HELDER8CHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
DE HELDERSCHE COURANT
Aardrijkskunde
Het Eiland Texel
w
No. 4302
DONDERDAG 23 APRIL 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 cL, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37$ 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Broote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2} cent
Het eerstvolgend nummer
van ons blad verschijnt
Zaterdagmiddag.
is DINSDAGS-, DONDERDAGS- en
ZATERDAGS na half één verkrijg
baar in de KIOSK (Vestibule)
aan het Station,
:- - a 21/» cent. - -:
BINNENLAND.
Het zwervend jongetje
te Zoeterwoude.
Het 10-jarig knaapje, dat Zater
dagavond onder Zoeterwoude werd
gevonden en vooraf door zijn stief
moeder verlaten te ziju, is gebleken
reeds een volleerde bedrieger te zijn,
die de politie met den medelijdenden
burgemeester die hem liefderijk in
z(jn huis opnam incluis, heeft beet
genomen.
Uit oen onderzoek is gebleken, dat
de jongen - ditmaal voor de achtste
maal uit het ouderlijk huis te
Haarlem is weggeloopen.
Uitbreiding Centraal-Station te
Amsterdam.
Bij de Tweede Kamer is blijkens
raededeeling, Dinsdag door den Voor
zitter gedaan, ingekomen een wets
ontwerp tot verklaring van het alge
meen nut der onteigening ten be
hoeve van uitbreiding van hetCeutraal-
Station te Amsterdam met aanhoorig-
heden, bouw van een tweede viaduct
langs de Haarlemmer Houttuinen
aldaar en verbreeding van de aan-
belende spoorbaan.
In de toelichting tot het bij de
Tweede Kamer ingekomen wetsont
werp voor de onteigening, wordt mede
gedeeld, dat het groote, ieder jaar toe
nemende aantal treinen, dat op het
Centraalstation te Amsterdam moet
worden behandeld, liet noodzakelijk
maakt dit station uit te breiden.
De hoofdsporen die naar en van het
station leiden, zijn in aantal niet
meer voldoende en de rangeerter
reinen aan beide zijden van het
middenstationseiland zijn te bekrom
pen. Vertragingen bij aankomst en
vertrek der treinen kunnen hiervan
het gevolg zijn, terwijl de dienst
slechts met de grootste inspanning
kan worden gaande gehouden.
Ten einde het aantal perrons te
kunnen vermeerderen, de rangeer
terreinen belangrijk uit te breiden,
een nieuw terrein aan te leggen in
het Westerdok, zoomede het aantal
hoofdsporen in westelijke richting te
verdubbelen, zijn verschillende wer
ken ontworpen.
Stuurliedenexaman.
's-Giavenhage, 20—21 April. Ge
slaagd groote stoomvaart eerste
stuurman Z. K. Leclerq, derde stuur
man C. Ewoudt, J. de Groot, K.
Gomes en C. J. Degraan.
De Emmabloem.
De opbrengst van den verkoop van
de Emmabloem te 's-Gravenhage is
ongeveer f 8000, in welk bedrag f 850
is begrepen, te Scheveningen ont
vangen.
Te Zaandam bedroeg de opbrengst
van het T. B. C. bloempje ruim f800,
d. i. ongeveer f100 minder dan in
het vorige jaar, waarop waarschijnlijk
de staking niet zonder invloed is
geweest.
Zonderlinge wraakneming.
Het dienstmeisje van ds. Drijver te
Naarden zou met 1 Mei haar betrek
king verlaten. Zij had reden om aan
te nemen, dat mevrouw haar geen
goede getuigen zou geven, en om
haar boosheid hierover te uiten, deed
zij Maandagavond... Sunlight-zeep in
de koffie, voor de familie bestemd.
Mevrouw Drijver dronk van die koffie
doch proefde dadelijk een vreemden
smaak. Vergiftiging vreezend, riep
men de hulp van een geneesheer in,
van
door P. DEUZEMAN,
Hoofd dor School te De Cocksdorp op Texel
en Leeraar Middelbaar Onderwijs
in Aardrijkskunde.
In 1914 herzien door:
J. DAALDER Dz. en W. METS Tz.
1).
HOOFDSTUK L
Ontstaan van Texel.
Het eiland Texel is een der merk
waardigste plekjes van Nederland en
wel waard nader te worden gekend.
Het is ongeveer 5 uur lang, nagenoeg
2 uur breed en beslaat eene opper
vlakte van 18355 H.A., lerw(jl de
bevolking ongeveer 6600 zielen be
draagt.
Door vele schrijvers uit vroeger en
later tijd wordt aangenomen, dat
Texel eenmaal met den vasten wal
verbonden was. Een bepaald jaar,
waarin de afscheiding van den vasten
wal heeft plaats gehad, is niet op te
geven, om reden, dat die afscheiding
voor en na, dus langzamerhand, ten
gevolge van verschillende watervloe
den, is bewerkt.
Vooral de watervloeden van 839,
1170 en 1260 schijnen van grooten
invloed geweest te zijn. De drassige,
wiens onderzoek spoedig aan het
licht bracht, dat er van vergiftiging
geen sprake was.
Het meisje werd ontslagen en door
de politie naar de ouderlijke woning
te Haarlem gebracht.
Prettige buren.
Eenigen tijd geleden werd een tc
Arnhem aan het Paleis van Justitie,
aan de Groote Markt, grenzend pand
verkocht. De meening vóór den ver
koop, dat het Rijk dit huis zou koo-
pen voor de stichting van een zaal
voor den krijgsraad, bleek niet juist
en een particulier werd kooper. De
nieuwe eigenaar heeft nu in den
tuin van het door hem aangekochte
huis, grenzende aan dien van het
Paleis v. Justitie, een groot draaior
gel doen plaatsen. Tijdens de zittin
gen der rechtbank wordt voortdurend
muziek gemaakt waarbij twee orgel
draaiers elkander afwisselen. Bij de
behandeling van de rechtzaken wordt
van dit, afschuwelijk klinkende orgel
spel, groote hinder ondervonden en
evenzeer bij de werkzaamheden op
de griffie» en het pai ket. Ook de be
woners van het belendende Israël ie-
tisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis
worden door het voortdurend afdraaien
van alle mogelijke straatdeunen zeer
gekweld. Men schijnt evenwel mach
teloos te staan tegenover don nieu
wen eigenaar van hel verkochte huis.
De Nijmeegsche kermis.
Bij de Dinsdag te Nijmegen ge
houden verpachting van een aantal
standplaatsen op de dit jaar te houden
kermis, werd niet minder dan ruim
f23,000 besteed. Voor een stoorn-
caroussel wordt betaald f5611, voor
2 cakewalks of dergelijke inrichtingen
f1665 en f2313, voor rodel-of slede-
banen f1810 en f 2940.
Diefstal, moord en brandstichting.
De Rechtbank te Almelo veroor
deelde Tijman die te Denekamp een
weduwe vermoordde, brand stichtte
en diefstal pleegde, overeenkomstig
den eisch, tot twintig jaren gevan
genisstraf, onder aftrek van het
voorarrest.
- Uit de rubriek „Onder dü
Streep" van het „Handelsblad":
Open brief.
Vun de habitués van het Dam-mo
nument.
Meneer de Redacteur I
Als waarachtige vrinden van het
verdwijnende Dam-monuinenl, wagen
we het uw aandacht te vragen, om
met een enkel woord onze belangen
te mogen bepleiten in deze dagen,
nu met elk uur een brokje meer
van het Eendragts-monument ver-
dwijut.
Want wij zijn niet slechts steeds
geweest de waarachtige vrinden van
het Dam-monument, - wij zijn ook
de naaste belanghebbenden van dit
even fraaie, als voor óns nuttige
gedenkteeken.
Onze onderteekening zal U wel
licht niet duidelijk genoeg maken
wie we zijn. „Nacht-dalfers", meneer
de redacteur, zijn slapers, die den
nacht in de open lucht dooi-brengen.
Wij waren het, die jaren-lang het
voorrecht genoten, onder de hoede,
ik schreef bijna: in de armen!
van ons Nederlandsche vrijheids
beeld op den Amsterdamschen Dam
den slaap te slapen des rechtvaardi
gen Amsterdamschen nietsdoeners.
Wij Dam-dalfers deden overdag
nietswij zaten gezamenlijk op den
hard-steenen rand om het water
bassin, waaruit de magere zuil zich
verheftwij zaten daar rustig en
goedwe praatten wat, en zwegen
watwe rookten een pijpje en pruim
den een keesjede hakken van onze
laarzen lieten we bengelen tegen de
steenen schoeiing, en als we moe
werden van het nietsdoen, strekten
we ons lang-uit op de breede steenen
kussens en knapten een uiltje; we
dronken een slokje uit de gelegen
heden in de buurt, en als de lieve
centjes op waren, dronken we van
het overheerlijke Vechtwater, dat
bij feestelijke gelegenheden de leeu
wenkoppen uitspoten.
veenachtige bodem, ten zuiden en
oosten van Texel, werd verzwolgen,
vooral toen de zeegaten verbreed
waren door eeuwenlange werking en
uitschuring b(j ebbe en vloed, zoowel
als door verschillende stormvloeden
en geregelden en herhaalden afslag.
In den Romeinschen tijd, die van
50 vóór Christus tot ongeveer 300
na Christus geboorte loopt, voor zoover
ons land betreft, zijn er geen gronden te
vinden om aan te nemen, dat Texel
toen alreeds een eiland was.
Spoedig veranderde dit echter. In
een geschrift van den heer Engelberts,
getiteld „Aloude staat der Vereenigde
Nederlanden" leest men, dat Huis
duinen vroeger een aanzienlijk dorp
was, doch door de verplaatsing der
duinen veel kleiner werd. De oude
kerk aldaar moest in 1648 meer land
waarts gezet worden en in het jaar
1678 moest men de kerk van Den
Helder tengevolge van het voortdrin-
der zee verplaatsen. Volgens vroegere
berichten, zoo verhaalt die schrijver,
zouden de zandbanken ten noord
westen van Huisduinen, namelijk do
Noorder- en Zuider-Haaks, eenmaal
vruchtbare landstreken geweest zijn,
die zich tot twee uur westelijk en
noordwestelijk van Huisduinen zee
waarts uitstrekten en met bosschen
waren bedekt. Zelfs konden de oude
bewoners van Huisduinen een balk
in een huis aanwijzen, die eenmaal
Toen in latere jaren het eigenlijke
water-bassin gedempt werd met
zwarte aarde, en.de blommetjes en
granium potjes door de gemeonte-
tuinlui daar geplant werden, koester
den we ons in dit genoeglijke tuintje
in het hartje van de stad, en ver
beelden ons, dat we in ons eigen
sla-tuintje te koekeloeren zaten.
Tegen den avond maakten we het
ons nog wat gemakkelijker; alles
went, - ook het maffen op een bed
van hardsteen.
Het was er dikwijls zóó rustig
rusten, dat diep in den nacht de
studentjes ons gezelschap kwamen
opzoeken, om als toekomstige heeren
van de balie het nachtelijk balieklui
ven ons te leeren. En dit deed den
dienst-kloppers onder de klabakken
wel eens een oogje dichtknijpen,
wanneer een onheusche inspecteur
ze weer bevel had gegeven, ons
Dalfers-volkje, dat mot den politie
term van „zee-leeuwen" werd aan
geduid, van daar te verjagen, omdat
het Dam-decorum er onder heette te
lijden, als een aantal trouwe Neder
landers aan de voeten van hun Een-
dragts-beeld do nachtwacht betrokken
had.
Dit alles is nu straks voorbij
Op dien fatalen eersten April zijn
ze begonnen de schutting op te slaan
om het monument, en het eerste ge
volg daarvan was, dat het sloopers-
volk onze schoenpoets-bakken weg
schoof, en ons met een onvriendelijk
handgebaar uitgenoodigde, of we naar
ergens anders wilden verhuizen.
Ziehier, meneer de redacteur, nu
onze vraagWaarheen moeten we
verhuizen?Er is slechts één mid
delpunt van Amsterdam, en het gaat
niet aan, door een gril van den Ge
meenteraad een aantal eerbare burgers
uit hun knappe nacht-asyl te ver-
stooten We waren er zoo tevreden
waarom moest het aantal onbewoond
verklaarde woningen er met één ver
meerderd worden En wat doen
wij zee-leeuwen voortaan op het droge,
of wat erger is: op oen leegen Dam?
Eiken dag brokkelt er een stukje
meer af van onze eerezuilstraks zijn
ze aan ouzo hard-steenen slaapsteden
toe.
En in wanhoop en wrevel wenden
we ons ten laatste tot de krant, om
onze klacht en grief openbaar te maken.
Hier dreigt aan de voeten der
Eendragt een onrecht to geschieden,
tegenover die zich hoogachtend tee-
kenen,
de Amsterdamache Dam-dalfers.
UIT DE INDISCHE MAIL.
De stranding der „Koningin-Regentes".
Uit het „Bat. Nbl." van 26 Maart:
Op 23 Maart had de „Koningin
Regentes" te Priok kolen geladen,
waar ze vertoefde voor de met de
„Hertog Hendrik" te houden vloot-
manoeuvre.
's Avonds om half vier vertrok het
schip vandaar voor hot houden van
een nachtelijke schietoefening. Hoe
het schip op een rif was geloopen,
dat duidelijk op de kaart stond aan
gegeven, wilde ons de eerste officier
niet zeggen. ZEd. noemde dat te
nautisch-technisch om nader te om
schrijven.
Van andere zijde vernamen we
echter dat door het werken met de
zoeklichten de aandacht blijkbaar
moet zijn afgeleid. Het schip raakte
zonder dat men er erg in had be
langrijk uit den koers en schoof ten
slotte langzaam op het rif.
Een schok viel niet waar te nemen,
maar de boot lag muurvast. Eerst
probeerde de commandant door achter
uit te slaan los te komen, doch 't
baatte niet en toen door peilen de
situatie was opgenomen werd naar
Priok om hulp geseind; ook aan de
Hertog Hendrik" die in de buurt
rondzwalkte werd draadloos bericht
gezonden van het ongeval.
Den volgenden morgen vroeg werd
onderzocht, of het schip averij be
komen had. Gelukkig was het onder
zoek zeer bevredigend, zelfs geen
huidplaat was verbogen. De bodem,
waarop de boot was gestrand, bestond
op de Haaks zou gegroeid zijn. Dit
was dus een teeken, dat daar vroeger
land moet geweest zijn en Texel der
halve langs den weg over de Haaks
met den vasten wal verbonden was,
zoodat men zich te voet van dat
eiland naar den vasten wal van Noord-
Holland kon begeven. De heer Van
den Bergh deelt in een zijner werken
en wel in zijne „Middel-Nederlandsche
geographie" mede, dat de bisschoppen
van Utrecht er een lijst (blafferd) op
nahielden van al de bezittingen en
onderhoorigheden, die tot het bisdom
Utrecht behoorden. Genoemde schrij
ver vertelt ons, dat op die lijst tusschen
de jaren 900 en 1000 na Christus ook
ons eiland voorkwam onder de be
naming „Insula Texle" eiland
Texel.) Hier wordt dus voor het eerst
van Texel gewag gemaakt als „eiland.
„De scheiding van den vasten wal
„blijkt ook uit de zoogenaamde „Tradi-
„tionus Fuldenses" op het einde der
„8e eeuw, waarin melding gemaakt
„wordt van de fluvius Maresdeop
„Marsdiepen
Daarbij wordt de mogelijkheid aan
genomen, ja, 't wordt zelfs waar
schijnlijk geacht, dat de afscheiding
tusschen Texel en den vasten wal
ondiep was, zoodat de Wadden, door
welke die afscheiding bewerkstelligd
wordt, geheel begaanbaar waren. De
geheel uit koraal.
Direct werd begonnen zware lasten
te lossen. Vier prauwen namen de
ankers, kettingen en de ammunitie
over. Aan dit werk was men nog
druk bezig.
De „Hertog Hendrik", die gisteren
op de plaats des onheils arriveerde,
heeft inmiddels met stalen trossen
eene verbinding met het gestrande
schip tot stand gebracht en zal, zoo
dra er voldoende gelicht is, probeeren
het schip af te slepen. De overste
geloofde niet, dat het uoodig zou ziju
de kanonnen te lossen, trouwens dat
zou met de aanwezige hulpmiddelen
onmogelijk zyn. Moet men daartoe
besluiten, dan zal daarmede zeker
geruime» tijd gemoeid zijn. Daar de
rijzing in het water slechts zeer
gering is bij eb en vloed, werkt dit
niet mee om het schip vlug af te
brengen. Dinsdagochtend kwam de
vice-admiraal Pinke per gouver-
nementsstoomer „Edi" uit Priok aan
en begaf zich direct aan boord van
de „Koningin Regentes".
De commandant der zeemacht bleef
tot gistermiddag twaalf uur en keerde
toen met den zelfden stoomer naar
Priok terug.
Ook de eskader-commandant bracht
met den torpedojager „Wolff" een
bezoek aan de vastgeloopen boot,
terwijl bovendien de „Assahan" op
eenigen afsland ter assistentie gereed
ligt. De „Java" en de „Edi" ziju
reeds weder terruggekeerd en liggen
in de haven te Priok.
Men hoopt hedenochtend met lossen
gereed te zijn en dan direct te be
ginnen met het afsleepen. Of dit luk
ken zal, is een vraag, die thans
moeilijk valt te beantwoorden.
Nader vernemen we nog, dat
hedenochtend om tien uur de „Hejtog
Hendrik" een poging heeft aange
wend om om de „Regentes" af te
slepen. Tegelijk met het spannen dei-
kabels, vuurde men op de „Regentes"
het voorkanon af om te trachten be
weging te krijgen in het schip. Het
resultaat was echter nihil.
Er wordt dus doorgegaan met
lossen. Reeds is men genoodzaakt
geweest 300 ton steenkolen over
boord te gooien, daar er geene lich
ters waren.
Het ongeluk moet zijn gebeurd op
de platvoetwacht. Luit. ter zee Blom
had de wacht. Eenonderzoek in de
zaak is gaande.
Men deelde d.d. 27 Maart aan het
„Bat, Nbl." aan het departement van
Marine mode, dat de. gestrande oor
logsbodem nog steeds op het rif zat.
Gisterenmiddag heeft men er een
kraan van 15 ton heen gesleept,
waarmee heden de kanonnen zouden
worden-gelost. Vanavond om 11 uur
zal de „Hertog Hendrik" eene tweede
poging doen om het schip af te
sleepen. Men hoopt thans op betere
resultaten.
DE WEEK.
22 April.
In dagen van vreemd-zomersche,
van zon-stralende lente. Waarin,
plots, de thermometer stijgt in de
schaduw - tot een eind over de
zeventig. Eu in de zon tot naar de
negentig, wordt verzekerd
Waarin de zomersche stroohoeden
verschijnen en de gespleten rokken.
En de poezele boezems, naar over-
groot-moedei lijken trant ontbloot ge
laten
Waarin grijsaards genieten van
„den ouderwetschen dag". De mus-
schen beginnen te vreezen, dat ze,
- op de daken - duizeling van de
hitte zullen krijgen, in het middag
uur.
De Duitsche muzikanten scharen
zich vobr het café-raam, waarbij ik
zit te pennen. Zij gaan blazen
Het oude Wilhelmus voorop, ter
eere van den jaardag des Prinsen,
herstellend van zyne neuralgische
ziekte uit Neumark naar Patria terug
gekeerd. Het oude „Wilhelmus!"...
De Duitsche muzikanten kijken, loeren,
observeeren Glimlachen tegen el
kaar. Zulke vreemde kerels toch, -
die Hollanders! Verteld wordt, dat
voormalige verbinding met den vasten
wal blijkt thans nog genoegzaam uit
de groote overeenkomst in planten,
dieren en grondstoffen van Texel
met 't naburige gebied van Noord-
Holland. Men lette hierbij natuurlijk
op die dieren en planten, welke in
het wild voorkomen en niet op die,
welke opzettelijk door den mensch
naar ons eiland zijn overgebracht,
zooals onze huisdieren, onze graan
soorten, enz. De vorm van Texel en
de overige Wadden-eilanden wjjst er
duidelijk op, dat we hier met afge
slagen stukken vastland te doen
hebben. De kenmerken toch dier
eilanden, welke in vroeger tijdperk
met het vaste land verbonden waren,
zijn:
a. De ligging in de nabijheid van
't vasteland.
b. De ligging evenwijdig aan de
kustlijn van het vasteland.
c. De langwerpige vorm.
d. De afscheiding heeft door mid
del van ondiepe zeeén plaats.
e. Gelijke geologische gesteldheid
of gelijke grondsoorten als *t
naburig vastland.
f. Overeenkomst in plantengroei
(flora).
g. Overeenkomst in dieren (fauna).
h. 't Aantal dier en plantensoorten
is kleiner dan dat van 't vaste
land.
zij voor Oranje het vuur uit hun
sloffen zouden loopeD. Dat wie den
Oranje-naam te-na zou komen, een
pak-slaag kon oploopen in deze landen.
En ze blijven zitten. IJzig, onbe
wogen, roerloos, als mummies. De
hoofdman der oempa's trekt de
schouders op. Verzamelt centen.
Nu blazen zij wat anders. Een
suggestief wijsje. Iets, wat denken
doet aan Zigeuners-dansen Rin
kelend. Rinkelbommend. En waar
achtig diezelfde flegmatische, niet
uit hun slof te jagen Hollanders
zingen nu; laten glazen, schotbitjes,
fcopjes, tegen elkaar kitsen en
rinkelen
Rare lui
De zon straalt over het jolige leven
van zoo'n nieuwen, „nationalen feest
dag" We zijn nog niet echt ge
wend aan 19 of 20 AprilMacht
ja nichtsWij doen mee zoodra
er pret, jool valt te maken. De
„kroegen" zijn later dan anders open,
althans in de Hofstad.
't Gaat „crescendo?"
Och, waarom zou 't niet gebeuren,
straks Dat we ook een „cancan"
gaan beenen, huppelen en zwaaien
op de straat, op het plein
We moeten nog wat ontdooien.
Maar: we zy'n op-weg
Op zwoel-zonnigen dag van koes
terende, stovende, vreemd-warme
zomerlente hebben wij gehad de
eerste „groote rede" van den minister
van Financiën in het extra-parlemen
taire kabinet van 1913.
In den laten namiddag verscheen
in de zaal van het Parlement -
premier. De kleine man met het
vriendelijke gelaat, het sneeuwwitte
baardje.
Hij, mr. Cort v. d. Linden, ging
allereerst naar de groene tafel. Daar
zat zijn collega Bertling, juist
gereed met zijne „groote rede". Wat
bleek, wat ontdaan, wat-teleurgesteld
was mr. Kolkman's opvolger. Toen
hij den premier zag, sprong Z.Exc.
van Financiën op, - maakte diepe
buiging, boog nög-eens, bleef staan,
in de diep deferente, wat-ver-
legen houding van een hoofd
ambtenaar, die zijn opperchef begroet.
De heer Bertling leeft nog heelemaal
in de sfeer van ambtenarij, kan zich
niet voorstellen dat hij in staats
rechtelijken zin, de gelijke is van
minister Cort v. d. Linden, - hoe
zeer deze laatste ook z'n best doet
om de „pose" aan te nemen van
collega tot-collega...Wat, door 'sheeren
Bertling's schutterige overhoffelijk-
heid niet lukt
Die Dinsdag-middag 21 April, kwam
de kleine, schrandere premier „pools
hoogte nemen". Hij fluisterde wat met
Bos, hij praatte een poosje met
praeses Borgesius.
Hij zal 't nu wel weten. Dat de
man, dien hij op aanbeveling van
mr. Treub - de Kroon heeft voorge
dragen tot Minister van Financiën,
een goede, beste, brave, trouwe,
nobele, eerlijke, ijverige man is. Expert
van je-bovenste plank, misschien, in
belastingzaken. Een „rond de cuir"
noemen de Parijzenaars dat.
Maar voor den premier van een
Kabinet, die zoekt een financier-a la
Palijn, een ii la Van Gijn, een
van groote lijnen, van suggestieve
kracht, van kloek inzicht, een die de
Kamer vermag te boeien, te bekoren,
tot vertrouwen en bewondering te
dwingen Voor zülk een premier
wat de Indisch-gasten gewoon zijn
„een koopje" te noemen.
En wélk ëen 1
Waaraan men kan vastzitten, tot
dat gansch het Kabinet zich lichtelyk-
onbehagelijk begint te gevoelen in de
streek, waar gummi- of andere boord
knelt.
Minister Bertling heeft - op dien
Dinsdag-middag 21 April verklaard
dat hij het suikerpotje sluit, en den
inhoud ervan niet zal aantasten.
Voorts dat hij onze biertjes (met V*
cent per glas!) en onze sigaren, onze
pijpjes zal bezwaren, 't Zijn „genot
middelen". Verder heeft Zijn Excel
lentie opdien van zon en zomerlente
stralenden middag, niets gezegd.
De Kamer dezen minister aan-
hoorend dommelde glimlachend.
Half-luisterde glimlachend... Geeuw
de Herademde toen 't uit was
Zóó verliep minister Bertling's
„eerste groote rede", waarin niets
werd teruggenomen of toegegeven.
De heer Patijn luisterde met kwasi-
aandachtig, ironisch-ernstig gezicht.
Dr. Bos had het hoofd achteruit ge
leund en lachte tegen de huppelende
zonnestralen
Ik zal nooit vergeten dat moment,
toen minister Bertling naar Rechts
en naar Links keekHoe z(j 't
hadden gevonden?
En toen, in de van zon badende
Kamer in later-wordenden zomer-
lente-middag, - geen teekentje van
instemming werd gehooid. De voor
zitter even later - de zitting
verdaagde „ondanks het nog niet
zeer-ver gevorderd uur
't Was vreemd.
Glimlachend, schokschouderend,
in grillige lente-stemming, - zochten
wij de zonnestraat op. Zou er straks
een „ministers-lijkje" te betreuren
zyn
Wij piekerden en „boomden" er
wel over.
Maar we waren zoo zorgeloos, dat
ik 't maar zal toeschrijven aan de
grillige zon, die ons stoofde alsof
't mid-zomer, alsof 't half-Juli
ware
Wij hebben - in ons Vredes
paleis, gekregen eeu fameus-
grooten, effectief-zilveren inktkoker
van de Portugeesche Republiek. Dat
is eigenlijk het allervoornaamste
nieuws, uit de bladen op te diepen
thans, - geloof ik haast. Of is de
tijding, dat de Spaansche schatgraver
over wiens praktijken ik me
herinner al een kwarteeuw geleden
te hebben geschreven en er tegen
gewaarschuwd, - zijn oplichters-
slimmigheden heeft hervat, - bij
geval interessanter tijding?
Of vormen de cijfers, over den
verkoop van het allerjongste Emma-
bloempje, nüg-belangwekkender bab-
belstof 't Is niet makkelijk 't de
menschen - up to date naar den
zin te maken. Gij fatsoeneert een
snoezig roosje; ge laat 'trondventen
door nög-veel-snoeziger verkoopsters,
engeltjes van lieve bescheidenheid,
heelemaal niet opdringerigDade
lijk bereid uw kwartje te wisselen
en zonder pruilend lipje drie-stuivers
plus de Emma-roos terug te geven...
Nog zijn er afstammelingen van
Robertus Nurks, mannelijke en
vrouwelijke linie, die in dat „rood"
iets ijselijks zien Symbool van
bloederige democratie Zooals de
heer Lobman, in een van zijn jongste
grombuien, de „barbaren" op ons zag
afkomen
Fi dona, mijne dames en heeren
Weest verstandig, - in deze dagen
van gulden, stralende zomerlente.
't Zal wel een dertienduizenden ver
zinseltjes zijn Ik bedoel dat „men
zegt", als zou graaf Van Bylandt,
thans afgevaardigde voor het niet
bepaald rotssterk-Rechtsche Apel
doorn ter Tweede Kamer, welhaast
via de Gelderscho Staten
praeses van den Senaat wordenop
volger van baron Schimmelpenninck
v. d. Oye. Zeker, - de Kroon moet
den Senaats-voorzitter benoemen. De
zeer-schrandere journalist, die daarop
wees, heeft inderdaad volkómen ge
lijk. Hulde aan zijn diep-staatsrechte-
lijk inzicht
Ik geloof 't nog niet. Maar voeg
er aanstonds bij, dat graaf Van By
landt een voortreffelijk Senaats-
praeses zou zijn. Ioder, die hem als
Parlements leider bijwoonde, zal er
kennen, dat deze nobele, waardige
man aan hot hoofd van het rustige
Hoogerhuis excellent op z'n plaats
zou zijn.
Welnu
Mannen als een Van Bylandt zouden
zich zeker niet stooton aan de hel-
blozende kleur van de Emma-roos,
gelijk die ons op Aprildag 1914 werd
aangeboden. Laten wij dan aan de
zulken voorbeeld nemen
Trachten wij, óók op zwoele
zomerlente-dagen, onze kalmte,
ons gezond-verstand en onze billijk
heid van beoordeeling to behouden.
Hoe moeilijk 't ons dan ook soms
moge vallen Mb. Antonio.
INGEZONDEN.
Wat nu het eerste punt betreft,
hieromtrent kunnen we kort zijn.
Texel toch ligt slechts een half uur
(gaans) van den vasten wal (Den
Helder) verwijderd. Hier is het Mars
diep de scheiding.
Texel is langwerpig, bijna eivormig
en de westelijke kustlijn is vrijwel
evenwijdig met de algemeene kust
lijn van Nederland langs de Noordzee.
Vervolgens wijzen peilingen aan,
dat het eiland door zeer ondiepe
zeegaten van het vasteland is afge
scheiden. Alleen het Marsdiep heeft
een meer aanzienlijke diepte ver
kregen, waarover later zal worden
gehandeld. De Wadden, ten oosten,
ten noordoosten en ten zuidoosten,
zijn zeer ondiep en op enkele plaatsen
voor diepgaande schepen bij laag
water onbevaarbaar. Die Wadden
zijn thans nog een onderzeesche
verbinding.
Verder komt de bodem in aan
merking. Hij bevat verschillende
grondsoorten op eene beperkte ruimte,
wat een opmerkelijk en zeldzaam
voorkomend verschijnsel is. Alle
grondsoorten, die het eiland bezit,
komen ook elders in ons land voor.
Texel heeft, evenals Zeeland, Noord
en Zuid-Holland, duinen, zeeklei,
zoo goed als al onze zeeprovinciën
(polder Eierland), laag veen in 't zuid
oostelijk deel en eindelijk zand en
grint, evenals Wieringen, Urk, Gaas-
Een rappe brugwachter met één been.
M. de R.
Op 17 April j.1. geraakte bij de
Botbrug alhier een jongetje te water
en zou zeer zeker verdronken zijn
als niet de heer C. Lokkers, brug
wachter aldaar, zoomede de heer
M. D. de Jong, gekleed te water
waren gesprongen en het geluk
hadden het kind te redden. Dit is
reeds de derde maal in anderhalf
jaar dat door den heer Lokkers een
kind wordt gered n.1. Biersteker,
Olderson en Bot, en dat, terwijl hij
slechts één been heeft. Een bewijs
dat aan de rapheid van dezen wak
keren gast niet valt te twijfelen.
Waar blijft nu de belooning? Hier
moet tevens worden gelet op een
verzuim in onze gemeente n.1. dit,
dat bij onze bruggen geen reddings
middelen als: boei, lyn, dreg en
bootshaak met afgeronde punt aan
wezig zijn. Of moet het kalf eerst
verdrinken voor men de put dempt
Met dank voor de plaatsing,
J. v. Leijen.
Tijdstippen van verzending dar
Brievenmalen.
Naar Oost-Indië:
Vurzendingsweg. Datum der
Per: bezorging.
zeepost via Amsterdam
zeepost via Rotterdam
Holl. mali via Genua
Holl. mail viaMarseillo
Fran. mail viaMarseillo
(v. Atjeli, Sumatra's
Westkust en Benkoe-
len, alleen op verlan
gen dor afzenders).
Duitaclie m. vla Napels
T(Jdst.der
laat. busL
a/hPostk.
24 April
6
Naar Palembang, Riouw, Banka,
Billiton en Borneo
24 April
6 Mol
28 April
mail via Genua
Holl. mail vla Marselllo
(alleen op verl. d. afz.)
Fran. mail via Marseille
Duitsche m. vla Napels
Naar Atjeh en. de Oostkust van
Sumatra
HoTi. BI
IIoll. mail vla Marseille
(alleen op verl. d. afz.)
Fran. mail vla MarBellle
(voor Atjoh alleen op
verlangen d. afzend.)
Duitsche m. vla Napels
eiken Vrlid,
5. Mei
28 April
Naar Guyana (Suriname)
23 April
%'el
mail via Southampton
Naar Curaqao, Bonaire en Aruba:
23 April 0.56-8 av.
eiken Dinsd.
on Vr(jdae 3.10 •an,
1 Mei 0.66-sav
zeepost via Amsterdam
mail vla Southampton
of Quoenslown
mail via Hamburg
(alleen op verl. d. afz.)
Naar St. Martin, St. Eustatius en
Saba
zeepost vla Amsterdam I 3) April I 6.66'sav-.
(alleen op verl. d. afz.)
mail vla Engeland 4 Mei 0.65'sav.
Naar Kaapland, Natal, Óranje-Rivier
kolonie en Transvaal
eiken Vrijdag, 8.40 's namiddags.
Ierland iu Friesland, Drente, Over-
ijsel, de Veluwe, 't Gooi en Utrecht.
Het vermoeden van vroegere ver
binding met den vasten wal wordt
hierdoor bevestigd.
Ook de plantengroei pleit hiervoor,
't Blijkt in 't algemeen, dat Texel's
flora overeenstemt met die van 't
vasteland, ja, in sommige opzichten
zelfs rijk is in soorten, wat een ge
volg kan zijn van de afgezonderde
ligging, als eiland, waar de planten,
die eenmaal voorkomen, niet zoo
gemakkelijk verdrongen worden,
omdat de verspreiding van in "t wild
groeiende planten uiterst beperkt is
en vooral door de zee belemmerd
wordt.
En wat het dierenrijk betreft, ook
hierin is gelijkvormigheid met dat
van Nederland in "t algemeen op te
merken. Als opmerkelijk feit consta-
teeren wy de afwezigheid van mollen,
waarover later zal gehandeld worden.
Ziedaar reeds acht verschillende
bewijzen van vroegere verbinding.
Texel en de andere Wadden-eilanden
zijn echte typen, echt sprekende
voorbeelden van continentale- of
vasteland-eilanden (afgeslagen stuk
ken lands) zóó sprekend, dat men
op de wereldkaart nauwelijks een
tweede voorbeeld kan aanwijzen.dat
tot den aardrijkskundige zoo duidelijk
spreekt als dit. Nederland bezit in
de Zuiderzee en de Wadden het
Adverteert
Te Londen is een vergadering ge
houden van dagblad-uitgevers, en
adverteerders, ter bespreking van de
wenschel(ikheid om de oplaag der
verschillende bladen publiek te maken
en naar die oplaag de advertentie
prijzen te regelen. In die vergadering
voerde o.a. sir Willam Treloar het
het woord, die het nut van adver-
teeren uiteenzette; onder luid gelach
declameerde hij
The way to be healtby, wealthy,
land wise
Was to go te bed early and advertise.
Welk vrij citaat in het Neder-
landsch aldus zou kunnen luiden
Wie gezondheid, rijkdom en w(js-
(heid begeert
Kruipt vroeg in zijn mandje en ad-
verteert
grootste, schoonste en meest spre
kende haff haven, inham, binnen
zee) ter wereld, terwijl de nehrung
landtong), zoo zij niet verbrokkeld
ware door de zeegaten, een der meest
typische, grootsche en meest lang
gerekte op onzen aardbol zou zijn.
De lengte dier landtong zal ongeveer
30 uur bedragen (van Den Helder tot
de Dollard). Wanneer men de vroe
gere, ja zelfs de oudste landkaarten,
die wij bezitten, raadpleegt, dan ziet
men, overeenkomstig onze stellig
uitgesproken meening, dat Texel één
geheel uitmaakte met het overige
deel van Nederland. Aan drie zijden
was het met het land verbonden:
aan de noordzijde, aan de oost- en
de zuidzyde. Wij bezitten landkaarten,
die Nederland en de Wadden-eilanden
voorstellen in verschillende tijdperken.
De oudste kaarten geven den toestand
weer omtrent Christus geboorte, dus
byna 2000 jaar geleden. Ook heeft
men kaarten uit den tijd der Franken,
Friezen en Saksers (omstreeks 300
na Christus en later), verder zulke,
die Nederland voorstellen omstreeks
het jaar 1000, omstreeks 1560, enz.
Wanneer men die kaarten aandachtig
gadeslaat, blijkt het, dat Texel, hoe
meer men den tegenwoordigen tijd
nadert, des te meer den eilandvorm
nabijkomt
(Wordt vervolgd.)