HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Mededeeling aan onze abonné's!
GEMEENTERAAD VAN HELDER,
No. 4364
DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 31}. 45 0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 21 cent.
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. De Week.
2. Feuilleton enz.
Wij verzoeken onze abonnó's buiten
de gemeente beleefd het abonnements
geld over het derde kwartaal
uiterlijk Zaterdag 19 dezer
per postwissel toe te zenden.
DE UITGEVER.
op Dinsdag 15 Sept. 1914.
Voorzitter de heer W. J. van Neck,
loco-burgemeester.
Notulen worden niet aangeboden.
Van do Ingekomen stukken ver
melden wij
a. Verzoek van dé onderwijzeres
raoj. C. W. Govers-Vau Os om
ontslag tegen 1 November. Bij
acclamatie eervol verleend.
b. Verzoek om do gewone grati
ficatiën aan de wed. D. Visser
en Brederode. Bij acclamatie
verleend.
c. Adres van de Afdueling Hel
der van den Ned. R.K. Timmer-
liedonbond, betreffende het in
stellen van een tijdelijk werk-
loozenfonds.
De heer Verstegen vraagt
wanneer dit adres zou kunnen wor
den behandeld. Spr. zou willen, dat
de raad nu reeds besloot tot de in
stelling van zoo'n fonds. Later kan
deze zaak dan nader geregeld worden
door de. gemeente, doch de zaak is
nog al urgent. Hot schrijvon van
den minister over deze kwestie is
al eenige dagen in het bezit van het
college en dit heeft al kunnen nagaan
van welken invloed de instelling van
zoo'n fonds zou zijn op de financiën
der gemeente.
Na re- en dupliek wordt besloten
het adres onmiddellijk op te zenden
naar B. en W. en het in de eerst
volgende vergadering, die zeer spoedig
zal worden gehouden, te behandelen.
d. Verschillende andere, niet op
de agenda vermelde stukken
worden behandeld.
Thans is aan de orde:
Gebouwtjes vrije- en orde-oefeningen.
Advies om op het voorstel van den
heer Adriaanse, inzake het niet
maken van de gebouwtjes voor vrije-
en orde-oefeningen niet in te gaan.
De heer Ad r iaa n se licht zijn
voorstel nog nader toe en hoopt, dat
de Raad niet op het voorstel yanB.
en W. zal ingaan, met het oog op
tljdso mstandigheden
Het voorstel B. en W. wordt ver
worpen. Vóór de heeren De Geus,
De Ven en Van Neck.
Kantoor „Anna Cornelia".
Voorstel om uitstel te verleenen
inzake het bouwen van het kantoor
enz. voor den stoombootdienst van
de „Anna Cornelia".
B. en W. stellen voor het gevraagde
uitstel te verleenen.
De heer Bommel meent, dat
thans juist de gelegenheid gunstig
was, nu de dienst toch stilligt, het
kantoor af te breken en een nieuw te
bouwenook de heer Biersteker
spreekt in gelijken geest en vestigt
er de aandacht op, dat het een mooie
gelegenheid is om de werkeloosheid
te bestrijden. De gemeente moet zoo
veel mogelijk in de hand werken dat
werkeloosheid bestreden worde.
De Voorzitter zegt, dat de
voornaamste belemmering thans wel
is de moeielijkheid van aanvoer van
materialen. Bovendien gaat het toch
niet aan een particulier te noodzaken
ter wille yan de bestrijding der werke
loosheid een werk uit te doen voeren.
De heer Over de Linden meent
dat het met dien aanvoer van mate
rialen niet zoo erg is. Wat er voor
een nieuw kantoorgebouw noodig is,
i3 nog wel uit de stad te betrekken,
Ten slotte wordt het voorstel van
B. en W. aangenomen. Tegen stem
men de heeren Adriaanse, Hartsinck,
Bommel, Van der Ploeg, Biersteker,
Over de Linden en Verstegen.
Pensioenwet Gemeente-Ambtenaren.
Voorstel tot vaststelling van den
pensioensgrondslag van eenige ge
meenteambtenaren. Bij acclamatie
conform voorstel B.en W. vastgesteld.
Uitbetaling Salaris.
Voorstel voor de uitbetaling van
loonen en salarissen aan personen,
in dionst der gemeente en voor don
militairen dienst door de mobilisatie
opgeroepen.
Met algomeene stemmen wordt het
voorstel van B. en W.: om aan de
gehuwden 100 pCt., aan de ohgehuw-
den 50 pCt. uit te keeren na aftruk
van do soldijen welke in dienst go-
noten worden, aangenomen.
Salaris-regelingen.
Voorstel van de Commissie;
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders
Voorstel van den heer Over de
Linden.
Besloten wordt, op voorstel van
den Voorzitter, om, voor het
geval aan de verordening terugwer
kende kracht verleend wordt, die
terugwerkende kracht niet te doen
gelden voor hen, die op het oogenblik
van de vaststelling der verordening
niet meer in gemeentelijken dienst
zijn. Eveneens wordt besloten eerst
de verordening in overeenstemming
te doen zijn met do bestaande regeling
alvorens terugwerkende kracht ge
geven wordt,
Allereerst wordt behandeld het
adres van don heer Over de Linden.
Deze heer, hierover het woord ver
krijgende, zegt, dat hij alleen het oog
heeft gehad op hoofd-ambtenaren met
zelfstandigen werkkring in de ge-
De werkkring van den hoofd-com-
mies ter secretarie meent spr. gerust
te kunnen gelijkstellen met dien van
secretaris en in verband hiermee
oordeelt hij de verhooging tot op
f2500.- alleszins billijk. Spr. zet
verder uitvoerig zijn standpunt uiteen.
De heer Bommel zal het voor
stel Over de Linden steunen. Het
Advies-Bureau van den Nederl. Bond
Gemeente-Ambtenaren wil ook
dezen kant uit.
Aan de orde is thans allereerst de
salaiisregeling voor de lioofdkom-
raiezen. Het voorstel Over de Linden
om het salaris van don Hoofd-kom-
mies op f3100.— maximum te breu-
gen wordt verworpen. Vóór de heeren
Bommel, Boon, Over de Linden en
Van den Berg. Het voorstel van het
Dagelijkscli Bestuur: min. f1700.—,
max. f 2000. - wordt verworpen, dat
van de Commissie: min. f1800.—,
max. f2100.— aangenomen. Vóór
het voorstel van B. en W. stemmen
de drie wethouders.
Voorstel Over de Linden betroffen-
de de salaris regeling der kommiezen
(f2000.-) wordt verworpen. Vóór de
hoeren Boon, Over de Linden en
Bommel.
Voorstel B. en W. f1400.— tot
f1700.- wordt verworpen. Vóór de
hoeren De Geus, Harjer, De Ven,
Van den Burg, Terra en Van Neck.
Hiermee is het voorstel der Com
missie: f1500.— tot f 1SOO. aan
genomen.
Betreffende de adjunct-kommiezen
is het voorstel van B. en W. f 1000.
tot f 1400. De heer Van den
Berg kan zich niet met het stand
punt vereenigen om het minimum
salaris van den hoogeren rang gelijk
te doen zijn aan het maximum van
don volgenden, zooals hier het geval
is (f 1400. - voor de kommiezen mi
nimum, voor de adjunct-kommiezen
maximum).
De heer Biersteker merkt op,
dat de Commissie denzelfden gedach-
tengang heeft gehad. Eenige discus
sie ontstaat thans over de clausule,
dat de Commissie het aantal adjunct-
kommiezen facultatief wil stellen,
teneinde klerken, die twee jaar hun
maximum-salaris genieten en in het
bezit zijn van het diploma als ge
meente secretaris, te kunnen aan
stellen als adjunct-kommies. De heer
Biersteker zet nader uiteen, hoe
de commissie zich de zaak voorstelt.
De bedoeling is eventueel een klerk,
die voor eene benoeming tot adjunct
kommies in aanmerking zou kunnen
komen, als zoodanig te benoemen in
dien dit noodig wordt geoordeeld.
De V o o i' z i 11 e r daarentegen wil,
dat B. en W. in dat geval een voor
stel doen aan den Raad om het aan
tal adjunct-kommiezen uittebreiden.
Op verschillende opmerkingen, dat
zoodoende tenslotte slechts adjunct-
kommiezen zouden bestaan en geen
klerken, antwoordt de commissie dat
dit h.i. geen bezwaar oplevert.
De heer Verstegen meent,dat
B. en W. wat bang zijn om de ver
antwoording op zich te nemen van
die benoemingen en die te veel op
den Raad willen schuiven.
Ten opzichte van het salaris der
klerken is het voorstel der commis
sie eensluidend (f600.— f900.—)
met het amendement, dat een klerk,
die 2 jaar op zyn maximum is ge
weest, tot adjunct-kommies kan wor
den benoemd, ongeacht de vacature.
B. en W. stellen eveneens voor dit
te royeeren.
Het voorstel der comm. wordt aan
genomen. Tegen stemden de heeren
De Geus, Bok, De Ven, Van den Berg,
Terra en Van Neck.
Aangenomen wordt het voorstel
van de commissie voor de salaris
regeling van de boden ter secretarie,
nl. f700.f900.-.
Het salaris van den tweeden klerk
bij den gemeente-ontvanger wordt
conform het voorstel yan B. en W.
vastgesteld, insgelijks de regelingen
voor hot kantoor-personeel der be
lasting-controle, salaris gemeente
bouwmeester en toelagen aan den
opzichter Dokter en den inspecteur
van politie Muntinga.
Ten opzichte van do straatmakers,
handlangers en wegwerkers hand
haaft de Commissie haar eigen voor
stel. Het voorstel der Commissie
wordt aangenomen.
Aangenomen wordt het voorstel
van B. en W. om den eersten klerk
ter waterleiding een salaris te geven
van f800.— tot f1100. Eenige
discussie veroorzaakte dit voorstel,
omdat B. en W. voor het bezit van
diploma boekhouden f100.— meer
wilde geven, en den commissie, die
dit ook wilde, het maximum echter
bracht op f 1200. -daardoor dus met
diploma tot f1300.— komend.
De heer Grunwald vindt deze
regeling ten opzichte der uniformiteit
niet billijk. Do eerste klerk gasfabriek
hooft f1200.— on die van het bureau
waterleiding f1100.— en dat is niet
billijk. Spr. neemt het voorstel van
de commissie over.
Na re- en dupliek wordt, zooals
wij zeiden, het voorstel van B. en
W. ten slotte aangenomen. Vóór de
heeren Bok, De Ven, Van don Berg,
Krijnen, Hartsinck, Van Breda, De
Geus, Verfaille, Boon, Van Neck en
Terra.
Bij acclamatie wordt besloten dat
de verhooging van f100.- voor di
ploma bookhouden gelden zal voor
eiken ambtenaar van het administra
tieve personeel.
Voor den tweedon klerk waterlei
ding wordt de salarisregeling der
commissie aangenomen (f400.— tot
f800.—) met 11 tegen 10 stemmen.
Vóór de regeling van B. en W. stem
den de heeren Van den Berg, Oort-
gfjsen, Terra, Krijnen, Hartsinck, De
Geus, Verfaille, Boon, Van Neck en
De Ven.
Idem voor klerk-meteropnemor de
regeling der Commissie (f400.— tot
f800. Vóór de regeling van B. en
W. stemdon de heeren De Ven, Over
de Linden, Terra, Hartsinck, De Geus,
Boon en Van Neck.
De heer Harjer wil het salaris
van den fitter-voorman der water
leiding gelijkstellen met dat van don
baas der gasfabriek.
De heer Verstegen logt uit,
dat dit niet kan, dat deze regeling
past in een systeem, waarin alle
voorlieden geplaatst zijn in een salaris
van f 14.f 17. on dat het sy
steem ineen zou vallen als men dezen
voorman nu met den baas der gas
fabriek ging gelijkstellen. Beter zou
het dan zijn een andere functie te
scheppen.
De heer Harjer wil dat voor-
stollen.
De Voorzitter zegt, dat het
toch niot opgaat zoo maar een nieuwe
betrekking tc eregeren, die we in
afzienbaren tijd nog niet noodig
zullen nebben.
Na re- en dupliek wordt de vordere
regeling der salarissen bureau water
leiding goedgekeurd.
Bij acclamatie worden aangenomen
door B. en W. gemaakte rege
lingen voor de gemeente-reiniging,
waarbij de opzichter den titel van
directeur krijgt.
De regelingen van B. en W. voor
len, 2en klerk en incasseerder ter
gasfabriek worden verworpen en die
van de commissie aangenomen. Bij
acclamatie worden verder goedge
keurd de regelingen van B. on W.
inzake ambtenaren ter vischafslag,
voor de gemeente-vroedvrouwen,
terwijl voor den gemeen te-apotheker
de regeling der commissie wordt
aangenomen (f2200.— tot f2500.—).
Voor het Ziekenhuis wordt eveu-
eens de regeling van B. en W. aan
genomen. De heer Biersteker
protesteert tegen de gemaakte rege
ling door de Commissie voor het
Ziekenhuis, doch de bedoeling is ge
weest, zooals de heer K r ij n e n uit
eenzet, de leerling-verpleegsters, die
gediplomeerd worden, door eenigszina
hooger salaris eenigen tijd langer
hier te houden, totdat do volgende
categorie weer wat ouder is.
Deverordening is hiermee afge
handeld. Thans moet bepaald worden
wanneer do verhoogingen zullen in
gaan. Uitteraard veroorzaakt dit veel
discussie.
De heer Biersteker vindt het
moeilijk dit te bepalen, vooral in de
huidige tijdsomstandigheden. De vraag
doet zich thans voor: is op het oogen
blik de gemeente verantwoord de
verordening terugwerkende kracht
te geven tot 1 Januari 1914? De
commissie meent te mogen vast
houden aan het op de begrooting
1914 gevoteerde bedrag en wenschte
dat in geen geval te overschrijden.
De commissie kwam tot de conclusie
voor te stellen, wat het finantieele
gedeelte betreft, de terugwerkende
kracht te doen ingaan op 1 Juli 1914.
Met de regeling, zooals die thans is
aangenomen, is een bedrag gemoeid
van f 10000.— jaarlijks, het komt voor
een half jaar dus neer op een bedrag
van f5000.— en in den post onvoor
zien is f6000.— voor deze regeling
uitgetrokken. Administratief meent
de commissie de eerstvolgende ver
hooging te moeten doen geschieden
1 Januari 1916, en zoo vervolgens,
dan behoeft men niet telkens in den
loop van het jaar periodieke verhoo
gingen te maken, maar kan de zaak
bij de begrooting regelen.
De heer Bommel vindt dit niet
billijk. Bij het onderwijs is het ook
anders geregeld, waarom zou dat hier
niet kunnen
De heer Biersteker repliceert.
Het zijn hier tweejarige verhoogingen.
Meestal zijn ze om de drie jaar, en
nu zou een ambtenaar, die in.het
ongunstigste geval verkeert, bv.2 Jan.
in dienst der gemeente treedt, nog
geen driejaar moeten wachten op zijn
eerste periodieke verhooging.
De heer Terra vindt onder de
tegenwoordige omstandigheden het
niet verantwoord do verhoogingen
1 Juli te doen ingaan.
De heer Biersteker merkt op,
dat de commissie zelf niet meer wilde
uitgeven dan op de begrooting was
uitgetrokken en daarom haar oor
spronkelijk voorstel introk. Het zal
de vraag zijn of het geld er nog is,
maar dat is op het oogenblik de kwestie
niet. De commissie meende, dat de
uitgetrokken cijfers ook bereikbaar
zijn.
De heer de Ven legt uit, dat het
zeer goed gebeuren kan dat het geld
er niet meer is. De gasfabriek zal
niet opleveren wat men hiervan ver
wachtte. Steeds was dit bedrijf een
aardige post op de begrooting, maar
voor 1916 zal het oen tegenvaller
worden.
De heer Biersteker meent, dat
dit onjuist is. Tegenover den vermin
derden omzet dor gasfabriek staan
wel weer andere verhoogde uilgaven,
bv. de belastingen, die meer zullen
opbrengen. De commissie is absoluut
niet onvoorzichtig geweest bij haar
voorstel.
De heer de Geus stemt voor
terugwerking tot 1 Juli 1914. De
billijkheid brengt het mee tegenover
de ambtenarende Raad heeft zoolang
gewacht mot de behandeling van deze
salarisregeliug, tot we in den huidigen
toestand zijn geraakt en het gaat
niet aan de ambtenaren daarvan de
slachtoffers te maken. Al heel lang
hebben zij er op gerekend.
De Voorzitter meent, dat het
onder de huidige omstandigheden
eigenlijk heeleraaal niet verantwoord
is salarisverhooging te geven, en de
heer Grunwald sluit zich daarbij
aan. Spr. is vóór het voorstel Terra.
Naar aanleiding van deze „plato
nische liefdesverklaring" van den heer
Grunwald zegt de heer Verstegen,
een enkel woord. De heer Grunwald
draait zijn eigen kind den nek om.
Als het der commissie gelukt was
vóór 1 Augustus deze zaak afgehan
deld te hebben, was het een andere
zaak. De Raad heeft f 6000.— gevo
teerd, zelfs nog opgemerkt, dat het'
niet zoo erg was als dit bedrag
overschreden werd. Dat er een donkere
tijd komt, kan niemand thans met
zekerheid voorspellen, in elk geval
is het geen royale taktiek van het
D.B. de mogelijk komende slechte
tijden te exploiteeren.
De commissie heeft rekening ge
houden met de omstandigheden door
beneden het gevoteerde bedrag te
bl(jven.
Do heer Van den Berg merkt
op, dat de raming f6000.- is, en
dat thans voor een half jaar f 5000.—,
of f 10.000. voor een jaar gegeven
wordt, dat men dus f4000.- boven
de raming is. Spr. wil die f6000.—
thans bewaren voor mogelijke slechte
dagen.
Ook de heer Grunwald hand
haaft z(jne meening, dat de vooruit
zichten eerder zwart dan rooskleurig
zijn. Op zakengebied zullen we een
tijd tegemoetgaau zooals we nooit
beleefd hebben. Spr. ziet er niet tegen
op de begrooting 1915 te belasten,
maar laten we dan op 1914 trachten
een overschot te behouden.
Het voorstel der commissie: om
de regeling te doen ingaan met 1 Juli
1914, wordt aangenomen met 10
tegen 8 stemmen.
De heeren Van Brede en Van Neck
blijven buiten stemming.
De Voorzitter dankt de com
missie uit den Raad voor haar werk.
Bij rondvraag vestigt de heer De
Ven er de aandacht op, dat in het
Steuncomité herhaaldelijk gevraagd
wordt of de gemeente niet eens wat
doen kan ten opzichte van werkver
schaffing. Bijvoorbeeld door puin te
laten wegbrengen. Spr. zou een zeker
bedrag, b.v. f1000.— beschikbaar
gesteld willen zien,om dit, zoo noodig,
te gebruiken voor werkverschaffing.
Er zullen meer en meer menschen
komen, die geen werk hebben. Thans
gaat het nog vrij wel.
De heer Grunwald heeft met
belangstelling deze redeneering aan
gehoord, wil hierover echter eerst
advies van B. en W. Spr. vindt het
vreemd, dat ae heer De Ven thaos
met dit plan aan aankomt, doch
vermoedelijk is het eerst sinds kort
in het Steuncomité geopperd.
Verschillende leden dringen op
eene spoedige nieuwe vergadering
aan. De heer Biersteker vindt,
dat het niet aangaat, dat B. en W.
een crediet geven. Dat zal de Raad
moeten beslissen. De zaak is echter
van groot belang en deze kwestie en
die van het werkloozen fonds van
urgenten aard.
De Voorzitter zegt eene spoe
dige vergadering toe.
Daarna wordt de vergadering ge
sloten.
DE OORLOG.
De veldslag In Frankrijk.
Een correspondent van de Times
geeft in een brief van 11 dezer, ge
schreven op 8 K.M. ten Zuiden van
Provins, een levendige beschrijving
van den veldslag of de veldslagen,
zooals hij zegt, die in het rapport
van generaal French zijn geschetst.
Wij nemen er het volgende uit over,
de juistheid natuurlijk voor rekening
van den man van de Times latende.
Op het eind van de vorige week
(eindigende 5 September) werd het op
rukken van de Duitschers naar Parijs
met geweldige vaart voortgezet.
Drommen vluchtelingen stroomden
voor hen uit. Het was echter een
oprukken met hindernissen. De Fran-
schen en Fngelschen waren hun
voortdurend in den weg. Toen zij
bovendien wisten, dat de bondge-
nooten naar het Z.O. van Parijs waren
teruggetrokken, besloten de Duitschers
hen daar te volgen en eerst te om
singelen voor zij de stad aanvielen.
Het schijnt duidel(jb, dat zij de liuiën
der bondgenooten dachten te door
breken op een punt ten O. van het
bosch van Fontainebleau, en dat te
gelijkertijd het Fransche leger langs
de Ourcq, dicht bij de samenvloeiing
met de Ma me doorgebroken zou
worden. Het verbonden leger zou
dan iu tweeën (drieën?) gesplitst
zijn, het eene zou in wanorde in
Parijs zijn geworpen en het andere
in de open vlakte omsingeld worden.
Het leger van von Kluck stak de
Marne en de Grand Morin over naar
Sézanne en Provins. De Franschen
hadden op hun terugtocht wel de
bruggen vernield, maar de Duitschers
vonden weinig tegenstand. Trouwens
het lag (gelooft de correspondent)
niet in de bedoeling om hier wezen
lijk verzet te toonen. Integendeel
leidden de bondgenooten den vijand
regelrecht in de val. Zoo lokte En
gelsche ruiterij de Duitsche mijlen
ver. En de Duitschers dachten, dat
de Engelsche wegliepen!
Door hun vijanden verlokt en
overmoedig geworden rukte het Duit
sche leger naar Provins. Het kwam
zelfs tot Nogent. Maar niet verder.
Het plan van de bondgenooten was
nu volbracht. Het uur had geslagen.
Het land, waar zich de gevechten
hebben afgespeeld, bestaat uit hooge
bergvlakten, bosschen en rivieren
tusschen steile oevers. Het behoort
tot de mooiste streken van Frankrijk.
Vrijdag 4 September kan men zeg
gen, dat de strijd begon. In de buurt
van de Grand Morin vielen toen de
Engelschen de Duitschers aan, die
wat te vlug waren opgerukt, zoodat
de artillerie was achtergebleven. De
Engelschen maakten vele gevangenen.
Niettemin zetten de Duitschers Za
terdag 5 September hun tocht voort.
Eerst Zondagmorgen begon de groote
aanval op den kwetsbaren rechter
vleugel van de Duitschers, staande
in de buurt van Meaux, bij de samen
vloeiing van Ourcq en Marne. Tegelijk
begon de aanval elders, zoodat ineens
de strijd gaande was langs het heele
front: Meaux, Eaternay, Sézannt,
Vitry-le-Fran<;ois tot Verdun toe.
Het begon met het aanbreken van
den dag. In de streek van la Ferté
Gaucher begrepen de verbonden troe-
pon, dat zij daar tot het uiterste
stand moesten houden, opdat, de aan
val op Meaux veilig kon doorgaan.
En zij hielden stand.
Inmiddels was het in het Noord
oosten een geweldige kanonnade.
Zelfs toen de tegenstand in la Ferté
verzwakt was, duurde bij Meaux het
gevecht door, heel den nacht en
tot Maandag ver op den dag.
Het Duitsche geschutvuur in la
Ferté was hevig. Het kwam van de
heuvelen boven de Grand Morin. De
vuurlijn strekte zich uit tot Sézanne
in het O. en tot Vitry-le-Franqois.
De Duitsche kanonnen schijnen van
8 K.M. afstands groote uitwerking
te hebben gehad, terwyl het geschut
dat daartegenover stond op dien
langen afstand wat zwakker leek te
zijn. Gelukkig was het Duitsche vuur
niet zeer goed gericht.
De Franschen en Engelschen won
nen voet voor voet terrein, tot zij
den vijand aan het wijken brachten
en hem vlak op het lijf kwamen.
De soldaten moesten ingehouden
worden. Zij waren al te stoutmoedig.
Hot terugtrekken was uit. De aanval
begon. Allo man wou zich op den
vijand werpen.
Zondagavond begonnen de Duit
schers terug te trekken. Zij staken
de Grand Morin weer over en bowo
gen zich naar het plateau boven
Sézanne. De slag ging intusschen
woedend voort. Het was een sneeuw
storm van granaten, zei een soldaat.
Terwijl de vyand in liet Zuiden
terug werd geworpen, werden zij in
het Westen te Meaux en op de oevers
van de Ourcq fel aangevallen. Maandag
werd het gevecht om Meaux woest.
De Duitschers waren besloten hier
over de Marne te trekken, het leger
der bondgenooten uiteen te slaan en
zoo den weg naai' Parijs te openen.
Zij deden geweldige pogingen om
bruggen over do rivier te slaan. Het
zware geschut van de Franschen
bestreek echter de rivier. Keer op keer
trachten de Duitschers de pontons
in positie te brengen, maar een hagel
van granaten belette het telkens. Hun
verliëzen waren hier vreeselijk. Op
één punt werden aldus zestien po
gingen om een brug te leggen verijdeld.
Den laatsten keer stortten een menigte
soldaten in het water. Na den slag,
toen de vijand was weggetrokken,
lag de grond overal bezaaid met lijken
en stervenden. Het was een afschuwe
lijk gezicht.
Dien dag begonnen de Duitschers
langs de Ourcq en de Marne te wijken.
En merkwaardig was het, dat bij.
dien terugtocht hun geweervuur zeer
verslapte. Eens zijn zij 20 K.M. terug
gegaan zonder een enkel schot te
lossen. Z(j werden letterlijk gedeci
meerd. Eindelijk rekenden onze
mannen met hen af en vermeesterden
7 kanonnen, 2 mitrailleuses en maak
ten ongeveer 1000 gevangenen. Een
daarvan bekende, dat zij gebrek hadden
gehad aan schietvoorraad en bevel
hadden gekregen dien zooveel mogelijk
te sparen.
Maandag had ook een lievig gevecht
plaats aan de Ourcq, die hier in de
diepte tusschen hooge oevers stroomt.
Er werd veel e*n ook met de bajonet
gevochten. Een Franschman ver
meesterde een vaandel, in de „mélée".
„Ik zag een Duitschen luitenant
bij mij", zeide hij, „die het vaandel
vordedigde. Ik stormde met de bajonet
op hem af en hij viel, met zijn vaandel.
Voila! En toen trok het verschrikke
lijke regiment van Maagdenburg
terug."
Maandagavond was het leger van
generaal von Kluck van de Ourcq,
van de Marne en van de Grand Morin,
d.w.z. van Meaux af tot Sézanne,
teruggeworpen. De toestand was
ernstig en onmiddellijk moest men
de verbindingslijnen en den terug
tocht dekken.
Daarom werden snel versterkingen
naar het noorden, naar het gebied
van Meaux en naar de Ourcq gezon
den. Een geweldige poging werd ge
daan om den tegenstand van de
Franschen in dit gebied te breken.
De tweede poging aan de Ourcq
deelde het lot van de eerste. Gedurende
den geheelen nacht en een groot ge
deelte van Dinsdag bulderden de
groote Duitsche kanonnen langs de
rivier. De weerstand van de bond
genooten kon niet worden gebroken.
„Stand houden" was de order.
Terwijl de linie aan de Ourcq werd
behouden, droeg de worsteling tel^a
Ferte Gaucher en Sézanna, in de na
bijheid van welke plaats, zegt de
correspondent, ik mij had opgesteld,
ryte vruchten. De tegenstand van de
Duitschers op dezen Dinsdagmorgen
was gebroken. Ik had het nieuws
langs twee wegen: de kanonnen
zwegen, en de gewonden stroomden
naar de kwartieren terug, gewonden
die niet langer terneer waren geslagen,
doch vol vuur bleken en er naar
haakten in de vuurlinie terug to komen.
Dienzelfden dag, Dinsdag, behaalden
de Franschen in de buurt van Vitry
le-Framjois een mooie ovorwinning
en dreven ook de beroemde Duitsche
keizerlijke garde van Sézanne terug
naar de moerassen van St. Gond,
waar Napoleon een eeuw geleden een
van zijn laatste groote successen be
haalde. De hoofdmacht van de garde
trok ten Noorden van het moeras
voorbij, maar ik hoorde van mannen
en paarden, die wegzakten en om
kwamen. „'t Is onze wraak van 1814",
zeiden Fransche officieren. „Als nu
alleen de keizer hier maar was om
te zien." Het is hier zooals het elders
is: de schaduw van Napoleon blijft.
Dit groote gevecht is op zijn slag
velden, op het tooneel van zijn laatste,
misschien meest verbazende succes.
Blijkens een Reuterberichtuit Parijs
hebben de Duitschers bij hun over
haasten terugtocht een groote hoe
veelheid voorraden achtergelaten in
Lizy-sur-Ourcq. Die plaats was een
centrum van den dienst der inten
dance van het Duitsche leger.
Woensdag ging het Engelsche leger
voort op te trekken naar het Noor
den, zich van kanonnen en gevange
nen meester makende. De stroom
van deze gevangenen hield nachten
dag aan. Zij schijnen er zich over te
verwonderen, dat ze goed behandeld
worden. Zij kunnen blijkbaar niet
gelöoven, dat hun levens veilig zijn.
Den volgenden dag, Woensdag, be
vond ik mij in een nieuw Frankrijk.
Het goede nieuws is bekend gewor
den. Het is in de lucht, op de vleugels
van den wind een adem van hoop,
een heel volk versterkt. De ge
beurtenissen van Woensdag zullen
de wereld verbazen wanneer ze vol
ledig bekend zullen zijn. Ik weet bijv.
van een machtige charge van de
Turco's op dien dag en ik weet, dat
honderd van die woeste strijders twee
honderd Duitschers gevangen namen,
na een gevecht, dat beschreven wordt
als eon van de schrikkelijkste die er
tot dusver in dezen oorlog geleverd
zijn een kwestie van sabel en
bajonet. Ik weet ook van twee Duit
sche detachementen van zoowat dui
zend man elk, die, omsingeld zijnde,
weigerden zich over te geven en bij
kans tot den laatsten man uitgeroeid
zijn. Hulde aan hun moed!
De geweldige aanval, dien de bond
genooten Dinsdag langs de Ourcq
gedaan hebben, is dc inleiding ge
weest tot de gebeurtenissen van
Woensdag. De legermachten der ver
bondenen aan de Ourcq bij Meaux
en Sézanne knipten samen als de
bladen van een schaar, waarvan de
spil in de streek van de Grand Morin
lag. Zoo moesten de Duitschers naar
het Oosten terugwijken en de terug
tocht ontaardde weldra in een vlucht.
Er zijn kanonnen, schietvoorraad,
hospitaal-artikelen genomen en duizen
den gevangenen gemaakt. De taktiek
van Bergen en Charleroi is volkomen
gerechtvaardigd. Al deze dagen heeft
het gestortregend met harden wind,
waardoor de terugtocht der Duitschers
zeer bemoeilijkt moet zijn.
De Duitschers In Frankrijk.
Het Fransche gezantschap te
Gravenhage ontving het volgende
telegram
Bordeaux, 13 Sept., 7 u.40, Genoraal
Joffre bericht aan de regeering der
republiek, dat de overwinning der
verbonden legers steeds volmaakter
en schitterender blijkt te zijn. De in
vollen aftocht zijnde vijand gaat voort
talrijke gevangenen, zijn gewonden
en een groote hoeveelheid artillerie-
materieel, transporten en lastgoederen
achter te laten.
Op den linkervleugel zijn de ver
bonden troepen de aIbiio, stroomaf
waarts van Soissons, overgetrokken.
Valonciennes eu Amiens zijn reeds
door den vijand ontruimd.
In het centrum staan onze legers
ten noorden van de Marne, in de
Argonne. De vijand heeft Revigny
ontruimd en houdt nog stand te
Laimont..
In het oosten hebben w(j St. Dié,
Raon-1'Etape, Baccarat] en Lunóville
bezet.
Op dezo wijze ondernemen de ver
bonden' legers, na hun heldhaftig
optreden tijdens de vreeselijko worste
ling die van 5 tot 12 September
geduurd heeft, in de meest volmaakte
orde eene vervolging, die, door hare
uitgebreidheid en kracht, zonder
wedergade is in de militaire geschie
denis.
(w.g.) DELCASSK,
Minister van Buitenl. Zaken.
Parijs, 14 September. Parijs is
vandaag als vernieuwd. De druk die
door den dreigenden ernst der ge
beurtenissen sedert twee weken op
de stad lag, schijnt weggenomen.
Niet dat er snoeverij of uitgelaten
heid voor in de plaats is gekomen,
maar de inwoners van Parijs zien
er anders uit. Het normale Parijsche
leven, dat or zoo opgewekt, vlug en
vrooiyk uitziet, schijnt terug te
keeren.
Vandaag zijn er veel Duitsche
krijgsgevangenen door Parijs ge
trokken.
Berlijn, 15 Sept. (Hap.) Do oorlogs
correspondenten geven een uitvoerige
beschrijving van de verovering van
Maubeuge (uit welke beschrijving wij
alleen de bijzonderheden lich
ten Red.).
Er waren vier aanvalsfronten ge
vormd. De hoofdaanval richtte zich
tegen de noordoostelijke forten. Het
zware geschutvuur der Duitschers
ving aan op een afstand van 8 tot
10 K. M. De stukken bestonden uit
21 c.M. mortieren, verdragende kanon
nen met vlakbaanvuur, modern ge
schut met krombaanvuur en 42 c.M.
mortieren, versterkt door de Oosten-
rijksche 30.5 c.M- motor-mortierbat
terijen.
De aanvallende Duitsche troepen
waren veel minder talrijk dan de
verdedigers. De gepantserde trein
was in kórten tijd buiten werking
gesteld.
Eerst had er gedurende een dag
een beschieting met het geschut
plaats. Daarop werd de aanval met
de infanterie begonnen. De Duitsche
verliezen waren zeor gering.
Den Ssten September capituleerde
de vesting met 40.000 man, die
onmiddellijk naar 8 stations ter over
brouging naar de exercitie-terreinen
in Duitschland werden weggeleid.
Berlijn, 15 Sept. De Temps
van 6 Sept. bevat een merkwaardigen
brief over de correcte houding van
Duitsche troepen in Noord-Frankrijk.
Gouber, lid van den Raad van State,
uit Rouaan, die het gebied van het
Noorden en van het Nauw van Galais
in ambtelijke hoedanigheid heeft af-.
;ereisd, klaagt daarin over den over-
jlden uittocht van de burgerlijke
bevolking te Rouaan. Hij verklaart,
dat de Duitschers de daden, die uit
gemeld zijn, niot herhaald
hebben. Er zijn geen gebouwen in
brand gestoken en voor alle opvor
deringen van vleesch, brood enz. is
in contanten betaald. Toen de eige
naar van een fietsenwinkel afwezig
bleek, namen de Duitschers de drie
rijwielen, welke zij noodig hadden,
pas mee, nadat zij den burgemeester
opgezocht en dien een kwitantie ter
hand gesteld hadden. Scherp traden
de Duitschers slechts op tegen huizen
wier bewoners weg waren, want zij
zoeken overal proviand en worden
alleen boos, als men die verstopt of
die weigert te verstrekken. Aan
gaande het groote gebied van Noord-
Frankrijk verklaart Gouber, dat hij
moet erkennen, dat hy in deze streek,
welke hij bereisd heeft, geen klach
ten van de bevolking over de Duit
schers gehoord heeft.
De Duitsche soldaten in België
gedragen zich daar evenzoo zeg
gen do Duitschers - maar de hou
ding van de Belgische bevolking
heeft de Duitsche troepen tot tegen
maatregelen gedwongen.
Van het Oostelijk oorlogs-
tooneel.
Berlyn, 14 Sept. (W. B.) Bericht
uit het groote hoofdkwartier: Wij
zotten in het oosten de vernietiging
van liet Russische eerste leger voort.
Onze verliezen zijn betrekkelijk gering.
Het sterke leger van generaal von
Hindonburg is reeds aan de over
zijde van de grens.
Het gouvernement Soewalki is
onder Duitsch bestuur gesteld.
In Oost-Pruisen.
Berlijn, 14 Sept. (W. B.). De gene
rale staf bericht uit het hoofdkwar
tier: Generaal von Hindenburgseinde
den Keizer, dat het Wilna-leger, het
2de, 3de, 4de en 20ste legerkorpsen
de 3de en 4de reserve divisies bene
vens vijf cavalerie divisies in de op
den slag aan de Masurisclie meren
volgende vervolging geheel en al
werden verslagen.
Het reserve-leger van Grodno, het
22ste legerkorps, de rest van het 6e
irps, en gedeelten van het
Siberische legerkorps hebben vooral
in het gevecht b(j Lyck zware ver
liezen geledon aan dooden en ge
wonden.
Het aantal gevangenen neemt
steeds toe en er is buitengewoon veel
oorlogsbuit gemaakt. Bij een front
breedte van meer dan 100 K.M. en
marschen van somtijds 150 K,M. in
vier dagen met voortdurende gevech
ten langs het geheele front, kan
omtrent de hoeveelheid nog geen
juiste opgave worden gedaan.
Enkele dor Duitsche afdeelingen
hebben het zwaar te verantwoorden
gehad, de verliezen waren echter
slechts gering.
Het leger heeft over de geheele
linie gezegevierd tegen den hard
nekkig strijdenden, maar ten slotte
op de vlucht geslagen vijand.
Het leger is er trotsch op, dat een
keizerlijke priDs in zyn midden heeft
gestreden en zijn bloed vergoten.