HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Heider, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
Vergiftigde Levens.
No. 4294
ZATERDAG 4 APRIL 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37 j 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 rogels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2i cent.
LIJST van ingekomen en vertrokken
personen.
INGEKOMEN:
Naam: Beroap: Woonplaats: Van: Oei.:
C. Steeman, gopensïonn., Vosstr. 9, Alkmaar, D.G.
J. Lampert, kwart.nL, Paardenstr. 3, A'dam, N.n.
J. Klón. machinist, Binnenh. 78, Terschelling,
D. .1. öehouhage-Sinit, zond-, Achtergr. Z.Z. 8, R-C.
H Jacobs, koopm., Kromme elleb.sL 8, A'dam, N.I.
CJansen, sgt.vest.-arL. Kon.str. 80.Will.stad, H.L.
(.'.Boogaard, visscher, Brouwerstr. '2c, V eisen, O.G.
G. Molenaar, huiskn., Spoorstr. 11-15, K'dam, N.H.
J. C. M. Tangermans-Timmers, zonder,
Achterstr. 53a, R'dam, E.C.
C.v.d.Plas,opz. watersL, Zuidstr. 10, Zwolle, N.H.
K. Duursma, banketb., Herzoestr. 5, A'dam,
J. Luijten, verplee gsl., Ziekenhuis, Avereest,
W. Oukuop, sc! m.-dr.. Kl.Duitstr. 19, Schied., ILC'.
G.J.toWinkeLIt.t.z. lekl., AnkerpBS, 'sHage.NJl.
F.J.C.Bogert, sgL-konst., Janzensir. 27, A'dam,
8.C. Fasol, erkman, Kanaalw. 19, Zaandam,
A.C.D.Katvr-ilterburg.z.LangestrAJ.Aioör!, E.L.
M.C.W tllemse, kinderj.. ötationsw. 9, A'dam. N.H.
C.Jongers, arbeider, Koegras 4, A.-Paulowna.
VERTROKKEN
Naam: Beroep: Van: Naar. Gel.:
H.L. v.Gelder, hoordmach-Laan 8, N.-Helvoet, R.C.
M.J.Roozekrans, stoker, W.str.SO-31, Assend,
a.C.8ivatcrs,fcp. stoker,Jjn'tV.str.l2ö^7.-Hv^NJL
J. F. Smit. kastelein. Hoofdgracht 8, A'dam,
J. L. Goed knecht, schild., Dukw. 73, Alkmaar,
A. Smits, leerling-verpl.,Keizerstr.58, A'dam,
Wed. D. Hoekman, zonder, Achterstr. 49h,
M.l).deJongh-teullave,z^I>ükstr. 40, 'sHage,
I'.Abbo, bierhandelaar,Nieuwstr.32, Schoten.
T. J. Hooning, gepons.,C. Ditostr.66, A'dam. R.C.
J.W.A.Mulder, luit.t.z., Binnenh.,30a, Vliss. N.H.
P. Philipse, kommies, Paleisstr. 13, Helle vsl,
WJXA.Uphorst, kol. inf.,W eststr.101, Haarl.,W.lI.
G. Burlnge. broodbakker. Brcestr. la, A'dam, N.H.
W.Scliippers, bootsra., KI. Duitstr, 50, R'dam, R.C.
BINNENLAND.
Ex-Minlstsr Heemskerk.
Ex-minister Heemskerk hield op
verschillende plaatsen in ons land
politieke lezingen, Nadat door de
bladen meer dan eens gewezen was
op het minder gepaste hiervan voor
een ex-minister, wordt thans uit
Amersfoort bericht, dat de minister
er mee eindigen zal. Op eene lezing
aldaar heeft hy verklaard, dat dit
de laatste rede was,die hij zou houden.
Vloetbemannlng.
De vlootuitbreiding, die voorna
melijk voor de verdediging van Indié
noodzakelijk wordt geacht,, brengt
mede dat, in ieder geval en afgezien
van de vraag omtrent den aard ter
te bouwen schepen, een voorziening
zal moeten worden getroffen, ten
einde te geraken tot een oplossing
van het personeel-vraagsluk.
Zooals bekend is, zijn plannen in
voorbereiding om de bemanning dei-
schepen in Indié voor een deel te
doen bestaan uit inlanders, doch dit
neemt niet weg, dat ook een nieuwe
regeling noodig zal zijn om over
voldoend geschikt Europeesch per
soneel te kunnen beschikken.
Daarvoor komen twee middelen
in aanmerking, namelijk verkorting
van het dienstverband, inet het doel
de vrijwillige dienstneming te be
vorderen, en uitbreiding van de ge
talsterkte en verlenging van den
diensttijd van de zeemilitie.
Naar wij vernemen, moet het thans
echter niet liggen in het voornemen
der Regeering, voorstellen te doen,
welke zouden leiden tot verzwaring
van den militieplicht ten behoeve
van zeedienst.
Naatje van den Dam afgebroken.
Donderdag is een hooge schutting
om Naatje's beeld opgetrokkeu, zoo
dat het uit elkaar nemen van Naatje
zal kunnen geschieden, onttrokken
aan het Spiedend oog der Amster
dammers. De belangstelling voor het
in elkaar timmeren der schutting was
bijzonder groot. Honderdtallen stad-
genooten hebben de gelegenheid om
een laatsten blik op 't veelbesproken
monument te werpen, niet onopge
merkt willen laten voorbijgaan.
Aangekochte schepen.
Bij den te Portsmouth gehouden
verkoop van buiten dienst gestelde
Engelsche oorlogsschepen werden
door Nederl. slooperijen aangekocht
het slagschip „Resolution", behooren-
de tot de Royal Convereign klasse,
14,150 ton waterverplaatsing, voor
35,650 pd.st. gekocht door Frank
Rijsdijks Scheepsslooperij, Hendrik
FEUILLETON.
Een beeld der werkelijkheid.
Maar, juist eenige maanden voor
dat hij zijne nieuwe bestemming te
gemoet zou gaan, werd zijn vader
door een beroerte getroffen, en be
zweek de brave man na verloop van
vier dagen, gedurende welke hij niet
meer bad kunnen spreken of zich
verstaanbaar maken. Herhaalde ma
len had hij vergeefs beproefd iets
neer te schrijven. Onno, die hem vol
liefde oppaste en alles bedacht om
zijn lydtm te verzachten, beproefde
zijne hand over het papier te leiden,
en noemde zelfs de verschillende
letters van het alphabet op, ten einde
door een teeken te weten te komen
welke letters zijn vader bedoelde en
zoo langzamerhand de woorden samen
te stellen. Het was alles vruchteloos,
hij stierf zouder dat men zijn jongsten
wensch had geraden en moeder en
zoon bleven achter ïq het bezit van
een klein kapitaal, dat voortaan door
de weduwe beheerd zou worden.
Op zekeren avond, ongeveer drie
weken na hun verlies, zette Onno
zich naast zijne moeder neder en
vroeg haar, op bevenden toon:
„Zult gij my dwingen u te verlaten,
gelijk vooraf bepaald was, of komt
gij met my mede naar de hoofdstad
Ido Ambacht; de kruiser „Forte",
4360 ton water verplaatsing,- voor
18,500kooper de Scheepsslooperij
Holland, Hendrik Ido Ambacht.
April-zegels.
't Werd aanvankelijk een April
mop, maar later werd het toch
prettige werkelijkheid.
Een grappenmaker - of de directie
van een bioscooptheater? hadden
Amsterdamschen schoolkinderen per
advertentie in de bladen, maar boven
dien ook nog in een onmogelijk groot
aantal sti ooibiljetjes verteld, dat do
sluitzegelfabrieken aan den N. Z.
Voorburgwal 347 (defirma Postumus»
Woensdagmiddag 100,000 sluitzegels
zouden uitgeven.
Honderdduizend gratis sluitzegels
en schoolkindereu! Wat wonder,dat
de laatsten vanmorgen op de banken
al poperden om van de eersten zooveel
mogelijk te vermeesterenen dat een
hoop jongens zóó van school naar den
Voorburgwal trok om een goed plaatsje
te bemachtigen. Om één uur gisteren
liep 't al storm en de firma, onschul
dig in dezen als het traditioueelc
schapenkind, keek door haar venster
ruiten met schrik in 't hart naar die
snel wassende kinderschaar. Keek ook
naar het cinéma-toestel, dat aan den
overkant der straat werd opgeschroefd
en waaraan de operateur toebereid
selen tot een opname ging maken.
Toen besloot de firma het nuttige
en practische te paren aan het aan
gename voordejeugd, 'n Kinderhand is
gauw gevuld! En zoo kwam het, dat om
twee uur boven de hoofden der wach
tende scholieren (er waren ook heel
wat volwassenen onder) de eerste
sluitzegelvlucht neerstreek. Honder
den en honderden kleurige reclamepa
piertjes wapperden de lucht in.
Ze sprongen er naar, de jongens en
meisjes, ze grepen, ze in de lucht, ze
grabbelden ze op van den grond. Als
ze goeden buit lïadden behaald, kropen
ze op een sfoep om alvast te ruilen
een vierkant voor een rond, een groen
voor een geel.
Heel den middag bleven de kin
deren post vatten voor het „sluit-
zegelhuis". De jongens stopten hun
oogst onder de pet, de meisjes inde
zijzakjes.
De cinéma draaide, de photographen
kiekten, de firma strooide, de grap
penmaker had succes (tl.blad.)
Een gevaarlijk jongmensch.
Voor do rechtbank le Bioda stond
2 April terecht de 19 jarige Fonger
Bruinsma, beschuldigd in den zomer
van 1913 een revolver gestolen te
hebben ten nadeele der coöperatieve
Roomboterfabriek „DeHoop" teEtten,
verder, op 2 Februari j.1. zijn voor-
maligen directeur, den heer Y. Th.
Terwisga van Scheltema, door be
dreiging, met geweld gedwongen te
hebben tot het afgeven eener schuld
bekentenis ad fllO door Bruinsma
in Augustus te Breda geteekend en
dezen overhandigd vervolgens dezen
geforceerd te hebben tot het betalen
van f200 in bankpapier en f 10 aan
baar geld, doordat hy, op eenige
passen afstands van den heer T. v.
Sch. een x-evolver op hem gericht
hield onder de woorden „ik schiet je
dood", en bovendien op 5, 14 en 17
Februari j.1. hem schriftelijk bedreigd
te hebben met een misdrijf tegen
het leven, zoo de lieer T. v. Sch.
hem niet zond1000 Mark, 2000
Mark, weer 1000 Mark, en nogmaals
laatstgenoemd bedrag, poste restante
Keulen.
De eenige getuige, de heer Y. Th.
Terwisga van Scheltema, verklaarde,
dat bekl. eenig'en tijd aan zijne fabriek
is geweest, doch aldaar 20 Juni ont
slagen. Zes ii zeven weken daarna
werd de bedoelde revolver vermist.
Op 2 Februari kwam bekl. zijn
voormaligen chef opzoeken in zijn
kosthuis onder voorwendsel de f 110
schuld gedeeltelijk af te lossen. Aan
gezien de schuldbekentenis ten kan
tore was, begaven beiden zich daar
heen. Zij zetten zich aan tafel, bekl.
besprak de moeielijkheid, als ontsla
geue weer aan werk te komen, on
derwijl nam de heer T. v. Sch. de
vordering en voldeed deze. Al pratend
werd het later, en op een gegeven
moment zag de directeur Bruinsma
vlak bij zich staan met een revolver
op hein gericht. Op de bedreigingen
van bekl. liet de heer T. v. Sch. toe,
dat bekl. de quitantie nam, ja, zelfs
gaf de directeur nog de verlangde
f200 bankpapier en f10 baar geld
aan den -brutalen kwant. Achter
waarts verliet de jongen daarop de
woning, en zond, op 5, 15 en 17
Februari uit Bonn, Aken en Keulen,
achtereenvolgens zeer merkwaardige
dreigbrieven aan zyn slachtoffer. In
overleg met de justitie liet de heer
T. v. Sch. aan den onverlaat weten,
dat hy deze persoonlijk 1000 Mark
ter hand zoude stellen, 't zy in Venlo
of Maastricht, met welke overeen
komst Bruinsma accoord ging, zelfs
zochl hij, beleefdelijk, een trein voor
zijn geldschieter uit.
Bruinsma ging naar 't station
Maastricht en de kranige brigadier
Zuur veld knipte den vogel.
Ter zitting ontkende Bruinsma
alles. Nadat hem zijne volledige
bekentenis, afgelegd bij den rechter
commissaris, voorgelezen was, gaf
de jongen de dwaze verklaring, dat
hij de brieven ten kantore geschreven
had, op last van zyn voormaligen
directeur, en naar genoemde plaatsen
van dezen moest, reizen, om ze aldaar
aan diens adres te posten.
Fluks werd getoond, dat postpapier
en inkt 't schrijven ten kantore
logenstraften.
Het O. M., waargenomen door mr.
F. üouvée, ging één voor één de
euveldaden na, wees er op, hoe geens-
zins geldgebrek hein tot schrijven
der brieven dreef, zette de ongerijmd
heid van bekl.'s verdediging ter zit
ting uiteen en eischte wegeus diefstal,
afpersing en bedreiging tegen het
leven gericht, zus jaren gevange
nisstraf.
Mr. H. J. J. van den Biesen bepleitte
do aannemelijkheid van bekl.'s bewe
ren tor zitting, zag in Bruinsma's
daden wel een brutale bedreiging,
evenwel zonder de bedoeling, daaraan
gevolg te geven en drong op clemen
tie aan, gelet op bekl.'s jeugdigen
leeftijd.
Uitspraak over 14 dagen.
BUITENLAND.
Nederlandsch kapitein
in Dultschland gearresteerd.
Berlijn, 2 April. Aan het „Berliner
Tageblatt" wordt uit Duisburg ge
meld, dat kapitein Vos, van de Ne-
landscho sleepboot „De Wet" die
door onvoorzichtig varen de oorzaak
werd, dat in de haven van Ruhrort
een sleepboot zonk, waarbij vier
inenschen 't leven verloren, na door de
justitie verhoord te zijn, gearresteerd
is. Het bleek, dat Vos geen patent
als scheepskapitein bezat.
Vliegongelukken.
Munchen, 2 April. Vanochtend zijn
op het vliegterrein te Schleissheim
twee officieren met een vliegtuig ge
vallen. Do eerste-lnitenunt Rueliti is
ernstig gekwetst, luitenant Dank-
meyer gedood. Het ongeval is ver
moedelijk veroorzaakt, doordat een
voorwerp in de schroef geraakte,
waardoor die in stukken brak en de
verbindingsstaaldraden vernielde.
Op een ijsveld afgedreven.
St. John (New Foundland), 2 April.
170 opvarenden van het stoomschip
„New Foundland" zijn tijdens de rob
benvangst op een ijsveld afgedreven
en hebben 48 uren in een zwaren
sneeuwstorm doorgebracht. Vijftig
dooden en stervenden zyn gevonden.
Er zijn vaartuigen uitgezonden om
de anderen te zoeken.
Een zooeven van het zeilschip
Bellaventure ontvangen bericht zegt,
dat 40 man van de opvarenden der
„New Foundland" dood zijn. De Bella
venture heeft 30 levenden aan boord,
die zwaar hebben geleden van koude.
De weduwe zag hem vol liefde
aan, en antwoordde teeder:
„Het zou mij veel kosten, kind,
heel veel, hier alleen te blijven. Maar
hoe wil het anders? Ik ben aan dit
huis gebonden."
„Misschien zoudt gy het tijdelijk
kunnen verhuren, moeder."
„Helaas! mijn jongen, wat zou uw
vader van dit alles gezegd hebben?"
„Hij kan onmogelyk hebben voor
zien dat hij ons zoo spoedig zou
komen te ontvallen, en uw leven in
dit uitgestorven huis zou zoo treurig
zyn."
„Maar gij, Onno, kunt gy niet
blijven?" vroeg zij, aarzelend, want
zy had zoo zelden een verlangen
durven uitspreken gedurende de dei tig
jaren van haar huwelijk, „ik weet
het wel, vader's plannen voor u waren
anders, maar gij zult nooit een ge
schikt koopman zijn, dal moet in den
aaid zitteu, ol' wel het komtcr nooit
in. Wij hebben genoeg om stil van
te leven, en gij zult u ongestoord
met de muziek kunnen bezighouden."
De jongen greep hare handen in
de zijne.
,0! moeder," sprak hij gejaagd
„de muziek! Daar uoemt gij juist
hetgeen mij geen oogenblik uit de
gedachten is. Neen, ik ben niet voor
den handelsstand in de wieg gelegd
en ik zou diep ongelukkig zyn, indien
ik myne viool voor iets anders moest
vervvaarloozen; maar indien ik hier
bleef, hier waar men nooit een con
cert bij kan wonen, nooit iets goeds
hoor in de verschillende familie
kringen, zou ik even goed mijn kunst
zien uitdooven. Heb medelijden met
my en vergezel my naar Amsterdam.
U hier alleen te weten, zou al myne
vreugde vergallen, ook al stondt g(j
mij toe voortaan tot. artist opgeleid
te worden. Gij zoudt eens zien hoe
gelukkig wy samen zouden zijn, in
eene kleine woning, ver van het
gewoel der stad. Ik zou myn kennis
sen bij u brengenwy zouden samen
lange wandelingen maken, en gij
zoudt getuige wezen van mijne vor
deringen, en later ook van myn roem."
„Roem herhaalde de oude vrouw
peinzend: „Gelooft gij werkelijk, dat
deze zoo spoedig komt?"
„Gy zult het eens zien, moeder,
en nog beleven dat ik met mijne
kunst evenveel geld verdien, als ik
anders met den handel zou hebben
gemaakt 1 Voor mij zei ven bekommer
ik mij daar weinig over. Zoo ik slechts
mijne viool heb zal ik altijd rijk
genoeg zyn, maar ik zou het wen-
schen om uom met u te kunnen
reizen, u alle gemakken te bezorgen,
u te danken, dat ik u dio verschaft
had."
De arme vrouw was tot in het
diepst harer ziel getroffen door
veel hartelijkheid, en onder tranen
beloofde zij hein aan zijné beden
gehoor te zullen geven en hem naar
de groote stad te vergezellen.
Maar nietalhunnedroomen kwamen
tot vervulling. Allereerst mochten zij
er niet in skigen het oude huis te
verhuren, wat hen dwong zeer
matigd te wezen in de eiachen die
30 schepelingen worden vermist.
Een ander zeilschip, de Southern
Cross, met een lading van 20,000
robbenvellen aan boord, is het laatst
gezien op Dinsdagmorgen bij Kaap
Race. Toen stak een sneeuwstorm
op en sedert dien heeft men niets
meer van het schip gehoord. Men
vreest dat het vergaan is.
Rusland en Pruisen.
Een Russisch kapitein, Poljakow
genaamd, was in Schichau om leger-
bestelliugen voor zijne regeering te
doen, en bezocht tijdens de carnaval-
dagen het naburige Keulen. Op het
station geraakte hij in gedrang naar
aanleiding van een zakkenrollerij,
en een werkman, die zijn horloge
miste, wees hein aan als de dief.
Kapitein Poljakow werd gevangen
genomen, hy kon zich niet legiti-
meeren en tien dagen lang bleef de
arme kapitein gevangen. De Russi
sche kapitein beklaagde zich onmid
dellijk bij den Russischen gezant in
Berlijn en binnen de vier weken
bood de Duitsche regeering baar
verontschuldigingen aan voor het
dwaze en ongemotiveerde optreden
van de Keulsche politieambtenaren.
Minder gelukkig iiep het met een
drietal Duitschers af, die in het groote
Russische Rijk onder vermoeden van
spionnage gevangen genomen werden
en die, in weerwil van alle pogingen
van de Duitsche diplomatie, nog
maar niet vry kunnen komen. Het
betreft hier een luchtreiziger uit
Berlijn, die met zijn ballon de Russi
sche grenzen passeerde, iets, wat,
zonder speciale vergunning, niet j
geoorloofd is. Bovendien is hij nog
zeer ouvoorzichtig geweest door geen
voldoende legitimatiebewijzen bij zich
te hebben en ook door een foto-
grafietoestel mee te nemen. Natuur
lijk, dat de Russische autoriteiten
infonneeren, en de gevangen lucht- j
reiziger, de heer Berliner, een zeer j
bekend Berlijner, beweegt heinel en -
aarde om vrij te komen, wendde
zich tot den gezant in Petersburg, j
tot do Duitsche regeering, tot in-
vloedrijko vrienden in het vaderland, j
Hy betoogde, dat hy financieel geruï- j
neerd zou worden door de langdurige
afwezigheid uit zijn zaken, dat hij
lichamelijk een knauw kreeg door i
zijn vrijheidsberooving, dat zijn
zenuwgestel totaal -an de war was. 1
En de Russische regeering denkt
er nog niet aan spoed .te zetten 1
achter dit proces wegens „vermoeden
tn spionnage."
En in Duitschland vindt men het
eigenaardig, dat, wat de Russische
diplomatie in vier weken geëindigd
wist te krijgen, de Duitsche nog in
geen 6 weet te doen beginnen. Want i
de heer Berliner zit al van 17 Fe- j
bruari af gevangen, en er is nog
geen begin gemaakt zelfs met zijn
proces.
Wèl een lief land, Rusland!
Dit bewijst ook wel het volgende
bericht. De Russische afgevaardigde
Poeresjkewitsj, berucht reactionair,
is op den inval gekomen een staats
advertentie-bureau op te richten als
monopolie. Niet bij wijze van socialen
maatregel tot heil van de gemeen-
schap, neen, alleen ten dienste van
de reactie. Wat toch is het geval?
In weerwil van alle pogingen van
do autoriteiten om de reactionaire -
pers op de been te houden, worden
de blaadjes niet gelezen en dusadver-
teert ook niemand er in. En dat
ging toch niet, vonden Poeresjkewitsj
en zijn vrienden. Rusland zou te
liberaal worden en te vooruitstrevend
en daarom moesten die reactionaire
blaadjes geholpen worden. Wordt nu
een Rijksbureau opgericht, met een
monopolie, dan bestaat niet alleen
mogelijkheid, de provisie in de
schatkist te storten, maar ook de
adveitenties aan de bladen der:
rechterzijde en uiterste rechterzijde
te geven. Poerisjkewitsj wil, dat het1
bureau alleen advertenties zal ver- i
strekken aan bladen, die in de hoofd
stad 3000, in de provincie 1500
exemplaren per oplage kunnen aan
wijzen, en wier tarief dan zal worden
vastgesteld naar de grootte der oplage.
De verdeeling der advertenties over
die bladen zal door daarvoor expres
selijk aangestelde ambtenaren ge
schieden.
De kwestie is nu alleen maar of
de menschen in die blaadjes willen
adverteeren, want anders geeft dat
heele staats-advertentie bureau nog
geen zier. Maar wie weet? In Rus
land is alles mogelijk zal men
ze doodeenvoudig niet dwingen.
zij aan hunne nieuwe woning zouden
stellen. Zij eindigden met een klein
bovenhuisje te betrekken in een der
drukste straten der stad, en juffrouw
Holdius dacht niet zelden met wee
moed terug aan haar vreedzaam dorp,
waar jong en oud haar kenden, waar j
zelfs de huisdieren der buren op hare
roepstem rot haar kwamen om eene
liefkoozing af te bedeleu, en waar
zij zoozeer genoten had van den zon-
nigeu tuin, met zijne door haarzelve
gekweekte bloemen eu planten. Hier
gevoelde -zij zich als verloren. Zij
kende er niemand, en nooit ontmoette
zy een sterveling die haar goeden
dag wenschte. Dit viel haai hard;
het scheen haar toe dat de dagen er
minder goed om moesten zijn. Onno
was ook het meest van den tijd af
wezig; hy volgde trouw de lessen
aan ile muziekschool, en des avonds
woonde hy concerten bij, waar zy
zich om haar rouw niet heen kon
begeven, en zich trouwens ook on
gelukkig zou hebben gevoeld. Zij was
dus bijna altijd alleen, en dat was
eene kwelling voor de vrouw, die
nooit geleerd had genoegen in boeken
te vinden. Maar er was één ding dat
haar over dit alles vertroostte: zij
zag dat haar kind gelukkig was. Als
hij te huis kwam hoorde zy zijne
steeds klimmende droomen voor de
toekomst aan, en hij sprak metzulkeen
geestdrift, dat zij bij oogenblikken ge
loofde, dat hetzyn moest gelijk bij zeide.
Op een zomeravond keerde hij huis:
waarts met een van vreugde stralend
gelaat.
Uit de Heldersche Samenleving
door P. N\ v. R.
Zeeman-Zeaschilder.
Dien middag huilde en loeide een
wilde storm langs onze kust, de
woeste windvlagen vielen met klage
lijk gejammer aan op den Zeedijk
en met onbedwingbare macht werkte
en woelde de zee al hooger tegen
de groote grauwe steenen, waartus-
schen het machtige water met een
borrelend geluid van spattende schuim-
bellen brak. De lucht ging zwaar en
laag en een mijlenlange branding
sloeg hoog op en de nijdige vaalwitte
golven zwiepten hier en daar dichte
wolken water als rook van afge
brande huizen. En een aantal botters
zochten als op de vlucht gejaagd de
haven van 't Nieuwediep op, gingen
herhaaldelijk met harde en schok
kende stooten gelijk een veer op en
neer in de bruiskoppen en de vis-
schers aan boord werden af en toe
druipend nat getrakteerd door uit
dagende zeetjes, die brutaal en ge
weldig over de houten kasten knak
ten, soms boven den boeg uit.
Maar de harde Zuid-Wester mocht
met nog meer kracht doorschieten
en buiten de zee rollend hol maken
verscheidene stoere mannen uit
de oude Heldersche buurten hadden
zich rustig teruggetrokken in het
houten hokje bij den windwijzer,
knus-gezellig en onbereikbaar voor
het ruwe weer een eenvoudig
volk van kracht en kern, altijd daar
trouw op den uitkijk, nu met byna
gespannen aandacht rond een zee
man-schilder, die onder hün afdakje
aan een doek zat te werken, vrij
moedig en op zijn gemak alsof hij
thuis op een rustig zolderkamertje
bezig was. En terwijl hij een echt
typisch Heldersch onderwerp kalm
en ongedwongen penseelde en met
schilderslust en schildersgaven en
met fijn gevoel en goeden smaak de
moeilijke kleur- en toonnuances
mooi natuurlijk en zonder overdrij
ving weergaf van den Noorder- en
Zuiderzeehaaks aan den overkant,
waar brandgloed fel-vlammend door
het scheurend zwarte rag van wilde
wolken scheen, waar de razende zee
vol beweging was en waar kort bij
een Heldersche visschersschuit door
wonderkracht werd aangegrepen
terwijl hij een sympathiek en krachtig
opgezet zeestuk schiep en te midden
van gepraat en gelach zyn aantrekke
lijk motief volkomen beheerschte en
dat zoetjes aan steeds rijper en rijker
en voller werd, hoorde je de ver
schillende luidruchtige meeuingen
van de beschouwers van de wak
kere, rondborstige kerels, die zich
voelden aangetrokken tot het stukje
werkelijkheid dat met vlotheid en
gemakkelijkheid werd gecomponeerd.
Eene oude zeerob met breedgerande
zuidwester op het reeds vergrijsde
hoofd, kort oliejasje en hooge laarzen,
met grauwe ringbaard, bruinen hals,
borstelige wenkbrauwen en open ge
laat, verweerd en gerimpeld door
regen en wind - zoo'n bejaard type,
die van kindsaf op de Noordzee heeft
gevaren, stond vlak bij den ezel en
hield de oogen strak gevestigd op de
handen van den schilder, die schijn
baar naar niemand luisterde en maar
net deed alsof hy er alleen was. „Ik
heb wel eens meer van m'n leven
hier een schilder zien kladderen
maar zóó, nee van de zee hadden
die knapen geen kaas gegeten. Dit
is echte zéé daar zit diepte en
beweging in en de lucht prachtig,
precies zooals ze wezen moet en
„Ik heb eene uitnoodiging voor u,
moeder," riep hij uit.
„Eene uitnoodiging?" herhaalde zy
ongeloovig. „Zijn er dan vrienden
uit het dorp over? Maar dan zouden
zij wel terstond hier gekomen zijn."
„Neen, het zyn nieuwe vrienden.
Ik maakte van morgen toevallig ken
nis met hen en mocht hen de vel
schillende museums door geleiden."
„Vrienden van één dag?" mom
pelde de oude vrouw hoofdschuddend.
„Zij zullen nog vele jaren onze
vrienden zijn, daarvan ben ik over
tuigd;" verzekerde Onno: „Gy kunt
u onmogelyk aangenamer lieden voor
stellen, en daarbij is de vader een
groot kunstenaar."
„Ook al een kustenaar?" luidde
het met een zuchtje, en de arme
vrouw dacht terug aan al hare vroe
gere bekenden en vrienden, goed
hartige, eenvoudige menschen, die
altijd even hartelyk voor haar en de
haren waren geweest, maar zich
nooit om de kunst bekommerd luid
den. Hoe gaarne had zij wederom in
die nederige kriogen geleefd I Zelfs
de geest van haar zoon nam een
vlucht waarin zy hem niet volgen
kon, en wanneer bij haar met zooveel
gloed van Handel's werken vertelde,
begreep zij niet hoe een verstandig
mensch eenig geluk kon vinden
in zulke oude, lang vergeten schep
pingen.
Onno had echter haar uitroep niet
verstaan en herhaalde:
„Ja, h(j is reeds sedert jaren een
beroemd schilder, Georges Renaud;
dan de visscher die zoo mooi door
het Molengat komt, sprekend - hij
heelt het niet lekker, want de zee
rolt over z'n boeg - en dan die
vletterman in de buien d'r op uit
en die van koppen in geulen ploft en
drijft van de slierten water - dat
is allemaal wat je noemt: écht. Als
dat doek nou eens in de puntjes
klaar is, mijnheer Jaarsma, dan wed
ik dat je er wel honderd gulden voor
maakt."
Mijnheer Jaarsma glimlachte even
en schilderde gemoedelijk en stil
zwijgend voort totdat' hij voor goed
ophield en zijn materieel weer in
pakte. Toen liepen we samen over
den Zeedyk terug naar de gemeente
en met genoegen luisterden we naar
hetgeen deze Heldersche zeeman
schilder onderweg vertelde.
.Ik vind hoofdzakelijk myn kracht
in water en lucht, mijnheer. Daar
ik zelf zeeman ben en de hoedanig
heden van het een en het ander
door en door ken, merk ik alles
scherp op wat noodzakelijk is voor
een juist zeestuk. Als je iets van
de zee wil schilderen, moetje weten
wit de zee is en wat er al niet in
zit om je te prikkelen, om je in
stemming te brengen voor een zuivere
schets. Het best schilder je - wat
ik vaak gedaan heb - aan boord
van een vaartuig, midden in de volle
natuur, want dan eerst verkryg je
de mooiste toon.
Een gewoon mensch, die wel eens
voor z'n genoegen op het groote
water vaart of iemand die aan het
strand te Huisduinen of van den
Zeedijk om zich heen ziet, zal lang
zooveel niet opmerken in de dingen,
waarvoor een zeeman - die aan
schilderkunst doet in geestdrift
raakt. De zeeman schilder vindt op
dat uitgestrekte terrein o zooveel
stof, dat hem telkens nieuwe ideeön
geeft, hy leert dé&r hoe alles behoort
te wezen op een doek dat door een
juist karakter waarde heeft. De zee
man-zeeschilder treft op het water
allerlei indrukken en tinten in de
oogenschijnlijk eenvoudigste taferee-
len, die jo te land tevergeefs zoekt.
Wij, Nieuwediepers, kunnen niet
genoeg van den Zeedijk profiteeren
aandacht schenken aan het
schouwspel rondom. Kijkt u nou
eens daar op de Noordzee dat
schoenertje en die schuitjes - de
standen van zeilen die koppels
meeuwen, vliegend en schreeuwend
van honger - dat opkomende buitje
ginds - die donkere lucht hier -
en dat heldere blinkje weer daar,
waardoor de zon straks misschien
heendringt om je een wunder-fraai
effect te brengen. Dan moet je gade
slaan de zomeravond die met zijn
kalme rust neerstrijkt over het water.
Boven de lichtdeinende zee welft
zich de onmetelijke hemelkoepel,
waaraan wolkjes drijven, zachtrosc
gekleurd door de zon. Voortgedreven
door het windje, dat koelte brengt
na het heftig zonnebranden heel den
langen dag, spelevaren de botters
en schuitjes naar de haven. En als
de zon met waarneembaren spoed
ondergaat schitterend rood iu de
horizon als een boog van glooiend
vuur nog zichtbaar is en de heele
natuur zwygt, wanneer het machtige
hemellichaam verdwijnt als de
golfjes zachtjes zingen en donkere t
schaduwen Texel omhullen dat zich
scherp afbakent in de witschuimende
golven. En dan wanneer de storm
langs ons heen buldert, de lucht 1
droevig en dreigend staat en de zee j
hoog en onstuimig is en de zee
vaarders met kloek beleid zeilen I
wondcrschooue stemmingsbeelden zie I
je als zeeman zeeschilder in het een
en het ander. En verderop nog, als
je dagen lang rondzwabbert, in je
eentje op kwaad water, met een j
enkel ander schip in den omtrek, j
met een boot of bark die je voorbij
schiet of tegemoet komt - ach, er j
is op zee zooveel dat het oog van I
een zeeman-zeeschilder boeit. Dobber
eens in de buurt van het vuurschip, 1
tusschen onze visscherlui, hoe mag
nifiek zijn daar dikwijls de zeetafe
eigenlyk gezegd heet hy Reynaud,
i want hij is een Nederlander; maar
als jong artist zag hij in dat hier
geen geld te maken was, en vestigde
zich te Parijs, waar hy thans nog
i woont en ook getrouwd is. Hy heeft
zyn vaderland aan zyn oudste dochter
willen doen kennen en zoo zijn zy
voor een paar weken hierheen ge
komen. Ik ben overgelukkig hen
ontmoet te hebben en schijn ook hem
goed bevallen te zyn, want ik moest
hem mijne levensgeschiedenis ver
I tellen, en zij wilden volstrekt dat ik
morgen met u in het hötel by hen
zou komen eten."
i Een donkere blos bedekte het ge-
j laat der moeder.
j „Maar, beste jongen," zeide z(i;
„waar denkt gy aan? Hebtgyudan
niet herinnerd, dat ik eene onwetende
ziel ben en nooit een vreemde taal
heb geleerd?
J „Dat komt er niet op aan. Juffrouw
Renaud spreekt heel aardig Hollandsch
j en wil van haar verblijf in Nederland
gebruik maken om onze taal zooveel
mogelijk machtig te worden."
„En mijne kleeding, die zoo achter-
i lyk b(j de hare zal zyn?'
I „Gij ziet er altyd even goed uit,"
j verzekerde hy, den arin om haar hals
slaande. „Och, toe, moedertje, doe mij
het genoegen hun voorstel aan te
nemen."
I Hoe zou zij hem iets hebben kun
nen weigeren Had zij hem niet haar
I gansche leven ten offer gebracht? En
wat beteekende dan een middag van
verveling, van verootmoediging zelfs,
reelen. Het loont de moeite, het is
leerzaam om de menschen in hun
doen op deze plaats gade te slaan.
De een is bezig met het net in te
draaien, de ander zet z'n zeilen bij,
een derde loopt voor den wind en
een vierde gaat bij den wind op en
dan weer die standen van zeilen
een zeeman-zeeschilder ontmoet ge
durig wat dat hem bekoort en in
spireert. Ik heb volop gelegenheid
gehad om op dit gebied veel op te
merken. Op de schoolbanken ben ik
met schilderen begonnen en op 13-
jarigen leeftijd ging ik naar zee en
kreeg, het liefst zeestukjes schilde
rend, meer en meer lust in de kunst.
Mijn eerste reis maakte ik als jongen
met de Hollandsche bark „Magda-
lena", kapitein Wielema. In die dagen
heb ik een aantal stukjes geschilderd,
die naar alle oorden van de wereld
gingen, speciaal aan inrichtingen voor
zeelieden cadeau gedaan werden.
Later ging ik over op de Indische
vaart en kwam o. a. op de Adriana",
120 dagen uitreis en 182 dagen
thuisreis. Tien jaar verder werd ik
geplaatst bij het loodswezen en van
dien tyd af heb ik mij eerst recht
goed op het schilderen toegelegd
en in dat afgeloopeu tijdperk een
massa zeestukken gemaakt voor
heeren officieren van de marine, voor
professors, voor militaire autoriteiten,
voor den kunsthandel van Ph. de
Vogel te Groningen, voor verschil
lende kapiteins van onze groote
stoomvaartmaatschappijen, voor Ned.-
Indie en het buitenland."
Al pratende waren we in de Jan-
zenstraat gekomen en de heer H. A.
Jaarsma, die in onze gemeente geen
onbekende is en bij liefdadige gele
genheden menigmaal bereid was om
een zeestuk af te staan voor ver
loting waarvan de opbrengst kwam
in het belang van hen die steun
behoefden - de heer Jaarsma noo-
digde ons uit om nu ook maar eens
een kijkje in zyn atelier te nemen.
Daar prijkten eenige kostbare schep
pingen, door genialen aanleg schoon
ontwikkeld - zeestukken met voort
durende afwisseling, treffend door
den eenvoud en zuiverheid, forsch
en breed in afwerking en expressie.
Bijvoorbeeld „De loodskotter in
open zee", waarover de kunst-
critiek al eens een hoogst waar-
deorend oordeel deed hooien, geeft
een uitmuntend beeld van zoo een
vaartuig onder zeil, in de omgeving
van het vuurschip - het is een
voortreffelijk geslaagd stukje werke
lijkheid, waaruit een echte Holland
sche zeemanstoon spreekt, waarin
water én lucht èn figuren tintelen
van leven. Maar ook andere doeken
zijn sprekende wedergaven, dragen
den stempel van diep doordenken,
van gevoel en practische kennis des
zeeman-kunstenaars. Terecht vindt
de heer Jaarsma zijn kracht in de
natuurlijke weergave van water en
lucht. Zonder gezochte effecten is hij
hierin tot in de details mooi, helder,
zuiver en wddr. Jaarsma is de man,
die, uit den aard van zijn vak en begaafd
met scherpen blik en zeer fijn onder
scheidingsvermogen, de zee begrijpt;
hij leeft in gedachten mede met hot
leven van 't volk, dat de zee be
studeert en elk golfje en elk wolkje
duidelijk vat. Hy schildert de zee in
avondrust met het laatste licht van
de zon, hy schildert haar bij een
felle samenspanning en een worste
ling van alle winden en hy schildert
haar als de bliksem flikkert en het
schor dondert en de lucht vol „vui
ligheid" zit.
Het moet voor ons Nieuwediepers
een streelend gevoel zyn, wanneer
onder velen wordt gewaagd van
Jaarsma's veelbelovend werk. En als
zelfs bevoegden dien lof uitspreken,
dan mag daaruit immers wel wor
den afgeleid dat die hulde welveri
diend is?
de makke beul.
Dame (tot de vrouw van een van
de examinatoren van de dezer dagen
gehouden examens):
Ik begrijp nietdeexamaudi zeggen
dat mijn man een beul is. Hij is thuis
zoo mak als een lam".
(Historisch).
als het er op aankwam hem gelukkig
te zien?
Van Georges Renaud had zy nooit
te voren hooren spreken, maar dat
beteekende niets; zy was in het ge
heel niet op de hoogte van hetgeen
er in de kunstwereld omging en zy
twijfelde niet of het was gelyk Onno
zeide, maar dat maakte hare ver
legenheid niet minder; als hjj zoo
beroemd was, moest hjj ook met
medelijden op haar neêizien, op haar,
die slechts verstand had van bloemen
en planten, en over geen geleerdheid
raeö kon praten.
Zij werd dus aangenaam verrast,
toen zij waarlijk vol harte Ijkheid
werd ontvangen, en vader en dochter
zich om het zeerst beijverden haar
den avond te veraangenamen.
De kunstschilder was een breed
geschouderd man van hooge gestalte,
met een opgeruimd gelaat en groote,
bruine oogen. Zijn lange knevels
waren opgedraaid, en verhoogden
geenszins zijne schoonheid; maar
men behoeft niet niool te zijn om de
harten voor zich te winnen, en dat
deed hjj, door z|jn gullen toon en de
oprechtheid waarmede hjj niet aar
zelde zjjne zaken voor een ieder
bloot te leggen.
Wat zijne dochter betreft; zij was
eene bekoorlijke verschijning, ofschoon
hare trekken niet regelmatig of fraai
mochten heeten.
(Wordt vervolgd.)