HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4377 ZATERDAG 17 OCTOBER 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37* 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advartentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25% hoogsr berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exempiaar 2i cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de 2e helft van October. Maandag 19 Dlnadag 20 Errprlns loods I Nieuwe Kerk Oost-Batterij Van Speyk Langestraal Dlrka Admiraal Marine-cantine Kon. Emma Tivoli Zangk. „Ons Dool" mot Stofm. Heldert Mannenkoor Lezing Stumpliiua Muziekuitvoering Harmonie Lez. metliclitb. Slingorv. Ram. Voordr. ond. leid. v. ds.Warnera Lez. met lichtb. Sllngerv. Ram. Lez. met lichtb. Chaillet Zang-enMuz.-ultv.leid.Jaegers 1u. Entree op programmu 0p pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. Fransch-Dultschs oorlog 1870 '71. 2. Feuilleton, enz. De pensionneering der mindere militairen bij Land-en Zeemacht. De onderofficieren en minderen bij de land- en zeemacht hebben sinds jaren getracht verbetering te ver krijgen van de pensioenen, die voor hen bij de-pensioenwetten van 1902 zijn vastgesteld. De regeering heeft zelve ingezien, dat de pensioenen inderdaad verbetering behoeven en na de flinke verbetering, die in de pensionneering der officieren is ge bracht, werd de verbetering van de pensioenen zoo mogelijk nog meer urgent. In 1912 werd reeds aan de onderofficieren en minderen een ver hooging in het vooruitzicht gesteld. Minister Colijn had met het oog op de te verwachten pensioen-ontwerpen slechts in de uiterste noodzakelijkheid de menschen den dienst doen ver laten. Immers uittreding uit den dienst beteekende voor dezulken, dat zij gepensionneerd werden vol gens de tegenwoordige wet. In de wetsontwerpen, die kant en klaar liggen voor openbare behan deling in de Kamer, wordt voorge steld aan de verhoogde pensionneering terugwerkende kracht te verleonen tot 8 Mei 1913. Nu zijn onder de tegenwoordige ministers van oorlog en marine zeer velen uit den dienst ontslagen. Al deze menschen zijn gepensionneerd tegen den lageren pensioengrondslag. Er .zijn er mij meerderen bekend, die een pensioen van f 9. hebben gekregen en vol gens hot ontwerp recht hebben op f 14.-. Dat uit de begrootingen alle voor stellen tot lotsverbetering zullen ver dwijnen is begrijpelijk.De economische toestand en in de eerste plaats de toestand dor schatkist is een zoo ongunstige, dat dergelijke positie verbeteringen moeten worden uit- Doch bij deze pensioen-ontwerpen staat de zaak geheel anders. Hier hebben wij te doen met een officieele toezegging, die reeds in 1912 is ge daan. Hier geldt het den minderen te gevon, wat den officieren reeds is geschonken. Mr. de Meester, de afgevaardigde voor het district den Helder, heeft dit op 8 October 1914 uitnemend in de Kamer in het licht gesteld. Hij deed m. i. terecht het voorstel de pensioen-ontwerpen zeer spoedig aan de orde te stellen. Dit voorstel werd door den voor zitter der Kamer en door dr. Bos bestreden. Dr. Bos meende, dat het beter zou zijn, als do Jieor de Meester zijn voorstel introk, omdat de regee ring toch ook overtuigd is, dat deze zaak spoedig onder de oogen moet worden gezien. Maar dit laatste juist, die spoedige behandeling, staat niet vast. Zeer terecht zeide de heer de Meester „Wanneer ik zeker was van een spoedige behandeling, bijv. over een maand of tegelijkertijd met de be handeling van de Staatsbegrootiug, dan was het wat anders, maar die zekerheid kan, waar uitstel juist plaats heeft met het oog op de tegen woordige omstandigheden, niet wor den gegeven. En juist omdat ik deze ontwerpen wil losmaken van de financieole omstandigheden, heb ik mijn voorstel gedaan." Wij betreuren het zeer, dat do meerderheid der Kamer zich tegen het voorstel van den heer de Meester verklaarde. Het is nu maar te hopen, dat de behandeling der dringende pensioen ontwerpen niet te lang wordt uitgesteld. De talrijke gepeusion- neerden, die voor de terugwerkende kracht van af 8 Mei 1913 in aan merking komen, kunnen op die spoe dige behandeling eenig recht laten gelden en zy zullen den heer de Meester dankbaar zijn, dat hij daar voor een lans heeft gebroken. W. J. E. H. M. de Jonq. DE OORLOG De algemeene toestand. De berichten van het Westelijk oorlogsveld zijn nog steeds van weinig beteekenis. Een deel der Duitsche troepen, die aan de inneming van Antwerpen hadden medegewerkt, wordt gebruikt ter vervolging van de Belgische troepen, die uit Ant werpen naar de kust zyn gevlucht. Daarbij hebben de Daitschers Gent, Brugge en Selzaete bezet, en vol gens berichten van vluchtelingen uit Ostende is ook die stad in handen der Duitschers. Dit is echter officieel nog niet bevestigd. De Engelsche troepen, die Ostende bezet hadden zijn gedeeltelijk per schip, gedeeltelijk in Zuidelijke rich ting over land afgetrokken. In de Noordzee kruisen Engelsche oorlogs schepen ter hoogte van Ostende. Het overschot van het Belgische leger is eveneens van Ostende in Zuidwestelijke richting getrokken. In Frankrijk worden de gevechten voortgezet; de Duitsche troepen heb ben Rljssel bezet, de Franschen heb ben aanmerkelijk terrein gewonnen in den omtrek van Lens en tusscheu Atrecht en Albert. Daarentegen mel den de Duitsche berichten, dat aan vallen in de nabijheid van Albert met groote verliezen van de Fran schen zijn afgeslagen. De „Köln. Ztg." weet nog mede te deelen, dat in die gevechten bij Warschau 8000 gevangenen weiden gemaakt en 25 kanonnen buit ge maakt. Aan die gevechten namen deel troepen, die tot het He Siberi sche legerkorps behoorden,een korps dat in vredestijd in het militaire district Irkoetsk thuis behoort. En volgens de „Voss. Ztg." zouden aan dio gevechten ook Japansche officieren on Japansche artillerie hebben deel genomen. Sedert zijn de Duitèche troepen er in geslaagd tot Warschau door te dringen. Tenminste in het officieele bericht van den Duitschen generalen .staf wordt gozegd: Onze troepen staan voor Warschau, en tevens wordt daarin gemeld, dat de poging dei- Russen om in de linie Iwangorod Warschau een aanval op de Duitsche troepen te doen, is afgeslagen. Uit alles blijkt, dat de Russen hier met zeer groote troepen massa's pogen den opmarsch te doen mislukken; in dat geval zal een ernstig gevecht niet uitblijven en zullen wij weldra van die zijde van het oorlogsterrein belangrijke berichten kunnen ver wachten. (Handelsblad). Van het centrum der groote slag linie wordt in geen der berichten eenig nieuws gemeld. Wel wordt in de Franschc berichten melding ge maakt van eenige partieele voordee- len op den Fransehen rechtervleugel tusschen Maas en Moesel en in het gebied van Verdun. Maar overigens is de toestand daar nog onveranderd. Van eenig meer belang zijn de be richten uit het oostelijk gebied. Bij do poging om ten noorden van dén spoor weg Koningsbergen—Peters burg in Duitschland te vallen hebben de Russen bij Schirwindt ernstige verliezen geleden, en ook de troepen die bij Lyck en Bialla poogden Duitsch- laud binuon te rukken, werden terug gedreven. De Duitsche berichten mel den, dat daarbij vele kanonnen buit gemaakt zijn. Uit de Russische berichten blijkt verder, dat zuidelijk van dit gevechts terrein de Duitsche troepen de Weich- sel zijn overgetrokken en dat hunne voorhoeden tot zeven mijlen van Warschau zijn gekomen. Over een gebied van 2C0 K.M. is hier dagen lang zeer ernstig gevoch ten. Een correspondent van Reuter geeft hierover mededeelingen, die echter door duidelijkheid niet uit munten, een gevolg van des censors pogingen, om zoo weinig mogelijk namen te noemen. Bij „zeker dorp" werd gevochten, doch waar dit dorp ligt, wordt niet gemeld, en het is moeilijk na te gaan, welk dorp be doeld wordt. („Handelsblad"). 0p het Westelijk oorlogstooneel. De Duitschers in Frankrijk. Parijs, 15 Oct. Officieel bericht van 11 uur 's avonds: De berichten van vandaag wijzen er op, dat er op verschillende punten van het front vorderingen zijn ge maakt. Zoo op den linkervleugel ten Noorden van de Lys, waar wij Estaire (Westelijk van Rijsel) genomen heb ben, voorts in het centrum ten Noor den en ten Oosten van Reims, waar wij bijna 2 K.M. zijn gevorderd, en op de Maasheuvels en in WoCvre ten Zuiden van St. Mi hiel en bij Marcheville. Berlijn, 16 Oct. Uit het groote hoofdkwartier Heftige aanvallen van de Franschen in de strook noordwestelijk van Reims werden afgeslagen. De Franschen meldden in hun ambtelijke mededeelingen, dat zij op verschillende punten van het front, b.v. bij Berry au Bac ten noord westen van Reims, merkbare vorde ringen gemaakt hadden. Deze mede deelingen zijn geenszins in overeen stemming met de feiten. De gezondheidstoestand van het Duitsche leger., Het leven in de loopgraven, dat de legers nu al wekenlang achter elkaar moeten volhouden, is in elk opzicht noodlottig. Een redacteur van „Het Leven", die in Metz den Kreisarzl, prof. dr. Besserer uit Münster, sprak, door de militaire overheid naar Metz gezonden, om den strijd aan te binden tegen de dreigende besmettelijke ziekten, deelt daarover mede: Prof. Besserer hing een treurig beeld op van den gezondheidstoestand onder de Duitsche troepen aan het front. Buitengewoon groot was het aantal soldaten dat aan buikloop leed en ook zeer veel gevallen van longont steking en enkele van typhus waren reeds voorgekomen. „Maar is dat ook anders mogelijk", riep de professor uit, „nu zeer veel soldaten vijf dagen en nachten ach tereen hebben moeten doorbrengen in de, door de hevige regens half met water gevulde loopgraven, omdat ze er eenvoudig niet uit konden komen, daar zoodra er maai een hoofd boven de loopgraven uitkwam, daar ook een Franscbe kogel in zat. Vijf dagen lang, gedurende welke daar ook de aanvoer van proviand onmogelijk was, moest worden ge teerd op het brood dat in den ransel was en dat ten slotte zelfs beschim meld werd gegeten; vijf dagenlang, gedurende welke de uitwerpselen van al die menschen zich in de smalle loopgraven ophoopten en een ver pestende lucht verspreidenvijf dagen lang, zonder dat doode of gewonde makkers konden worden weggehaald „Moeten onder zulke omstandig heden niet zeer velen van hen, die niet door een vyandelijken kogel werden getroffen, ten offer vallen aan ziekten, die oen niet minder doode- lijke uitwerking hebben dan kogels en granaten! „Gelukkig breidt de ziekte zich op het oogenblik niet meer uit, zijn wij er in geslaagd haar- te beteugelen - het weer is nu goed, werkt mee, maar als de strijd hier om Verdun nog lang duurt en we krijgen weer regen, waarbij dan nog komen de steeds kouder wordende nachten, dan De profeSor sprak niet uit wat dim, maar zijn bedenkelijk hoofd schudden zei genoeg. Uit de loopgraven. De „Etoile de' 1'Elst" te Nancy pu bliceert een brief van een officier aan zijn ouders, waaruit wij enkele passages vertalen Ik schrijf dezen brief in een loop graaf, waar ik een stoel heengesleept heb mijn tafel bestaat uit een plan k ik beb een flink pak tabak voor ine liggen en een mooie pijp, welke ik uit Muhlhausen meebracht. Ik heb 1 gegeten en zit nu in het zonnetje te schrijven. Mijn gezondheid is uit stekend. Krijgen wij een dag eens geen of weinig eten, dan halen we onze schade den volgenden dag wel in we laten trouwens geen gelegen heid voorbijgaan om het rijksmenu zoo mogelijk met het een of ander uit te breiden. Gewoonlijk krijgt ieder man per dag 1 pond vleesch met rijst of snijboonen, een brood van zeven onswat brandewijn of rhum en om de twee dagen een stuk Gruyerekaas. Lucifers en sigarettenpapier worden gratis verstrekt. De loopgraaf, waarin mijn compag nie ligt, bevindt zicb op honderd meter afstand van den vijand. We kunnen duidelijk waarnemen als de Duitschers hun maaltijd krijgen en zouden bijna met elkaar kunnen praten - als ik m'n Duitsch maar wat beter sprak. En bovendien, het schijnt, dat we met die luidjes in oorlog zijn Den 21en werd ik tot onder-luite nant benoemd. Den volgenden dag meldde ik me by mijn nieuwen com pagnies-commandant, die me dadelijk het commando overdroeg, daar hij zelf bevel over het bataljon op zich moest nemen. De geest onder onze jongens is prachtig, niettegenstaande ze nu al 46 dagen aan het vechten zijn. Ik voel me bepaald prettig. Sinds een paar uur heb ik weer een prach tige, schoone zakdoek tot mijn be schikking, een weelde, welke ik in geen twee weken gekend heb. Ik ben van plan me in den loop van den dag te laten scheren en m'n haar te laten knippen dat wordt tijd, er is sinds 80 Augustus geen schaar meer in geweest. Werkelijk, het leven te velde is nog zoo slecht niet als er maar niet joo ontzettend veel ellende te zien was. Ik spaar u maar het ver haal van al die verschrikkelijke din gen en van de verwoesting van het land, waaruit we den vijand binnen kort hopen te verjagen. Onze taak is moeilijk, - maar tenslotte zullen we het toch klaar spelen. De Duitschers in België. Berlijn, 16 October. (Wolff.) Uit het groote hoofdkwartier: Brugge is den 14den, Oostende den 15den dezer door onze troepen bezet. Maastricht, 16 October.''(Part. D. B.) Het overblijvende gedeelte van het Belgisch leger uit Antwerpen, dat zich uit de omgeving van Oostende naar de richting Duinkerken terug trekt, wordt in zijn volmaakt ged.es- orgauiseerden afmarsch tusschen Dix- muiden en Roulers beschermd door Fransche marine-troepen en eenige cavalerie, die daar versterkingen op wierpen. Heden, Donderdagmiddag 2 uur, werd deze stelling aangevallen door belangrijke Duitsche strijdkrach ten van alle wapenen. Indien, wat ik waarschijnlijk acht, deze erin zouden slagen de Fransche bezetting terug te dringen, zullen de Duitsche troepen spoedig voor Duin kerken verschijnen, dat door de bond- genooten is versterkt. Do Belgische bevolking vlucht over haast in de richting Duinkerken en Boulogne en vermeerdert de wanorde op de straatwegen. Daar de groote verbindingsweg Brugge-Oostende— Nieuwpoort zich in Duitsche handen bevindt, zijn in de omgeving Duin kerken-Boulogne binnenkort ernsti ge gevechten te verwachten. De Duitsche Rijkskanselier te Brussel. De Duitsche Rijkskandelier v. Both- mann Hollweg is met den chef van het civiele kabinet van den Keizer von Valentini, den gezant von Treut- ler en den legatieraad von Mutius Woensdag te Brussel aangekomen. Van de Limburgsche grens. Te Maeseyck zijn Donderdag weer een 50-tal Duitschers gekomen. Ver moed wordt, dat ze bezig zijn, geheel westelijk en oostelijk Belgie van eventueel daar achtergebleven Bel gische militairen te zuiveren en hot land onder Duitsch bestuur tt? stel len; de tramlijnen, waarvan de wa gens en locomotieven door hen zijn in orde gebracht, worden ook thans door hen geëxploiteerd. Op alle plaat sen in het kanton Maeseijck hebben de bewoners aanzegging gekregen, binnen een bepaalden tijd hun fietsen en motorrijwielen in te leveren. De «al van Antwerpen. Berlijn, 15 October. (Wolff.) Officieel. Hot groote hoofdkwartier deelt mede: Bij Antwerpen zijn in het geheel vier- tot vijfduizend gevangenen ge maakt. Het is te verwachten, dat er binnenkort nog een groot aantal Belgische soldaten, die burgerkleeding aangetrokken hebben, gevangen ge nomen zullen worden. Volgens mede- dceling van de consuls van Terneuzen zijn er ongeveer twintigduizend Bel gische en tweeduizend Engelsche soldaten op Nederlandsch grondge bied gekomen, waar zij ontwapend zijn. Hun" vlucht moet in de grootste haast geschied zijn, 't geen blijkt uit de massa weggeworpen kleeding- stukken, vooral van de Engelsche Royal Naval divisie. De oorlogsbuit te Antwerpen ge maakt is grootop zijn minst vijf honderd kanonnen, een massa munitie, zadels en dekens, zeer veel materiaal voor den gezondheidsdienst, tal van auto's, veel locomotieven en wagens, vier millioen kilo graan, voel meel, kolen, vlas, voor tien millioen mark wol, koper, zilver ter waarde van ongeveer een half millioen mark, een gepantserde trein, verscheidene ge vulde verplegingstreinen, groote hoe veelheden vee. Belgische of Engelsche schepen waren niet meer te Antwerpen. De 34 Duitsche stoomschepen en drie Duitsche zeilschepen, die bij hot uit breken van den oorlog in de haven van Antwerpen lagen, waren met uitzondering van één nog aanwezig. Echter -had men de machines onbruik baar gemaakt. Slechts de Gneisenau van de Norddeutsche Lloyd is tot zinken gebracht. De groote haven sluizen zijn intakt gebleven, maar vooreerst door met steenen bezwaarde booten niet bruikbaar. De havenin richtingen zijn onbeschadigd. De toestand te Antwerpen. Breda, 16 October. Twee indu- strieelen, <jie naar Antwerpen zijn geweest, verhalen, dat zij op de heenreis, die zij per rijwiel deden, te Merxem bij Antwerpen 4 uren op het afstempelen van hun pas moesten wachten. Er waren slechts zeer wei nig terugkeerenden. Sterke drank mag in het door Duitschers bezette gebied niet meer worden verstrekt. Slechts bier en limonade. Aan de herstelling van de Antwerp- sche forten werd met koortsachtigen ijver gewerkt en de toegang tot de forten is streng verboden. In Ant werpen zelf is het nog ongewoon stil; slechts zeer enkele zaken zijn open. Na 7 uur Duitschen tijd (8 uur Belgischen tijd) moet alles dicht zijn en mag niemand zich meer op straat vertoonen. Licht behoeft des nachts niet voor de vensters te worden ge brand. In de straten worden des nachts electrisch en gaslicht ontstoken en heden zou de tram weer aan 't rijden gaan. De stoomvaart van Rotterdam op Antwerpen is nog niet hersteld. Duitsche marine officieren zyn bezig om op de Schelde de door de Bel gen gestrooide mijnen op te ruimen. Daarna zullen evenwel door de Duit schers zeiven op bepaalde plaatsen mijnen worden gelegd, zoodat het vaarwater niet dan met Duitsche loodsen zal kunnen bevaren worden. Eerst nadat die werkzaamheden ge reed zijn, kan aan een hervatting der vaart worden gedacht. Onder de zware beiegerings- artillerie der Duitschers. De Duitsche artillerie is Antwer pen binnengetrokken met bloemen in 't knoopsgat. Zij geldt als degene, die de stad genomen heeft. De „Fuss artillerie" is van een door 't veldleger wol eens wat weinig geacht wapen tot groote waardeering gekomen. Wij zijn in de gelegenheid, een en ander mede te deelen van bevindin gen der officieren van de Duitsche artillerie, die zoo kersversch de be schieting van Antwerpen achter den rug hadden, en die hadden gewerkt met het nieuwe, zware belegerings geschut van Krupp. Het zal ten on zent zeker wel interesseeren, wat over de daarmede tegen het Belgische „nationale reduit" opgedane ervarin gen te vernemen. De Duitsche artilleristen zijn zelf eigenlijk bijna verbaasd over de uit werking van hun zware stukken,van 30 c.M., 42 c.M. „Dat die invloed zoo geweldig zou zijn, dat wij met betrekkelijk kleine troepen zoo onver biddelijk en onverwijld forten en vestingen zouden doen ontruimen, hadden wij niet gedacht. De comman dant zelf kende vóór de mobilisatie het geschut niet, er waren denke lijk voor den oorlog uit de stukken niet meer dan drie schoten, voor de beproeving, gedaan. Luik bracht ons al dadelijk de eerste kennismaking, hoe wij b.v. met eene batterij van twee stukken, met een paar schoten een fort onbruikbaar maakten, dat geheele regimenten had buiten ge vecht. gesteld. Daarop, telkens achter het veldleger, naar Namen, daarop naar Maubeuge. Hier zijn wij Duit schers maar 6f)00 man sterk geweest, tegen 80.000 der bezetting, en hoe spoedig is de inneming gegaan Fransche officieren, met wien wij na de overgave rustig als technici de zaak besproken hebben, verklaarden ons dan ook dat het vuur van deze zware granaten het verblijf in de forten en batterijen eenvoudig met den besten wil van de wereld voor elke minuut langer onhoudbaar had gemaakt. De Fransche vesting-artille rie schoot goed genoeg maar wij kunnen ons zóó op een afstand en verdekt opstellen, dat men ons een voudig niet uitvindt. Wy schieten immers ook met rookzwak kruit". En dan schijnt het eenvoudig voor de beschotenen een gewaarwording van absolute machteloosheid te zyn, de onverbiddelijk treffende granaten in hun midden te krijgen, met hun helsche uitwerking en er niets tegen te weten te doen. Zoo is het ook b|j Antwerpen ge gaan. Ook daar was het leger veel kleiner dan men denkt. Vooromsiu- geling was 't Duitsche korps volstrekt niet voldoende. „Onze verwachting was zeker geweest, dat de aauval drie maanden zou kosten. En ziet, in twaalf dagenWij hebben groote loopgraven en werken gevonden,die prachtig waren aangelegd en zeer inoderne-vestinggedeelten ook, alles nog bijna geheel intact en blijkbaar door de ;bezettingen verlaten in het gevoel, dat tegen dat zware belege- ringsvuur alles onhoudbaar wordt. „Als men vraaft, of wij op artillerie- gebied nieuwe ervaringen hebben opgedaan, dan is het vooral deze. dat de batterij-commandant persoonlijk zoo dicht bij zijn doel kan komen. Onze officieren lagen in de tirailleur- linie, op 1000 M., zelfs 600 M. van het doel, en konden dus de uitwerking van de schoten volkomen waarnemen. Telephonisch met de 8 of 10 K.M. achterwaarts opgestelde stukken ver bonden, konden zij zoo het vuur nauwkeurig regelen en de noodige correcties opgeven. Daar de stukken zeer precies schieten, was 't niet moeielljk, in enkele schoten een pant sertoren afdoende en met bijna wis kunstige zekerheid te treffen". Veld werken en tusschen batterijen ontdekte men met de toegevoegde vaste lucht ballons en luchtvaartuigen. Eenmaal het doel waargenomen, ishettreffeu voor den artillerist een klein kunstje, en, zooals gezegd, dan bemerkt men al heel spoedig, dat de bezetting 't er onmogelijk langer houden kan. „Wij hebben zeiven 't gevoel van een onverbiddelijke macht te zijn, die, als 't veldleger eenmaal ons 't op stellen heeft mogelijk gemaakt, bjjna met noodwendigheid de versterkingen lam leggen. Wij denken, dat 't zoo ook met Parijs zal gaan. Of wij daar zullen komen, dkt kan natuurlijk niemand zeggen. Dat hangt er van af, wat de veldlegers aan de Aisne bereiken. Maar kan eenmaal de zware belegeringsartillerie oprukken, dan...." t.Hbld."). Aan het Oost-Pruische front. Berlijn, 16 Oct. (Wolff.) Uit het groote hoofdkwartier De Russen hebben eergisteren een poging gedaan om zich weer in het bezit te stellen van Lyck. De aanvallen werden afgeslagen 800 gevangenen, 1 kanon en 8 mi trailleurs vielen in onze handen. St. Petersburg (Petrograd). 16 Oct. (Pef. tel.-ag.) Van den grooten gene ralen staf: De toestand aan het Oost-Pruisi sche front onderging geen verandering. Duitsche berichten. Men meldt uit Berlijn aan het H.bl. Op het oostelijk oorlogstooneel heb ben de Russen gisteren in het, heel weer 11.000 gevangenen verlo ren; 51 kanonnen en 12 machinege weren vielen den Duitschen troepen in handen. De Oost-Pruisische stad Lyck bevindt zich wederom in Duitsch bezit. Aan het Poolsche en Sallcische front. St. Petersburg (Petrograd), 16 Oct. (Pet. tel.-ag.) Van den grooten gene ralen staf: Aan den Midden-Weichsel is de toestand niet veranderd. Ten Zuiden van Przemysl is een gevecht geleverd. Een Russische af- deeling versloeg de Oostenrijkers, maakte 7 officieren en 500 soldaten gevangen en vermeesterde verschei dene miltrallleurs. Uit het verre Oosten. Forten vernield. Tokio, 15 October. (Officieel.) In den ochtend van 14 dezer is een gedeelte van de forten „Iltis" en „Kaiser" te Tsingtau door een eskader vernield. Tegelijkertijd werden door aeroplanes bommen geworden. De Engelschen verloren, één doode en twee gekwetsten, de Japanners leden geen verliezen. OP ZEE. - De Bajan. Uit den ondergang van do drie Engelsche kruisers in de Noordzee is de les getrokken, dat oorlogschepen, die aan een aanval van duik booten bloot staan elkander niet ter hulp moeten komen wanneer er eenmaal een noodlottige treffer is. Die les heeft men op den Russischen kruiser Bajan ter harte genomen en dit schip heeft dan ook ijlings een goed heenkomen gezocht toen de Pallada door een Duitsche duikboot was getorpilleerd. Dit is zijn behoud geweest. Volgens dén Petersburgschen correspondent van de Morning Post is de Bajan thans in veiligheid. In een beschouwing over de ver nieling van den Russischen kruiser Pallada spreekt de marine-deskun dige van de „Times" het vermoeden uit, dat de Duitsche torpedo's ge laden zijn met een bijzondere soort van ontplofbare stof, die bekend staat onder den naam van trini trotolueen of T. N. T., waarvan de uitwerking geweldig moet zijn. Stellig wordt die stof ook voor de Duitsche onderzeesche mijnen ge bruikt. Van Duitsche zijde. Een Duitsch officieel communiqué meldt Tegenover de officieele mededeel ing van den Russischen marinestaf, dat bij den aanval, waaraan de Russische pantserkruiser „Pallada" ten offer viel, twee Duitsche onderzeebooten door Russische schepen tot zinken werden gebracht, wordt bij deze vastgesteld dat dit bericht onwaar is. Schepen genomen. Londen, 15 Oct. De Admiraliteit bericht, dat de Engelsche kruiser „Yarmouth", de Duitsche paketboot „Markomannia" van de Hamburg- Amerikalyn bij Sumatra tot zinken heeft gebracht en het Grieksche stoomschip „Pontoporos" genomen en opgebracht. Deze beide schepeii waren gezien, toen zy de „Emdeu" begeleidden. De „Yarmouth" heeft 60 krijgsgevangenen aan boord. Volgens een andere mededeeling heeft de Admiraliteit uit Rabaul (Australië) bericht ontvangen van het Duitsche stoomschip „Kornet", dat een volledige installatie voor draad- looze telegraphie aan boord had. De „Graecia" genomen. Gibraltar, 15 Oct. Volgens mqde- deeling van Lloyd's is de „Graecia" van de Hamburg-Amerikalijn geno men, den 28 September van New- York vertrokken met bestemming voor Cadix. Londen, 16 October. Een telegram uit Rome aan de „Daily Telegraph", dd. 14 October meldt: „Volgens "telegrafische berichten uit Weenen en Boekarest heeft op de Zwarte Zee een gevecht plaats gehad tusschen het Russische eskader en de Duitsche kruisers „Goeben" en „Breslau", die de Duitsche vlag zouden hebben gevoerd. In diplomatieke kringen hecht inen geloof aan dit bericht." De correspondent van de „Times" te Athene meldde 12 dezer: Volgens betrouwbare berichten uit Constantinopel, voer de „Breslau" 20 September de Zwarte Zee binnen en hield daar schietoefeningen. De „Goeben" volgde een dag later. Van 80 tot 90 der officieren en matrozen zijn Duitschers, die nog steeds hun Duitsche uniform dragen. Men gelooft, dat twee dagen geleden meer kanonniers en machinisten arriveerden. Pantserschip aan den grond geraakt. Stockholm, 15 Oct. (W. B.) De be velhebber van de Zweedscbe kust- vloot rapporteerde aan het ministerie van marine, dat het pantserschip „Oskar II" in de Binnen-Scheren aaD den grond is geraakt, maar dat de toestand niet gevaarlijk is. Er is bergingsmateriaal afgezonden. DUITSCHLAND. Duitschland en Nederland. De „Beiiiner Zeiiung am MiLtug" bespreekt, zooals wij reeds met een enkel woord mededeelden, de voor zorgsmaatregelen van Duitschland om Holland's neutraliteit niet te schen den; het blad schrijft: „Duitschland denkt er in de verste verte niet aan, Holland te bedreigen. Het bezit van Antwerpen heeft, ook zonder de vrije beschikking over de Hollandschu Scheldemonding, voor ons een enor me waarde; dezelfde waarde die het voor Belgie had en ook in de oogen van Engeland steeds gehad heeft. Van onvriendelijke bedoelingen, in welken vorm ook, tegenover het rijk van Oranje was en is by ons geen sprake. Wij vinden het treurig genoeg dat Holland door de massale immigratie van vluchtelingen en door de inter- neering van Belgische en Engelsche troepen, zonder zijn eigen toedoen, meegesleept wordt in deze ellende, en wij bewonderen oprecht de gast vrijheid en de goedheid waarmee men zich daar het lot der dakloozen, zon der middel van bestaan, aantrekt. Het zijn waarlijk geen kleine moei lijkheden en lasten, die den Hollan ders door de enorme scharen van menschen worden opgelegd, die over hunne grenzen komen binnenstroo- men en ondersteuning behoeven. De menschlievende hulpvaardigheid, die ze daar aantreffen, verdrent den hoogsten lof. Maar nu ook nog Holland zelf mee in de draaikolk van den volkerenoorlog mee te sleuren, dal. ligt ons verre. Duitschland zulke be doelingen te willen toedichten ware absurd en perfide. Op de zuidpunt, van het Hollandsche eiland Walche ren, welks dreven en steden en dor pen nu overstroomd worden door vluchtende burgers en soldaten, ligt Vlissingen, en aan de Vlissinger haven staat het standbeeld van den Hollandschen zeeheld Micliiel Adri aanszoon de Ruyter. Het was niet tegen Duitschland, dat deze met lauweren overladen admiraal in de jaren 1656 tot 1673 zijn zeeslagen leverde, maar tegen de Engelschen, en bij Schooneveld en Kijkduin ook tegen dezen en dé met hen verbon den Franschen. Het volk onder de wapenen Als een staaltje van wal „eun volk onder de wapenen" beteekent, deelt de StAdte-Zeitung mede, dat in Lübecksche gemeente Hollenbeck het geheele gemeentebuur (burge meester en raadsleden) door hun militaire plichten zijn weggeroepen. Een oude, vroegere burgemeester is nu als zoodanig benoemd. Een advertentie uit de Kölnische Zeitung, die teekenend is Op 30 September stieiT in Fran krijk den heldendood onze eenige innig geliefde zoon, broeder, klein zoon en neef Hans Joachim von M.( vaandrig en Kompagniefilhrer bij het. infanterie-regiment der lijfwacht (1ste groothertogelijk Hessische) No. 115 op den leeftijd van nog niet 17 jaar." ENGELAND. Een tegenspraak. De Engelsche legatie deelt het vol gende telegram mede van het mini sterie van buitenlandsche zaken te Londen Het verhaal omtrent een beweerde Engelsch-Belgische overeenkomst van 1906, in de Duitsche pers openbaar gemaakt, en gegrond op stukken, welke te Brussel beweerd worden te zijn gevonden, is slechts een nieuwe editie van het verhaal, dat in ver schillende vormen is verspreid en bij verschillende gelegenheden isontkend Geenerlei overeenkomst van dien aard heeft ooit bestaan, gelijk de Duitschers zeer wel weten. Generaal Grierson is dood en kolonel (thans generaal) Barnardiston voert het bevel over de Britsche strijd krachten voor Tsingtau. In 1906 was generaal Grierson bij den generalen staf aan het ministerie van oorlog en kolonel Barnardiston was militair attaché te Brussel. Mot het oog op de plechtige garantie, dóór Groot- Brittanniê gegeven, de onzijdigheid van België te beschermen tegen schending van welke zijde ook, is het mogelyk, dat eenige gedachten- wisseling van acaderaischen aard heeft plaats gehad door bemiddeling van kolonel Barnardiston tusschen generaal Grierson en de Belgische militaire autoriteiten omtrent, de vraag, welken steun het Engelsche leger aan Belgie zou kunnen yer- leenen, indien een van diens naburen zijn onzijdigheid mocht schenden. Het is mogelijk, dat eenige nota's, op dit onderwerp betrokking hebbende, te Brussel bestaan. Het verdient op merking, dat de vermelde datum, n.1. 1906, het jaar was, volgende op dat waarin Duitschland, evenals in 1911, een dreigende houding had aangenomen tegenover Frankrijk met betrekking tot Marokkoen met 't oog op het aanwezig gevaar voor een aauval op Frankrijk door Belgie was het natuurlijk dat over mogelijke gebeurtelijkheden van gedachten werd gewisseld. De onmogelijkheid, dat Belgie party zou zijn geweest in eenige overeenkomst van den aan gegeven aard of in eenig plan tot schending der Belgische neutraliteit wordt duidelijk aangetoond door de herhaalde verklaringen door dit land reeds voor vele jaren afgelegd, dat het tot 't uiterste elke schending van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1