HE10ERSGHE COURANT.
Jïieuros-- en «flöoertentte-SifaÖ.
Zaterdag
6 December.
Dertiende Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
M 1509.
1875.
Vcrschijut DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden f 0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieven franco.
De prijs der Advf.ktentikn van 1 4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voordes Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiiin intezenden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Uitgever S. G I L T J E S.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 5 December 1873.
Mejuffrouw Mina Kriiseman droeg Dinsdag avond, ten
aanhoore van een talrijk publiek, in het lokaal Musis Sacrum,
voor: de Zusiers en gaf daarna nog een //staaltje van Zuid-
Atnerikaansche liefdadigheid" ten beste. Te oordeelen naar
het applaudissement, dat aan het slot der lezing werd aan
geheven, schijnt het een en ander goed te hebben voldaan
Men verneemt, dat genoemde spreekster nog deze maand
naar Brussel terugkeert en vervolgens in het belang van haar
letterkundigen arbeid een reis naar Italië, bepaaldelijk naar
Elorence en Rome, gaat doen.
De lading van het gestrande stoomschip KÖnig Wilhelm
is gisteren geheel geborgen geworden. Naar wij vernemen,
zou men heden beginnen met pogingen in het werk te stellen
om het schip af te krijgen.
Wij verwijzen onze. lezers naar de achterstaande adver
tentie van de heeren Boas, Judels en Louis Bouwmeester.
Een woord van aanbeveling in deze zou overbodig zijn, want
allen zijn hier bekend met dit gezelschap, en het genoegen,
ons met de kermis verschaft, ligt nog te frisch in het ge
heugen, om aan een talrijke opkomst te twijfelen.
De Stoomvaart-maatschappij Java bericht:
//Volgens Woensdag ontvangen telegram is het stoomschip
Celebeskapitein G. A. Bakker, op 1 dezer te Batavia aan
gekomen. Aan boord was alles wel."
Het vertrek van het stoomschip Conraddat op 10
dezer was vastgesteld, is als nu op 17 dezer bepaald; het
schip, dat op zijn laatste reis met hevige stormen te kampen
gehad heeft, moet geheel nagezien worden, zoowel wat de ma
chine als wat het schip betreft.
Feuilleton.
ZE KREGEN MEKAAR.
Met schitterende krijgsmuziek trok op een sclioonen zomermorgen
van het jaar 1826 een garde-regement door de nog ledige en stille
straten van Petersburg. Uit de burgerhuizen kwam oud en jong
naar buitendeels om beter de vroolijke krijgsmarsch te hooren, die
zoo voortreffelijk werd uitgevoerd, deels om zich in het gezicht
van de mooie soldaten te verlustigen. Welhaast zag men ook aan
de vensters van meer aanzienlijke huizen menig bevallig meisjeshoofd
naar buiten gluren, met onverholen bewondering vooral voor de held
haftige houding der officieren op hunne strijdrossen.
Geheel in tegenspraak met de vroolijke opgewondenheid, die zich
onder de massa toeschouwers van dit militaire schouwspel open
baarde, zag men een jong meisje dat met liet hoofd tegen het
raamkozijn, van een rijk gemeubcieerde kamer, geleund naar buiten
staarde plotseling bij de eerste toonen der muziek met een vluch-
tigen blik op het krijgsvolken een half onderdrukten kreet, weg
vluchten, en in. het naatste vertrek, het schoone blceke gelaat
met de handen bedekken. Het moesten wel smartelijke herinneringen
zijn die haar vervulden, want tussclien haar vingers door vlood
een stroom van tranen, en met den uitroep, «hoeveel anders was
hot voor een .jaar, o mijn God geef mij kracht om dit vrceselijk
lot te dragen!" zonk het meisje op de knieen. Het stil gebed dat
tot den Vader daar boven opwaarts steeg, scheen haar zielelecd
te verzachten, want langzamerhand werden hare gelaatstrekken
rustig; zie, 'twas alsof een plotselinge ingeving uit den hoogc,
waar haar ziel thans toefdeop eens een straal van hoop tooverde
op dit fijn geteekend gelaat.
In een weelderige en met de meest schitterende sieraden opgesmukte
zaal van hetzelfde paleis, rustte twee uur later eene oude dame op
een divan, gekleed in een zwart zijden gewaad. Haar rood ge
kreten oogen staarden op een blad papierdat zij met haar witte
albast-fijne hand heen en weer bewoog.
Een dienstmaagd trad binnen, en zeide, «Mevrouwjuffrouw
Emilia vraagt vriendelijk of zij u spreken mag?"
»Zoo vroeg reeds?" sprak de dame verwonderd. »'t Is goed, ze
kan komen."
Vergadering der Loge W. E. K. op Donderdag den 11
December 1S73, des avonds ten 7 f ure, in den 1 sten Graad
met receptie, in het gewone lokaal.
Gister morgen is bij het departement van Koloniën
een regeeringstelegrain uit Penang ontvangen, zonder datum,
waarschijnlijk van Woensdag, waaruit blijkt dat de expeditie
den 28 November ter reede van Atchin is aangekomen.
Op verscheiden troepen-schepen was de cholera uitgebroken.
1'oeloe Nassi, in de baai van Atchin, is zonder tegenstand
in bezit genomen en voor ziekenverpleging ingericht. Maat
regelen tot bestrijding der cholera worden genomen. Door
den dagelijks vallenden regen konden de operatiën tegen
Atchin nog niet aanvangen.
Ook Reuter telegrafeerde gister dat de expeditie te Atchin
was aangekomen, en dat de operatiën nog niet waren begonnen.
Dit kantoor voegde er het minder geruststellende, maar weinig
vertrouwbaar gerucht bij, dat 70,000 Atchineezen zich in
de kraton versterkt hadden.
Men schrijft uit Samarang; 21 Oct.
Bij de regeering zijn, naar ons uit Batavia gemeld wordt,
plannen in overweging, om Borneo en Celebes, evenals Su-
matra, telegraphisch met Java te verbinden.
Naar men verneemt, zal bij de 2e expeditie tegen Atchin
een veldpostdienst worden in het leven geroepen, waarbij drie
ambtenaren van het postkantoor alhier, zijnde de heeren
Paijen, Snell en Berlijn, werkzaam zullen worden gesteld.
Naar men verneemt, heeft de regeering voor den over
voer der troepen naar Atchin, daags uit te keeren het bedrag
van f21,000.
Betreffende de. samenstelling der staven van de tegen
woordige expeditie verneemt//de Locomotief het volgende: le
brigade: kommand, de Roy van Zuidewijn, kolonel; chef van
den staf Oetter, kapt.; adjudant Otken, le luit.; adjunct
Emilia, 't zelfde meisje, dat wij in biddende houding verheten,
opende zachtkens de deur, en trad eenigszinsbeschroomd binnen.
Zij was eenvoudig maar met smaak gekleed, en hare bewegingen
getuigden van moed en vastberadenheid. Emilia naderde tot aan
het lagereinde van den divanen de voorname dame keerde het
hoofd een weinig naar die zijde, zonder nochtans hare gemakke
lijke houding to veranderen. Dit was niets ongewoons, want de
dame was de trotsche heerscheresse van den huize, 'tjonge meisje
was slechts haar gezelschapsjuffer. Niettemin vertoonde zich een
lichte blos op Emilia's gelaat, alsof zij door deze bejegening zich
gekwetst gevoelde.
«Mevrouw, ik heb ik u iets te. vragen," begon zij aarzelend.
«En wat is dat mejuffvrouw
«Mevrouw ik verzoek u vriendelijk mij uit mijne betrekking in
uw huis te ontslaan?"
»Om welke reden mejuffvrouw
«Ik ontving treurige berichten van huis, men heeft daar mijn
hulp noodig."
Het egoïsme, dat helaas het meerendecl der rijken kenmerkt,
weerhield de rijke dame, naar de oorzaak van dat leed te vragen,
ofschoon 't meisje reeds twee jaren haar trouwe huisgenootc was,
altijd er op uit om verveling en haar vervolg uit de nabijheid van
hare meesteres verwijderd te houden, of te verdrijven. Op wre-
velingen toon sprak mevrouw
«Waarom mejuffrouwwilt gij thans, nu ik u te midden van
mijn zielesmart meer dan ooit noodig heb, mij verlaten?"
«liet onverbiddelijk noodlot dwingt mij mevrouw!" sprak het
meisje op zacliten toon.
«Weet go wat deze brief bevat?" vraagt mevrouw, wijzende op
dien brief die zij nog steeds in de hand houdt, en, wie weet
hoe dikwijls reeds gelezen had."
«Ik vermoed het; mijnheer Annehoff deelde mij gisteren mede
dat het vonnis over de Decembristen uitgesproken is."
«Zoo is het. Alle pogingen van onze vrienden zijn te vergeefs
geweest. Generaal L. schrijft mij thans dat Zijne Majesteit de
Decembristen noemde men degenen die deelnamen aan de samenzwe
ring van den 14 December 1825 bij de troonsbeklimming van Keizer Ni-
colaas.