Nieuws- en Advertentieblad.
Zaterdag
26 Februari.
Jl°. 1541.
Zestiende Jaargang.
1876
Uitgever S. GILTJES.
NIEUWSTIJDINGEN.
LICHT IN DUISTERNIS
HELDERSCHE COURANT.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-NAMIDDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50
Franco per post 0.65
Men abonneert zich in alle Boekwinkels, Postkantoren en Hulp-Postkantoren.
Brieven franco.
De prijs der Adtertejctien van 14 regels is 40 Centen; elke regel meer 10 Centen.
Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en aanbiedingen van dienstpersoneel 5 Cents per regel.
Voor des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën in te zenden.
Ingezonden Stukken minstens éen dag vroeger.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz.
25 Februari 1876.
Gisteren is alhier drijvende gevonden een
zwart geverfd naambord, waarop met witte let
ters Cydonia of Sunderland.
Het stoombootje van wege het Depar
tement van Marine in Engeland aangekocht,
en bestemd voor de torpedodienst alhier, is te
Hellevoetsluis binnengeloouen, van daarbinnen
door Daar hier gebracht. Maandag heeft men op
de reede alhier er een proeftocht mede gemaakt.
Hoewel het bootje vrij rank is en minder vaart
loopt dan bij contract is overeengekomen,
schijnen dit geen overwegende bezwaren te
zijn, die de goedkeuring zouden in den weg staan.
Gisteren is alhier, gesleept door een
Maassche vischsloep. binnen gebracht de Zweed-
sche stoomboot Ha/ring, ia de Noordzee
aangetroffen met defecte machine, ingeslagen
verschansing en andere schade, veroorzaakt door
stormweder.
Naar wij vernemen, zal het vertrek van
Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der
Nederlanden waarschijnlijk op 15 Maart a. s.
vastgesteld worden, met bestemming naar O.-I.
Er schijnt geen sprake meer van te zijn dat
dit schip eeu reis naar Venezuela zal onder
nemen, daar het aankoopen van monitors voor
Venezuela cp te losse geruchten gegrond is en
deze Staat geen geld genoeg schijnt te hebben
om mouitors te koopen en officieren en be
manningen, die uit den vreemde zouden ge
worven moeten worden, aan te schaffen.
Het eskader onder den kapitein ter zee W.
C. Klis, dat op het oogenblik zich in de W.
Indien bevindt en uit hel Zilveren Kruisde
Leeuwardende Prinses Mar ie, de Co melis
Dirks en hel Loo bestaat en over eenige
weken nog met de Aruba vermeerderd wordt,
vertegenwoordigt een voldoende macht om in
geval van verwikkelingen de eer der Nedcr-
landsche vlag te handhaven. Beide eerste sche
pen zijn gewapend met getrokken 16 cMs.
kanonnen, terwijl het Zilveren Kruis nog vier
18 cMs. Armstrong-kanonnen bezit; de laatste
drie vaartuigen hebben evenwel ook nog glad
geschut aan boord.
Blijkens de opening der stembriefjes,
wegens de op 22 dezer te Terschelling gehouden
verkiezing van een lid voor den raad, in de
plaats van den heer C. C. Ruige, zijn uitge
bracht 90 geldige stemmen hiervan veikregen
de heeren D. II. Duif 24, T. Ruijg 19, S.
Brons Boldiugh 17, T. C. Boer 11, W. A.
Bakker 9, T. P. Bakker 5 stemmen de overige
stemmen op 5 verschillende personen; alzoo
een herstemming tusschen de heeren D. II Duif
en P. Ruijgh, welke bepaald is op Dinsdag 7
Maart, van 's morgens 9 tot 's namiddags 4 ure.
Volgens opgaaf van het bureau Veritas
zijn in de maand December verongelukt 150
zeilschepen, als 48 Engelsche, 21 Amerikaan
sche, 11 Fransche, 8 Grieksche, 8 Nederland-
sche, 6 Russische, 5 Noorsche, 4 Deensche,
4 Italiaansche, 1 Spaansch, 1 Zweedsch en 21
waarvan de vlag niet bekend ishieronder zijn
begrepen 2C schepen waarvan tijdingen ont
breken. In dezelfde maand verongelukten 14
stoomschepen, als: 6 Engelsche, 2 Duitsche,
2 Ainerikaansche, 2 Spaansche, 1 Fransch en
1 Nederlandsch. Hieronder is begrepen 1
stoomschip waarvan tijdingen ontbreken.
Omtrent het sneuvelen van den majoor
Mekern te Atjeh deelt men aan de Arnh. Cl,
mede
Mekern was Zondag morgen (2n Kerstdag)
met zijn bataljon als centrum-kolonne opgerukt
naar Groot-Getjiel, iets benoorden Ketapang
Doewa. Nadat dit genomen was en de vijand
op de vlucht ging, reed Mekern met zijn ad
judant en eenigen van zijn kolonne op een
heuvel aan, waarachter nog Atjehneezen zaten
die, voor zij wegvluchtten, nog hun geweren
losten en Mekern zeer gevaarlijk wondden,
terwijl zijn adjudant Ernste ten doodelijken
kogel door het hoofd kreeg. Den vorigen
avond, zoo schrijft een zijner kameraden, zat
hij nog bij ons op den grooteu Hill te praten
en daar werd hij den volgenden dag binnen
gedragen (liggen kon hij niet), doodsbleek;
doch kranig als altijd voerde hij ons toe:
"Fritske heeft een kogelke door hetleveike;"
maar geen onzer had trek tot lachen.
De deelneming iu het lot van den algemeen
beminden officier was groot. Eerst dacht men,
dat hij deu avond niet zou halenden tweeden
dag nam de toestand een meer gunstigen keer,
zelfs zat de gewonde in een stoel, at goed,
rookte zijn sigaar en was buiten verwachting
wel.
Het schijnt, dat er later woudkoortsen bij
zijn gekomen en de kogel niet uit te halen
Althans den 2n Januari was Mekern
een lijk.
Uit Vlissingen is Dinsdagochtend naar
New-York vertrokken het stoomschip W. A.
Scholten, kapitein J. Janssen, van dc Neder-
landsch-Amerikaansche Stoom v.-Maatschappij,
aan boord van welk stoomschip de leden der
hoofdcommissie voor de tentoonstelling te Phi-
ladelphia, L. C. van Kerkwijk, C. J. van der
Oudermeulen, de secretaris-architect C. Muyskeu,
de twee opzichters A. A. M. Beretta en C. J.
Laarman, de vier onderofficieren der artillerie
en acht door de hoofdcommissie aangestelde
werklieden zich bevonden, benevens de geheelc
inzending van voorwerpeu, door de Nederland-
sche itidustrieelen, landbouwers en schilders voor
de tentoonstelling te Philadelphia bestemd. De
voorzitter der hoofdcommissie, professor E. H.
von Baumhauer, en de leden De Moonchy en
van der Keilen, alsook de directeur der Nederl.-
Amerik. Stoomvaartmaatschappij, de hr. Plate,
hadden zich naar Vlissingen begeven om de
nscheping der goederen te regelen en den
vertrekkenden uitgeleide te doen.
FEUILLETON.
Oorspronkelijke novelle.
't Valt licht een mensch te helpen, maar
dit kiesch te doen valt uiterst zwaar.
19. De onmeedoogende huisheer.
De schraapzuchtige winkelier zag buitengewoon
verwonderd op, toen in den vroegen morgen var
den volgenden dag de deurwaarder hem kwam be
richten. dat vrouw Steenhuis hem tot den laatstcn
cent toe betaald had.
ïJa, ja," zei de man, ik ken dat volkje, 't
meestal onwil om te betalen. Ze houden 't geld
zoolang vast totdat ze zien dat er betaald moet
worden. In mijne betrekking van diaken heb ik
veel ervaring van 't karakter dier lieden opgedaan.
Eerlijkheid bezitten ze al heel weinig. Maar kom
aan, zij hebben betaald en kunnen blijven wonen.1
Do deurwaarder voldeed 't bedrag, 't welk hij
ontvangen had en bekommerde zich weinig om de
ervaringen van den winkelier. Hij hield niet veej
van dat slag van lieden, die altijd bij iodereen ge
breken opmerken, die immer de eerlijkheid van
anderen in twijfel trekken. De deurwaarder had
bovendien om veel gewichtiger redenen niet veel
met den kruidenier op, want al was 't bij de massa
eene onbekende zaak, bij hem was 't bekend, dat
de winkelier tweemalen een accoord had getroffen
met zijne crediteuren en wegens 't vervalschen van
winkelwaren eene cellulaire gevangenisstraf van 45
dagen had moeten ondergaan.
lntussclien was vrouw Steenhuis met hare vier
kinderen tijdelijk gered.
De brave Joosten had haar geholpen en dat op
eene edele, kiesche wijze, dat menigeen er inder
daad een voorbeeld aan kan nemen.
Op edele wijze wel te kunnen doen, die eigen
schap bezitten alleen de goeden.
Nadat vrouw Steenbuis zich des avonds met
vol gemoed en zonder hoop van den winkelier had
verwijderd, besloot bij terstond de reddende engel
te zijn. Meer dan zestig gulden kostte 't hem,
maar wat beteekende dit voor hem! Hij had er
niet te minder om en de vrouw zegende hein in
stilt", want haar hart gat 't haar in dat Joosten
de redder was. Steenhuis was dien avond niet te
huis gekomen. Toen hij bespeurde dat alles hoe
langer zoo meer begon tegen te loopen, werd hij
- Te "Vlissingen zullen, naar men aan de
«Stand." bericht, pogingen worden aangewend
om een onderhandsche reederij op te richten
tot het uitoefenen der beug-en-kor-visscherij.
Te dien einde is er reeds een commissie ge
vormd, bestaande uit de heeren T. Wibaut,
P. J Siegers, L. De Grooff J. Verkuyl
Quakkelaar. Jac. Dommisse, C. Mortier, Jos.
Van Raalte en C. M. Dommisse.
De uitmuntende gelegenheid tot transport
per spoor uit Vlissingen en de voortreffelijke
inrichting der haven geven gegronde hoop, dat
deze tak van nijverheid er met goed succes
kan worden uitgeoefend
Naar men verneemt komen er bij het
leger hier te lande op dit oogenblik 26
officieren van gezondheid tekort. U. T)
Maandag morgen ontdekte de depothou
der der Staatsspoorwegen Quack, te Zwolle,
dat zijn gouden horloge en dito ketting bene
vens zijn gehecle garderobe van zijn slaapkamer
waren ontvreemd eu dat de mede op die kamer
lapende kostganger Friedrich Wilhelm Mar-
kowsky, monteur op de machinefabriek der hh.
Reigers en Termeulen, spoorloos was verdwenen.
Alhoewel men zijn spoor door middel der
telegraaf, niet kon vinden, gelukte het Dinsdag
middag der politie, hem onder Kampen te arres-
leeren, van waar hij gevankelijk naar Zwolle
is overgebracht, nog in het bezit zijnde van
eenige der ontvreemde kleedingstukken en van
horloge en ketting.
Dinsdag avond omstreeks 6 ure had in
de Lage Nieuwst raat te 's Hage een 3jari\
knaapje het ongeluk, terwijl de moeder bezig
was met visch te bakken, uit het geopende
venster van de eerste verdieping op de straat
te vallen. De benedenbewoners snelden op zijn
gekerm dadelijk toe en brachten het kind naar
de. verschrikte moeder. Hoewel het kind aan
het hoofd en een der beentjes belangrijk ge
wond is, hoopt men dat het behouden zal blijven.
Bij de loting voor de militie in de ge
meente Lemsterland heeft zich de bijzonderheid
voorgedaan, dat de dorpen Eesterga en Follega
ditmaal geen miliciens behoeven te leveren, daar
al delotelingen, die geen redenen tot vrijstelling
hadden, een hoog nommer trokken.
Een loteling te Oosterzee, vrij van de
militie als eenige zoon, is een paar dagen voor
de loting aangenaam verrast door de geboorte
van eeu half broertje, waardoor hij uu zal
moeten uittrekken.
Beroepen bij de Evang. Luth. gemeente
te Leeuwarden ds. H. F. W. Grottendieck te
Alkmaar.
Men schijnt zich weder op het maken
van valsche banknooten toe te leggen. Eeuige
dagen geleden is op een der handelskantoren
te Amsterdam, een bankbiljet van f 100 ont
vangen. Hoewel het biljet vrij gebrekkig na
gemaakt was, is het met anderen in betaling
aangenomen. Dc bedrieger is niet bekend.
Men zij op zijn hoede 1
Te Arnhem circuleert eeu adres aan den
Raad, waarin op afschaffing der kermis wordt
aangedrongen.
In de afgeloopen week is meer dan
500,000 kilo geperst hooi en stroo naar En-
gelaud verzonden de prijzen zijn zeer hoog
en liepen van het hooi tot f42.en voor't
stroo tot f30.de 500 kilo's.
Maandagavond liep een dienstmaagd met
haar minnaar door de Spuitstraat, te 's Hage
doch werd onaangenaam verrast door een vroe-
geren galant van haar, die zoo vrij was zijn
jaloersheid te luchten door haar een ferm pak
slaag te geven, zoodat het bloed haar langs't
gezicht liep. De teleurgestelde die zich wreekte,
werd op zijn beurt door den tegenwoordigen
vrijer van de schoone zeer ontzacht onderhandeu
genomen; er ontstond een gevecht dat lang
duurde, en eerst eindigde toen dc politie
verscheen.
In de laatstelijk uit Suriname ontvan
gen nieuwsbladen vindt men onder de ofliciëele
herichten vooreerst een bevel tot aanhouding
van den procureur-generaal tegen A. Bkas
sier der Surinaamsche Bank, en J. W. S., ont
vanger der in- en uitgaande rechteu en accijnsen,
beiden laatst gewoond hebbende te Paramaribo,
verdacht vau diefstallenmet bedreiging vau
vervolging tegen degenen, die aich mochten
schuldig maken aan 't verbergen of aan 't be
vorderen van de vlucht van deze personen. En
ten tweede het ontslag nit 's lands dienst van
voornoemden ontvanger.
Naar wij vernemen, is hier sprake van een
diefstal van ruim dertigduizend gulden uit de
koloniale kas, in combinatie met een diefstal
van twintigduizend gulden uit de kas der
Bank. Zonderling schijnt het dat, terwijl in het
"Gouverncments-Advertelltiehlad,, met ophef
gesproken werd van een diefstal, gepleegd op
een plantage, van twaalfhonderd gulden, met
geen woord gewaagd wérd van de veel erger
afwijkingen van dezen ontvanger en dezen kas
sier.
In de rekening en verantwoording der
wijze, waarop de gelden, welke ten behoeve
van de slachtoffers der overstrooming: in Zui
delijk Frankrijk bijeengebracht werden, ver
deeld zijn, komt ook een post voor ad 75,235
fr. voor het Journal Officiel. Een krasser
staaltje van officieële onbarmhartigheid is wel
nog nooit geleverd.
Don Carlos heeft een brief aan zijne
moeder geschreven, die door de hladen in zijn
geheel wordt medegedeeld. Hij schrijft daarin
i.: »Ik ben vol vertrouwen en hoop, juist,
omdat ik de ongunstige verhouding tusschen
de strijdkrachten ken. Als wij overwinnaars
blijven zal het Gods werk zijn. Het tegen
woordige oogenblik is wel het ernstigste van
den geheelen veldtocht. Wanneer gij slecht
nieuws uit ons kamp verneemt, bekommer er
u dan niet over. Integendeel, lieve moeder,
bid bid veel, uwe gebeden zulleu meer doen
dan alle helsche machten."
Zondag a. s. zal te Rome een reusachtig
volksloterij-spel worden gespeeld op vier pleinen
der stad. Op een lot van 24 cents kan men
winnen prijzen van .1250, 750, 150 gulden,
enz. De opbrengst der loterij komt ten bate
der kinder-asylen en van het onderwijs-bond
In Finland waren d» vader en de moeder
van een gezin uit eu lieten een lOjarig meis
je en een 12jarige knaap alleen te huis. Plot
seling kwam de duivel binnen en dreigde de
kinderen mee te nemen, als ze hem 't geld
van hun vader niet wezen. De kinderen deden
dit, de duivel nam het geld weg, en verwij
derde zich. De knaap vond het vreemd,
dat de duivel geld kwam stelen. Die kon 't
wel zelf maken meende hij, en hij vertrouwde
dus 't werk niet, nam vaders geweer van den
muur, ging er mee buiten, schoot en trof den
duivel, die bij ouderzoek de naaste buurman
bleek te zijn.
In een der mijnschachten van de gemeente
Roost-Warindin niet ver van Douai, is de
hijschtoestel, waarin dertig werklieden opste
gen, in botsing gekomen met een ander; de
mijnwerkers zijn allen naar beueden gestort.
Zeven lijken had men bij het afzenden vau
het bericht reeds opgehaald; hoop om de anderen
te redden bestond er niet.
Te Bristol wandelde zekere Deacon met
zijn vrouw naar huis, na in de herberg wat
gedronken te hebben Zij kregen twist en de
man sloeg met zijn bijl de vrouw de hersenen
nit het hoofd.
bh a -
"Wel wijf," zei Jan tegen zijne vrouw,
//daar had ik bijna een koe gekregen."
//Zoo," klonk 't antwoord, "hoe kwam dat?"
"Och," zei Jan, "ik ontmoette een boer,
die een koe aan een touw naar de markt bracht.
Ik vroeg of ik ze mocht hebben maar de
domkop zei neenHad hij ja gezegd, dan
had ik ze gehad."
Vrouw (oud en leelijk, tot haar man). Zeg
me toch eens Jacob, waarmee ik je op je ver
jaardag genoegen kan doen? Man Geef me
dan een kop op mijn Duitsche pijp met je
portret er op; ik wil bet rooken afwennen!
boosaardiger en afgunstiger en zocht zijn heil in
den drank. Hij hield zich meestal op in den om
trek der spoorwegstations, om bij de aankomst der
treinen hij de hand te zijn, pakjes te dragen of
reizigers den weg te wijzen. Deze wisselvallige
broodwinning strookte nog 't best met zijne trage
geaardheid. Meermalen bleef hij 's nachts afwezig
of kwam hij zelfs in eenige dagen niet te huis,
want zijne vrouw klaagde steeds en maakte hem
den kop warm over dien Bernard. Eene week na
den avond, waarop vrouw Steenhuis zoo onverwacht
redding en uitkomst geschonken werd. was ze ver
huisd naar een der armste achterbuurten en sedert
dien tijd vernam ze niets meer van haren man
hij had haar verlateu.
Ieders leven vloeit over van weldaden
en zegeningen, zoo men ze maar wil
opmerken.
Joosten als baas.
»'t Is een slecht soldaat, die geen generaal hoopt
te worden, dat was Joostcn's stelregel steeds geweest.
Maar 't was geen onrustig streven, dat den man
aanzette dit doel te bereiken, volstrekt niet. »Den
baae niet te gauw ontloopen!" dat was evenzeer
zijne leuze. Het ware te wenschen dat ieder die
een ambacht leert, er evanzoo over dacht, gewis
er zouden vrij wat minder knoeiers en brekebeenen
in de maatschappij zijn en deze zou er winst van
hebben.
Toen Joosten door spaarzaamheid en zuinigheid
een som van vierhonderd gulden in de spaarbank
had, besloot hij, zich als metselaarshaas te vestigen.
Met nog een som van zeshonderd gulden als voor
schot uit de hulpkas, befcon hij zijne zaken, en 't
ging hem Toordcelig. Alle" begin is echter moeielijk,
dat ondervond Joosten ook, want menige Zaterdag
avond haarde hem zorgen om 't noodigc geld voor
't weekloon zijner knechten hijeen te brengen. Nog
zuiniger dan toen hij knecht was. moest hij in den
beginne leven: maar Joosten en zijne vrouw deden
't gaarne. Wel griefde "them soms. dat aanzien
lijke lieden veelal de gewoonte hadden niet contant
te betalen, want dit hield hij evenzeer voor eene
oneerlijkheid, als dat een werkman een gedeelte
van den tijd verluiert en er zich toch voor laat be
talen. Maar Joosten was een man van karakter,
die nimmer onbescheiden was, maar dorst spreken
als 'tpas gaf. Arbeiden is evenzeer als koopen en
verkoopen, ruilen. De werkgever en werknemer
zijn beiden gebaat. Joosten bediende zijn klanten
eerlijk en goed. Van knoeiwerk had hij een afkeer
en 'tduuide niet lang, of hij had voor verscheidene
Laatste Berichten.
Zr. Ms. schroefstoomschip Aruba is heden
middag ten 1 are van hier vertrokken met
bestemming naar West-lndië.
Het etat-major is samengesteld als volgt:
jhr. J. A. Roëll, luit ter zee le kl., komman-
dant; P. M. W. T. Kraijen'noff van de Leur,
luit. ter zee 2e klasse, eerste officier; J II.
Mijer en J. B. Dukkers, luits. ter zee 2c kl.
dr. T. Abrahamsz, officier van gezondheid 2e
kl.; G. J. Guicliard officier van administratie
3e kl.
knechts volop werk. Waar hij soms over 'teen en
ander, zijn werk betreffende, in twijfel stond, vroeg
hij oin raad hij zijn voormaligen patroon en deze
had steeds een welwillend oor en stond gaarne met
raad en daad bij. Zoo snelden de jaren, bij't smaken
van allerlei zegeningen, voorbij. De schuld van zes
honderd gulden was lang afgelost en Joosten zelfs
een welvarend man geworden. Toch bloei hij steeds
op nedorigen voet leven en schreef nimmer aan ei
gene kunde, bekwaamheid en vlijt toe. dat 't hem
zoo meeliep. Hij bleef voor vrouw en kinderen een
zorgend mam en vader. Anderen wel te doen, voor
anderen te lever,, te zorgen, dat was eene behoefte
voor hem.
Liep 'tsoms in de zaken tegen, dan verloor hij
toch nimmer zijne opgeruimdheid, doch herinnerde
zich dan liever, hoeveel meer voor- dan tegenspoed
hij genoten had. In den kring der zijnen vond hij
"t grootste geluk. Met dat voortdurend streven naar
uithuizigheid, stemde hij in geenen deele in. 's Daags
genieten we elkanders gezelschap zuo weinigen dan
zouden we nog 's avonds den band, welke ons sa
menbindt, moedwillig verscheuren dat nimmer!
Joosten was in den waren zin des woords gelukkig.
Jammer was 'tdus, dat eene ontzettende gebeur
tenis dat geluk kwam verstoren. Wordt vervolgd.