De strijd in West-, Noord en Noordoost Frankrijk. Aan het Westelijk front. Parijs, 22 Sept. Het officieele com muniqué zegt: De Duitscliers legden gisteren over liet getieele front aan de Oise en in 'Woovre éen zekere bedrijvigheid aan den dag, zonder noemenswaardige resultaten te bereiken. Zij moesten aan den rechteroever van de Oiso wijken voor de aanvallen dor Franschen. In Woovre deden zij een heftigon aanval op de boven-Maas, zonder echter op do hoogvlakte vasten voet te verkrijgen. Wij maakten eergisteren vele ge vangenen. Berlijn, 22 September. De „Ber- liner Lokal Anzoiger" schrijft: „Du bewijzen, dat helDuitscbe leger thans tnssclren de Oise en de Maas tol het offensief is overgegaan, liggon voor de hand. Uit het hoofdkwartier wordt het oprukken der Duitscliers van Oraonne naar Craonelle gemeld, dat wil zeggen, dat de vestingachtïge stelling ten noorden vandeAisueen noordwestelijk van Reims is veroverd. Craonno was tot dusverre het noord- oostelijkste punt, hetwelk de Duit scliers bezetten. Van daar liep het Duitsche front in den aanvang naar een punt ten zuiden van Reims, tot liet meer achterwaarts verplaatst werd. Do woderinneming van Reims is blijkbaar een uitgemaakte zaak, ten eerste door de bestorming van het slot Brimont, en nu door het innemen van Bothényj 2% kilometer ten noor den van Reims. Het lot van deze stad zal nu wel reeds bezegeld zijn. Ook de aanval op Verdun maakt vorderingen, ofschoon de Frausche bezetting dit voor den reuzenslag hoogst bulangrljk steunpunt krachtig verdedigt. Verdun ontvangt geen sLcun van buiten en is dus op uit vallen harer eigen bezetting aange wezen. Van Fransche zijde. Het Franaclio gezantschap te 's öra- venhago deelt omtrent de krijgsver richtingen het volgende mede: Over hot gehoele front, van de Oiso tot Woevre, hebben de Duit- schors den 21sten een zekere bedrij vigheid aan den dag gelegd, zonder eenig resultaat van belangte bereiken. Ie. Op onzen linkervleugel, op den rechteroever van de Oise, heeft de vijand terrein verloren door de aan vallen van Fransche zijden. Tusschen de Oise en de Aisne is er geen ver andering in den toestand gekomen, daar de vijand, zich bepaald tot een langdurige beschieting uitzijn kanou- nen, geen ornstigen aanval heeft gedaan. In deze streek liep ons front over Lassigny, Ribecourt, Bailly, Fontonoy, Poeiy. 2e. In het centrum tusschen Reinis en Souair heeft de vijand een aan vallende beweging beproefd, die afge slagen is; tusschen Souain en de Argonne zijn wij iets gevorderd, tus schen Argoime en de Maas is de toestand onveranderd; in Woevre is de vijand lievig opgetreden en heeft Oringroy genomen. Anderdeels heeft hij de hoogten van de Maas aange vallen, zonder er zich te kunnen nestelen. 3e. Op onzen rechtervleugel, in Lotharingen, hebben de Duitscliers opnieuw de grens overschreden en hebben zij Nomony en Dolme opnieuw bezet. Don 20on en don 21en hebben wij 20 approviandeerings automobielen buit gemaakt en talrijke gevangenen gemaakt. De kathedraal van Reims. Londen, 23 September. Ward Price*), de correspondent van de Evening News en Daily Mail, heeft Dinsdag een tweede bezoek aan Reims gebracht Vele van de schoone beelden, welke den westelijken gevel versieren, zijn hoofdeloos. De klokketoren is inge vallen en de klokken zijn versmolten. Het is echter voornamelijk het schip, dat. geleden heeft, en herstel van het grootste gedeelte der beschadigde partijen schijnt mogelijk. Dertien van de 130 Duitsche ge wonden, die in de kathedraal lagen, zijn in do vlammen omgekomen, Er -was geen tijd om hen nog te red den. Nancy onder vuur. In oen correspondentiein de „Times" van 12 Sept. vinden we een beschrij ving van den strijd om Lunévilleen Nancy, na don. terugtocht van hot 9e Fransche legerkorps. De strijd om Lunévillowasontzettend, stapelslijken wezen de Duitsche posities aan. Maar toch trokken de Duitscliers voor waarts. Op 4 Sept. kreeg de Duitsche voorhoede voor het eerst voeling met de voorposten van de Fransche troepen voor Nancy. Den zesden nam de hoofdaanval een aanvang, welke den volgenden dag werd voorgezet in tegenwoordigheid van de keizer. De Duitsche compagnieën werden weggemaaid. Hun verliezen in deze twee dagen worden geschat op 20,000 man. De Duitschers bepaalden zich verder tot het nu en aan beschieten van de stad met zware artillerie. Volgons latere berichten is Luné- ville hernomen en zijn de Duitschers voor Nancy weggetrokken. Londen, 23 September. (Reuter). De „Daily Mail" publiceert een ongeda teerd telegram uit Frankrijk, waarin wordt gezegd, dat na een hevig ge vecht do Duitsche troepen tusschen St. Quentin en Péronne geweken zijn.' Volgens verhalen van gewonden is een uitgestrekt gebied tusschen beide sledo» geheel verwoest. De Duitschers verlieten Péronne vyf dagen geleden. Do Fransche troepen kregen last een sterke stelling iu te nemen. Zij trokken door een moeras en leden groote verliezen, doch gingen voor waarts. Na een gevecht van man Legen man in de loopgraven, reti- eerden de Duitschers, door de Fran- schen achtervolgd naar St. Quentin, waar het gevecht in de straten werd voortgezet, waarna de Duitschers nog een poging deden de stad te hernemen. ,JDo Fransche artillerie vernielde twee ti'Mnen gevuld met Duitsche onderatuunlngscioopen, welke 'zich tusschen Pérohne en St. Quentin bevonden. Toon begon een geweldig arlillerie- duol, noodig voor het verkrijgen van do noodige bewegingsvrijheid voor het slaan van pontonbruggen. De zware Duitsche artillerie werkte goed de Fransche zware veldartillerie was nog niet ter plaatse, zoodat de En- gelsche batterijen hot voornaamste werk deden en de latere operaties mogelijk maakte. De brugslag liad plaats in een hel van artillerie-, infanterie- en mitrail- lourvuur; en boven dezen vreeselijken strijd zweefden Engelsche en Fran sche vliegers om de plaats der Duit sche batterijen te verkennen. By het aanbreken van de nacht was de overgang geforceerd en de vijand gedwongen terug te trekken. Maar deze terugtocht beteekende nog lang geen overwinning voor de bond- genooteti. Den geheelen nacht zweef den de zoeklichten over de rivier en de omgeving, terwijl de beide strijd machten stelling uitzochten om do worsteling voort te zetten. Den volgenden dag groeven beide partijen zich in, terwijl zij nu en dan poogden in pai tieele gevechten den vijand te verdrijven, hetgeen echter tot geen resultaat leidde. Het werd duidelijker, 'dat de bond- genooten hier de hoofdmacht van generaal v. Kltick's leger tegenover zich hadden, dat zich verschanste in afwachting van versterkingen. Het was bewonderenswaardig zoo als de Duitschers zich hadden inge graven. Elke duimbreeds grond moest worden veroverd, en telkens werd weer de schop ter liand genomen. Den löen deed de vijand een krach tige poging ora door onze linies lrc-en te breken tusschen vic-sur-Aisne en Soissons, d. w. z. de Fransche en Biitsche troepen te scheiden. Deze voorwaartsohe stoot werd ingeleid door een verwoed artillerievuur, ge volgd door een oprukken van infan terie massa's met mitrailleurs. De worsteling duurde drie dagen en drie nachten, waarbij aanvallen en tegen aanvallen elkaar afwisselde. lil de loopgraven. Philip Gibbs, de correspondent vati dé „Daily Chron." zendt van Zaterdag 19 Sopt. een uitvoerige beschrijving aan zijn blad over den strijd in Frank rijk en over „het werk" der soldaten in de loopgraven. Hij verhaalt, dat hevige stormen woedden over de Britsche linie, dat zware regens de loopgraven onder water zetten en merkt dan op: Onze soldaten hadden in de beide laatste dagen den zwaarsten tijd sedert het begin van den oorlog. Hun zenuwen waren tot het uiterste gespannen. „Enkele oogenblikken voor ik dat schreef heb ik eenige van onze sol daten gesproken, die met een speciale opdracht, de loopgraven verlieten. Zij z[j zijn als lieden die in een folter kamer zijn geweest en onvergetelijke en onzegbare gruwelen hebben onder gaan. Met modder bedekt, hun gelaat besmeerd met een grauwachtige kleur, tot het gebeente verkleumd door den sclierpeu nachtwind, bibberend en klappertandend stonden ze daar. „Ik zou het niet graag gemist heb ben," zeide een van hen, „maar ik begeer zoo iets niet weer te beleven. Het is een hel in die loopgraven en de vijandelijke granaten vernielen je zenuwen". Zij schaamden zich niet te bekennen, dat zij door schrik en ontsteltenis waren aangegrepen' en als kinderen verheugden ze zich over hot geluk, dat zo uit de vuurlinie, uit do onder geloopen loopgraven waren wegge zonden ter escorteering van een offi cier. Eén soldaat was bespat met het bloed van een kameraad, die oenigo uren te voren door een granaat in stukken was geschenrd. De kolf van zijn eigen geweer was versplinterd door een granaatscherf. Hij had medelijden met hen die in de loopgraven bleven en niet zoo ge lukkig waren als hij. En zoo is het met al onze mannen, die vechten in den modder en het bloed langs de verschanste linie op de hoogten van Soissons. Zij doen het niet voorkomen, dat zo pleizier in hun werk hebben. Zij laten er zich in zeer leelijke woorden over uit. Maar ze erkennen ook, dat het moet gebeuren, dat ze het zullen doen. Niemand bluft |op zijn moed. Allen erkennen, dat ze een raar gevoel krijgen, als de Duitsche gra naten fluiten, maar, zegt do corres pondent, nooit in de Engelsche historie hebben onzo troepen met grooter heldenmoed zulk een doode- lyk vuur doorstaan, dan deze llinko vuilo jongens, die nu den Duitschen rechtervleugel tegenhouden en den vijand uit zijn verschanste 'posities terugdringen." Oe Indiërs in Frankrijk. Berlijn, 23 Sept. Do „Tribuna" verneemt uit Londen, dat 50,000 man Indische troepen te Marseille zijn aangekomen; zijwaven in de eerste week van Sept. te Bombuy ingescheept. Op hetWestelijk oorlogstooneel. De militaire medewerker van hot „Berlinor Tageblatt" schreef Dinsdag o.nr. het volgende over den militairen toestand in Frankrijk: Gelijk uit de mededeelingon van den .grooten generalen staf blijkt, was de voorwaartsohe beweging dor Franschen de laatste dagen reeds verlamd. Thans zien wij, dat het langdurige bewegingsgevecht plotse ling in een positiegevecht is ver anderd, zooals wij dat ook in de gevechten bij de Liaorïvier en bij Mockden in den Russisch-Japansohen oorlog hebben waargenomen, alsook in den Balkan oorlog aan de Tsjatald- zja-linio. De juistheid van deze uit legging blijkt te duidelijker hieruit, dat zoowel Fransche als Duitsche berichten denzelfden nadruk leggen op de sterkte der vijandelijke ver schansingen. Bij een aanval op derge lijke stellingen is het vooreerst noo dig een zwakke plaats uit te zookeu. Wat nu de posities van de beide legers betreft, zoo is die der Duit schers de gunstigste. Onze achter- waartsche verbindingen zijn zoodanig verkort, dat het mogelijk is ons reusachtig leger met alle noodige levens- en ooïlogsvoorraden te voor zien. Dit gevoel van materioele veilig heid is van» onherekenbaren iuvloed. In de langdurige gevechten zijn onze stellingen ook uit strategisch oog punt voordeelig. De vijand heeft thans twee rivieren aohter zich. Rivieren in den rug hebben zegt niets, zoo lang men zich zeker voelt van zijn succes. Ze oefenen echter een hoogst verontrustenden invloed uit zoodra dit gevoel van veiligheid be gint te wankelen. En dat dit in het Fransche leger hot geval is, kan worden opgemaakt uit de gedrukte stemming in de Fransche pers. Wordt het Fransche leger nu door het Duitsche gedwongen op Parijs terug te trekken, dan moet het onder de oogen en onder het geschut van hun versterkte tegenstanders de Aisne en Marne passeeren. Beide rivieren zijn door de voortdurende regens sterk gewassen. De Franschen hebben dus het- vooruitzicht, als zij verslagen worden, in lange colonnes over de bruggen te moeten trekken. Een inwoner van Crepy-eu-Valois heeft een dagboek gehouden van de gebeurtenissen der laatste weken in het stadje. Het zijn veelbewogen tijden geweest, zooals uit het volgen de citaat blijkt: 30 Aug. De Engelschen trekken door de stad. Zij zijn 10.000 man sterk. 31 Aug. Er wórden Fransche ge- wondon binnengebracht. 1 Sept. Een kanönnade. Komst van uhlanen en Duitsche wielrijders-pa trouilles. Duitsche vliegtuigen laten een bom vallen. De autoriteiten en de meerderheid der inwoners vluch ten. V^n de 5200 blijven er maar 1400. 2 Sept. Aankomst van Duitsche troepen in goede orde en fïisch. De Duitsche generaal begeeft zich naar het stadhuis, commandeert verschei den zaken op, en dreigt mot een boete van 50.000 gulden per dag bij te late aflevering van het opgecominandeer- de. Hij laat 10 personen als gijzelaars gevangen nemen, die van 10 uur 's avonds tot 8 uur 's ochtends wor den gevangen gehouden. Er wordt stelselmatig geplunderd. 3 Sept. Voortdurend trekken Duit sche troepen door. Twee huizon in brand gestoken. •1 Sept. De Duitschors zijn door. Geluid van schieten bij Nariteiril. 5 Sept. De Duitsehors koeren terug. Nieuwe plunderingen. 6 Sept. Geluid van schieten. Be wegingen der troepen onzeker. 7 Sept. Een Duitsc.h.vliegtuig boven de stad; laat een bom vallen opeen fabrieksgebouw, dat tot hospitaal is ingericht. Om half tien komt een patrouille Frausche huzaren opzetten. Om vier uur wordt i bij 't station een Duitsclr vliegtuig naar beneden geschoten. In hetzelfde uur laten de Fransche huzaren op een open plek bij 't station 5000 granaat kar tetsen ontploffen, die door du Duitscliers waren achtergelaten. 8 Sept. Weer schieten bij Nantcuil* Een Duitsch vliegtuig raakt in brand en valt bij Feignïes. 9 Sept. Het vuren komt dichterbij. De Fransche huzaren trekken af. 's Middags keeren de Duitschers terug. Nieuwe plundering. 10 Sept. De Duitscliers vernielen de Senlis-brug en trekken af in do richting van Coniplègne. Zij schijnen uitgeput, 's Middags komen de Fran schen terug. 11 Sept. Een trein dor Fransche genisten komt aan. 12 Sept. Voortdurend trokken Fransche en Engelsche troepen door. FRANKRIJK. Junius, de bekende onbekende me dewerker van de Echo de Paris, die daarin dagelijks zijn „billet" schrijft men zegt wel dat zich achter den naam „Junius" éen groep oud-diplo maten verschuilt - heeft in dat blad een poos geleden een wel zeer „roman tisch" aandoenden brief gepubliceerd van een Fransche vrouw aan een Duitsche. Junius verzekert echter op zijn woord, dat men hier met een eclit stuk te doen heeft. Hy weet wie, den brief geschreven heeft en aan wie hij gericht is. Do brief luidt als volgt Mevrouw Mulb..., te Berlijn. Mevrouw, „Uw zoon ligt zwaar gekwetst in het hospitaal te Dax. Slechts met de uiterste, toegewijde zorg kan hij ge red worden en van mij, die in deze oorlogsdagen gekwetsten help ver plegen, hangt het loven van uw kind af. Gedurende de lange nachtwaken, die ik, wegens zijn ernstigen toestand aan zijn bed doorbreng, kwelt mij een'vreeselijke gedachte. Mijn eigen zoon was op het slagveld licht ge wond en hij is op lafhartige wijze met een revolverschot door een land genoot van u, door uw zoon misschien wel, afgemaakt.... Ik ben geen hei lige, ik kan wraak nemen. Vanavond zal een rnorphine-inspuiting gerech tigheid doen en nu zend ik u het laatste vaarwel van uw kind. L. A. honorair verpleegster van het Roode Kruis. P.s. Mevrouw, uw zoon is gered en zal u over twee weken teruggegeven worden. Ik heb u een minuut de ontroostbare uren willen laten door leven, die voortaan myn heele leven zullen zijn. Uit mijn hart van Fran sche vrouw heb ik het geloof in God en het medelijden geput, dat uw ras, helaas, nipt kent." N. R. Ct. De nieuwe springstof. Do Parijsche „Matin" deelt èen oir ander mede omtrent de ontzettende werking vau dc nieuwe bij liet Fransche leger in gebruik zijnde springstof turpin. Het explosief werd gebruikt tegenover een verraste Duit sche compagnie. De naaste omgeving zag eruit of een vulkaanuitbarsting gewoed had. Twee soldaten stonden dood, recht overeind. Twee hielden nog speelkaarten in de hand. 61 waren dood" gebleven zonder wonden. Geen bloeddruppel was aan hunne lijken zichtbaar. Do stof overtreft In werking, zelfs hot meliniet. Aan de Russische grens. Petersburg, 22 Sept. (Telegraaf agentuur.) De Russische troepen be zetten de versterkte stelling Jaroslaw, een belangrijk spoorweg-kruispunt. De inneming van Jaroslaw is boven dien van groot gewicht, daar zij de Russen in hel bezit stelt van eun der voornaamste bruggen over de Sau. De Russische vlag wappert thans over de stad. (Jaroslaw is de hoofdstad vau een Galieisch district van 'donzelfden naam. Het heeft ongeveer 25.000 in woners. Het is gelegen aan de spoor wegen Rzeszow—Lemberg en Jaros law—Sokal. De stad is een belanrljk industrie-centrum, vooral voor katoen en linnen- weverijen.) De bezetting van Jiroslau. De vermeestering va* de vesting Jaroslau, in Galicic, door de Russen is van groot strategisch belang. De vesting beheerscht dc-n noordelijksten spoorweg die van Lemberg naar Kra- kau loopt. De val vau Jaroslau stelt nu de Russen in staat op te rukken met achterlating van een observatie- leger voor Przomysl. De zuidelijkste spoorweg van Lemberg naar Krakau via Sambor is reeds grootendoels in handen van de Russen en over en kele dagen verwacht men, dat zij hun troepen langs beide lijnen voorbij Przemysl naar Krakau zullen kunnen zenden. Deze krijgsverrichting zal Przemysl met zijn ontzaglijke verdedigings werken en zijn garnizoen van 80,000 man, in afwachting van de geregelde belegering, „maskeeren". De vier verstrooide corpsen van generaal Auffenberg's leger moeten nog in de buurt van Przemysl staan. De andere Oostenrijksche legers trek ken blijkbaar op Krakau terug. Volgens berichten uit Russische bron worden de voornaamste punten aan don spoor weg naar Krakau ver sterkt. De „Vorwarts" geschorst. Dc „Vorwarts" kwaru Dinsdag, in stede van met haar gewone uitgave, niet een bulletin uit, waarin het blad aan zijn lezers mededeelde, dat zijn verschijning op bevel van het oppercommando in de Mark, d.d. 21 September, gedurende drie dagen verboden was. De reden wordt er nicl. bij vermeld. Drie Britsche kruisers door Duitsche onderzeeërs tot zinken gebracht. Men meldt uil Rotterdam: Dinsdagavond, ongeveer 10 uur, is in zijn ligplaats aa:i de kranen van Thomson's havenbedrijf in de Maas haven aangekomen het stoomschip „Titan" van de Koninklijke .Neder- landschc Stoomvaart-Maatschappij en thans in de vaart tusschen Rotterdam en Leith. Het stoomschip is Zondag morgen van liöith naar Rotterdam vertrokken. Des morgens 7.50 zag dc gezag voerder aan de kim een drietal oor logsbooten, welke hij, na een kwartier te hebben doorgestoomd, een voor een zag zinken. Eerst om 9.20 was het stoomschip aangekomen op de plaats waar oogenschijnlijk een drama was afgespeeld. HeL was op 52° 23 N. 3° 36' O. Het schip voup toen tusschen wrakstukken en een ontzaggelijk aan tal schipbreukelingen. Onmiddellijk werden de twee boo ten buiten boord gezet en te water gelaten, waarmede twee reizen wer den gedaan. Ook kwamen ^verschei dene van de drenkelingen naar de „Titan" zwemmen', die met touwen en haken binnenboord werden gehaald. Op deze wijze kreeg 't stoomschip 114 schipbreukelingen, onder wie zich ook de commandant van een der Engelsche oorlogsschepen bevond. De bevelhebber stelde zich aan den gezag voerder van de „Titan" als zoodanig voor. Distinctieven had hij niet, daar hij in ondergoed gekleed was. De booten van de „Titan" gingen nog Yoor een derde maal uit, maar konden toen geen levenden meer oppikken. Om 11.45 zette de „Titan" daarop koers naar den Hoek van Holland. Eerst daarna kwamen Engelsche torpedobooten opzetten, die echter niemand meer kon redden. Om 12.40 werd de „Titan" achteropgestoomd door de Engelsche torpedoboot „Luci fer", die bereid was de geredde schipbreukelingen weerover tenemen. Van de 114, waaronder 5 dooden, bleken 89 bereid aan de roepstem gevolg te geven. De overigen, de helft licht gewond, hetzij half versuft dooi den langetl tijd dien zij in het water- hadden doorgebracht, wilden niet overstappen en werden meegenomen door de „Titan", die den luguberen last echter niet naar Rotterdam bracht, doch te Hoek van Holland aan land zette. De 5 dooden zijn daar opgenomen in de loods der Holland- Amerika-lljn, 3 zwaar gewonden in de inrichting van het R.-IC. Patronaat en de licht gewonden en validen in het fort. De opvarenden van de „Titan" hoorden van de schipbreukelingen, dat de drie groote kruisers waren getorpedeerd door verscheidene Duit sche duikbooten. Zij zeiven hebben er maar twee gezien. Er was geen tijd om alles van de wrakstukken op te visschen, alleen had de „Titan" een reddingsboei, gemerkt „Dhes Cressy", aan boord. De opvarenden van de „Titan", die betrekkelijk van zoo dichtbij getuige waren geweest van de gruwelen van den zeeoorlog, waren zoor onder den indruk van het ondorvondetfe. De geredde schepelingen. Alle te lJmuiden aangebrachte ge redden van de drie gezonken Engel sche kruisers vertrokken gistermor gen met een speciaal voor zulk doel ingerichten trein naar Amsterdam, in afwachting van hun plaats van bestemming. Het gerucht als zou een matroos te lJmuiden overleden zijn, is beslist onjuist. Aileeu is bedoelde matroos zwaar ziek. De gewonden worden voorloopig te lJmuiden verpleegd in' het Roode-Kruisgebouw. Omstreeks tien uur kwam de extra- troin met de Engelsche geredden aan het Centraalstation to Amsterdam aan. Het eerste perron, waar de trein arriveerde, was over een grooten afstand door politie en militairen af gezet en ook liet tweede perron was gedeeltelijk voor het publiek afgeslo ten. Op het eerste perron bevond zich o.a. de Engelsche vice-consul te Amsterdam, de heer Labarre. Toen de trein had stilgehouden, kwamen dadelijk do koppen der En gelsche geredden te voorschijn. Uit stappen was verboden. De meeste droegen nieuwe sportpetten, die hun te lJmuiden waren verstrekt. Heel wat matrozen droegen nog hun blauwe uniform met de blauw-en-wit ge streepte trui, anderen weer waren to LJmuiden van oliepakken en oliejas- sen voorzien. Slechts een enkele Engelsche witte officierspet kwam uit de portierraampjes te voorschijn. In het geheel vervoerde de trein 28 officieren en 243 minderen; zij werden begeleid door een detachement in fan terie onder bevel van den 2en luite nant W. J. Lam bert. In elk compar timent was een Hollandsch militair geplaatst. De geredden schenen over het alge meen zeer vroolijk en welgemoed te zijnsoms kwamen drie, vier lachende koppen boven elkaar uit de portier raampjes te voorschijn, dankbare objecten voor een photograaf, die eenige „kiekjes" maakte. „Put it in tbe Mirror and teil 'em we are happy 1" riep een der schepelingen hem toe, toen de photograaf weer. een „snap shot" gemaakt had. Een ander „saïlor", een dikke boy met een blozend, glunder gezicht, had blijkbaar bijzonder veel schik. Hij vertelde, dat hij in een der booten van de „Cressy" was geweest om de opvarenden van de andere schepen te redden, toen ook zijn schip tot zinken was gebracht, maar niet voor dat de „Cressy" twee Duitsche onder zeeërs tot zinken had gebracht. De Engelsche vice-consul ging langs den trein om de lijst van dc namen dor geredden aan te vullen. En in middels werden de geredden op si garen onthaald door den heer Bakels van de Premier Stores en zorgde een ander, de heer Paton Walsh, een te Amsterdam wonend Engelschman, dat koffie en chocoladereepen weiden uitgedeeld. De vice-consul zorgde er bovendien voor, dat degenen, die gold wenschten, daarvan tegen requ worden voorzien. Ongeveer een uur bleef de trein aan liet Centraalstation staan. Toen werd beslist, dat de geredden via A mos fooi I, gebracht zouden worden naar Gaasterland, om er to worden geïnterneerd. Kolonel Schott, de plaatselijke com mandant, kwam dit besluit 'officieel aan den luitenant van het bogolei- dinga-detaclieniont meededen. „Portieren sluiten", gelastte stati onschef Krapels en even later stoomde de trein langzaam het station uit. En toen schalde er plotseling onder de statiorrskap een daverend gejuich op, aangeheven door do menigte op de perrons. Zwaaiend niet hun petten en wui vend, beantwoordden (le. Engelschen deze ovatie met een telkens herhaald krachtig „hip iiip hip hurrah!", dat klonk zoolang do trein door hel sla tion reed. Buiten het station had zich een groote menigte opgesteld, die teleur gesteld werd in de verwachting iets van do Engelsche geredden te zullen zien. Do Britsche kapitein ter zee Nichol- son, commandant van de „Ilogue", heeft gisteren in Den Haag eon bezoek gebracht aan den Engelschen gezant om rapport uit te brengen over den ondergang der drie kruisers. Londen, 23 Sept. Dertig Engelsche officieren, die niet verwond werden en gered zijn, kwamen to Harwich aan. Daar zij geen tijd hadden gehad kleuren aan te trekken, war en zij in chalos, zakken enz. gewikkeld. Londen, 23 Sept. Tachtig overle venden zijn te Harwich öntscheopt. Men schat het totaal aantal gered den op zevenhonderd. Londen, 23 Sept. De te Harwich aangekomen overlevenden verklaren, dat de onderzeesche aanval plaats had op een punt, dat nog onlangs nauw keurig verkend was. Zij zeggen tegelegenbr tijd behoor lijk revanche te zullen nemen. Londen, 23 Sept. De Britsche zee ramp maaktdiepen indruk te Chatham, daar alle drie de schepen behoorden tot het-Noordzee-commando. Van de bemanning behoort een groot gedeel te tot de reserve. De familie der op varenden wacht met angst en onge duld naar nadere berichten. De toestand op zee. De Engelsche bladen mogen gelijk hebben, als zij zeggen, dat vernieti ging van drie kruisers, den alge- meenen krijgskundigen toestand op zee niet wijzigt, dit wapenfeit zal toch niet nalaten grooten indruk te maken, vooral in Duitschland, waar- het publiek, verwend door een reeks van voor de Duitschers gunstige be richten, die den aanvankelijk snellen opmarsch van het Duitsche leger in Frankrijk begeleidde, nadat die op marsch tot stilstand was gekomen, op het gebied van de overwiunings- berichten zijn geduld op een zwaren proef zag gesteld. Nu is er dan nieuws van de vloot. De Duitsche vloot had eerst in de baai van Kiel liggen wachten, of de Engelsche haar zou aanvallen. Een gevecht bij Helgoland liep voor de Duitschers niet goed af en kostte de vloot drie kleine kruisers. Een aanval met onderzeebooten in de Noordzee had evenmin succes gehad. Maar nu hebben dan toch eenige onderzeebooten (hoeveel liet er zijn geweest staat nog niot vast, één bericht spreekt slechts van een torpedoboot) de Engelsche vloot een gevoelige slag toegebracht door drie kruisers van aanmerkelijken tonnen- maat in de Noordzee op te zoeken, te verrassen en tot zinken te brengen. Hot slagen van deze koene onder neming zal, dunkt ons, in Duitschland het vertrouwen in de vloot versterken en het besef verlevendigen, dat die vloot, hoe zwak ook in verhouding tot de voreenigde Engelsche en Fran sche .vloten, toch niet zal kunnen worden vernietigd zonder dat do vijand menige veer heeft gelaten. PLAATSELIJK NIEUWS. De opperbevelhebber van leger en vloot, goneraal-majoor 0. J. Snij ders, is gisterenavond, mot eenige officieren vair z(jn stal', in onze ge meente gearriveerd, teneinde een bezoek te brengen aan de stelling den Helder. Zijne Excellentie is af gestapt in hótel den Burg. Heldersohe Winkeliers-Vereeniglng. Op uitnoodiging jvan de Heldersche Winkeliers-Vereeniging hield de heer M. H. G. Th. Fiedeldy Dop gisteren avond een lezing over een midden- standscredietbank. In de zaal van Tivoli was een aan tal middenstanders aanwezig, die te 8 uur door den Voorzitter der ver- oeniging, den heer H. C. M, Nypels, werden welkom geheeten. De heer Nypels releveerde het feit, dat de spreker van dezen avond den stoot gegeven had tot de oprichting inder tijd van de vereeniging en heette hem opnieuw welkom. De heer Fiedeldy Dop, hierop het woord verkrijgende, uitte zijne blijd schap over het groeien van zijn gees teskind, dat thans opgegroeid was tot een stevigen uit de kluiten ge wassen knaap. Niets zou spr. aange namer zijn dan over eenigen tyd het grootvaderschap te mogen waarne men over de nieuwe vrucht van de Credietbank. De kwestie van een Middenstands- Credietbank, zoo begon spr., voert ons terug naar de eerste dagen der- mobilisatie, toen ailerwege een paniek ontstond in ons land. Niemand onzer had ooit iets dergelijks meegemaakt zij die uit dén oorlog van 1870—'71 zich de feiten nog herinneren, con- stateeren dat het toen kinderspel was bij thans. De middenstand heeft een zeer ruim aandeel gehad in de verstoring van het bedrijfslevende clientèle hield het geld onder zich, zoodat de middenstander niet de be schikking had over voldoende con tanten, en anderzijds eischtcn de fabrikanten en grossiers contante be taling. Zeer zeker hebben ook de midden standers zei ven meegeholpen om den toestand te verergeren, maar inder daad was de toestand erg. Nooit kwam sterker uit, dan nu, hoezeer de middenstand gebaat ware geweest door een degelijk georganiseerd cre- dietwezen. Geen wonder dat hy bij de Regeering aandrong op éen mo ratorium. Maar de Regeering oor deelde dit wijselijk niet noodig; de toestand ware daarmee niet verbe terd, slechts de crisis eenigen tijd verschoven. Spr.'staat stil bij do in die dagen aangewende pogingen, voornamelijk van hot syndicaat voor den geld handel. Uitteraard waren daar andere belangen le behandelen dan die van den middenstand, en de Regeering heeft dat begrepen en heeft harer zijds medewerking toegezegd waar- behoefte bleek te bestaan. Toen zijn op verschillende vergaderingen po gingen gedaan een bank op te rich ten voor den middenstand, die tevens een crodiet-instelling zou moeten zijn. Ook werd een Algemeene Centrale opgericht.. Zonder moeite is een en ander niet gegaau; de medewerking van de Nederlandsche Bank, van de Regeering en de Vereeniging voor den geldhandel maakte dat deugde lijke eischen van soliditeit gestold werdon. Toen ontstond de vraaghoe moe ten nu de plaatselijke banken wer ken Net als bv. de Boerenleenban ken is niet wenschelljk, omdat de toestand' in den landbouw anders is dan in den middenstand. De boer en leenbanken zijn opgericht op coöpe ratieven grondslag met onbeperkte aansprakelijkheid van de leden. Dit moot men zich niet erger voorstel len dan het is; de praktijk bewees dat die onbeperkte aansprakelijkheid geen beletsel vormt en niet bezwa rend is. Maar in dien vorm als de boerenleenbanken vormt een crediet bank een bezwaar voor den midden stand. Tusschen beide bedrijven is het verschil te groot. In den land bouw zijn dikwijls vrij groote kapitaj leu noodig; waartegenover een ge" ring bedrag'aan instaande posten etc. staatin den middenstand daarentegen heeft men vaak behoefte aan veel klein kapitaal, terwijl het vaste ka pitaal op allerlei wfjzen onder de clientèle versnipperd is. Daarom is hier een bank met onbeperkte aan sprakelijkheid niet wenschelijk. Spr. toont aan, waarom dit minder wen schelijk is. De groote moeielykheid nu was de vorm van oprichting; eenerzljds werd soliditeit geëischt, terwijl aan den anderen kant de aansprakelijk heid der aandeelhouders en crediet- nemers niet te zwaar mocht druk ken. Men heeft er nu dit op gevon den, dat men een N. V. heeft opge richt met verschillende aandeelen. Daarop moet 20 'worden gestort, zoodat een middenstander die f 20 stort, voor f 100 aandeelhouder wordt. Nu is 20 niet voldoende voor be hoorlijke soliditeit tegenover derden. Wat is nu logischer dan dat men de aansprakelijkheid voor den cre- dietnemer heeft bepaald eveneens op 20 Ieder credietnemer is dus voor 20 °/o aansprakelijk in de even- tueele verliezen der Bank. Hoe komt nu een bank te staan tegenover de geldmarkt De Amster- damsche b.v. heeft f 100.000 kapitaal en kan nu bij de Algemeene Cen trale 5 X dit bedrag aan crediet krijgen. Als die bank nu het gansche crediet heeft uitstaan, heeft zij de beschikking over f 100.000 20% van f500.000 ook f 100.000, te zamen dus over f200.000 kapitaal. Uitvoerig-zet spr. de werking van zoo'n bank verder uiteen, en toont aan dat zij in eigen beheer moet blijven van den Middenstand. Com missarissen zijn zelf aandeelhouders, bij eventueel wanbeheer zouden zij zelf moeten bijpassen. Men moet na tuurlijk over vakkundige voorlichting beschikken, in verbinding staan met de Algemeene Centrale, die contröle oefent en voorlichting geeft. Do kwestie van de rente is bijzaak. Wat maakt 4% meer of minder uit, waar de hoofdzaak is het verstrek ken van crediet. Men heeft bepaald dat niot meer dan 5% uitgekeerd wordt; het meerdere komt in het reserve fonds. Want dat is de eerste en voornaamste èisch: het vormon van reserve. Hoe hooger reserve hoe beter: do Algemeene Ceutrale ver leent crediet tot ten hoogste het vijf voud van het kapitaal en lie'. vijfvoud van de reserve. In do Algemeene Centrale komen de Centrale Banken, in de Centrale de plaatselijke banken samen. Daar door krijgt men betere samenwerking en uitteraard kunnen de Centrale Banken geen plaatselijke connecties aanbrengen. De plaatselijke bank, aangesloten bij de Centrale, discon teert daar haar papier en neemt aan deelen, waarop zij 20% stort. Op haar beurt betaalt de Centrale aan de Algemeene Centrale ook 20% van het aandeel, in beide gevallen kunnen zij het vijfvoud als crediet krijgen. Dertien jaar lang is door den Mid denstand geroepen om regeling van zijn credietwezen. De gelegenheid is er nu, de Regeering steunt de zaak, laat men dus de gelegenheid aan grijpen. Spr. wekte op tot handelenstraks zal gelegenheid zijn zich optegeven voor een of meer aandeelen. Eenige vragen werden gesteld. 0.a. deze of de 80% die niet gestort wor den, later vrijwillig bijgepast kunnen worden dan wel of men verplicht is het aandeelen-kapitaal vol te storten. Bij goed beheer heeft de bank aan de 20% voldoende, antwoordt spr. En de middenstand heeft dit zelf in zijn macht. En als er gesuppleerd moest wprden, zou dat toch nooit meer dan een paar percent kunnen zijn. Nog enkele andere vragen werden beantwoord; gevraagd wordt of men op goederen of op uitstaande reke ningen geld kan krijgen, en de spr. geeft eenige wijzen aan waarop dat z. i. zou kunnen, hoewel dit afhangt van plaatselijke omstandigheden. Juist voor vele kleine credieten kan tle bank goed werken. De bedoeling is volstrekt niet tegen eene bankinstel ling te concurreeren; maar juist voor- die kleine credieten, van eenige hon derden guldens, is uitteraard eene bank niet het aangewezen lichaam, omdat haar dat te bezwaarlijk is. Staande de vergadering werd voor fSOOO aandeelen-kapitaal geteekend. Zoo spoedig mogelijk zal het Bestuur de noodige stappen doen om tot de oprichting van een bank te komen. Met een woord van dank aan spr en hoorders werd de vergadering gesloten. - In aansluiting en wellicht tol verduidelijking van de in dit blad voorkomende advertentie, verzoekt men ons mede te deelen, dat zich reeds vele dames, hoeren en gezel schappen bereid hebben verklaard hunne krachten te willen geven ter- veraangenaming of ten nutte van de hier gelegerde troepen. Wanneer de mannen den geheelen dag Hink ge werkt of geoefend hebben, wanneer- hun wachtbeurt voorhij Is en.zij hebben dan nog geen slaap,dan willen zij zich, ieder naar hun smaak of hunne ontwikkeling ontspannen. Dankbaar wordt het aanbod aanvaard van dames of heeren, die voordrachten of lezingen op allerlei gebied wen-, schen te houden, van muziek- of, zanggezelschappen die concerten or- ganiseeren, van spel-, koor-of orkest leiders. Doch om elkander niet met tijd of plaats te hinderen, om liet hoogste succes van deze aanbiedingen Le hebben, moet er voor de leiding een centraaloomite zijn. Dit comité nu zetelt op het bureel van den plaatselijken commandant, wien dooi den commandant der stelling de regeling van een en ander is op gedragen. Alle opgaven worden door dit comité geboekt en tot een geregelde agenda verwerkt, die later zal worden gepubliceerd of ten minste worden bekend gemaakt aan de personen en corporatiön, die zich hebben opge geven. Mocht dus nog iemand geen antwoord op hare of zijne aanbieding ontvangen, dan behoeft dit geen aan leiding te zijn om te vermeenen dat men genegeerd wordt, maar men zij overtuigd: „er wordt aan gewerkt". Zooeven wordt nog bericht dat de Hollandsche Maatschappij voor Land bouw, afdeeling Helder, voor de ge- mobiliseerden een cursus wenscht te openen in land- en tuinbouw, waar voor de secretaris, de heer H. Bakker Dz., Kanaalweg 136, gaarne opgaven ontvangt van de verschillende korps- of afdeelingscommandanten. Nieuwe telefoon-aansluitingen. 197 Coltof A., Manufacturen enz., Binnenhaven. 247 Geneeskundig Bureel van de Landmacht, Artilleriestraat. 10 Jurriaanse en Van der Linden, luits. ter zee, Binnenhaven. 56 Veldpostkantoor a/d. Kanaalweg. Door schipper K. Bijl, van de H.D. 180, is alhier een lijk aange bracht vermoedelijk van een stuur man ter koopvaardij. Het wasdrijvende gevonden ter hoogte van Kamperduin. De leeftijd word geschat op 30 a 36 jaar. Op het lijk werden bevonden éen portemonnaie met eenig Hol landsch en Engelsch geld, een horloge met ketting, een medaillon niet twee kinderportretten, twee ringen en een witte zakdoek, gemerkt A. B. Moedige daad. Twee Heldersche jongelui, A. Smit en J. Boerhof, waren den lOden Augustus j.1. aan boord van het Hollandsche barkschip „Maasstad", van Rotterdam naar Denemarken, toen zij op de Westkust van Jutland aan 6en hevige storm uit het Z.W. werden blootgesteld en zij langs een Deensch zeilvaartuig voeren, waarvan het grootzeil en de kluivers waren weggescheurd en dat als een wrak- plat op een zijde dreef, met afgebroken masten en ingeslagen luiken, terwijl aan bakboord de bemanning zich wanhopig vastklemde en tien per sonen daar pijnlijk om hulp schreeuw den. Een geweldige breker sloeg een stuk uit dat bakboord en vier jonge mannen spoelden weg in de vreeselijke diepte. De overigen bleven door- en door nat in den gierenden wind zit ten en riepen nog steeds om hulp. De „Maasstad" draaide bij en er zou getracht worden oni het volk be houden aan boord te krijgen, toen het Deenache vaartuig geheel in tweeën brak, het voorste gedeelte direct zonk en het achterste een eind verder door de branding werd weg gesmeten. De zes mannen, die nu ronddreven, wilden naar de „Maas stod" zwemmen, doch konden geen arm of been van stljfto en uitputting verroeren. Waarop de kapitein vau de „Maas-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2