Breda, '28 September. (Part.) Aan een der Nederlandschu grensposten in Limburg heeft zich bij den luitenant Van Dorst hedenmorgen aangemeld een Duitsche militaire wielrijder, een landweerman, die van zijn troepen was afgedwaald en reeds twee dagen door Noord Belgie zwierf. Hij werd achtervolgd door vier Belgische burgers en daarom gaf hij zich aan onze post aan de grens gevangen. De vier Belgische burgers, die hom achtervolgden, bleken evenwel niet gewapend te zijn. De Duitscher ver telde eerst in Lotharingen te hebben gestaan, maar vandaar de vorige week met een bataljon naar Belgie te zijn teruggezonden, alwaar hij reeds bij de stelling Antwerpen in het vuur was geweest. Hij toonde een Franschen geweerkogel met duidelijke inker vingen. De Engelsche gesneuvelden. Door de autoriteiten zijn maat regelen getroffen dat de lijken der Rngeische opvarenden van de in den grond geboorde oorlogsschepen in ge- meenschappelijke graven zullen wor den ter aarde besteld in de zeeduinen. Voor het kustvak tusschen Egmond en IJrauiden zal dat te Castricum en voor het kustvak tusschen Katwijk en IJmuiden nabij Zandvoort ge schieden. De in IJmuiden aangebrachte lijken worden op de algemeene begraafplaats aldaar begraven. Fotografische opnamen zullen wor den gedaan, ten eindo later de iden titeit te kunnen vaststellen. Ontsnapte krijgsgevangenen. Te Winschoten zijn Zaterdagavond drie Belgische soldaten in burger- kleeding aangekomen, die in Duitsch- land krijgsgevangen waren en ont vlucht zijn. Zij zijn liefderijk behan deld en wonschen zoo spoedig moge lijk naar België terug te keeren. Dit laatste staat hun vrij. Art. 13 van de vijfde conventie der tweede Haagsche vredesconferentie luidt namelijk „De onzijdige mogendheid die ont snapte krijgsgevangenen op haar grondgebied krijgt, zal ze vrij laten. Indien zij ze op haar grondgebied toe laat, kan zij hun een verblijfplaats aanwijzen. Dezelfde bepaling is van toepassing op krijgsgevangenen die door troepen welke een toevlucht zoeken op hel; grondgebied van de onzijdige mogend heid, worden meegevoerd." Franschen op weg naar huis. De correspondent te Oldenzaal schrijft: Zondagmorgen arriveerden uit Han- nover te Oldenzaal 103 Fransche heeren en damus, die aldaar sedert het. uitbreken van den oorlog waren gevangen gohouden. Zij werden tot hier begeleid door een Duitsch Rijks rechercheur. Ze deelden ons mede, dat zy, toen de oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk uitbrak, met vacantie te Metz vertoefden, van waar zij gevankelijk naar Hannover werden overgebracht, waar zij op eigen kosten werden gevangen ge houden. Ongeveer een maand geleden was hun vergunning verleend, via Koulen naai- Frankrijk terug te keeren, doch toen zij in genoemde plaats aankwamen, waren zij op nieuw naar Hannover, teruggevoerd. Sedert was de Amerikaansche consul aldaar in hun belang werkzaam ge weest; hij had hun passen verschaft en weten te verkrijgen, dat zij thans naar Nederland mochten afreizen, uitgezonderd verschillende jonge man nen onder hen. Zij vertrokken allen naar Den Haag, om daar de bemidde ling van den Franschen gezant voor de verdere reis in te roepen. Varloven ambtenaren. Een aantal ambtenaren der poste rijen en telegrafie heeft zich tot den directeur-generaal van dit dienstvak gericht met het verzoek, vergoeding te mogen ontvangen van bet derven der verlofdagen in 1914. Dat zich thans omstandigheden voordoen, die het geven der normale verloven be lemmeren, wordt ten zeerste betreurd, maar verwacht werd, dat de ambte naren het derven van verlof als eene noodzakelijkheid zouden aanvaarden. De directeur-geDeraal der P. en 7'. vindt het pijnlijk te moeten ervaren dut vele ambtenaren hierin weereen welkome gelegenheid meenen te zien om van de administratie wat geld los te krijgen. Waar mogelijk, zal het reglementaire verlof nog worden ver leend, doch vergoeding wegens niet genoten verlof is buitengesloten, ter wijl overbrenging van het tekort aan verlof in dit jaar op het volgend jaar, op practische bezwaren zal stuiten. De Engelsche schipbreukelingen naar hun land terug. Zaterdagavond kwamen te Viis- singen aan ongeveer 280 matrozen en officieren van de gezonken Engelsche kruisers, die naar hun vaderland mochten terugkeeren. Direct gingen de mannen aan boord van de mailboot „Mecklenburg" der maatschappij Zee- Land, die hen naar Queensborough zou brengen. Te ongeveer tien uur ging de „Mecklenburg" naar de reede, om des morgens vroeg zee te kiezen. Te ongeveer 12 uur was men op de plaats van bestemming, waar niet werd aangelegd. De Engelschen werden per sleepboot afgehaald en naar Chattam gebracht. Onderweg ontmoette men o.a. een zusterschip van oon der gezonken kruisers; de bemanning van dit schip liet „three cheers" hooren, wat door de geredde matrozen werd beantwoord. Deze laatsten deden hetzelfde toen men de „Helene", een zusterschip van de „Flora" ontmoette. De mannen hadden maar één roep over de w(j ze, waarop zij in Nederland ontvangen zijn. Bij het verlaten van de „Mecklenburg" klonken de cheers voor onze Koningin en bij het wegstoomen der sleepboot als afscheid aan de bemanning van de „Mecklenburg". De mailboot keerde direct naar Vlissingen terug en meerde des avonds ongeveer half acht inde buitenhaven aldaar. Te veel Neutraliteit? Het gaat Noorwegen al net als ons, liet kan het niemand naar den zin maken; „Morgenbladet"deelt een brief inee, dien het blad ontving van een koopman, die veel zaken met Engeland doet. De Engelsche fabri kanten schreven den koopman in Christiania, dat de houding van Zwe den en Noorwegen in dezen oorlog in Engeland ernstig wantrouwen wekt.. En het blad voegt daaraan toe: „Soortgelijke brieven krijgen onze handelshuizen van Engelsche en van Duitsche zijde. Men verlangt van ons neutraliteit, maar als wij dan met de grootste zorg neutraal zijn, ons van oordeel onthouden, en de be richten van beide zijden opnemen, dan zeggen beide mogendheden: „Zoudt gij als 't u belieft niet wat minder neutraal willen wezen?" Maar dal gaat nu eenmaal niet. Want neutraal is neutraal DE OORLOG (Vervolg). De algemeene toestand. Nog steeds duurt de strijd over de geheele linie van de Oise tot de Maas met onverminderde kracht voort. Duitsche en Engelsch-Fran- sche berichten geven een denkbeeld van de kracht, waarmede de aan vallen nu hier en dan daar worden ondernomen, waarmede de verdedi ging wordt gevoerd. Er wordt aan beide zijden gestreden met alle mid delen, die de moderne techniek aan de hand doet. Vliegmachines snor ren onophoudelijk boven de linies, om de stellingen te verkennen, om de positie op te sporen van de artil lerie, om na te gaan, of versterkin gen aanrukken en naar welk ge deelte zij worden gezonden. Bruggen worden geslagen, om over de rivieren te trekken, die de stel lingen doorsnijden, en bij nacht en duisternis moeten de troepen, die dan een rivier-overgang beproeven, plotseling verlicht door de reusach tige reflectors die in de stellingen aanwezig zijn, een dekking pogen te vinden voor de op hen neervallende projectielen. En zoo gaat het nu reeds dagen lang; over en weer wordt nu oen klein voordeel behaalcl, dat, dan weel moet worden opgegeven. Hot ver haal uit de „Times" zegt: „Over eiken duimbreed gronds wordt tel kens opnieuw gestreden, somtijds wel een dozijn koeren. Een dorp is zoo dikwijls door de Franschen en dan weer door do Duitschers be stormd, dat het niets meer is dan een puinhoop." Eu het resultaat van dit strijden een week laDg! Het is duidelijk, dat in zulk een strijd ontzettende verliezen worden geleden. Er zijn brieven van Duitsche soldaten in de bladen opgenomen, waarin wordt medegedeeld hoe ern stig de verliezen zijn, niet alleen onder de manschappen, maar ook onder de officieren. Gohcelc regimen ten zijn weggemaaid door het vijan delijk geschut,van anderen nog slechts enkele manschappen overde meesten hebben ontzettend geleden in hun officierscorps. Maar niet alleen aan Duitsche zijde zijn de verliezén groot. Ook aan Fransche zijde worden die zwaar ge voeld. De mededeeling van Hamilton Fife in de „Daily Mail" geeft daar voor een nieuw bewijs. De pleegzuster die hij sprekende invoert, zegt, „Denk eens aan het aantal twee millioen. Dat is nooit voorgekomen. Denk aan de juistheid der doodende machines. Aan het aantal kanonnen, aan de ontzettende, hoe veelheid mu nitie die zij verslinden. Duitschland moet één groot hospitaal worden, Frankrijk begint hetzelfde te worden De „Times" zegt: „Ook wij hebben veel geleden. De verlieslljsten toonen, dat van de Engelsche troepenmacht 1100 officieren in één maand zijn gedood en gewond, vermist, en dat er bovendien nog velen zeer ernstig ziek zijn. Er zijn ongeveer vijf infanterie-divisies naar Frankrijk ge zonden. Elke divisie telt 600 officie ren, zoodat wij in een maand twee officieren verloren op de vijf of 40°/0. Wanneer de officieren in buitenge wonen dienst worden uitgezonderd, dan telt nu het Engelsche leger, in Yele bataljons, nog slechts vijf of zes officieren. Nu heeft Engeland honderden offi cieren uitgezonden, om de leegten aan te vullen, maar dat kan niet steeds voortgaan, en ieder officier, die uitgezonden wordt, zegt de „Ti mes", is een instructeur minder in het land, om de Dieuwe troepen- op te leiden en voor den dienst geschikt te maken. Het nieuwe leger, dat in Engeland wordt gevormd, zogt het City-blad, zal minstens 18 maanden noodig hebben om geschikt te zijn voor den dienst te velde, en tegen over moderne artillerie te worden gebruikt, en dan nog maar alleen, zoo er voldoende officieren zijn om de troepen te onderwijzen. Zoo gaat het natuurlijk by de an dere legers ook, al zeggen zij het niet zoo openhartig. De aanvulling zal niet gemakkelijk zijn. De berichten die de „Times" be vat over het Oostenrijksche leger zeggen, dat de verliezen daarvan zoo groot geweest zijn, dat er bijna geen officieren meer zijn. Dat is duidelijk, wijl het de taak der officieren is den troep te leiden en dus voorop te gaan. Maar waar moet dat heen Nu is de achtste week van dezen strijd voorbij. En reeds z(jn honderddui zenden gevallen, op alle slagvelden, in België, Frankrijk, Oost-Pruisen, Galicië. En nog steeds duurt het voort, aan de Marne, aan de Weich- sel, aan de San, aan de Save, op de zeeënoveral slachting, dood, moord, vernietiging Moeten eerst de oorlogvoerende landen zijn uitgemoord, voordat het ernstige woord van vrede wordt ge sproken Is het nu nog geen tijd aan deze slachting een einde te maken Hoelang nog? Quousque tandem? Dat is de vraag die thans rijst op aller lippen, in aller harten (Alg. Handelsbi.) De stand van hat krijgsbedrijf. De kern van het nieuws vormen nog steeds de officieele berichten, in den laatsten tijd in liet, bizonder de Fransche, omdat zij liet uitvoerigst z(jn. Deze berichten blijven ook van veel belang, al iloulen zij niet veel mede, omdat zulks op zichzelf een symploon is, waaruit men in ver band met de berichten van den tegenstander, zijn conclusie kan treklen. Het laatste officieele Fran sche communiqué bijvoorbeeld komt terug op de gevechten van den 25en eu 26en eu geeft er een tamolijk uitvoerige beschrijving van. De uit slag van die gevechten was in een vorig belicht reeds kort gemeld. De Duitschers hebben over het heele front aanvallen gedaan, die alle zijn afgeslagen, zoo heette het toen. Dat het jongste Fransche bericht daar niets aan heeft toe te voegen dan eenige bijzonderheden wijst uit, dat het bij het afslaan van den aan val gebleven is en het offensief niet is hervat. Een en ander bevestigt de Duitsehe mededeeling, dat de toe stand gisteren onveranderd is geble ven. Daaruit blijkt meteen, dat de Duitschers met hun dezer dagen weder begonnen offensief totdusver evenmin veel succes hebben gehad, als de bondgenooten gedurende de vorige week met het hunne. In hoe verre het Duitsche offensief heeft ge diend om den rechtervleugel aflei ding te verschaften kan men uit de schaarsche berichten niet opmaken. Wel spreken de Franschen van aan merkelijke vorderingen op hun linker vleugel, maar zij onthouden zich er van deze topografisch te omschrijven. (N. Rott. Ct.) Een motie. Berlijn, 28 Sept. (W. B.) In de heden gehouden gemeenschappelijke verga dering van 'den Duitschen Handels dag, den Duitschen Landbouwraad, het oorlogscomité uit de Duitsche Industrie, en den Duitschen hand- werks- en ambachts-kamerdag werd een motie aangenomen, waarin dank wordt gebracht aan leger en vloot, en verklaard, dat Duitschland tot alle offers bereid is eu besloten vol te houden, totdat een resultaat zal ver kregen zijn, dat met de ongehoorde offers yan den strijd in overeenstem ming is en een herhaling er van onmogelijk maakt. Dan worden vaste grondslagen verkregen voor den nieuwen bloei, de nieuwe macht en de nieuwe welvaart van het Duitsche Rijk. Een telegram werd opgesteld en verzonden aan don Keizer, waai deze motie ter kennis van '/t werd gebracht. Een gevecht in de lucht. De Duitsche aviaTeura hebben op hun tochten gevechten geleverd tegen vijandelijke vliegers. Zulk gevecht wordt in een veldpostbrief aldus beschreven: „Nu ben ik weet hersteld en naar liet-front teruggekeerd. Met trots kan ik je meedeelen, dat ik na een suc cesvollen tocht liet „IJzeren Kruis" heb gekregen. Ik wil je iu het kort van deze vlucht vertellen. Wij waren voor een verkennings tocht opgestegen en bevonden ons juist boven N., toen wij door drie Fransche vliegers aangevallen werden. Ons toe stel werd heftig onder vuur genomen, want niet alleen de vijandelijke vlie gers, doch ook de vestingartillerie van N. beschoot ons. Mijn verkenner, een kapitein, werd gedood. Wij bevonden ons op een hoogte van 2200 M. Plotseling zag ik, dat mijn benzinereservoir lekte twee schoten hadden het doorboord en een ander schot had een buis doen scheuren. Op dit oogonblik wei gerde ook de moter en ik was ge dwongen, een noodlanding te doen. Tot mijn verbazing sloeg de moter op een hoogte van 1400 M. plotseling aan, en het gelukte my de legerplaats te bereiken. Een mijner vervolgens had ik door een welgemikt schot ge raakt. De onderscheiding werd mij door den kroonprins vanover handigd." ben aan de zuidzijde de beeren be schadigd aan den noordoostkant is er een geheel vernietigd. Maar veel van de vensters met gekleurde ramen daarentegen zijn heel gebleven. Alleen de vensters aan den oostelijken gevel zijn geheel vernietigd. Het bij de beschieting in brand geraken van de houten steigers, die tegen de kathe draal, waaraan herstellingen uitge voerd werden, aanhingen, heeft de grootste schade veroorzaakt, vooral aan de kerkramen eiwde gebeeld houwde figuren in deir noordweste- lijkon vleugel. De brandende stellages stakeu de balkeu van het hoofddak en van de zijbeuken in brand; hier door smolt het lood, dat weer het steenen lofwerk aan het uitwendige beschadigde. Zelfs de klokken zijn door de hitte van den brand ver vormd. Lunévllle. Lunéville behoort tot de plaatsen inhetMeurthe-en-Moezel-departeraent, waar hevig gestreden is, die door de Duitschers veroverd en door de Fran schen weer heroverd z(jD. De prefect van het departement Meurthe-en-Moe zei deelt in een zakelijk rapport het volgende mede omtrent de bezetting van Lunéville door de Duitschers van Aug. tot 12 Sept. De balans der verliezen, zoo schrijft hij in zijn rapport, kan als volgt opgemaakt: twaalf menschenlevens opgeofferd, meer dan honderd huizen verbrand of vernietigdde onder-pre fectuur is niets meer dan een hoop puin. De daden aan plundering kun- kunnen nog niet geteld worden. Dc stad heeft een schatting van 650,000 frank in goud betaald. Gedurende den geheelen duur van de bezetting hebben de meeste nood zakelijke voedingsmiddelen ontbro ken er was geen vleesch meer, geen boter, geen vet, kruidenierswaren ontbraken. Twee dagen was er geen broodgeen gas meer, geen electri- citeit, geen petroleum. De huizen werden 's avonds verlicht met behulp van olie, die als voedingsmiddel ge bruikt wordt, cn kaarsen, voor zoo ver ze te krijgen waren. Den eersten dag zijn de burgemees ter van Lunéville en twaalf van zijn medeburgers in gijzeling genomen en eerst na tien dagen losgelaten. In het vervolg moesten eiken dag vier nieuwe gijzelaars voor de veilig heid van de Duitsche troepen instaan. De burgemeester van Lunéville heeft tot hot einde toe en niet zonder ge vaar zijn vollen plicht gedaan op een koelbloedige cn waardige wijze, die boven allen lof verheven is. Het Saksische leger. „De „Figaro" deelt mede, dat liet Saksische leger, waarvan generaal von Hauseu de chef was, die, gelijk we vroeger meldden, van zijn com mando is ontheven, geheel ontbon den is. Het bestond uit het 12e en 19e corps van liet Duitsche leger, en vereenigd met de Pruisische garde, vormde het de derde armee, dat den inval in België deed. By de hevigste gevechten in do omgeving van Na men en het Sambre-Meusegebied was het betrokken. Verder streed het mede in den vreeselijken kamp bij Signy-l'Abbaye en Chaumont-Porcien, en in het gebied van de Marne had het tot taak deel te nemen aan de gevechten op de plateaus te noorden van Sézanne, Vitry-le-Framjois en de moerassen van Saint-Gond. Vooral het 12e Saksische corps had ontzet tend te lijden. Later werden gedeel ten er van, waaronder ook de cava lerie, na in Lotharingen gestreden te hebben, naar de Russische grens ge dirigeerd, waar 't. volgens een bericht uit Petersburg gedecimeerd werd. De kathedraal te Relms. In Engelsche bladen vinden wij thans berichten van correspondenten, die bevestigen, dat, hoewel de kathe draal te Reims door het bombarde ment zware en voor een deel onher stelbare schade geleden heeft, men niet kan zeggen, dat de kerk ver woest is. Toen de Fransche regeering aan de wereld bekend maakte, dat van de kathedraal van Reims niets dan een hoop puin over was, moet zij, zegt' een der correspondenten, grovelijk onjuist zijn ingelicht. Volgens den eenen correspondent is het gebouw vrijwel intact. Het dak en de ruiten van gebrand glas zyn beschadigd. Alle houtwerk in het inwendige der kerk, banken, stoelen, preekstoel, enz., is vernietigd. Aan den westelijken gevel zijn beel den beschadigd, maar het steenen dakgewelf onder de kap, de torens en andere gedeelten van het gebouw zijn geheel gespaard. Tapijten, gobe lins, schilderwerk en andere dingen van waarde waren vóór de bezetting van Reims door de Duitschers reeds in veiligheid gebracht. De schade, zoo zegt de correspondent van het Engelsche blad, is erg genoeg, maar zy is lang zoo erg niet als men ons eerst had doen gelooven. De hoofdbouw van de kathedraal is ongerept gebleven. Granaten heb- PLAATSELIJK NIEUWS. De „Wognummers". 'Eigenlijk is de officieele naam Gemengde Zangvereeniging „Jacob Kwast" van Wognum. Directeur Wil lem Saai. Maar onder dien naam kent haar bijna niemand. Gaat ge evenwel naar Londen en ge spreekt daar den een of anderen muziek-recensent en vraagt hem „Do you remember the Wognum- choir tien tegen één, dat hij ant woordt: „Yos Lido"; en zoudt go Parijs een bezoek willen brengen als straks do droeve tijden voorbij zijn en de Fransche natie zich weder wijden kan aan werken des geestes en der ontspanning, en ge zoudt een dergelijke vraag doen, we zijn zeker dat ge hetzelfde antwoord zoudt ontvangen. Ja, de Wognummers hebben vrijwel een Europcesche vermaard heid gekregen, al timmerden zij bij voorkeur niet aan den weg en zoch ten hun kracht in eenvoud. „In character, in manners, in all things, the supreme excellence is simplicity" hooft, meen ik, Longfellow gezegd, en het „Eenvoud is het kenmerk van het ware" is een vrije vertaling daarvan. Wye zou het dit koortje van een veertig personen, alle eenvou dige buiten menschen, aanzien, dat ze een der beste gemengde koren van Europa zijn Het geheim dier uitmuntendheid berust bij den dirigent, den heer Willem Saai, die uit de Wognumsche zonen en doch- teren de puiken der puiken kiest, ze vormt en schoolt en Jacob Kwast daarmee hooge eer aandoet. „Nu stemt het puyck van soete kelen Óm daar gesanghsn op te quelen'' En luister, daar zwellen de klanken aan. Hoort ge wel die ragfijne, su blieme pianissimo's uit die zilveren vrouwenkelen, gesteund door de sonore metalen klanken der bassen Hoe ze aanzwellen tot een forto, een fortissimo, uitjubelend de heerlijk heid van het zingen zelf? Daar is het subliem-mooie, diep ontroerende Wilhelmus, van Marnix van St. Aldegonde, dat, zoo puur eu zoo rein als het hier gezongen werd, u tot schreiens toe ontroert; daar zijn die magnifieke melodiën uit Valerius' Gedenckclanck met hun eigenaardig, bekorend rythme, die u al dadelijk onder den invloed bren gen van iets waarlijk schoons en verhevens. Hoe zinken, bij die klas sieke, stoere en melodieuse wijzen onzer voorvaderen, de moderne com posities in 't niet! En toch willen wij allerminst beweren, dat èn Ar- nold Spoel's compositie „Wij willen Holland houeu" èn „Neêrlands taal" van de Vliegh banaal zijn, alleen zijn ze aan die schitterende 16 d'eeuwers inferieur. - Weder staat de dirigent gereed hij heft de armen hoog; de gesprek ken verstommenstilIs dat orgel muziek, die daar weerklinkt? Wij meenden, dat het een a-capella-koor is, dat zonder instrumentale bege leiding zingt. Maar in de compositie van Dvóriik „God is mijn Herder" hoorden wij duidelijk orgelmuziek. Luister„God is mijn Herder, mij zal niets ontbreken", is het niet de zachte, gedragen klank van het orgel, die daar weerklinkt? Spreekt uit „Hij schenkt mij rust in groene weiden" niet de vroomheid die aan dit instru ment eigen is? Hoort ge wel hoe de vox htimana trilt en hoe de fluitregisters de mclo die overnemen? Dat moet een orgel zijn, dat daar boven uitklinkt; luis ter naar dien subliemcn bas, als metaalklank, als de klinkende, blin kende stem van een gouden schaal draagt hij de zware sonore begelei ding en hoort ge wel, lioprt ge wol goed, hoe heerlijk schoon dat sloi- accoord wegsterft: „Uw stok eu staf blijven altoos mijn steun en troost?" Nietwaar, het is een kerkorgel van schitterende kwaliteit, dat daar, door meesterhand bespeeld, de ruimte van het kerkgebouw vult Waarde lezer, het is geen kerk orgel, het is de eenvoudige, beschei den zangvereeniging „Jacob Kwast" van Wognum, die deze compositie van Dvörak tot een orgelconcert maaktehet zijn die eenvoudige Noord-hollandsche boerinnetjes met de flatteerendo kap en het witte kleedje, en de bescheiden op den achtergrond staande landlieden uit het dorpje, die hun zang tot iets volmaakts hebben opgevoerd en die individueel niet eens weten hoezeer zy ontroeren Reeds is een ander nummer aan gevangen; een glasheldere sopraan zingt een refreinzacht valt het koor in, ademloos luistert de menigte in de kerk Zoo zouden wy door kunnen gaan wilden wij alles noemen en roemen, we zouden ruimte te kort komen Het was een avond om niet te ver geten Of er dan geen vlekjes waren?Of alles zoo schitterend volmaakt was, dat we voor kritiek geen plaats heb ben Ach, laat ons over kleinigheden zwijgen; zij vermochten niet den indruk van het geheel te verstoren. Het waren eenige onzuiverheden in do sopranen, eenige aarzeling bij het inzetten, maar er stond zooveel moois tegenover dat zy veilig buiten be schouwing kunnen blijven. Moeten wij nog zeggen, dat het kerkgebouw beide malen stamp en stampvol was? Dat de menschen ge pakt zaten als haringendat menige zweetdroppel gevallen is in de be nauwdheid van de atmosfeer? Dat het verzoek om niet te applaudisee- ren noode werd opgevolgd Laat ons zwijgen over dat alles; het spreekt zoo vanzelf bij een dergelijk concert. Laat ons liever hopen, dat de wensch van velen in vervulling gaat: dat de Wognummers spoedig terugkomen om den velen teleurgestelden, voor wie do kerk geen ruimte meer bood, alsnog in de gelegenheid te stellen hun schado in te halen. Zij en de kas van het Steuncomité zullen er wel bij varen Hel; ia in hoofdzaak de plaatselijke afdcoling van „Toonkunst", die zich beijverd hooft deze uitvoering voor de stadgenooten te bezorgenhaar komt daarvoor een warm woord van hulde toe Ziekenfonds „Helpt Elkander". Zaterdagavond vergaderde het Zie kenfonds „Helpt Elkander" in liet lokaal van den heer P. dc Koning, Hoofdgracht. Aanwezig waren op liet appèl nominaal 127 leden. Dc Voorzitter, de heer Goudswaard, opent de vorgadering met een woord van welkom aan allen, eu geeft daarna het woord aan den Secretaris, Ier lozing van dc notulen der vergadering van 20 Juni 1914, die zonder op- of aanmerkingen goedgekeurd worden. Hierna is aan de orde rekening en verantwoording van den penning meester over het afgeloopon kwartaal van 30/5 tot 5/9. De ontvangsten in dat tijdsverloop bedroegen f 475.42B, do uitgaven f336.90, voordeelig saldo f 138.52', te zamen was, met hot saldo op 30 Mei ii f 2028.78', op 5 Sept. in kas f 2167.31Dc reservekas beliep in ontvangst f 16.50, uitgaaf f 1.50, saldo f 15.-, saldo 30 Mei f 208.88', te zamen 5 Sept. in kas f 223.88'. Deze rekening en verantwoording wordt bij acclamatie goedgekeurd. Ingekomen is een schrijven van de ouders van het gestorven lid Kramer, inhoudende eene dankbetuiging voor de uitkeeringen tijdens de ziekte en bij het overlijden. Het Bestuur stelt voor, krachlens art. 18 der statuten, aan hen, die wegens mobilisatie plotseling zijn op geroepen, vrijstelling van contributie te verleenen Yoor den tyd dien zij onder de wapenen doorbrengen. Zij krijgen bij ziekte echter geene uitkee- ring; treden bij demobilisatie onmid dellijk weer in alle rechten van de leden. Bij overlijden tijdens hun dienst betrekking bij het Rijk krijgt de weduwe de haar toekomende uitkec- 'ring. Bij acclamatie besloten. Aan de orde is thans de verkiezing van een vice:voorzitter en vier com missarissen, die aan de beurt van aftreden zijn en zich niet herkiesbaar stellen. De Vice-Voorzitter, de heer Coppens, zet het standpunt uiteen, dat de aftredenden meenden te moeten innemen. Oneenigheden zijn er nim mer tusschen de leden en de aftre denden geweest, zooals men wel meende, maar in de laatste jaren zijn er telkens allerlei verwijten tot het bestuur gericht en ofschoon men al eerder wilde aftreden, meende men te mooten wachten tot de periodieke termijn er was. Candidaten zijn: Vice-prosident (aftr. Coppens): Joh. Blom (78 st.) Gekozen. P. Koens (49 st.) Commissaris wijk A (aftr. Rijers) J. A. Bruning (37 st) B. Goedknecht (89 st.) Gekozen. Id. wijk C (aftr. Leder) J. Boogaard (81 st.) Gekozen. J. A. van Schijndel (45 st) ld. wijk D (aftr. Clouting) M. Grooff Jr. (62 st.) J. Ran (65 st.) Gekozen. Id. wijk F (aftr. Rotgans) H. de Wit (stolde zich niet be schikbaar) (21 st.) J, van den .Belt (104 st.)Gokozon. Do 'Voorzitter dankt, den aftre- donden Yice-Yoorzitter voor alles wat hij in de 6 jaar van zijn functie voor do Vereeniging heeft gedaan. Vooral heeft liy hard gewerkt om de rechts persoonlijkheid van de Vereeniging erkend te krijgen. Hij hoopt dat de opvolger dezelfde sympathie als zijn voorganger moge verwerven. Ook de afgetreden commissarissen roept hij een woord van dank toe voor de medewerking en heet de nieuwe lunctionarissen welkom. De nieuw-benoemde Vice-Voorzitter de heer Joh. Blom, spreekt zijnerzijds een woord van dank voor het in hem gestelde vertrouwen en hoopt zich dat vertrouwen te mogen waardig "maken en den afgetreden Vice-Voor zitter te mogen navolgen. Hij hoopt dat gcschillon die mochten r(jzen tot wedorzijdsch genoegen opgolostmogen worden. De Voorzitter deelt mede, dat hel insigne voor de leden thans f 0.80 kost aan de Vereeniging en de leden voor f 0.60 wordt in rekening gebracht.. Tot commissieleden voor het nazien der boeken voor de halfjaarlijksche vergadering worden benoemd deleden J. Alexander en A. Snel. Bij de rondvraag vraagt de heer Joh. Blom eene kleine som te willen uittrekken voor het Steuncomité. De Voorzitter deelt mede, dat hier over in het bestuur gesproken is, doch dat de meerderheid van het bestuur meende niets te moeten uit trekken omdat meestal steun verleend wordt aan soldaten die ook nog door het Rijk gesteund worden. En de vereeniging weet zelf niet voor welke gebeurlijkheden zij kan komen te staan. Hierover ontstaat eenige discussie. De heer Blom en de Voorzitter hand haven hun standpunt; de heer Val kenburg meent dat de reserve-kas de bron is om een bijdrage uit te putten en dat er niets geen bezwaar is een bedrag van een f '25. daaruit le nemen voor het Steuncomité. Met algemeene stemmeu wordt tenslotte aldus besloten en het bedrag op f25.— vastgesteld. De heer Bruning vindt de kosten voor een insigne wel wat hoog. Elk nieuw lid moet ook de onkosten van entrée en reglement dragen. Kan het insigne niet afgeschaft worden vraagt spreker. De Voorzitter meent, dat de toe stand zoo blijven moet. De prijs van f 0.60, waarbij de kas de kosten van f0.20 voor elk insigne draagt, kan niet verminderd worden. De vergadering wordt hierna ge sloten. Lijk herkend. Het j. 1. Donderdag alhier aange brachte lijk, dat nabij Kamperduin was drijvende gevonden, is door de familie herkend als te zijn Antonius Marinus van Beek, geboren te 'sGra- venhage 30 Maart 1874, wijlen 1ste machinist aan boord van het Ned. stoomschip „Automaat" en wonende te Rotterdam. Genoemd stoomschip, op reis van Grimsby naar Rotterdam, is in de Noordzee vergaan. Alleen de bootsman werd gered. Gistermiddag brak oon lievige brand uit in de boerderij van den heer A. Grin te Koegras, nabij de Spoorbrug. Do boerderij brandde geheel af. Verzekering dokt do schade. Op verzoek vestigen wij de aandacht op do advertentie in dit nummer bul,reilende oen raszuivere bok, afkomstig van de *geil.en-fok- vorecniging te llozendaal (N.-B.). een gouden kruis op het terrein aan den Bolwog. Het weer was heel wat beter dan de vorige maal, zoodat er meer toe schouwers aanwezig waren. H. B. S. I was „versterkt" met Meerens en Kramer. Wij hadden van deze ver sterking meer verwacht dan wat wij te zien kregen. De midden-voor heelt eenige mooie kansen voorbij laten gaan, door het niet tijdig overgeven van de bal. De links-binnen was ook niet te best op dreef en dit liet, zijn invloed gelden over de geheele voor linie, zoodat deze nu niet direct first-class spel te zien gaf. Alcmaria daarentegen vertoonde een vlug spel, waarin het plaatsen bijzonder de aandacht trok. Voor de rust speelde zij met dc vrij sterken wind mede, en slaagde er in tweemaal te doelpunten. Na de rust echter kon zij liet zoover niet brengen. Wel werd af en toe het H. B. S.-doel ingesloten gehouden, doch tot het maken van een goal kon men niet komen. Het eind kwam dan ook met een 2—0 overwinning voor Alcmaria. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-Indië Datum der bezorging. T(|dst.dai- laat. bual. a/li 1'ostli, Naar Atjeh en onderhoorighedon en de Oostkust van Sumatra er Engeland eiken Dlnsd.J «.65'suv- Naar Guyana (Suriname): in 220ct, 0.55'aav. Naar Öuraqao, Bonaire en Aruba: zeepost via Amsterdam S cn230cl. I 6.56 'aav. mail via Southampton jollcon Maan- of Queenstown dag en Dond.I 0.55 'aav. Naar St. Martin, St. Eustatius en Saba: zeepostvia Amsterdam 8 onSSOct. 6.66'aav. (alleen op vori. <1. ufz.) mail via Engeland 6 en 19 Ont. 11.56 'aav. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier- kolonie en Transvaal eiken Vrijdag, 3.40 's namiddags. BINNENLAND. Majoor Verhulst en kapitein Reimers. Majoor Verhulst en kapitoui Rei- mors zyn uit hun gevangenschap iu Albanië in Den Haag aangekomen en hebben bij den minister van oorlog een bezoek gebracht. „Deze was 't die ons schond I" Gisterenmiddag nam do justitii ten Bureele van „De Telegraaf" het cliché van de plaat in beslag, door Louis Raemaekers voor dat blad ge- teekend on daarin den 23en Sept. (avondblad" opgenomen en voorstel lende twee steenen beelden van de kathedraal van Reims, die tot een tusschen hen geknield liggenden militair.de woorden spreken: „Deze was 't, die ons schond". Dc inbeslagueming geschiedde naar aanleiding van een logen „Do Tele graaf" ingediende aanklacht, gegrond op art. 100, Wetboek van Strafrecht en luidende: „Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft: le. hij, die in geval van een oor log, waarin Nederland niet betrok ken is, opzettelijk eenige handeling verricht, waardoor do onzijdigheid van den staat wordt in gevaar ge bracht." De „Minerva". De correspondent te Konatantinopel van de „N. Rott. Ct." schrijft d.d. 13 September Inzake de gewelddadige berooving van het stoomschip „Minerva", van de Kon. Ned. Stoomboot-MaaLschappij, in de haven van Konstantinopel dooi de militaire overheid (waarover tot nog toe hier te lande niets was ruchtbaar geworden), valt te melden, dat de Porte tot nu toe op het sclrerpe protest dienaangaande van ons ge zantschap geantwoord heeft door een mondelinge betuiging van leedwezen van den adlatusimoestesjar) van den groot-vizier, met verzekering, dat iets dergelijks niet weder zal voorkomen. Tegelijkertijd is de militaire inten dance met de agenten van de reederlj (K. N. S. M.) in onderhandeling ge treden over de som, dooi- het depar tement van oorlog voor de wegge haalde lading te betalen, welk bedrag men bereid zou wezen dadelijk in geld (dus niet in bons of met voor- loopig niet in te lossen cheques) te voldoen. De Turksche militaire overheid wil daarvoor alleen maar met de reederlj onderhandelen, en niet met de ver schepers van de lading of met hen voor wie ze bestemd was. Met dezen moet volgens hare opvatting du reederlj zich maar verstaan. De „Minerva" wordt dezer dagen uit Odessa hier terugverwacht. (Sedert is bericht ontvangen, dat de „Minerva", 8 Sept. uit Odessa vertrokken, 10 Sopt. uit Konstanti nopel de reis naar Amsterdam heeft voortgezet). Ruim een maand geleden werd de „Minerva" bij Konstantinopel tot tweemaal toe geënterd door Turk sche militairen. Ofschoon de ruimen officieel verzegeld waren, werd een deel der lading, voor havens aan de Zwarte Zee bestemd (voornamelijk voedingsartikelen), in beslag gono- men, waarschijnlijk echter met de bedoeling om ervoor te betalen. Burgerlijke Stand van Helder, van 2U t.in. 28 Sopt. BEVALLEN: M, van Luk-lHjl d„ M. WariVu- miuB—Bakkor d„ C. do Romtiu-v. der Zeeuw z,, H. Trap—v. der Pcot OVERLEDEN: G. E. Vink 62 jaar, A. M. vuil Beek 40 jaar, L, de Boer 00 jaai, Th. de luingoii 3 maanden, J. A. J. Uukkor—Sprenger 74 jaar. MARINE EN LEGER. K.B. ia, inel 26 Sopt., l>u den marine ato SPORT. Voetbal. H. B. S. I—Aio. Vict'ix I. Zondag j.1. speelden de bovenge noemde elftallen uou wedstrijd om Stoomvaartherichtan. Stoomvaart-Maatschappij Nederland. Radja, thuiareis, vertrok 26 Sept. van Colombo. Sumatra, thuisreis, verlr.25Sept. vanCherlbon. Grotius, uitreis, vertrok 26 Sept. van Colombo. Koning. Emma, thuisr., vertr. 26 Sopt. v. Colombo. Fr. J uliana, uitreis, arri v. 26 Sopt. toGravcscnd Billiton,thuisreis, pass.2? Sept, Purim. Oranje, thuisreis, vertrok 27 Sopt. van Snmlowii Bay naar Londen, Rotli vertrok 23 Sopt, van A'durn naar Java. Boeroe, Lhuisrois, pass. 23 Sopt. Purim Banka, arriveerde88Sept, van Saigon l.v. ilavre, te Duinkerken. Roepul, uitreis, pasa.28 Sopl. Dungeiioss. Rotterdamsche Lloyd. Tambora, uitreis, is 26 Sopt. Uovor gopass. Wllls, thuisreis, arriv. 26 Sopt. to Snndown. Goonloer,uitreis,arrlv.26Sopl iePadang. Tahanan, thuisr., vort»26Sopl. van Padang. T erna te, thuisr., vertr. 27 Sopt. van Porb-Sald. Arakan, uitreis, arriv. 28 Sept. to Port-Sald. Soerakarta, thuisreis, vertrok 27 Sopt, van Port. Said naar Marselllo en Londen. Kon. Holl. Lloyd. Maasland arriv. 27 Sopt. van B. Ayres l.v. Londen, te Amsterdam. Rijnland, van Amsterdam naar Oarditt', passeer do 26 sept. Lizard. Tubantia vertrok 25 Sopt. van Buenos-Ayres en den 26sten van Montevideo naar A'daiu. AmsleUand, thuisr., arrlv 26 öojit, to Santos. f7 Sopl v a Vigo. Kon. West-Indische Maildienst. 25 Sopt. van NuwVork lil s. 36 Sept. Deal. Java-Bengalen Lijn. Java arriv.25 Sept- van Java to Calcutta. Commewijno, vor Wost-IndtS. Nickerie, uitreis, Haven te Nieuwediep. 26 Sept. Aangekomen van Huil en vertrokken naar Harllngen het Ned. s.s. „llotsy 27 Sopl. Vertrokken sjj. „Wostlnnd" van Guolo naar Harlingen. 28 Sept. Vertrokken s.s. „Friesland" van Goule naar Harlingen. Idem sjj. „Starllng" van Londen «aa r Harlingen. Idem s.s. „Nieuwland" van Goole naar Harlingen. Idem' s.s. „Wostlund" vun Goule naar Hkrlingen. Idem s.s. „Duivoliind" van Harlingen naar Blyth. 28 Sept. Aangekomen van Londen en vertrok ken naar Harlingen Eng. s.s. „Falcon". MARKTBERICHTEN. Alkmaar, 26 Sept. 1914. Aangevoerd 30 paarden f 100 a 400, 140 kou sn ossen 1180 a f320, 81 nuclit. kalveren I f8,—, 381 magere schapen f20.— i 96biggen eu geiten f3,— a fs,-. 0 kleine bokjes fO.OO a f0.00, boter per half K.G. hoogste prijs f0,85, middelprys fOBO, laagste prijs f 0,65, aangevuurd 5824 kop, Kipeieren r6A0 a 17,- per 100. Alkmaar, 28 Sept. 1914. Aangevoerd 22koelen cn ossen f 170,- a f340,- 62 vette kalveren f40 a f 100,-, por K.G. f0,70 a f0,80, 35 nucht. idom f8,- a 122,-, 1279 vette schapen f 2-1,— a f88,60, 630 volte varkens f 0,42 a f0,62 per K.G., 7 magere ld. fl'J a f24. Beverwijk, 28 Sept. 1914. Groenten. Spersiehoonon (enkel) f8-10, idem (dubbel) f6-7, snjjboonen (6-8 per 100 K-G., bloemkool l'7-10,groonokoolf2-3per 100, st., andijvie f 1.-1,60, salado fO.OO-0.70p. 100kr., wortelen 1'6-8 por 100 bos, appolen (zuur) f2. per zak; duinaardappelon I'S—8.26 por H.L. Purmorend, 29 Septomber 1914. 30 Btapols Eabriekakaas per 60 K.G. f 85,— 127 Boerenkaas 60 f 33.60 1 Commissie 60 f 30.— 1 Middelbare „60 f 30.60 1689 K.G. Boter per K.G. f 1.60 h f 1.60 822 Runderen: 534 vette per K.G. f 0.63 f 082 288 melk® en goldo r 133.- f 230.- 64 Stieren f 000.- f 000.— 64 Paarden f 000.- f 000.- 162 vette Kalvcron per K.G. f 0.00 f 0.80 808 nuchtere id. per stuk f 11.— f 22.- 869 vette Varkens por K.G. f 0.65 f 0.60 39 magere ld. per stuk f 14.— f 17.— 302 Biggen per stuk f 6.— f 10.— 3342 Schapen f 22.- f 31.- Overhoudere f 0.- f 00.— 486 Lammoron f 18.— f 18,— Ganzen Kalkoenen f Zwanen f Kipeieren per 100 stuks f Eendeieron 100 f Kievitseieren per stuk f 600 zak Appelen f 1400 zak Poren Melke- kalveren magere vt o.- n 0 - o.- r a- o.- r o.- cao f 7 - o.- f o.- o.- r o.- 2— r 4.- iandol stug; vette k&lvtren la matig; minereu id. stug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 2