HELDERSCHECOURANT
Uit alle landen.
PURALIMENTO'S
No. 4350
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1914
42e JAARGANG
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
t. De Week.
2. Ingezondenstukken.
3. Feuilleton.
Onze nieuwe groote
kaart, formaat 3'/>
X 37. Meter, aangevende het
Belgisch-Fransch-Duitsche
front, van Sint Truyen in België,
tot MUhlhausen in den Elzas,
hebben wij heden voor ons
bureau opgehangen.
In afwachting.
De week van 1 tot 8 Augustus
1914 zal ieder, die haar heeft mee-
gemaaakt, niet licht uit het geheugen
gaan. Deze koortsweek is nu voorbij.
Onze mobilisatie is met bewonderens
waardige snelheid en vlotheid ver-
loopen, de daarbij aansluitende mili
taire aanvullingsmaatregelen zijn nu
eveneens achter den rug, Regeering
en Parlement hebben met spontane
energie de meest noodige buitenge
wone voorzieningen getrotlèn, debe-
lacheHjke metaalgierigheid van het
publiek schijnt ook wat te luwen
kortomde overgang van den vredes
in den latenten oorlogstoestand is,
met zijn groote schokken, volbracht.
En het zal nu de taak worden van
hot Nederlandsche leger én vooral
ook van de rest van het Nederlandsche
volk om zich allengs aan te passen
aan den oorlogstoestand. Want allicht
zal die toestand zooveel» weken, ja
misschien zelfs maanden duren, dat
men zich er in zal hebben te schikken
als in het tijdelijk-normale. Het abnor
male is tijdelijk normaal geworden
gelijk alles 't onderstboven is gekeerd.
Er breekt nu, zoo lang ons land
niet in den oorlog wordt betrokken,
een tijd aan van wachten.
Voor het leger wordt dat een
bijzonder onaangename tijd. Een
periode van vermoeiende en verve
lende werkeloosheid waarin nochtans
de waakzaamheid geen oogenblik mag
verslappen en die juist daarom, wegens
het gelijkmatig aanhoudende van
de spanning, zoo afmattend op de
zenuwen werkt. Toch moet de waak
zaamheid onverslapt blijven niet alleen
bij de leger-autoriteiten maar bij
eiken simpelen schildwacht aan de
grens, omdat men, in de omstandig
heden waarin wij nu verkeeren, elke
miuuut op een verrassing, elk oogen
blik op alles voorbereid moet zijn.
Het kan weken lang rustig blijven
en ineens kan er iets gebeuren dat,
gelijk voor het Europa het revolver
schot van den Servischen gymnasiast,
voor ons land het kruit doet ont
branden dat zoo lang droog gehouden
werd. De verklaring van de Engelsche
regeering betreffende de neutraliteit
van de Schelde is zeker bij ons met
even veel voldoening en waardeering
ontvangen als die van de Duitsche
aangaande de eerbiediging van onze
onzijdigheid. En wij behoeven ook
niet te twijfelen aan de oprechtheid
van die beide verklaringen. Maar de
schrikkelijke ervaring van België
heeft ons te duidelijk getoond dat
er oogenblikken kunnen komen waarin
de waarheid van het woord van den
psalmist „Vest op prinsen geen be
trouwen", laat ons onderstellen: onder
den druk van nooddwang tot werke
lijkheid wordt, om ons niet te doen
beseffen dat, beter dan alle beloften
en verzekeringen, onze eigen weer
macht onze onzijdigheid kan hand
haven. De vraag van de Brusselache
„Soir", of wij wel voornemens zijn
om krachtigen weerstand te bieden
aan een poging tot doortocht door
Limburg, is er dan ook eene, die het
blad niet stellen zou indien het in
Nederland verscheen. Reeds op Maan
dag 8 Aug. verklaarde onze premier
en van alle burgers van ons nuch
tere volk is de heer Öort vau der
Linden zeker wel een der meest
afkeerige van alle grootspraak:
„Wij zijn gereed en besloten onze
onzijdigheid en, moet het, ons volks
bestaan te handhaven met al onze
krachten."
De gereedheid is er natuurlijk
sedert dien niet minder op geworden.
De beslotenheid, dat kunnen wij ver
zekeren, evenmin. Wij zullen ons
niet naar den eenen of naar den
anderen kant laten trekken, noch
door antipathieën, noch door beloften,
noch door bedreigingen. Oók niet
door lage speculaties op den uitslag
van den strijd waarmee, tot onze
spijt, de Soir op ons schijnt te willen
inwerken. De verslagene zal van
ons geen andere bejegening onder
vinden dan do overwinnaar. En wij
weten dat de aanzienlijke strijdmacht,
die aan onze grenzen gereed staat,
daar uitsluitend is saamgebracht om
onze grenzen ongerept te houden
ten aanzien van eiken overtreder.
Overigens erkennen wij met waar
deering dat de Belgische pers het
hare heeft bijgedragen tot het weg
nemen van het ongelukkige misver-
staud dat bij-een doel van het Bel
gische volk omtrent onze bedoelingen
is gerezen. En wij donken er niet
aan, om den Belgen dat misverstand
erg kwalijk te nemen. In den vree-
selyken ba.iert, waarin BelgiC geheel
buiten zijn schuld is meegesleurd,
mag men geen zoo nuchtere waar
neming en heldere beoordeeling ver
gen als anders ware te verwachten.
Maar onze zuidelijke buren zullen
zich wel herbezinnen en ons dan
beter leeren verstaan.
Anders dan waakzaam wachten
kan het leger dus niet. En een groote
weldaad zullen diegenen het bewij
zen die plannen uitvoeren om het de
verveliDg te helpen verdrijven un de
opgewektheid er in te houden. Lied
jeszangers als Speenhoff, Pisuisse,
Blokzijl, maar dan nog velen meer,
zouden nu van grooten dienst kunnen
zijn. De Atheners, die eenmaal den
Spartanen geen andere hulp zon
den dan den zanger Tyrtaeus, hebben
verbaasd gestaan over de moreele
kracht die het Spartaansche leger
daarmede verkreeg.
Maar het volk buiten het leger
kan wél meer doen dan waakzaam
wachten.
Het kan ook werkzaam wezen.
Hoe donker de toekomst ook zij,
zonder eenig lichtend uitzicht is deze
niet.
Velen ondervinden in ohb land, dat
tot nu toe buiten den strijd bleef,
denzelfden geweldigen, economischen
druk dien men in de oorlogvoerende
landen heeft te dragen. Voor de mi
litaire verwoesting bleven wij nog
gespaard, voor de economische ech
ter niet. Wij ervaren, met al de be
schaafde volken van Europa, het
nadeel van den cultuurstaat die, tot
op 't uiterste afhankelijk van inter
nationaal verkeer en internationaal
krediet, nu veel meer door den bui-
tenlandschen toestand is geschokt
dan een minder in de beschaving
gevorderde natie het zou zijn.
Dat wordt nu, door veler pogingen,
met die van de Koningin en de Re
geering voorop, zooveel doenlijk ver
holpen.
Doch wij hebben niet slechts het
kwaad van den toestand zooveel
mogelijk van ons af te wentelen,
maar ook het goed, waar 't kan naar
ons toe te trekken.
De oude Hollandsche koopmans
geest, die altijd nog leeft in ons volk,
zal ook nu wel niet bij de pakken
neerzitten, maar trachten, to make
the most of it, het kwaad zooveel
mogelijk ten goede te keeren. Duizen
den financieele bronnen zijn plotseling
dichtgestopt. Onze financiers zullen
pogen, ze te heropenen of andere aan
te boren. Tal van oude handelsre
laties zijn opeens afgebroken. Onze
kooplieden zullen nu reede bedacht
zijn op het vinden van nieuwe. Laat
ons, in al de ellende waarin wij zit
ten, niet vergeten dat juist onze
neutraliteit en dat mogen ook die
Belgen bedenken die onze bedoelingen
miskennen ons groote economische
voordeelen biedt. Acht staten zijn in
oorlog. Maar niet met ons. En er zijn
er, in en buiten Europa, altijd geluk
kig nog veel meer in vrede. Onze
havens zijn vry en staan open
voor de koopvaarders van heel de
wereld. Van de oude kennissen
blijven nu de meesten weg. Welnu,
er zullen er nieuwe zijn te
maken. En als dan eenmaal dit
ontzettende onweder over Europa zal
zijn heengedreven, dan zullen de oude
schepen, in onze havens terugkeerend,
naast nieuwe gemeerd liggen, die
daarheen intusschen den weg zullen
gevonden hebben.
Maar daarvoor is aanpakken noodig,
niet stilzitten.
Langzaam zal dat alles gaan. Want
snel gaat het onheil en traag het
herstel.
Doch het zal gaan, wanneer ons
volk thans evenveel energie toont
als onze Regeering reeds toonde.
Wachten wij dus met ernst maar
zonder den moed te laten zakken,
de ontwikkeling der dingen rondom
ons af.
Het leger waakzaam.
Het volk werkzaam.
(H.blad.)
BELGIË.
De Duitschers in België.
Brussel, 13 Aug. De slag rondom
Diest, waarvan de beteekenis gister
avond door het ministerie van oorlog
zelf blijkbaar werd onderschat, is
voor Belgis van groot belang geweest.
Ziehier een verhaal ervan:
Van 's ochtends vroeg trachtten de
Duitschers zich een weg te banen
naar Brussel, op twee verschillende
plaatsen, langs Haelen, bij Diest, en
niet ver van Thienen. Onze troepen
lieten den vijand naderen; hij werd
echter weldra, rond elf uur, op hevig
geschutvuur onthaald. Het werd
trouwens al even hevig beantwoord,
maar de Duitsche artillerie haalt niet
bij de onze, die op twee kilometer
prachtig doel treft. De vijandige
cavalerie rukte echter Yooruit langs
twee zijden, langs Haelen en langs
Corlenaeken. Tegen twee uur in den
namiddag werd het gevecht geweldig,
het ging weldra man tegen man. De
charge werd van Belgische zijde
doorgevoerd; daar het land zeer be
bouwd is en de vlakte weinig open,
werd de strijd gevoerd in kleine
groepjes. Aldus werd op de Duitschers
losgerukt, die niet vooruit konden
en veel volk verloren. Hun getal
was echter heel groot en zou mis
schien aldus de overhand hebben
verkregen, was het niet, dat zij onze
troepen slechts konden bereiken over
een paar bruggen over de Gethe,
echte Thermopylen, waar de Belgen
een prachtigen weerstand hebben go-
boden. Niettegenstaande ontzettende
verliezen, stroomden de Duitschers
aldoor maar talrijker toe; op den
weg van Herk naar Haelen werden
zjj door onze mitrailleuses letterlijk
weggemaaid. Eindelijk moesten zij
zich terugtrekken hunne verliezen
waren al te groot. Dit geschiedde te
Haelen.
Te Cortenaeken wareD de gebeurte
nissen nagenoeg dezelfdede Belgen,
eerst weinig talrijk, kregen dra ver
sterking en list en moed verzekerden
hun de overwinning, waarna ze ver
der te Haelen mee gingen vechten.
De strijd had zeven uur geduurdde
Duitschers verloren zoowat drie dui
zend man, de Belgen behielden hunne
De nacht bleef kalm, maar de
Duitschers bleken om vijf uur reeds
weer strijdvaardig te zijn, de Belgen
trouwens ook. Een nieuw gevecht,
ditmaal te Herck-stad (ten O.Z.O.
van Haelen), moet weer voor den
vijand zeer slecht zijn uitgevallen.
Wij vervolgen thans zijne cavalerie.
Terwijl onze troepen aldus in het
noorden werden aangevallen, poog
den de Duitschers hedenochtend eene
zelfde beweging langs het zuiden uit
te voeren. In de streek vanEghezee
trachtte eene volledige afdeeling cava
lerie met mitrailleuses tusschen de
forten van Namen en het gros van
ons leger post te vatten, eene posi
tie die voor don vijand van het
grootste belang kon worden. Zij
werd echter te Noville Taviers (ten
Noorden van Eghezee) in de pan ge
hakt. De Duitsche verliezen waren
weer zeer talrijk. In minder dan
vier-en-twintig uur hebben zij hunne
belangrijkste kansen om Brussel te
bereiken langs de twee gemakkelijk
ste wegen verloren.
Maastricht, 13 Aug. In Luik is de
bevolking volkomen rustig en verzet
zich geenszins tegen de Duitsche be
zetting, die met tact optreedt. Be
richten dat vele huizen daar zouden
zijn verbrand of verwoest, zijn over
dreven. Van het stadhuis waait nog
steeds de Belgische vlag en de garde
civique doet in overleg met de Duit
sche militaire autoriteiten politie
dienst. In een tweetal café's wordt
muziek gemaakteen Duitsche mili
taire kapel concerteert des namiddags
ten aanhoore eener groote menigte,
die zich kalm gedraagt.
Naar aanleiding van de oorlogs
verklaring van Engeland en Frank
rijk aan Oostenrljk-Hongarije geeft
de Manchester Guardian een over
zicht van de strijdkrachten der par
tijen in de Middellandsche Zee. Enge
land heeft daar 3 slagkruisers, 4
pantserkruisers en 4 licht bewapende
kruisers; Frankrijk 10 slagschepen,
6 pantserkruisers, en 3 licht bewa
pende kruisers; Oostenrijk 10 slag
schepen, waaronder verscheidene
oude, 3 pantserkruisers, 3 kustverde
digingsvaartuigen en 2 tweede-klas
kruisersDuitschland, indien 't waar
is dat de Goeben en de Breslau hun
toevlucht hebben gezocht in de Dar-
danellen, in 't geheel geen zeemacht.
De Engelsch-Fransche overmacht aan
torpedobootvernielers en onderzeeërs
is overweldigend.
Baron van Zuylen van Neyevalt. f
De Brusselsche correspondent van
de „Daily Chronicle" seint aan zijn
blad, dat baron Van Zuylen van
Neyevelt in den avond van 11 Aug.
toen hij in een automobiel, die gebruikt
werd door de Belgische genie, tus
schen Luilf on Namen reed, gedood
is door een schildwacht, die meende,
dat de automobiel voorbij poogde te
gaan zonder het wachtwoord te geven.
Ook de soldaat, die den heer Van
Zuylen vergezelde, werd gedood en
hy zelf zwaar gewond. Maar in het
hospitaal te Namen overleed hij.
[Vermoedelijk wordt bedoeld een
zoon van den voorzitter van de
Fransche Automobiel Club, van na
tionaliteit een Belg, van oorsprong
een Nederlander. Red.]
Brussel, 14 Aug. De kassier van de
Luiksche bank, die op zijn fiets hier
heen is gereden om geld te halen,
vertelt, dat hij over Hoei en Namen
is gegaan en vrij gemakkelijk uit
Luik is weggekomen. De Duitschers
gaan, volgens hem, ijverig voort met
zich op de verdediging tegen een
offensieve beweging voor te bereiden.
Zij maken echter tevens den indruk,
gereed te willen zijn voor een over
haasten aftocht en werken met spoed
aan schipbruggen over de Maas. Hun
houding tegenover de bevolking van
Luik moet op het oogenblik niets
abnormaals bieden.
Brussel, 18 Aug. (Uit Belgische
bron). De „Empress of London", die
den dienst tusschen Calais en Dover
onderhoudt, is te Ostende aangekomen
met 42 aviateurs aan boord en al het
noodzakelijk materieel ten behoeve
van een vliegstation te Ostende.
Het gevecht bij Haelen.
Pisuisse schrijft aan de Telegraaf
Ziehier het verhaal van den strijd,
zooals ik het vernam uit den mond
van officieren en soldaten, die bij de
affaire van Diest, zooals het heet,
tegenwoordig waren. Een bataljon
van een der linieregimenten lag in
de loopgraven, die in de richting
Oost-West boven het dorpje' Haelen
waren aangebracht. Dit bataljon had
de eervolle opdracht een eventueelen
aanval te „rösister ii outrance". De
aanval kwam en de opdracht werd
vervuld. Even voor twaalven, Woens
dagmorgen, ving de aanval der Duit
schers aan. Cavalerie rukte op en
zocht een vuurgevecht aan te binden,
terwijl inmiddels Duitsche artillerie
een omtrekkende beweging maakte
en het liniebataljon in de flank onder
vuur nam. Voornamelijk officieren,
maar tal van manschappen mede,
vielen de moordadige uitwerking der
Duitsche shrapnels ten offer. A outran
ce hield het bataljon zijn tegenstand
vol en toen twee andere bataljons
ter versterking waren jaangeruët,
verliet hot zijn versterkingen en nam
tegenover de Duitsche huzaren den
aanval in handen. Een enkel peloton,
zoo vertelde mij een officier vol trots,
een simpele tachtig man, attakeerdc
op de tlank de Duitsche artillerie,
dreef haar terug en vermeesterde
vyf kanonnen.
Onder den ontstuiraigen tegenaan
val der Belgen raakten de Duitsche
troepen aan het wankelen en na elf
uur strljdens, was' de zege den
Belgischen wapens verzekerd. Zooals
ik reeds seinde, verloren de Duitschers
ongeveer 8000 man van de 6000,
die in actie waren.
Donderdagmiddag om zes uur be
groef men bij Diets de Duitsche dooden.
De verliezen der Belgen waren be
halve dan in het bataljon, dat den
eersten storm had doorstaan, bedui
dend minder. Alleen, gelijk gezegd,
bleven vele officieren op 't veld van
eer. De Duitsche scherpschutters schij
nen het voornamelijk op hen voorzien
te hebben, redeD,waarom in gevechten,
de Belgische officieren hunne distinc
lieven verbergen. Hier in dezen noord
oostelijken hoek, boven Tirlemont,
blijft het broeien, al is het ook vrij
zeker, dat de groote slag zuidolijker
vallen zal.
Brussel, 14 Augustus. (Van Belgi
sche zijde.) Na eerst te hebben ge
tracht, er de belangrijkheid van te
verkleinen, erkennen de Duitschers
thans, dat hunne verliezen voor Luik
ontzaggelijk zijn geweest. Een Prui'
sisch onderofficier, die te Brugge
gevangen zit. legde daarvan dezer da
gen een welsprekende bekentenis over
af, door aan zijn familie te schrijven
(natuurlijk werden 'smans brieven
eerst nagelezen alvorens zij verzon
den mochten worden)„Het bloedbad
voor Luik was niet noodig geweest".
Een Duitsch officier, eveneens
krijgsgevangen te Brugge, vroeg om
„op eerowoord" in vrijheid te worden
Op eerewoord werd hem terug
gevraagd. „Maar hoe kunnen wij
daarop vertrouwen als uw keizer op
zoo merkwaardige wyze het zijne
nakomt
FRANKRIJK.
De landing der Engelschen aan
de Fransche kust.
Fransche en Belgische bladen heb
ben al het bericht gebracht, dat te
Havre Engelsche troepen van de
striking force, het snelst te mobili-
seeren gedeelte van de expeditionary
force, aan wal zijn gezet. Een stad
genoot bevestigt ons dit in den
volgenden brief:
„Zoo juist uit Havre in ons vader
land teruggekeerd kan ik mededeelen
dat Zondag 1.1. de eerste Engelschen
in Havre zijn gesignaleerd. In den
volgenden nacht kwamen vier Engel
sche schepen binnen, bemand met
ettelijke duizenden Engelsche infan
teristen. Maandagmiddag zag ik een
der grootste bodems van de Caste-
liju binnenstoomen, welke met groot
enthousiasme door de bevolking wera
verwelkomd. Ook de Engelschen van
hun kant juichten en joelden als
feestgangers. Ik behoef u niot te
zeggen hoe warm de verbroedering
was.
Een Fransch officier van de kuras
siers vertelde mij, dat een ander
groot contingent via Duinkerken is
overgebracht. Als attachés bij den
staf van generaal French waren
eenige afstammelingen van aanzien
lijke Napoleontische families aange
wezen. In het Café Tortoni kon men
dagelijks zien vereenigd een prins
Murat, een hertog van Elchlingen
(een nazaat van maarschalk Ney)en
een hertog van Montebeilo (een nazaat
van maarschalk Lajnnes), zo dienden
tevens met een zestigtal andere ku
rassiers als tolken.
De stemming te Havre was kalm
en waardig. Geen overmoed en geen
noodelooze bluf. Zelfs de overwinning
van Altkirchen en Mülhausen werd
meer beschouwd als een moreel dan
als een groot militair succes. By
allen heerschte niettemin een vast
vertrouwen op de ovorwinning.
Het trouée de Belfort.
Tusschen de Zuidelijke glooiingen
der Vogeezen en de Noordelijke hel
lingen van het Juragebergte bevindt
zich een diepe dalinsnijding, die van
oudsher door de volkeren als de
groote heirweg voor landverhuizers
gediend hoeft en talrijke legers heb
ben er gebruik van gemaakt om de
moeilijke bergwegen te vermijden.
Het is de 22 K.M. breede Bour
gondische Poort of trouée de
Belfort.
Aan Fransche .zijde ligt bij den
ingang de belangrijkste stad en
vesting Belfort, waar zich de spoor-
weglljnen van drie nabuurstaten krui
sen. Twee spoorlijnon leiden) in de
Bo ven-Rijn vallei, naar Altkirch en
Sennheim, drie in het Rhöne bekken
(Pontarlier, Besangon, Vesoul en
Dyon) en een door de Zuidelijke
Vogeezen naar Eplnal. Daar komen
de spoorlijnen samen van Besangon,
Dyon en Parijs naar Mühlhausen en
die van Belfort-Delle naar Zwitserland.
Het was te voorzien, dat een dergelijk
belangrijk kruispunt versterkt zou
worden. Reeds in 1687 bouwde de
groote Fransche vestingarchitect Vau-
ban er zijn eersto forten.
In het jaar 1870— 71 heeft de
vesting zich onder den dapperen
commandant overste Denfort-Roche-
reau met succes geweerd. De bezet
ting telde ongeveer 18,000 man, die
over 370 kanonnen beschikte. Den
3den November werd de vesting door
generaal-majoor van Tresckow met
de le en 4e Pruisische landweer
divisie ingesloten. Het belegerings-
matoriaal kwam slechts zeer lang
zaam ter plaatse, zoodat eerst den
3den December het vuur kon wor
den geopend. Het bleek echter
dat de beschieting geen uitwerking
had. Het materiaal was niet vol
doende. Weldra was er gebrek aan
munitie, zoodat men den artillerie-
aanval als mislukt moest beschou
wen. Thans werd de verkorte aan-
valswljze op het Perche-fort toegepast.
Intusschen waren nieuwe kanonnen
en voldoende munitie gearriveerd,
zoodat nieuwe batterijen dicht bij de
vesting konden worden opgesteld en
einde December werd het vuur op
nieuw geopend.
Het belegeringswerk werd onder
broken door een uitval van Bour-
bakrs in het begin van Januari, die
door de Trouée de Belfort in den
Boven-Elzas de verbindingstroepen
van het Duitsche leger wilde aan
vallen. Eerst toen het generaal von
Werder met het XlVe legerkorps
gelukt was, den Franschen aanval
in een driedaagschen slag aan de
Lisaine (16—17 Januari 1871) ten
Westen van Belfort af te slaan, kon
de belegering voortgezet worden.
Nadat na een langdurigen bard-
nekkigen strijd het voorterrein bezet
was, werd den 26en Januari een
stormloop op het Perchefort onder
nomen, welke geen succes had en
waarna de Duitschers, onder zware
verliezen, moesten terugtrekken. Nu
moest de moeilijke en tijdroovende
aanvalswijze met loopgraven toege
past worden. Het aanleggen dezer
loopgraven werd door .den rotsigen
en bevroren bodem zeer bemoeilijkt.
Den len Februari konden de beide
Perche-forten bezet worden. Van
hieruit werd de aanval tegen de stad
en hare vestingen voortgezet.
Toen het jia veel moeite gelukt
was, hier 100 kanonnen in stelling
te brengen en de beslissende strijd
beginnen zou, gaf Denfert met mach
tiging zijner regeering den 18en Fe
bruari de vesting over. De bezetting
trok met militaire eer af. De bele
gering had 103 dagen, de artillerie-
aanval 49 en de ingenieurs-aanval
24 dagen geduurd.
Na den oorlog werd Belfort, over
eenkomstig zijn groote strategische
waarde, tot een groote gordelvesting
en tot eon arsenaal eerste klasse
omgebouwd. Talrijke forten, welke
door beton-muren en pantserkoepels
versterkt zijn, omgeven in een wijden
kring de eigenlijke vesting. Zij zijn
slechts l1/» tot 2 kilometer van elkaar
verwijderd, zoodat zij elkaar in den
strijd wederzijds kunnen ondersteunen.
De omvang van den geheelen gordel
beslaat ongeveer 40 kilometer. In
het Noorden van Belfort bevindt zich
de sperfortlinie der boven-Moesel, in
het Zuiden wordt door sperforten de
verbinding met de Jura-verstorkingen
tot stand gebracht, zoodat de Trouée
de Belfort tegen Duitschland volko
men versperd is.
Aan Duitsche zijde daarentegen is
deze volkerenpoort volkomen open.
Niet aan vestingmuren en pantser-
koepols hebben de Duitschers de
bescherming van het schoone en
rijke land toevertrouwd, doch alleen
aan de dapperheid hunner troepen.
De grootste hier liggende stad, die
tevens garnizoen is, is Mülhausen,
de Kalikostad, zoo genaamd naar de
talrijke katoenfabrieken, die zich hier
bevinden. Ten Westen van Mülhausen
heeft dezer dagen het gevecht tegen
de Franschen plaats gevonden.
Op de Luxemburgsche grens.
Nog altijd tast men in het duister
omtrent de bewegingen van de ver
schillende partijen. We lezen van
min of meer ernstige schermutselin
gen op ver uiteenliggende punten
van het reusachtige oorlogsterrein,
maar de ingekomen gegevens zijn
zoo vaag, het scherm dat is neer
gelaten, zoo dik, dat het nog niet
mogelijk schijnt met juistheid con
clusies te trekken. Wat thans ge
beurt doet denken aan twee worste
laars, die elkaar voorzichtig gadeslaan,
hier eens een klets geven, daar een
arm vastgrijpen om dadelijk Weer te
retireeren en te gelijk alle spieren
gespannen houden, gereed voor de
groote, beslissende worsteling.
Wat in Belgié, in Noord-Frankrijk
en Elzas en Lotharingen geschiedt
- het zijn vermoedelijk niet veel meer
dan gewelddadige verkenningen, po
gingen om door aanraking met den
vijand diens sterkte en opstelling te.
weten komen.
Toch is het zaak, al die berichten
te lezen met de kaart naast zich,
want zelfs het meest onschuldig uit
ziende gevechtje kan een aanwijzing
van beteekenis inhouden.
Zoo de ontmoeting tusschen Fran
sche en Duitsche troepen aan de rivier
de Othain in Noord-Oost Frankrijk,
waarvan een Reuterbericht uit Parijs
melding maakt. Of daar nu Franschen
of Duitschers terug zyn gegaan, en
of de verliezen aan deze of gene zijde
zwaarder waren, dat doet er betrek
kelijk minder toe, zij het ook, dat
wellicht aandacht verdient, dat er
sprake is van een „overmacht van
Duitsche troepen." Immers, dat k£n
er op wijzen, dat daar een aanzien,
Hjke Duitsche troepenmacht aanwezig
is. Tevens verdient onderstreept te
worden, dat het hier een tweedaagsch
gevecht betreft, dus oogenschljnlljk
een meer dan gewone schermutse
ling.
DUITSCHLAND.
De Duitsche bladen berichten over
de krijgsoperaties niet anders dan de
generale staf hun toezendt. De „Köl-
nische Zeitung" merkt op dat het
publiek zich hiermee moet tevreden
stellen, omdat het belang van het
rijk zich tegen meer uitvoerige pu
blicaties, ook omtrent de bewegingen
van de vijandelijke troepen, verzet,
en herinnert er dan aan dat het ver
spreiden van berichten over militaire
aangelegenheden strafbaar is met
vestingstraf tot 3 jaar en boete tot
6000 Mark.
Uit Berlijn.
De belangstelling van de achter-
blljvenden concentreert zich alléén
op nieuwsberichten van de drie oor
logster reinen. Het publiek bekommert
zich betrekkelijk weinig om de tij
dingen die uit Weenen geseind wor
den, over den oorlog op Servisch
gebied. Terwijl men de actie van en
tegen Montenegro met tamelijke
onverschilligheid leest. Zelfs de actie
tegen Rusland wordt met minder
spanning en hartkloppingen gelezen
dan die tegen de Revanche-soldaten.
n kent de rood-broeken van '70 hier
weet by ondervinding, dat het daar
vechten is tot het bitterste uiterste.
respecteert den Franschen sol
daat, kent zijn „elan" en zijn prach
tigen moed. Niemand, niemand gelooft
hier op een gemakkelijke overwinning.
Krijgsgevangenen.
Het totale aantal Duitsche gevan
genen in Belgtë en Frankrijk bedraagt
thans 3620. De Belgische regeering
heeft aan Frankrijk verzocht de ge
vangenen te intorneeren, daar zij
geen gelegenheid hiertoe heeft.
BLIKGROENTEN,
Vruchten in flac., Geloiën, Jams,
Tafelzuren en Limonades
zijn zuiverder en smakelijker en
toch niet duurder dan andere
prima merkon.
De geneeskundige Commissie
Prof. Dr. P. ROITIWQA.
Prof. Dr. R. K. SALTET,
Prof. P. v. d. WIELEN,
Hoogloeraren aan do AmstercLOnl vorsitelt,
geeft D de meest mogelijke garantie voor
hygiënische behandeling on zuiverheid
der artikelen.
Gegarandeerd vrij van kleur
stoffen en conserveermiddelen.
Hygiinischg Fabriak un Vsiduurzaamds
Liviminiddtlin iiiMin.
Da Duitsche handelsvloot.
Het Parlementslid Sir Alfred Mond
(een groot koopman en industrieel)
heeft aan iemand van de „Daily
News" gezegd, dat de Engelsche
handel na den oorlog er, naar hij
overtuigd is, beter voor zal staan dan
ooit. Het is toch duidelijk, zegt hij,
dat een groot deel van Duitschlands
uitvoerhandel zich naar Engeland zal
verplaatsen. Reeds hebben verschei
den Engelsche huizen vragen om in
lichtingen ontvangen van koopers,
die tot nog toe met Duitschland
handelden, en het zal niet moeilijk
vallen dien handel te houden. Voor-
loopig is er niets om zich bezorgd
over te maken. Ik beken, .dat ik
nauwelijks had durven hopen, dat
het zaken drijven in de wereld na
een week van Europeeschen oorlog
betrekkelijk zoo goed zou gaan. Het
ziet er naar uit, voegde hy er nog
bij, alsof de Duitsche vloot een van
de grootste fiasco's in de wereld zal
blijken, hetgeen misschien wat haastig
geoordeeld is.
Londen.
Londen, 14 Augustus. De admira
liteit heeft doen weten, dat de con
trole van Groot-Britannie over de
handelsroutes zich lederen dag meer
uitbreidt. De admiraliteit stelt alles
in het werk om den handel op alle
punten van den aardbol te vergemak
kelijken, met name tusschen Enge
land, Argentinië, Brazilië, Chili en
Uruguay.
Londen, 14 Aug. De Daily News
verneemt uit Brussol, dat het gevecht
bij Diest gisteren niet meer geweest
schijnt te zijn dan een meten van
krachten. De Duitschers zijn er door
ingelicht en het opofferen van
menschenlevens speelt, wanneer men
oordeelt naar de slachting, dte er bij
Luik heeft plaats gehad, een zeer
kleine rol in hun veldtochtsplan.
Het veldtochtplan van
Duitschland.
Uit de „Times" van 12 Augustus:
Het is voor ons een
de positie van het Duitsche
korps aan de Fransche grens te ont
dekken, als wij dat kunnen.
Uit een overstelpende massa elkaar
dekkende bewijzen, meent de schrijver
tot het besluit te zijn gekomen, dat
het gros van het Duitsche leger,
hetwelk tegen Frankrijk gaat ope
reeren, in het noorden van Lotha-
ngen is verzameld.
Er staan thans 20 legerkorpsen,
allen gereed om op te rukken, met
inbegrip van het 14e Oostenrljksche
korps, hetwelk Lörrach bereikt heeft,
en twee Duitsche korpsen, Damelijk
de gardes uit Berlijn en het 18e uit
Frankfort, die het front echter nog
niet hebben bereikt. Het 14e, uit den
Elzas, was ook op weg om per spoor
naar het Noorden te worden vervoerd,
zoodat het blijft te ontdekken, waar
deze drie korpsen zich ophouden.
Maar de algemeene opstelling kan
nu niet meer gewijzigd worden en i8
volmaakt duidelijk. Het 14e Oosten
rljksche en het 15e Duitsche korps
staan bij Mörrach en in den Elzas.
Het 21e korps bevindt zich tusschen
Metz en Saarburg, dicht bij laatstge
noemde plaats. De geheele rest der
troepen staat ten noorden van de lijn
Saarbrucken - Thionvllle-Montmedy.
Aldus is de goed-georganiseorde
concentratie zöne in het Rijkstand
bijna geheel losgelaten ten bate van
'n opmarsch door de Belgische Ar
dennen, een district, dat niet in
Duitsche handen was bij het begin
van den oorlog en gedeeltelijk niet
zeer bruikbaar als operatieterrein
wegens de geringe voortbrengselen.
Daarin nu wordt het gros der
Duitsche legers geworpen, en wol in
een zeer compacten concentratievorm,
herinnerend aan Napoleons bataillon
carré de 200.000 hommes. Met een
zoodanige formatie, een zoodanig aan
tal en in zulk een land, moet de
aanvoer van ammunitie en proviand
verre van gemakkelijk zijn. Aan den
anderen kant gelooven de Duitschers
wellicht, dat de bosschen het voor
de Fransche veldartillerie moeilijk
zullen maken, haar overwicht in het
gevecht voelbaar te maken.
Op 1 en 2 dezer zijn alleen te
Berlijn 1800 „oorlogshuwelijken" vol
trokken, sommige zelfs bij het ziek
bed waarop de bruiden van de opge
roepen soldaten lagen.
Van de Fransch-Dultsche
grenzen.
Parijs, 18 Augustus. Het eergiste
ren begonnen gevecht bij Othain is
gisteren op schitterende wijze voort
gezet. Twee Fransche bataljons, die
door een groote overmacht van Duit
sche troepen werden aangetast, ver
spreidden zich en deden vervolgens
een tegen aanval, waarbij zij de Duit
schers tot den overhaasten terugtocht
dwongen. De Duitschers hadden tal
rijke dooden en gewonden. De Fran
schen maakten vele gevangenen en
vermeesterden een batterij artillerie-
geschut en 3 mitrailleuses. Het 21e
dragonderregiraent van de Duitschers
is weggevaagd door een Fransche
batterij. De Duitsche colonnes ver
spreidden zich, op den voet gevolgd
door de Franschen. Negen officieren
en een duizendtal gewonden en ge
vangenen vielen in handen van de
Franschen.
De beschieting van Pont Amous-
son bewees opnieuw de geringe werk-
dadigbeid van het zware Duitsche
geschut.
Aan de Westgrens.
Berlijn, 13 Augustus. Uit de laat
ste berichten over de gevechten by
Mülhausen en Lagarde blijkt, dat de
behaalde successen nog grooter zijn
dan men aanvankelijk meende.
Bij Mülhausen zijn het 7o Fransche
legerkorps en een divisie terugge
slagen. Het blijkt thans, dat de strijd
niet alleen zeer verbitterd was doch
tot het handgemeen moet zijn door
gevoerd, want een tegenstander, die
in goede orde terugtrekt, zonder be
slissend geslagen te zyn, laat geen
vier kanonnen, 10 voertuigen en 628
gevangenen in des vijands handen.
Grooter nog ia het succes by La-
garde, waar een brigade van het 15e
Fransche legerkorps werd terugge
slagen, on waarbij 1000 onge wonden,
meer dan een zesde van de combat
tanten, werden gevangen genomen.
Het gevolg dezer beide gevechten
is, dat het Duitsche gebied van vij
anden is gezuiverd, en het Fransche
plan om naar het Rijkstand op te
dringen, om de Duitsche mobilisatie
en den opmarsch te belemmeren,
mislukt is.
Het „Berliner Tageblatt" vraagt:
Zal men, nu de Duitsche legerautori-
teiten hebben vastgesteld dat geen
Franschman meor op Duitsch grond
gebied Is nog gelooven, dat Mül
hausen in handen dor Franschen is?
Duitsche officieren geïnterneerd.
Men seint ons van Schiermonnikoog:
Twee Duitsche marineofficieren,
die hedenmorgen op Borkum waren
opgestegen, deden wegens een defect
aan hun machine een landing aan
het strand van Schiermonnikoog, bij
paal vijf. Zy zyn ontwapend en in
het dorp gebracht.
ENGELAND.
De wacht op zee.
De maritieme medewerker van de
„Times" wyst er op, dat nu de vloten
al byna twee weken op zee zijn, en
de grootste geheimzinnigheid wordt
betracht, wat betreft hare bewegingen
en het werk der zeelieden, de gedach
ten der achterblyvenden in het land
ongetwyfeld voortdurend zich zullen
bezig houden met de vraaghoe gaat
het onze mannen op zee, en hy
scbryft dan
„Indien do geschiedenis der groote
oorlogen, die dit tand in vroegere
tyden voerde, eenige aanwyzing geeft,
zullen er lange perioden zyn van
afwachten en waakzaamheid, waarin
de zeelieden kruisende op wateren,
steeds voorbereid op actie, maar de
geestdrift van den strijd missend, een
spanning van zenuw en spier hebben
te voorduren, die, tenzy afgewisseld
door ruct en ontspanning, hun kracht
zou kunnen schadon by het doorstaan
van den schok, als deze komt. Onge
twyfeld hebben de marine autoriteiten
aan deze phase in den arbeid van de
vloot wel gedacht en maatregelen
genomen om een hoogen physischen
en raoreelen standaard te behouden....
Uit tal van brieven en briefkaarten
van de schepen ter zee, die de ont
vangers ons toonden, blijkt dat niet
alleen het nieuws van den oorlog met
geestdrift werd ontvangen, maar dat
overal van hoog tot laag een gevoel
van verademing kwam na de voor
afgaande spanning....
Het is duideiyk dat het leven aan
boord inspannend is. Het zou niet
te verwonderen zijn als onze zeelieden
van heden oen weinig jaloersch zyn
op die van den ouden tyd, die zich
niet druk behoefden te maken over
mynen, vernielers en onderzeeërs. In
de relazen over vroegere blokkades
lezen we hoe door muziek, dans en
zelfs tooneelvoorstellingen, middelen
werden gevonden tegen de monotonie
van het werk, on de officieren der
schepen, ook Nelson en andere groote
aanvoerders, juichten die vermakon
toe ter voorkoming van het kwaad
dat gedwongen werkloosheid zou
kunnen stichten. Zooals Kemperfeit
eens zeido: Stagnatie brengt corruptie.
Maar de bemanningen van onze mo-
ie schepen zullen wel of niet
onder stagnatie hebben te ïyden. Of
zy op groote schepen deelnemen aan
een blokkade, op kruisers verken-
ningsdienst doen, langs de kust
patrouilleeren in jagers, hun leven
wordt beschreven als zeer belang
wekkend en opwindend. Van mono
tonie is geen sprake. Inderdaad de
toestanden zyn zoo, dat als het niet
noodig was, dat een deel der bemanning
rust nam, allen voortdurend waak-
am zouden moeten zyn.
De maritieme medewerker van de
Times wyst er dan tenslotte op, dat
er ongetwyfeld maatregelen zyn ge
nomen om de bemanningen althans
voor zekere tyden aan deze voort
durende spanning te onttrekken. Op
de grootere schepen is dat natuuriyk
gemakkelijker dan op de kleine. En
de schryver deelt mode hoe uit de
door hem ontvangen mededoelingen
biykt, hoe by v. op een der slagschepen
de officieren beurtelings voor de be
manning voordrachten houden over
aanleiding, doel en vermoedeiyke
resultaten van den oorlog,een nieuwig-
heid die hy een uitnemende plaats
vervanger acht van de ontspanningen
aarmede men vroeger de zeelieden
izig hield.
Uit de verschillende corresponden
ties concludeert de schrijver dat het
land vertrouwen mag hebben, dat
de zeelieden noch door overwerk zullen
verstappen, noch door de inactiviteit
van den vijand te vermetel zullen
worden.