HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna vóór 15 Sept. Steuncomité. GEMEENTERAAD VAD HELDER, No. 4358 DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1814 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooyer berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2\ cent. Op pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. Gemeenteraad van Wieringen. 2. Gemeenteraad van Anna Paulowna. 3. Marktberichten Anna Paulowna. 4. Feuilleton. Mededeeling aan onze abonnee. In deze dagen, waarin gewichtige wereldschokkende gebeurtenissen el kander opvolgen, wordt aan de nieuws bladen hooge eischen gesteld. Niet alleen, dat door een dagelijkschen telegraafdienst de exploitatie-kosten aanzienlijk worden verhoogd, maar de inkomsten worden, tengevolge van don stilstand in handel en nijverheid, en als gevplg daarvan het niet meer advertooren, minder en minder, welke vermindering zelfs door een ver meerderden omzet niet kan worden gedekt. Al zijn dus de kosten van uitgave veel hooger dan in gewone tijdsom standigheden, toch wenschen wij geenszins deze kosten op onze lezers te verhalen. Maar wel verzoeken wij onze abonné's buiten dc Gemeente ons tegemoet te willen komen door reeds thans, in plaats van met 1 October, het verschuldigde abonnementsgeld te willen overmaken. Aan hen, die dit verzuimen, zenden wij dan in de laatste week van deze maand de kwitantie. Wij hopen, dat onze lezers geen bezwaar tegen deze eenigszins ver vroegde betaling zullen hebben. Over de abonnementsgelden binnen de gemeente wordt, te beginnen met 15 September a.s., gedisponeerd. De Administratie. Adressen. Het Centraal-bureau is gevestigd in 't Gebouw der Openbare Werken aan de Kerkgracht en is geopend op werk dagen van 10 12 en 2 5 uur. Alg. Secretaris Ds. H. BUISKOOL. Wie finantieelen steun wil gaven, zende zijn bijdrage aan den Heer W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen ningmeester. Wie werk zoeken of werkkrachten noodig hebben, worden uitgenoodigd zich te richten tot het Subcomité, dat daarvoor dagelijks zitting houdt in het Gebouw van den Marinebond, van 10-12 en 2—5 uur. Voor gratis hulp in de huishouding wende men zich tot den Hoer W. VISSER, Stationstraat 4. Degene, die gratis een rantsoen eten wil bekomen, kan zich opgeven bij Mevr. DE BOER -J0NGKEES, Koning straat 28-30. Wie tengevolge van de mobilisatie llnantieele hulp noodig heeft, melde zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag of Donderdag aan bij het Subcomité voor Uitkeering, Gebouw der Openbare Werken, 10—12 en 2-4 uur. echter de kwestie uiteengezet is het verzoek van de familie is gericht tot B. en W. en het adres van de bewoners was tot den Raad gericht en B. en W. hadden reeds geantwoord, dat aan het verzoek van de familie Oortgijsen niet kon worden voldaan wegens erfpacht, die op het straatje ligt, - neemt de Raad genoegen met het voorste], dat ook deze zaak thans door B. en W. wordt afgehandeld. Voorstel van. den heer Adriaanse om niet tot het maken van de ge bouwtjes voor vrije- en orde-oefenin gen over te gaan. De heer Adriaanse meent, dat ner gens in de wet de verplichting blijkt van de gemeenten om te zorgen voor afzonderlijke gebouwtjes voor vrije- en orde-oefeningen en stelt, met het oog op de tijdsomstandigheden, voor niet over te gaan tot het maken dezer gebouwtjes. Gerenvoyeerd naar B. en W. om advies. Verder zijn nog verschillende an dere, niet op de agenda vermeldde adressen ingekomen, waaronder de reking 1913 en begrooting 1915 dei- Openbare Leeszaal, die worden goed gekeurd. Subsidie. Advies op het verzoek van de Heldersche Wijkverpleging om het gewone jaarlijksche subsidie (f300.— B. en W. stellen voor de gevraagde subsidie te verleenen. De heer Biersteker zou gaarne zien, dat de Wijkverpleging en het Witte Kruis vereenigd werden. Dan is het beheer in eene hand, hetwelk daardoor zuiniger kan worden. Spr. bedoelt niet te zeggen, dat het thans niet zuinig zou zijn, maar als de beide vereenigingen gecombineerd zijn, kan men toch zuiniger beheereu. Nu heeft men b.v. verschillende uit gaven dubbel, die anders enkel zou den zijn. De Voorzitter belooft het ver zoek te zullen overwegen en het subsidie wordt bij acclamatie toe- op Dinsdag 1 September. Voorzitter de heer W. J. van Neck, loco-burgemeester. Afwezig de heer L. A. Hartsinck. Aan de orde is de beëediging van het nieuw-gekozen raadslid, den heer W. C. van Breda. Deze legt in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af en neemt daarna zitting in den raad. De notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd. Daarna is aan de orde de benoeming van een wethouder. Aftredende wet houder is de heer P. de Geus. Deze wordt met 12 stemmen herbenoemd. Blanco werden 7 stemmen uitgebracht, de heer Van den Berg kreeg 1 stem. De heer De Geus verklaart zijne be noeming aan te nemen en dankt voor het in hem gestelde vertrouwen. Aan de orde zijn thans: Ingekomen stukken en mededeelingen. Kennisgeving, dat het verlof, ver leend aan den Burgemeester, met eene maand is verlengd. Dankbetuiging van de Commissie voor het Vacantie-Kinderfeest voor het toegekende subsidie. Voor kennis geving aangenomen. Adres van bewoners van de Sluis dijkstraat over het verzoek van den heer Oortgijsen om vergunning te verleenen tot bebouwing van de straat tusschen perceelen 99 en 101 in die straat. Adressanten verzoeken de bedoelde vergunning niet te verleenen of op zoodanige voorwaarden, dat met hunne belangen wordt rekening gehouden. De Voorzitter wil dit adres handen stellen van B. en W. ter af doening, maar hiertegen gaan stem men op, die bezwaar maken, dat B. «n W. deze zaak al afdoen. Nadat Gratificatie. Voorste] van B. en W. om aan de weduwe J. A. de Graaf geboren Mul der voor het loopende jaar toe te kennen eene gratificatie, berekend naar f 100.*— per jaar. By acclamatie aldus besloten. Alcoholhoudende dranken. B. en W. stellen voor, afwijzend te beschikken op het verzoek van de Afdeeling Helder van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van al- coholhoudendè dranken c.s. om op lotingsdagen de drankgelegenheden gesloten te houden. De heer Bok kan medegaan met het idee der vereenigingen om op lotingsdagen de drankgelegenheden gesloten te houden. Aan den ande ren kant voelt spr. dat B. en W. huiverig zijn om tot een zoodanigeu krassen maatregel over te gaan. Spr. doet een tusschenweg aan de hand: laat men op den lotingsdag de cafés etc. gesloten houden van b.v. 's mor gens vroeg tot 's middags f> uur of een ander uur. De Voorzitter merkt op, dat dit verzoek al jarenlang wordt ge daan. Wij kunnen er ons over ver heugen, dat in de laatste jaren geen relletjes van beteekenis voorkomen op den lotingsdag. De drankgelegen heden in de buurt van de loting geven meestal gehoor aan ons ver zoek om niet te schenken. Maar om het geheel te verbieden is een wel wat krasse maatregel voor een klei nen groep lotelingen tegenover een gansche stad. De heer Adriaanse steunt het verzoek van de vereenigingen. Spr. ziet niet in, dat inwilliging ervan zooveel schade of ongerief teweeg zou brengen. De heer Verstegen is het hier mee eens. Spr. voelt niets voor het betoog, dat de tegenwoordige maat regel voldoet, n.1., dat op het beleefd verzoek van B. en W. om alsjeblieft geen drank te willen schenken goed gunstig wordt beschikt door de eige naren der drankgelegenheden. Er moet hier van overheidswege een stap gedaan worden. De lotingsdag is een gewichtige dag, laat de jon gens, die er aan deelnemen, dien dag zoo nuchter mogelijk zijn. Gaat dat zonder verbod niet, dan moet het met verbod. De heer Biersteker daaren tegen voelt meer voor het argument van den heer Bok. Als alle gelegen heden gesloten worden, ontneemt men ook ieder de gelegenheid een broodje en een kop koffie te gebruiken. De Voorzitter merkt op, dat het zeer lastig is in de praktijk derge lijke kwesties teregelen. Persoonlek vindt spr. den maatregel te kras en de uitvoering ervan moeielijk. De heer Grunwald merkt op, dat de bezwaren niet zoo groot zijn als men wel denkt. Bij de mobilisatie is gebleken, dat het thans zeer goed mogelfjk is den verkoop tijdelijk stop te zetten. Spr. voelt echter niets voor een absoluut verbod, doch vereenigt zich met het voorstel-Bok. Hierover ontspint zich nadere dis cussie. Tenslotte wilde de Voorzitter het voorstel-B. en W. om afwijzend te beschikken zonder meer in stem ming brengen, maar dat wilde de heer Bok niet. Die zag zijn voorstel ook gaarne in behandeling. Bij stem ming werd toch het voorstel-B. en W. aangenomen. Tegen stemden de heeren Adriaanse, Verstegen, Bier steker en Terra. Bouwverordening. Voorstel voor het verleenen van ontheffing van het bepaalde bij art. 1G der Bouwverordening: voor een perceel Westgracht, 70 aan de Wed. J. Rijkers; voor een perceel Jan in 't Veltsfcraat aan H. J. Vermeulen; voor een perceel Jan in 't Veltstraat aan H. Wijker; en van het bepaalde bij art. 18: voor een perceel Palmstraat aan de Vereeniging ter Verbreiding der Waarheid. By acclamatie verleend. Bioscoop. Voorstol tot vaststelling van een verordening op bioscoop-voorstellingen waarbij gevoegd zijn de adressen van verschillende vereenigingen en een van het bestuur van den Bond ter behartiging van het kind. Artikel 1 dezer verordening luidt Het is den ondernemers, bestuurders of beheerders verboden, tot de van hunnentwege gegeven bioscopische voorstellingen personen toetelaten beneden de 16 jaren anders dan in gezelschap van of begeleid door een hunner ouders of voogden. Artikel 2: De bepaling van artikel 1 is niet van toepassing op bioscopische voorstellingen, welke door den Burge meester als kindervoorstellingen zijn toegelaten, mits dit bij den ingang of de ingangen van de inrichting, waarin ze worden gegeven op eene van de openbare straat duidelijk zichtbare wijze is aangegeven. Artikel 3 spreekt van de goedkeu ring der films, na die te hebben ge zien, terwijl verschillendo andere ar tikelen regelen de inrichting der localiteiten, etc. De heor Dr. van den Berg wilde de portières, waarvan gespro ken wordt, doen vervallen. Waarvoor is dat, zooals de verordening wil, dat ze halfweg moeten zijn Verder maakt spr. opmerkingen over zit plaatsen en wil o. a. eene grootere tussohenruimte tusschen de stoelen. De voorzitter vindt het on- noodig nu weer andere stoelen voor te schrijven. Do heer Verstegen beklaagt zich over zijn amendement. Toen de gelegenheid gegeven werd om amen dementen in te dienen, heb ik mij, aldus zegt spr., bèljverd er een in te dienen. Ik heb getracht het juridisch technisch en taalkundig zoo volmaakt mogelijk te maken, en hoewel liet ook bij de stukken ligt, hebben B. en W. in hun concept verordening net gedaan alsof het er niet was. Waar om is daarvan geene nota van ge nomen vraagt spr. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. meenden, dat het niet uoo- dig was. Zij hadden moor het oog op de voorstellingen als zoodanig dan op de exploitatie-regeling. (Hel amendement-Verstegen is bedoeld om de bioscoop-voorstellingen te doen geschieden in localiteiten, waar geen vergunning is). Den heer Biersteker heeft het ook gefrappeerd, dat van het voor- stel-Verstegen geen notitie is geno men. Spr. ondersteunt het voorstol. Verschillende andere heeren blijken het met de strekking van het amen dement-Verstegen eens te zijn. Zoo de heer Bok en de hoer Adriaanse. De Voorzitter echter meuut, dat de kwestie van het verbod niet in de verordening thuis hoort. De heer Verstegen protestoort tegen die woorden. Even te voren zegt de Voorzitter dat hij er niets op tegen heeft, dat er een verbod komt, en nu zegt hij, dat hij er tegen is. Dat klopt niet. Spr. grondde zijn amendement op de overweging, dat de bioscoop, afgezien dan van het al of niet nadeelige van de voorstellin gen, in ieder geval een aantal jonge menschen uit de kroeg houdt. Daar om is het verkeerd ze in de bioscoop toch in de gelegenheid te stellen sterken drank te krijgen. Hierover ontspint zich een uitvoe rige discussie. De heer de Geus wil, dat de heer Verstegen zijn amen dement omkeert, en niet de bioscoop voorstellingen verbiedt in een lokaal waar vergunning is, maar er in vast legt, dat tijdens de voorstellingen geen sterken drank verkocht mag worden. De heer Verstegen zegt, dat zijn bedoeling geweest is te cou peeren, wat zoo vaak gedaan wordt, nl., dat een niet-rendeerend café-tje om gezet wordt in een bioscoop-theater. De heer Biersteker wil de zaak niet uitstellen, maar de veror dening aannemen zooals die daar ligt. Meermalen heeft spr. zich geërgerd dat te veel publiek aanwezig was in de theaters. Ook daarvoor is deze verordening, daar zij voorschrijft, dat niet meer personen plaats mogen nemen dan er. zitplaatsen zijn. Laten we eenvoudig een bepaling opnemen, dat gedurende de voorstelling geen sterke of alcohol-houdende dranken mogen worden geschonken. De heer Bommel merkt op,dat artikel 1 den toegang verbiedt aan personen beneden de 16 jaar, die niet door een der ouders of voogden zijn vergezeld. Dus een kind, dat met oom of tante, die geen voogd zijn, naar de bioscoop gaat, kan geen toegang krijgen. De Voorzitter antwoordt, dat zooiets natuurlijk niet de bedoe ling is. De heer Verstegen trekt zijn amendement in, nu de heer Bier steker het zijne handhaaft. Het amendement-Van den Berg: om de portières te doen vervallen wordt aangenomen. Tegen stemmen de heeren De Veu en Van Neck, buiten stemming blijven de heeren De Geus en Zander. Het amendement-Bierstekerom te verbieden dat gedurende de bios coop-voorstellingen sterken drank wordt geschonken, wordt aange nomen. Tegen de heer Over de Lin den, buiten stemming de heeren De Geus, Zander en Van Neck. De aldus geamendeerde verorde ning wordt thans aangenomen. Tegen stemmen de heeren Grunwald en Over de Linden. Zeevaartschool. Voorstel tot uitbreiding van het onderwijs aan die school en tot ver betering van de salarissen van het onderwijzend personeel. Dit voorstel wordt gedaan onder voorbehoud dat het subsidie door Rijk en Provincie voor de tegen woordige regeling verleend, in dezelf de verhouding zal worden toegekend, voor de verhooging van de uitgaven onder dat voorbehoud wordt als datum van ingang aangegeven 1 Januari 1915. Het schijnt B. en W., na kennis neming van de voorstellen van den Directeur der Zeevaartschool tot uit breiding van het onderwijs aan die school en tot verbetering van de salarissen van het onderwijzend per soneel, en na overlegging van de adviezen van den Inspecteur en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, wensche- lijk, dat het onderwijs aan dc Zee vaartschool worde uitgebreid door splitsing van de afdeeling tot op leiding voor 3en stuurman en stuur man ter slcepvaart in 2 klassen, nl. a. een voorbereidende klasse, b. een examenklasse. Het komt B. en W. op grond van eene gemaakte kosten berekening voor, dat, hetgeen de Commissie voorstelt, het meest aan bevelenswaardige is. De heer Dr. Van den Berg kan met het laatste gedeelte van het voorstel niet medegaan. Spr. wil het eerste behandelen uitbreiding van het onderwijs en het laatste, de salarisregeling, aanhouden. Op dit gebied liggen veel 'voetangels en klemmen. Ook de heer Verstegen vindt het billijk te wachten. In de voorge stelde regeling komen onbillijkheden voor. Er bestaat bv. geen wettelijke bevoegdheid voor hei onderwijs in praktische zeevaartkunde, terwijl toch dit vak een eerste eisch ia voor een leerling, die daarom examen doet. De heer Over de Linden sluit zich hierbij aan, en het voorstel wordt aangehouden. Burgeravondschool. Voorstel tot benoeming van oenigo leeraren aan Burgeravondschool. Met het. oog op do weder in gebruik ne ming van de localen wordt voorgesteld de bepaling van den datum van In functie treden aan Burgemeester on Wethouders over te laten. Do heer Dr. Van den Berg vraagt waarom in de plaats van den heer Moorman thans twee leeraren worden voorgedragen? Spr. is van meening, dat den directeur wel eenige lessen kunnen worden opgedragen. Vroeger, als spr. iets dergelijks voor stelde, beriep men zich op het groot aantal onbevoegden. Doch geleidelijk zijn al die onbevoegden vervangen door bevoegden, dat het billijk is, dat de directeur ook eenige lessen geeft. De Vaorzitter merkt op, dat de directeur zich met de verdeolibg vereenigd heeft. De heer Grunwald licht de zaak nader toe. Aanvankelijk was de bedoeling den heer Dokter 8 uur en den heer Moorman 6 uur te geven. Toen heeft zich de heer Mefl'ert aan gemeld, die eveneens bevoegdheid bezit, en vond de directeur het billijk het zoo te laten. Dat de directeur zelf geen les geeft, is abnormaal, maar tot nog toe werd met tal van onbevoegden gewerkt. Eerst thans is de toestand beter en we moeten nu eens afwachten of het in de toe komst blijken zal dat het beter is den directeur eenige lessen op te dragen. De directeur heeft allerlei bezigheden, en neemt voor andere leeraren ook dikwijls lessen waar. Laat de heer Van den Berg zich eerst eens op do hoogte stellen met de werkzaamheden van den directeur. Als de heeren de zaak ernstig overwegen, moeten zij wel tot eene andere conclusie komen. De heer Van den Berg repli ceert. Spr. kent geen enkele Burger avondschool, waar niet de directeur een of meer lessen geeft. Spr. vindt het volstrekt niet onbillijk den direc teur een paar lessen op te dragen. Hij geniet een traktement van f 1200.- waarvoor hij 6 maanden lang 3 uur dagelijks dienst doet. Dat is eene hooge belooning, en het is volstrekt niet onbillijk hem eens boven die drie diensturen een les te laten geven. Andere leeraren doen ook wel eens wat extra. Ook de heer Bok laat zich in dezen geest uit. Het gaat niet tegen den directeur maar tegen het principe. Dat hij voor een ander invalt, is niet juist, dat doet een ander leeraar. De heer Bommel zegt, dat de directeur niet kiiu invallen voor een ander, omdat hij geene bevoegdheid daartoe heeft. Alleen bij teekenen valt de directeur in- Hierover wordt nog uitvoerig van gedachten gewisseld. Sommige leden willen de zaak uitstellen en aanhou den, maar dit is, met het oog op het oponen van den cursus op 1 October, niet wel doenlijk. Zoodat tenslotte i het voorstel van B. en W. aangeno men wordt. Tegen stemt de. heer Biersteker, de heeren Van der Ploeg on Adriaanse blijven buitenslemming. Een voorstel Biersteker, om de zaak te verdagen, vond onvoldoenden steun. Onderwijs. Advies op het adres van J. van Hoek c.s., leeraren aan de Burger avondschool, inzake de berekening van huu salaris. B. en W. stellen voor afwijzend op het adres te beschikken. Den heer Over de Linden heeft het verwonderd, dat dit advies gege ven werd. We hebben pas iets der gelijks gebad met den heer Stumphius, toen ging het ook om do kwestie van bevoegdheid of acte. Do heer Verstegen meent,dat er ton opzichte van die leeraren een onbillijkheid is begaan. Artikel 2 van de verordening regelt de bevoegdheid. Er wordt in dat artikel wel gespro ken van bevoegdheden, maar niet van bevoegdheden volgens de wet. Spr. meent, dat, waar de bedoelde leeraren de bevoegheid hebben, hun ook de belooning daarvoor toekomt. De heer Van den Berg leest uit de toelichting van de verordening voor, dat wel degelijk is bedoeld met bevoegdheid de acte M. O. Als ge sproken wordt over bevoegdheid vol gens de wet, wordt bedoeld de acte M. O. Spr. is het eens met den Bur gemeester, dat ze geen recht hebben op verhooging. De heer Verstegen repliceert. Als er aan het woord bevoegdheid eene bedoeling is vastgeknoopt, en het blijkt, dat die niet billijk is, ligt het dan niet in de lijn dat te herstellen vraagt Spr. In de toelichting wordt over acte gesproken, niet in de ver ordening. Het is nog niet uitgemaakt of het woord bevoegdheid in de ver ordening ook als acte moet worden opgevat de Commissie van Toezicht zelve vindt de zaak duister en wil rechtskundig advies inwinnen. Ook hierover wordt nog veel gere deneerd. De hoer Biersteker wil een rechtskundig advies inwinnen; for meel zouden de heeren misschien ge lijk hebben, maar moreel komt hun de verhooging zeer zeker niet toe. Het afwijzend advies van het D. B. wordt ten slotte aangenomen. Tegen stemmen de heeren Krijnen, Zander, Verstegen, Over de Linden, buiten stemming blijven de heeren Bok, Biersteker en Van Breda. De Voorzitter deelt mede,dat is ingekomen eene missive van Ged. Staten houdende mededeeling, dat de Staten niet kunnen medewerken aan het behoud van de heffing op het ge distilleerd, zooals de gemeente had verzocht. De heffing zal nu geleide lijk verminderen, en bedraagt in 1914 15, 1915 12, 1916 9, 1917 6, 1918 3%, zoodat, zij 1 Jan. 1919 opgehe ven wordt. Do heer Qrünwald brengt hulde aan B. en W. wegens de voorberei ding van de verordening en de ver dediging. Het bevreemdt spr. dat Ged. Staten al vooraf gemeend had den de gemeente te moeten mede- deolen, dat ze niet wilden medewer ken. Hem lijken de gronden waarop B. en W. hun verordening verdedigen, alleszins billijk. De verordening om tot geleidelijke vermindering van accijnsheffing over te gaan, wordt bij acclamatie aange nomen. By acclamatie worden goedgekeurd de suppletoiro kohieren van school gelden voor school 1-8 tot een be drag van f 1069.30J en voor den Fransclien cursus tot een bedrag van f 68.-. Zetters. Voorstel voor de periodieke aftre ding van Zetters der Directe Belas tingen. De vorige maal zijn als aftredende leden abusief genoemd de heeren W. J. van Neck, R. N. van Os en M. Hoogerdutjn, terwijl aan de beurt van aftreding waren de heeren P. Hoogenbosch, P. Korff en K. F. Oortgijsen. Als tweede drietal bevelen B. en W. aan de heeren E. J. Bok, A. Krijnen en D. H. Grunwald. Deze zes heeren worden als zoodanig ge kozen. Verordening. Voorstel ter bepaling van hot in werking treden van de verordening regelende de samenstelling en den werkkring van de Commissie van Bijstand voor Publieke Werken. B. en W. stellen voor den datum der inwerkingtreding te stellen op 1 Sept., hetwelk bij acclamatie wordt, aangenomen. Rekening 1913. Beantwoording van het Algemeen Rapport op dc rekening van 1913 on voorstel tot voorloopigc vaststel ling van de Gemeente-Rekening. Ontvangst f1053651.34» Uitgaaf986810.06 Batig saldo. f 116841.28* en tot goedkeuring van de rekening van: Het Burgerlijk Armbestuur. Ontvangst f 21274.32 Uitgaaf21118.68 Batig saldo. f 160.64 Het Algemem Weeslmis. Ontvangst f 18536.71 Uitgaaf12477.75* Batig saldo. f 1058.95* De Gasfabriek. OntvangsL f 628963.46' Uitgaaf521451.28* Batig saldo f 107512.18 Af Rente en aflossing 5G442.09 Netto winst f 51070.02 Een en ander wordt bij acclamatie goedgekeurd. Bij de rondvraag vraagt de heer Verstegen of er niet meer lan tarens kunnen branden. Op sommige plaatsen is het ontzettend donker en de burgerij heeft er den last van. Verder vraagt spr. of aan den ont- zettenden stank in het Heldersche Kanaal niet wat te doen is, wanneer die het gevolg is van de afdamming. Nog vraagt spr. inlichtingen over de aanwezige brandstoffen ten behoeve van de burgerij, en over het rap port inzake salarieering der ge meente-werklieden. De Voorzitter antwoordt, dat er één klacht is ingekomen over de weinige lantarens. Zuinigheid op het gas is thans geboden, daar er zeer moeilijk aan steenkool is te komen. De transportkosten zijn zeer duur thans. Aan verandering in den toe stand van het Heldersche Kanaal wordt gewerkt. Over de salarieering kan niet worden vooruitgeloopen. Daarna gaat de Raad in Comité ter behandeling van eenige reclames PI. dir. belastingen. De in België aangerichte verwoestingen. Aan het verslag van den corres pondent van de „N. Rott. Ct." ont- leenen wij het volgende: Maastricht, 1 September. Bij mijne eerste pogingen om het Zuid-Belgische oorlogsterrein te bereiken, dreef het toeval me door Leuven en van daar naar Brussel, en waaf ik bij mijn bezoek aan Leuven natuurlijk onmid dellijk constateeren ging wat is blijven staan en wat verwoest is, zal ik dat maar het eerst bespreken. In de eerste plaats is de oude universiteit met de boekerijen verwoest, enkele van de bijgebouwen zijn blijven staan; ver der is het eon hooge hoop grijs puin met stukken muur en smeulende boekenmassa's. De kathedraal St. Pietor, het magnifieke gotische ge bouw, is een ruïne geworden6 7 meter hoog staan nog de zware muren, hier en daar met brokken heiligenbeelden, die vroeger de buiten zijden tooiden. Het stadhuis, eveneens in gothischen bouw opgetrokken, is geheel gespaard gebleven. Verder zijn alle voorname wijken totaal verwoest; de mindere buurten bleven geheel of gedeeltelijk gespaard. Het station vertoont geen andere schade dan eenige kogelgaten, die in de ramen van do vestibule-entree geschoten zijn. De stad is uitgestorven, de lijken, die onder het puin zijn blijven liggen, verspreiden een walgelijken stank in de straten. Af on toe stort met don derend lawaai eon muur in elkaar. Ik ben don heelen weg der ellende, dien de oorlog door België gebrand heeft, van Maastricht tot Brussel doorgetrokken en ik kan niet anders zeggen, dan dat. ik diep getroffen terug ben gekeurd, niet omdat ik oude vrouwtjes zag, die jammerend trachtten te klimmen over de ruïnen van wat eens hun huisye was, niet omdat ik vluchtelingen zag, dien de angst het voorkomen van schuwe dieren had gegeven, ook niet omdat ik kleine kinderen zag, die het huilen staakten, omdat onze auto naderde en de handjes omhoog gingen steken om te toonen dat ze geen kwaad wildon; niet om deze feiten, maar omdat ik dat alles zag in'ons Wes telijk Europa. Ik heb medelij met en vrees gevoeld voor onze bescha ving, want dat zóó licht het funda ment zou zijn, waarop ze rust, dat had ik niet kunnen gelooven. Of de Duitschers of de Belgen de schuld zullen krijgen, als de historie gedocu menteerd over ze richten zal, dat is niet aan mij te bepalen. Maar toen ik over een afstand van ruim 100 kilometer reed door een streek waar het lijkt of gloeiend vuur over het land is gestroomd, voelde ik mij diep ellendig. Onze tocht liep eerst van Maastricht naar Luikwe weten nu wel reeds hoe Mouland er uit ziet en Visé. Werkelijk, als men een straat door gereden is, dan is men verder niet meer vatbaar voor indrukken van ingestorte huizen, want het zijn maar stomme getuigen, die puinhoopen, en ze zijn haast alle gelijk. In enkele gespaarde gebouwen zijn deDuitsche soldaten ondergebracht, en die zitten zoo rustig als in vredestijd hun pijpje te rooken of moedigen de menschen aan, vooral toch niet bang voor ze te zijn, maar te gaan waar ze willen. In de buitenwijken van het stadje, waar de huizen gespaard bleven, oefenon de Duitsche soldaten regel matig, zooals ze dat iederen dag doen. Al onmiddellijk, als men Luik nadert, in Herstal, merkt men dat daar het dagelijksche leven reeds weer voor een groot deel op de been is geholpen. Do electrieche tram van Herstal naar Luik rijdt weer en in dat gedeelte is van verwoesting niets te bespeuren. De Duitschers hebben een merkwaar dig talent van organiseeren. In het provincialo gebouw op de Place Saint Laraburt heeft de Kommandantur het bestuur in handen genomen en van daaruit worden de zaken in gang gezet. Men tracht zooveel mogelijk het burgerleven zijn gang te laten gaan en daaraan slechts de leiding te geven die men bepaald noodzakelijk acht, en de stemming in Luik vond ik dan ook bepaald gemoedelijk bij hetgeen ik in andere plaatsen vond. De Oberst-leutnant bleek bovendien een vriendelijk behulpzaam man te z(jn. Toestemming oxn zuidelijk te trekken kon hij ons evenwel niet geven en eigenlijk ook niet om naar Leuven en Brussel te gaan, maar eindelijk stond hij toch het laatste toe, doch ender conditie dat op onze passen werd aangeteekond dat wij gingen op eigen risico. In Luik hebben vooral de Quai des Pëcheurs en de Place de 1'Univeraité te lijden gehad van den oorlog. Daar liggen vrijwel alle huizen togen den grond. Maar omdat dit betrek kelijk kleine gedeelten zijn, gaat het dagelijksche leven daar verder regel matig zijn gang, en ik geloof dat de Luikenaren meer nog dan het ver lies van deze stadsgedeelten de ver woesting van de Pont des Arcs be treuren. Om welke reden de Luike naren deze brug opgeblazen hebben is mij een raadsel, want de veel be langrijker spoorbrug hebben zij in tact gelaten. Over St. Truyeu en Thienen hebben we vervolgens Leu ven bereikt. St. Truyen en Thienen zijn beide volkomen gespaard ge bleven, maar de dorpjes langs den weg zijn voor het grootste gedeelte puinhoopen geworden. Overal muren en niots dan muren, waartusschen alles weggebrand is. Buiten Luik zag ik nog de ruïne van een dei- forten, een zeer laag gelegen fort, bijna zonder bodemverheffing. Het is haast niet te gelooven dat het Duit sche geschut zooveel vat op zoo'n versterking kon hebben en men krijgt weer den indruk dat het be legeringsgeschut van 42 cM. een ver schrikkelijke uitwerking moet hebben. Op den weg van Thienen naar Leuven was de weg vol van vluch telingen, die deels uit Leuven kwa men en deols weor naar Leuven gingen; de eersten keerden teleur gesteld terug, met de zekerheid dat ze vooreerst geen eigen huis meer hadden. Mannen, vrouwen, kinderen, allen beladen en belast mot pakken en zakken, schrikken als ze den slag van onze motor hooren. Op den weg van Thienen naar Leuven werd ik even buiten de Tbienensche poort getroffen door enkele dingen die ik er zag. Op den achttienden Augustus had ik daar gestaan achter de laat ste Belgische barricaden, toen de Duitschers de stad bestormdenver der op deu weg stonden mitrailleu- ses, de laDciers reden den vijand ter verkenning tegemoet. Toen begon nen plotseling de Duitsche geweer schoten te kraken en 6 of 7 paarden renden terug zonder berijder. Nu zag ik op dezelfde plaats hier en daar de vertrapte uniformen var. de ge vallen lanciers op den weg liggen, de gele uitmonstering, vuil van vele voeten, die er over waren gegaan en terzijde van den weg waren in het land enkele grafheuvels gekomen, waar de ransels en de schakos op lagen van do infanteristen die de mïtralllèuses op don achttienden had den bediend. Ik reed nu door naar de Place de la Stationop den achttienden zag ik daar den terugtocht van het Belgische leger naar Mecholeu, de bevolking was toen in diepe verslagenheid. In de groote breede straat de Ruc de la Station, vlak bij de Place, vroeg ik een apotheker of ik op zijn huis mocht klimmen om de bestorming van de Duitschers tc kunnen zien. De totaal ontdane man keek me verbaasd aan; „Waar denkt u aan? vroeg hij. „Als do Duitschers straks hier zijn, zal ik hopen dat we gespaard blijven". Nu was zijn huis een van de honderdon ruïnes in do Rue de la Station. Op de Place de la Station stond ik in den nacht van den zevenden op den achtsten, toen pas het hoofdkwartier naar I.euven was verlegd, in een van de vole kleine cafótjes, met oen woe dend troepje menschen om mij heen die mij tc lijf wilden, omdat ik een Nederlander was. Nu is er van al die café's en hotels daar niet één, dat niet totaal verwoest is. De straten zijn leeg en stil, alleen hoort men nu en dan het gedonder van een in elkaar stortend huis, en verderop gaat een patrouille Duitsche soldaten over de puinhopen het geweer geleed tot schieten. Onze auto moet telkens stil houden, omdat wij eerst een hoop puin en balken weg moeten ruimen, voor we er door kunnen. Een be klemmend gevoel krijgt men in deze doodc stad, waar alleen een verma gerde hond of kat aan vroeger leven herinneren, verbijsterd als de dieren zitten waar eens het huis van hun baas stond. Op de Boulevard de Tir- lemont is de bevolking uit de armere wyben gekomen naai de verwoeste huizen om te trachten nog iets te vinden, wat eetbaar ia. Want mén heeft honger. Op de Grand Place achter de ruïne van de St. Pieters kerk schuilen een 30 u 40 vrouwen en kinderen om groote vaten heen, waar wijn in geweest is, en trachten in leege flesschen nog te verzamelen wat er over bleef. Wat soldaten, die ondergebracht zijn in het gespaarde stadhuis, kijken toe. Ik trachtte nog wat van ze te vernemen omtrent de aanleiding tot verwoesting, maar ik zal beter doen geen vermoedens van soldaten of inwoners weer te geven. Ze spraken elkander lijnrecht, tegen en het lijkt me dat boide partijen nog niet recht weten wat er gebeurd is. Van LeuveD naar Brussel is dc weg weer gelijk aan vóór Leuven: verbrande huizen hier en daar, vluch telingen, soldaten en grafzerken langs den weg. Ik zal de verdere beschrij ving van mijn reis u per brief zenden, maar ik moet u toch eerst nog zog- j gen dat de toestand in Brussel me I deed donken aan een lucht, waar I ieder oogenbllk het onweer uit kan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1