gezonden om opnemingen te doen on zich, zoo mogelijk, met de bevolking in betrekking te stellen. Toen de barkas dicht bij den wal kwam, vertoonden zich achter de .boomen eenige inlanders met klewangs, pieken en geweren gewapend, die, toen van de barkas met een witten zakdoek gewuifd werd, met vijandige gebaren antwoordden. De luitenant Steup dcbarqueerde evenwel met G mariniers en 2 matrozen. De inlanders waren het bosch ingegaan, maar vertoonden zich na eenigen tijd weder, waarop de lui tenant trachtte hen te ontmoeten. Met twee hunner kwam hij in gesprek. Hij vernam van hen dat er, behalve de kampong in hunne nabijheid, nog eeue kampong aan de andere zijde van het eiland was. De een verhaalde dat de bevolking uit 100, de ander dat zij uit 3000 zielen bestond. Terwijl dit gesprek gevoerd werd, naderden van alle kanten inlanders, allen met klewangs en krissen, de meesten ook met geweren en donderbussen gewapend. Enkelen gaven den luitenant Steup de hand, anderen namen een meer drei gende houding aan en hielden zich eenigszins achteraf. Daar de inlanders zich bereid verklaard hadden tegen betaling sappies te leveren, zeide de luitenant hun, dat hij naar boord wilde terugkeeren om geld te halen. Men liet hem en zijn geleide ongehinderd vertrekken; allen kwamen ongedeerd in de sloep, maar toen de dreg zou gelicht worden, vielen plotseling een tiental schoten van den wal, waarvan een tusschen den luitenant Steup en den schiemansmaat De Wijk doorging. Van de sloep werd terstond met geweer vuur geantwoord, waarop de inlanders ijlings de vlucht namen. Ter bestraffing van den verraderlijken aanval, werd de kam pong vervolgens door het geschut van de Amboina beschoten, totdat de geheele bevolking van daar de wijk genomen had. Uit een brief van de recde van Atchin van Nov. wordt het volgende medegedeeld: "De gouvernementsstoomer Telegraaf, waarop een zeeoffi cier en 20 matrozen dienst deden, heeft een schip gepakt dat, na driemaal gewaarschuwd te zijn, toch probeerde kon- trabande aan den wal te brengen, het had een vrij kostbare lading in, die verbeurd verklaard is door het prijsgerecht, en nu krijgt of heeft men reeds ongeveer 10 of 12 duizend gulden daaraan verdiend, want in zoo'n geval wordt de waarde verdeeld tusschen het land en de opvarenden van het oorlogschip; de adelborst daar aan boord heeft f2000 gekregen en zoo verder de geheele equipage." Men schrijft ons van Texel, 10 Dec. Gisteren avond deed het hoofdbestuur van de vereeniging, tot werkverschaffing aan behoeftigen te Texel, over 187273, rekening en verantwoording, waaruit o. a. bleek, dat door haar was betaald aan arbeidslooneu voor het maken van breeuwwerk, enveloppen en matten, tezamen f 2713.65, dat het nog debet der werkverschaffing voldoende kon worden gedekt door het nog aanwezig fabrickaat, hetwelk in het a. s. voorjaar ten meeste voordeele kan worden ten gelde gemaakt, zoodat zij haar rapport eindigde met geen ongunstig financieel resultaat, De besprekingen, tot verder voortzetten dezer vereeniging, richting had bekomen, en bovendien moest hij tegen de machtige golven zijner voorgangers opwerken, zoodat er wel niet aan inhalen te denken was. Toen ontstond tusschen de drie, die nog vrij wel in een rechte lijn waren gebleven, een hevige strijd. Het schouwspel werd boeiend, maar tevens angstwekkenden de dames op het land hadden geen reden onzo zenuwachtige geleidsters te benijden, want in de kajuit ontbrak het niet aan bewustelooze dames. Vree- selijk kraakte en dreunde het schip tot in zijn binnenste deelcn aan de leuningen, don vloer en de zoldering kon men eiken stoot der machine gewaar worden en aan de wanden maakten zichtbare spleten de bezorgdheid van den waarnemer nog grooter. Dikke zwarte rookwolken bewezen den ijver der stokers en het doffe gedreun van den stoom in de cilinders bracht een angstige stemming in aller gemoed. De geestdrift werd algemeen; het was, alsof ieder moest medewerken, om de vaart te bespoedigen. Het stooten en steunen der machine, het wrijven en kraken der balken nam steeds toe, zoodat ik mijne bezorgdheid niet overwinnen kon de. Ik ging tot den kapitein, die mij vol vreugde deed opmerken, dat wij juist een weinig op de beide andere vaartuigen begonnen tc winnen. »Met hoeveel atmospheren moogt gij varen vraagde ik hem. ^Volgens de wet heeft onze ketel negen atmospheren ik heb echter vóór dc plaatsing in het schip de proef' in mijne tegenwoordigheid laten nemen met 90 Kilogr. óverdrukking," het geen nagenoeg met 13 atmospheren overeenkomt. Dat antwoord bevredigde mij, en ik trad in de machinekamer, om de stokers waar te nemen. Op nieuw kreeg ik alle reden voor het springen van den ketel beducht te zijn. Zij hadden de schop pen ter zijde gezet en wierpen voortdurend, waarschijnlijk op hoo- ger last, kleine gevulde teertonnetjes in den vuurhaard. Eene plot selinge gasontwiklceling en verbranding in een beperkte ruimte zijn doorgaans de oorzaken eener ontploffing. Beneden heerschtte een droogo, werkelijk stikkende warmte, gepaard met eeno lucht, die mij spoedig onverdragelijk werd, en mij wederom naar boven dreef. Men had dc veiligheidsklep met een buitengewoon gewicht bezwaard, en do stoom was tot bijna '10 atmospheren gestegen. De gevolgen hingen enkel van het toeval af, weshalve ik onver schillig eene plaats bij het roer innam, doch tevens een oog inliet zeil hield. »Eene mocielijke zaak, op zulk eene wijze machinist te zijn," dacht ikaan de waarde van een menschenleven rnogen dezulken niet denken. Wij bevonden ons nu in volle zee. De toeschouwers, de boomen, de huizen op het vaste land, vloeiden ineen. De schuitjes en sloe pen, die in den beginne hadden beproefd ons te vergezellen, waren verre achtergebleven, en zells dc verkeerd bestuurde stoomboot was minstens 500 voet achter ons. De onze daarentegen was blijkbaar hebben nog niet het gewenschte resultaat verkregen men besloot tot definitieve afhandeling op a. s. Maandag te ver gaderen, in het logement de Vergulde Zwaan, tot bijwouing waarvan belangstellenden worden uitgenoodigd. Naar men aan het //N. v. d. DJ' meldt, circuleert te Edam een adres aan den Koning om gratie te vragen voor den heer Van IJsselstein griffier aldaar. Naar men ons mededeelt, zal ook door het leger bij gelegenheid van de feestviering van 12 Mei aan Z. M.den Koning een geschenk worden aangeboden. (U. D.) De Tweede Kamer der Staten-Generaal heelt gisteren hoofdstuk Marine, na breedvoerige verdediging door den minister, met 37 tegen 30 stemmen verworpen. Naar wij vernemen, bestaat bij den minister van ko loniën het voornemen om de Indische brigade in het midden des rijks te vestigen. De pogingen, vanwege verschillende gemeenten aangewend om die brigade bij haar geplaatst te zien, zullen dus hoogstwaarschijnlijk geen gunstig gevolg hebben. {Middb. Cl.) Naar wij nader vernemen, zou er sprake zijn om de gemeente Leeuwarden te bestemmen voor garnizoensplaats der Indische brigade. (Middb. Ct.) Volgens de opgave van het bureau Veritas, zijn in de maand Oct. jl. vergaan 167 zeil-en 21 stoomvaartuigen, waaronder 4 Nederlandsche zeilschepen. Bij herderlijken brief heeft de bisschop van Haarlem, op last van Z. II. den Paus, bepaald, dat op Zondag 14 December a. s. iu alle kerken van genoemd bisdom een al- gemeene bededag zal gehouden worden, met het oog op de vervolgingen, waaraan de roomsch-catholieke Kerk in onze dagen in verschillende Staten is blootgesteld. Men schrijft uit Harderwijk, dd. S Dec. het volgende Den 17den dezer moet in het Nieuwediep overgaan aan boord van het, via Snez, naar Batavia bestemde stoomschip C'onrad, een detachement, sterk 260 militairen, onder welke 20 onderofficieren. Het bevel over dat detachement is opgedragen aan den kapitein der genie, sappeurs en mineurs van het leger in Nederl. Tndië C. Krabbe, terwijl tot het medegeleiden zijn bestemd de 2e luit. der infanterie van dat leger J. II. B. Jager, de 2de luit. der artillerie H. N. Kuypers, (vergezeld van zijne eehtgenoote) en de 2e luit.-kwartiermeester W. K. M. Hazeu. De voormelde kapitein en de luit. Jager keeren van verlof naar Java terug. Met genoemden bodem zullen ook de officier van gezondheid der 2e kl. J. A. van der Stok en eehtgenoote de reis naar ïndië aannemen. Aan Nederlandsche reizigers, die zich naar Rusland wenschen te begeven, wordt herinnerd, dat zij nog steeds voor die reis van behoorlijke hier te lande afgegeven buiten- landsche niet verjaarde en door het Russisch gezantschap geviseerde paspoorten moeten voorzien zijn. Door het ver onachtzamen dier verplichting loopen zij gevaar zich aan moeielijkheden bloot te stellen. vooruit en de stokers schenen weder verstandiger te worden. Do bijna fabelachtige snelheid, waarmede wij de golven doorsneden, was slechts tc beoordeelcn naar de omwenteling der raderen, den tochtwind op het verdek en dc wigvormige golven vóór de kiel der boothet ontbrak ons toch aan vaste voorwerpen rondom ons, waarnaar men de vaart kon bcoordcelen. Koddig, in zekeren zin bespottelijk, waren de gespannen gelaatstrekken der passagiers, vooral sedert onze stoomboot de anderen vooruitliep. Van mijn eerste denkbeeld, dat het op ongeveer twee uur af- stands geplaatste schip het einddoel van den tocht was, werd ik teruggebracht. Toen wij het naderden begreep ik, dat liet slechts het keerpunt was en de terugkomst aan den vasten wal de zegen moest beslissen. Onze boot, aan welke stilzwijgend ieder re'eds den eersten prijs toekende, wilde eenvoudig in een wijden boog om het keerpunt varen. Juist toen wij ons daarachter bevonden en dus de helft van don boog hadden afgelegd, komt onze naaste me dedinger in een zoo rechte lijn op ons aansturen, dat een hevige botsing onvermijdelijk scheen. Een doodelijke stilte hecrschtto. op het verdek der beide schepenhet was een vreeselijk oogenblik en mijn hart klopte hoorbaar. Op het gelaat van den kapitein las men een oogenblik besluiteloosheideen seconde later klonk het Wolle kracht, vóóruitDe gevolgen zouden zeker verschrikkelijk zijn geweest, als onze mededinger, wiens voorsteven slechts 50 voet van ons boord verwijderd was, niet met het voor anker liggende schip in aanraking ware gekomen, waardoor een klein oponthoud ontstond, dat ons gelegenheid gaf het voorbij te varen. Het nood lot was ons dus blijkbaar gunstigwij moesten den strijd wel win nen. Onder vreugdekreten namen wij rustig den terugtocht aan, terwijl de twee volgende vaartuigen hevig met elkander kampten en het vierde onder allerlei spotternijen terugkeerde. Ons viel dus dc plechtige ontvangst ten deelreeds van verre vernamen wij de luide welkomstkreten en de toonen der muziek. Een kanonschot was het teelten onzer aankomst. De commissie stond op, de voorzitter trad onzen kapitein te gemoet en begroette hem met een vurige toespraak. Twee bevallige jonge dames, in het wit gekleed, boden hem op een fluweelen kussen een smaak vol bewerkt bootje van goud aan, terwijl twee anderen hem een aanzienlijk geschenk in geld overreikten. Het gejuich werd vernieuwd, toen de tweede kapitein met de nederlandsche vlag aankwam, en den tweeden prijs behaaldeonze stoomboot was een Amerikaan. Van de twee andere valt weinig bijzonders mede te doelen, evenmin als van clen wedstrijd met sc.hroefbooten en gieken, die toen volgde. De. algemeene vrolijkheid nam bij het vallen van den avond steeds toe. Toen het donker geworden was, werd de dag met een prach tig vuurwerk besloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1873 | | pagina 2