HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
vóór 15 Sept.
Steuncomité.
GEMEENTERAAD VAD HELDER,
No. 4358
DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1814
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooyer berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2\ cent.
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. Gemeenteraad van Wieringen.
2. Gemeenteraad van Anna Paulowna.
3. Marktberichten Anna Paulowna.
4. Feuilleton.
Mededeeling aan onze abonnee.
In deze dagen, waarin gewichtige
wereldschokkende gebeurtenissen el
kander opvolgen, wordt aan de nieuws
bladen hooge eischen gesteld. Niet
alleen, dat door een dagelijkschen
telegraafdienst de exploitatie-kosten
aanzienlijk worden verhoogd, maar
de inkomsten worden, tengevolge van
don stilstand in handel en nijverheid,
en als gevplg daarvan het niet meer
advertooren, minder en minder, welke
vermindering zelfs door een ver
meerderden omzet niet kan worden
gedekt.
Al zijn dus de kosten van uitgave
veel hooger dan in gewone tijdsom
standigheden, toch wenschen wij
geenszins deze kosten op onze lezers
te verhalen.
Maar wel verzoeken wij onze
abonné's buiten dc Gemeente ons
tegemoet te willen komen door reeds
thans, in plaats van met 1 October,
het verschuldigde abonnementsgeld
te willen overmaken.
Aan hen, die dit verzuimen, zenden
wij dan in de laatste week van deze
maand de kwitantie.
Wij hopen, dat onze lezers geen
bezwaar tegen deze eenigszins ver
vroegde betaling zullen hebben.
Over de abonnementsgelden binnen
de gemeente wordt, te beginnen met
15 September a.s., gedisponeerd.
De Administratie.
Adressen.
Het Centraal-bureau is gevestigd
in 't Gebouw der Openbare Werken aan
de Kerkgracht en is geopend op werk
dagen van 10 12 en 2 5 uur. Alg.
Secretaris Ds. H. BUISKOOL.
Wie finantieelen steun wil gaven,
zende zijn bijdrage aan den Heer
W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen
ningmeester.
Wie werk zoeken of werkkrachten
noodig hebben, worden uitgenoodigd
zich te richten tot het Subcomité,
dat daarvoor dagelijks zitting houdt
in het Gebouw van den Marinebond, van
10-12 en 2—5 uur.
Voor gratis hulp in de huishouding
wende men zich tot den Hoer W. VISSER,
Stationstraat 4.
Degene, die gratis een rantsoen
eten wil bekomen, kan zich opgeven
bij Mevr. DE BOER -J0NGKEES, Koning
straat 28-30.
Wie tengevolge van de mobilisatie
llnantieele hulp noodig heeft, melde
zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag
of Donderdag aan bij het Subcomité
voor Uitkeering, Gebouw der Openbare
Werken, 10—12 en 2-4 uur.
echter de kwestie uiteengezet is
het verzoek van de familie is gericht
tot B. en W. en het adres van de
bewoners was tot den Raad gericht
en B. en W. hadden reeds geantwoord,
dat aan het verzoek van de familie
Oortgijsen niet kon worden voldaan
wegens erfpacht, die op het straatje
ligt, - neemt de Raad genoegen met
het voorste], dat ook deze zaak thans
door B. en W. wordt afgehandeld.
Voorstel van. den heer Adriaanse
om niet tot het maken van de ge
bouwtjes voor vrije- en orde-oefenin
gen over te gaan.
De heer Adriaanse meent, dat ner
gens in de wet de verplichting blijkt
van de gemeenten om te zorgen voor
afzonderlijke gebouwtjes voor vrije-
en orde-oefeningen en stelt, met het
oog op de tijdsomstandigheden, voor
niet over te gaan tot het maken dezer
gebouwtjes. Gerenvoyeerd naar
B. en W. om advies.
Verder zijn nog verschillende an
dere, niet op de agenda vermeldde
adressen ingekomen, waaronder de
reking 1913 en begrooting 1915 dei-
Openbare Leeszaal, die worden goed
gekeurd.
Subsidie.
Advies op het verzoek van de
Heldersche Wijkverpleging om het
gewone jaarlijksche subsidie (f300.—
B. en W. stellen voor de gevraagde
subsidie te verleenen.
De heer Biersteker zou gaarne
zien, dat de Wijkverpleging en het
Witte Kruis vereenigd werden. Dan
is het beheer in eene hand, hetwelk
daardoor zuiniger kan worden. Spr.
bedoelt niet te zeggen, dat het thans
niet zuinig zou zijn, maar als de
beide vereenigingen gecombineerd
zijn, kan men toch zuiniger beheereu.
Nu heeft men b.v. verschillende uit
gaven dubbel, die anders enkel zou
den zijn.
De Voorzitter belooft het ver
zoek te zullen overwegen en het
subsidie wordt bij acclamatie toe-
op Dinsdag 1 September.
Voorzitter de heer W. J. van Neck,
loco-burgemeester. Afwezig de heer
L. A. Hartsinck.
Aan de orde is de beëediging van
het nieuw-gekozen raadslid, den heer
W. C. van Breda. Deze legt in handen
van den Voorzitter de vereischte
eeden af en neemt daarna zitting in
den raad.
De notulen der vorige vergadering
worden goedgekeurd.
Daarna is aan de orde de benoeming
van een wethouder. Aftredende wet
houder is de heer P. de Geus. Deze
wordt met 12 stemmen herbenoemd.
Blanco werden 7 stemmen uitgebracht,
de heer Van den Berg kreeg 1 stem.
De heer De Geus verklaart zijne be
noeming aan te nemen en dankt voor
het in hem gestelde vertrouwen.
Aan de orde zijn thans:
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Kennisgeving, dat het verlof, ver
leend aan den Burgemeester, met
eene maand is verlengd.
Dankbetuiging van de Commissie
voor het Vacantie-Kinderfeest voor
het toegekende subsidie. Voor kennis
geving aangenomen.
Adres van bewoners van de Sluis
dijkstraat over het verzoek van den
heer Oortgijsen om vergunning te
verleenen tot bebouwing van de straat
tusschen perceelen 99 en 101 in die
straat.
Adressanten verzoeken de bedoelde
vergunning niet te verleenen of op
zoodanige voorwaarden, dat met hunne
belangen wordt rekening gehouden.
De Voorzitter wil dit adres
handen stellen van B. en W. ter af
doening, maar hiertegen gaan stem
men op, die bezwaar maken, dat B.
«n W. deze zaak al afdoen. Nadat
Gratificatie.
Voorste] van B. en W. om aan de
weduwe J. A. de Graaf geboren Mul
der voor het loopende jaar toe te
kennen eene gratificatie, berekend
naar f 100.*— per jaar.
By acclamatie aldus besloten.
Alcoholhoudende dranken.
B. en W. stellen voor, afwijzend
te beschikken op het verzoek van
de Afdeeling Helder van de Ned.
Vereeniging tot afschaffing van al-
coholhoudendè dranken c.s. om op
lotingsdagen de drankgelegenheden
gesloten te houden.
De heer Bok kan medegaan met
het idee der vereenigingen om op
lotingsdagen de drankgelegenheden
gesloten te houden. Aan den ande
ren kant voelt spr. dat B. en W.
huiverig zijn om tot een zoodanigeu
krassen maatregel over te gaan. Spr.
doet een tusschenweg aan de hand:
laat men op den lotingsdag de cafés
etc. gesloten houden van b.v. 's mor
gens vroeg tot 's middags f> uur of
een ander uur.
De Voorzitter merkt op, dat
dit verzoek al jarenlang wordt ge
daan. Wij kunnen er ons over ver
heugen, dat in de laatste jaren geen
relletjes van beteekenis voorkomen
op den lotingsdag. De drankgelegen
heden in de buurt van de loting
geven meestal gehoor aan ons ver
zoek om niet te schenken. Maar om
het geheel te verbieden is een wel
wat krasse maatregel voor een klei
nen groep lotelingen tegenover een
gansche stad.
De heer Adriaanse steunt het
verzoek van de vereenigingen. Spr.
ziet niet in, dat inwilliging ervan
zooveel schade of ongerief teweeg
zou brengen.
De heer Verstegen is het hier
mee eens. Spr. voelt niets voor het
betoog, dat de tegenwoordige maat
regel voldoet, n.1., dat op het beleefd
verzoek van B. en W. om alsjeblieft
geen drank te willen schenken goed
gunstig wordt beschikt door de eige
naren der drankgelegenheden. Er
moet hier van overheidswege een
stap gedaan worden. De lotingsdag
is een gewichtige dag, laat de jon
gens, die er aan deelnemen, dien
dag zoo nuchter mogelijk zijn. Gaat
dat zonder verbod niet, dan moet
het met verbod.
De heer Biersteker daaren
tegen voelt meer voor het argument
van den heer Bok. Als alle gelegen
heden gesloten worden, ontneemt
men ook ieder de gelegenheid een
broodje en een kop koffie te gebruiken.
De Voorzitter merkt op, dat
het zeer lastig is in de praktijk derge
lijke kwesties teregelen. Persoonlek
vindt spr. den maatregel te kras en
de uitvoering ervan moeielijk.
De heer Grunwald merkt op,
dat de bezwaren niet zoo groot zijn
als men wel denkt. Bij de mobilisatie
is gebleken, dat het thans zeer goed
mogelfjk is den verkoop tijdelijk stop
te zetten. Spr. voelt echter niets voor
een absoluut verbod, doch vereenigt
zich met het voorstel-Bok.
Hierover ontspint zich nadere dis
cussie. Tenslotte wilde de Voorzitter
het voorstel-B. en W. om afwijzend
te beschikken zonder meer in stem
ming brengen, maar dat wilde de
heer Bok niet. Die zag zijn voorstel
ook gaarne in behandeling. Bij stem
ming werd toch het voorstel-B. en W.
aangenomen. Tegen stemden de
heeren Adriaanse, Verstegen, Bier
steker en Terra.
Bouwverordening.
Voorstel voor het verleenen van
ontheffing van het bepaalde bij art.
1G der Bouwverordening:
voor een perceel Westgracht, 70
aan de Wed. J. Rijkers;
voor een perceel Jan in 't Veltsfcraat
aan H. J. Vermeulen;
voor een perceel Jan in 't Veltstraat
aan H. Wijker;
en van het bepaalde bij art. 18:
voor een perceel Palmstraat aan
de Vereeniging ter Verbreiding der
Waarheid.
By acclamatie verleend.
Bioscoop.
Voorstol tot vaststelling van een
verordening op bioscoop-voorstellingen
waarbij gevoegd zijn de adressen van
verschillende vereenigingen en een
van het bestuur van den Bond ter
behartiging van het kind.
Artikel 1 dezer verordening luidt
Het is den ondernemers, bestuurders
of beheerders verboden, tot de van
hunnentwege gegeven bioscopische
voorstellingen personen toetelaten
beneden de 16 jaren anders dan in
gezelschap van of begeleid door een
hunner ouders of voogden.
Artikel 2: De bepaling van artikel
1 is niet van toepassing op bioscopische
voorstellingen, welke door den Burge
meester als kindervoorstellingen zijn
toegelaten, mits dit bij den ingang
of de ingangen van de inrichting,
waarin ze worden gegeven op eene
van de openbare straat duidelijk
zichtbare wijze is aangegeven.
Artikel 3 spreekt van de goedkeu
ring der films, na die te hebben ge
zien, terwijl verschillendo andere ar
tikelen regelen de inrichting der
localiteiten, etc.
De heor Dr. van den Berg
wilde de portières, waarvan gespro
ken wordt, doen vervallen. Waarvoor
is dat, zooals de verordening wil, dat
ze halfweg moeten zijn Verder
maakt spr. opmerkingen over zit
plaatsen en wil o. a. eene grootere
tussohenruimte tusschen de stoelen.
De voorzitter vindt het on-
noodig nu weer andere stoelen voor
te schrijven.
Do heer Verstegen beklaagt
zich over zijn amendement. Toen de
gelegenheid gegeven werd om amen
dementen in te dienen, heb ik mij,
aldus zegt spr., bèljverd er een in te
dienen. Ik heb getracht het juridisch
technisch en taalkundig zoo volmaakt
mogelijk te maken, en hoewel liet
ook bij de stukken ligt, hebben B. en
W. in hun concept verordening net
gedaan alsof het er niet was. Waar
om is daarvan geene nota van ge
nomen vraagt spr.
De Voorzitter antwoordt, dat
B. en W. meenden, dat het niet uoo-
dig was. Zij hadden moor het oog
op de voorstellingen als zoodanig
dan op de exploitatie-regeling. (Hel
amendement-Verstegen is bedoeld om
de bioscoop-voorstellingen te doen
geschieden in localiteiten, waar geen
vergunning is).
Den heer Biersteker heeft het
ook gefrappeerd, dat van het voor-
stel-Verstegen geen notitie is geno
men. Spr. ondersteunt het voorstol.
Verschillende andere heeren blijken
het met de strekking van het amen
dement-Verstegen eens te zijn. Zoo
de heer Bok en de hoer Adriaanse.
De Voorzitter echter meuut,
dat de kwestie van het verbod niet
in de verordening thuis hoort.
De heer Verstegen protestoort
tegen die woorden. Even te voren
zegt de Voorzitter dat hij er niets op
tegen heeft, dat er een verbod komt,
en nu zegt hij, dat hij er tegen is.
Dat klopt niet. Spr. grondde zijn
amendement op de overweging, dat
de bioscoop, afgezien dan van het al
of niet nadeelige van de voorstellin
gen, in ieder geval een aantal jonge
menschen uit de kroeg houdt. Daar
om is het verkeerd ze in de bioscoop
toch in de gelegenheid te stellen
sterken drank te krijgen.
Hierover ontspint zich een uitvoe
rige discussie. De heer de Geus
wil, dat de heer Verstegen zijn amen
dement omkeert, en niet de bioscoop
voorstellingen verbiedt in een lokaal
waar vergunning is, maar er in vast
legt, dat tijdens de voorstellingen
geen sterken drank verkocht mag
worden. De heer Verstegen zegt,
dat zijn bedoeling geweest is te cou
peeren, wat zoo vaak gedaan wordt,
nl., dat een niet-rendeerend café-tje om
gezet wordt in een bioscoop-theater.
De heer Biersteker wil de
zaak niet uitstellen, maar de veror
dening aannemen zooals die daar ligt.
Meermalen heeft spr. zich geërgerd
dat te veel publiek aanwezig was in
de theaters. Ook daarvoor is deze
verordening, daar zij voorschrijft, dat
niet meer personen plaats mogen
nemen dan er. zitplaatsen zijn. Laten
we eenvoudig een bepaling opnemen,
dat gedurende de voorstelling geen
sterke of alcohol-houdende dranken
mogen worden geschonken.
De heer Bommel merkt op,dat
artikel 1 den toegang verbiedt aan
personen beneden de 16 jaar, die niet
door een der ouders of voogden zijn
vergezeld. Dus een kind, dat met oom
of tante, die geen voogd zijn, naar
de bioscoop gaat, kan geen toegang
krijgen. De Voorzitter antwoordt,
dat zooiets natuurlijk niet de bedoe
ling is.
De heer Verstegen trekt zijn
amendement in, nu de heer Bier
steker het zijne handhaaft.
Het amendement-Van den Berg:
om de portières te doen vervallen
wordt aangenomen. Tegen stemmen
de heeren De Veu en Van Neck,
buiten stemming blijven de heeren
De Geus en Zander.
Het amendement-Bierstekerom
te verbieden dat gedurende de bios
coop-voorstellingen sterken drank
wordt geschonken, wordt aange
nomen. Tegen de heer Over de Lin
den, buiten stemming de heeren De
Geus, Zander en Van Neck.
De aldus geamendeerde verorde
ning wordt thans aangenomen. Tegen
stemmen de heeren Grunwald en
Over de Linden.
Zeevaartschool.
Voorstel tot uitbreiding van het
onderwijs aan die school en tot ver
betering van de salarissen van het
onderwijzend personeel.
Dit voorstel wordt gedaan onder
voorbehoud dat het subsidie door
Rijk en Provincie voor de tegen
woordige regeling verleend, in dezelf
de verhouding zal worden toegekend,
voor de verhooging van de uitgaven
onder dat voorbehoud wordt als
datum van ingang aangegeven 1
Januari 1915.
Het schijnt B. en W., na kennis
neming van de voorstellen van den
Directeur der Zeevaartschool tot uit
breiding van het onderwijs aan die
school en tot verbetering van de
salarissen van het onderwijzend per
soneel, en na overlegging van de
adviezen van den Inspecteur en de
Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, wensche-
lijk, dat het onderwijs aan dc Zee
vaartschool worde uitgebreid door
splitsing van de afdeeling tot op
leiding voor 3en stuurman en stuur
man ter slcepvaart in 2 klassen, nl.
a. een voorbereidende klasse, b. een
examenklasse. Het komt B. en W.
op grond van eene gemaakte kosten
berekening voor, dat, hetgeen de
Commissie voorstelt, het meest aan
bevelenswaardige is.
De heer Dr. Van den Berg
kan met het laatste gedeelte van
het voorstel niet medegaan. Spr. wil
het eerste behandelen uitbreiding
van het onderwijs en het laatste,
de salarisregeling, aanhouden. Op dit
gebied liggen veel 'voetangels en
klemmen.
Ook de heer Verstegen vindt
het billijk te wachten. In de voorge
stelde regeling komen onbillijkheden
voor. Er bestaat bv. geen wettelijke
bevoegdheid voor hei onderwijs in
praktische zeevaartkunde, terwijl toch
dit vak een eerste eisch ia voor een
leerling, die daarom examen doet.
De heer Over de Linden sluit
zich hierbij aan, en het voorstel wordt
aangehouden.
Burgeravondschool.
Voorstel tot benoeming van oenigo
leeraren aan Burgeravondschool. Met
het. oog op do weder in gebruik ne
ming van de localen wordt voorgesteld
de bepaling van den datum van In
functie treden aan Burgemeester on
Wethouders over te laten.
Do heer Dr. Van den Berg
vraagt waarom in de plaats van den
heer Moorman thans twee leeraren
worden voorgedragen? Spr. is van
meening, dat den directeur wel eenige
lessen kunnen worden opgedragen.
Vroeger, als spr. iets dergelijks voor
stelde, beriep men zich op het groot
aantal onbevoegden. Doch geleidelijk
zijn al die onbevoegden vervangen
door bevoegden, dat het billijk is,
dat de directeur ook eenige lessen
geeft.
De Vaorzitter merkt op, dat
de directeur zich met de verdeolibg
vereenigd heeft.
De heer Grunwald licht de
zaak nader toe. Aanvankelijk was de
bedoeling den heer Dokter 8 uur en
den heer Moorman 6 uur te geven.
Toen heeft zich de heer Mefl'ert aan
gemeld, die eveneens bevoegdheid
bezit, en vond de directeur het billijk
het zoo te laten. Dat de directeur
zelf geen les geeft, is abnormaal,
maar tot nog toe werd met tal van
onbevoegden gewerkt. Eerst thans
is de toestand beter en we moeten
nu eens afwachten of het in de toe
komst blijken zal dat het beter is den
directeur eenige lessen op te dragen.
De directeur heeft allerlei bezigheden,
en neemt voor andere leeraren ook
dikwijls lessen waar. Laat de heer
Van den Berg zich eerst eens op do
hoogte stellen met de werkzaamheden
van den directeur. Als de heeren de
zaak ernstig overwegen, moeten zij
wel tot eene andere conclusie komen.
De heer Van den Berg repli
ceert. Spr. kent geen enkele Burger
avondschool, waar niet de directeur
een of meer lessen geeft. Spr. vindt
het volstrekt niet onbillijk den direc
teur een paar lessen op te dragen.
Hij geniet een traktement van f 1200.-
waarvoor hij 6 maanden lang 3 uur
dagelijks dienst doet. Dat is eene
hooge belooning, en het is volstrekt
niet onbillijk hem eens boven die
drie diensturen een les te laten geven.
Andere leeraren doen ook wel eens
wat extra.
Ook de heer Bok laat zich in
dezen geest uit. Het gaat niet tegen
den directeur maar tegen het principe.
Dat hij voor een ander invalt, is niet
juist, dat doet een ander leeraar.
De heer Bommel zegt, dat de
directeur niet kiiu invallen voor een
ander, omdat hij geene bevoegdheid
daartoe heeft. Alleen bij teekenen
valt de directeur in-
Hierover wordt nog uitvoerig van
gedachten gewisseld. Sommige leden
willen de zaak uitstellen en aanhou
den, maar dit is, met het oog op het
oponen van den cursus op 1 October,
niet wel doenlijk. Zoodat tenslotte
i het voorstel van B. en W. aangeno
men wordt. Tegen stemt de. heer
Biersteker, de heeren Van der Ploeg
on Adriaanse blijven buitenslemming.
Een voorstel Biersteker, om de zaak
te verdagen, vond onvoldoenden steun.
Onderwijs.
Advies op het adres van J. van
Hoek c.s., leeraren aan de Burger
avondschool, inzake de berekening
van huu salaris.
B. en W. stellen voor afwijzend op
het adres te beschikken.
Den heer Over de Linden heeft
het verwonderd, dat dit advies gege
ven werd. We hebben pas iets der
gelijks gebad met den heer Stumphius,
toen ging het ook om do kwestie
van bevoegdheid of acte.
Do heer Verstegen meent,dat
er ton opzichte van die leeraren een
onbillijkheid is begaan. Artikel 2 van
de verordening regelt de bevoegdheid.
Er wordt in dat artikel wel gespro
ken van bevoegdheden, maar niet
van bevoegdheden volgens de wet.
Spr. meent, dat, waar de bedoelde
leeraren de bevoegheid hebben, hun
ook de belooning daarvoor toekomt.
De heer Van den Berg leest
uit de toelichting van de verordening
voor, dat wel degelijk is bedoeld met
bevoegdheid de acte M. O. Als ge
sproken wordt over bevoegdheid vol
gens de wet, wordt bedoeld de acte
M. O. Spr. is het eens met den Bur
gemeester, dat ze geen recht hebben
op verhooging.
De heer Verstegen repliceert.
Als er aan het woord bevoegdheid
eene bedoeling is vastgeknoopt, en het
blijkt, dat die niet billijk is, ligt het
dan niet in de lijn dat te herstellen
vraagt Spr. In de toelichting wordt
over acte gesproken, niet in de ver
ordening. Het is nog niet uitgemaakt
of het woord bevoegdheid in de ver
ordening ook als acte moet worden
opgevat de Commissie van Toezicht
zelve vindt de zaak duister en wil
rechtskundig advies inwinnen.
Ook hierover wordt nog veel gere
deneerd. De hoer Biersteker wil een
rechtskundig advies inwinnen; for
meel zouden de heeren misschien ge
lijk hebben, maar moreel komt hun
de verhooging zeer zeker niet toe.
Het afwijzend advies van het D. B.
wordt ten slotte aangenomen. Tegen
stemmen de heeren Krijnen, Zander,
Verstegen, Over de Linden, buiten
stemming blijven de heeren Bok,
Biersteker en Van Breda.
De Voorzitter deelt mede,dat
is ingekomen eene missive van Ged.
Staten houdende mededeeling, dat de
Staten niet kunnen medewerken aan
het behoud van de heffing op het ge
distilleerd, zooals de gemeente had
verzocht. De heffing zal nu geleide
lijk verminderen, en bedraagt in 1914
15, 1915 12, 1916 9, 1917 6, 1918
3%, zoodat, zij 1 Jan. 1919 opgehe
ven wordt.
Do heer Qrünwald brengt hulde
aan B. en W. wegens de voorberei
ding van de verordening en de ver
dediging. Het bevreemdt spr. dat
Ged. Staten al vooraf gemeend had
den de gemeente te moeten mede-
deolen, dat ze niet wilden medewer
ken. Hem lijken de gronden waarop
B. en W. hun verordening verdedigen,
alleszins billijk.
De verordening om tot geleidelijke
vermindering van accijnsheffing over
te gaan, wordt bij acclamatie aange
nomen.
By acclamatie worden goedgekeurd
de suppletoiro kohieren van school
gelden voor school 1-8 tot een be
drag van f 1069.30J en voor den
Fransclien cursus tot een bedrag van
f 68.-.
Zetters.
Voorstel voor de periodieke aftre
ding van Zetters der Directe Belas
tingen.
De vorige maal zijn als aftredende
leden abusief genoemd de heeren
W. J. van Neck, R. N. van Os en
M. Hoogerdutjn, terwijl aan de beurt
van aftreding waren de heeren P.
Hoogenbosch, P. Korff en K. F.
Oortgijsen. Als tweede drietal bevelen
B. en W. aan de heeren E. J. Bok,
A. Krijnen en D. H. Grunwald. Deze
zes heeren worden als zoodanig ge
kozen.
Verordening.
Voorstel ter bepaling van hot in
werking treden van de verordening
regelende de samenstelling en den
werkkring van de Commissie van
Bijstand voor Publieke Werken.
B. en W. stellen voor den datum
der inwerkingtreding te stellen op
1 Sept., hetwelk bij acclamatie wordt,
aangenomen.
Rekening 1913.
Beantwoording van het Algemeen
Rapport op dc rekening van 1913
on voorstel tot voorloopigc vaststel
ling van de Gemeente-Rekening.
Ontvangst f1053651.34»
Uitgaaf986810.06
Batig saldo. f 116841.28*
en tot goedkeuring van de rekening
van:
Het Burgerlijk Armbestuur.
Ontvangst f 21274.32
Uitgaaf21118.68
Batig saldo. f 160.64
Het Algemem Weeslmis.
Ontvangst f 18536.71
Uitgaaf12477.75*
Batig saldo. f 1058.95*
De Gasfabriek.
OntvangsL f 628963.46'
Uitgaaf521451.28*
Batig saldo f 107512.18
Af Rente en aflossing 5G442.09
Netto winst f 51070.02
Een en ander wordt bij acclamatie
goedgekeurd.
Bij de rondvraag vraagt de heer
Verstegen of er niet meer lan
tarens kunnen branden. Op sommige
plaatsen is het ontzettend donker en
de burgerij heeft er den last van.
Verder vraagt spr. of aan den ont-
zettenden stank in het Heldersche
Kanaal niet wat te doen is, wanneer
die het gevolg is van de afdamming.
Nog vraagt spr. inlichtingen over de
aanwezige brandstoffen ten behoeve
van de burgerij, en over het rap
port inzake salarieering der ge
meente-werklieden.
De Voorzitter antwoordt, dat
er één klacht is ingekomen over de
weinige lantarens. Zuinigheid op het
gas is thans geboden, daar er zeer
moeilijk aan steenkool is te komen.
De transportkosten zijn zeer duur
thans. Aan verandering in den toe
stand van het Heldersche Kanaal
wordt gewerkt. Over de salarieering
kan niet worden vooruitgeloopen.
Daarna gaat de Raad in Comité
ter behandeling van eenige reclames
PI. dir. belastingen.
De in België aangerichte
verwoestingen.
Aan het verslag van den corres
pondent van de „N. Rott. Ct." ont-
leenen wij het volgende:
Maastricht, 1 September. Bij mijne
eerste pogingen om het Zuid-Belgische
oorlogsterrein te bereiken, dreef het
toeval me door Leuven en van daar
naar Brussel, en waaf ik bij mijn
bezoek aan Leuven natuurlijk onmid
dellijk constateeren ging wat is blijven
staan en wat verwoest is, zal ik dat
maar het eerst bespreken. In de eerste
plaats is de oude universiteit met de
boekerijen verwoest, enkele van de
bijgebouwen zijn blijven staan; ver
der is het eon hooge hoop grijs puin
met stukken muur en smeulende
boekenmassa's. De kathedraal St.
Pietor, het magnifieke gotische ge
bouw, is een ruïne geworden6 7
meter hoog staan nog de zware
muren, hier en daar met brokken
heiligenbeelden, die vroeger de buiten
zijden tooiden. Het stadhuis, eveneens
in gothischen bouw opgetrokken, is
geheel gespaard gebleven. Verder zijn
alle voorname wijken totaal verwoest;
de mindere buurten bleven geheel of
gedeeltelijk gespaard. Het station
vertoont geen andere schade dan
eenige kogelgaten, die in de ramen
van do vestibule-entree geschoten zijn.
De stad is uitgestorven, de lijken,
die onder het puin zijn blijven liggen,
verspreiden een walgelijken stank in
de straten. Af on toe stort met don
derend lawaai eon muur in elkaar.
Ik ben don heelen weg der ellende,
dien de oorlog door België gebrand
heeft, van Maastricht tot Brussel
doorgetrokken en ik kan niet anders
zeggen, dan dat. ik diep getroffen
terug ben gekeurd, niet omdat ik
oude vrouwtjes zag, die jammerend
trachtten te klimmen over de ruïnen
van wat eens hun huisye was, niet
omdat ik vluchtelingen zag, dien de
angst het voorkomen van schuwe
dieren had gegeven, ook niet omdat
ik kleine kinderen zag, die het huilen
staakten, omdat onze auto naderde
en de handjes omhoog gingen steken
om te toonen dat ze geen kwaad
wildon; niet om deze feiten, maar
omdat ik dat alles zag in'ons Wes
telijk Europa. Ik heb medelij met
en vrees gevoeld voor onze bescha
ving, want dat zóó licht het funda
ment zou zijn, waarop ze rust, dat
had ik niet kunnen gelooven. Of
de Duitschers of de Belgen de schuld
zullen krijgen, als de historie gedocu
menteerd over ze richten zal, dat is
niet aan mij te bepalen. Maar toen
ik over een afstand van ruim 100
kilometer reed door een streek waar
het lijkt of gloeiend vuur over het
land is gestroomd, voelde ik mij diep
ellendig.
Onze tocht liep eerst van Maastricht
naar Luikwe weten nu wel reeds
hoe Mouland er uit ziet en Visé.
Werkelijk, als men een straat door
gereden is, dan is men verder niet
meer vatbaar voor indrukken van
ingestorte huizen, want het zijn maar
stomme getuigen, die puinhoopen, en
ze zijn haast alle gelijk. In enkele
gespaarde gebouwen zijn deDuitsche
soldaten ondergebracht, en die zitten
zoo rustig als in vredestijd hun pijpje
te rooken of moedigen de menschen
aan, vooral toch niet bang voor ze
te zijn, maar te gaan waar ze willen.
In de buitenwijken van het stadje,
waar de huizen gespaard bleven,
oefenon de Duitsche soldaten regel
matig, zooals ze dat iederen dag doen.
Al onmiddellijk, als men Luik nadert,
in Herstal, merkt men dat daar het
dagelijksche leven reeds weer voor
een groot deel op de been is geholpen.
Do electrieche tram van Herstal naar
Luik rijdt weer en in dat gedeelte
is van verwoesting niets te bespeuren.
De Duitschers hebben een merkwaar
dig talent van organiseeren. In het
provincialo gebouw op de Place Saint
Laraburt heeft de Kommandantur het
bestuur in handen genomen en van
daaruit worden de zaken in gang
gezet. Men tracht zooveel mogelijk
het burgerleven zijn gang te laten
gaan en daaraan slechts de leiding
te geven die men bepaald noodzakelijk
acht, en de stemming in Luik vond
ik dan ook bepaald gemoedelijk bij
hetgeen ik in andere plaatsen vond.
De Oberst-leutnant bleek bovendien
een vriendelijk behulpzaam man te
z(jn. Toestemming oxn zuidelijk te
trekken kon hij ons evenwel niet
geven en eigenlijk ook niet om naar
Leuven en Brussel te gaan, maar
eindelijk stond hij toch het laatste
toe, doch ender conditie dat op onze
passen werd aangeteekond dat wij
gingen op eigen risico.
In Luik hebben vooral de Quai des
Pëcheurs en de Place de 1'Univeraité
te lijden gehad van den oorlog.
Daar liggen vrijwel alle huizen togen
den grond. Maar omdat dit betrek
kelijk kleine gedeelten zijn, gaat het
dagelijksche leven daar verder regel
matig zijn gang, en ik geloof dat de
Luikenaren meer nog dan het ver
lies van deze stadsgedeelten de ver
woesting van de Pont des Arcs be
treuren. Om welke reden de Luike
naren deze brug opgeblazen hebben
is mij een raadsel, want de veel be
langrijker spoorbrug hebben zij in
tact gelaten. Over St. Truyeu en
Thienen hebben we vervolgens Leu
ven bereikt. St. Truyen en Thienen
zijn beide volkomen gespaard ge
bleven, maar de dorpjes langs den
weg zijn voor het grootste gedeelte
puinhoopen geworden. Overal muren
en niots dan muren, waartusschen
alles weggebrand is. Buiten Luik
zag ik nog de ruïne van een dei-
forten, een zeer laag gelegen fort,
bijna zonder bodemverheffing. Het is
haast niet te gelooven dat het Duit
sche geschut zooveel vat op zoo'n
versterking kon hebben en men
krijgt weer den indruk dat het be
legeringsgeschut van 42 cM. een ver
schrikkelijke uitwerking moet hebben.
Op den weg van Thienen naar
Leuven was de weg vol van vluch
telingen, die deels uit Leuven kwa
men en deols weor naar Leuven
gingen; de eersten keerden teleur
gesteld terug, met de zekerheid dat
ze vooreerst geen eigen huis meer
hadden. Mannen, vrouwen, kinderen,
allen beladen en belast mot pakken
en zakken, schrikken als ze den
slag van onze motor hooren. Op den
weg van Thienen naar Leuven werd
ik even buiten de Tbienensche poort
getroffen door enkele dingen die ik
er zag. Op den achttienden Augustus
had ik daar gestaan achter de laat
ste Belgische barricaden, toen de
Duitschers de stad bestormdenver
der op deu weg stonden mitrailleu-
ses, de laDciers reden den vijand ter
verkenning tegemoet. Toen begon
nen plotseling de Duitsche geweer
schoten te kraken en 6 of 7 paarden
renden terug zonder berijder. Nu zag
ik op dezelfde plaats hier en daar
de vertrapte uniformen var. de ge
vallen lanciers op den weg liggen,
de gele uitmonstering, vuil van vele
voeten, die er over waren gegaan en
terzijde van den weg waren in het
land enkele grafheuvels gekomen,
waar de ransels en de schakos op
lagen van do infanteristen die de
mïtralllèuses op don achttienden had
den bediend.
Ik reed nu door naar de Place de
la Stationop den achttienden zag ik
daar den terugtocht van het Belgische
leger naar Mecholeu, de bevolking
was toen in diepe verslagenheid. In
de groote breede straat de Ruc de
la Station, vlak bij de Place, vroeg
ik een apotheker of ik op zijn huis
mocht klimmen om de bestorming
van de Duitschers tc kunnen zien.
De totaal ontdane man keek me
verbaasd aan; „Waar denkt u
aan? vroeg hij. „Als do Duitschers
straks hier zijn, zal ik hopen dat we
gespaard blijven". Nu was zijn huis
een van de honderdon ruïnes in do
Rue de la Station. Op de Place
de la Station stond ik in den
nacht van den zevenden op den
achtsten, toen pas het hoofdkwartier
naar I.euven was verlegd, in een van
de vole kleine cafótjes, met oen woe
dend troepje menschen om mij heen die
mij tc lijf wilden, omdat ik een
Nederlander was. Nu is er van al
die café's en hotels daar niet één,
dat niet totaal verwoest is. De straten
zijn leeg en stil, alleen hoort men
nu en dan het gedonder van een in
elkaar stortend huis, en verderop
gaat een patrouille Duitsche soldaten
over de puinhopen het geweer geleed
tot schieten. Onze auto moet telkens
stil houden, omdat wij eerst een hoop
puin en balken weg moeten ruimen,
voor we er door kunnen. Een be
klemmend gevoel krijgt men in deze
doodc stad, waar alleen een verma
gerde hond of kat aan vroeger leven
herinneren, verbijsterd als de dieren
zitten waar eens het huis van hun
baas stond. Op de Boulevard de Tir-
lemont is de bevolking uit de armere
wyben gekomen naai de verwoeste
huizen om te trachten nog iets te
vinden, wat eetbaar ia. Want mén
heeft honger. Op de Grand Place
achter de ruïne van de St. Pieters
kerk schuilen een 30 u 40 vrouwen
en kinderen om groote vaten heen,
waar wijn in geweest is, en trachten
in leege flesschen nog te verzamelen
wat er over bleef. Wat soldaten, die
ondergebracht zijn in het gespaarde
stadhuis, kijken toe. Ik trachtte nog
wat van ze te vernemen omtrent de
aanleiding tot verwoesting, maar ik
zal beter doen geen vermoedens van
soldaten of inwoners weer te geven.
Ze spraken elkander lijnrecht, tegen
en het lijkt me dat boide partijen nog
niet recht weten wat er gebeurd is.
Van LeuveD naar Brussel is dc
weg weer gelijk aan vóór Leuven:
verbrande huizen hier en daar, vluch
telingen, soldaten en grafzerken langs
den weg. Ik zal de verdere beschrij
ving van mijn reis u per brief zenden,
maar ik moet u toch eerst nog zog-
j gen dat de toestand in Brussel me
I deed donken aan een lucht, waar
I ieder oogenbllk het onweer uit kan