maritieme krachten. Ook de vreemde mogendheden zijn met het ge beurde bekenden dezen hebben voldoende verklaringen afgelegd. De Kamer is daarna op reces gescheiden. Aan het Utrechts Dagdlad wordt 't volgende mede gedeeld omtrent de expeditie naar Atchin. //Men schrijft mij van Batavia, dd. 26 Februari. //Het nieuws van den dag is de ophanden zijnde expeditie naar Atchin, samengesteld als volgt Kommandant generaal-majoor S. H. E. Kohier; 2e komm. en chef van den staf, Kol. van de genie A. W. Exter en Wissekerke. Kommaudant der kavallerie Ritm. H. K. E. Perié. Chef geneeskundige dienst de offic. van gez. le kl. B E. J. H. Becking. Chef der administratie onder-int. le kl. J. Hofstede. Kommandant der hulptroepen luit.-kol. K. van der Heyden. De expeditionaire troepen bestaan uit 4 veldbataljons, waarvan 2 gewapend met beaumont-geweren, 2J- batterij veldartillerie, 60 kaveleristen, een bataljon Madureesche hulptroepen en de noodige genie- en hospitaal-soldatenterwijl 1000 ketting- gangers aan de expeditie zijn toegevoegd. De vloot tot den overvoer bestemd, bestaat uit 8 stoomschepen van Zr. Ms. zeemacht. 5 groote dito van de Ned.-Iud. stoomvaartmaatschappij. 9 zeilschepen. De vice-pres. van den R. v. N. T., F. N. Nieuwenhuizen, vergezelt de expeditie, die 24 Maart van hier zal vertrekken, als regeeiingscommissaris. Die expeditie is krachtig en perfekt georganiseerd met flinke chefs voor eiken tak van dienstik verwacht dan ook niet anders dan een zeer spoedigen en goeden uitslag. Padang, 5 Febr. Men schrijft van Anah-Laboe dat men daar ter plaats van den sultan van Atchin de mededeeling heeft ontvangen dat hij in antwoord op den bekenden brief van het Ned.-Indisch gouvernement aan den gouverneur- generaal zou hebben te kennen gegeven, //dat hijsultan van Atchin enz., in vrede wenscht televen met het gouvernement, doch niet kan en ook niet wil toestaan dat men zich met de aangelegenheden van zijn rijk bemoeitoverigens verzocht Z. M. dringend van het aangekondigd bezoek e.ener Neder- landsche commissie verschoond te mogen blijven." Het vertrek van het stoomschip Djarnbi met de heeren Kraayenhoff en Kockeritz naar de hoofdplaats van Atchin zou dus met dit ontvangen antwoord in verband kunnen staan. Dooi de commissie voor de oprichting van den Wil lemstoren te Dillenburg, is van een onbekende uit Nederland ontvangen de belangrijke som van 6000 Pruisische thalers. ES SJ 3 T K M ÈL 11 B>. Aangaande het vergaan van de «Atlantic" komen voort durend nieuwe berichteD in, van verschillende der geredden. Het vermoeden wordt daardoor bevestigd dat alle vrouwen en kinderen te kooi omkwamen. Slechts weinigen deden nog een poging om zich te redden, en slechts eenige oogenblikken werden hun wanhoopskreten gehoord. Slechts drie of vier bereikten het dek, doch werden terstond door de zee weg geslagen. Een slaagde er in het want te bereiken, waar zij tot den middag bleeftoen stierf zij door de koude. De koude schijnt zeer scherp geweest te zijn. Het tooneel moet hartverscheurend zijn geweest. Met veel moeite had men een touw aan de kust weten te brengen, waarlangs men trachtte het land te brreiken. Velen verloren bij die pogingen hun houvast en zonken in de diepte anderen die het land be reikten, waren zoo verkleumd, dat zij zich op de glibberige rots niet konden staande houden en weer in zee vielen. Al wat tot redding kon worden aangewend werd gedaan zee lieden en visschers, maar bovenal een predikant, mr. Ancient, toonden waren heldenmoed en redden velen het leven, t Blijkt dan ook nader dat ongeveer de helft der opvarenden zijn ge red. Dit neemt echter niet weg dat deze schipbreuk de grootste is van den laatsten tijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 2