HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4381 DINSDAG 27 OCTOBER 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 371 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cenL Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hoogcr berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2J cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de 2e helft van October. Dinsdag 27 Marinc cantine Woensd. 28 Donderd. 23 Marlne-cantine Kijkduin Ensemble-Kokolaar, looneel- uitvoering Lezing Slumphius i Zang-uitv. „Holdor'8 Gemengd 1 Koor" Lozing met proeven populnlre f wetenschap dr. Kettner Lozing met llchtb. dr.Minkoma 0p pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. Fransch-Ouitsche Oorlog van 1870-1871. 2. Kroniek van den Oorlog. 3. Feuilleton, enz. DE OORLOG. De algemeene toestand. Er is geen beslissend nieuws van het oorlogstooneel noeh in het Westen, noch in het Oosten. Volgens de laatste offlcieele Fransche berichten duurt de strijd voort onder dezelfde omstan digheden als de vorige dagen, het geen dus zeggen wil dat beide partijen hier iets winnen, daar iets verliezen, maar dat algemeene strategische toestand vrijwel onveranderd blijft. Wel wordt overal langs het front hevig gevochten, o.a. in het Woëvre- gebied. De laconische mededeeling in de Fransche rapporten, dat er geen nieuws te melden is, beteekent volstrekt niet dat men hier tot stil stand is gekomen. De eenvoudige mededeeling beteekent alleen, dat de tactische voordeelen of tegenslagen op de verschillende deelen van 't front nog volstrekt niet hebben ge leid tot eenige actie die in dezen ge weldigen strijd een beslissing zou kunnen brengen. Zooals in een der jongste Fransche communiqués wordt gezegd, de slag orde wordt in haar geheel gehand haafd, maar alleen hebben overmljde- lijke schommelingen in deze ge vechtslinie plaats. Beide partijen schijnen tegen elkaar opgewassen te zijn, geen van beide was tot dusver sterk genoeg om den tegenstander een beslissende nederlaag toe te brengen. Zoo is het aan den rechtervleugel van het front der bondgenooten, zoo schijnt het voorloopig ook te zijn aan den linkervleugel, waar het front, dat ongeveer een maand geleden nog niet verder kwam dan de streek van de Oise en van Compiègne, thans zich over een lengte van een paar honderd kilometers verder uitstrekt door Zuidwest België tot de kust van de Noordzee. Ook hier hebben beide partijen partieele successen be haald. De Duitschers zijn er in ge slaagd tusschen Nieuwpoort en Dix- muiden de Yser over te trekken, maar hun verdere opmarsch is hier tot dusver door de bondgenooten ge stuit en ook in de omgeving van Rljssel zijn hun heftige aanvallen door de geallieerden afgeslagen. Al dus is zeer in het kort de samen vatting van de offlcieele mede deelingen van beide partijen, die zich gelijkelijk tevreden toonen, zooals dat in offlcieele berichten dan ook niet anders mag worden verwacht. Echter naast de offlcieele mededeelingen, zijn er ook de mededeelingen van niet- officieele zijde, mededeelingen van Engelsche oorlogscorrespondenten, zooals bijv. de correspondent Tomlin- son van de „Daily News" en de cor respondent van de „Times", die zeg gen, dat de toestand voor de Duit schers in Zuidwest Belgie en Noord- Frankrijk verre van gunstig is en die een nederlaag, zelf reeds de spoe dige terugdringing der Duitschers tot achter Ostende voorspellen. Natuurlijk zullen deze correspon denten altijd geneigd zijn tot een zeker optimisme, ten aanzien van de zaak der bondgenooten en aan hun voorspellingen mag dus niet te hooge waarde worden gehecht, maar hun mededeelingen hebben beteekenis omdat ze een indruk geven van den geest en de stemming, die in het bondgenootschappelijk leger heerscht, en die indruk is dan zeker bijzonder gunstig. De opmarsch der Duitschers langs de kust na den val van Ant werpen is tot staan gekomen en al zullen ze misschien niet zoo spoedig teruggedrongen kunnen worden als door de Engelsche correspondenten wordt gemeend, de mogelijkheid is zeer groot, dat toch ook in dit westelijk deel van 't front de toestand zich zal herhalen, die thans aan centrum en oostelijken vleugel bestaat: dat beide partijen vrij vast tegenover elkaar komen te liggen. En dan is het slechts de vraag wie het langst aan de uitputting wan de herhaalde, maar niet vorderende gevechten weer stand zal bieden-wie ten slotte over de grootste reserven beschikt om de geleden verliezen aan te vullen. Engeland, dat thans pas bezig is zijn oorlogsleger te vormen, bouwt zijn verwachtingen juist vooral op de uitputting van zijn tegenstander. Voor de eindbeslissing zal het er dus op aankomen in hoeverre Duitsch- land over de noodige reserves en hulpmiddelen nog beschikt. Dat is hier natuurlijk' moeilijk te beoor- deelen en zal ook afhangen van de ontwikkeling der gebeurtenissen op hot oostelijk oorlogstooneel, waar omtrent op het oogenblik berichten, die een juisteu indruk van den stand van zaken geven, volkomen ontbre ken. Hier is het front eveneens van zoo reusachtige ultgostrektheid, dat men uit de verschillende partieele successen, die van beide zijden wor den gemeld, zich geen beeld kan vormen van de strategische positie. Dat de Duitschers voor Warschau tegenslag hebben gehad, kan zeker niet meer worden betwijfeld, nu ineld wordt, dat de Russen Lowitsj, Skierniewiecz en Rawa weer hebben bezet, maar hiertegenover staan suc cessen van de Oostenrijkers in Ga- licië, die door de bevrijding van de Karpathen en de herbezetting van Czernowitsj nu ook tegen de Russen op de linie Lemberg uit het zuiden kunnen opdringen. Ook hier heeft men dus de „onvermijdelijke schom melingen" in de gevechtslinie, maar nog steeds geen beslissende actie. („Hdbl.") De Duitschers in Frankrijk en België. Parijs, 25 October. Officieel bericht van 11 uur 'savonds: De strijd wordt onder dezelfde om standigheden als gedurende de vorige dagen voortgezet. Zeer hevig woedt de slag tusschen Nieuwpoort en de Lys. De Duitsche troepen hebben de (gekanaliseerde) Yser tusschen Nieuw poort en Dixmuiden kunnen over steken. Ten westen en ten zuiden van Rljssel zijn vinnige aanvallen van den vijand afgeslagen. Tusschen de Oise en Argonnezljn slechts eenige geringe vorderingen van onze troepen ten noordwesten van Soissons en in de streek van Craonne te vermelden. Op de Maasheuvels wordt eeu ar tilleriegevecht geleverd. In Woëvre beschiet ons zwaar ge schut heden den weg van Thiaucourt'— Monsard Buxerelles Woan ville, die een van de voornaamste verbindings lijnen der Duitschers naar St. Mihielis. Men meldt, dat gisteren io Argonne bjj een operatie in het bosch ten noorden van Chalade een geheel Duitsch infanterie regiment is ver nietigd. Oostburg, 2G October. Het hevige kanongebulder uit de richting Oost ende is na gisternamiddag niet meer gehoord. Parijs, 25 October. De vijand heeft sedert den aanvang van de gevech ten in Noord-Frankrijk en Belgie aanzienlijke verliezen geleden. Voor het front van één enkele divisie heeft men bij een voorwaartsche beweging op een beperkt terrein meer dan 1500 lijken van Duitschers gevonden. Gisteren hebben de bondgenooten 600 gevangenen gemaakt. De gevech ten in het Argonnerwoud waren ook zeer moorddadig voor den vijand. De Engelsche flottilje op de Belgische kust. Londen, 24 Oct. De Admiraliteit maakt het volgende bekendGisteren den geheelen dag hebben de monitors en de andere schepen van de Brit- sche flottilje gevuurd op den rech tervleugel van de Duitschers, dien zij krachtig te lijf gingen, in samen werking met het Belgische leger. Alle aanvallen der Duitschers op Nieuwpoort werden afgeslagen. Er werd den vijand groote afbreuk gedaan door het vuur van de flot tilje, dat de Duitsche linies bestrijkt en gevangenen hebben verklaard, dat de Duitschers groote verliezen heb- 's Namiddags werd het vuur ook geopend op de Duitsche batterijen bij Ostende. Admiraal Hood heeft thans onder zijn bevel een uitstekende flottilje, zeer geschikt voor haar taak, maar van geen groote maritieme waarde. Gedurende den loop van den dag stonden onze schepen voortdurend bloot aan aanvallen van vijandelijke onderzeeërs en er werden telkens, maar zonder succes, torpedo's afge schoten op onze schepen. Andere Britsche schepen vielen daarentegen de onderzeeërs aan. Aeroplanes en ballons gaven de richting aan, waarin gevuurd moest worden. De flottilje leed gisteren geen ver liezen. 0p de Belgische kust. Londen, 25 October. Een corres pondent van de „Times" seint uit Vlissingen, dat h(j het gevecht tus schen Nieuwpoort en Middelkerke op de duinen van Mariakerke heeft waar genomen. Van de kanonnade van j.1. Vrijdag vertelt hijDen geheelen dag vuurden drie Britsche oorlogsschepen met buitengewone juistheid op de Duitsche troepen, die in de duinen verdekt waren opgesteld. Ostende is bozet door 5000 Duit schers, die toebereidselen schenen te treffen om zich terug te trekken. Hij zag, dat een machinegeweer met grooten spoed gebracht werd naar Zeebrugge, dat verdedigd wordt door ongeveer 300 mariniers. Aardenburg, 26 Oct. Vluchtelingen uit Roesselare (Roulers) verhalen, dat hun plaats gebombardeerd was. De Fransche soldaten hadden, voordat zij wegtrokken, na wegneming van de dakpannen uit de huizen gescho ten, waarna de Duitschers een deel der plaats verbrand hebben. Mannen en jongens worden gebruikt om loop graven te maken. Aan Roesselare is een oorlogsschat ting van 200,000 franken opgelegd. Men vertelt ook, dat de burgemeester, de secretaris en zes notabelen als gijze laars in het stadhuis zijn opgesloten. De protestantsche school en de kerk z(jn intact. Berichten van Duitsche zijde. Omtrent de gevechten in Belgie meldt de „Berliner Lokal-Anzeiger" dd. 24 OctoberDe Duitschers dringen uit het noorden en oosten tegelijker tijd op. Hun geheele sterke troepen macht, die ze eerst aan de noordkust saamgetrokken hadden, marcheerde zuidwaarts naar Nieuwpoort, waar zich een slag ontwikkelde. Toen de Duitschers daar dreigden de linies der verbondenen te omvatten, grepen nog op het laatste oogenblik Engelsche oorlogsschepen in en redden zoodoende den toestand. Ze hielden Duitsche batterijen bezig en in- tusschen had het landleger der ver bondenen wat ruimte gekregen en kon toen ten westen van de Yzer gaan opereeren. Ook bij Rljssel deden de Duitschers een krachtigen aanval. In een hard nekkig gevecht hielden de Franschen stand. Dientengevolge kon het Belgi sche leger in de buurt van Veurne een beetje lucht krijgen. De Duitschers drongen intusschen steeds meer in zuidelijke richting op en kregen nog groote versterkingen. Vooral trachtten zij bij Dixmuiden een zwaren druk uit te oefenen om op iets grooteren afstand van de kust en van de Engelsche scheeps- artillerie naar Duinkerken en Calais kunnen oprukken. Nieuwpoort werd in allerijl ver sterkt, maar toch konden Engelsche marinetroepen en geschut worden geland. De dorpen en steden, die ten gevolge van het bombardement leden, bieden een troosteloos beeld van ver latenheid en vernieling. Op grond van de laatste Fransche offlcieele berichten meent men, dat de Duitschers in die streek nog ter rein gewonnen hebben. Volgens mededeeling van de „Frank furter Zeitung" vecht nu ook de Fran sche cavalerie te voet met de karabijn en neemt zij deel in het opwerpen van verschansingen. De „Daily Chronicle" bericht, dat een Fransch smaldeel aan den kusten- strijd deelneemL. De dijken zijn doorgebroken, zoodat de eerst doorweekte bodem thans geheel overstroomd is. Van 't Westelijk oorlogstooneel. Het „Berliner Tageblatt" schrijft, dat men in 't Noordwesten van Frank rijk twee oorlogstooneelen te onder scheiden heeft, die weliswaar dicht bij elkander liggen, doch welker ge vechten op verschillende strategische plannen berusten: het Noordelijke aan de zee (voor Nieuwpoort) langs het Yserkanaal tot Yperen, en het Zuidelijk daarvan gelegen gevechts terrein van Bailleul-Armentières, )laatsen ten Westen van Rljssel. Op iet eerstgenoemde terrein komt het er voor de Duitschers op aan de hindernissen uit den weg te ruimen welke hun opmarsch langs de kust, eerst naar Duinkerken en dan naar Calais en Boulogne, tegenhouden. De Duitschers hebben vorderingen ge maakt. De zware artillerie van de Engelsche monitors houdt hen niet meer tegen, meent het Berlijnsche blad, en het voegt er aan toe: „Wij zullen aan dit optreden van uit zoe wel spoedig ,door bijzondere tegen maatregelen een einde weten te maken." Al geven de leiders der bondgenooten de Duitsche vorde ringen niet openlijk toe, zoo blijkt toch dat ze rekening houden met een aanval op Calais. Op het Zuidelijk gevechtsterrein(Bailleul-Armentières) noodzaken de Duitsche troepen de Franschen en Engelschen om hun linkervleugel, die tot Nayon loopt, daar samen te trekken en beletten dezen daardoor rechtstreeks deel te nemen aan den strijd om het bezit van de kust. Ook op dit terrein, na melijk ten Westen van Rijssel, hebben de Duitschers eenig succes behaald. Het „Berl. Tag." verwacht, dat de Duitschers spoedig grooter resultaten zullen bereiken dan het bezetten van de lijn Bailleul—Estaire—La Bassée. Dan zal ook duidelijk blyken, welk verband er bestaat tusschen de beide gevechtsterreinen. Londen, 25 October. (Part.) De oorlogscorrespondent van de Daily Telegraph seinde Zaterdag uit Veurne dat de toestand langs de lijn van de Yser, van Nieuwpoort tot Dixmuiden, de laatste twee dagen belangrijk ten goede is gewijzigd. De Duitschers hebben hun infanterie-aanvallen op de verschansingen bij Dixmuiden, welke hun Woensdag zoo duur te staan zijn gekomen, geheel gestaakt en stellen zich thans tevreden met een doellooze beschieting van de rookende puinhoopen van wat eens een stad is geweest. De correspondent heeft nog eenige bizonderheden vernomen over de laatste infanterie-aanvallen. Er zijn acht afzonderlijke aanvallen gedaan met de bajonet. Ze werden met grooten moed uitgevoerd door troepen, die, naar later gebleken is, eerst acht dagen tevoren uit Duitschland waren aangekomen. De Fransche marine soldaten stelden zich in groepjes van vier met machinegeweren op en maaiden daarmede de eene aanvals- colonne na de andere weg, en ze deden dit met zooveel succes, dat geen Duitsche gesneuvelde of gewonde binnen een afstand van minder dan 50 voet van de Fransche verschan singen is gevonden. Het valt moeilijk te begrijpen, waar om de Duitschers volharden bij deze tot niets dienende aanvallen tegen onze versterkingen, een taktiek die voor hen meer en meer een stokpaardje schijnt te worden. In elk geval zijn de bondgenooten er zeer bij gebaat. De terugtocht der Duitschers voor Dixmuiden heeft de Belgische hospi- taalafdeelingen gelegenheid gegeven er op uit te trekken en de Duitsche gewonden op te nemen. Verscheidene daarvan hadden 24 uur onverzorgd op het slagveld gelegen en waren in een jammerlijken toestand. Onder hen waren baardelooze jongelui van 17 of 18 jaar. De vijand heeft na zijn vergeef- sche pogingen om door het front der bondgenooten bij Dixmuiden heen te breken, Donderdag zijn aandacht meer gericht naar het noordwesten, waar hij het centrum en den uiter sten linkervleugel van de Belgische linies heeft aangevallen. Als ge woonlijk richtte hij een vreeselijk geschutvuur op de stellingen der in fanterie en ondernam daarop een infanterieaanval, die echter werd af- Donderdagnacht zijn enkele Duit sche afdeelingen er in geslaagd de User en het kanaal naar Yperen over te trekken en enkele Belgische versterkingen te nemen. Dit succes was echter van korten duur, want gisterenmorgen werden destellingen met de bajonet heroverd en de vij and „tuimelde" in groote wanorde over de rivier terug, en verloor tij dens den overtocht vele manschap pen, die verdronken. Derhalve is onze geheele linie intact gebleven en tenzij de Duitschers een onver wachte kracht kunnen ontplooien hebben zij, naar 't schijnt, alle goede kansen om door te breken, verloren. Dit is te danken aan het feit, dat aanzienlijke versterkingen Fransche infanterie zijn aangekomen om dit deel van het front te helpen ver dedigen. De aanwezigheid van En gelschen en Franschen bemoedigt de Belgische troepen ten zeerste, daar zij gevoelen dat zij niet meer alleen den schok van de vijandelijke aan vallen behoeven te weerstaan. Intusschen hebben nieuwe ver sterkingen dit deel van het front bereikt, versterkingen die de bond genooten nog meer noodig hadden dan infanterie, en die bestaan uit verscheidene batterijen z.ware hou witsers. Van het begin der gevechten aan de Yser is de Belgische artillerie hopeloos in de minderheid geweest by de Duitsche. Herhaaldelijk zijn Belgische batterijen gedwongen ge weest om het vuur te staken, tén einde het vreeselijke vuur van het zware Duitsche geschut dat op hen was geconcentreerd te doen ophouden. De Belgische infanterie heeft in de loopgraven ook erg geleden van deze ,Jack Johnsons", evenals de con- vooien, die naar het front trokken om nieuwe munitie aan te voeren, en de eindelooze rij automobielen die de gewonden wegbrachten. De Duitsche houwitsers met groote draagkracht zijn tot gisteren vol komen gevrijwaard geweest voor een tegenaanval. Zij hebben Dixmuiden en de naburige dorpjes tot gruis ge schoten van een afstand die het Bel gische veldgeschut geen gelegenheid liet om te antwoorden. Thans echter zijn de bordjes verhangen. Gisteren is over de geheele linie een fel artil leriegevecht onder meer gelijke om standigheden begonnen. Do vijand was grootelyka verrast en werd in verwarring gebracht toen de zware, met groote kracht ontploffende gra naten van het Fransche zware ge schut in salvo's in zijn stellingen neerploften en zelfs zijn verst ver wijderde batterijen met de gewone zekerheid troffen. De Duitschers togen onmiddellijk aan 't werk om nieuwe versterkingen in te richten. Zij lieten een reusachtigen ballon captif in den vorm van een sigaar op tot een groote hoogte, buiten het bereik van de Fransche en Belgische kanonnen. Bevallig bleef die den heelen middag ronddrijven, en de vijand begon nu weldra te antwoor den op het vuur van de mortieren, doch slaagde er niet in den afstand te vinden. De Duitschers lieten het granaten regenen op de naburige vel den, zonder veel schade aan to richten. Toen zij merkten dat het vijandelijk vuur niet tot zwijgen kon worden gebracht, zonden zij er een vlieger op uit, die al maar rond cirkelde op een groote hoogte, als een valk, die zyn prooi tracht te vinden. Het vuur werd echter niet nauwkeuriger en de ballon scheen dien dag nutteloos werk te hebben verricht. De Duitschers hadden gespaard wat er nog over was van Dixmuiden, doch tegen donker werden ze blijk baar woedend over de mislukking van de pogingen om de plaats van het zware geschut te bepalen en ze begonnen toen opnieuw hun aandacht te wijden aan die ongelukkige stad, welke opnieuw in brand werd ge schoten. De roode vlammen kon men op 20 mijlen zien in de donkerte van .den nacht. Den geheelon dag was de artillerie zeer werkzaam over de heele linie. Het dorp Pervyse (by Veurne) moest het erg ontgelden en werd evenals Dixmuiden in brand gestoken. De Fransche en Belgische troepen hebben geen vrees voor de Duitsche infanterie. Het zijn alleen de artillerie en de machinegeweren van den vijand welke ontzag inboezemen. Deze zijn inderdaad geweldig. De wonden, welke ze de laatste dagen veroorzaakt hebben zijn verschrikke lijk. Alle gewonden die vervoerbaar zijn, worden naar Frankrijk terug gezonden. In 't hospitaal te Veurne (Furnes) krijgt men dus alleen de ergste gevallen te zien; er worden daar menschen binnengebracht die bijna in stukken gescheurd zijn door de ontploffingen van die vreeselijke granaten, doch waarin toch nog een greintje leven is. (N. Kott. Ct.) Breda, 24 October. Aan don rechter vleugel der Duitschers staan het 14e en het 6e legerkorps, het laatste onder bevel van den kroonprins van Beieren, kenbaar aan de automobielen, die alle het blauw-witte wapen met de kroon voeren. Sedert het begin heeft de voorttrekkende beweging van de Duitschers, die op 1 October Doornik bezetten en op 6 October Orchies heroverden, dat zij twee weken geleden geheel hebben ver woest, hebben ze hun gevechtslinie, die toen over St. Amand-Denain liep, meer dan 50 K.M. westwaarts ver plaatst, zoodat ze nu vlak voor Atrecht (Arras) liggen. Bij Atrecht wordt sedert Zondag hevig gevochten. Onophoudelijk dreunt het kanon. Donderdag zou volgens de Duitschers een bestorming van Atrecht plaats hebben, die echter niet tot het ge- wenschte resultaat heeft gevoerd. Men kan dus aannemen, dat gevechtslinie op het oogenblik als in rechte lijn van Atrecht tot Yperen en Dixmuiden voert. Wij drongen van Brussel over Bergeu (Mons), Valenciennes, Denain en Douai tot dicht by Atrecht door, zonder door Duitschers bemoeilijkt te worden. De verschansing van Valenciennes schijnt overdreven. Ook is er niet veel gevochten. De Fran schen hebben zich snel teruggetrok ken. De overgang over de Schelde tusschen Denain en Bouchain daaren tegen is goed verdedigd, wat uit de talrijke graven en opgeblazen bruggen blijkt. Er is een aanzienlijke troepen beweging in Valenciennes, waai- veel soldaten naar Rijssel zijn getranspor teerd. Voornamelijk vielen talrijke Roode-Kruis-wagens en -soldaten op. Tusschen Valenciennes en Douai liggen talrijke troepen, die gedeeltelijk op het exercitieten-ein waren en lange transporten van levensmiddelen en gaven van Duitsche dames en ver- eenigingen. Douai is een der vele steden met gesloten luiken. Hot voornaamste deel der bevolking is gevlucht en alles is door Duitschers ingenomen, zoodat men er geen logies kan vinden dan door het Duitsche inkwartierings bureau. Het artilleriegevecht nam in hevig heid toe, naarmate we Atrecht na derden. Klaarblijkelijk werd voor ons uit gevochten. Hoe we Brébières en Gavrelle met zijn vele troepen, ka nonnen en munitietransporten door gekomen zijn, is mij nog een raadsel. We namen een weg, die over Bailleul en Neuvelle om Atrecht voert, en zagen reeds op een heuvelhelling Duitsche kanonnen opgesteld, dio ge regeld vuurden. Hadden we toen doorgezet, zoo waren we wellicht doorgekomen, maar we zochten een uitziehtplekje om een modernen veld slag te bezien. Dat scheen verdacht. Een officier vroeg onze papieren, ging bevredigend heen, maar kwam bij nader inzien terug, met het bevel, dat we met hem naar Douai terug moesten. Daar werden mijn persoon lijke papieren afgenomen, en ik zou naar Brussel teruggestuurd worden, maar werd voor den nacht van Donderdag op Vrijdag ingekwartierd. Vrijdagmorgen werd ik onder geleide van een officier in mijn auto naar Brussel teruggebracht, waar men mij van Vrijdagmiddag tot 's avonds half zeven op de Kommandatur gevangen hield. Uit Antwerpen. Duitsche kooplieden keeren regel matig en in groot aantal naar Ant werpen terug. Ook de chef van het burgerlijk bestuur, senator Stranders, is Zaterdag te Antwerpen aange komen. De stad maakt een rustigen indruk. Do betrekkingen tusschen het Duib sche militair bestuur en het civiele zijn uiterst bevredigend. De bepaling dat echtgenooten van Duitsche officieren Brussel binnen de 48 uur hebben te verlaten, heeft al leen betrekking op echtgenooten die hunne mannen in de kwartieren be zoeken en daar langer zouden willen blijven. Zulke bezoeken moeten tot de uitzonderingen blijven behooren en mogen niet langer dan 48 uren duren. Krijgslisten. Telkens wordt in berichten van het oorlogsterrein gewag gemaakt van allerlei listen on lagen van beide partijen Een Engelsch berichtgever beschrijft een list die van Franschen kant bedacht was. In de streek van Verdun hadden de Fransche soldaten, in de verwachting dat de Duitschers zouden aanvallen, een aantal leege munitie-doozen losjes op elkaar ge stapeld, zoodat zij juist in evenwicht waren. Deze stapels liepen langs een lyn op eenigen afstand van de Fran sche loopgraven, en de juiste afstand was natuurlijk bekend. De Duitschers wierpen, toen zij voor een aanval aan kwamen kruipen, die stapels omver en het geluid was het sein voor het openen van een doodel(jk vuur uit de Fransche loopgraven. Vijfhonderd Duitschers lieten zoodoende het leven. Parijs, 25 Oct. De listen van de Duitschers zijn zonder eind. Toen een paar dagen geleden een Engelsche munitiecolonne langs den weg trok, kwam een Engelsche mi litaire automobiel, van het militaire pijlteeken voorzien, aangevlogen. Er zaten twee officiëren in Engelsche uniform in. „Halt, ezels dat jullie zijn!" riepen ze. „Jullie rijden recht op de Duitsche verschansingen aan." De kapitein van het konvooi bracht de colonne tot staan en begaf zich naar de gewaande Engelsche officie ren. Na een paar oogenblikken trok hij zijn revolver en schoot beiden dood. Onmiddelijk daarop kwam een es kadron Duitsche dragonders een weg vlak bij af rennen. Do Engelsche aanvoeder beval de bestuurders van de autovrachtwagens, meest Londen- sche autobussen, om zich met hun geweren in den greppel aan den kant van den weg op te stellen. Infante rie kwam hun te hulp. Een bataljon Fransche infanterie, kwam ook op het schieten aan, waarop een scherp gevecht ontstond. De Duitschers trok ken met verlies terug. Het konvooi zette daarna zyn tocht voort. De hin derlaag was mislukt. Voorbereidende maatregelen. Twee jaar geleden huurde een Duitsche maatschappij, die ten doel had chemische producten te fabri- ceeren, voor dertig jaar oen groot stut grond, dicht bij St. Mihiel. Het was een groote onderneming, die groote gebouwèn met soliede fun deeringen noodig had. Zoo werd er een vloer van gewapend beton ge legd, die 250 meter lang en 30 meter breed was. Vervolgens werd de maat schappij ontbonden, nadat er bekend gemaakt was, dat haar geld op was en er dus verder geen fabrieksge bouwen opgetrokken zouden worden. Maar de grond en de beton-vloer, die, vóór de arbeiders weggingen, zorg vuldig met een laag losse aarde be dekt werd, bleven aan de maatschap pij behooren. Toen het leger van Metz op het tooneel verscheen, had iemand de nieuwsgierigheid of het verstand te vragen, wat er wel onder die aardlaag verborgen mocht zijn. En toen het was wel een bijzon der groote bof vond men niet slechts den betonvloer, maar een aantal gaten daarin, die uitermate nuttig waren bij de opstelling van de Duitsche kanonnen. Van dezen beton vloer af werd met zooveel succes het Fransche fort in het Camp des Ro- mains beschoten. (N. Rott. Ct.) Een oorlog van uitputting. De correspondent van de „Times" te Parijs seint van 22 October: Tot dusver mag wel worden gezegd, dat geen heviger strijd is geleverd, dan tusschen Roye, Lassagny en Rouyou. Deze drie steden, zeer belangrijke spoorwegcentra's op den linkeroever der Oise, hebben het ongeluk gehad ongeveer een half dozijn malen in de laatste zes weken van bezitter te zijn verwisseld. Dan waren ze in len der Duitschers, dan in die der Franschen. Roye en Lassigny, nu in handen van de bondgenooten, zijn, gedurende de laatste weken, nacht en dag door sterke Duitsche strijdkrachten aangevallen, maar de offlcieele communiqué's hebben ons laconiek meegedeeld, dat deze aan vallen met hevige verliezen van don vijand zijn afgeslagen. Voor zoover we weten is Noyon nog in Duitsche handen, maar uit de correspondentie van een Duitschen officier, die aan den strijd in die streek deelnam, schijnt te blijken dat de successen die de Duitschers behaalden volkomen wer den geneutraliseerd door de vreeselijke liezen die ze leden. jOnze mannen vochten dapper," zegt hij, „maar de vijand wordt meer en meer stoutmoediger en krijgshaftig. Van morgen passeerde ons een con- vooi gevangenen, waaronder eenige van de vermaarde Turco's en Zouaven. Deze lieden zijn flinke strijders en uitnemende schutters, en de taak van onze mannen wordt hoe langer hoe moeilijker, en de verliezen die de Franschen ons toebrengen, worden meer en meer verontrustend. Onze 18e legercorps vooral had zwaar te lyden. Ons laatste gevecht werd geleverd bij het dorp Remicourt. Wij behaalden de overwinning; maar het was een overwinning die men meer moest betreuren dan toejuichen. Het was een ware slachting en de slachtoffers waren de jongelingen van Sleeswyk- Holstein, van wie er slechts weinigen overbleven. Mijn divisie had onder zeer ongunstige omstandigheden te vechten. Wij waren vijf dagen achter een op marsch geweest en hadden een afstand van 70 mijlen afgelegd. Wij hadden slechts weinig te eten en waren geheel uitgeput; maar we kwamen in de Blaglinie op een plaats waar de strijd het hevigst woedde. Het geweervuur zoowel als het ar tillerievuur van den vijand was vree selijk en onze divisie werd alleen voor vernietiging gered door de zware artillerie van Jüterbock Schutschool. Wij moesten een heel bosch omgra ven om onze dooden te begraven. ...Vele van onze mannen sterven van vermoeidheid, onze slechtgevoede paarden bezwijken. Alleen de meest geharden onder ons kunnen het mis schien doorstaan en alleen nog de elite van onzo troepen is in staat slag te leveren." Aldus, volgens de „Times", deze Duitécho officier, en de correspondent van het Engelsche blad voorziet al een herhaling van de Marne. Een duel in de lucht. In de „Echo de Paris" doet iemand verslag van een duel, dat er boven Fransch grondgebied heeft plaats gehad tusschen een Fransch en een Duitsch vliegtuig op 2000 meter hoogte. Hij schrijft Om acht uur vanochtend (6 Oct.) verscheen er boven het tot ambulance ingerichte kasteel, waar wij ingedeeld zijn, een Duitsche tweedekker, die makkelijk kenbaar was aan de witte kruisen ondor de vleugels. Sedert acht dagen zien wij hem eiken ochtend over ons heen komen, 't Is een Aviatik, om tien uur zien wij hem gewoonlijk weer naar de Duitsche linie terugkeeren. Om vijf minuten over tienen doemt er van de zijde waar de Duitschers liggen een Fran sche tweedekker, een Voisin, op. Zoodra het geronk van zijn motor gehoord wordt, richt iedereen zijn kijker op het vliegtuig, maar dat is niet noodig. Wij kunnen beide vlieg tuigen het Fransche en het Duitsche met het bloote oog volgen. De Duit- scher daalt om den Franschraan te ontwijken. De Franschman stuurt recht op den Duitscher aan en blijft iets boven dezen vliegen. Uit het Fransche vliegtuig klinkt het vuren met de mitrailleuse. De Duitscher gaat onder den Franschman door en tracht naar zijn linie te vluchten, In noordelijke richtingde Franschman keert, terwijl hij op dezelfde hoogte blijft, terug, een heel korten bocht makend, haalt den Duitschor in, vliegt over hem heen, voorbij hem, keert en komt terug bij den Duitscher, dien hij beschiet, steeds boven hem blijvend. De Duitscher maakt eenige kringen om den Franschman te ontkomen. Hij verdedigt zich en wy hooren eenige schoten van een wapen, dat van een grooter kaliber schijnt te zijn dan een mitrailleuse en steeds draaien de tegenstanders in de lucht rond, op en neer steigerend. De Duitscher draait een beetje en tracht weer te stijgen en Daar het noorden koers te nemen; de mitrailleuse van den Franschman schiet al sneller, eindelijk zoo snel mogelijk. Wij hooren het knapperende geluid. De Duitscher verliest zijn hoogte, be schrijft plotseling een kleinen cirkel en komt op den Franschen tweedek ker af. De mitrailleuse knettert nog driemaal stampt de Aviatik, steekt den neus omlaag en daalt achroefs- gewijs; de staart naar omhoog. De overwinnende tweedekker zweeft als een roofvogel boven zijn prooi ln kringen boven den Duitscher, die valt Van het terras van het kasteel af hebben wij dit drama gevolgd. De Aviatik is op 1000 meter van ons af neergekomen In een klein boschjo. Wy rennen er heen. Het vliegtuig steekt met den voorsteven in den drassigen boschgrond, dicht by een met riet begroeid meertje. Wy zakken tot over onze enkels in den modder. De motor is byna geheel in den grond gewoeldhet metaalwerk van het vliegtuig is verwrongen, de vleugels zijn in duizend stukken. De eene Duitsche vlieger is dood, hy ligt op 3 meter van den motor. De andere, de waarnemer, iemand met fijne en verzorgde handen en misschien de drager van een grooten Prulsischen naam, ligt onder den gloeienden motor, waar de vlammen uitslaan. Het lijkt even alsof hy er zich onder uit tracht te wringen, maar zijn be wegingen zijn waarschijnlijk slechts stuiptrekkingen. Hij ziet ons aan, woelt zyn handen in den grond en sterft onder onze oogen. 't Was on mogelijk hulp te bieden. Er komt een auto aan, die weldra stoppen moet, omdat hij in den drassigen grond wegzakt. Stafofficieren van de divisie met don generaal stappen uit en gaan naar het vernietigde vlieg tuig. Dan komen er twee piepjonge soldaten aan van twintig jaareen sergeant en zijn mécanictenzy dragen de hoofdbedekking dor vliegers. Het zijn de overwinnaars, Frank en Guónot, die naar hun werk komen zien. De generaal omhelst hen en wij drukken handen. Een oude vrouw heeft in het bosch bloemen geplukt die geeft ze hun. Wat jelui gedaan hebt", zegt de generaal, „verdient het kruis, je zult het hebben, vertrouwt op mij". Ik dacht aan Napoleon onder zulke om standigheden, zeker zou hij zijn kruis, dat van een zyner maarschalken ge nomen hebben en het.de helden op do borst gespeld hebben. Een paar mannen hebben inmiddels den brand van den Duitschen twee dekker gedoofd. Slechts de motor ia over, als een niet gesprongen bom, en verder het verwrongen metaal werk. De twee Duitsche vliegers liggen vrijwel naakt, op enkele m&brg afstand, hun kleeren zijtf^jorbrand hun beenen, tot aan de romp ver koold hun armen steken stijf uit de buiken weggebrand. Maar de go- zichten zijn ongeschonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1