HELDERSCHE COURANT.
Zaterdag
<fli)oer(enliP'fi(h(ï.
26 April.
Jfê 1245.
Dertiende Jaargang.
1875.
Jïieutos- en
Zitting van den Gemeenteraad,
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor S maanden f 0.50
franco per post 0.05
Men abonneert zich bij alle Boekhaudelaren en
Pöstdirectèuren. Brieven franco.
De prijs der Advektentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Uitgever S. G I L T J E S.
op Dinsdag den 22 April 1873.
"Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse, burgemeester.
Secretaris de lieer L. Verhey.
Tegenwoordig '16 leden.
Afwezig de heer Hugenholtzmet kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd.
1). Verordertiny op het vervoer van besmettelijke zieken.
Het concept wordt gelezen en metalgemeene stemmen aangenomen.
2). Voorstel tot plaatsing der kermis.
De Voorzitter brengt het, in eene vorige vergadering ter tafel
gebrachte voorstel, nog eens in herinnering, nl. om de kramen te
plaatsen aan den Kanaalweg, de Postbrug als middelpunt, en de
spéllen op het Molenplein en Westplein, met enkele exeptiën.
De heer Braaksma vraagt of de plaatsing en regeling der kermis
opgedragen is aan een ondergeschikt gemeente-ambtenaar.
De Voorzitter antwoordt, dat hij na de ingekomen aanvragen en
opgaven van de grootte der tenten, met den gemeente-bouwmeester
naar de beschikbare ruimte een teekening en plan vaststeltterwijl
de gemeente-bode met het toezicht op de richtige uitvoering daar
van belast wordt.
De heer Braaksma bedankt voor die mededeeling en zegt, dat hij
met bedoelde ondergeschikte gemeente-ambtenaar niet den gemeente-
bouwmeester op het oog had.
De heer de Breuk betreurt het. dat deze zaak weer opgerakeld
wordt, en ziet er tot zijn leedwezen eene isoleering in van het
Oostelijk en Westelijk deel der gemeente, ilij wenscht dat het
mcerendeel van den raad het voorstel zal verwerpen en de kermis
steeds jaar om jaar in het Oostelijk en Westelijk doe; geplaatst worde.
De Voorzitter zegt de voordracht van den vorigeii spreker zeer
goed te hebben begrepen, except, een enkele uitdrukking, nl. daar
waar de heer de Breuk ook de verkiezing met de kermis in verband
bracht, dit is hem eenigszins duister, en zou gaarne daaromtrent
eenige n'adere inlichting wenschen.
Dé heer de Breuk repliceert, dat de kermis in onze gemeente
altijd veel jalousie bij de ingezetenen heeft verwekt, dat wanneer
liet voorstel doorgaat, hij voorziet, dat de bewoners van de geiso-
leerde punten belangrijk zullen influënceeren op de verkiezing van
den gemeenteraad.
De heer de Lange zegt het met den heer de Breuk in deze niet
eens te zijn en zich zeer goed te kunnen vereenigen met het voor
stel van B. en W.
Niemand meer het woord verlangende, wordt hot voorstel in
omvraag gebracht en aangenomen met 41 tegen. 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren de Breuk, Braaksma, Berghuijs, Groen
en Janzen.
3). Voorstel omtrent de mestinzameling.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat de commissie voor
de gemeentewerken van oordeel is, dat, alvorens eene beslissing in
deze te nemen, het wenschelijk is vooraf een terrein worde aan
gewezen.
De Voorzitter herinnert, dat in liet vorige jaar met den heer
van Foreestwas overeengekomen, omtrent een hoekje gronds van het
Koegras, even buiten de gemeente, doch dat door den minister van
Oorlog toen geweigerd is om daar de noodige loodsen op te slaan,
zijnde dat terrein gelegen in de verboden vuurlijn der vesting
werken.
De Voorzitter stelt voor, de onderhandelingen over dat terrein
andermaal aan te vangen en op nieuw het verzoek tot den minister
van Oorlog te richten. Daartoe wordt besloten.
4). Aanbieding van de jaarverslagen over 1872.
Wordt goedgevonden die bij de leden aan huis rond te zenden.
Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat op 7 April de verificatie van de gemeentekas heeft plaats
gehad en overeenkomstig met de boeken en bescheiden, daarin aan
wezig was 43,766.18^.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Brief van den heer Dr. W. Krol, die wegens vertrek, ontslag
verzoekt als commissaris van het gemeente ziekenhuis en de apotheek
terwijl gelijke kennisgeving van heeren commissarissen van het
ziekenhuis en de apotheek is ingekomen.
Wordt besloten het gevraagde ontslag eervol te verleenen.
De Voorzitter steltvoor, om de daardoor ontstane vacature weder
aan te vullen, en zonder nu juist eene voordracht te doen, meende
hij toch als dubbeltal te kunnen aanbevelen, de heeren 11. L. Ouden
hoven en S. Braaksma.
De Heer Braaksma bedankt voor de eer en steltvoor den heer
Dr. D. Hellema.
Bij de eerste stemming bekwamen de heeren Oudenhoven en
Hellema ieder 8 stemmen, bij cle tweede vrije stemming bekwam
de heer Oudenhoven 10 en de heer Hellema 6 stemmen, zoodat
eerstgenoemde is gekozen aan wien daarvan kennis zal worden
gegeven.
c. Dat de rekening der gemeente met de daarbij behoorende be
scheiden over 1872, vóór 1 Augustus a. s. bij gedeputeerde staten
moet zijn ingeleverd.
d. Dat de in dc vorige vergadering benoemde hulponderwijzer
Plaatsman, voor de benoeming bedankt heeft.
Dat door twee leerlingen der normaalschool alhier dezer dagen
examen wordt gedaan en alzoo de aanvulling der vacatures tot dien
tijd te verdagen.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 25 April 1873.
Naar men verneemt, moet Zr. Ms. stoomschip Zee
landop reis naar Indie, Gibraltar aandoen om order. Men
vermoedt, dat dit schip bij de tegenwoordige 'omstandig-
heden terug geroepen zal worden, en de equipage zal worden
overgeplaatst op kleiner voor Indie bestemde schepen.
Zondag avond is door de manslidmaten met groote
meerderheid van stemmen tot predikant beroepen bij de
Christ, Geref. gemeente te Groningen, ds B. C. Felix, alhier.
Op den 30n dezer vertrekt van hier per extra spoor
trein van 7 u. 40 m. voorm. tot Haarlem en van daar mar-
cheerende naar Amsterdam, het 3e bataljon 7e regement in
fanterie, onder kommando van den majoor Heijmans, bene
vens de 12e en 14e compagnie van het ie regement ves
ting-artillerie, onder kommando van den kapitein J. N. A.
Sehneiders van Greijflenswerth.
Op denzelfden datum komen hier aan het 4e bataljon
van het 7e regement infanterie, onder kommando van den
majoor van Overveldt, en de 5e en 13e compagnie van het
le regement vesting-artillerie, onder kommando van den ka
pitein H. A Sehneiders van Greijffenswerth, die van Am
sterdam tot Haarlem marcheeren enten 11 uur voorm. per
extra spoortrein van daar naar hier overgevoerd worden om
ten 1 u 30 m. aan te komen.
In de Sl. CL van 23 April leest men:
//Uit een heden-namiddag van den gouverneur-generaal van
Nederl. Indie ontvangen telegram blijkt, dat voor Atchin-
zijn gesneuveld: 2 zee-officieren waaronder de adelborst Zim-
mer), 4 luitenants van de infanterie en 1 van de barissan;
35 minderen van den landmacht en 2 van de marine; ge
wond: 2 zeeofficieren 23 officieren van de landmacht, 363
minderen van de landmacht en 20 van de marine.
Men verneemt, dat de regeering eene groote ruimte
besproken heeft in de stoomboot Prins Hendrik, naar Java,
voor het vervoer van ammunitie, enz, en dat maatregelen
zullen getroffen worden om meer stoomschepen in de directe
vaart naar Java te brengen.
Naar men verneemt is last gegeven, dat ook Zr Ms.
stoomschip Schouwen, kommandant de luit. ter zee le kl.
van der Star, zoo spoedig mogelijk gereed moet worden ge
maakt, om via Suez, naar Oost-lndië te vertrekken.
Z M. heeft benoemd bij het 5e reg inf., tot kapt.
adm. van kleeding en wapening den ln luit. adin. van
kleeding en wapening H. Mooij, van het corps.
Z. M. heeft benoemd bij het 4e reg. huzaren tot kapt.-
kwartierm. den ln luit.-kwartierm. W. J. Lefèbre, van het
8e reg. infanterie.
De Minister van Marine brengt ter kennis van de
belanghebbenden, dat, naardien het bericht is ontvangen dat
de gele koorts te Montevideo heerscht, de schepen die na
den 6n Maart jl. die haven hebben verlaten, aan quaran
taine-maatregelen zullen worden onderworpen.