Breda, '28 September. (Part.) Aan
een der Nederlandschu grensposten
in Limburg heeft zich bij den luitenant
Van Dorst hedenmorgen aangemeld
een Duitsche militaire wielrijder, een
landweerman, die van zijn troepen
was afgedwaald en reeds twee dagen
door Noord Belgie zwierf. Hij werd
achtervolgd door vier Belgische
burgers en daarom gaf hij zich aan
onze post aan de grens gevangen.
De vier Belgische burgers, die hom
achtervolgden, bleken evenwel niet
gewapend te zijn. De Duitscher ver
telde eerst in Lotharingen te hebben
gestaan, maar vandaar de vorige
week met een bataljon naar Belgie
te zijn teruggezonden, alwaar hij reeds
bij de stelling Antwerpen in het vuur
was geweest. Hij toonde een Franschen
geweerkogel met duidelijke inker
vingen.
De Engelsche gesneuvelden.
Door de autoriteiten zijn maat
regelen getroffen dat de lijken der
Rngeische opvarenden van de in den
grond geboorde oorlogsschepen in ge-
meenschappelijke graven zullen wor
den ter aarde besteld in de zeeduinen.
Voor het kustvak tusschen Egmond
en IJrauiden zal dat te Castricum en
voor het kustvak tusschen Katwijk
en IJmuiden nabij Zandvoort ge
schieden.
De in IJmuiden aangebrachte lijken
worden op de algemeene begraafplaats
aldaar begraven.
Fotografische opnamen zullen wor
den gedaan, ten eindo later de iden
titeit te kunnen vaststellen.
Ontsnapte krijgsgevangenen.
Te Winschoten zijn Zaterdagavond
drie Belgische soldaten in burger-
kleeding aangekomen, die in Duitsch-
land krijgsgevangen waren en ont
vlucht zijn. Zij zijn liefderijk behan
deld en wonschen zoo spoedig moge
lijk naar België terug te keeren.
Dit laatste staat hun vrij. Art. 13
van de vijfde conventie der tweede
Haagsche vredesconferentie luidt
namelijk
„De onzijdige mogendheid die ont
snapte krijgsgevangenen op haar
grondgebied krijgt, zal ze vrij laten.
Indien zij ze op haar grondgebied toe
laat, kan zij hun een verblijfplaats
aanwijzen.
Dezelfde bepaling is van toepassing
op krijgsgevangenen die door troepen
welke een toevlucht zoeken op hel;
grondgebied van de onzijdige mogend
heid, worden meegevoerd."
Franschen op weg naar huis.
De correspondent te Oldenzaal
schrijft:
Zondagmorgen arriveerden uit Han-
nover te Oldenzaal 103 Fransche
heeren en damus, die aldaar sedert
het. uitbreken van den oorlog waren
gevangen gohouden. Zij werden tot
hier begeleid door een Duitsch Rijks
rechercheur. Ze deelden ons mede,
dat zy, toen de oorlog tusschen
Duitschland en Frankrijk uitbrak,
met vacantie te Metz vertoefden, van
waar zij gevankelijk naar Hannover
werden overgebracht, waar zij op
eigen kosten werden gevangen ge
houden. Ongeveer een maand geleden
was hun vergunning verleend, via
Koulen naai- Frankrijk terug te
keeren, doch toen zij in genoemde
plaats aankwamen, waren zij op
nieuw naar Hannover, teruggevoerd.
Sedert was de Amerikaansche consul
aldaar in hun belang werkzaam ge
weest; hij had hun passen verschaft
en weten te verkrijgen, dat zij thans
naar Nederland mochten afreizen,
uitgezonderd verschillende jonge man
nen onder hen. Zij vertrokken allen
naar Den Haag, om daar de bemidde
ling van den Franschen gezant voor
de verdere reis in te roepen.
Varloven ambtenaren.
Een aantal ambtenaren der poste
rijen en telegrafie heeft zich tot den
directeur-generaal van dit dienstvak
gericht met het verzoek, vergoeding
te mogen ontvangen van bet derven
der verlofdagen in 1914. Dat zich
thans omstandigheden voordoen, die
het geven der normale verloven be
lemmeren, wordt ten zeerste betreurd,
maar verwacht werd, dat de ambte
naren het derven van verlof als eene
noodzakelijkheid zouden aanvaarden.
De directeur-geDeraal der P. en 7'.
vindt het pijnlijk te moeten ervaren
dut vele ambtenaren hierin weereen
welkome gelegenheid meenen te zien
om van de administratie wat geld
los te krijgen. Waar mogelijk, zal het
reglementaire verlof nog worden ver
leend, doch vergoeding wegens niet
genoten verlof is buitengesloten, ter
wijl overbrenging van het tekort aan
verlof in dit jaar op het volgend jaar,
op practische bezwaren zal stuiten.
De Engelsche schipbreukelingen
naar hun land terug.
Zaterdagavond kwamen te Viis-
singen aan ongeveer 280 matrozen en
officieren van de gezonken Engelsche
kruisers, die naar hun vaderland
mochten terugkeeren. Direct gingen
de mannen aan boord van de mailboot
„Mecklenburg" der maatschappij Zee-
Land, die hen naar Queensborough
zou brengen. Te ongeveer tien uur
ging de „Mecklenburg" naar de reede,
om des morgens vroeg zee te kiezen.
Te ongeveer 12 uur was men op de
plaats van bestemming, waar niet
werd aangelegd. De Engelschen
werden per sleepboot afgehaald en
naar Chattam gebracht. Onderweg
ontmoette men o.a. een zusterschip
van oon der gezonken kruisers; de
bemanning van dit schip liet „three
cheers" hooren, wat door de geredde
matrozen werd beantwoord. Deze
laatsten deden hetzelfde toen men de
„Helene", een zusterschip van de
„Flora" ontmoette. De mannen hadden
maar één roep over de w(j ze, waarop
zij in Nederland ontvangen zijn. Bij
het verlaten van de „Mecklenburg"
klonken de cheers voor onze Koningin
en bij het wegstoomen der sleepboot
als afscheid aan de bemanning van
de „Mecklenburg". De mailboot keerde
direct naar Vlissingen terug en meerde
des avonds ongeveer half acht inde
buitenhaven aldaar.
Te veel Neutraliteit?
Het gaat Noorwegen al net als
ons, liet kan het niemand naar den
zin maken; „Morgenbladet"deelt een
brief inee, dien het blad ontving van
een koopman, die veel zaken met
Engeland doet. De Engelsche fabri
kanten schreven den koopman in
Christiania, dat de houding van Zwe
den en Noorwegen in dezen oorlog
in Engeland ernstig wantrouwen
wekt.. En het blad voegt daaraan
toe:
„Soortgelijke brieven krijgen onze
handelshuizen van Engelsche en van
Duitsche zijde. Men verlangt van ons
neutraliteit, maar als wij dan met
de grootste zorg neutraal zijn, ons
van oordeel onthouden, en de be
richten van beide zijden opnemen,
dan zeggen beide mogendheden:
„Zoudt gij als 't u belieft niet wat
minder neutraal willen wezen?"
Maar dal gaat nu eenmaal niet.
Want neutraal is neutraal
DE OORLOG
(Vervolg).
De algemeene toestand.
Nog steeds duurt de strijd over
de geheele linie van de Oise tot de
Maas met onverminderde kracht
voort. Duitsche en Engelsch-Fran-
sche berichten geven een denkbeeld
van de kracht, waarmede de aan
vallen nu hier en dan daar worden
ondernomen, waarmede de verdedi
ging wordt gevoerd. Er wordt aan
beide zijden gestreden met alle mid
delen, die de moderne techniek aan
de hand doet. Vliegmachines snor
ren onophoudelijk boven de linies,
om de stellingen te verkennen, om
de positie op te sporen van de artil
lerie, om na te gaan, of versterkin
gen aanrukken en naar welk ge
deelte zij worden gezonden.
Bruggen worden geslagen, om over
de rivieren te trekken, die de stel
lingen doorsnijden, en bij nacht en
duisternis moeten de troepen, die
dan een rivier-overgang beproeven,
plotseling verlicht door de reusach
tige reflectors die in de stellingen
aanwezig zijn, een dekking pogen te
vinden voor de op hen neervallende
projectielen.
En zoo gaat het nu reeds dagen
lang; over en weer wordt nu oen
klein voordeel behaalcl, dat, dan weel
moet worden opgegeven. Hot ver
haal uit de „Times" zegt: „Over
eiken duimbreed gronds wordt tel
kens opnieuw gestreden, somtijds
wel een dozijn koeren. Een dorp is
zoo dikwijls door de Franschen en
dan weer door do Duitschers be
stormd, dat het niets meer is dan
een puinhoop."
Eu het resultaat van dit strijden
een week laDg!
Het is duidelijk, dat in zulk een
strijd ontzettende verliezen worden
geleden. Er zijn brieven van Duitsche
soldaten in de bladen opgenomen,
waarin wordt medegedeeld hoe ern
stig de verliezen zijn, niet alleen
onder de manschappen, maar ook
onder de officieren. Gohcelc regimen
ten zijn weggemaaid door het vijan
delijk geschut,van anderen nog slechts
enkele manschappen overde meesten
hebben ontzettend geleden in hun
officierscorps.
Maar niet alleen aan Duitsche zijde
zijn de verliezén groot. Ook aan
Fransche zijde worden die zwaar ge
voeld. De mededeeling van Hamilton
Fife in de „Daily Mail" geeft daar
voor een nieuw bewijs. De pleegzuster
die hij sprekende invoert, zegt,
„Denk eens aan het aantal twee
millioen. Dat is nooit voorgekomen.
Denk aan de juistheid der doodende
machines. Aan het aantal kanonnen,
aan de ontzettende, hoe veelheid mu
nitie die zij verslinden. Duitschland
moet één groot hospitaal worden,
Frankrijk begint hetzelfde te worden
De „Times" zegt: „Ook wij hebben
veel geleden. De verlieslljsten toonen,
dat van de Engelsche troepenmacht
1100 officieren in één maand zijn
gedood en gewond, vermist, en dat
er bovendien nog velen zeer ernstig
ziek zijn. Er zijn ongeveer vijf
infanterie-divisies naar Frankrijk ge
zonden. Elke divisie telt 600 officie
ren, zoodat wij in een maand twee
officieren verloren op de vijf of 40°/0.
Wanneer de officieren in buitenge
wonen dienst worden uitgezonderd,
dan telt nu het Engelsche leger, in
Yele bataljons, nog slechts vijf of
zes officieren.
Nu heeft Engeland honderden offi
cieren uitgezonden, om de leegten
aan te vullen, maar dat kan niet
steeds voortgaan, en ieder officier,
die uitgezonden wordt, zegt de „Ti
mes", is een instructeur minder in
het land, om de Dieuwe troepen- op
te leiden en voor den dienst geschikt
te maken. Het nieuwe leger, dat in
Engeland wordt gevormd, zogt het
City-blad, zal minstens 18 maanden
noodig hebben om geschikt te zijn
voor den dienst te velde, en tegen
over moderne artillerie te worden
gebruikt, en dan nog maar alleen,
zoo er voldoende officieren zijn om
de troepen te onderwijzen.
Zoo gaat het natuurlijk by de an
dere legers ook, al zeggen zij het
niet zoo openhartig. De aanvulling
zal niet gemakkelijk zijn.
De berichten die de „Times" be
vat over het Oostenrijksche leger
zeggen, dat de verliezen daarvan zoo
groot geweest zijn, dat er bijna geen
officieren meer zijn. Dat is duidelijk,
wijl het de taak der officieren is den
troep te leiden en dus voorop te gaan.
Maar waar moet dat heen Nu is
de achtste week van dezen strijd
voorbij. En reeds z(jn honderddui
zenden gevallen, op alle slagvelden,
in België, Frankrijk, Oost-Pruisen,
Galicië. En nog steeds duurt het
voort, aan de Marne, aan de Weich-
sel, aan de San, aan de Save, op de
zeeënoveral slachting, dood,
moord, vernietiging
Moeten eerst de oorlogvoerende
landen zijn uitgemoord, voordat het
ernstige woord van vrede wordt ge
sproken
Is het nu nog geen tijd aan deze
slachting een einde te maken
Hoelang nog? Quousque tandem?
Dat is de vraag die thans rijst op
aller lippen, in aller harten
(Alg. Handelsbi.)
De stand van hat krijgsbedrijf.
De kern van het nieuws vormen
nog steeds de officieele berichten, in
den laatsten tijd in liet, bizonder de
Fransche, omdat zij liet uitvoerigst
z(jn. Deze berichten blijven ook van
veel belang, al iloulen zij niet veel
mede, omdat zulks op zichzelf een
symploon is, waaruit men in ver
band met de berichten van den
tegenstander, zijn conclusie kan
treklen. Het laatste officieele Fran
sche communiqué bijvoorbeeld komt
terug op de gevechten van den 25en
eu 26en eu geeft er een tamolijk
uitvoerige beschrijving van. De uit
slag van die gevechten was in een
vorig belicht reeds kort gemeld. De
Duitschers hebben over het heele
front aanvallen gedaan, die alle zijn
afgeslagen, zoo heette het toen.
Dat het jongste Fransche bericht
daar niets aan heeft toe te voegen
dan eenige bijzonderheden wijst uit,
dat het bij het afslaan van den aan
val gebleven is en het offensief niet
is hervat. Een en ander bevestigt de
Duitsehe mededeeling, dat de toe
stand gisteren onveranderd is geble
ven. Daaruit blijkt meteen, dat de
Duitschers met hun dezer dagen
weder begonnen offensief totdusver
evenmin veel succes hebben gehad,
als de bondgenooten gedurende de
vorige week met het hunne. In hoe
verre het Duitsche offensief heeft ge
diend om den rechtervleugel aflei
ding te verschaften kan men uit de
schaarsche berichten niet opmaken.
Wel spreken de Franschen van aan
merkelijke vorderingen op hun linker
vleugel, maar zij onthouden zich er
van deze topografisch te omschrijven.
(N. Rott. Ct.)
Een motie.
Berlijn, 28 Sept. (W. B.) In de heden
gehouden gemeenschappelijke verga
dering van 'den Duitschen Handels
dag, den Duitschen Landbouwraad,
het oorlogscomité uit de Duitsche
Industrie, en den Duitschen hand-
werks- en ambachts-kamerdag werd
een motie aangenomen, waarin dank
wordt gebracht aan leger en vloot,
en verklaard, dat Duitschland tot alle
offers bereid is eu besloten vol te
houden, totdat een resultaat zal ver
kregen zijn, dat met de ongehoorde
offers yan den strijd in overeenstem
ming is en een herhaling er van
onmogelijk maakt. Dan worden vaste
grondslagen verkregen voor den
nieuwen bloei, de nieuwe macht en
de nieuwe welvaart van het Duitsche
Rijk.
Een telegram werd opgesteld en
verzonden aan don Keizer, waai
deze motie ter kennis van '/t
werd gebracht.
Een gevecht in de lucht.
De Duitsche aviaTeura hebben op
hun tochten gevechten geleverd
tegen vijandelijke vliegers. Zulk
gevecht wordt in een veldpostbrief
aldus beschreven:
„Nu ben ik weet hersteld en naar
liet-front teruggekeerd. Met trots kan
ik je meedeelen, dat ik na een suc
cesvollen tocht liet „IJzeren Kruis"
heb gekregen. Ik wil je iu het kort
van deze vlucht vertellen.
Wij waren voor een verkennings
tocht opgestegen en bevonden ons juist
boven N., toen wij door drie Fransche
vliegers aangevallen werden. Ons toe
stel werd heftig onder vuur genomen,
want niet alleen de vijandelijke vlie
gers, doch ook de vestingartillerie
van N. beschoot ons.
Mijn verkenner, een kapitein, werd
gedood. Wij bevonden ons op een
hoogte van 2200 M. Plotseling zag
ik, dat mijn benzinereservoir lekte
twee schoten hadden het doorboord
en een ander schot had een buis
doen scheuren. Op dit oogonblik wei
gerde ook de moter en ik was ge
dwongen, een noodlanding te doen.
Tot mijn verbazing sloeg de moter
op een hoogte van 1400 M. plotseling
aan, en het gelukte my de legerplaats
te bereiken. Een mijner vervolgens
had ik door een welgemikt schot ge
raakt. De onderscheiding werd mij
door den kroonprins vanover
handigd."
ben aan de zuidzijde de beeren be
schadigd aan den noordoostkant is
er een geheel vernietigd. Maar veel
van de vensters met gekleurde ramen
daarentegen zijn heel gebleven. Alleen
de vensters aan den oostelijken gevel
zijn geheel vernietigd. Het bij de
beschieting in brand geraken van de
houten steigers, die tegen de kathe
draal, waaraan herstellingen uitge
voerd werden, aanhingen, heeft de
grootste schade veroorzaakt, vooral
aan de kerkramen eiwde gebeeld
houwde figuren in deir noordweste-
lijkon vleugel. De brandende stellages
stakeu de balkeu van het hoofddak
en van de zijbeuken in brand; hier
door smolt het lood, dat weer het
steenen lofwerk aan het uitwendige
beschadigde. Zelfs de klokken zijn
door de hitte van den brand ver
vormd.
Lunévllle.
Lunéville behoort tot de plaatsen
inhetMeurthe-en-Moezel-departeraent,
waar hevig gestreden is, die door de
Duitschers veroverd en door de Fran
schen weer heroverd z(jD. De prefect
van het departement Meurthe-en-Moe
zei deelt in een zakelijk rapport het
volgende mede omtrent de bezetting
van Lunéville door de Duitschers van
Aug. tot 12 Sept.
De balans der verliezen, zoo schrijft
hij in zijn rapport, kan als volgt
opgemaakt: twaalf menschenlevens
opgeofferd, meer dan honderd huizen
verbrand of vernietigdde onder-pre
fectuur is niets meer dan een hoop
puin. De daden aan plundering kun-
kunnen nog niet geteld worden. Dc
stad heeft een schatting van 650,000
frank in goud betaald.
Gedurende den geheelen duur van
de bezetting hebben de meeste nood
zakelijke voedingsmiddelen ontbro
ken er was geen vleesch meer, geen
boter, geen vet, kruidenierswaren
ontbraken. Twee dagen was er geen
broodgeen gas meer, geen electri-
citeit, geen petroleum. De huizen
werden 's avonds verlicht met behulp
van olie, die als voedingsmiddel ge
bruikt wordt, cn kaarsen, voor zoo
ver ze te krijgen waren.
Den eersten dag zijn de burgemees
ter van Lunéville en twaalf van zijn
medeburgers in gijzeling genomen
en eerst na tien dagen losgelaten.
In het vervolg moesten eiken dag
vier nieuwe gijzelaars voor de veilig
heid van de Duitsche troepen instaan.
De burgemeester van Lunéville heeft
tot hot einde toe en niet zonder ge
vaar zijn vollen plicht gedaan op
een koelbloedige cn waardige wijze,
die boven allen lof verheven is.
Het Saksische leger.
„De „Figaro" deelt mede, dat liet
Saksische leger, waarvan generaal
von Hauseu de chef was, die, gelijk
we vroeger meldden, van zijn com
mando is ontheven, geheel ontbon
den is. Het bestond uit het 12e en
19e corps van liet Duitsche leger, en
vereenigd met de Pruisische garde,
vormde het de derde armee, dat den
inval in België deed. By de hevigste
gevechten in do omgeving van Na
men en het Sambre-Meusegebied
was het betrokken. Verder streed het
mede in den vreeselijken kamp bij
Signy-l'Abbaye en Chaumont-Porcien,
en in het gebied van de Marne had
het tot taak deel te nemen aan de
gevechten op de plateaus te noorden
van Sézanne, Vitry-le-Framjois en de
moerassen van Saint-Gond. Vooral
het 12e Saksische corps had ontzet
tend te lijden. Later werden gedeel
ten er van, waaronder ook de cava
lerie, na in Lotharingen gestreden te
hebben, naar de Russische grens ge
dirigeerd, waar 't. volgens een bericht
uit Petersburg gedecimeerd werd.
De kathedraal te Relms.
In Engelsche bladen vinden wij
thans berichten van correspondenten,
die bevestigen, dat, hoewel de kathe
draal te Reims door het bombarde
ment zware en voor een deel onher
stelbare schade geleden heeft, men
niet kan zeggen, dat de kerk ver
woest is. Toen de Fransche regeering
aan de wereld bekend maakte, dat
van de kathedraal van Reims niets
dan een hoop puin over was, moet
zij, zegt' een der correspondenten,
grovelijk onjuist zijn ingelicht.
Volgens den eenen correspondent
is het gebouw vrijwel intact. Het
dak en de ruiten van gebrand glas
zyn beschadigd. Alle houtwerk in
het inwendige der kerk, banken,
stoelen, preekstoel, enz., is vernietigd.
Aan den westelijken gevel zijn beel
den beschadigd, maar het steenen
dakgewelf onder de kap, de torens
en andere gedeelten van het gebouw
zijn geheel gespaard. Tapijten, gobe
lins, schilderwerk en andere dingen
van waarde waren vóór de bezetting
van Reims door de Duitschers reeds
in veiligheid gebracht. De schade,
zoo zegt de correspondent van het
Engelsche blad, is erg genoeg, maar
zy is lang zoo erg niet als men ons
eerst had doen gelooven.
De hoofdbouw van de kathedraal
is ongerept gebleven. Granaten heb-
PLAATSELIJK NIEUWS.
De „Wognummers".
'Eigenlijk is de officieele naam
Gemengde Zangvereeniging „Jacob
Kwast" van Wognum. Directeur Wil
lem Saai. Maar onder dien naam
kent haar bijna niemand.
Gaat ge evenwel naar Londen en
ge spreekt daar den een of anderen
muziek-recensent en vraagt hem
„Do you remember the Wognum-
choir tien tegen één, dat hij ant
woordt: „Yos Lido"; en zoudt go
Parijs een bezoek willen brengen als
straks do droeve tijden voorbij zijn
en de Fransche natie zich weder
wijden kan aan werken des geestes
en der ontspanning, en ge zoudt een
dergelijke vraag doen, we zijn
zeker dat ge hetzelfde antwoord zoudt
ontvangen.
Ja, de Wognummers hebben
vrijwel een Europcesche vermaard
heid gekregen, al timmerden zij bij
voorkeur niet aan den weg en zoch
ten hun kracht in eenvoud. „In
character, in manners, in all things,
the supreme excellence is simplicity"
hooft, meen ik, Longfellow gezegd,
en het „Eenvoud is het kenmerk
van het ware" is een vrije vertaling
daarvan. Wye zou het dit koortje van
een veertig personen, alle eenvou
dige buiten menschen, aanzien, dat
ze een der beste gemengde koren
van Europa zijn Het geheim
dier uitmuntendheid berust bij den
dirigent, den heer Willem Saai, die
uit de Wognumsche zonen en doch-
teren de puiken der puiken kiest,
ze vormt en schoolt en Jacob Kwast
daarmee hooge eer aandoet.
„Nu stemt het puyck van soete kelen
Óm daar gesanghsn op te quelen''
En luister, daar zwellen de klanken
aan. Hoort ge wel die ragfijne, su
blieme pianissimo's uit die zilveren
vrouwenkelen, gesteund door de sonore
metalen klanken der bassen Hoe
ze aanzwellen tot een forto, een
fortissimo, uitjubelend de heerlijk
heid van het zingen zelf?
Daar is het subliem-mooie, diep
ontroerende Wilhelmus, van Marnix
van St. Aldegonde, dat, zoo puur eu
zoo rein als het hier gezongen werd,
u tot schreiens toe ontroert; daar
zijn die magnifieke melodiën uit
Valerius' Gedenckclanck met hun
eigenaardig, bekorend rythme, die
u al dadelijk onder den invloed bren
gen van iets waarlijk schoons en
verhevens. Hoe zinken, bij die klas
sieke, stoere en melodieuse wijzen
onzer voorvaderen, de moderne com
posities in 't niet! En toch willen
wij allerminst beweren, dat èn Ar-
nold Spoel's compositie „Wij willen
Holland houeu" èn „Neêrlands taal"
van de Vliegh banaal zijn, alleen
zijn ze aan die schitterende 16
d'eeuwers inferieur. -
Weder staat de dirigent gereed
hij heft de armen hoog; de gesprek
ken verstommenstilIs dat orgel
muziek, die daar weerklinkt? Wij
meenden, dat het een a-capella-koor
is, dat zonder instrumentale bege
leiding zingt. Maar in de compositie
van Dvóriik „God is mijn Herder"
hoorden wij duidelijk orgelmuziek.
Luister„God is mijn Herder, mij
zal niets ontbreken", is het niet de
zachte, gedragen klank van het orgel,
die daar weerklinkt? Spreekt uit „Hij
schenkt mij rust in groene weiden"
niet de vroomheid die aan dit instru
ment eigen is?
Hoort ge wel hoe de vox htimana
trilt en hoe de fluitregisters de mclo
die overnemen? Dat moet een orgel
zijn, dat daar boven uitklinkt; luis
ter naar dien subliemcn bas, als
metaalklank, als de klinkende, blin
kende stem van een gouden schaal
draagt hij de zware sonore begelei
ding en hoort ge wel, lioprt ge wol
goed, hoe heerlijk schoon dat sloi-
accoord wegsterft: „Uw stok eu staf
blijven altoos mijn steun en troost?"
Nietwaar, het is een kerkorgel van
schitterende kwaliteit, dat daar, door
meesterhand bespeeld, de ruimte van
het kerkgebouw vult
Waarde lezer, het is geen kerk
orgel, het is de eenvoudige, beschei
den zangvereeniging „Jacob Kwast"
van Wognum, die deze compositie
van Dvörak tot een orgelconcert
maaktehet zijn die eenvoudige
Noord-hollandsche boerinnetjes met
de flatteerendo kap en het witte
kleedje, en de bescheiden op den
achtergrond staande landlieden uit
het dorpje, die hun zang tot iets
volmaakts hebben opgevoerd en die
individueel niet eens weten hoezeer
zy ontroeren
Reeds is een ander nummer aan
gevangen; een glasheldere sopraan
zingt een refreinzacht valt het koor
in, ademloos luistert de menigte in
de kerk
Zoo zouden wy door kunnen gaan
wilden wij alles noemen en roemen,
we zouden ruimte te kort komen
Het was een avond om niet te ver
geten
Of er dan geen vlekjes waren?Of
alles zoo schitterend volmaakt was,
dat we voor kritiek geen plaats heb
ben Ach, laat ons over kleinigheden
zwijgen; zij vermochten niet den
indruk van het geheel te verstoren.
Het waren eenige onzuiverheden in
do sopranen, eenige aarzeling bij het
inzetten, maar er stond zooveel moois
tegenover dat zy veilig buiten be
schouwing kunnen blijven.
Moeten wij nog zeggen, dat het
kerkgebouw beide malen stamp en
stampvol was? Dat de menschen ge
pakt zaten als haringendat menige
zweetdroppel gevallen is in de be
nauwdheid van de atmosfeer? Dat
het verzoek om niet te applaudisee-
ren noode werd opgevolgd Laat ons
zwijgen over dat alles; het spreekt
zoo vanzelf bij een dergelijk concert.
Laat ons liever hopen, dat de wensch
van velen in vervulling gaat: dat
de Wognummers spoedig terugkomen
om den velen teleurgestelden, voor
wie do kerk geen ruimte meer bood,
alsnog in de gelegenheid te stellen
hun schado in te halen. Zij en de
kas van het Steuncomité zullen er
wel bij varen
Hel; ia in hoofdzaak de plaatselijke
afdcoling van „Toonkunst", die zich
beijverd hooft deze uitvoering voor
de stadgenooten te bezorgenhaar
komt daarvoor een warm woord van
hulde toe
Ziekenfonds „Helpt Elkander".
Zaterdagavond vergaderde het Zie
kenfonds „Helpt Elkander" in liet
lokaal van den heer P. dc Koning,
Hoofdgracht. Aanwezig waren op liet
appèl nominaal 127 leden.
Dc Voorzitter, de heer Goudswaard,
opent de vorgadering met een woord
van welkom aan allen, eu geeft daarna
het woord aan den Secretaris, Ier
lozing van dc notulen der vergadering
van 20 Juni 1914, die zonder op- of
aanmerkingen goedgekeurd worden.
Hierna is aan de orde rekening en
verantwoording van den penning
meester over het afgeloopon kwartaal
van 30/5 tot 5/9. De ontvangsten in
dat tijdsverloop bedroegen f 475.42B,
do uitgaven f336.90, voordeelig saldo
f 138.52', te zamen was, met hot saldo
op 30 Mei ii f 2028.78', op 5 Sept.
in kas f 2167.31Dc reservekas beliep
in ontvangst f 16.50, uitgaaf f 1.50,
saldo f 15.-, saldo 30 Mei f 208.88',
te zamen 5 Sept. in kas f 223.88'.
Deze rekening en verantwoording
wordt bij acclamatie goedgekeurd.
Ingekomen is een schrijven van de
ouders van het gestorven lid Kramer,
inhoudende eene dankbetuiging voor
de uitkeeringen tijdens de ziekte en
bij het overlijden.
Het Bestuur stelt voor, krachlens
art. 18 der statuten, aan hen, die
wegens mobilisatie plotseling zijn op
geroepen, vrijstelling van contributie
te verleenen Yoor den tyd dien zij
onder de wapenen doorbrengen. Zij
krijgen bij ziekte echter geene uitkee-
ring; treden bij demobilisatie onmid
dellijk weer in alle rechten van de
leden. Bij overlijden tijdens hun dienst
betrekking bij het Rijk krijgt de
weduwe de haar toekomende uitkec-
'ring. Bij acclamatie besloten.
Aan de orde is thans de verkiezing
van een vice:voorzitter en vier com
missarissen, die aan de beurt van
aftreden zijn en zich niet herkiesbaar
stellen. De Vice-Voorzitter, de heer
Coppens, zet het standpunt uiteen,
dat de aftredenden meenden te moeten
innemen. Oneenigheden zijn er nim
mer tusschen de leden en de aftre
denden geweest, zooals men wel
meende, maar in de laatste jaren zijn
er telkens allerlei verwijten tot het
bestuur gericht en ofschoon men al
eerder wilde aftreden, meende men
te mooten wachten tot de periodieke
termijn er was.
Candidaten zijn:
Vice-prosident (aftr. Coppens):
Joh. Blom (78 st.) Gekozen.
P. Koens (49 st.)
Commissaris wijk A (aftr. Rijers)
J. A. Bruning (37 st)
B. Goedknecht (89 st.) Gekozen.
Id. wijk C (aftr. Leder)
J. Boogaard (81 st.) Gekozen.
J. A. van Schijndel (45 st)
ld. wijk D (aftr. Clouting)
M. Grooff Jr. (62 st.)
J. Ran (65 st.) Gekozen.
Id. wijk F (aftr. Rotgans)
H. de Wit (stolde zich niet be
schikbaar) (21 st.)
J, van den .Belt (104 st.)Gokozon.
Do 'Voorzitter dankt, den aftre-
donden Yice-Yoorzitter voor alles wat
hij in de 6 jaar van zijn functie voor
do Vereeniging heeft gedaan. Vooral
heeft liy hard gewerkt om de rechts
persoonlijkheid van de Vereeniging
erkend te krijgen. Hij hoopt dat de
opvolger dezelfde sympathie als zijn
voorganger moge verwerven. Ook de
afgetreden commissarissen roept hij
een woord van dank toe voor de
medewerking en heet de nieuwe
lunctionarissen welkom.
De nieuw-benoemde Vice-Voorzitter
de heer Joh. Blom, spreekt zijnerzijds
een woord van dank voor het in hem
gestelde vertrouwen en hoopt zich
dat vertrouwen te mogen waardig
"maken en den afgetreden Vice-Voor
zitter te mogen navolgen. Hij hoopt
dat gcschillon die mochten r(jzen tot
wedorzijdsch genoegen opgolostmogen
worden.
De Voorzitter deelt mede, dat hel
insigne voor de leden thans f 0.80
kost aan de Vereeniging en de leden
voor f 0.60 wordt in rekening gebracht..
Tot commissieleden voor het nazien
der boeken voor de halfjaarlijksche
vergadering worden benoemd deleden
J. Alexander en A. Snel.
Bij de rondvraag vraagt de heer
Joh. Blom eene kleine som te willen
uittrekken voor het Steuncomité.
De Voorzitter deelt mede, dat hier
over in het bestuur gesproken is,
doch dat de meerderheid van het
bestuur meende niets te moeten uit
trekken omdat meestal steun verleend
wordt aan soldaten die ook nog door
het Rijk gesteund worden. En de
vereeniging weet zelf niet voor welke
gebeurlijkheden zij kan komen te
staan.
Hierover ontstaat eenige discussie.
De heer Blom en de Voorzitter hand
haven hun standpunt; de heer Val
kenburg meent dat de reserve-kas
de bron is om een bijdrage uit te
putten en dat er niets geen bezwaar
is een bedrag van een f '25. daaruit
le nemen voor het Steuncomité.
Met algemeene stemmeu wordt
tenslotte aldus besloten en het bedrag
op f25.— vastgesteld.
De heer Bruning vindt de kosten
voor een insigne wel wat hoog. Elk
nieuw lid moet ook de onkosten van
entrée en reglement dragen. Kan het
insigne niet afgeschaft worden vraagt
spreker.
De Voorzitter meent, dat de toe
stand zoo blijven moet. De prijs van
f 0.60, waarbij de kas de kosten van
f0.20 voor elk insigne draagt, kan
niet verminderd worden.
De vergadering wordt hierna ge
sloten.
Lijk herkend.
Het j. 1. Donderdag alhier aange
brachte lijk, dat nabij Kamperduin
was drijvende gevonden, is door de
familie herkend als te zijn Antonius
Marinus van Beek, geboren te 'sGra-
venhage 30 Maart 1874, wijlen 1ste
machinist aan boord van het Ned.
stoomschip „Automaat" en wonende
te Rotterdam. Genoemd stoomschip,
op reis van Grimsby naar Rotterdam,
is in de Noordzee vergaan. Alleen
de bootsman werd gered.
Gistermiddag brak oon lievige
brand uit in de boerderij van den
heer A. Grin te Koegras, nabij de
Spoorbrug.
Do boerderij brandde geheel af.
Verzekering dokt do schade.
Op verzoek vestigen wij de
aandacht op do advertentie in dit
nummer bul,reilende oen raszuivere
bok, afkomstig van de *geil.en-fok-
vorecniging te llozendaal (N.-B.).
een gouden kruis op het terrein aan
den Bolwog.
Het weer was heel wat beter dan
de vorige maal, zoodat er meer toe
schouwers aanwezig waren. H. B. S.
I was „versterkt" met Meerens en
Kramer. Wij hadden van deze ver
sterking meer verwacht dan wat wij
te zien kregen. De midden-voor heelt
eenige mooie kansen voorbij laten
gaan, door het niet tijdig overgeven
van de bal. De links-binnen was ook
niet te best op dreef en dit liet, zijn
invloed gelden over de geheele voor
linie, zoodat deze nu niet direct
first-class spel te zien gaf.
Alcmaria daarentegen vertoonde
een vlug spel, waarin het plaatsen
bijzonder de aandacht trok.
Voor de rust speelde zij met dc
vrij sterken wind mede, en slaagde
er in tweemaal te doelpunten.
Na de rust echter kon zij liet
zoover niet brengen. Wel werd af
en toe het H. B. S.-doel ingesloten
gehouden, doch tot het maken van
een goal kon men niet komen.
Het eind kwam dan ook met een
2—0 overwinning voor Alcmaria.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-Indië
Datum der
bezorging.
T(|dst.dai-
laat. bual.
a/li 1'ostli,
Naar Atjeh en onderhoorighedon
en de Oostkust van Sumatra
er Engeland eiken Dlnsd.J «.65'suv-
Naar Guyana (Suriname):
in 220ct, 0.55'aav.
Naar Öuraqao, Bonaire en Aruba:
zeepost via Amsterdam S cn230cl. I 6.56 'aav.
mail via Southampton jollcon Maan-
of Queenstown dag en Dond.I 0.55 'aav.
Naar St. Martin, St. Eustatius en
Saba:
zeepostvia Amsterdam 8 onSSOct. 6.66'aav.
(alleen op vori. <1. ufz.)
mail via Engeland 6 en 19 Ont. 11.56 'aav.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier-
kolonie en Transvaal
eiken Vrijdag, 3.40 's namiddags.
BINNENLAND.
Majoor Verhulst en kapitein Reimers.
Majoor Verhulst en kapitoui Rei-
mors zyn uit hun gevangenschap iu
Albanië in Den Haag aangekomen en
hebben bij den minister van oorlog
een bezoek gebracht.
„Deze was 't die ons schond I"
Gisterenmiddag nam do justitii
ten Bureele van „De Telegraaf" het
cliché van de plaat in beslag, door
Louis Raemaekers voor dat blad ge-
teekend on daarin den 23en Sept.
(avondblad" opgenomen en voorstel
lende twee steenen beelden van de
kathedraal van Reims, die tot een
tusschen hen geknield liggenden
militair.de woorden spreken: „Deze
was 't, die ons schond".
Dc inbeslagueming geschiedde naar
aanleiding van een logen „Do Tele
graaf" ingediende aanklacht, gegrond
op art. 100, Wetboek van Strafrecht
en luidende:
„Met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren wordt gestraft:
le. hij, die in geval van een oor
log, waarin Nederland niet betrok
ken is, opzettelijk eenige handeling
verricht, waardoor do onzijdigheid
van den staat wordt in gevaar ge
bracht."
De „Minerva".
De correspondent te Konatantinopel
van de „N. Rott. Ct." schrijft d.d. 13
September
Inzake de gewelddadige berooving
van het stoomschip „Minerva", van
de Kon. Ned. Stoomboot-MaaLschappij,
in de haven van Konstantinopel dooi
de militaire overheid (waarover tot
nog toe hier te lande niets was
ruchtbaar geworden), valt te melden,
dat de Porte tot nu toe op het sclrerpe
protest dienaangaande van ons ge
zantschap geantwoord heeft door een
mondelinge betuiging van leedwezen
van den adlatusimoestesjar) van den
groot-vizier, met verzekering, dat iets
dergelijks niet weder zal voorkomen.
Tegelijkertijd is de militaire inten
dance met de agenten van de reederlj
(K. N. S. M.) in onderhandeling ge
treden over de som, dooi- het depar
tement van oorlog voor de wegge
haalde lading te betalen, welk bedrag
men bereid zou wezen dadelijk in
geld (dus niet in bons of met voor-
loopig niet in te lossen cheques) te
voldoen.
De Turksche militaire overheid wil
daarvoor alleen maar met de reederlj
onderhandelen, en niet met de ver
schepers van de lading of met hen
voor wie ze bestemd was. Met dezen
moet volgens hare opvatting
du reederlj zich maar verstaan.
De „Minerva" wordt dezer dagen uit
Odessa hier terugverwacht.
(Sedert is bericht ontvangen, dat
de „Minerva", 8 Sept. uit Odessa
vertrokken, 10 Sopt. uit Konstanti
nopel de reis naar Amsterdam heeft
voortgezet).
Ruim een maand geleden werd de
„Minerva" bij Konstantinopel tot
tweemaal toe geënterd door Turk
sche militairen. Ofschoon de ruimen
officieel verzegeld waren, werd een
deel der lading, voor havens aan de
Zwarte Zee bestemd (voornamelijk
voedingsartikelen), in beslag gono-
men, waarschijnlijk echter met de
bedoeling om ervoor te betalen.
Burgerlijke Stand van Helder,
van 2U t.in. 28 Sopt.
BEVALLEN: M, van Luk-lHjl d„ M. WariVu-
miuB—Bakkor d„ C. do Romtiu-v. der Zeeuw z,,
H. Trap—v. der Pcot
OVERLEDEN: G. E. Vink 62 jaar, A. M. vuil
Beek 40 jaar, L, de Boer 00 jaai, Th. de luingoii
3 maanden, J. A. J. Uukkor—Sprenger 74 jaar.
MARINE EN LEGER.
K.B. ia, inel 26 Sopt., l>u den marine ato
SPORT.
Voetbal.
H. B. S. I—Aio. Vict'ix I.
Zondag j.1. speelden de bovenge
noemde elftallen uou wedstrijd om
Stoomvaartherichtan.
Stoomvaart-Maatschappij Nederland.
Radja, thuiareis, vertrok 26 Sept. van Colombo.
Sumatra, thuisreis, verlr.25Sept. vanCherlbon.
Grotius, uitreis, vertrok 26 Sept. van Colombo.
Koning. Emma, thuisr., vertr. 26 Sopt. v. Colombo.
Fr. J uliana, uitreis, arri v. 26 Sopt. toGravcscnd
Billiton,thuisreis, pass.2? Sept, Purim.
Oranje, thuisreis, vertrok 27 Sopt. van Snmlowii
Bay naar Londen,
Rotli vertrok 23 Sopt, van A'durn naar Java.
Boeroe, Lhuisrois, pass. 23 Sopt. Purim
Banka, arriveerde88Sept, van Saigon l.v. ilavre,
te Duinkerken.
Roepul, uitreis, pasa.28 Sopl. Dungeiioss.
Rotterdamsche Lloyd.
Tambora, uitreis, is 26 Sopt. Uovor gopass.
Wllls, thuisreis, arriv. 26 Sopt. to Snndown.
Goonloer,uitreis,arrlv.26Sopl iePadang.
Tahanan, thuisr., vort»26Sopl. van Padang.
T erna te, thuisr., vertr. 27 Sopt. van Porb-Sald.
Arakan, uitreis, arriv. 28 Sept. to Port-Sald.
Soerakarta, thuisreis, vertrok 27 Sopt, van Port.
Said naar Marselllo en Londen.
Kon. Holl. Lloyd.
Maasland arriv. 27 Sopt. van B. Ayres l.v. Londen,
te Amsterdam.
Rijnland, van Amsterdam naar Oarditt', passeer do
26 sept. Lizard.
Tubantia vertrok 25 Sopt. van Buenos-Ayres en
den 26sten van Montevideo naar A'daiu.
AmsleUand, thuisr., arrlv 26 öojit, to Santos.
f7 Sopl v
a Vigo.
Kon. West-Indische Maildienst.
25 Sopt. van NuwVork lil
s. 36 Sept. Deal.
Java-Bengalen Lijn.
Java arriv.25 Sept- van Java to Calcutta.
Commewijno, vor
Wost-IndtS.
Nickerie, uitreis,
Haven te Nieuwediep.
26 Sept. Aangekomen van Huil en vertrokken
naar Harllngen het Ned. s.s. „llotsy
27 Sopl. Vertrokken sjj. „Wostlnnd" van Guolo
naar Harlingen.
28 Sept. Vertrokken s.s. „Friesland" van Goule
naar Harlingen.
Idem sjj. „Starllng" van Londen «aa r
Harlingen.
Idem s.s. „Nieuwland" van Goole naar
Harlingen.
Idem' s.s. „Wostlund" vun Goule naar
Hkrlingen.
Idem s.s. „Duivoliind" van Harlingen
naar Blyth.
28 Sept. Aangekomen van Londen en vertrok
ken naar Harlingen Eng. s.s. „Falcon".
MARKTBERICHTEN.
Alkmaar, 26 Sept. 1914.
Aangevoerd 30 paarden f 100 a 400, 140 kou
sn ossen 1180 a f320, 81 nuclit. kalveren I
f8,—, 381 magere schapen f20.— i
96biggen
eu geiten f3,— a fs,-. 0 kleine bokjes fO.OO
a f0.00, boter per half K.G. hoogste prijs f0,85,
middelprys fOBO, laagste prijs f 0,65, aangevuurd
5824 kop, Kipeieren r6A0 a 17,- per 100.
Alkmaar, 28 Sept. 1914.
Aangevoerd 22koelen cn ossen f 170,- a f340,-
62 vette kalveren f40 a f 100,-, por K.G. f0,70
a f0,80, 35 nucht. idom f8,- a 122,-, 1279 vette
schapen f 2-1,— a f88,60, 630 volte varkens f 0,42
a f0,62 per K.G., 7 magere ld. fl'J a f24.
Beverwijk, 28 Sept. 1914.
Groenten. Spersiehoonon (enkel) f8-10,
idem (dubbel) f6-7, snjjboonen (6-8 per 100
K-G., bloemkool l'7-10,groonokoolf2-3per 100,
st., andijvie f 1.-1,60, salado fO.OO-0.70p. 100kr.,
wortelen 1'6-8 por 100 bos, appolen (zuur) f2.
per zak; duinaardappelon I'S—8.26 por H.L.
Purmorend, 29 Septomber 1914.
30 Btapols Eabriekakaas per 60 K.G. f 85,—
127 Boerenkaas 60 f 33.60
1 Commissie 60 f 30.—
1 Middelbare „60 f 30.60
1689 K.G. Boter per K.G. f 1.60 h f 1.60
822 Runderen:
534 vette per K.G. f 0.63 f 082
288 melk® en goldo r 133.- f 230.-
64 Stieren f 000.- f 000.—
64 Paarden f 000.- f 000.-
162 vette Kalvcron per K.G. f 0.00 f 0.80
808 nuchtere id. per stuk f 11.— f 22.-
869 vette Varkens por K.G. f 0.65 f 0.60
39 magere ld. per stuk f 14.— f 17.—
302 Biggen per stuk f 6.— f 10.—
3342 Schapen f 22.- f 31.-
Overhoudere f 0.- f 00.—
486 Lammoron f 18.— f 18,—
Ganzen
Kalkoenen f
Zwanen f
Kipeieren per 100 stuks f
Eendeieron 100 f
Kievitseieren per stuk f
600 zak Appelen f
1400 zak Poren
Melke-
kalveren
magere vt
o.- n 0 -
o.- r a-
o.- r o.-
cao f 7 -
o.- f o.-
o.- r o.-
2— r 4.-
iandol stug; vette
k&lvtren la matig;
minereu id. stug.