Nieows- ei •skUkèit Advertentieblad.
24 Blei.
Woensdag
j\i I
Zestiende Jaargang.
1876.
Uitgever S. UILTJES.
Nationale Militie.
Inspectie voor de Verlofgangers.
LICHT IN DUISTERNIS.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDERSCHE COURANT.
Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-NAMIDDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maanden .....-•
Franco per post nu"
Men abonneert ziel» in alle Boekwinkels, Postkantoren en llulp-Postkantorcn.
Brieven franco.
f 0.50
0.65
De prijs der Advektïxtisn van I4 regels is 40 Centen; elke regel meer 10 Centen.
Periodieke herhalingenalsmede aanvragen en aanbiedingen van dienstpersoneel 5 Cents per regel.
Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën in te zenden.
Ingezonden Stukken minstens een dag vroeger.
Officieel Gedeelte.
Dienstverbindtenis bij het
Instructie-bataillon.
Aan de Ingezetenon der gemeente, wier zoons of
pupillen neiging hebben om met uitzigt op bevorde
ring in don militairen stand hunne bestemming te
zoeken, wordt kennis gegeven, dat omtrent de dienst
verbindtenis bij het Instructie-bataiilon. ter Secre
tarie der gemeente inlichtingen te bekomen zijn.
llelder, den 22 Mei-1876.
De Burgemeester,
STAKMAN BOSSE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente HELDER brongen ter openbare kennis:
Dat liet onderzoek over de verlofgangers van de
Militie te land. bedoeld bij art. 138 der wet op de
Nationale Militie voor deze gemeente is bepaald op
Maandag den 10 .lunij 1876 des voormiddags ton
tien ure in de bouwzaal achter het bureau voor
Gemeentewerken naast het weeshuis alhier.
Aan dat onderzoek moeten deelnemen de verlof
gangers der Militie te land. bchooronde tot de lig-
tingen van 1872, 1873, 1874 cn 1875 voor zoover
zij voor den 1 April 1876 in liet genot van onbe
paald verlof waren gesteld.
De belanghebbenden worden herinnerd aan d.
volgende wetsbepalingen
Art. 140.
De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in
uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en
uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje cn van zijn ver
lofpas.
Art 141.
Behoudons het bepaalde in art. 130 kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij
gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van
bewaring of arrest, door den inililic-comiuissari»
worden opgelegd aan den verlofganger:
lo. die zonder geldige redenen niet bij het onder
zoek verschijnt;
2o. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
redenen, niet voorzien is van de in het voor
gaand artikel vermelde voorwerpen
3o. wiens klecdiug of uitrustingstukken bij het on
derzoek niet in voldoenden staat worden be
vonden
4o. die kleeding of uitrustingstukken, aan oen ander
toêbéhoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142.
Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand
artikel arrest is opgelegd, bij liet ondorzoek tegen
woordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd ge
leide in arrest worden gebragt.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich
niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op
schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris,
te rigten aan den Burgemeester der woonplaats
van dien verlofganger, aangehouden en onder ver
zekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost
of het naastbij zijnde, huis van bewaring overgebragt.
Art. 143
Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de
verlofganger verpligt, op don daartoe door den
militie-commissaris tc bepalen tijd en plaats, en op
de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te
verschijnen om to worden onderzocht.
Art. 144.
De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit sub 4o. van art. 141 bedoeld,
of niot overeenkomstig art. 143 voor den militie-
commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde,
in het geval verkeert, sub 2o. en 3o. van art. 141
vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van
drie tot zes maanden gehouden.
Art 145.
De verlofganger der militie, dia niet voldoet aan
ecne oproeping voor de werkelijke dienst, wordt
als deserteur behandeld.
Art. 130.
Het Crimineel Wetboek en liet Reglement van
krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de
manschappen der militie te land. die zich onder de
wapenen bevinden, van toepassing en met opzigt
tot de verschillende gevallen van desertie op al de
bij de militie te land ingelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wape
nen te zijn:
lo. zoo lang zij zich bij bun corps bevinden:
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 be
doeld onderzoek duurt;
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn
gekleed.
Helder, 23 Mei 1876.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Helder,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
FEUILLETON.
Oorspronkelijke novelle.
Ernst is 't leven o, zalig
die 't weten.
Het sterfbed in de gevangenis
Licht in duisternis.
Bcrnard Steenhuis bezocht nog even zijn' vader.
Hoe smartelijk was 't voor hein zijn ongelukkigen
vadervoor wien zijn hart vooral in 't ongeluk
dubbel warm klopte, zoo te zien lijden.
»Dc tijd zal spoedig daar zijn mijn zoon dat
ik dit leven verlaat."
«Misschien is er nog herstel mogelijk, vader."
«Noen Bernard," sprak de zieke op zwakken toon,
nik gevoel 't dat ik niet lang meer leven kan. De
dood woelt mij reeds door de leden."
Herman Steenhuis begon te snikken. »0," ging
hij voort, «had ik slechts 't leven van eene meer
ernstige zijde opgevat. Hoeveel zou ik willen ver
beteren, hoe gansch anders zou ik wenschen geleefd
te hebbenhoe dwaas was ik den arbeid te ont
vlieden."
«Er is eene eindelooze ontwikkeling vader, i
zoo dit geene waarheid waredan zou "t eeuwige
Niet-Officiëel Gedeelte.
llelder, Nieuwediep, Willemsoord, euz.
23 Mei 1876.
Tn den laatsten tijd zijn in verschillende
plaatsen wederom valsche muntstukken in beslag
genomen, en wel te dezer plaatse een 10-gul
denstuk met de beeltenis van Koning Willem
III en het jaartal 1875, kopergeel van kleur,
welk muntstuk door het muntcollege bij onder
zoek is bevonden alle kenctekeiien te dragen
van te zijn echt, uiaar geschonden; te. Zuid-
scharwoutle en te Zwolle een 25-centsstuk met
de beeltenis van Koning Willem II en het
jaartal 1849 en te Boxel een gulden met de
beeltenis van Koning Willeui II cn het jaar
tal 1845.
Vrijdag j!. zijn te Haarlem met gunstig
gevolg geëxamineerd
Voor fraaie handwerken, de dames J. M.
G. Waleson, M. J. Blok, E. van Neck cn
G. Sevenhuyse».
De memorie, ingediend aan den minister
van binnenlandsche zaken, door de commissie
uit de waterschappen, tot voorbereiding eeuer
indijking van bet Wieringermeer, is thans in
druk verschenen. De commissie uit de water
schappen de Anna-Paulowna-, Waard- en Groet
en Waard-Nieuwland poldeis, heeft aanleiding
gevonden tot het uitgeven der brochure, in de
vrees, dat de indijking van bet zuidelijk deel der
Zuiderzee de uitvoering van het daarmede ver
geleken kleine ontwerp ter indijking van het
Wieringermeer op den achtergrond zal brengen.
Ofschoon toch de Prov. Staten van N.-Holland
op den 19 Juli des vorigeu jaars onder zekere
voorwaarden zich bereid hebben verklaard, aan
den cventueelen concessionaris voor dc indijking
van het W ieringermeer een provinciaal subsidie
te verleenen van f 750,000 ofschoon de regee
ring herhaaldelijk heeft betuigd, dat zij deze
onderneming, die van algemeen belang moet
wordeu geaclit, gaarne zal zien tot stand komen
en zooveel mogelijk wil ondersteunen, is het
thans door eene verklaring der regeering en
uit de discussie'u, gehoudeu in de beide Kamers
der Staten-Generaul bij de behandeling der
Staatsbegrooting over 1876, gebleken, dat het
verzoek om subsidie voor de indijking van het
W ieringermeer wordt aangehouden, tot dat een
beslissing omtrent die van het zuidelijk deel
der Zuiderzee is genomen. Daarom spreekt de
commissie als hare overtuiging uit, dat de
indijking van het Wieringermeer onafschei
delijk verbonden is aan het grootc plan
om 290,000 hectaren ten Zuiden droog
te maken, en dat het geheel met 's Landsbe
lang zou overeenkomen, om het kleinere deel
vooraf te laten gaan, of althans tegelijkertijd
tot dc uitvoering te besluiten.
Bijna alle bladen die wij sedert Zaterdag
ontvangen, bevallen levensbeschouwingen over
den heer G roen van Prinsterer of eenvoudig het
bericht van zijn overlijden, met een oprecht
woord van leedwezen. De Slattdaard. bevat
een hoofdartikel over Groen, hetwelk de geheele
eerste pagina van het blad beslaat; die pagina
is door een zwaren rouwrand omgeven.
Naar men verneemt, is het bericht van
sommige bladen dat het oefeningsescader uit
West-lndiü per telegraaf terug is ontboden
niet juist. Ook is in de bestemming van het
stoomschip van Galen naar West-Indië nog
geen verandering gekomen.
Tn eene openbare vergadering van het
Java comité zal a. s Donderdag de zendeling-
leeraar P. B. Haag worden bevestigd in zijne
nieuwe betrekking; de heer Haag zal de vol
gende maand Nederlaud verlaten, ten einde
de Evangelisatie onder de troepen te Atjeli te
aanvaarden.
De kassierslirma te Amsterdam, die dezer
dagen haar betalingen heeft gestaakt, is bij
vonnis der rechtbank in slaat van faillissement
verklaard.
Zondag werd in sommige godsdienstoefe
ningen der hervormde kerk te Utrecht, een
woord gewijd aan de nagedachtenis van den
grooten christenstaatsman mr. G. Groen van
Prinsterer; in het bijzonder hield ds. Felix
eene lijkrede naar openb. 14: 13, //Zalig zijn
de dooden die in den Heere sterven, opdat
zij rusten mogen van hunnen arbeid en hunne
werken volgen met hen."
Met de werkz-aamheden voor de te leggen
spoorbaan ZaanstreekEnkhuizen, zal weldra
ten aanvang gemaakt worden. Het technisch
hoofdbureau zal gedurende het eerste vijftal
jaren te Purmerend gevestigd zijn, althans men
is in onderhandeling omtrent het huren van
geschikte woningen en teekenlokalen.
Wij vernemen dat de Amerikaan Boyton
van wiens belangwekkende experimenten met
den door hem uitgedachten drijftopste! men
zooveel vernam, in den loop der volgende week
nogmaals Rotterdam zal bezoeken om, zoo
mogelijk, zijn verrichtingen te water metr in
't openbaar te vertoonen.
De arr.-rechlbank te Maastricht heeft
rechtsingang verleend tegen een leidekker te
Rothem, die een knaap in dienst had beneden
den bij de wet bepaalden leeftijd. Bij het
herstellen van een dak was de jongen er afge
vallen en had hij zéo ernstige wonden bekomeu
dat hij aan de gpvolgen overleedbij 't ge
rechtelijk onderzoek bleek, dat de wet op den
kinderarbeid was overtreden.
Het te Dordt behoorende kofschip Vol
harding, schipper A. Visser, komende van
Gent met ongebluschte kalk, is nabij de Wil
lemstad lek geworden en totaal verbrand, zoo
dat alleen het tuig is kunnen gerpd worden.
Terwijl te Winschoten een timmerman
werd begraven die op noodlottige wijze het
leven had verloren werd een zijner kinderen
een knaapje van 4- jaren vermist en eindelijk
levenloos opgehaald uit den lichter de woning
gelegen put. De door dit dubbel verlies zoo
zeer getroffen weduwe is troosteloos.
Te Harlingen is een jong man, in dienst
aan de havenwerken, tengevolge eener struike
ling, door een ijzpren handkar overreden, zoo
dat hij op de plaats dood bleef. Hij laat een
vrouw met twee kinderen, waarvan het jongste
pas 3 weken oud is, achter.
Een weduwnaar te Harlingen oud eu
aan den drank verslaafd, heeft door ophanging
leven geen voorrecht der redelijke schepselen zijn.
Zeker, 't sterven is kalmer, heeft minder verschrik
king voor hem, die de zelf bewustheid in zich om
draagt, met de krachten en gaven hem verleend
winst te hebben gedaan, maar te wanhopen behoeft
niemand, zelfs de vorst afgedwaalde niet."
«O, ware dit zoo," zuchtte Steenhuis. «Hoe gaarne
zou ik een beter raensch willen zijn, maar 't is
duisternis in mijne ziel, duisternis was 'tverledone
voor mij, en do toekomst
«Reeds dit mijn vader, dat gij wenscht een beter
menscH te zijn toont dat er oen nieuw loven in u
is aangevangen. Uw aardsche leven moge nu ein
digen dat nieuwe loven der ziel vangt des te krach
tiger aan."
«Bcrnard, mijn zoon! kunt ge mij alles vergeven
wat ik jegens u misdreef?"
«Kunt gij er dan nog aan twijfelen, vader?"
«Vergeef mij dien twijfel, Bornard. En nu. gaarne
zou ik uwe moeder nog eens voor mijn verschei
den willen zien. Veel heb ik nog met haar te
spreken.
•Tracht nu wat te rusten, het zal u goed doen,"
sprak Bernard, «morgen kom ik terug."
Toen Bernard op do straat gekomen was gevoelde hij
behoefte om nog oen poosje in de vrije natuur rond
te dwalen ten einde zich aan zijne eigene gedachten
dos te beter te kunnen overgeven. Buiten de stad
gekomen voelde, hij zich iets opgewekter, waartoe
trouwens de schoono avond van den eersten lentedag
veel bijdroeg.
Wat vloeit 't menschi iijk leven toch over van ver
borgenheden." sprak hij in zich zeiven. «Niettegen
staande dit is er bij 't vele kwaad dat we zoo da
gelijks rondom ons zien plaats hebben eene bemoe
digende gedachte. Of zal de eeuwigheid te kort zijn
om tot ontwikkeling te brengen wat hier bleef slui
meren Dc eindclijke zegepraal van 't goede ver
wachte men toch niet geheel hier op aarde. Zouden
wij," aldus ging hij voort, «niet te weinig letten
op de deugden der menschel), op hunne edele ge
zindheden en neigingen? Zeer zeker. Dat is lief
deloos. Dc maatstaf waarnaar (le daden van anderen
gewoonlijk beoordeeld worden mist meestal den stem
pel der echtheid. Des menschcn daden zijn een uit
vloeisel van zijne ontwikkeling, van zijne opvoeding,
omgeving, van de omstandigheden; wat voorden eene
zonde is. is reeds voor clen ander enne deugd. Wie
zal de grens bepalen tusschen goed en kwaad?"
Stellig zou Bernard nog verder in 't maken van
allerlei bespiegelingen zijn voortgegaan, zoo niet on
verwacht hom vriendelijk: goeden avond in de ooren
geklonken had.
«Goeden avond, vriend Joosten!" sprak Bernard,
«nog zoo laat op den weg?"
«Ja, ik had hier eenig werk op te nemen."
«Als ge 't goedvindt wandelen we samen naar
de stad terug."
«Heel gaarne," zei Joosten. «Maar haport er iets
aan
«Ja mijn vader sterft."
«Wat zegt ge?"
«De waarheid."
«Ik wist niot dat hij ziek was."
«Vader ligt aan de tering."
«Dan moetik hem bezoeken vóór hij sterft," sprak
Joosten.
«Gij zijt con edel menscli." antwoordde Bernard,
«God moge 't u vergelden."
Toen 't tweetal, al pratende de stad bereikt had
liepen hunne wegen uit elkander zoodat ze tot den
volgenden morgen afscheid namen. Bernard gin^
■erst naar zijne moeder en deelde haar al zijne ont
moetingen van dien dag mede 't was dan ook al
vrij laat toen hij te huis kwain maar gaarne luis
terden de heer Franzen en zijne gade naar 't ver
haal hetwelk Bernard deed.
«Uw leven uwe ontmoetingen," sprak Franzen
zijn inderdaad een afwisseling van licht en duister
nis. Intusschen hebt ge er aardig slag van uwe
medeminnaar onschadelijk te maken eene verbai
ning naar Amerika Inderdaad, 't is geene kloini;
beid. Wie weet welk een schoono toekomst u r
nog wacht."
•Mij
«Ja mijnheer
«Ik reken mij al gelukkig dat ik heb kunnen ver
hoeden dat Frederik de echtgenoot van Dorothea
wordt. Ik vreesde dat do baron to ceniger tijd zijne
dochter er wel toe zou dwingen. Verder hoop ik
niets."
«Kom vriend met de ontluikende natuur daar
buiten stroomt ook in den boezem des mcnsche
een nieuw leven en nieuwe hoop. Heerlijker straalt
't licht in de oogen naarmate de duisternis dikker
was. Sommige planten wassen alleen in "t licht
andere behoeven licht en duisternis om tot wasdi
en volkomenheid te geraken zooals in 't rijk de
natuur met de planten, zoo is 't ook in 't rijk der
menschcn met de geesten. De duistere raadselen
in uw leven hebben u niet geschaad, maar gebaat,
ze hebben u niet krachteloos gemaakt of vernietigd.
een einde aan zijn leven gemaakt. De onge
lukkige was vroeger een groot voorstander
van de afschaffiiigszaak.
Uit Tilburg schrijft men van den '20 Mei
De kwijnende staat, waarin de wol-industrie
zich overal bevindt, heeft eene algemeeue daling
teweeg gebracht, die zich vooral op de wol-vendu's
te Londen heeft doen gevoelen. De koers van
Februari jl. heeft aldaar 10 pCt. en de la Plata-
wol-vendu te Antwerpen 15 20 pCt. daling
ondergaan. Te Marseïlle zijn dientengevolge bij
de grootc wol veilingen dezer dagen slechts
kleine hoeveelheden afgedaan, daar houders niet
genegen waren tut dien koers af te zetten.
Deze paniek in de grondstoffen onzer fabriek-
plaats werkt hier zeer ongunstig en schadelijk.
De Cvragaosche Cl. dc beweringen van
den president van Venezuela in zijn jongste
boodschap besprekendp, wederlegt o. a. de
medeplichtigheid van de overheden alhier in
het vervoer van wapenen naar Venezuela. //Alles
wat daaromtrent gezegd wordt draagt het ken
merk van kwade trouw. Het spijt ons zulk
een onparlementair woord tegen de regeering
van Venezuela te moeten bezigen maar waarom
de waarheid verbloemen? De Venezuelaansche
regeering matigt zich het recht toe Curaijao
te bezoedelen en te bezwalken, zouden wij niet
het recht hebben met ronde woorden zonder
omwegen voor ons gevoelen uit te komen, zoo
dat gevoelen op waarheid steunt?"
Buitenland.
De metselaars te Auxerre hebben sedert
Dinsdag jl, het werk gestaakt. Zij vragen
verhooging van het werkloon ten bedrage van
5 centimes per uur.
De werkstaking der mijnwerkers in
Derbyshire is geëindigd. Zij hebben toege
stemd in een vermindering van ld-*- pCt. op
de werkloonen.
In het dorpje Heringaand, in Holstein,
ierde dezer dagen een 92jarig veteraan zijn
diamanten bruiloft. Beide oudjes zijn nog jong
van harten en wilden, ofschoon meer met jaren
dan met tijdelijke middelen gezegend, die merk
waardige gebeurtenis feestelijk vieren. Zij zon
den gedrukte uitnoodigingen aan betrekkingen
en vrienden, waarop de aldaar op 't platteland
gebruikelijke voorwaarden stond vermeld: Men
wordt verzocht lepel, mes en vork mede te
brengen. De jubilaris begreep verplicht te zijn
den Keizer een uitnoodigingskaart te moeten
zenden. Z. M. werd dus ook verzocht mes
enz. mede te brengen. De Keizer lachte har
telijk over deze zonderlinge uitnoodigingder
gelijke voorwaarde was hem nog nooit gesteld.
maar gesterkt of veredeld."
Wat dat betreft," zei de advocaat, «ik zou voor
niets ter wereld wenschen oud te worden zonder
>trijd. Hoe sober moet de ervaring zijn van hein,
die niets anders dan den voorspoed gekend heeft
een rechtlijnige weg verveelt den wandelaar en een
leven zonder moeite en bezwaren is even lastig
voor den nienseh als liet elfone pad, dat den wan
delaar geene enkele moeielijkheid oplevert. Zonder
strijd geene overwinning, zonder inspanning geen
genot Hoe steiler cn hooger de berg hoe heer
lijker 't panorama: hoe dieper kloovcn, hoeeffener
dalenin waarheid als ik ergens dankbaar voor
moet zijn dan is 't vooral daarvoor dat ik mag tooncn
aan de wereld wat de mcnseli kan."
Dc heer Franzen stond op en drukte Bernard
de hand.
v't Zijn niet de minste leerlingen van Jen Volmaakte,
welke anderen mogen lecren door hunne woorden
on daden; doch laat ons thans ter ruste.gaan. Nog
een móeielijkc strijd wacht u: 't Licht voor uwen
vader te doen gloren dat hom ziclevrede en ster
vensmoed geeft."
«O, ware mij dit vergundhernam de advocaat.
Nog langer dan een uur zat Bernard op zijne
slaapkamer voor do glazen te turen naar dc tinte
lende sterren, maar eindelijk was 't hem alsof een
vriendelijke geest zijne oogen look <-n hem toefluisterde:
«Schijnbare wanorde en strijd in waarheid,
eenheid en harmonie bij verscheidenheidhoop en
geloof slechts."
Bernard stond op en begaf zich ter ruste.
(Wordt vervolgd.)