HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4322
DONDERDAG 11 JUNI 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 374 45 „0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 24 cent
Het eerstvolgend nummer
van ons blad verschijnt
Zaterdagmiddag.
Vertrek en aankomst der treinen.
VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM.
Vortrek Aankomst
5.15 's Maand, en daags na feestd. 7.40
6.26 op Zon- en Feest<1. niet 9.10
6.59 op Zon- en feestd. t. Alkmaar 8.06 J)
7.40 sneltrein 9.10
7.48 Donderd. tot Schagen 8.46 -)
9.0211.37
11.552.2J
1.48 op Zon- en Feestd. mot 4.35
4.10 gedeolteltik sneltrein 6.03
7.40 sneltrein 9.17
8.3210.54
VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER.
Vertrek Aankomst
4.44 alleen Donderdags 7.34
6.04 op Zon- en Feestd. niet S.35
8.12 snoltrein 9.87
9.— Zond.,nlloen vanaf Alkmaar 10.07
9.4411.47
12.543.26
3.386.07
5.257.32
9.05 snoltrein 10.35
10.06 nlloon van al'Alkmaar 11.14
10.47 op Zon- en reestdagen 12.54
te Alkmaar.
3) to Scliagen.
STOOMBOOTDIENSTEN.
Helder-Amsterdam (Gebr. Zur MUhlen).
Van Helder 'smorg. 7.15 en 'sav. 11 uur
A'dam 9.15 „'sm. 4
Helder-Texel (T.E.S.O.).
Van Helder 'smorg. 5.15,9.15') en
'smidd.12 15,4.15 en 7.55.
Van Texel 'smorg.4.15,6.30,10.45en
'sraidd.2.50 en 6.15.
Op Zon- en feestd. te 10 uur.
BINNENLAND.
Aanbesteding.
De hoofd-intendant der Marine te
Amsterdam heeft Dinsdag aanbe
steed: de levering van verseh rund-
vleesch, ten behoeve van de zee
macht te Amsterdam, Willemsoord
en Hellevootsluis en van de kweek
school voor de zeevaart te Leiden,
van 1 Juli tot uit. December. Inge
komen 8 biljetten. Minste inschrijver
J. E. Fruitrnan, f 75.80 per 100 K.G.
Hoefijzerverbond.
Tot heden kwam bij het hoofd
bestuur van het Hoefijzerverbond
(penningmoesteresse Jonkvrouw J.
van de Santheuvel, Corn. Speelman
straat 21, Den Haag) bijna 60 dui
zend gulden in voor het Neder-
landsch Kinderherstellingsoord.
Voor het hoofdgebouw is ongeveer
80 duizend gulden noodig, terwijl het
ziekenhuisje, de lighutten, de meubi
leering en inrichting ten minste 20
mille zullen vereischen.
Nog een aantal sub-comité's in
kleinere plaatsen zijn bezig met in
zamelen.
De week van 1—8 Augustus is
tot een nationale hoefyzerweok
gekozen.
Het verbond wil trachten in zoo
veel mogelijk alle gemeenten eon
straatverkoop te organiseeren van
de bekende keurige 10 cents hoef
ijzerspeldjes.
Het is de bedoeling om, als het
geld bijeen is, onmiddellijk met den
bouw te beginnen.
Een waarschuwing.
Het gebeurt wel meer dat families
voor korten of langen tijd op reis
gaan en de kinderen onder de hoede
van een dienstbode achterlaten. Zoo
deed ook een familie op de Funen-
kade te Amsterdam. Men bleef slechts
één nacht uit en liet het driejarig
dochtertje met de gedienstige thuis.
Deze laatste vond daarin een goede
gelegenheid om haar vriendin en een
paar vrienden tot een gezellige bijeen
komst uit te noodigen en zoo werd
's avonds eens prettig huisgehouden.
Een der gasten heeft echter ge
meend dat men ook nog wel een
herinnering aan dezen vroolijken
avond mocht hebben en nam een
gevulde portemonnaio en nog een
paar snuisterden mede. Dit heeft er
toe geleid dat de beide vriendinnen
zijn aangehouden en het heele gezel
schap vermoedelijk de naweeen van
de pret zal ondervinden.
Men dient dit is de moraal
wel heel zeker van zijn dienstbode
te zijn, voordat men kinderen en
eigendom aan hen toevertrouwt.
Gestrafte snoeplust.
In het Hortusplantsoen te Amster
dam staat een pakhuis van een fabriek
voor suikerwerken en nabij dat per
ceel is een vuilnisbak geplaatst. In
die- bak wordt, begrijpelijkerwijze,
heel wat afval van suikergoed ge
deponeerd pepermuntjes, mislukte
horapen en brokken en anderszins.
En even begrijpelijk ook is het, dat
de kleine jongens uit de buurt, die
weten, dat daar een vuilnisbak staat,
voor een gedeelte gevuld met snoep,
af en toe eens komen neuzen en
smikkelen, 't Begon den pakhuis
eigenaar te vervelen, dat de bengels
daar telkens stonden te graaien in
den bak. En toen eergisteren weer
eon tweetal jongensfiguurtjes stonden
gebogen over al die weggeworpen
zoetigheid werden zo begoten door
een straal van roodgekleurd vocht,
eon vloeistof vermengd met een
kleurstof, waarmede ook suikergoed
wordt gekleurd. Eenige voorbijgangers
ontfermden zich over de knapen,
waarvan één er erbarmelijk uitzag:
rood van z'n haar tot z'n beenen,
éen roode massa. Tegen den persoon,
die de jongens aldus had roodgetint,
werd proces-verbaal opgemaakt vol
gens art. 427 van het Wetboek van
Strafrecht.
Huis der ellende.
Zekeren v. d. H. wonende aan den
IJweg te Haarlemmermeer, hoofd
van een gezin, dat, evenals de woning
waarin het is gehuisvest, in erbar-
melijken staat verkeert, trof het on
geluk te worden aangereden door een
onbesuisd fietsrijder, tengevolge waar
van hij met gekneusd been werd
opgenomen en thuisgebracht.
Een bed bleek niet beschikbaar,
dus werd de man op een stoel gezet
zonder mat: betere stoelen waren er
niet.
Op zulk een zetel had de man 6
weken lang dag en nacht doorge
bracht, toen op zekeren dag de heer
Borst, secretaris van de Gezondheids
commissie op woninginspectie uit,
ook zijn intrede in dit huis dei-
ellende deed.
In de woning was niemand dan
de ongelukkige patiënt.
En in welk een toestand!
De man was van een neger niet
te onderkennen. Het bovenlichaam
was met eenige schamele kleeding
bedekt. Een paar baalzakken dekten
de beenen, welke rustten op een stoel
van de beschreven soort. De man
werd in letterlijken zin door het on
gedierte opgegeten hij klaagde over
pijn in rug en zitdeelen.
Een groote cacao-bus stond naast
den stoel en vervulde de diensten
van zeker slaapkamermeubel.
Op de tot den man gerichte vragen
kwam de bezoeker tot eenig overzicht
van den toestand.
De dokter bezocht hem vrij geregeld,
maar kon wegens het legioen onge
dierte de behandeling, die de toestand
van het been vereischt (massage)
niet geven.
Kennisgeving van den toestand
aan het nabijwonende lid van het
Burgerlijk Armbestuur had niet de
gewenschte uitwerking.
Van de verpleging door huisge-
nooten was in geen enkel opzicht
sprakeintegendeel werd hij dagelijks
met verwijten en verwenschingen
overladen door vrouw en kinderen!
De buren, die er eindelijk aan te
pas waren gekomen, konden en durf
den niet knders doen dan den man
wat eten brengen; zij bleven dan
zoolang in den omtrek tot hij het
verorberd had, een maatregel noodig
om te voorkomen, dat de gebrachte
spijzen niet in de magen van de
andere huisgenooten terecht kwam!
Gelukkig in dit. geval, dat de be
zoeker bleek te zijn iemand die niet
slechts kijk heeft op de belangen Yan
de volkshuisvesting, maar ook op
menschen en toestandeniemand die
weet van aanpakken waar zulks
noodig is en wien het niet mangelt
aan gezonde verhouding van hoofd
en hart.
Fluks werd naar de vrouw des
huizes omgezien, die, toen zij weiger
de haar man te reinigen een scherpe
berisping ontving. Water en ook een
doek waren toen spoedig gevonden
en nu werd de patiënt zelf aan het
werk gezet.
Weldra was weer waar te nemen,
dat hij behoorde tot het blanke ras.
Den volgenden dag reeds werd de
man voor rekening van het Burgerlijk
Armbestuur geheel gereinigd en een
paar dagen later ter verpleging naar
het Diakonessenhuis te Haarlem ge
transporteerd.
Naar wij vernamen had de wonde-
plek aan het lichaam van den patiënt,
als gevolg van het langdurig en in
één houding zitten, benevens door
den schadelijken invloed van het
ongedierte, een middelijn van 20 c.M.
gekregen.
Is het niet treurig, dat in de wel
varende gemeente Haarlemmermeer
zoo'n arme stakker nog zoolang aan
zyn lot kan overgelaten blijven,
zonder dat er een armmeester naar
omziet? (Opr. Haarl. Ct.)
Hst knappe dienstmeisje.
Het gebeurde te Amsterdam aan
het postkantoor.
Daar stonden in het middaguur voor
het loket van de postwissels, post
pakketten en aangeteekende brieven,
eenige dames te wachten en wat
kantoorheertjes of andere mannelijke
figuren, toen er een dienstmeisje
in de rij kwam staan, een waar ju
weeltje!
Blond, blank en proper was ze. Een
lust voor de oogen met dat gemoesde
witte japonnetje aan, dat geborduurde
schortje voor en de coquette tullen
muts op, die met een dikken kroes-
rand op het blonde haar rustte.
En menige dame moet wel jaloersch
gedacht hebben„Hè, zóó een moest ik
nu eens hebben, wat een bof, zoo'n
knap meisje!"
En menige jonge man (want ouderen
doen dit nooit!) moeter wel stilletjes
verzucht hebben: „Met zoo'n meisje
eens een avondje op stap, wat een
buitenkansje
Ze keek zelf een beetje onverschillig,
net alsof ze niet merkte hoe ze be
wonderd werd door beide seksen,
al lag er dan ook een heel verschillend
motief aan ten grondslag. En ze las
en herlas den postwissel, dien ze to
verzenden had, alsof er heel wat be
langrijks op te vinden was.
Na heel geduldig wachten kwam
ze aan de beurt.
De ambtenaar,nauwelijksopkijkend
naar het appetijtelijke meiske (zoo
vuurvast zijn onze ambtenaren in
rijksdienst) zei plechtig:
„Daar moet tien cent op, juf
frouw. Maar wacht es, de afzender
is niet ingevuld!"
In eens uit haar onverschilligheid
gewekt, begon ze: „O, dat heeft me
vrouw zeker vergeten, vult u 't als
jeblieft even in, mijnheer!"
„Nee, doet u dat liever zelf. Kijk,
daar is 'n lessenaar, ik help in dien
tijd een ander."
Het meisje doet wat haar gezegd
wordt. Met een kleur als een pioenroos
staat ze nu gebogen over haar formu
lier en schrijft.
Het gaat niet vlug, maar wat drom
mel, schrijven is ook ieders werk niet,
en ik schat, dat ze veel vlugger is
met stoffer, dweil of boender dan ik,
die haar hier kritisch waag te be
schrijven.
Maar eindelijk is het volbracht en
triomfantelijk geeft ze nu het papier
aan den man achter het loketje weer
over.
Deze ontcijfert met moeite de be
vallig dansende letters en leest den
naam hard op.
„Wel, verdikkeme nog an toe,"
roept ze in eens verschrikt, en allicht
harder dan ze bedoeld heeft, „ik heb
me vergist, zoo heette me mevrouw
van de vorige weekJa, hoe die van
nou heet, daar mot ik me eerst nog
es op herinnere!"
„Neemt u dan den postwissel
liever maar weer mee en laat 'm door
u mevrouw invullen. Maar door
de tegenwoordige!" voegt de ambte
naar er ondeugend aan toe.
Het knappe dienstmeisje neemt het
papier kalm ter hand on scheurt het
in kleine lapjes.
Als ze het postkantoor uitgaat is de
bewondering der dames iets geluwd.
Een meisje dat zich in den naam
van hare mevrouw vergist en zich
dan met geen mogelijkheid kan herin
neren hoe de tegenwoordige heet, die
moet er toch al eenige achter elkaar
versleten hebben!
De mannelijke bezoekers van het
postkantoor zijn echter standvastiger
in hun bewondering. Want even be
langstellend als ze bij haar binnen
komen werd opgenomen, wordt ze
ook nu weer door hen nageoogd als
zo weggaat.
Eén of tien mevrouwen per jaar,
maakt dat. nu eenig verschil in de
mannelijke appreciatie, als het zoo'n
aardig frisch blond meisje betreft?
H- v* R (Hdbl.)
Een leeuw ontsnapt.
Op de kermis te Aardenburg staat
een wilde-beestenspel. Toen men nu
Zaterdag bezig was de kooi van een
leeuw schoon te maken, wist deze
uit zijn gevangenis te ontsnappen
en wandelde het kermisterrein op,
tot groote ontsteltenis van het publiek
en de kramers. Het personeel van
de tent wist het dier in zijn kooi
terug te krijgen vóór het kwaad had
kunnen verrichten. Alleen een hond
werd het slachtoffer van hot beest en
een der temmers werd in het gelaat
verwond.
Gemakkelijk behaald pensioen.
Te Maurik woont een man, die
langer dan 40 jaren eiken Zondag
morgen gedurende ongeveer 3 minu
ten de torenklok luidde en daarvoor
met Nieuwjaar een rijksdaalder als
loon ontving. Die man geniet nu
voor dien arbeid een ouderdoms
rente van f 2 per week, dat is meer
dan 4000 percent.
Nog een ander geval speelt in de
Betuwe. Te Ommeren leefde (of leeft
misschien nog) een familie, die eiken
dag een liter jenever verorberde. Die
drank werd eiken dag te Lienden of
te Ingen in een herberg gehaald door
een oude vrouw, die nu voor dien
arbeid ouderdomsrente geniet.
(N. v. d. D.)
Te duur.
Op de secretarie vervoegde zich te
Oosterbeek iemand met het verzoek
om zijn papieren voor zijn aanstaand
huwelijk in orde te maken. En ook
die van zijn meisje. Door omstandig
heden had hij verschillende stukken
noodig. Dit stuk kost zooveel en dat
zooveel.
„Is dat zooveel? Hoeveel is 'tdan
bij elkaar?" De ambtenaar telt op
en zegt: „Samen is 't negen gulden
zestig cent".
„Zooveel! Neen, dat is me te duur.
Dan trouwen we maar niet", en de
man mopperend af. („N. A. Ct.")
UIT INDIË.
Een sinecure
Dezer dagen vertoefde te Soerabaja
de heer Melville, gouvernements-
photograaf, die in opdracht der re
geering den geheelen Archipel afreist,
om... photo's te „nemen" van alle
antieke gebouwen, gevels en misschien
ook dakpannen. Naar wij van mili
taire zijde vernamen, schrijft het
„Soer. Nbl.", bekleedt de heer Mel
ville nu reeds sedert 1908 deze winst
gevende betrekking, welke hem een
tractement oplevert van f700 per
maand, benevens transport en ver
blijfkosten. Zoo deelde men ons mede,
dat de gouvernement-photograaf zich
in het Atjehsche bevond, ook al voor
het doen van photographisehe opna
men, aan welke edele taak hij zich
gewoonlijk slechts eens in de veertien
dagen wijdde, terwijlde overige der
tien dagen in dolce far niente in de
bivakken werden doorgebracht.
Thans heeft de heer Melville zich
by den plaatselijken commandant
vervoegd, met het verzoek, om nu
ook eens kiekjes te mogen maken
van de oude militaire gebouwen hier
ter stede. Zoo zullen o.a. het oude
kleedingmagazijn en de A. C. W. op
de gevoelige plaat worden vereeuwigd,
opdat onze nazaten te eeniger tijd
zullen weten, hoe ze niet moeteD
bouwen.
Het gouvernement zegt het
blad weet toch nog wel leuke
baantjes te scheppen, en wie een
lumineus idee heeft, kan er zeker
van zijn, door het gouvernement te
worden in dienst genomen op een
even aanlokkelijk tractement als dat
van den heer Melville.
BUITENLAND.
Zwaar gastraft.
De fabrieksarbeider Linke, de smid
Güpfert, de machinist Kuhler en de
kastelein Rau, uit Charlottenburg,
die indertijd het standbeeld van
Keizer Frederik, te Berlijn, met
anilineverf hadden besmeerd, en de
woorden „Rote Woche" daarop hadden
geschilderd, zijn door de rechtbank
te Berlyn veroordeeld tot l'/9 jaar
gevangenisstraf. De veroordeelden
legden zich bij het vonnis neer.
Lijkdienst voor de slachtoffers van de
ramp der „Empress of Ireland".
In de enorme zaal van de Albert
Hall in Londen, waar het Leger des
Heils zijn internationaal congres
houdt, had Vrijdag een indrukwek
kende plechtigheid plaats.
Vóór de werkzaamheden konden
beginnen, hield men nl. een lijkdienst
voor de honderdvijftig omgekomen
Canadeesche officieren van het Leger,
die, zooals men weet,metde „Empress
of Ireland" op den bodem der St.
Lawrence-rivier verdwenen.
De Londensche correspondent van
het Alg. Handelsblad beschrijft als
volgt die indrukwekkende plechtig
heid
Ik zat in de loge. Beneden in het
arena waren alle plaatsen, zooals
overal elders in de zaal, gevuld, maar
in het midden waren aan weers
kanten van het middenpad enkele
rijen stoelen ledig''gebleven.
Op het podium, voor het orgel,
zat een groot muziekkorps van het
Leger en bracht gewijde muziek ten
gehoorevoor dat orchest waren nog
de stoelen onbezet, voor degenen, die
zoo meteen komen zouden, de Generaal
en zijn staf uit tal van landen.
Daar klonk op eens plechtig gezang.
Aan deze zijde der zaal zag men
binnen komen den drager van het
groote vaandel van het Leger, met
wit bestrikt en daarachter schreden
plechtig detachementen vrouwelijke
Heilsoldaten, zingende, diep aan
grijpend het „Rock of ages" (Rots
der eeuwen)toen volgden de dragers
van de vlaggen van verschillende
natiön dan een aantal Heilssoldaten,
reeds uit Canada aangekomen ver
volgens een aantal Indiërs in hun
kleurige, mooie klooderdrachten, ten
slotte een aantal bloedverwanten eu
vrienden van degenen, die omge
komen waren bij de ramp der „Em
press of Ireland" en achter hen de
Generaal van het Leger en zijn gade.
De stoet schreed het arena door
naar het podium, waar allen plaats
namen. Alleen enkelen waren achter
gebleven - dat waren de vrouwelijke
soldaten uit Canada. Dezen hadden
zich geschaard achter de ledige
stoelen en over de leuning van elk
daarvan hadden zij gelegd een breede
witte sjerp, elk den naam dragende
van een der omgekomen Heilssoldaten.
En toen ook die vrouwen heur plaats
in de zaal hadden ingenomen, plaat
sten zich bij die ledige stoelen twee
mannen één hunner was een officier
van het Leger in Engeland, houdende
de Engelsche vlag; de andere man
een der Indische officieren, die de
vlag van Canada hield gansch
den avond bleven die twee daar,
eerbiedige wachters over de plaatsen,
die men straks op 11 Juni, als in
dezelfde zaal het wereld-congres zal
worden geopend, ingenomen had
willen zien door de vrienden uit
Canada
Nooit te voren heb ik een zoo
aangrijpende handeling voor mij zien
gebeuren, als dat binnenkomen van
dien stoet onder dat zachte plechtig
zingen en die eerwaardige, eerbiedige
daad bij die ledig blijvende 'stoelen.
De lijkdienst zelf was geheel zooals
men dat bij het Leger des Heils
gewend is.
Tegen de militanten.
De openbare meening kant zich
hoe langer hoe meer tegen de mili
tante suffragettes in Engeland. Dat
blijkt niet slechts uit de talrijke in
gezonden stukken in de bladen,
waarin allerlei adviezen worden ge
geven voor de behandeling der „wild
women", verban ze, raadt de een,
laat ze doodhongeren, de ander,
kastijdt ze als ondeugende kinderen,
een derde, - maar dat blijkt ook
uit de houding, die het publiek in
den laatsten tijd tegen de rustver-
stoorsters aanneemt. De gebeurte
nissen der laatste dagen toonen vooral
dat do verontwaardiging van het
publiek stijgende Is. Op verschillende
plaatsen werden suffragettes, die
vergaderingen in de openlucht wilden
toespreken,aangevallen, zoodatslechts
tusscbenkomst van de politie ernstige
gewelddaden kon voorkomen. Te
Hampstead kon de politie slechts met
moeite voorkomen, dat de suffragettes
in een vijver werden ondergedom
peld; te Ilford werd een huis, waarin
een suffragette toevlucht had gezocht,
door een woedende menigte met
steenen gebombardeerd, zoodat tal
van ruiten werden ingeworpen.
Elders beproefden suffragettes de
nieuwe strijdmethode om de gods
dienstoefeningen in de war te sturen,
tot groote verohtwaardiging der kerk
gangers, die op zeer handtastelijke
wijze aan hun ontstemming lucht
gaven. Vooral de vrouwen bleken
daarbij het hevigst ontstemd en
menige suffragette liep slagen op van
hare sexegenooten. Zoo werd ergens
een der suffragettes, die een kerk
dienst had verstoord en die ïd een
auto zich voor de woede der kerk-
gangsters en kerkgangers in veilig
heid wilde brengen, door een goed-
gekleede dame, die zich door de
menigte drong, uit de auto gehaald
en duchtig afgerost.
De wandaden der suffragettes lok
ken dus meer en meer weerwraak uit.
Welsprekendheid in den Duitschen
Rijksdag.
Zijn de redevoeringen van verschil
lende onzer Kamerleden met de el
te meten, tal van Duitsche Rijksdag
afgevaardigden beschikken eveneens
over een groote dosis eloquentia, dat
blijkt wel uit de statistiek door het
bureau voor den Rijksdag gepubli
ceerd. In de vorige zittingsperiode
heeft de centrum-afgevaardigde Erz-
berger het meest de sluizen zijner
welsprekendheid geopend en hij staat
dan ook met 49 redevoeringen boven
aan het lijstje der wel-bespraakten.
Dan volgen Bassermann (nationaal-
liberaal) met 88 redevoeringen, graaf
Westarp (conservatief) met 35, Spahn
(Centrum) met 24, Ledeboer (socialist)
met 33, von Graefer-Gustrow (con
servatief) met 30; Muller-Meiningen
(liberaal) met 27, Pflegin (Centrum)
en Haase (socialist) met 25.
Amusant is wel, dat Erzberger al
jaren lang klaagt over al te groote
welsprekendheid in den Rijksdag en
aandringt op het nemen van krach
tige maatregelen daartegen.
Duikbooten in een zeeoorlog.
De „Times" bevat een verklaring
van den Engelschen admiraal Sir
Percy Scott, die zoo groote waarde
toeschrijft aan duikbooten in een zee
oorlog, dat hij voorspeltdreadnoughts
en super-dreadnoughts zijn ten doode
opgeschreven, omdat zy niets ver
mogen tegen aanvallen onder water.
Zij zijn noch veilig in open zee, noch
in de havens. En het eigenaardige is,
dat men duikbooten niet met duik
booten kan bevechten.
De admiraal besluit met een aan
maning aan de Engelsche regeering,
al haar krachten te wijden aan de
onderzeevloot eu geen geld meer te
besteden aan den bouw van groote
oorlogsschepen, die in een
toch nutteloos zullen blijken.
Arrondissements-rechtbank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 7 Juni.
Een vertegenivoordiger van het „op
geschoten vlegeldom." De 19-jarige
J. H. Th. S., zonder beroep te Texel
zijn ouders wonen te Haarlem
is géén voorstander van het bij
zonder onderwijs. Dat hield het ont
kennend antwoord in op de vraag
van den president der rechtbank of
hij dit misschien wèl was. Hij heeft
n.1. 27 April te den Burg opzettelijk
en wederrechtelijk een glasruit ver
nield in de openbare school en aan
gezien hij voor deze ruitentikkerij
geen enkele reden opgaf, dacht de
pres. dat men hier misschien te doen
had met een eenigszins zonderling
exces van den onzaligen schoolstrijd.
Het jongemensch heeft de ruit
ingeslagen, dat erkent hy, maar op
het waarom blijft hij het antwoord
schuldig.
Er waren twee getuigen gedag
vaard, waarvan één, Texel's burge
meester, de heer E. G. Gaarlandt,
niet was gekomen. De 19-jarige leer
ling der Texelsche Zeevaartschool
C. W. van Ingen van Schenau was
er wèl. Hij had gehoord, dat op den
bewusten avond, toen hij na afloop
van een fuifje met z'n vrienden liep,
een ruit in de school werd vernield
en bekl. was dicht bij de school. Hy
had echter niet gezien, dat deze iets
deed. Dat klopte echter geheel niet
met de verklaring welke 'hij voor
den onbezuldigden ryksveld wachter v.
d. Pol had afgelegd. Hem werd
voorgelezen, dat hij had verklaard,
dat S. moedwillig een ruit in de
school had vernield door het werpen
met een steen. De pres. drong er
bij "get. op aan, de waarheid te zeg
gen, maar de scholier bleef bij zijn ver
klaring; wat v. d. Pol op schrift
stelde, was abuis.
De pres. oordeelde dc zaak van te
weinig beteekenis, om er verder werk
van te maken, maar hy gaf het
jongmensch van Ingen de verzeke
ring, dat zijn houding stellig zou
worden gerelateerd aan Texel's bur
gervader.
Het O. M. vond de zaak niet van
zoo weinig beteekenis. Hij was niet
van plan voor dergelijke delicten
boete te eischen. Met een paar gulden
mag men er niet af zijn. Hij wees
op de oprichting van bonden om het
opgeschoten vlegeldom te beteugelen
en requireerde voor deze uit pure
baldadigheid bedreven wandaad zeven
dagen gev.str.
Bekl. zei het er heelemaal niet op
te hebben gezet om een ruit in te
slaan. Er was één van het zestal,
dat dien avond de school passeerde,
jarig geweest en
Als ieder die jarig is een ruit in
gooit dan blijft er niet veel heel op
Texel, meende de pres.
Wanneer Th. S. op 't oogenblik
piekert over de zeven dagen, waarvan
hij zich, naar 't ons voorkwam, ter
zitting niet zoo veel aantrok, dan
durven we hier wel een geruststellend
woord tot hem te richten. Het loopt
wel met een geldboete af dat zal
geen foutieve profetie blijken. Maar
iemand als hij, die zich stellig tot
de nette jongelui rekent mag hier
wel eens bedenken het leuke woord
van Hendrik de Veernette menschen
zijn menschen, die. net doen als
anderen.
En ruiten inslaan in de openbare
school doen ook „anderen" niet. Als
dat zoo was, zou het een rare toe
stand worden. Niemand op Texel zou
er voordeel bij hebben, behalve de
glazenmaker en de schooljeugd. De
laatste een problematisch voordeel.
Waer wert opregter trou
Er zijn van die voorvallen in de
wereld, die de idieele gedachten in
dichterswoorden vervat tot een aan
fluiting maken. O, als het nog eens
ter kennisse gebracht kon worden van
Joost van den Vondel, wat 24 April
bij het station te Helder gebeurde
en wat daaraan vooraf gingEr zou
dan onrust heerschen in een woning
van „vier planken en twee plankjes".
Zij is nog geen 25 jaar, doch reeds
een wettelijk gescheiden vrouw, die
het huwelijksspruitje bij de scheiding
toegewezen zag aan haar man, den
sergeant-machinedrijver S., lang geen
„beminde tortel" als waarvan de
reizang spreekt. 24 April was A. K.
nog eens van de Ruysdaelkade te
Amsterdam, waar ze thans resideert,
naar Helder gekomen. Waarom?
Van verschillende zyden verschillen
de motieven. Was het juiste mis
schien dat, hetgeen zoo treffend
denken deed aan het
Geen band, die beter bindt
Beter harten houdt omsloten,
Dan de band door God gesloten
Tusschen moederhart en kind,
de regels uit het lied uit Sjaalman's
pak, waarin iets voorkwam dat Louise
Rosemeyer haar brood deed kruime
len, toen Frits het declameerde?
De ex-echtgenoot mocht niet onder
eede worden gehoord, zijn vroegere
vrouw, die hier eenig recht van mee
spreken aan do wet ontleent, was
daar beslist tegen. Zijn buiten eede
afgelegde verklaring, alsmede die van
een korporaal, die het gebruik van
een heele serie zeer leelijke scheld
woorden bevestigde, waren de recht
bank nog niet voldoende. 30 Juni
zal nog een militair worden gehoord;
tot zoo lang werd de behandeling
dezer onverkwikkelijke scène uit
gesteld.
DE WEEK.
10 Juni.
In oen orgaan, zich noemend
„Weekblad voor verstandige men
sehen" 't is waar, men moet in
deze tijden niet al te bescheiden
wezen, anders wordt men op den
achtergrond gewerkt, is betoogd,
dat het getal van 650.000 hand-
teekeningen voor het beginsel van
Plaatselijke Keuze, - niet veel be
duidt. Ik wil de bewering zelve niet
gaan ontleden, analyseeren, op
een „snijtafel" van scherp-meedoogen-
looze kritiek leggen, om ook eens
in pedanten toon te "spreken. De
schrijver van het artikel in datzeer-
verstandige orgaan heeft berekeningen
gemaakt. Nederland heeft houdt
hy U voor thans meer dan zes
millioen zielen. De helft daarvan,,
ongeveer, bestaat uit meerderjarigen.
En dat zijn dus3millioen „zielen"...
Zeshonderd-vijftigduizend vindt de
zeer-vorstandige meneer niet zoo
bijster-veelIk heb over die kritiek
nagedacht en gepoogd er mijn vroolijk
humeur in deze grauwe, naltig-
gure atmosfeer van Novemberscbe
Juni-maand bij terug te vinden.
Juist had ik gelezen van geweldige
sneeuwbuien, die „la villeLuraière",
het arme Parijs, waar men nu
met een Diogenes-lantaarn aan 't
zoeken is naar iemand, lust hebbend
om „eerste-minister" te worden,
tot een winterstad maken Tegen
woordig is iemand in Nederland twee
jaar eerder dan vroeger „mondig".
Wie in den jare 1893 het levenslicht
aanschouwde, moet in den loop van
1914 reeds heer of meesteres van
daden en fortuin (s'il y en a!) zijn
gewordenOch-armen, die ze
zijnHoevelen (vraag ik me af)
van de een-en-twintigjarigen, die dat
local option-adres teekenden, wisten
wat ze deden, hun naam zettend
Maar dat is niet slechts hier van
toepassing
Laten wij billijk en redelijk zijn
Jan Publiek is iemand van zeer
impressionabele, licht-ontvankelijke
soort. En indien wijlen Phineas
Barnum juist dit niet zoo fijn en
zoo diep gesnapt had. zijn erven
en de Staat zouden, na 's mans dood,
voor heel wat minder stapeltjes-
dollars hebben gestaan
Jan Publiek heeft een on verzade-
lijken en onuitputtelijken nieuws
honger. En wanneer vroeg-rijpe en
nog-gan8Ch-ènrljpe nieuwtjes de we
reld worden ingejaagd, - als bij
voorbeeld wie prinses Juliana's eerste
schreden op het pad der wetenschap
zal leiden, en zulke meerHeer
Jan, met zyn hongerige maag, heeft er
schuld aan. Hij wil bevredigd worden.
En 't gaat hem - weet ge - als
den ongeduldigeu gast in eenrestau
rant, die om-de-minuut met zyn vork
op bordrand tikt„Garqon, nou
nög niet klaar Nog-iiltijd niet?...
Enfin, dan maar m'n hoed en jas,
hoor
Garqon vorbleektFluistert met
ober. Er wordt naar de keuken ge
toeterd „tja, nog éventjes geduld
Vooruit! Anders loopt de vent weg.
Dan maar half-g3ar eten Zooals ie
zelf isMeneer wordt „geser
veerd". Op z'n wenken bediend.
Weet-ge, zóo is Jan Publiek nu.
Zal mr. Treub bij zijn Ouderdoms
rente de bedeelden al of niet uit
schakelen Den intorviewendon
journalist ontvangt de minister met
zyn vermaarden glimlach. Tja,
maar dat vult de maag van Heer
Jan niet. Dan maar „half gaar eten"...
Zeker, de minister zal de bedeelden
opnemenJan is tevreden. „Wat
heb ik je gezegd vraagt hy U.
„Precies!" zegt gij, hom kennend,
en listig diplomaatje als ge zijt
„prachtig gezienEn meneer Jan
kijkt naar het plafond, - met oogen
van: laten zij 't me maar eens na
doen
Nu komt een ander verzekeren,
lazen wij, dat de heer Treub
OYer de heele zaak nog niet heeft
nagedacht. Macht ja nichtsMe
neer Jan is het vorige alweer ver
geten, En aldus houdt gij hem immers
aan de praat
't Is, op dit oogenblik, voor de
struisvogelmaag van sir John, zoo
even genoemd, eigenlijk een yselijk-
dorre moeson. Van relletjes, schan
daaltjes, tumultjes, crisisjeso, hij
houdt er toch zoo dol- en dol veel
van
Op Vrijdag 5 JuniOp het Haag-
sche BinnenhofToen 't zus of-zoo
scheelde dat T'reub's Stuwadoorswet
zou gekanteld zijnOver die kwestie
van arbeidsboekje of arbeidskaart,
weet u welJa, toen leek 't
ernaar, of meneer Jan had een heer
lijk dinertje gekregen voor z'n
nieuws- en sensatie-honger, maar 't
liep met een sisser af. Het Parlement
bukte voor mr. Treub's „onaanneme
lijk", en men had zich te troosten
met het vooruitzicht, dat de Tweede
Kamer hem, Treub, dat wel eens
zal inpeperen
Overigens blijft 't lauw en zwoelig
zonder kijk op een echt orkaantje.
Op' Dinsdag 9 Juni geeft de heer
Treub zoo-waarlijk de roode Kamer
club, op het stuk van de arbeids
tijden der ha von werkers, haar zin
Rookten zij genoegelijk de vredes
pijp, alsof 't Vrydag tevoren niet had
gespannen Er toen geen Schaper,
uit Appingedam, was geweest, die
verklaard had 't te vertikken, zich
„door den minister te laten tyran-
niseeren" Op z'n echt Hollandsch
vertaaldop den kop zitten, riuge
looren, dwingen 't Liep nog met
een sisser af.
Meneer Jan, - die eventjes emotie
had gevoeld, - kreeg weer trok om
eens flink te geeuwen.
En Katwijk Heftige „heibel"
scheen te dreigen. En nu-nögDe
Bond van Protestantscbe Kiezers
noodigt uit, geen enkel stemmetje
op dr. De Visser uit te brengen.
Eer het jaar een week ouder ia,
maakt dr. De Visser weêr deel uit
van het Binnenhofscho honderd
tal, waarvun tegenwoordig toch
maar te 11.15 ure geen een-en-vijftig
zijn bijeengetrommeld te krijgen
Waartoe ook nog bydraagt dat bur
gemeester K. ter Laan, vroeger
altyd een der eersten tegenwoordig
ondanks zijn burgemeesterschap,
geen zitting zal overslaan. Schoon
hij nooit ter zitting verschijnt vóór
klokslag 3 uro in den namiddag
Maar de presentie lijst (ziebge) ver
meldt geen „uur Yan aankomst"
Ruzie, meneer, echte leuke, waar
een mensch nog eens van opkikkert?
In deze flauwe, grauwe, fletsche,
vervelende tijden?
De heer Everwijn, de administra
teur van Landbouw, zal best het
zaakje redderen om die staking te
Zaandam te beslechten. De Ryks-
klerken der belastingen, die sinds
jaar en dag om verbetering van
positie vroegen, zullen eindelyk nun
rechtmatige grieven zien bevredigd...
Prachtig
Maar vraagt hongerige meneer
Jan wat valt er dan nog te
mopperen over?
De kwestie van hot al of niet
mogen verbieden der overtreding van
het „collectief arbeidscontract", -
met straf-bedreiging Waar de Haag-
sche Binnenhof-juristen 't Dinsdag
en Woensdagjl. zoo druk over hadden
Meneer Jan kijkt U aan met 'n
paar oogen van
Van„Daar heb ik maling aau
zooals de heer Schaper, - die zyn
„Pappenheimer" ook wiit-goed kent,
eens heeft gezegd
Mn. Antonio.
Een dichterlijk burgemeester.
Bij de installatie van een nieuw
raadslid te Wamel besloot de bur
gemeester zijn toespraak met don
wensch
Laat licht in Wamels raadzaal schijnen,
Het bange duister daar verdwijnen
Houd moedig stand en toon uw kracht,
Tot heil ve- het volk, dat u acht.
(Tel.)