HEIDSRSCHE COURANT.
JiteutDS- en
Zaterdag
<flÖ o er te ntie=öfaö.
20 September.
M -1287.
Dertiende Jaargang.
1875.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 0.50
Franco per post 0 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Advektejïtien van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
meu de Advertentiën intezeuden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J E S.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 19 September 1873.
De kapel van het 7e regement infanterie van Amsterdam,
onder directie van den kapelmeester Sonnemann, thans alhier
eenige dagen verblijfhoudende, gaf gisteren avond een concert
in het lokaal Musis Sacrum. Zoowel de strijk- als barmonie-
muziek was Hink en uit het applaudissement na elk nummer
kon men opmaken, dat de uitvoering de goedkeuring wegdroeg.
Men weet, dat genoemde kapel Zaterdag a. s. in Musis Sacrum
nog een concert en a. s. Zondag nog eene matinee zal geven,
waar wij een talrijker publiek verwachten dan gisteren avond.
Naar aanleiding van 's Konings beluit van 14 Sept.
jl., no. 32, wordt Zr. Ms. schroefstoomschip 4® kl. Deli,
liggende alhier, met 1 Oet. a. s. in dienst gesteld met
bestemming naar Oost-Indië en het bevel daarover opge
dragen aan den luitenant ter zee 1® klasse P. Swaan.
Het Nederlandsche stoomschip Prins van Oranje, van
de stoomvaartmaatschappij r>Nederland," is den 15 dezer ten
6 ure n. m. van hier te Batavia aangekomen. Alles wel.
Men schrijft uit Harderwijk, 17 September:
Den 82n dezer zal van het koloniaal werfdepot alhier naar
het Nieuwediep vertrekken, een detachement suppletietroepen,
sterk 180 man, waarender 11 onderofficieren, om dien dag
te embarqueeren aan boord van het aldaar, via Suez, naar Java
bestemde stoomschip Borneo. Het bevel over dat detachement
is opgedragen aan den majoor der artillerie van het O.-I.
leger L. E. Hogel, zijnde tot medegeleide bestemd den ka
pitein der infanterie van gemeld leger T. Stumpff, de le luit.
der infanterie A. W. K. ter Beek, de 2e luit. der infanterie
J. B. van Heutsz en de officieren van gezondheid der 2e
klasse J. C. Gaerthé en H. W. Sandberg, allen van het
Oost-Indische leger.
De majoor Hogel en kapitein Stumpff retourneeren van
verlof naar Java. In de eerste dagen der volgende maand
zullen de nog bij het koloniaal werfdepot alhier voor het
Oost-Indisch leger bestemde militairen naar Java vertrekken
met het, via Suez, derwaarts bestemde stoomschip Celebes.
Aan de Rolt. Ct. wordt gemelddat met de Holland
die bij het Vlissingsche feest naar Atchin is vertrokken, de
laatste bezending materieel en ammunitie is meegegaan tot
voortzetting van den oorlogzoodat wat dat gedeelte betreft
nu alles tot hervatting van den krijg gereed schijnt.
Men schrijft uit Amsterdam, 17 September:
Aangaande de lading van het Ned. stoomschip Tromp,
van 't Nieuwediep naar Batavia, in de Roode Zee gestrand,
wordt nader gemeld, dat de meeste goederen in beschadigden
toestand zijn verkocht, en er reeds voor circa f 400/m. bruto,
is gerealiseerdzoo spoedig mogelijk zal eene gedetailleerde
opgaaf der overblijvende goederen gezonden worden.
Met ingang van den ln October a. s. worden de te
Texel gevestigde post- en telegraafkantoren vereenigd onder
het beheer van den directeur van het postkantoor J. Hoek
Bent.
De raad der gemeente Schagen heeft, in zijne open
bare vergadering van 16 dezer, met 4 tegen 3 stemmen
tot Wethouder benoemd den heer Jan Ligthert.
Niettegenstaande het ongunstige weder waren Maan-
dag bij gelegenheid van de opening van de vergadering der
Staten-Generaal per Holl. spoor 716G personen uit verschil
lende plaatsen te 's Hage gekomen.
Ter weerlegging van verschillende onjuiste berichten
aangaande de ontmoeting van het stoomschip Maaskapt.
E. Deddes, met het Noord-Duitsche stoomschip E. M. Arndt
welk laatste de schroef had verloren, deelt de directie der
Ned.-Amerikaansche stoomvaartmaatschappij in de N.R. Ct.
het volgende mede
Op den lOn Aug. 11., stoomende naar New-York in 661
W. L. en 4° NB., ongeveer 350 Eng. mijlen van Sandy
Hook, zag men van de Maas een stoomschip onder zeil,
waarop, om te zien wat er aan ontbrak en zoo noodig ad-
sisteutie te verleenen, werd aangehouden. Bij nadering bleek
het te zijn de E. M. Arndtmet verlies van schroef. De
kapitein van de Arndt kwam toen aau boord van de Maas
en vroeg of kapitein Deddes hem naar New-York wilde
sleepen, waarop terstond toestemmend werd geautwoord. De
Duitsclie kapitein verlangde daarop te weten voor welke som
die dienst zou worden bewezen, waarop kapitein Deddes te
kennen gaf, dat hij geen som wenschte te bepalen, doch die
bepaling wilde overlaten aan de agenten van de beide betrok
kene maatschappijen te New-York, zooals bij dergelijke ge
vallen steeds gebruikelijk is, vooral daar eene onder dusda
nige omstandigheden op zee bepaalde som, toch voor de par
tijen niet als verbindend wordt beschouwd volgens de wet.
De kapitein van de Arndt wilde echter op die voorwaarde
niet geadsisteerd worden, zoodat aan kapitein Deddes niets
anders overbleef dan zijne reis voort te zetten. Op de door
kapitein Deddes gedane vraag of men ook proviand of water
noodig had, ontving hij ten antwoord, dat men op het Duitsclie
schip nog overvloed had van alles. Alleen wilde meD, op
uitdrukkelijk verlangen tegen betaling, wel een vat boter en
een kaas hebben, hetwelk tegen inkoopsprijs werd afgestaan.
De Arndt werd overigens niet door een Eransch schip op
sleeptouw genomen, maar bereikte New-York onder zeilen
daar de kapitein ten sterkste verzekerd had niets noodig te
hebben, zoo kan hij ook wel niet door een Eransch schip
van het noodige zijn voorzien.
De grootendeels onware voorstellingen van sommige New-
Yorksche bladen omtrent de handelwijze van kapitein Deddes,
vonden haren grond in de omstandigheid, dat men het zeer
gewaagde gedrag van den kapitein van de Arndt om geen
gebruik te maken van de in zijn bereik zijnde hulp heeft
zoeken te rechtvaardigen.
Men schrijft aan het Utr. Dagbl.//Het oog van het geheele
Nederl. leger is thans gevestigd op den maudie den moed
zal bezitten de portefeuille van oorlog te aanvaarden. Voof en
aleer Z. M. de koning den afgetreden minister zijn eervol
ontslag verleende, waren reeds verscheiden hoofd-officieren
gepolst, maar te vergeefs. Daar nu de generaal vanStirum
met vernieuwde kracht aandrong op zijn ontslag, werd hem
dit eindelijk verleend. Wie zal nu minister worden? is de
vraag, die op de lippen zweeft van ieder, die met het le
ger in verband staat. Van Stirum was over het algemeen
zeer bemind; hij had hart voor den officier en soldaat, maar
de minister werd in de uitvoering van zijne goede voorne
mens belemmerd, llij wilde het gehalte van het leger ver
beteren; hij wilde de tractementen van de officieren, kaders
en manschappen verlioogenmaar wanneer het op uitvoering
aankwam, dan was hij machteloos; met de grootste moeite ver
kreeg hij eene nog niet eens voldoende tracteraents-verhooging
voor de soldaten en korporaals."
Men schrijft uit Utrecht: Volgens een hier loopend
gerucht, zou de portefeuille van Oorlog aan onzen voormaligen
stadgenoot, den generaal-majoor A. C. A. Schönstedt, bevel
hebber in de eerste militaire afdeeling, te 's Hage, zijn aan
geboden, doch zou deze geweigerd hebben.