HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Arrondissements-rechtbank te Alkmaar. No. 4316 DONDERDAG 28 MEI 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 cL, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37|„ 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 cL Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlin van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2} cent Het eerstvolgend nummer van ons blad verschijnt Zaterdagmiddag. BINNENLAND. Wandelweg AmsterdamArnhem. Het Bestuur van deu A.N.W.B. (Alg. Nederl. "Wielrijders Bond), van meening, dat de wandelsport de laatste jaren al te zeer verwaarloosd wordt, heeft zich bezig gehouden met de afpaling van een wandeling van Amsterdam naar Gelderland's hoofd stad, midden door het fraaiste ge deelte van ons land. Het traject, 150 K.M. lang, is berekend op 5 dagen, n.1. 30 K.M. (7J uurlperdag. De A.N.W.B. heeft overal handwijzers en bordjes geplaatst, die den wande laar den weg wijzen. Dinsdag is de weg officieel inge wijd. Daartoe kwamen een vijftigtal genoodigden in het midden van den weg, een der fraaiste plekjes van ons land tevens Doorn samen. Aldaar ging het per extra-tram naar Darthuizen, waar men, op den Don- derberg een prachtig vergezicht heeft. Te Amerongen is de lunch gebruikt, en met muziek voorop ging het den Amerongschen berg op naar het Berghuis, waar thee rondgediend werd. Daarna wandelde men weer naar Amerongen terug. De A.N.W.B. heeft met dit werk een goeden arbeid verricht; onge twijfeld zullen dezen zomer velen van den wandelweg gebruik maken, zij het dan, dat slechts weinigen het geheele traject zullen afleggen. Verduistering van een bankbiljet van f1000. De Zesde Kamer der Rechtbank te Amsterdam heeft de moeder, die een bankbiljet van f1000 zich toe eigende - hetwelk haar zoontje ten nadeele van de firma Bins Co., bij wie hij op het kantoor was, had weggenomen veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf. Het O. M. had één jaar geéischt. Het 13-jarige zoontje word ter beschikking gesteld der Regeering, zonder toepassing van eenige straf. De staking te Zaandam. Bij den Bond van Werkgevers en vier organisaties der stakende arbeiders is een schrijven ontvangen van den heer Begeman, oud-directeur der Kon. Ned. Machinefabriek voor heen E. H. Begeman te Helmond, waarin deze bemiddeling als het beste middel tot oplossing van het conflict aanprijst en zich zelf als bemiddelaar beschikbaar stelt. Naar aanleiding van dit schrijven had gisteren in het bootwerkersge bouw „Ons Huis" een gecombineerde bestuursvergadering plaats van de moderne, de vrüe, de christelijke en de katholieke organisaties. Een bin dend besluit werd op die vergadering niet genomen. Door het stakingscomité van de moderne en onafhankelijke organi- ties is besloten Zaterdag de uitkeering met f 1 per man to verhoogen, terwijl de toelage voor elk kind van 25 cent gebracht werd op 50 cent. De gehuwden zullen dan f8 plus de toelage voor de kinderen, de onge- huwden f5.50 ontvangen. Aan de loonschaverij de Prins van Oranje ontstond een geschil over het verwerken van besmet hout, dat echter niet tot een conflict heeft geleid. In de stad is overigens alles rustig. Diefstal van f9000. De te Frankfort a. d. M. aange houden kantoorbedienden waren, naar w|j vernemen, nog in het bezit van ongeveer de helft van de gestolen f9000. Toen zij de vlucht namen, zijn zjj met een auto van Rotterdam naar Gouda gegaan. Daar hebben zij hun weg per spoor vervolgd. (N. R. Ct.) Een merkwaardige correspondentie. In Maart 1894 vroeg een handels firma te Tilburg nadere inlichtingen op een advertentie. Op 20 Mei 1914 met de laatste post ontving de firma op die vraag een antwoord. Als wij het stuk niet voor ons hadden, zouden wij er niets van gelooven! Wy hebben ten overvloede er onzen legger van 1894 vooropen- geslagen en, werkelijk, de bewuste advertentie stond er in het nummer van 25 Maart. Nu twintig jaren later een her vatting der correspondentie het hoort in onzen snellevenden tijd niet thuis! (N.T.C.) In den tijd der zeeslangen. Te Scheveningen is Donderdag j.1. ongeveer 10 mijl van de kust, door een visscher, aldaar, een zeer vreemd soortige visch gevangen. Het lichaam van het dier, dat ongeveer 1 M. lang is, is verdeeld in 17 zwaarden en is van onderen ge heel met haar begroeid. Voorts hebben zich overal aan het lichaam kleine schelpjes afgezet. Oogen zijn niet te zien. De visscher stuurde het beest naai den heer J. P. van den Heuvel, visch- handelaar, te Dordrecht. Daar deze evenmin de visch wist thuis te brengen, heeft de laatste haar heden aan do Heidemaatschappij te Arnhem opgezonden. (Dord. Crt.) Barbaarsch Nederland. Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd geleden een gezelschap Franschen te Harderwijk door de bevolking mishandeld is, tijdens een automobieltocht in ons land. Thans heeft de heer Jules Romain, de "be trokken Franschman, wiens jonge vrouw ernstig was mishandeld, daar over een rapport opgesteld en dit is, via den minister van buitenlandsche zaken, aan onzen minister Loudon overhandigd. Wij nemen uit de vertaling van het rapport het volgende over, dat een aardig kijkje geeft op het peil van beschaving, waarop in sommige deelen van ons vaderlandje de men- schen nog staan. „Zoodra wy het land van Nijmegen en Arnhem verlaten hadden, om ons naar het Noorden te begeven, be gonnen wij bij de lagere bevolking een weinig welwillende nieuwsgierig heid waar te nemen Te Groningen wekten wij eveneens een weinig vriendelijke belangstelling op" In het begin van den namiddag kwamen zij te Harderwijk aan. Aldaar werd het gezelschap, bestaande uit drie personen, gemolesteerd door de be volking, kinderen drongen op, en duwden elkander tegen de vreem delingen. Om hen van zich af te houden, deelden de Franschen een paar oorvijgen uit, de vrouw van den heer Romain moet een klein rood kind van zich afschudden dat haar op onbe schaamde wijze aan haar mantel trok. „Op een pleintje gekomen", aldus gaat het rapport voort, „uit mijn vrouw, die tusschen den heer Legrand en mij liep, in eens een gil. Een mau van ongeveer 40 jaar, een visscher, gekleed in een trui, een korte, ineen gedrongen bruut, was haar van achte ren naar de keel gesprongen en trachtte haar te worgen, onder wild gebrul. Ik weet niet wat den heer Legrand en mij onmiddelijk heeft doen begrijpen dat wij wijs deden noch onze r evolvers te trekken, noch den man op het lijf te vallenwant dit ware zeker het sein geweest tot een ware moordpartijmannen kwamen uit alle deuren loopen wij zouden er alle drie bij omge komen zijn. Ik heb er mij toe bepaald zoo goed en zoo kwaad als het ging mijn jonge vrouw uit de bandon van het beest te rukken. Zij was geweldig van streek. „Mijn vrouw meesleepend renden wij, achtervolgd door wel tweehon derd personen, door een doolhof van nauwe stratenwij durfden zelfs niet in een winkel een schuilplaats vragen. Men had ons stellig afgewe zen. „Eindelijk, aan het eind van een straat, ontdek ik in de vallende duisternis twee agenten met een hond aan een touw, die de bende zagen aankomen zonder zich te ver roeren. Ik sprong op hen af. In het Fransch, in het Duisch, zeg ik hun dat er iets afschuwelijks gebeurt, dat ik hun bescherming inroep en dat ik dadelijk den burgemeester wil spreken. Zij drijven de menigte een weinig uiteen, maken zelfs hun hond en brengen ons, niet by den burgemeester (van wien zij zeggen dat hy afwezig is) maar by den inspecteur van politie. Gedurende dien korten afstand hebben zy de grootste moeite om het gepeupel in bedwang te houden en schijnen overi gens ook maar over een zeer beperkt gezag jegens hen te beschikken. Een van de agenten schreeuwt de menigte onophoudelijk toe Zwijnen, zwijnen Men lacht hem uit. De inspecteur van politie die een beetje Fransch en Duitsch verstond, neemt onze klacht in ontvangst. Mijn half doode vrouw was trouwens al een welsprekende getuige. Ik bracht den inspecteur aan het verstand dat de zaak zeer ernstig was, dat een heele menigte drie Franschen be- leedigd en mishandeld had, die in Harderwijk waren gekomen onder de kleuren van hun land. Hy scheen het heel onaangenaam te vinden, maar niet verbaasd te zijn. Hij her haalde schouderophalend meermalen in het Fransch en Duitsch"Ja, we zijn hier in Harderwijk 1" en hij voegde er aan toe „Het is verschrik kelijk volk, zij zien nooit vreemde lingen." Ik antwoorde dat de veront schuldiging mij onvoldoende voor kwam." De heer Romain aanvaarde de uit leggingen en verontschuldigingen van den man, die gearresteerd werd, niet, en deelde mede langs diplomatieken weg voldoening te zullen eischen voor de hem aangedane beleed iging. BUITENLAND. Sociale en Politieke Vrouwen-Unie. Maaodagnamiddag hield de Sociale en Politieke Vrouwen-Unie te Londen haar wekelyksche vergadering. 'sKo- nings naam werd uitgefloten en ge hoond. Medegedeeld werd, dat een juffr. Janie Allen, te Glasgow, door de laatste gebeurtenissen aangospoord was om 1000 pd. st. aan de kas te geven. Mevr. Mansell, die de verga dering leidde, vroeg in den loop van een rede„En nu, vrienden, hoe staat het nu met ons na de gebeurtenissen van de laatste dagen?" En het ant woord kwam: „Beter dan ooit", „Strijdlustiger dan ooit", enz. „Ja," hernam mevr. Mansell, „de vrouwen zijn verontwaardigd tot in elke vezel van hun wezen. Zjj zijn uitdagender (toejuichingen) en zegevierender dan ooit." Iemand uit liet gebouw riep: „Schiet op den koning!" waar op mevr. Mansell zei, dat de naam en de ambten van den koning ont- eerd waren. Mevr. Pankhurst is Maandag weer vrijgelaten, waarschijnlijk na een her nieuwde hongerkuur. Schadevergoeding. Een Engelsch blad, dat de belangen van het marinepersoneel bepleit, had den gezagvoerder van een linieschip in ettelijke artikelen en berichten verweten, dat hij hard en onrecht vaardig tegenover de bemanning was geweest en daar voorbeelden van genoemd. De zee-officier sprak het blad aan om schadevergoeding, en ontkende voor den rechter allerlei dingen, die hem aangewreven waren. De rechtbank heeft nu het blad ver oordeeld totf 35,000 schadevergoeding. De lucht voor iedereen. Lang zijn de tijden voorbij dat een rit in den stoomdraaimolen, of om- metocht door den dierentuin op een olifantsrug, de meeste opwindende genoegens van onze jeugd waren. Het jagende leven eischt zelfs voor de kinderen meer intense gebeur lijkheden tot verstrooiing. Ce meeste groote aêrodrome's heb ben reedsgeorganiseerdepleiziervluch- teumaar tot nu toe was dit genoe gen slechts voor weinige uitverko renen bereikbaar. Sinds kort echter vliegt te Ramil- ly een zekere aviateur Alexandre da gelijks rond met groote vrachten kinderen, die voor luttel geld den luchtdoop ontvangen. Een zevenjarig knaapje, dat de ge heele week goed had opgepast, mocht van zijn vader mede, en een meisje van dertien jaar kwam terug met een kleur van pret, zonder eenige zenuwachtig heid. Ten slotte liet zich een tachtig jarige invaliede 's morgens een paar uurtjes roud toeren boven het bosch, en kwam zielsvergenoegd intijds vóór z'n noenmaal thuis. De exploitant van deze eerste goed- koope kinder- en grijsaards-vluchten, kondigt een nieuwe reeks luchttoe- ren aan voor dagjesmenschen, dus goedkoope excursies en wij stellen ons her genoegen voor van zulke dagjesmenschen die binnenkort Zon dags boven het land zullen rond vliegen. Laten wij hopen, dat tegen dien tijd het euvel der papieren en sinaas appelschillen verdwenen zal zijn. (Hdbl.) Zitting van Dinsdag. Beleadiglng. 't Is niet de eerste maal, dat een Heldersche dame het ons niet ge makkelijk maakt. Wie in openbaar heid ziet de bron van alle goeds en zich als dierbare, schoon niet altijd even dankbare taak gekozen heeft het door journalist-zijn dienen van die openbaarheid, zet graag alles wat hy hoort in een openbaar college in de pers, de .groote bron, waaruit het couranten-lezend publiek het feitenmateriaal put, noodig voor het vormen van zijn opinie, de almach tige publieke opinie! En ziet - daar heeft een Heldersche juffer van twintig lentes in het openbaar gesproken, de woorden zijn gerepeteerd door den Officier van Justitie, den griffier, den president en getuigen in de rechtzaal en de door iedere zucht des tijds overigens zoo vlug bewogen journa listenveder schrijft hot woord niet neer. Toch, lezeres en lezer, die lichtelijk nieuwsgierig geworden zijt, ge hebt er recht op iets te weten, waarbij we er op vertrouwen dat ge behoort tot de goede verstaanders, waarvan het spreekwoord zegt, dat ze een half woord noodig hebben. Een vrouw als het bovenbedoelde meisje Cor- nelia van W. heet ze aanduidde met haar slechtsten naam Kent ge „Maison Tellier" van Guy de Maupassant? Welnu dan, in zoo'n inrichting hoort ze thuis! En ter nadere kwalificatie van zoo'n wezen had Cornelia dit woord vastgekoppeld aan den voorafgaanden stam van een nogal sterk (ook sterk in taalkundigen zin) werkwoord, in welks plaats men, wenscht men dit woord niet te ge bruiken, „kwalijk rieken"kan bezigen. Nu zjjn we er toch, nietwaar? Gornelia \an W. was al opgevallen op de publieke tribune door haar eenigszins opzichtige kleeding, welke haar deed uitkomen als een bloemetje in een ietwat slecht onderhouden tuin. Ze droeg een groenen mantel en een zeer modernen lichtblauwen hoed met een geweldigen pluim er op. En als zoo'n dame uit Helder op het zondaarsbankje komen moet, „zonder beroep" blijkt te zijn en niet op haar mondje gevallen, dan con centreert ze meer dan een andere beklaagde, die veel meer op z'n kerfstok heeft, de aandacht op zich. J. L. R., vrouw van W. B., vlak bij Cornelia wonend, was het object der scheldpartij geweest. Ze hield vol, al vond haar verklaring nogal bestrijding, dat ze niet in het minst aanleiding had gegeven tot schelden. Ze zou telkens naar Cornelia gekeken hebben. „Waarom keek je naar haar, vond je d'r zoo mooi aangekleed?" informeerde de pres. „Ze wil mij er onder hebben," riep bekl. uit. G. de L., vrouw van H. de W. had het schelden ook gehoord; een aanleiding was er niet voor, wat den pres. deed zeggen: „In Helder is wel heel veel mogelijk, maar dat iemand maar zoo spontaan begint te schelden voor 't Antwoord luidde, dat de eerste getuige naar haar dochter gekeken had, waardoor Cornelia misschien wel dacht, dat de blikken op haar gevestigd waren. Bekl.: „Als ik op straat loop, dan is het altyd: Daar gaat die meid weer!" Wel had ze gezegd, dat juf frouw B. vroeger niet had gedeugd, maar het leelijke woord was niet over haar lippen gekomen. De Substituut-Officier liet een ver van malsch requisitoir hooren. „Tk wou," zei Z.E.A., en het kwam uit den grond van zijn hart „dat het gescheld in Helder wat ophield! Er zijn twee wegen in te slaan, om die zaken niet meer op de zitting te krygen: de zaken niet aanbrengen, of zulke hooge straffen eischen, dat, als de rechtbank ze oplegde, dat gescheld wel ophield." Z.E.A. zou het wel goed vinden, dat diescheld- sters eens veertien dagen in de kast gezet werden, ook omdat hy had gehoord, dat er wel eens gescholden werd, om er een getuigengeldje uit te slaan, een dienst, die men elkaar dan wederkeerig bewijst. Ofschoon er dus niet op tegen, dat die Helder sche wijven zoo drukte Z.E.A. zich (on)heusch uit - eens de gevangenis ingaan, wilde hy dit thans nog niet eischen, maar f20 boete sub. 5 d. h. Cornelia had niets meer te zeggen. President: „U hebt geen beroep?" „Neen!" luidde het antwoord. Ze kon gaan alle rechters lachten, maar de Officier keek gestreng. Nog eens beleediging. Dat woorden, welke dienen om als weinig vleiend etiquet aan anderen te worden gehecht, ook voorkomen in het vocabularium van een Anna- Paulowna'sche juffrouw, wees de vol gende zaak onomstootelyk uit. E.C., wed. B. Z., had volgens de dagvaar ding 23 April M. J. Reep, vrouw van G. v. d. Borg, uitgescholden voor smerigeAdres: Maison Tellier. Ze bekende, alleen maakte ze be zwaar tegen de nadere aanduiding inet „smerig", wat den pres. deed opmerken: „Het andere woord op zichzelf is ook niet vriendelijk, voegt men dat toe aan een vrouw, dan is het niet bij wijze van onderscheiding." Er bleek een woordenwisseling ge weest te zijn, waarbij bekl. op de wijze, zooals was geschied, party had meenen te moeten trekken voor haar moeder, ook weduwe voegde ze er aan toe, als om clementie vragend. Nu, de Officier vroeg kort en bon dig fó.- boete sub 2 d. h. De periodieke werking van den vulcaan was over - al de lava was op al den Helder neergestort! Zal het spoedig weer beginnen te rom melen Wederspannlgheid. Van den arbeider A. L. uit Anna Paulowna zei de president aan hot eind eener tegen hem aanhangig ge maakte zaak, dat hij gunstig bekend staat, maar opvliegend is, wanneer hij sterken drank op heeft. Dit nu was 15 Maart het geval geweest. Er was 's avonds een uitvoering in het café van H. Jonker en daar had hij zyn dorstige lever meergetrac- teerd dan wel noodig was. Dit had tot gevolg dat, toen 's nachts om half drie werd aangezegd, dat de zaal moest worden ODtruimd, L. hierin heelemaal geen zin had. Hy vroeg... een glas water en dat wilde men hem dan nog wel geven. Toen de herbergier hem aanmaande, dit nu leeg te drinken, ook met het oog op de aan wezigheid der politie, gaf bekl. niet zeer welvoegelijk te kennen, dat by maling aan de politie had. Toen keek Jonker naar ons, aldus de agent van politie C. Hartog, en nu zou L. naar buiten worden gebracht. Dat ging echter maar niet één-twee-drie, L. rukte, trok en sloeg, hij en de agent raakte van de beenen. Ook de agent J. H. Teutelink kwam nog op den grond terecht. Deze had L. een tik met een gummistok op z'n hoofd ge geven, wat noodig geweest moet zijn om collega bij te springen. Bekl. zei, dat hij met zooveel ge weld was aangegrepen, dat het ge zamenlijk tegen den grond slaan daarvan alleen het gevolg was. Een getuige decharge had ge zien, dat bekl. had tegengestrubbeld, een verklaring, welke dus niet in zyn voordeel kwam. Pres.Je hoort, drie getuigen zeg gen, dat je je hebt verzet! Bekl.Dan spreken ze niet de waar heid. Het O.M. merkte op, dat cinemato grafische beelden weliswaar niet konden uitwijzen, hoe het op den grond terecht komen het gevolg was van wederzydsche manipulaties, maar hij was ook zonder de bewegelijke pop pen op het witte doek te kunnen aan schouwen, wel overtuigd, dat L. hier de poppen aan 't dansen had gebracht. Krijgt de Officier zijn zin, dan moet L. een maand tyd hebben om na te denken over de nachtelijke worstel partij. Around the Salvation Army. De visscher T. H. te Helder, tegen wien vorigen Dinsdag 14 dagen gev.str. werd geéischt wegens vernieling, is tot f7.— boete sub. 7 d. h. veroor deeld, terwijl zijn collega J. Z., tegen wien wegens huisvredebreuk f10.- boete sub. 5 d. h. was gerequireerd, vrijgesproken werd. Kijkjes uit mijn venster. De lieve jeugd en het publiek. 26 Mei. - De Nederlandsche jeugd staat niet erg best aangeschreven. Beets kende wel van die echte leuke Hollandsche jongens, die met één slag je hart stelen, maar al mogen er in zyn tijd velen van dat genre geweest zyn, tegenwoordig Hjkt het wel of je ze met een lantaarntje moet zoeken. Over de Heldersche jongens gaan dikwijls de geruchten dat zij vandaalsch, vernielzuchtig, bandeloos z|jn en deze gangbare meeuing is lang geen dwaling. Ge hoeft er maar eens op te letten hoe al wat op straat beschrijfbaar is, wordt volgeklad met allerlei narig heid, akeligheid en vuiligheid en hoe al wat op eenzame plaatsen waar niet op de een of andere wijze toe zicht geoefend wordt breekbaar of vernielbaar is, binnen den kortst mogelijken tijd wordt verwoest. In urinoirs, op schuttingen en hekken staat het vol van walgelijke taal, wat niet alleen reden tot ergernis geeft, doch al dat gekladder met vegen verf en het geschrijf met pot lood en het vaak diep insnijden met messen doen groote afbreuk aan het stedenschoon. Vanmorgen zagikzoo'n straatjongen op den hoogen steiger aan de haven, op z'n gemak met een zakmes bezig. Een gepensioneerde, die er zijn pijpje rookte en er een luchtje schepte, sloeg den knaap gade en waarschuwde hem en toen dat niet hielp gaf hij hem een oorvijg. Maar nu waren de rapen gaar, want de vader was daar ook, toonde zich verontwaardigd over het feit dat een ander zijn zoontje aldus aanpakte en voer geducht uit tegen den man die z'n handen had uitgestoken en door de heftige woordenwisseling kwamen meerdere menschen er aan te pas en men was het roerend eens dat zoo'n jongetje eigenlijk geen kwaad van beteekenis deed. En dan de ruiten en boomen en banken, die het nu en dan moeten ontgelden. Een bewoner van den Parallelweg nam de vorige week een schooljongen onderhanden, die het niet laten kon om bijna iederen morgen en middag daar in de jonge boomen te kerven. Hij beloofde het niet meer te zullen doen, doch een paar uur later kwam z'n moeder aan het adres en begon lang niet malsch op d'r poot te spelen en liet duidelijk uitkomen dat ze d'r ventje voortaan maar z'n gang moesten laten gaan en als ie nog eens in den arm werd genomen dan zou de juf by de politie gaan klagen. Moet je nog peultjes? Maar het is bekenddat er onder zekere klassen van menschen weinig eerbied bestaat voor andermans of voor gemeen eigendom, dat sommigen het liefst kinderen in bescherming nemen waar zij feitelijk een flinke afstraffing verdienen. Speciaal verhuurders van woningen hebben er ondervinding van en het is wel eens oorzaak waarom met tegenzin wordt overgegaan tot het laten opknappen ten behoeve der huurders. Iemand liet ons een groot perceel zien, dat con poosje leeg was en, hoewel beveiligd door kippengaas tegen de bombardementen der wilden, waren vier ruiten ingegooid en dak pannen verbrijzeld. Hij vertelde per soonlijk zicb eens verborgen te hebben in de voorkamer, op 't uur dat de school uitging en z'n eigendom be stormd werd. Toen hij'n jongen kort op de hielen zat en hem bijna aan z'n kiel had, schoten wat vrouwen en mannen haastig toe en men ver ijdelde zijn poging om den vlegel te grijpen. En een paar andere huizen van denzelfden, pas van buiten netjes geschilderd, waren in den loop van eenige dagen hier en daar met een scherp voorwerp verfloos gemaakt, 'n Bewoner van een dezer had al twee keer een jongen betrapt, maar kon hem niet in handen krijgen. De derde maal gelukte dit inderdaad en was het wonder dat de dader een pak slaag in ontvangst kon nemen? Daar bleef het echter niet bij. Vader en moederen een groote broer kwamen ten zeerste vertoornd partij trekken voor hun lieveling en toen het een heel opstootje werd aan de deur, scheelde het maar weinig of men was elkaar in de haren gevlogen en bij deze gelegenheid bleek weer dat het publiek, nieuwsgierig hier toege- loopen, sterk op de hand van den deugniet was. Maar dan moetje nog hoo en hoe bar de boefjes het wel eens maken bij de winkeliers. Staat er iets onder hun raam, op hun stoep of bij hun openstaande deuren uitgestald, ze smijten het om, loopen er wel eens een eind mee weg om het veel verder weer ergens neer te zetten of ze doen met een steen er een aanval op of ze werpen elkaar pardoes naar binnen, zoodat de kans bestaat dat de dingen gebroken worden. Een winkelier in de Spoor straat ondervond het onlangs her haaldelijk als de werf af en aan ging en de scholen leeg liepen, 's Avonds had hy nooit last, want dan is de politie er present, maar overdag was hy het mikpunt van de bent en natuurlijk begon hem dit ten slotte danig te vervelen. Hij ging met zyn bediende zich verdekt op stellen en het gevolg hiervan was dat twee jongens zich onverwachts in den nek voelden gegrepeD. Naar het politie-bureau aan 't Molenplein met henMaar jawelZe schreeuw den moord en brand en voorbijgangers, geprikkeld en begaan met het lot van de beide gearresteerden, namen een dreigende houding aan en ofschoon met sterke vuisten voortgesleept, werden ze door een woedende menigte ontzet en in staat gesteld om op vrije voeten er vandoor te gaan. Gek toch, dat medeburgers zich zóó gedragen als het er om gaat dat een straat jongen voor z'n brutale streken wordt opgebracht of vastgehouden. Van dit laatste zagen we dezer dagen nog een kras staaltje in de Koningstraat. Een winkelier daar kan er van meepraten hoe hij telkens en telkens wordt ge treiterd door jongens die hem op allerlei manier zoeken. Verschillende listige maatregelen heeft hij dan ook al eens genomen om ze te grijpen die het 'm lappen. Maar een Helder sche straatjongen is niet van gisteren en laat zich moeilijk vangen. Zelfs een politieagent in burgerkleeding, in de omgeving op post, kou de rak kers niet machtig worden. Kan het ook anders? Al onze dienders zijn door en door bekend en worden direct herkend al zyn ze niet in uniform. Enfin, door de politie werd bedoelden winkelier na diens vele klachten medegedeeld, dat men er niets aan kon doen, dat het beste middel was om zoo'n jongen zelf te pakken en dan de politie te waarschuwen. Goed. Nu gebeurde het eindelijk eens dat een boefje werd gevangen. Heel be daard nam men hem zoolang in huis en, zorgvuldig bewaakt, zou de politie ontboden worden. Edoch, de jongen spoot een fontein van kraaigeluid uit, onheilspellend geheimzinnig in den stillen avond en dit zenuwachtig ge snater als van veel ganzen bij een poelier die er hun laatsten nachtleven, werd spoedig buiten gehoord en vol wassen burgers, soldaten en matrozen waren oogenblikkelyk bereid om den bewusten jongen te verlossen. Met kracht en geweld drongen ze den winkel binnen en de zakenman, die, al zóóvéél geplaagd, z|jn buit moedig trachtte te behouden, móést zwichten voor de overmacht. Hem werd den jongen ontrukt en een vloed van scheldwoorden kreeg hij naar zyn hoofd uit de massa menschen voor z'n huis en waaronder groote lummels zich dreigend aanstelden en elkander opwarmden terwille van dat arme schaap. Gelukkig liep het nog goed af, maar die er zich allemaal mee be moeiden speelden gevaarlijk spel, want in drift kan door verdedigers en aanvallers het ergste gedaan wor den, temeer daar geen politie aan wezig was om in deze op te treden. Driemaal werd naar de bureaux tever geefs getelefoneerd. Er was daar geen personeel om een handje te helpen. Eerst na verloop van een heel tijdje kwamen een paar agenten opdagen. Maar toen was dit zaakje immers alweer gezond? DE WEEK. 27 Mei. De Deensche Koning heeft ons een nieuw soort van vertegenwoordiger der „Royalty" doen kennenvan de soort der majesteitelijke, doorluchtige menschenvan de moderne soort. Toen Christiaan X daar aan het Haagsche Staatsspoor-station ver scheen, wat de soldaten een kwartierrautsje" noemen schuins op 't hoofd, een leuk-vriendelijken glim lach om de lippen, met zijn vroolijk- levenslustige oogen om zich heen kijkend, toen zal menigeen ge dacht hebben„Is die zeer-lange meneer, 1.97 M. groot, nu heusch een echte Koning?" Toch is h|j 't. Een onvervalschte. Afstammend van zeer-authentieke doorluchtige heeren en hooge vrouwen. Majesteit, in het bezit van een der oudste, waardigste blazoenen van Europa. Kleinzoon van „den schoon vader van Europa". Verwant aan de machtigste en allerdoorluchtigste vorstengeslachten. Zeer-na familie zoowel van onze Koningin als van Haar gemaal. Men heeft hier te doen met de aller-allerblau wste schakeering van bloed, die men zich slechts kan voorstellen. En zoo'n „grand seigneur" vertoont zich met dood gewoon kwar- tiermuteye op 't hoofd, aan de zijde van de Koningin der Nederlanden, zijne gastvrouw. Wuift joviaal tegen de heeren op de persboot Haast zich om, wanneer hij, in de boerderij te Zoetermeer een glas melk heeft gedronken en daarbij morste, zelf, met allerdoorluch tigste hand, een vaatdoek te nemen en de tafel schoon te poetsen Wipt het hooge bordes aan het Huis ten Bosch, met z'n lange beenen van geoefend sportsman, in een paar wippen op, instée van te „schrij den", of minstens zoo'n bordes lang- zaam-plechtig te „bestijgen"... Vreemde, zonderlinge Majesteit uit het kleine, nijvere, gelukkige, voor uitstrevende Denemarken. De zaak is, dat deze schrandere Christiaan X zyn tijd en de menschen, er in levend, begrijpt. De moderne „royalty" heeft reden en recht van bestaan, mits zy zich weet aan te passen tot nieuwe tijden, nieuwe zeden. Anders ondergaat zy het lot van kasplantje, dat onder stolp bewaard, langzaam verkwijnt. Wordt de afstand tusschen haar, Royalty, en het volk al-grooter. Wordt zy eene curiositeit, eene anti- kwiteit, - wat voor haar aanzien altijd nog iets erger is dan een orna ment De periode der minzame- glimlachjes, die eene jubelende menigte in vervoering brachten, - zij ligt haast achter ons. Een Christi aan X heeft ervaren, dat zijn pientore, critische, scherp-kijkende en in zulke dingen fijn-gevoelende landgenooten minder makkelijk te „vangen" zijn. En trouwens deze zeer-rijzige en slanke Koning schijnt werkelijk te gevoelen voor „de eischen des tijds". Of zich althans op meesterlijke wijze de „pose" te kunnen geven van alsof-hij Het bezoek van de Deensche Majes teiten te onzent is samengevallen met bijzonder-onheusche bejegening van de arme, ongekroonde .Koningin der Aarde", genaamd de Pers. Laten wij hopen, dat men hier te doen heeft met een misverstandmisschien met tijdelijk ontstemd-wezen, ook, over ongedachte wijziging van feestpro- gram, en zoo meer. De Nederlandsche pers is een eerlijke, loyale, gedweé dienares der Kroon, althans wat de overgroote meerderheid harer verte genwoordigers betreft Gaandeweg is hare positie eene andere en betere geworden dan die eenmaal was. Is haar ruggegraat ook steviger gewor den, wat inderdaad ook wel mocht... Is het besef ontwaakt, dat zjj, - als voorlichtster van de massn, een zware rol te vervullen heeft waarbij de autoriteiten, van allerlei soort, haar hebben te steunen en niet tegen te werkenEn het besef daarvan is, by de diverse autoriteiten, zóó diep doorgedrongen, dat wij niet zoo heel erg bang zyn voor eene onder schatting der beteekenis van de Pers... Zélfs niet „an allerhöchster Stelle"!... mits de Pers-zelve wake, dat haar ruggegraat niet aan verslapping ga lijden. Zij zich bewust blijve van wat autoriteiten, van allerlei soort, haar verschuldigd zijn Wat er van velerlei dingen terecht zou komen, indien deze trouwe en ijverige heraut niet de trompet telkens zou heffen, wen 't van haar gevraagd wordt... Zijn Deensche Majesteit, die zulke aangename herinneringen van het verwante en bevriende Holland heeft meegenomen op de terugreis naar zijn vaderland, - zal dat alles on getwijfeld beseffen. En in andere rogionen van „royalty" zal dat ook wel doordringen, - mits nogmaals gezegd, - de Koningin der Aarde, de ongekroonde, niet poge haar weêr met de rol van Asschepoester op te schepen De machtige prins-verlosser, ook wel Jan Publiek genaamd, zou haar, trouwens, welhaast met 't verloren .glazen muiltje" komen zoeken en ten troon verheffen Terwijl het kwik in de thermome ters onrustbarend daalt en de heerlijke vroegzomer op de vlucht is gejaagd door iets wat op November-lucht gelijkt... Zoodat onze arme borstlyders 't weêr moeten verduren... wordt de „atmos feer" op het Haagsche Binnenhof al-zwoeler en benauwenderHet vermetele stukje om de Stuwadoors wet van de baan te schuiven, men heeft 't niet aangedurfd. En geen wonder!Sinds jaar en dag zijn de toestanden by het bootwerkers- bedrijf, speciaal te Rotterdam, af schuwelijk. Men behoeft waarlijk niet tot de teérhartigen te behooren, om te sidderen van de cijfers, hierby genoemd. Talma was de redder, de tooverprins, die hier deze andere, ongelukkige Asschepoester wilde ver lossen. Als men liever wenscht, de Perseus, die de arme Andromeda zou komen reddenHij naderde reeds, het machtige zwaard in de vuist geklemd. Maar toen kwam er een voor hem zoo-booze fee, ge naamd Stembus-1913. Het zwaard brak in stukken Een andere prins-redder verscheen, - Treub genaamd. Met koeler ge laatMet zwaard van gansch- ander maaksel Staken wij de beeldspraak. Er is nu, op het Haagsche Binnenhof, een lastig en gevaarlijk pleit te beslechten. De Rechtschen - ds. Van der Voort begon er reeds in den namiddag van 26 Mei meöl - verheerlijken thans Talma den hervormer van echt-democratischen huize tegenover Treub, den kwasi- democraat, den snoeier, den remmer, - die Talma's Stuwadoorswet ver slapte en verwaterde. Van een voor de bootwerkers heilzaam, versterkend brouwsel maakte tot een ongeniete- ljjk-slappen „grog", waarvan de uit gebuite arbeiders walgenEn zoo kon 't gebeuren, dat de S.D.A.P., die met hare amendementen het ontwerp Talma feitelijk deed herleven, - hier naast Rechts zou moeten optrekken tegen de partijen der Concentratie Minister Treub nam met vroolijk gelaat en rustig-strijdvaardige houding aan de groene tafel plaats, - op dien Dinsdag-middag. H|j zal wel beseft hebben, hoe 't hier, voor hem gold, het eerste stadium van de groote worsteling, welke allicht bij de behandeling der Ouderdoms-rente haar beslag zal krijgen Van het tastende, schuchtere, weifelende, onzekere eens Bertlings heeft deze krachtige geest niets. De Kamer gevoelt, beseft dat zij nu eene figuur-van gespierde, ge schoolde kracht tegenover zich heeft. 't Wordt nu een „corps- h corps", waarbij «de tribune" zich kan ver lustigen. De saai suffe dagen op het Binnen hof zijn voorbij. Nog is 't voorspelMaar't wordt „meenens" thans Ma. Auton'io.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1