De strijd in West-, Noord
en Noordoost Frankrijk.
Aan het Westelijk front.
Parijs, 22 Sept. Het officieele com
muniqué zegt:
De Duitscliers legden gisteren over
liet getieele front aan de Oise en in
'Woovre éen zekere bedrijvigheid aan
den dag, zonder noemenswaardige
resultaten te bereiken.
Zij moesten aan den rechteroever
van de Oiso wijken voor de aanvallen
dor Franschen.
In Woovre deden zij een heftigon
aanval op de boven-Maas, zonder
echter op do hoogvlakte vasten voet
te verkrijgen.
Wij maakten eergisteren vele ge
vangenen.
Berlijn, 22 September. De „Ber-
liner Lokal Anzoiger" schrijft:
„Du bewijzen, dat helDuitscbe leger
thans tnssclren de Oise en de Maas
tol het offensief is overgegaan, liggon
voor de hand. Uit het hoofdkwartier
wordt het oprukken der Duitscliers
van Oraonne naar Craonelle gemeld,
dat wil zeggen, dat de vestingachtïge
stelling ten noorden vandeAisueen
noordwestelijk van Reims is veroverd.
Craonno was tot dusverre het noord-
oostelijkste punt, hetwelk de Duit
scliers bezetten. Van daar liep het
Duitsche front in den aanvang naar
een punt ten zuiden van Reims, tot
liet meer achterwaarts verplaatst
werd. Do woderinneming van Reims
is blijkbaar een uitgemaakte zaak, ten
eerste door de bestorming van het
slot Brimont, en nu door het innemen
van Bothényj 2% kilometer ten noor
den van Reims. Het lot van deze
stad zal nu wel reeds bezegeld zijn.
Ook de aanval op Verdun maakt
vorderingen, ofschoon de Frausche
bezetting dit voor den reuzenslag
hoogst bulangrljk steunpunt krachtig
verdedigt. Verdun ontvangt geen
sLcun van buiten en is dus op uit
vallen harer eigen bezetting aange
wezen.
Van Fransche zijde.
Het Franaclio gezantschap te 's öra-
venhago deelt omtrent de krijgsver
richtingen het volgende mede:
Over hot gehoele front, van de
Oiso tot Woevre, hebben de Duit-
schors den 21sten een zekere bedrij
vigheid aan den dag gelegd, zonder
eenig resultaat van belangte bereiken.
Ie. Op onzen linkervleugel, op den
rechteroever van de Oise, heeft de
vijand terrein verloren door de aan
vallen van Fransche zijden. Tusschen
de Oise en de Aisne is er geen ver
andering in den toestand gekomen,
daar de vijand, zich bepaald tot een
langdurige beschieting uitzijn kanou-
nen, geen ornstigen aanval heeft
gedaan. In deze streek liep ons front
over Lassigny, Ribecourt, Bailly,
Fontonoy, Poeiy.
2e. In het centrum tusschen Reinis
en Souair heeft de vijand een aan
vallende beweging beproefd, die afge
slagen is; tusschen Souain en de
Argonne zijn wij iets gevorderd, tus
schen Argoime en de Maas is de
toestand onveranderd; in Woevre is
de vijand lievig opgetreden en heeft
Oringroy genomen. Anderdeels heeft
hij de hoogten van de Maas aange
vallen, zonder er zich te kunnen
nestelen.
3e. Op onzen rechtervleugel, in
Lotharingen, hebben de Duitscliers
opnieuw de grens overschreden en
hebben zij Nomony en Dolme opnieuw
bezet.
Don 20on en don 21en hebben wij
20 approviandeerings automobielen
buit gemaakt en talrijke gevangenen
gemaakt.
De kathedraal van Reims.
Londen, 23 September. Ward Price*),
de correspondent van de Evening
News en Daily Mail, heeft Dinsdag
een tweede bezoek aan Reims gebracht
Vele van de schoone beelden, welke
den westelijken gevel versieren, zijn
hoofdeloos. De klokketoren is inge
vallen en de klokken zijn versmolten.
Het is echter voornamelijk het schip,
dat. geleden heeft, en herstel van het
grootste gedeelte der beschadigde
partijen schijnt mogelijk.
Dertien van de 130 Duitsche ge
wonden, die in de kathedraal lagen,
zijn in do vlammen omgekomen,
Er -was geen tijd om hen nog te red
den.
Nancy onder vuur.
In oen correspondentiein de „Times"
van 12 Sept. vinden we een beschrij
ving van den strijd om Lunévilleen
Nancy, na don. terugtocht van hot
9e Fransche legerkorps. De strijd om
Lunévillowasontzettend, stapelslijken
wezen de Duitsche posities aan. Maar
toch trokken de Duitscliers voor
waarts. Op 4 Sept. kreeg de Duitsche
voorhoede voor het eerst voeling
met de voorposten van de Fransche
troepen voor Nancy. Den zesden nam
de hoofdaanval een aanvang, welke
den volgenden dag werd voorgezet
in tegenwoordigheid van de keizer.
De Duitsche compagnieën werden
weggemaaid. Hun verliezen in deze
twee dagen worden geschat op 20,000
man. De Duitschers bepaalden zich
verder tot het nu en aan beschieten
van de stad met zware artillerie.
Volgons latere berichten is Luné-
ville hernomen en zijn de Duitschers
voor Nancy weggetrokken.
Londen, 23 September. (Reuter). De
„Daily Mail" publiceert een ongeda
teerd telegram uit Frankrijk, waarin
wordt gezegd, dat na een hevig ge
vecht do Duitsche troepen tusschen
St. Quentin en Péronne geweken zijn.'
Volgens verhalen van gewonden is
een uitgestrekt gebied tusschen beide
sledo» geheel verwoest. De Duitschers
verlieten Péronne vyf dagen geleden.
Do Fransche troepen kregen last
een sterke stelling iu te nemen. Zij
trokken door een moeras en leden
groote verliezen, doch gingen voor
waarts. Na een gevecht van man
Legen man in de loopgraven, reti-
eerden de Duitschers, door de Fran-
schen achtervolgd naar St. Quentin,
waar het gevecht in de straten werd
voortgezet, waarna de Duitschers
nog een poging deden de stad te
hernemen.
,JDo Fransche artillerie vernielde
twee ti'Mnen gevuld met Duitsche
onderatuunlngscioopen, welke 'zich
tusschen Pérohne en St. Quentin
bevonden.
Toon begon een geweldig arlillerie-
duol, noodig voor het verkrijgen van
do noodige bewegingsvrijheid voor
het slaan van pontonbruggen. De
zware Duitsche artillerie werkte goed
de Fransche zware veldartillerie was
nog niet ter plaatse, zoodat de En-
gelsche batterijen hot voornaamste
werk deden en de latere operaties
mogelijk maakte.
De brugslag liad plaats in een hel
van artillerie-, infanterie- en mitrail-
lourvuur; en boven dezen vreeselijken
strijd zweefden Engelsche en Fran
sche vliegers om de plaats der Duit
sche batterijen te verkennen.
By het aanbreken van de nacht
was de overgang geforceerd en de
vijand gedwongen terug te trekken.
Maar deze terugtocht beteekende nog
lang geen overwinning voor de bond-
genooteti. Den geheelen nacht zweef
den de zoeklichten over de rivier en
de omgeving, terwijl de beide strijd
machten stelling uitzochten om do
worsteling voort te zetten.
Den volgenden dag groeven beide
partijen zich in, terwijl zij nu en dan
poogden in pai tieele gevechten den
vijand te verdrijven, hetgeen echter
tot geen resultaat leidde.
Het werd duidelijker, 'dat de bond-
genooten hier de hoofdmacht van
generaal v. Kltick's leger tegenover
zich hadden, dat zich verschanste in
afwachting van versterkingen.
Het was bewonderenswaardig zoo
als de Duitschers zich hadden inge
graven. Elke duimbreeds grond moest
worden veroverd, en telkens werd
weer de schop ter liand genomen.
Den löen deed de vijand een krach
tige poging ora door onze linies lrc-en
te breken tusschen vic-sur-Aisne en
Soissons, d. w. z. de Fransche en
Biitsche troepen te scheiden. Deze
voorwaartsohe stoot werd ingeleid
door een verwoed artillerievuur, ge
volgd door een oprukken van infan
terie massa's met mitrailleurs. De
worsteling duurde drie dagen en drie
nachten, waarbij aanvallen en tegen
aanvallen elkaar afwisselde.
lil de loopgraven.
Philip Gibbs, de correspondent vati
dé „Daily Chron." zendt van Zaterdag
19 Sopt. een uitvoerige beschrijving
aan zijn blad over den strijd in Frank
rijk en over „het werk" der soldaten
in de loopgraven.
Hij verhaalt, dat hevige stormen
woedden over de Britsche linie, dat
zware regens de loopgraven onder
water zetten en merkt dan op: Onze
soldaten hadden in de beide laatste
dagen den zwaarsten tijd sedert het
begin van den oorlog. Hun zenuwen
waren tot het uiterste gespannen.
„Enkele oogenblikken voor ik dat
schreef heb ik eenige van onze sol
daten gesproken, die met een speciale
opdracht, de loopgraven verlieten. Zij
z[j zijn als lieden die in een folter
kamer zijn geweest en onvergetelijke
en onzegbare gruwelen hebben onder
gaan. Met modder bedekt, hun gelaat
besmeerd met een grauwachtige kleur,
tot het gebeente verkleumd door den
sclierpeu nachtwind, bibberend en
klappertandend stonden ze daar.
„Ik zou het niet graag gemist heb
ben," zeide een van hen, „maar ik
begeer zoo iets niet weer te beleven.
Het is een hel in die loopgraven en
de vijandelijke granaten vernielen je
zenuwen".
Zij schaamden zich niet te bekennen,
dat zij door schrik en ontsteltenis
waren aangegrepen' en als kinderen
verheugden ze zich over hot geluk,
dat zo uit de vuurlinie, uit do onder
geloopen loopgraven waren wegge
zonden ter escorteering van een offi
cier. Eén soldaat was bespat met het
bloed van een kameraad, die oenigo
uren te voren door een granaat in
stukken was geschenrd. De kolf van
zijn eigen geweer was versplinterd
door een granaatscherf.
Hij had medelijden met hen die in
de loopgraven bleven en niet zoo ge
lukkig waren als hij. En zoo is het
met al onze mannen, die vechten in
den modder en het bloed langs de
verschanste linie op de hoogten van
Soissons.
Zij doen het niet voorkomen, dat
zo pleizier in hun werk hebben. Zij
laten er zich in zeer leelijke woorden
over uit. Maar ze erkennen ook, dat
het moet gebeuren, dat ze het zullen
doen. Niemand bluft |op zijn moed.
Allen erkennen, dat ze een raar
gevoel krijgen, als de Duitsche gra
naten fluiten, maar, zegt do corres
pondent, nooit in de Engelsche
historie hebben onzo troepen met
grooter heldenmoed zulk een doode-
lyk vuur doorstaan, dan deze llinko
vuilo jongens, die nu den Duitschen
rechtervleugel tegenhouden en den
vijand uit zijn verschanste 'posities
terugdringen."
Oe Indiërs in Frankrijk.
Berlijn, 23 Sept. Do „Tribuna"
verneemt uit Londen, dat 50,000
man Indische troepen te Marseille
zijn aangekomen; zijwaven in de
eerste week van Sept. te Bombuy
ingescheept.
Op hetWestelijk oorlogstooneel.
De militaire medewerker van hot
„Berlinor Tageblatt" schreef Dinsdag
o.nr. het volgende over den militairen
toestand in Frankrijk:
Gelijk uit de mededeelingon van
den .grooten generalen staf blijkt,
was de voorwaartsohe beweging dor
Franschen de laatste dagen reeds
verlamd. Thans zien wij, dat het
langdurige bewegingsgevecht plotse
ling in een positiegevecht is ver
anderd, zooals wij dat ook in de
gevechten bij de Liaorïvier en bij
Mockden in den Russisch-Japansohen
oorlog hebben waargenomen, alsook
in den Balkan oorlog aan de Tsjatald-
zja-linio. De juistheid van deze uit
legging blijkt te duidelijker hieruit,
dat zoowel Fransche als Duitsche
berichten denzelfden nadruk leggen
op de sterkte der vijandelijke ver
schansingen. Bij een aanval op derge
lijke stellingen is het vooreerst noo
dig een zwakke plaats uit te zookeu.
Wat nu de posities van de beide
legers betreft, zoo is die der Duit
schers de gunstigste. Onze achter-
waartsche verbindingen zijn zoodanig
verkort, dat het mogelijk is ons
reusachtig leger met alle noodige
levens- en ooïlogsvoorraden te voor
zien. Dit gevoel van materioele veilig
heid is van» onherekenbaren iuvloed.
In de langdurige gevechten zijn onze
stellingen ook uit strategisch oog
punt voordeelig. De vijand heeft thans
twee rivieren aohter zich. Rivieren
in den rug hebben zegt niets, zoo
lang men zich zeker voelt van
zijn succes. Ze oefenen echter een
hoogst verontrustenden invloed uit
zoodra dit gevoel van veiligheid be
gint te wankelen. En dat dit in het
Fransche leger hot geval is, kan
worden opgemaakt uit de gedrukte
stemming in de Fransche pers. Wordt
het Fransche leger nu door het
Duitsche gedwongen op Parijs terug
te trekken, dan moet het onder de
oogen en onder het geschut van hun
versterkte tegenstanders de Aisne en
Marne passeeren. Beide rivieren zijn
door de voortdurende regens sterk
gewassen. De Franschen hebben dus
het- vooruitzicht, als zij verslagen
worden, in lange colonnes over de
bruggen te moeten trekken.
Een inwoner van Crepy-eu-Valois
heeft een dagboek gehouden van de
gebeurtenissen der laatste weken in
het stadje. Het zijn veelbewogen
tijden geweest, zooals uit het volgen
de citaat blijkt:
30 Aug. De Engelschen trekken
door de stad. Zij zijn 10.000 man
sterk.
31 Aug. Er wórden Fransche ge-
wondon binnengebracht.
1 Sept. Een kanönnade. Komst van
uhlanen en Duitsche wielrijders-pa
trouilles. Duitsche vliegtuigen laten
een bom vallen. De autoriteiten en
de meerderheid der inwoners vluch
ten. V^n de 5200 blijven er maar
1400.
2 Sept. Aankomst van Duitsche
troepen in goede orde en fïisch. De
Duitsche generaal begeeft zich naar
het stadhuis, commandeert verschei
den zaken op, en dreigt mot een boete
van 50.000 gulden per dag bij te late
aflevering van het opgecominandeer-
de. Hij laat 10 personen als gijzelaars
gevangen nemen, die van 10 uur
's avonds tot 8 uur 's ochtends wor
den gevangen gehouden. Er wordt
stelselmatig geplunderd.
3 Sept. Voortdurend trekken Duit
sche troepen door. Twee huizon in
brand gestoken.
•1 Sept. De Duitschors zijn door.
Geluid van schieten bij Nariteiril.
5 Sept. De Duitsehors koeren terug.
Nieuwe plunderingen.
6 Sept. Geluid van schieten. Be
wegingen der troepen onzeker.
7 Sept. Een Duitsc.h.vliegtuig boven
de stad; laat een bom vallen opeen
fabrieksgebouw, dat tot hospitaal is
ingericht. Om half tien komt een
patrouille Frausche huzaren opzetten.
Om vier uur wordt i bij 't station
een Duitsclr vliegtuig naar beneden
geschoten. In hetzelfde uur laten de
Fransche huzaren op een open plek
bij 't station 5000 granaat kar tetsen
ontploffen, die door du Duitscliers
waren achtergelaten.
8 Sept. Weer schieten bij Nantcuil*
Een Duitsch vliegtuig raakt in brand
en valt bij Feignïes.
9 Sept. Het vuren komt dichterbij.
De Fransche huzaren trekken af.
's Middags keeren de Duitschers terug.
Nieuwe plundering.
10 Sept. De Duitscliers vernielen
de Senlis-brug en trekken af in do
richting van Coniplègne. Zij schijnen
uitgeput, 's Middags komen de Fran
schen terug.
11 Sept. Een trein dor Fransche
genisten komt aan.
12 Sept. Voortdurend trokken
Fransche en Engelsche troepen door.
FRANKRIJK.
Junius, de bekende onbekende me
dewerker van de Echo de Paris, die
daarin dagelijks zijn „billet" schrijft
men zegt wel dat zich achter den
naam „Junius" éen groep oud-diplo
maten verschuilt - heeft in dat blad
een poos geleden een wel zeer „roman
tisch" aandoenden brief gepubliceerd
van een Fransche vrouw aan een
Duitsche. Junius verzekert echter op
zijn woord, dat men hier met een
eclit stuk te doen heeft. Hy weet wie,
den brief geschreven heeft en aan
wie hij gericht is. Do brief luidt als
volgt
Mevrouw Mulb..., te Berlijn.
Mevrouw,
„Uw zoon ligt zwaar gekwetst in
het hospitaal te Dax. Slechts met de
uiterste, toegewijde zorg kan hij ge
red worden en van mij, die in deze
oorlogsdagen gekwetsten help ver
plegen, hangt het loven van uw kind
af. Gedurende de lange nachtwaken,
die ik, wegens zijn ernstigen toestand
aan zijn bed doorbreng, kwelt mij
een'vreeselijke gedachte. Mijn eigen
zoon was op het slagveld licht ge
wond en hij is op lafhartige wijze
met een revolverschot door een land
genoot van u, door uw zoon misschien
wel, afgemaakt.... Ik ben geen hei
lige, ik kan wraak nemen. Vanavond
zal een rnorphine-inspuiting gerech
tigheid doen en nu zend ik u het
laatste vaarwel van uw kind.
L. A.
honorair verpleegster van
het Roode Kruis.
P.s. Mevrouw, uw zoon is gered en
zal u over twee weken teruggegeven
worden. Ik heb u een minuut de
ontroostbare uren willen laten door
leven, die voortaan myn heele leven
zullen zijn. Uit mijn hart van Fran
sche vrouw heb ik het geloof in God
en het medelijden geput, dat uw ras,
helaas, nipt kent." N. R. Ct.
De nieuwe springstof.
Do Parijsche „Matin" deelt èen oir
ander mede omtrent de ontzettende
werking vau dc nieuwe bij liet
Fransche leger in gebruik zijnde
springstof turpin. Het explosief werd
gebruikt tegenover een verraste Duit
sche compagnie. De naaste omgeving
zag eruit of een vulkaanuitbarsting
gewoed had. Twee soldaten stonden
dood, recht overeind. Twee hielden
nog speelkaarten in de hand. 61
waren dood" gebleven zonder wonden.
Geen bloeddruppel was aan hunne
lijken zichtbaar.
Do stof overtreft In werking, zelfs
hot meliniet.
Aan de Russische grens.
Petersburg, 22 Sept. (Telegraaf
agentuur.) De Russische troepen be
zetten de versterkte stelling Jaroslaw,
een belangrijk spoorweg-kruispunt.
De inneming van Jaroslaw is boven
dien van groot gewicht, daar zij de
Russen in hel bezit stelt van eun
der voornaamste bruggen over de
Sau. De Russische vlag wappert thans
over de stad.
(Jaroslaw is de hoofdstad vau een
Galieisch district van 'donzelfden
naam. Het heeft ongeveer 25.000 in
woners. Het is gelegen aan de spoor
wegen Rzeszow—Lemberg en Jaros
law—Sokal. De stad is een belanrljk
industrie-centrum, vooral voor katoen
en linnen- weverijen.)
De bezetting van Jiroslau.
De vermeestering va* de vesting
Jaroslau, in Galicic, door de Russen
is van groot strategisch belang. De
vesting beheerscht dc-n noordelijksten
spoorweg die van Lemberg naar Kra-
kau loopt. De val vau Jaroslau stelt
nu de Russen in staat op te rukken
met achterlating van een observatie-
leger voor Przomysl. De zuidelijkste
spoorweg van Lemberg naar Krakau
via Sambor is reeds grootendoels in
handen van de Russen en over en
kele dagen verwacht men, dat zij
hun troepen langs beide lijnen voorbij
Przemysl naar Krakau zullen kunnen
zenden.
Deze krijgsverrichting zal Przemysl
met zijn ontzaglijke verdedigings
werken en zijn garnizoen van 80,000
man, in afwachting van de geregelde
belegering, „maskeeren".
De vier verstrooide corpsen van
generaal Auffenberg's leger moeten
nog in de buurt van Przemysl staan.
De andere Oostenrijksche legers trek
ken blijkbaar op Krakau terug.
Volgens berichten uit Russische
bron worden de voornaamste punten
aan don spoor weg naar Krakau ver
sterkt.
De „Vorwarts" geschorst.
Dc „Vorwarts" kwaru Dinsdag, in
stede van met haar gewone uitgave,
niet een bulletin uit, waarin het
blad aan zijn lezers mededeelde, dat
zijn verschijning op bevel van het
oppercommando in de Mark, d.d. 21
September, gedurende drie dagen
verboden was.
De reden wordt er nicl. bij vermeld.
Drie Britsche kruisers door
Duitsche onderzeeërs tot
zinken gebracht.
Men meldt uil Rotterdam:
Dinsdagavond, ongeveer 10 uur, is
in zijn ligplaats aa:i de kranen van
Thomson's havenbedrijf in de Maas
haven aangekomen het stoomschip
„Titan" van de Koninklijke .Neder-
landschc Stoomvaart-Maatschappij en
thans in de vaart tusschen Rotterdam
en Leith. Het stoomschip is Zondag
morgen van liöith naar Rotterdam
vertrokken.
Des morgens 7.50 zag dc gezag
voerder aan de kim een drietal oor
logsbooten, welke hij, na een kwartier
te hebben doorgestoomd, een voor een
zag zinken. Eerst om 9.20 was het
stoomschip aangekomen op de plaats
waar oogenschijnlijk een drama was
afgespeeld. HeL was op 52° 23 N.
3° 36' O. Het schip voup toen tusschen
wrakstukken en een ontzaggelijk aan
tal schipbreukelingen.
Onmiddellijk werden de twee boo
ten buiten boord gezet en te water
gelaten, waarmede twee reizen wer
den gedaan. Ook kwamen ^verschei
dene van de drenkelingen naar de
„Titan" zwemmen', die met touwen en
haken binnenboord werden gehaald.
Op deze wijze kreeg 't stoomschip
114 schipbreukelingen, onder wie zich
ook de commandant van een der
Engelsche oorlogsschepen bevond. De
bevelhebber stelde zich aan den gezag
voerder van de „Titan" als zoodanig
voor. Distinctieven had hij niet, daar
hij in ondergoed gekleed was. De
booten van de „Titan" gingen nog
Yoor een derde maal uit, maar konden
toen geen levenden meer oppikken.
Om 11.45 zette de „Titan" daarop
koers naar den Hoek van Holland.
Eerst daarna kwamen Engelsche
torpedobooten opzetten, die echter
niemand meer kon redden. Om 12.40
werd de „Titan" achteropgestoomd
door de Engelsche torpedoboot „Luci
fer", die bereid was de geredde
schipbreukelingen weerover tenemen.
Van de 114, waaronder 5 dooden,
bleken 89 bereid aan de roepstem
gevolg te geven. De overigen, de helft
licht gewond, hetzij half versuft dooi
den langetl tijd dien zij in het water-
hadden doorgebracht, wilden niet
overstappen en werden meegenomen
door de „Titan", die den luguberen
last echter niet naar Rotterdam
bracht, doch te Hoek van Holland
aan land zette. De 5 dooden zijn daar
opgenomen in de loods der Holland-
Amerika-lljn, 3 zwaar gewonden in
de inrichting van het R.-IC. Patronaat
en de licht gewonden en validen in
het fort. De opvarenden van de „Titan"
hoorden van de schipbreukelingen,
dat de drie groote kruisers waren
getorpedeerd door verscheidene Duit
sche duikbooten. Zij zeiven hebben er
maar twee gezien. Er was geen tijd
om alles van de wrakstukken op te
visschen, alleen had de „Titan" een
reddingsboei, gemerkt „Dhes Cressy",
aan boord.
De opvarenden van de „Titan", die
betrekkelijk van zoo dichtbij getuige
waren geweest van de gruwelen van
den zeeoorlog, waren zoor onder den
indruk van het ondorvondetfe.
De geredde schepelingen.
Alle te lJmuiden aangebrachte ge
redden van de drie gezonken Engel
sche kruisers vertrokken gistermor
gen met een speciaal voor zulk doel
ingerichten trein naar Amsterdam,
in afwachting van hun plaats van
bestemming.
Het gerucht als zou een matroos
te lJmuiden overleden zijn, is beslist
onjuist. Aileeu is bedoelde matroos
zwaar ziek. De gewonden worden
voorloopig te lJmuiden verpleegd
in' het Roode-Kruisgebouw.
Omstreeks tien uur kwam de extra-
troin met de Engelsche geredden aan
het Centraalstation to Amsterdam
aan. Het eerste perron, waar de trein
arriveerde, was over een grooten
afstand door politie en militairen af
gezet en ook liet tweede perron was
gedeeltelijk voor het publiek afgeslo
ten. Op het eerste perron bevond
zich o.a. de Engelsche vice-consul te
Amsterdam, de heer Labarre.
Toen de trein had stilgehouden,
kwamen dadelijk do koppen der En
gelsche geredden te voorschijn. Uit
stappen was verboden. De meeste
droegen nieuwe sportpetten, die hun
te lJmuiden waren verstrekt. Heel
wat matrozen droegen nog hun blauwe
uniform met de blauw-en-wit ge
streepte trui, anderen weer waren to
LJmuiden van oliepakken en oliejas-
sen voorzien. Slechts een enkele
Engelsche witte officierspet kwam
uit de portierraampjes te voorschijn.
In het geheel vervoerde de trein 28
officieren en 243 minderen; zij werden
begeleid door een detachement in fan
terie onder bevel van den 2en luite
nant W. J. Lam bert. In elk compar
timent was een Hollandsch militair
geplaatst.
De geredden schenen over het alge
meen zeer vroolijk en welgemoed te
zijnsoms kwamen drie, vier lachende
koppen boven elkaar uit de portier
raampjes te voorschijn, dankbare
objecten voor een photograaf, die
eenige „kiekjes" maakte. „Put it in
tbe Mirror and teil 'em we are happy 1"
riep een der schepelingen hem toe,
toen de photograaf weer. een „snap
shot" gemaakt had.
Een ander „saïlor", een dikke boy
met een blozend, glunder gezicht, had
blijkbaar bijzonder veel schik. Hij
vertelde, dat hij in een der booten
van de „Cressy" was geweest om
de opvarenden van de andere schepen
te redden, toen ook zijn schip tot
zinken was gebracht, maar niet voor
dat de „Cressy" twee Duitsche onder
zeeërs tot zinken had gebracht.
De Engelsche vice-consul ging langs
den trein om de lijst van dc namen
dor geredden aan te vullen. En in
middels werden de geredden op si
garen onthaald door den heer Bakels
van de Premier Stores en zorgde
een ander, de heer Paton Walsh, een
te Amsterdam wonend Engelschman,
dat koffie en chocoladereepen weiden
uitgedeeld. De vice-consul zorgde er
bovendien voor, dat degenen, die gold
wenschten, daarvan tegen requ worden
voorzien.
Ongeveer een uur bleef de trein
aan liet Centraalstation staan. Toen
werd beslist, dat de geredden via
A mos fooi I, gebracht zouden worden
naar Gaasterland, om er to worden
geïnterneerd.
Kolonel Schott, de plaatselijke com
mandant, kwam dit besluit 'officieel
aan den luitenant van het bogolei-
dinga-detaclieniont meededen.
„Portieren sluiten", gelastte stati
onschef Krapels en even later stoomde
de trein langzaam het station uit.
En toen schalde er plotseling onder
de statiorrskap een daverend gejuich
op, aangeheven door do menigte op
de perrons.
Zwaaiend niet hun petten en wui
vend, beantwoordden (le. Engelschen
deze ovatie met een telkens herhaald
krachtig „hip iiip hip hurrah!", dat
klonk zoolang do trein door hel sla
tion reed.
Buiten het station had zich een
groote menigte opgesteld, die teleur
gesteld werd in de verwachting iets
van do Engelsche geredden te zullen
zien.
Do Britsche kapitein ter zee Nichol-
son, commandant van de „Ilogue",
heeft gisteren in Den Haag eon bezoek
gebracht aan den Engelschen gezant
om rapport uit te brengen over den
ondergang der drie kruisers.
Londen, 23 Sept. Dertig Engelsche
officieren, die niet verwond werden
en gered zijn, kwamen to Harwich
aan. Daar zij geen tijd hadden gehad
kleuren aan te trekken, war en zij in
chalos, zakken enz. gewikkeld.
Londen, 23 Sept. Tachtig overle
venden zijn te Harwich öntscheopt.
Men schat het totaal aantal gered
den op zevenhonderd.
Londen, 23 Sept. De te Harwich
aangekomen overlevenden verklaren,
dat de onderzeesche aanval plaats had
op een punt, dat nog onlangs nauw
keurig verkend was.
Zij zeggen tegelegenbr tijd behoor
lijk revanche te zullen nemen.
Londen, 23 Sept. De Britsche zee
ramp maaktdiepen indruk te Chatham,
daar alle drie de schepen behoorden
tot het-Noordzee-commando. Van de
bemanning behoort een groot gedeel
te tot de reserve. De familie der op
varenden wacht met angst en onge
duld naar nadere berichten.
De toestand op zee.
De Engelsche bladen mogen gelijk
hebben, als zij zeggen, dat vernieti
ging van drie kruisers, den alge-
meenen krijgskundigen toestand op
zee niet wijzigt, dit wapenfeit zal
toch niet nalaten grooten indruk te
maken, vooral in Duitschland, waar-
het publiek, verwend door een reeks
van voor de Duitschers gunstige be
richten, die den aanvankelijk snellen
opmarsch van het Duitsche leger in
Frankrijk begeleidde, nadat die op
marsch tot stilstand was gekomen,
op het gebied van de overwiunings-
berichten zijn geduld op een zwaren
proef zag gesteld. Nu is er dan nieuws
van de vloot. De Duitsche vloot had
eerst in de baai van Kiel liggen
wachten, of de Engelsche haar zou
aanvallen. Een gevecht bij Helgoland
liep voor de Duitschers niet goed af
en kostte de vloot drie kleine kruisers.
Een aanval met onderzeebooten
in de Noordzee had evenmin succes
gehad. Maar nu hebben dan toch
eenige onderzeebooten (hoeveel liet
er zijn geweest staat nog niot vast,
één bericht spreekt slechts van een
torpedoboot) de Engelsche vloot een
gevoelige slag toegebracht door drie
kruisers van aanmerkelijken tonnen-
maat in de Noordzee op te zoeken,
te verrassen en tot zinken te brengen.
Hot slagen van deze koene onder
neming zal, dunkt ons, in Duitschland
het vertrouwen in de vloot versterken
en het besef verlevendigen, dat die
vloot, hoe zwak ook in verhouding
tot de voreenigde Engelsche en Fran
sche .vloten, toch niet zal kunnen
worden vernietigd zonder dat do vijand
menige veer heeft gelaten.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De opperbevelhebber van leger
en vloot, goneraal-majoor 0. J. Snij
ders, is gisterenavond, mot eenige
officieren vair z(jn stal', in onze ge
meente gearriveerd, teneinde een
bezoek te brengen aan de stelling
den Helder. Zijne Excellentie is af
gestapt in hótel den Burg.
Heldersohe Winkeliers-Vereeniglng.
Op uitnoodiging jvan de Heldersche
Winkeliers-Vereeniging hield de heer
M. H. G. Th. Fiedeldy Dop gisteren
avond een lezing over een midden-
standscredietbank.
In de zaal van Tivoli was een aan
tal middenstanders aanwezig, die te
8 uur door den Voorzitter der ver-
oeniging, den heer H. C. M, Nypels,
werden welkom geheeten. De heer
Nypels releveerde het feit, dat de
spreker van dezen avond den stoot
gegeven had tot de oprichting inder
tijd van de vereeniging en heette
hem opnieuw welkom.
De heer Fiedeldy Dop, hierop het
woord verkrijgende, uitte zijne blijd
schap over het groeien van zijn gees
teskind, dat thans opgegroeid was
tot een stevigen uit de kluiten ge
wassen knaap. Niets zou spr. aange
namer zijn dan over eenigen tyd het
grootvaderschap te mogen waarne
men over de nieuwe vrucht van de
Credietbank.
De kwestie van een Middenstands-
Credietbank, zoo begon spr., voert
ons terug naar de eerste dagen der-
mobilisatie, toen ailerwege een paniek
ontstond in ons land. Niemand onzer
had ooit iets dergelijks meegemaakt
zij die uit dén oorlog van 1870—'71
zich de feiten nog herinneren, con-
stateeren dat het toen kinderspel
was bij thans. De middenstand heeft
een zeer ruim aandeel gehad in de
verstoring van het bedrijfslevende
clientèle hield het geld onder zich,
zoodat de middenstander niet de be
schikking had over voldoende con
tanten, en anderzijds eischtcn de
fabrikanten en grossiers contante be
taling.
Zeer zeker hebben ook de midden
standers zei ven meegeholpen om den
toestand te verergeren, maar inder
daad was de toestand erg. Nooit
kwam sterker uit, dan nu, hoezeer
de middenstand gebaat ware geweest
door een degelijk georganiseerd cre-
dietwezen. Geen wonder dat hy bij
de Regeering aandrong op éen mo
ratorium. Maar de Regeering oor
deelde dit wijselijk niet noodig; de
toestand ware daarmee niet verbe
terd, slechts de crisis eenigen tijd
verschoven.
Spr.'staat stil bij do in die dagen
aangewende pogingen, voornamelijk
van hot syndicaat voor den geld
handel. Uitteraard waren daar andere
belangen le behandelen dan die van
den middenstand, en de Regeering
heeft dat begrepen en heeft harer
zijds medewerking toegezegd waar-
behoefte bleek te bestaan. Toen zijn
op verschillende vergaderingen po
gingen gedaan een bank op te rich
ten voor den middenstand, die tevens
een crodiet-instelling zou moeten zijn.
Ook werd een Algemeene Centrale
opgericht.. Zonder moeite is een en
ander niet gegaau; de medewerking
van de Nederlandsche Bank, van de
Regeering en de Vereeniging voor
den geldhandel maakte dat deugde
lijke eischen van soliditeit gestold
werdon.
Toen ontstond de vraaghoe moe
ten nu de plaatselijke banken wer
ken Net als bv. de Boerenleenban
ken is niet wenschelljk, omdat de
toestand' in den landbouw anders is
dan in den middenstand. De boer en
leenbanken zijn opgericht op coöpe
ratieven grondslag met onbeperkte
aansprakelijkheid van de leden. Dit
moot men zich niet erger voorstel
len dan het is; de praktijk bewees
dat die onbeperkte aansprakelijkheid
geen beletsel vormt en niet bezwa
rend is. Maar in dien vorm als de
boerenleenbanken vormt een crediet
bank een bezwaar voor den midden
stand. Tusschen beide bedrijven is
het verschil te groot. In den land
bouw zijn dikwijls vrij groote kapitaj
leu noodig; waartegenover een ge"
ring bedrag'aan instaande posten etc.
staatin den middenstand daarentegen
heeft men vaak behoefte aan veel
klein kapitaal, terwijl het vaste ka
pitaal op allerlei wfjzen onder de
clientèle versnipperd is. Daarom is
hier een bank met onbeperkte aan
sprakelijkheid niet wenschelijk. Spr.
toont aan, waarom dit minder wen
schelijk is.
De groote moeielykheid nu was
de vorm van oprichting; eenerzljds
werd soliditeit geëischt, terwijl aan
den anderen kant de aansprakelijk
heid der aandeelhouders en crediet-
nemers niet te zwaar mocht druk
ken. Men heeft er nu dit op gevon
den, dat men een N. V. heeft opge
richt met verschillende aandeelen.
Daarop moet 20 'worden gestort,
zoodat een middenstander die f 20
stort, voor f 100 aandeelhouder wordt.
Nu is 20 niet voldoende voor be
hoorlijke soliditeit tegenover derden.
Wat is nu logischer dan dat men
de aansprakelijkheid voor den cre-
dietnemer heeft bepaald eveneens
op 20 Ieder credietnemer is dus
voor 20 °/o aansprakelijk in de even-
tueele verliezen der Bank.
Hoe komt nu een bank te staan
tegenover de geldmarkt De Amster-
damsche b.v. heeft f 100.000 kapitaal
en kan nu bij de Algemeene Cen
trale 5 X dit bedrag aan crediet
krijgen. Als die bank nu het gansche
crediet heeft uitstaan, heeft zij de
beschikking over f 100.000 20%
van f500.000 ook f 100.000, te
zamen dus over f200.000 kapitaal.
Uitvoerig-zet spr. de werking van
zoo'n bank verder uiteen, en toont
aan dat zij in eigen beheer moet
blijven van den Middenstand. Com
missarissen zijn zelf aandeelhouders,
bij eventueel wanbeheer zouden zij
zelf moeten bijpassen. Men moet na
tuurlijk over vakkundige voorlichting
beschikken, in verbinding staan met
de Algemeene Centrale, die contröle
oefent en voorlichting geeft.
Do kwestie van de rente is bijzaak.
Wat maakt 4% meer of minder uit,
waar de hoofdzaak is het verstrek
ken van crediet. Men heeft bepaald
dat niot meer dan 5% uitgekeerd
wordt; het meerdere komt in het
reserve fonds. Want dat is de eerste
en voornaamste èisch: het vormon
van reserve. Hoe hooger reserve hoe
beter: do Algemeene Ceutrale ver
leent crediet tot ten hoogste het vijf
voud van het kapitaal en lie'. vijfvoud
van de reserve.
In do Algemeene Centrale komen
de Centrale Banken, in de Centrale
de plaatselijke banken samen. Daar
door krijgt men betere samenwerking
en uitteraard kunnen de Centrale
Banken geen plaatselijke connecties
aanbrengen. De plaatselijke bank,
aangesloten bij de Centrale, discon
teert daar haar papier en neemt aan
deelen, waarop zij 20% stort.
Op haar beurt betaalt de Centrale
aan de Algemeene Centrale ook 20%
van het aandeel, in beide gevallen
kunnen zij het vijfvoud als crediet
krijgen.
Dertien jaar lang is door den Mid
denstand geroepen om regeling van
zijn credietwezen. De gelegenheid is
er nu, de Regeering steunt de zaak,
laat men dus de gelegenheid aan
grijpen.
Spr. wekte op tot handelenstraks
zal gelegenheid zijn zich optegeven
voor een of meer aandeelen.
Eenige vragen werden gesteld. 0.a.
deze of de 80% die niet gestort wor
den, later vrijwillig bijgepast kunnen
worden dan wel of men verplicht is
het aandeelen-kapitaal vol te storten.
Bij goed beheer heeft de bank aan
de 20% voldoende, antwoordt spr.
En de middenstand heeft dit zelf in
zijn macht. En als er gesuppleerd
moest wprden, zou dat toch nooit
meer dan een paar percent kunnen
zijn.
Nog enkele andere vragen werden
beantwoord; gevraagd wordt of men
op goederen of op uitstaande reke
ningen geld kan krijgen, en de spr.
geeft eenige wijzen aan waarop dat
z. i. zou kunnen, hoewel dit afhangt
van plaatselijke omstandigheden. Juist
voor vele kleine credieten kan tle
bank goed werken. De bedoeling is
volstrekt niet tegen eene bankinstel
ling te concurreeren; maar juist voor-
die kleine credieten, van eenige hon
derden guldens, is uitteraard eene
bank niet het aangewezen lichaam,
omdat haar dat te bezwaarlijk is.
Staande de vergadering werd voor
fSOOO aandeelen-kapitaal geteekend.
Zoo spoedig mogelijk zal het Bestuur
de noodige stappen doen om tot de
oprichting van een bank te komen.
Met een woord van dank aan spr
en hoorders werd de vergadering
gesloten.
- In aansluiting en wellicht tol
verduidelijking van de in dit blad
voorkomende advertentie, verzoekt
men ons mede te deelen, dat zich
reeds vele dames, hoeren en gezel
schappen bereid hebben verklaard
hunne krachten te willen geven ter-
veraangenaming of ten nutte van de
hier gelegerde troepen. Wanneer de
mannen den geheelen dag Hink ge
werkt of geoefend hebben, wanneer-
hun wachtbeurt voorhij Is en.zij
hebben dan nog geen slaap,dan
willen zij zich, ieder naar hun smaak
of hunne ontwikkeling ontspannen.
Dankbaar wordt het aanbod aanvaard
van dames of heeren, die voordrachten
of lezingen op allerlei gebied wen-,
schen te houden, van muziek- of,
zanggezelschappen die concerten or-
ganiseeren, van spel-, koor-of orkest
leiders. Doch om elkander niet met
tijd of plaats te hinderen, om liet
hoogste succes van deze aanbiedingen
Le hebben, moet er voor de leiding
een centraaloomite zijn. Dit comité
nu zetelt op het bureel van den
plaatselijken commandant, wien dooi
den commandant der stelling de
regeling van een en ander is op
gedragen.
Alle opgaven worden door dit
comité geboekt en tot een geregelde
agenda verwerkt, die later zal worden
gepubliceerd of ten minste worden
bekend gemaakt aan de personen en
corporatiön, die zich hebben opge
geven. Mocht dus nog iemand geen
antwoord op hare of zijne aanbieding
ontvangen, dan behoeft dit geen aan
leiding te zijn om te vermeenen dat
men genegeerd wordt, maar men zij
overtuigd: „er wordt aan gewerkt".
Zooeven wordt nog bericht dat de
Hollandsche Maatschappij voor Land
bouw, afdeeling Helder, voor de ge-
mobiliseerden een cursus wenscht te
openen in land- en tuinbouw, waar
voor de secretaris, de heer H. Bakker
Dz., Kanaalweg 136, gaarne opgaven
ontvangt van de verschillende korps-
of afdeelingscommandanten.
Nieuwe telefoon-aansluitingen.
197 Coltof A., Manufacturen enz.,
Binnenhaven.
247 Geneeskundig Bureel van de
Landmacht, Artilleriestraat.
10 Jurriaanse en Van der Linden,
luits. ter zee, Binnenhaven.
56 Veldpostkantoor a/d. Kanaalweg.
Door schipper K. Bijl, van de
H.D. 180, is alhier een lijk aange
bracht vermoedelijk van een stuur
man ter koopvaardij. Het wasdrijvende
gevonden ter hoogte van Kamperduin.
De leeftijd word geschat op 30 a
36 jaar. Op het lijk werden bevonden
éen portemonnaie met eenig Hol
landsch en Engelsch geld, een horloge
met ketting, een medaillon niet twee
kinderportretten, twee ringen en een
witte zakdoek, gemerkt A. B.
Moedige daad.
Twee Heldersche jongelui, A. Smit
en J. Boerhof, waren den lOden
Augustus j.1. aan boord van het
Hollandsche barkschip „Maasstad",
van Rotterdam naar Denemarken,
toen zij op de Westkust van Jutland
aan 6en hevige storm uit het Z.W.
werden blootgesteld en zij langs een
Deensch zeilvaartuig voeren, waarvan
het grootzeil en de kluivers waren
weggescheurd en dat als een wrak-
plat op een zijde dreef, met afgebroken
masten en ingeslagen luiken, terwijl
aan bakboord de bemanning zich
wanhopig vastklemde en tien per
sonen daar pijnlijk om hulp schreeuw
den. Een geweldige breker sloeg een
stuk uit dat bakboord en vier jonge
mannen spoelden weg in de vreeselijke
diepte. De overigen bleven door- en
door nat in den gierenden wind zit
ten en riepen nog steeds om hulp.
De „Maasstad" draaide bij en er zou
getracht worden oni het volk be
houden aan boord te krijgen, toen
het Deenache vaartuig geheel in
tweeën brak, het voorste gedeelte
direct zonk en het achterste een eind
verder door de branding werd weg
gesmeten. De zes mannen, die nu
ronddreven, wilden naar de „Maas
stod" zwemmen, doch konden geen
arm of been van stljfto en uitputting
verroeren.
Waarop de kapitein vau de „Maas-