Nieuws- en «yyik^ Advertentieblad.
V. 1519.
1875,
Zaterdag
11 December.
Vijftiende Jaargang.
Uitgever S. GILTJES.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping ter Inschrijving,
LICHT IN DUISTERNIS.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDERSCHE COURANT.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-NAMIDDAG.
Abonnementsprijs voor 8 maanden
Eranco per post
Men abonneert zich in alle Boekwinkels, Postkantoren en Hulp-Postkantoren.
Brieven franco.
ƒ0.50
.05
De prijs der Advertentie?. van 14 regels is 40 Centen: elke regel meer 10 Centen.
Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en aanbiedingen van dienstpersoneel 5 Cents per regel.
Voor des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën in te zenden.
Ingezonden Stukken minstens een dag vroeger.
Officiëele Gedeelte.
SEersIe Kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dor gemeente
HELDER
Gezien de nrtt. 15 tot 20 der Wet betrekkelijk de Na
tionale Militie, vau den 19 Augustus 1801 (Stbl. i o. 72)
Brengen de navolgende wetsbepalingen ter kennis van
de ingezetenen
Dat alle mannelijke ingezeteneu, die op den 1 Jauuurij
aanstaaude bun 19de jaar zullen zijn ingetreden, verpligt
zijn zich ter inscli rij ving voor de Militie aan te geven
tussclicii den 1 co 31 Jimuarij aanstaande. Zij die zicli
na den 31 Januarij. docli vuur den 31 December 187G
ter inschrijving aanmelden, worden alsnog ingeschreven,
doch verbeuren eeue boete van f 25 tot f 100 En dat
zij, die eerst na liet intreden van hun 19de jaar, doch
voor lifct volbrengen van hun 20ste jaar, ingezetenen worden,
eveneens tot die aangifte verpligt zijn, zoodra zij de hoe
danigheid van ingezeten verkrijgen.
Dat voor ingezeten wordt gehouden:
1. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder,
of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is, volgens
de Wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad No. 44), luidende
artikel 3 dier Wet aldus
.Gevestigd of ingezetenen zijn, die binnen liet Rijk iu
Europa hebben gewoond
„n. Gedurende do drie laatste jaren.
„b. Gedurende achttien inanudeu na aan het bestuur
hunner woonplaats liet voornemeu tot vestiging te hebben
verklaard.
„Nederlanders zijn: getestigd of ingezetenen, die gedu
rende dc laatste achttien mimndeti hunne woonplaats binneu
„liet Rijk in Europa hebben gehad.
„Nederlanders, die ter zake van 's lands dienst in ecu
„vreemd land wonen, worden voortdurend als ingezetenen
beschouwd.
„De hcpnlingeu van iii'.'ezeleuscliap, in bijzondere wetten
„voorkomende, gelden alleen toor zooveel betreft de onder
„werpen iu die wetten behandeld."
2. Hij, die gecno oudc.s of voogden hebbende, op 1
Januarij aanstaande gedurende du laatste achttien innnndcn
iu Nederland verblijf zal hebben gebonden
3. Hij, van wiens ouders dc laugsl levende ingezeten
was, al is zijn voogd geeu ingezeten, mits hij biuiieu
Rijk verblijl houdt.
Dat voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling,
uehoorciidc tot een Stuul, waar de Nederlander niet
dc verplïgtc krijgsdienst is ondcrworpcu, of waar ten
zien der dieustpligligbcid het bogiuscl van wedcrkcerigbeid
is aangenomen
Dat voor de Militie niet wo.dt ingeschreven:
1. Dc in een vrccind Rijk achtergebleven zoon
een iugezetcn, die geeu Nederlander is.
2. De iu een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze
zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten.
3. De zoon van den Nederlander, die ter znkc van
's lands dienst in 's Rijks Overzecsche bezittingen of Ko-
louicn woont.
Dat de inschrijving behoort te geschieden:
1. Van een ongehuwde iu dc gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, dc moeder, of, zijn heiden overleden,
de voogd woont;
2. Van een gehuwde en van een weduw naar, iu de
gemeente waar hij woont;
3. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft,
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitens
's lands gevestigd is, iu de gemeente waar hij woont
4. Van den buiten 's lands wouendeu zoon vnu een
Nederlander, die ter zake vau 's lands dienst iu ceu vreemd
land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het
laatst iu Nederland gewoond heelt.
En wuideti 'diensvolgens bij (leze opgeroepen alle manne
lijke ingezetenen dezer gemeente, die iu dezen jarc dea
lSjarizcn leeftijd hebbeu bereikt of nog zullen bereiken,
en mitsdien degenen, die geboren in den jnre 1857
den eersten Jnuunrij 1S7G huil 19de jaar zullen ziji
getreden, om zich ter inschrijving voorde Militie, bij hen
Burgemeester en Wethouders, aan te geven in het Raadhuis
der gemeente op den 8den of een der volgende dagen ve
de [maand Januarij, des morgeus tusschcn 9 cu 12 uri
zullende zij, die eerst nn het intreden vau hun 19de jaa
doch voor het volbrengen van hun 20ste, ingezeten worden
en dus mede verpligt zijn, zoodra zij die hoedanigheid
verkrijgen, zich ter inschrijving voor de Militie
geven, de aangifte kunnen doen ter plaatse en uur hier
boven omschreven.
Burgemeester en Wethouders verwittigen verder do
gC2Cteiieu
Dal, welke
ook zoude ver
schryvins: uiel
gesteldheid, a
te' overleden, .zijne i
n voogd tot hot doeu vnn
Dat, ter voorkoming vao
ingeschrevenen volgen m
FEUILLETON.
Oorspronkelijke novelle.
1.
DE I.UIE BUURMAN.
De werkzame mensrh i
beelddrager van den wevkzamen
God.
»Wel vrouw Joosten, zoo druk aan 't wasschen?
«Ja, Steenhuis! Als men een man enzeskinders
heeft en alles schoon en heel wil houden, dan moet
er wat gedaan worden."
»Ja, mijn goeie mensch, ja, 't is tobben hier op
de wereld, 't is tobben; dat zeg ik wel honderd
maal tegen mijne vrouw."
Vrouw Joosten, die er intusschen vrij welvarend
uitziet, schijnt er echter anders over te denkon en
zegt tot haren buurman:
«Maar Steenhuis, ik zou niet ledig willen zijn.
Ik zou 't niet kunnen aanzien, dat een ander mij
't werk uit de handen nam. Ik beschouw 't werken
als een zegen."
»Een zegen?"
»Ja, een zegen zeg ik u."
ispraak op vrijstelt
tien te hebben, dc aangifte ter zijuer iu-
m behoort te geschieden, terwijl bij on-
sigheid of ontstentenis, zijn vader, of is
zijne moeder, of, zijn beiden overleden,
te gehouden is.
coaamhcdcn, welke voor
it ecne verkeerde spel
de opgave van don dag
der geboorte, de belanghebbenden moeten medebrengen ceu
Extract uit hun geboortc-ncte, hetwelk kosteloos kan worden
erkt-egen.
Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft
olgcns de Wet.
IlKi.nmi, 4 December 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L VERHEIJ, Secretaris
Niet-Officiëel Gedeelte.
Helder, Nieuwrdiep, Willemsoord, enz
IU December 1875.
til de fabriek de /'Prins van Oranje1'te
's Hage heeft een gieter, Boouekatnp genaamd,
Maandag namiddag door een noodlottig toeval
een pan met kokend ijzer over een der beenen
gekregen, zoodat hij hevige brandwonden ont
ving. Hij is naar zijn woning vervoerd en ge
neeskundige hulp werd ingeroepen.
Dezer dagen ontkwam een ingezetene van
Deventer, de heer B. aan een groot ongeluk.
Op reis zijnde, geraakte hij door het schichtig
worden van 't paard, nabij Schoonhoven, van
den dijk en vervolgens in het water; met moeite
baande hij zich een weg door een der stukge
slagen raampjes en kroop zoo met alle inspan
ning boven op het rijtug, dat geheel onder
't water was verdwenen; een voorbijganger
bracht de noodige hulp aan en redde zoowel
den heer B. als den koetsier het leven. Toen
de geredde den edelen menschcnvriend 100
wilde ter hand stellen, weigerde deze die som
aan te nemenhij zeide slechts zijn plicht ge
daan te hebben.
Te Vaassen wordt sedert Zondag voor
acht dagen een 21jarig meisje vermist. Zij
heeft toen dronken een kroeg verlaten, en is
na dien tijd niet weergezien. Men vermoedt,
dat zij verdronken is.
De boerenwoning van de Wed. Grootes,
bij Schagen, is Maandag ochtend door brand
vernield.
In een winkel te Utrecht is door een
kooper f 3O00 besteed voor St. Nicolaas-
geschenken.
In de Parijsche katakomben is e,en werk
man verdwaald. Zijne kreten zijn gehoord aan
de opening Grand-Montrcuge, van alle kanten
werden de gewelven doorkruist om den man
terug te vinden. Men was daarin echter den
eersten dag nog niet geslaagd.
Te Heilsberg zette eenige tijd geleden
zich een kleermaker als arts, oogendochter heel
meester en verloskundige neer, onder den naam
van med. dr Kulmann. Mij was zeer geluk
kig in zijn praktijk en werd zelfs te Keulen
geroepen om zieken te genezen1. Ilij dokterde
er op los, onverschillig of de patiënten aan in
wendige of uitwendige ziekten leden, en schreef
zijn recepten, waarin rhabarber de hoofdrol ver-
ulde Deze recepten zijn de oorzaak vau zijn
ongeluk geweest. De beroemde medicus
slecht in de|spelhng thuis en dc apotheker, die dit
bemerkte bevond na eenige onderzoek dat
dr. Kulmann een echte snijder was en eigen
lijk Johann Heiurich Schneider heette. Om ver
scheiden misdrijven werd hij tot 4 maanden
gevangenisstraf veröoreeeld.
De stoomaleeper Liverpool van Harwich heeft
aldaar den kapitein en een gedeelte der passa
giers en bemanning van het gestrande stoom
schip Deutschlaud ontscheept Men gelooft dat
50 passagiers en de rest vau de ekwipaadje zijn
omgekomen. De Deutschlaud zit op Long
31ngc5cinöcn.
«Nu, ik gun 't je van harte, maar ik denk er
anders over."
»Wel buurman, hoe beschouwt gij 't werken
dan?"
«Ach vrouw Joosten, 't werken is een straf voor
onze zonden. Zoo we nog slechts in den staat der
reinheid waren, zie je, dan zouden we zoo hard
niet behoeven te arbeiden."
Zou je dan meenen. dat als we wat deugdzamer
waren, we dan van allen arbeid ontheven waren
«Maar buurvrouw, als ge niet volkomen onwetend
zijt, dan zult ge toch het strnfwoord wel kennen
In 't zweet nws aanscliijns zult gij uw brood
eten P
»IIoor eens Steenhuis, ik bob nu geen tijd meer,
ten minste als ik zorgen zal, dat mijne kinderen
op tijd school zijn. IK groet je dus. Wij spreken
eikaar wel eens weer."
Terwijl vrouw Joosten in huis wipt en hare
kinderen verzorgt willen we wat nader kennis
maken met Steenhuis. lierman Steenhuis was de
zoon van een timmerman. Zijn vader was een man
van strenge zeden geweest.
Gelijk vele ouders, miste Steenhuis den lust en
de geschiktheid om kinderen tc leiden en op te
voeden.
Hij roemde er echter op, dat hij veel beter was
dan de menschen met wie hij leefde. Immers hij
Sands.
Er hebben in de laatste dagen drie
ontploffingen in kolenmijnen plaatst gehad.
De eerste in de Rhymey Valley kostte aan 21
menschen 't leven. De' tweede', nabij Cardifl',
aan een twaalftal personen en bij de derde,
in de Swatihe-Main, bij Barnley kwamen Maan
dag ochteud 120 van de 240 werklieden otn.
Bovendipn werden nog in eene andere koleu-
ijn zeven mannen verpletterd door 't naar
beneden storten van de //kooi." Bijna altijd
is de zorgeloosheid en verregaande roekeloos
heid schuld aan die rampen. De mijnwerker
versmaadt Davy's lamp, en wil rooken onder
den grond, ofschoon hij weet dat 't afstrijken
van een lucifer hemzelf en honderden 't leven
kosten kan.
Stoomvaart-Berichten.
Het stoomschip Madura is 7 .lezer van Napels
naar hier vertrokken.
Het stoomschip Celebes is 30 Nov. te Padangor
dezer te Batavia aangekomen.
Het stoomschip Conrad van Batavia naar hier is
Dinsdag morgen te Suez aangekomen en denzelfden
dag het kanaal ingegaan.
Het stoomschip Koning der Nederlanden, van hier
naar Batavia, is 9 dezer te Napels aangekomen cn
dienzelfden dag van daar vertrokken.
De Redactie onderschrijft niet altijd de gevoelens
der inzenders.
In de «Heldersehe en Nieuwedieper Courant van
den 5n dezer, komt een scherpe kritiek voor van
een anonieme schrijver, omtrent de jongste Ballet
voorstelling in mijn lokaal. Ik zou die kritiek,
als ondernemer in Tivoli, natuurlijk onaange
laten: maar daar de onbekende inzender mij
nueert. als zou ik een lagen dunk van den goeden
smaak en van de beschaving van het geëerde publiek
koesteren en het dus den schijn krijgt als zou ik
met die voorstelling geheel eigen voordeel op het
oog hebben gehadnu meen ik op die insinuatie
niet te mogen zwijgen.
Vele mijner geachte plaatstgenooten zullen zeker
wel, evenals ik, in de gelegenheid zijn geweest om
de voorstellingen van het bewuste BAllet-pcrsonoel
in Volksvlijt te Amsterdam bij te wonen. Dat ge
zelschap, 't is bekend oogst daar avond aan
avond de toejuichingen in van het Amsterdamsche
publiek, dat zoo ruim in de gelegenheid is veel
goeds op dat gebied te zien cn te beoordeelen.
Bovendien werd mij het gezelschap aanbevolen door
een mijner vroegere kennissen uit deze plaats, een
tooneeldecorateur van naam.
Welnu, ik engageerde het beste gedeelte van dat
gezelschap voor de som van f 300 wanneer men
nu daarbij telt annonces, drukloon, verlichting, ver-
wanning der zaal, het loon voor suppoosten en
zooveel andere onkosten, om niet van het gebruik
mijner zaal te spreken dan zal wel geen onbe
vooroordeelde mij beschuldigen, dat ik het publiek
voor dien avond, ten bate mijner beurs, zal hebben
geëxploiteerdin tegenstelling geef ik den anomiene
7.. in gemoede de verzekering, dat, hoe talrijk ook
liet aanwezig publiek op dien avond was, mijne
•ekening met een nadeelig saldo gesloten is.
Mijn oordeel over het personeel en de voorstel
ling, komt. niet to pas, en bovendien zon ik mij
daartoe geheel onbevoegd achten, immers om eene
juiste balletkritiek te geven, schijnt men in zekere
xvroolijkebuurtcn door Engelsche- of Ameriknansche
matrozen de horlepyp te hebben moeten zien dansen,"
en daarvoor heb ik nimmer grootc roeping gevoeld,
als het bezoeken van ukerroisspelletjes van
het minste allooi" ooit tot mijne bijzondere lief
hebberij heeft behoord.
Al werd nu ook het programma, niet volgens
het met mij gemaakte accoord, afgespeeld, toch was
er dien avond, getuige de herhaalde toejuichin
gen veel, dat in den smaak scheen te vallen van
het publiek en dat dus niet den staf heeft gebroken
over de geheele voorstelling, zooals door Z. is gedaan.
Ten slotte geef ik mijnen geeerden plaatsgênooten
de verzekering, dat ik voortaan bij dergelijke gele
genheden. die maatregelen zal nemen, die de voor
zichtigheid en bovenal de achting van het Helder-
iche publiek mij voorschrijven.)
Helder, 6 Dcc. '75. D. VROON VAN IIOOLWERFF.
ging altijd trouw ter kerk. .la, niemand was op
dat punt stipter dan Steenhuis. 't Is waar, dat
hij alleen van rechtzinnige preeken hield; maar 't
is niet minder waar, dat Steenhuis 's Zondags
altijd trouw te huis bleef en ijverig zat te lezen in
de meest dorre geschriften. Dit was zijn godsdienst.
Bitter bedroefde de goede man er zich veelal
over, dat de menschen zoo slecht waren; dat de
opvoeding der jeugd zoo verwaarloosd werd en
sommige zelfs aan zijne godsvrucht durfden twijfelen.
En men had voor 't laatste reden, want Steen-
huis kon vloeken als de beste oorlamvooral als
de zaken hem niet naar den zin gingen, dan moesten
Ie knechts 't ontgelden.
Steenhuis hield ook samenkomsten. Men moet
zooveel nut stichten als men kan. En velen maakten
van de oefeningen ten huize van Steenhuis een
excellent gebruik, want een vriendenmaal was 't
slot der samenkomst. Intuschen, als Steenhuis niet
op den winkel was, luierden do knechts ook en
binnen een achttal jaren was de affaire van Steen
huis verloopen en hij-zelf genoodzaakt weer als
knecht tc gaan arbeiden.
Vrouw Steenhuis was middelerwijl aan allerlei
eelde cn genietingen gewoon geworden, cn nu ze
zich moest bekrimpen gevoelde ze zich ongelukkig.
Gansche dagen zat ze te steunen over de bc-
beproevingen die de vromen hebben door te staan.
Besluiten, Benoemingen, enz.
Bij beschikking van den Minister van Finantien
is bepaald dat de commies der 4c kl. bij de admi
nistratie der posterijen VV. F. L. Oudenhoven cn
de surnumirair W. K. van Breggen, hunne functien
ten postkantore te Rotterdam zullen uitoefenen en
de surnumirairs N, Haremaker, II. W. Tydeman en
G. Giltjes ten postkantorc alhier.
Z. M. hoeft aan den luit. t. z, 2c kl. V. C. Dijck-
meester, op zijn verzoek, met den laatston dezer
eervol ontslag uit den zeedienst verleend.
Z. M. heeft den heer A. Prins, arts, met ingang
van 1 Januari a. s., benoemd tot ofTic. van gezoudh
2e kl. bij de zeemacht.
7. M. heelt aan den eervol ontslagen hoofdcom
mies bij hot Departement van Marine. P. J. Schoen-
macher of Schumacher, ter zake van meer dan
65jarigen ouderdom, met ingang van I Januari a. s.,
eon pensioen ten laste van den Staat verleend, ten
bedrage van f1704 'sjaars.
7. M. heeft bij het personeel van den geneeskun
digen dienst der landmacht in Ned. Indie benoemd
tot officier van gez. 2e kl., den heer J, P. G. Jo-
hansen, civiel geneeskundige.
De luit t. z. 2e kl R. C' van der Mc-ulen, laatst
behoord hebbende tot het escader in Oost-Indie,
en den 3n dezer in Nederland teruggekeerd, wordt
met dien datum op non-octiviteit gesteld.
w_ m Mm vm.
Een boer, die zijne kruidenierswaren altnd
uit zekere stad (wij zullen den naam maar
niet noeinru) liet mtêbrengen, bevond verle
den week, dat de winkelier de geraspte witte
suiker met meel en krijt zoodanig had ver-
vulscht, dat hij daarover het stilzwijgen niet
kon bewaren. Diensvolgens liet hij ia de cóu-
rant eene waarschuwing plaatsen van den vol
genden inhoud//Ik oudergeteekende kocht
gister bij een winkelier dezer stad een zekere
hoeveelheid witte suiker en bevond die sterk
vervajscht. Als de man, die mij zoo bedroog,
aan mijn sdres tien pond andere suiker zendt,
zal ik zwijgen, zoo niet, zal ik hein openlijk
noemen." Daags daarna ontving hij negei,
pakken, elk 10 pond suiker inhoudende, dod
even zooveel winkeliers afgezonden, die daci
ten, dat zij door die waarschuwing bedoel
waren.
Vrouw Steenhuis vergat echter, dat er in het lever,
wat meer behoort gedaan te worden dan te zuchten
en te klagen, dan tc bidden en te zingen. Ze be
greep niet, evenmin als haar man. dat ze zeiven
door slordigheid en traagheid door verkwistingen
slecht beheer arm geworden waren.
't Eene stuk huisraad na 't andere verdween on
toen de winter aanbrak en 't werk voor een tijd
gestaakt werd, toen wist Steenhuis geen raad meer.
In eon vlaag van onzinnigheid knoopte hij zich op
zekeren avond aan zijn eigen halsdoek op en liet
zijne vrouw met vier kinderen achter.
Steenhuis had niet veel werk gemaakt van 't
onderwijs zijner kinderen.
«Die geleerdheid", placht hij te zeggen, «voert,
maar tot razernij. Neen, als de kinderen lezen en
schrijven kunnen, dan is t voldoende. Ik heb ook
zooveel niet geleerd in mijne jeugd." En zoo had
hij zijne kinderen reeds vroeg_van de school ge
nomen. Of ze denken konden, daarover bekommerde
Sfeenhuis zich in 't geheel niet en zoo groeiden
ijuo kinderen tot luie weetnieten op.
Na den dood van Steenhuis zou Herman in de
behoeften van 't gezin der weduwe helpen voor
zien maar wat zou hij aanvangen.
Leer een ambacht," /.ei een goed vriend zijner
moeder, Meer een ambacht, jongen. Een ambacht
sterft nooit."
Een New-Ycrks Dagblad verhaalt; Jimtms
Wbarton, van wiett uien zegt, dat hij een zeer
vroolijke jongen geweest is, huwde onlangs.
Op den morgen na dc bruiloft verzocht de
lady haar echtgenoot, haar bij liet toilet te
helpen, daar het kamermeisje van haar iets
anders had te doen gekregen. De man deed
het bereidvaardig, en toen hij gereed was met
het dichtrijden van haar corchet, was hij niet
weinig onthutst, zijn lief vrouwtje te zien
eenen. «Nu, mijn beste schat," vroeg hij,
«wat is. er, waarom schreit gij?" «O Jimmie,
Jimmie," antwoordde zij snikkend, alsof jiaar
het hart zou breken, «boe dikwijls moet gij
zoo gedaan hebben, om er zoo handig mede
te worden. Dat maakt mij zoo vreeselijk
ongelukkig
Een kapitein, bij wiens compagnie zich veel
soldaten en zelfs onderofficieren aan dronken
schap schuldig maakten, gelastte dat ieder die
beschonken was geweest, zich den volgenden
dag bij hem moesten aanmelden. Kort hierop
vervoegde zich bij hem een sergeant in beschon
ken toestand. «Kapitein," zeide hij, «ik kom'
u zeggen dat ik gister dronken ben geweest."
«Maar gij zijt op ditoogenblik weer dronken.
«Ja kapitein, maar dat kom ik u morgen
zeggen."
Herman had er echter geen lustin zoo bestendig
bij ecne zaak niet zijn gedachte te vertoeven.
Nimmer had zijn vader hem aan 't verstand
gebracht, dat nuttige arbeid een der grootste ge
heimen is om gelukkig te kunnen leven. Hoe
zoeter en stiller Herman te huis was, hoe meer
zijne ouders hem hadden geprezen.
Die woeligheid en die drukte der kinderen hadden
de dwaze ouders nooit kunnen verdragen.
Dwazen die ze waren 1
De baas, bij wien Horman aanvankelijk in de
leer kwam, vond niet veel behagen in den luien
jongen en joeg hem ten laatste weg.
Herman bekommerde er zich weinig over. Na
een tijdlang zich in nietsdoen verlustigd te hebben
werd Herman oppasser bij een student.
Dit bedrijf kwam geheel en al overeen met zijne
age geaardheid.
Naar de oefening te gaan en te jammeren over
menschcn ellen ie en verdorvenheid, dat was zijn*
hoofdbezigheid en toen Herman 20 jaar oud w.e
huwde hij mot een meisje niet wie hij vroeger ter
school had gogaan. Het ongelukkig meisje was
diep te beklagen, want Herman verdiende tc weinig
om in de behoeften van zijn gezin te kunnen voor
zien en vrouw Steenhuis was wel genoodzaakt,
wilde ze niet van gebrek omkomen, zelve de han
den aan het werk te slaan. (Wordt vervolgd.)