Nieuws- en
Advertentieblad.
Zaterdag
6 Mei.
M 1561.
Zestiende Jaargang.
1876.
Uitgever S. GILTJES.
NIEUWSTIJDINGEN.
LICHT IN DUISTERNIS.
HELDERSCHE
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-NAMIDDAG.
Abonnementsprijs voor 8 maanden/0.50
Franco per post n 0.65
Men abonneert zich in alle Boekwinkels, Postkantoren en Hulp-Postkantoren.
Brieven franco.
COURANT.
De prijs der Advzktentiïn van I4 regels is 40 Centen; elke regel meer 10 Centen.
Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en aanbiedingen van dienstpersoneel 5 Cents per regel.
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën in te zenden.
Ingezonden Stukken minstens éen dag vroeger.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz.
5 Mei 1876.
Met medewerking van een vijftal artisten
en dilettant-solisten gaf het muziekkorps der
Artillerie-Schutterij Dinsdag avond zijn tweede
winter-coucert, dat door een aanzienlijk aantal
donateurs en leden met hunne dames werd
bijgewoond. Zoowel het solo als ensemble-
spel der heeren Pochard, de Groot, Lupgens,
v. Ophemert en Polugar verwekte meer dan
algemeene tevredenheid en waarlijk, genoemde
heeren, vooral de eerstgenoemde, toonden,
dat zij meesters waren op hunne instrumenten.
Ook het muziekkorps is flink vooruit gegaan.
Het souvenir "de Campine'1 en de marsch var.
Warrinier, alsmede de overige stukken, werden
met aplomb ten gehoore gebracht. Aan talrijke
applaudissementen ontbrak het dien avond niet.
Het was een hulde waaraan wij gaarne deel
namen, daar zij ten volle verdiend was. Onze
beste weuschen vergezellen het jonge muziek
korps, dat een sieraad voor ouze gemeente
beloofd te worden.
De schout-bij-nacht directeur en kom-
mandant der Marine alhier, hield Woensdag
de jaarlijksche inspectie oyer het Koninklijk
Instituut der Marine.
.Aan den lstcn luit. Mooiiaart, van het
7de reg. infanterie alhier, is de Atsjin-medaille
en het eereteeken voor belangrijke krijgsver
richtingen toegekend.
Woensdag is het ramschip Guitieakom-
mandant kapt.-luit. ter zee J. A. Baart de
la Faille, van hier naar zee gestoomd, ten
einde voor de veiligheid der Holl. visschers
te waken.
Volgens een bij het Departement van
Marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroef
stoomschip het Loo, onderbevel van den kapi
tein-luitenant ter zee E. L. baron van Heecke-
ren van Wallen, komende uit West-ïndie, den
lsten dezer, wegens stormweder, te Ryde (ei
land Wight) hinnengeloopeii.
Blijkens een bij het Departement van
Marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. rarnto-
renschip Prins Hendrik der Nederlanden011
der bevel van den kapitein ter zee A. N. L.
Koops, den 2den dezer van Aden naar Point
de Galle vertrokken.
Het stoomschip Hollandvan de maat
schappij Javazal tegen het einde, dezer maand
naar ïndië vertrekken, voor rekening van de
maatschappij Nederland.
Wanneer eerstgenoemde maatschappij zich bij
de maatschappij Nederland gf.vopgd heeft, ver
trekt er geregeld om de 14 dagen een hoot.
De stoomschepen van de maatschappij Java
zullen, uitgezonderd de Celebes, voornamelijk
voor goederenvervoer hesteind worden, terwijl
de dienst zoodanig geregeld wordt, dat om de
audere een mailboot en eeu goederenboot van
hier vertrekt.
Volgens de arrondissements-rechlbank te
Alkmaar, leidt een vrouw, die gedurende drie
jareu als publieke vrouw te 's Gravcnhage is
ingeschreven, daar in een bordeel was opge
nomen en thans alhier in verbodeu omgang
leeft met een manspersoon, geen "bekend slecht
levensgedrag." Het verzoek van den oflicier
van justitie, om deze vrouw te ontzetten uit
de voogdij over haar kind, is door de recht
bank afgewezen. De daartoe betrekkelijke be
schikking is medegedeeld door het Weekblad
van het Recht.
Men schrijft het volgende aan het N.
v. d. 1).
Den IOii Maart verliet het Nederlandsche
oc-feningsescadcr, bestaande uit de stoomschepen
Zilveren KruisLeeuwardenPrinses Maria
en Lornelis Dirks, de haven van Cura$ao, tot
het doen van eeu kruistocht iu de onmidde-
lijke nabijheid van dat eiland. De lln Maart
werd besteed tot het doen van exercitiën in
het vuur op een dnjveude schijf.
Den volgenden dag, zijnde Zondag, werd
rustdag gegeven en bij den wind, om de Z. O.
langs de Noordkust van Cura$<io gezeild. Om
streeks 5 uur namiddag werd sein gedaan om
oin de Noord tegaan leggen door een gelijktij
dige wending bij den wind Het Zilveren
Krui» peilde toen de Prinses Maria 45° van
voren aan stuurboord, de Leeuwarden 45° van
achteren aau stuurboord en de Cornelis Dirks
dwars aan dezelfde zijde, afstand 450 meter
der schepen onderling.
Hoewel de wending^van het Zilveren Kruis,
en ei-nige oogenblikken later die van de Leeu
warden goed scheen te zullen slagen, werd het
spoedig zeker, dat eene aanzeiling zou plaats
hebben, toen het Zilveren Kruis met ecnige
mijlen vaart achteruit begon to deinzen. Wel
trachtte de Leeuwarden uit den weg te
koumn, maar in een oogwenk tijds raakte het
Zilveren Kruis met het achter schip aan de
Leeuwardenzwaaide daarop om, en toen
lagen beide vaartuigen in tegengestelde
koersen boord aan boord. Met betrekkelijk
kalm water en mooi weer, was de averij aau
sloeppn en aan rusten zeer belangrijk. Na drie
kwartier werken met trossen, enz., mocht men
er in slagen, van elkander afteraken. Stoom
werd opgemaakt en den volgenden morgen
keerden de schepen in de haven van Cura9ao
terug.
Gelukkig had men geen persoonlijke onge
lukken te betreuren.
Met vereende werkkrachten der schepen en
FEUILLETON.
Oorspronkelijke novelle.
Die een kuil graaft voor een ander
valt er zelf in.
38. De macht van het kwade.
•Mijnheer! Sedert een paar dagen bevind
ik mij hier in de stad uwer inwoning. Ik
wenschte u gaarne over belangrijke zaken, u
betreffende, te spreken. Daarom heb ik de
uiterste pogingen in 't werk gesteld uw adres
te weten te komen. Nu mij dit gelukt is zult
ge mij zeer aan u verplichten mij een onder
houd met u toe to staan. Ik logeer in 't hotel
»de Adelaar."
Frederik von Walhaus."
•Frederik von Walhaus dus hier," sprak de ad
vocaat, merkelijk verlicht van gemoed.
»'t Is vreemd! Juist nu komt hij om Bernard te
spreken," dacht Franzen. »Zou zijne komst soms
in verband staan met de plannen van den baron
»lk heb niet veel lust Frederik te bezoeken."
»llet kon soms wezen dat hij u belangrijk nieuws
had mede te deelen."
»'t Kan wezen; maar welk nieuws zou Frederik
mij mededeelen kunnen, dat mij belang inboezemt?"
der scheepstimmerwerven van van der Meuleu
en Jesurun, hoopt men de schepen weer spoe
dig geheel voor den dienst gereed te hebben.
Naar men ons mededeelt is bij de ver
schillende gedeelten van het korps mariniers
bij dagorder, de iiooge tevredenheidsbetuiging
van Z. M. den Koning, over genoemd korps
bekend gemaakt.
De chef van den geneeskundigen dienst
te Atjeh rapporteert, dat erbij de op 21 Febr.
11. onder behandeling gebleven lijders, ten ge
tale van 865, tot en met den 29n daaraan
volgende zijn bijgekomen 668, totaal 1551.
Hiervan herstelden 333, werJen geëvacueerd
425 en overleden 103, zoodat op den In Maart
I.. 690 lijders onder behandeling bleven.
Onder de overledenen rekenen 81 nict-mi-
litairen.
Tegen het einde der maand werd, tengevolge
van dc veranderde weersgesteldheid, de gezond
heidstoestand gunstiger en nam vooral de cho
lera snel en sterk af.
Van buiten af werden 31 lijders aan deze
ziekte opgenomen in het hospitaal, terwijl daarin
drie verpleegden werden aangetast.
Van de 77 personeu, die, met inbegrip der
43 op den 21 n Februari onder behandeling ge
bleven patiënten met cholera, behandeld werden,
stierven er 40 en herstelden er 19, zoodat
op ultimo dier maand 18 lijders aan die ziekte
onder behandeling bleven.
Woensdag voormiddag had aan den Noord
west-Buitensingel, in 't hofje het Veentje, te
's Grarenhage, een droevig ongeluk plaats. De
echtelieden D. waren beiden van huis toen de
moeder, die haar 3 J-jarig eenig kind alleen had
achtergelaten, in hare woning terugkeerde, vond
zij het iu deerniswaardigen toestand op de trap
terug, geheel verbrand. Het kind had lu
cifers weten machtig te worden, was daarmee
spelende in brand geraakt en letterlijk verkoold
men stelle zich de wanhoop der ouders voor.
Woensdagmiddag omstreeks 1 uur viel
eeu Zandschipper bij den Hoogenwal te 's Hage
in het water en verdween in de diepte. Door
het geroep om hulp der omstanders, kwam een
andere schipper spoedig toesnellenhet gelukte
dezen den drenkeling, door middel van een
haak, naar boven te halen, en hem daardoor
van een zekeren dood te redden.
Uit den Haag meldt men aan de Stand.
Men heeft wel eens met deelneming en
medelijden gewezen op de slachtoffers van de
vergissing in zake deu tweevoudigen moord
aan de Bocht van Guinea en tevens den wensch
geuit, dat er iets mocht worden verricht ten
hunnen behoeve, althans voor de Jong. Dat
die persoon niet zoo geheel vergeteu werd, mag
daaruit worden afgeleid, dat een geruimen tijd
•Men kan 't niet weten," zei Franzen.
•In ieder geval wil ik geen bezoek van Frederik
von Walhaus ontvangen. Geloof raïj dat 't mij al
hindert hem op te zoeken, maar 't zij zoo. Heden
avond zal ik zien of hij te huis is."
Frederik von Walhaus had in korten tijd op een
losbandige wijze al het geld dat zijn oom hem had
gegeven er doorgebracht, llij was nu ten einde
raad. In een groot hotel had hij zijnen intrek ge
nomen, maar toch moest hij zich met eene matige
vertering vergenoegen. Hij hoopte thans 't middel
te vinden, den advocaat, die bij Dorothea hooger
dan hij zelf stond aangeschreven, geheel en voor
goed in minachting te brengen en hem voor altijd
uit het veld te slaan.
Frederik rekende er op dat Bernard, mocht deze
liern al niet lijden en hem als zijn gevaarlijken
mededinger zelfs misschien haten, door nieuwsgie
righeid gedrongen, hem wel zou komen opzoeken.
Frederik had in dit opzicht juist geoordeeld,
want tegen den avond reikte een der kelners hem
een kaartje over van don advocaat Steenhuis.
•Laat mijnheer op mijne kamer," antwoordde
Frederik.
•Wil u zoo vriendelijk zijn mij maar te volgen,
mijnheer?"
«Met genoegen," sprak Bernard.
•Deze deur, als "t u belieft."
•Dank u zei de advocaat.
•De kelner maakte eene beleefde buiging en ver
wijderde zich.
Frederik ontving Steenhuis met dc meest mo
gelijke hoffelijkheid en beleefdheid.
geleden reeds uit een goede bron vernomen werd,
dat de leden der commissie van bijstand voor
de plaatselijk werken enz. uit den Haagschcn
gemeenteraad, iu hun particulier, kort na het
ontslag van dc J. uit de gevangenis, hem een
schuit en gereedschap hebben geschonken, ten
einde zijn beroep weder bij de hand te kunnen
nemen, terwijl de burgemeester van "s Hagc dien
persoon van den beginnen af uit eigen fondsen
;eldelijk heeft ondersteund, waarvoor de Jong
zich steeds" zeer dankbaar heeft betoond. Deze
edele behandeling zal wellicht aanleiding geven
dat het menschlievend voorbeeld navolging vinde.
Naar wij vernemen, heeft het H. M. de
Koningin behaagd, het weekblad voor dames
De Huisvrouwuitgegeven door de firma Nijgh
van Ditinar le Rotterdam, met Hare intee-
kening te vereeren.
Een koopman uit Utrecht deze week voor
zaken te Amsterdam zijnde, had zich zoolang
opgehouden, dat hg vreesde den trein niet meer
te kunnen halen, waarmede hij weer huiswaarts
wilde keeren. Hij zag echter een doctorsrijtuig
voor een der deftige huizen op de Prinsengracht
staan en de koetsier er van in diepen slaap
gedompeld. Hij opent stil het portier, stapt in
en voegt met forsclie stem deu koetsier toe
naar het Weesperplein. De koetsier, gewend
op commando voort te rijden, gaat werkelijk
door naar genoemd plein. Aldaar gekomen
springt de koopman uil het rijtuig, verwijderd
zich snel in de richting van het station, den
koetsier achterlatende, die nu eerst inzag, dat
hij zich deerlijk bij de. neus had laten nemen.
Maandag stond voor de rechtbank te
Goes o. a. terecht eeu leerling der Hoogere
Burgerschool, beschuldigd van een straatjongen
met zijnen stok mishandeld te hebben. Zijne
verdediging, die hij zelf voordroeg, kwam op 't
volgende neder: Menigmaal stond hij bloot aan
de beleedigende uitdrukking van "Smous"
hij is Israëliet hem door de straatjeugd
toegeworpen, welke uitdrukking ook wel ver
gezeld ging van het werpen vau slraatstcencn.
Op een zijner wandelingen weder dusdadig bc-
leedigd, had hij eeu der jongens een paar stok
slagen toegediend. De moeder van den jongen
verklaarde zelve, dat deze het wel verdiend
had. De beklaagde vorderde nietigverklaring
der dagvaarding omdat aan zijne handeling
i alleen zelfverdediging ten groudslag lag. Het
requisitoir van deu subst.-off. was veroordeeliug
tot f 25 geldboete.
Twee visschers, die Dinsdag nacht aan
hun netten in de rivier de Merwede, bij Go-
rinchem drijvende waren, vonden, bij het inha
len der netten, in een daarvan het in ver ge
vorderden staat van ontbinding verkeerende
lijk van een jongeling, naar gissing 14 jaren
oud het lijk, dat tot heden nog niet herkend
Bernard merkte echter wel dat Frederik die be
leefdheid slechts veinsde, dat die niet voortkwam
uit achting of ingenomenheid met zijn persoon.
•Zeer veel eer en genoegen voor mij, mijnheer
Steenhuis, dat gij u wel dc moeite wilt getroosten
mij een bezoek te brengen."
»Gij hebt mij over belangrijke zaken -to spreken,
mijnheer Walhaus?" vroeg de advocaat.
•Stellig, dat heb ik ook."
•De tijd. mijnheer Walhaus, die ik aan dit bezoek
mag besteden, is slechts kort dus
•O, ik begrijp u. Maar zeg mij eerst, waarde
lieer, waarmede kan ik u dienen 1"
•Dank u," sprak Bernard.
»'t Spijt mij, mijnheer Steenhuis, dat ik mij ge
noodzaakt zie, nog eens onaangename zaken in uw
geheugen terug te roepen. Ik moet dit echter wel
doen om u te overtuigen aan wie gij lAve liefde,
uwe achting geschonken hebt. Ook ik heb mij te
dezen opzichte zeer bedrogen gevonden."
»Ik begrijp niet wat ge bedoelt."
•Gij bemint Dorothea Walhaus, gij geloofdetdat
zij u wederkeerig beminde. Dat meende
•Mijnheer von Walhaus wat heeft dit alles te
beteekenen
•Dat zal u spoedig duidelijk worden. Luister
slechts als ik u bidden mag."
•Ik luister," sprak de advocaat.
•De baron meende ook dat Dorothea u beminde,
en
•3leende, zegt gij? Hij was er zeker van, even
als ik, dat Dorothea mij beminde."
»En toch moet ilt u zoggen dat Dorothea u be
is, schijnt, aan de kleediug te oordeelen, dat f
vau een schippersgezel tc zijn.
Vrijdag middag j!. had te Groningen j
een ongeluk plaats, dat ernstige gevolgen had I
kunnen hebben, in de synagoge van de Israë-
litische gemeente, die men bezig is te vergrooten
en te verfraaien. Ten gevolge van eene onvoor
zichtigheid der werklieden zeiven, vielen acht
van hen door het breken van eenige planken,
die volstrekt niet voor steigering dienen, maar
die men eenvoudig bad aangebracht om dc
arke voor beschadiging te bewaren, naar beneden.
Zeven van hen bekwamen gelukkig slechts
lichte kwetsuren, zoodat zij in staat waren
eenige uren later hun werk weder te kunnen
hervatten. De achtste echter, zekere Albers,
kwam er minder goed af, het bleek dat hij
een zijner ribben had gebroken.
Buitenland.
Voor eenige dagen trad in een klein
logement in Westfalen des avonds een orgel
draaier in gezelschap van een aap binnen en
bleef daar overnachten. Het schijnt, dat de
orgeldraaier nog al veel gedronken had. waut
den anderen morgen bleek het, dat hij meer
verteerd had, dan in zijn bezit was. De kas
telein was hiermede niet tevreden en nu werd
overeengekomen, dat de orgeldraaier eerst het
te kort komende met zijn orgel zon gaan ver
dienen, en de aap zoolang als pand bij den
kastelein zou blijven. De aap werd nu in den
kelder opgesloten, te midden van brandewijn-,
bier- en jenevervaten. Torn nu de kastelein
in den kelder kwam en een flescli brandewijn
tapte, zag de aap dit af en niet zoo gauw-
was de kastelein uit den kelder of de aap zette
de kranen van alle vaten open. Bier jenever
en brandewijn stroomde nu in den kelder en
toen de kastelein nogmaals iu den kelder kwam
werd hij op een onaangenaam voetbad vergast.
Woedend greep hij den aap en slingerde hem
zoodanig tegen den muur dat het arme dier
weldra stierf. Juist kwam de orgeldraaier met
het ontbrekende geld. Een hevige twist volgde
nu. De orgeldraaier was woedend wegens 't
verlies van zijn aap, de herbergier wegens 't
erlies zijner spiritualiën. Daar men het niet
eens kon worden, bracht de orgeldraaier dc
zaak voor "t gerecht waarop de herbergier ver
oordeeld werd tot eene schadevergoeding van
200 thaler.
De postboot tusschen Brest en Ouessant
is Vrijdag vergaan, van de 24 personen, die
zich aan boord bevonden, zijn slechts drie ge
red.
Een gruwelijken vadermoord heeft dezer
dagen te Villers-Poteries plaats gegrepen en
dit enkel om eene quaestie van geldelijk be-
lang.
droog, dat zij van hare liefdesbetuigingen niets met
al meende en dat zij naar een
•Dat is leugentaal wat gij daar zegt," riep de
advocaat toornig uit. Welk doel kunt ge er mee
hebben, om mijn gevoel te pijnigen en zulke smar
telijke herinneringen in mijne ziel op te wekken.
Dorothea heeft mij niet bedrogen. Zij is rein en
onschuldig en zoo ge 't weer waagt haar in mijn
bijzijn te beleedigen, dan moogt gij vreezen."
#'t Doet uw hart eer aan dat gij aan Dorothea's
schuld twijfelt. Ik maak mij echter sterk om u to
bewijzen dat gij dwaalt."
Dat ik dwaal?"
•Niets minder dan dat. Vergun mij slechts mijn
verhaal te vervolgen."
•Welnu, ik zal u aanhooren.'*
•Do baron dan meende ook dat Dorothea's liefde
voor u gemeend was. Dat speet hom. en hij wenschte
daarom niets liever dan eene verkoeling en ver
wijdering tusschen Dorothea en u te bewerken,
want zijne (trotschheid kon er geen vrede bij vinden,
zijne dochter aan iemand uit to huwelijken, die
nipt op adelijkc afkomst kon bogen. Ik moest toen
tot middel dienen, ik zou huwen met mijne nicht.
In 't eerst lachte mij dit denkbeeld toe en trachtte
ik Dorothea's liefde te winnenmaar vergeefs. Ge
lukkig heb ik nog in tijds bespeurd dat een huwelijk
met inijne nicht, welk eene schitterende partij zij
overigens moge wezen, mij niet gelukkig zon maken.
Zij is een onwaardig, ondankbaar schepsel!"
De advocaat maakte eene beweging om zijne
verontwaardiging over Frederiks woorden aan den
dag te leggen.
•Ik begrijp hoe mijne woorden u moeten smarten,
maar 't is u bekend dat Dorothea zelve de grootste
smart u heeft aangedaan; hoe zij eiken verderen
omgang met u wist te voorkomen?"
Haar vader verbood dien."
•Gij hebt gelijk. Maar de baron had tot andere
gedachten kunnen komen
«De baron is van ouden adel en zulke nienschen
kunnen van hun standpunt niet anders bandelen.
Hij zou in een huwelijk nimmer hebben toegestemd,
tenzij bij zelfstandig genoeg geweest ware 't voor
oordeel der were'd te trotseeren. Ik heb Dorothea
overigens, door plicht en eigenwaarde gedreven,
zelve vaarwel gezegd. Niet zij was 't, die de t eed ere
betrekking tusschen ons beide verbrak."
•Maar zij was 't. die 't bericht van de misdaad
en deveroordeelingvan... uwen vaderbij
ons door de courant
•Zwijg, mijnheer! al wat gij daar zegt is vuige
laster."
•Zij en niemand anders deed dit," herhaalde
Frederik op nadrukkelijken toon."
•Menschhoe kunt ge zoo spreken
»'t Is de werkelijke waarheid, die ik u meedeel,''
verzekerde Frederik.
•Toch zult ge nooit in mijne ziel 't geloof aan
Dorothea verminderen. Geen enkel bewijs kunt
ge hebben voor uwe bewering."
•Zij heefl 't mij zelve in voltrouwen gezegd."
•Hoor eens, mijnbeer Walhaus, ik kan en mag
niet aan Dorothea twijfelen."
Wordt vervolgd.