HELDERSCHE COURANT.
Woensdag
M 1296.
Dertiende Jaargang.
Jïieutüs- en
JIGnertetifie-öfaÖ.
22 October.
EENDRACHT.
NIEUWSTIJDINGEN.
1875.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor S maanden 0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieren franco.
De prijs der Advertentien fan 1—-4 regêla is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens een dag Vroeger.
Uitgever S. 61 L T J E S.
II.
Wij weten het dusde kinderen der bijzondere scholen mogen
niet in vereeniging met die der openbare, in Mei '1874, den Koning
een geschenk aanbieden. Die brave, vrome, godsdienstige leerlin
gen mogen niet medewerken met die goddelooze wezens der staats
scholen. Gedachtig aan het spreekwoord »waar men mede ver
keert, enz.kan de grenslijn tussclien beiden niet te scherp ge
trokken worden. Het is niet genoeg hen in de school van elkan
der te scheiden; ook buiten de school moeten zij leeren elkander
te schuwen. Wie weet, hoe spoedig de tijd daar is, dat het een
berispelijke daad zal worden genoemd, met elkander aan denzelfden
disch aan te zitten, in hetzelfde huis, wellicht in dezelfde stad te
wonenDe modernen willen van geen wonderen meer hooi en
maar wij zouden hun wel eens willen vragen, of het dan geen won
der is, zulk eene leer in de negentiende eeuw te hooren verkon
digen? Dat zij dan toch ophouden, langer tegen do wonderen
uit,te varen!
En. die raad wordt gegeven door de hoven allen godsdienstige
partij in den landedoor eene partij die de namen christelijk en
historisch in hare banier voert, en zelfs beweert daarop een bijzonder
recht te. bezitten
Wij hebben meermalen betoogd, dat de woorden niet altijd de
zaken voorstellen, en dat Talleyrand niet geheel ten onrechte heeft
gezegd, dat de woorden dienden om de zaken te verbloemen. Vooral
op partijnamen is dit van toepassing. Daarom zeiden wij in ons
vorig artikel, dat anti-revolutionnairbijna zou kunnen worden ver
vangen door ultra-revoluVionnair. Is het met de woorden christelijk
en historisch misschien ook zoo gesteld
Zonder ons op theologisch gebied te hegeven, waarop wij ons
waarschijnlijk slecht tehuis zouden gevoelen, meenen wij toch niet
mis te tasten, als wij onder het woord christelijk verstaanin den
geest van Christusen dan komt ons de raad van den Standaard
zeer weinig ehiistelijk voor. Hij, die het niet heneden zich achtte,
met tollenaars en zondaars aan te zitten, zou zulk een raad niet
gegeven hebben. Hij, die in zijne gelijkenissen do trotschheid en
zelfsverkelïing zoo scherp bestrafte en nooit van uit de hoogte op
zijne broederen nederzag, zou de taal van de Standaard nooit heb
ben. kunnen uitspreken. Hij, die sprak»laat de kinderkens tot
mij komen," zou ongetwijfeld zijne scherpste bestraffing hebben
uitgesproken over dezulken, die in liet hart dier kinderen de zaden
van verwijdering en haat hadden willen strooien. Of liet nu een
gevolg is van onze verblinding, wellicht omdat wij den geest niet
hebben, weten wij niet; maar als de Standaard werkelijk eene par
tij vertegenwoordigt, vinden wij ze alles behalve christelijk.
Of die partij zich terecht den naam van historisch geeft? In ze
keren zin ongetwijfeld. Wij behoeven ons slechts de vroegere
godsdiensttwisten en de onverdraagzaamheid jegens andersdenken
den te herinneren, om daarvan nog lieden een aantal sporen te
rug te vinden. In dat opzicht is het woord historisch niet onge
past, ook op schoolgebied. Wij gelooven intusschen niet, dat de
anti-revolutionnairen de scholen der 17e eeuw, toen bijbel en ca
techismus de hoofdboeken waren, zouden terugwenschen. Evenmin
kunnen wij denken, dat zij den tijd zouden betreuren, toen een aan
tal remonstrantsche predikanten uit het land gejaagd werden, om
niet van erger dingen te spreken. Maar welken zin wij dan ook
aan dat woord mogen hechten, het is of slechts een naam om zich
te onderscheiden, öf eene aanmatiging. In ieder geval zou het,
naar ons oordeel, tijd verkwisten zijn, daarover meer uit te weiden.
Wanneer wij overtuigd zijn het reclit te hebben, het drijven van
de Standaard onchristelijk te noemen, doet het woord historisch
weinig meer af.
Het is intusschen, of de Standaard zelve begrijpt, dat de raad,
dien ze geeft, niet veel sympathie zal ondervinden, want zij betuigt
zeer ^gemoedelijk, dien »niet zonder smart" te geven. Hetismoeie-
lijk, bij die betuiging niet te glimlachen.
Wij begrijpen de mogelijkheid, dat twee personen tegenover elk
ander staan, wier overtuiging verschilt, zonder dat men hunne
eerlijkheid behoeft te verdenken. In dat geval zullen zij hunne we-
derzijdsche gevoelens eerbiedigen, omdat beiden zich in elkanders
toestand kunnen verplaatsen. Maar de Standaard lioude het ons
ten goede, dat wij de overtuiging: die haar, met smarteenenraad
doet geven, die niet christelijk, niet humaan en niet nationaal is,
ook niet begrijpen en daarom eenigszins verdenken. Wij willen
ze niet van huichelarij beschuldigen, doch wij bekennen rondborstig,
dat hare smartbetuiging ons zeer koud laat, en volstrekt niet be
let, dat wij hare houding meer beschouwen als eene partijma
noeuvre, dan als het uitvloeisel eener gemoedelijke overtuiging. In
het laatste geval toch behoefde zij zich niet te verantwoorden door
op Art. 194 der grondwet en de schoolwet van 1857 te wijzen*
die met de zaak in kwestie in niet het minste verband staan. Gre
tig echter wordt het onschuldige plan aangëgrepen, om de school
kwestie er wederom bij te slepen, waardoor, zooals men zegt, >de
aap uit den mouw" komt.
De Stand, toch zegt: »men had enkel moeten spreken van kin
deren, niet van schoolkinderen. Nu heeft men op onverstandige eii
onvoorzichtige wijze de schoolkwestie, het xrkruidje roer-mij-niet"
tusschen de liberalen en anti-revolutionnairen, er aangehaakt."
Over die woorden zou veel te zeggen zijn, doch wij willen trach
ten kort te zijn.
»Men heeft de schoolkwestie er aangehaakt."
Maar wie heeft dat gedaan Voorzeker dé ontwerpers van hefc
plan niet, die deelneming schijnen te verwachten van alle leerlin
gen van dien leeftijd, zonder van openbare of bijzondere scholen te
reppen. Is dus de schoolkwestie er bijgehaald, dan is dit' juist
door de Standaard geschied. Maar dan vragen wij, of het eerlij}: is^
te spreken van menterwijl men zelf die Men is. Zou dat ook al
christelijk, historisch zijn
»De schoolkwestie is liet kruidje roer-mij-niet tusschen de libé
ralen en de anti-revoJutionnairen."
Al wederom wie heeft ze dat gemaakt De liberalen toch stellig
nietmaar juist de anti-revolutionnairen zijn het, die ze overal
hijsiepen, waar geen verstandig mensch er zelfs in de verste verte
aandenkt. Juist zij zijn het, die ze exploiteeren, om agitatie té ver
wekken, en die, om haar, zelfs de nederlandsche spreuk Eendracht-
maakt macht" geweld aandoen. Moet men dezulken mi anti- óf
wftra-revolutionnairen noemen? Moet er dus sprake zijn van een:
kruidje roer-mij-niet, laat ons dan niet aan de schoolkwestie, maar*
aan de anti-revolutionnaire partij zelve, en aan de Standaard in de
eerste plaats, dien naam toekennen.
»Men verwijte ons dus, om dien raad;-geen gebrek aan vader
landsliefde," zegt de Standaard.
Ligt in die uitdrukking zelve niet opgesloten, dat de Standaard
gevoelt, reden tot dat verwijt te géven Wij willen niet oördeeleh
wij kunnen het ook niet. Die partij houdt er blijkbaar eenRijzon-
deren dictionnaire op nawij hebben dit gezien in de woorden
antichristelijk en historisch; waarschijnlijk is dit ook met vader
landsliefde het geval. Wij althans kunnen er geen bewijs van va
derlandsliefde in zien, reeds verwijdering te zaaien tusschen dé"
kinderen, waar het eene hulde betreft aan dén Koning. Wat zal
daarvan later de oogst zijn?
Wij willen de vaderlandsliefde van de Standaard dus, niet: beaor-'.
deelen. Wat wij echter gezegd hebben, blijven wij- volhouden':;
»de raad van de Standaard is noch christelijknóch nationaal'; 'zijl'
moge zelve beslissen, of hij dan nog vaderlandslievend gehóema'-
kan worden. Kan er verschil van overtuiging bestaan ook het::
geweten der menschen schijnt soms tweederlei taal te spreken. Het
woord voordeelt niet," is dus wel een wijs woord, in den.'war en
zin opgevat; en het is christelijk historisch ook. Zóu het niét"
dienstig zijn, dat daaraan door sommige dweepers of ij véraars Wét -
meer gedacht werd? Misschien zouden zij wat minder snel zijfr,
om andersdenkenden te aeroordeelen, want dit is alles behalve
christelijk historisch.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 21 October 1873.
Begunstigd door prachtig weder, hield het artilleHe-^
vrijkorps Zondag jl. alhier hare jaarlijksche huishoudelijke"
schietwedstrijd, waarvan de uitslag was als volgt
Op 200 pas.
Ie prijs, 1 vergulde pendule, de maj -kommand. Mr. D. P. H.
Aberson, met 46 punten. 2e prijs, 1 sigarenstandaard, dé*
serg.-maj. F. J. Bussing, met 41 punten. 3e prijs, 1 terra
cotta sigarenstandaard, de 2e luit. K. W. Feith, met 39 puntén.
4e prijs, 1 kristallen drinkbeker, de serg. D. Y. van Boolwerff,
met 38 punten. Op 100 pas.
Ie prijs, 1 petroleumlamp, de schutter R. G. de Vroom, mét'
40 punten. 2e prijs, I tafelflacon, de schutter F. J. Bar-"
bariui, met 40 punten. 3e prijs, 1 koelkan, de schutter A
v. d. Meer, met 38 punten.
Genoemde prijzen werden des avonds in het lokaal Musis
Sacrum aan de overwinnaars uitgereikt, bij welke gelegenheid
de majoor-kommandant de door hem behaalde prijs weder be-