HELDERSCHECOURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en
Anna Paulowna
No. 4387
DINSDAG 10 NOVEMBER 1914
42e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct,, franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37* 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elko regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-ezemplaar 2J cent.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de eerste helft van November.
Dinsdag 10
Oost-Batterij
Lezing met lleUtb.-Van Dam
8u.
WoSOBlL 11
Tivoli
E nsemble-Kokelaar
7J4-10U. Entree op programma.
Marino-cantinu
Holdor's Gemengd Kuor
Su. Marine, Zoldor Marinewerf,
Heldin, Torp.-inag., Langestraal.
Nautilus
Bioscoop RumpfT-Staalmaii
Su.
Donderd. 18
Neptunus
8 u.
Erfprins
Stufmuzluk
7-8 u.
Op pagina 4 van dit blad zijn
opgenomen:
1. Sport.
2. Ingezonden.
3. Feuilleton, enz.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Hevig is de strijd voortdurend in
het westen en verder komen doen
de partijen niet. Het is natuurlijk,
dat de strijd het hevigst woedt op
beide vleugels. En daarbij hebben de
Duitschers een klein voordeel behaald
in het Argonnenwouddaar werd de
belangrijke hoogte Vienne-le-Chateau,
waarom wekenlang gestreden werd,
genomen, en eenige kanonnen en
mitrailleurs buit gemaakt. Maar hoe
groot dit voordeel -is, kan uit de
ontvangen berichten niet worden
opgemaakt.
Aan de Yser en bij Yperen werden
daarentegen alle aanvallen van de
Duitsche troepen door de geallieerden
afgeslagenen de „Times"-correspon-
dent in West-Vlaander en meldt zelfs,
dat de aanvallen minder hevig wor
den een troepenmacht, die sedert
veertien dagen dag in, dag uit aan
vallen doet, tegen een vqand, die
deze met goed gevolg weet te door
staan, moet ten slotte wel de hoop
verliezen op succes.
Die hoop leeft nog steeds in het
Duitsche rijk en voornamelijk in Ber
lijn. De tijdelijke tegenslagen zullen
blijken slechts tijdelijk te zijn, zegt
men daar; de finale zal toch een
overwinning van de Duitsche troepen
worden. Maar op het slagveld zelf,
waar men de ontzettende slachting
waarneemt, den krachtdadigen tegen
stand voelt, en opmerkt hoe moeilijk
het is een duim breed grond vooruit
te komen, moeten buien van neer
slachtigheid voorkomen, als in den
brief, dien de Engelschen vonden in
een der loopgraven bij Yperen, en
die door een reserve-officier aan zijn
vrouw geschreven was, een brief die
een wanhoopskreet geleek.
Zulke brieven worden meer gevon
den en geven dan aanleiding aan
den tegenstander, om zijn tegenaan
vallen met nog meer kracht door te
zetten.
Het is daarom, dat in Duitschland
wordt opgekomen tegen de veel
schrijvende Duitsche officieren en sol
daten, wier brieven, zoo zij door den
vijand worden gevonden vaak belang
rijke inlichtingen geven over de
krijgsverrichtingen of over den mo-
reelen toestand. Zulke epistels, dag
boeken, oorlogsherinneringen, gevon
den bij gedooden of in ontruimde
loopgraven of woonstations, kunnen,
naar men in Duitschland meent, veel
kwaad berokkenen, en zouden, dus
beter achterwege kunnen blijven.
Hot jongste Fransche legerbericht,
dat den toestand over het geheele
front in Frankrijk schetst, zegt:
.Gisteren heerschte er een betrek
kelijke kalmte aan de Yser. stroom
afwaarts van Dixmuiden. In die stad
en te Bioschoote zijn de vijandelijke
aanvallen afgeslagen. Ten zuidwesten
van Ypres, hebben wij den aanval
hervat, te zamen met de Engelsche
troepen en een zeer heftigen aanval
van de Duitschers afgeslagen. Tus-
scheu Armentières en het kanaal van
La Bassée, heeft het Britsclie leger
veneens een he vigen aanval op Nieu w-
Kapellen afgeslagen.
„In de streek van Vailly gingen
v.i; voort terrein te herwinnen. Noord
oostelijk van Verdun hebben wij ons
meester gemaakt van de dorpen
Maucourt en Mogeville.
„Op onzen rechtervleugel zijn de
Duitsche aanvallen op de vooruit
stekende gedeelten van de Grand
Couronne de Nancy uitgeloopen op
gevoelige verliezen voor den vijand.
Een door dezen gewaagden overval
op de heuvelen, die de bergengte van
Santo-Marie beheerschen, is totaal
mislukt."
Hierin wordt dus de van Duitsche
zijde gemelde bezetting van de hoogte
Vienne-la-Chateau niet erkend,
integendeel van kleine Fransche
overwinningen bij Verdun en Nancy
melding gemaakt.
Heel veel wijziging in de algemeene
posities der beide legers is echler
niet te molden.
De overwinningen van do Russen
in Polen, en de terugwerping der
Oostenrijkers over de San worden
nu bevestigd door de officieele Russi
sche berichten. De Russen melden,
dat de gebeele San en de omstreken
van Przemysl door de Oostenrijkers
zijn verlaten en dat deze terugtrekken
over de Karpathen-passen, zoodat
Galicié bijna geheel ontruimd is. Een
millioen Duitschers, die deelnamen
aan de aanvallende beweging bij
Warschau werden genoodzaakt terug
te trekken tot achter de Wartha,
een half millioen Oostenrijkers werd
over de San teruggedreven.
Da Russen hebben nu bovendien
oen nieuwen strijd moeten aanvaarden
in het Zuiden, tegen de Turken. Hun
aanval richt zich in de eerste plaats
tegen Armenië, waar de hoofdstad
Erzeroem het strategisch object van
den Russischen aanval vormt. De
strijd in Armenie, te midden der
Armenische christenen, welke zeker
niet bijzonder ingenomen zijn met
het Turksche bestuur en dus geen
redenen hebben zich krachtig tegen
de Russische invallers te verzetten,
kan zeer belangrijk wordenreeds
is de Turksche stelling bij Koepritoei
door de Russen genomen en werden
de pogingen der Turken om haar te
hernemen door de Russen afgeslagen.
0v6r den strijd ter zee aan de
Chileensche kust deelt de „Times"
nog eenige bijzonderheden mede. Het
schijnt daaruit te blijken, dat de
„Monmouth", na het gevecht, op de
kust is geraakt bij Caap Carranzo,
70 mijlen noordelijk van Talcahuana;
waarschijnlijk kon daar een gedeelte
der bemanning worden gered.
Het blad wijst er verder op, dat
slechts drie Duitsche schepen te Valpa-
raiso zijn binnengevallen, de „Scharn-
horst", de „Gneisenau" en de „Dres-
den"; daaruit maakt het blad de wel
eenigzins voorbarige gevolgtrekking
dat dan de Duitsche kruisers „Leip
en „Bremen", die ook aan den
slag hadden deelgenomen, gezonken
moeten zijn.
De Duitsche berichten zeggen im
mers: De „Leipzig" en de „Bremen"
(een naamsverwisseling waarschijn
lijk) zijn met vier gewapende trans
portschepen buiten de haven gebleven.
Van de Engelsche schepen is nog
steeds niets bekend van de „Canopus"
en van de kolenschepen, die het Engel
sche eskader vergezelden. De „Times"
hoopt, dat zij ergens aan de Chileen
sche kust tusschen de kleine eilandjes,
waar vele ankerplaatsen zijn, ver
borgen liggen, en dat er wel eens
bericht van zal komen.
Waar de „Glasgow" gebleven is, is
niet bekendwaarschijnlijk is het
schip te Coronel binnengevallen de
Times" zegt daarvan: De meening
dat de „Glasgow" geïnterneerd moest
worden is beslist onjuist; met de
vergunning van de Chileensche autori
teiten is het niet in strijd met de
internationale overeenkomsten, dat
het Engelsche schip in een neutrale
haven blijft zoolang als noodig is,
voor de reparatie.
De Duitsche kruiser „Geier" is op
Honoloeloe geïnterneerd, daar het
schip langer in de haven verbleef dan
de Amerikaansche autoriteiten had
den toegestaande kruiser wordt
ontwapend, de bemanning aan den
wal gebracht en tot na den oorlog
vastgehouden.
Eveneens is een Duitsche boot van
den Norddeutschen Lloyd, die naar
men meende voor militaire doeleinden
werd gebruikt, geïnterneerd.
De „N. Rott. Ct." schrijft dd. 9 Nov.
Wederom hebben de Russen, even
als in Augustus, Duitsch gebied be
treden, en zulks is het rechtstreeks
gevolg van hun succes aan den
Weichsel. Ook in Duitschland kan
men thans weten tot welke gevolgen
dit succes heeft geleid. De generale
staf heeft het publiek daarover zeer
kort, maai- voor wie lezen wil, niet
temin zeer duidelijk ingelicht. Na de
mededeeling dat de Duitsche en
Oostenrijksche troepen, die voor den
Weichsel stonden, voor aanmerkelijke
versterkingen van de Russen waren
„uitgeweken", is nu de mededeeling
van den 7den November gekomen,
dat Russische cavaleriedivisies, die
boven Kolo de Warte waren over
getrokken, zijn teruggeworpen. De
Duitsche lezer kan hieruit dus weten,
dat de Duitschers voor Warschau
een nederlaag hebben geleden en een
150 K.M. (tot ovop de Warte) zijn
moeten wijken. Wie het soms uit
die mededeelingeu nog niet mocht
begrijpen, wordt verder door de
Oostenrijksche oorlogscorresponden
ten, op omzichtige wijze, op de
hoogte gebracht.
Van het krijgsbedrijf aan Weichsel
cn San sedert 20 Öctober, een over
zicht van Russische zyde bevestigt
volkomen den indruk dien wij ons op
grond van de berichten erover had
den gemaakt.
De Duitschers, die op den linker
vleugel van het Oostenrljksch-Duit-
sche leger voor Warschau en ten
Noorden van de Pilitsa stonden,
weken waarschijnlijk in hoofdzaak
tengevolge van een flankbedreiging
het eerst in Zuidwestelijke richting.
De gemengde Duitsch-Oostenrijksche
troepen, ten Zuiden van de Pilitsa
langs den Weichsel, tegen Iwangorod
geschaard, moesten die beweging
volgen. Eindelijk moest Sandomir,
tegenover de samenvloeiing van
Weichsel on San, worden prijsgege
ven, als natuurlijk gevolg daarvan
moesten ten slotte ook de Oosten
rijkers de San los laten. Bij dezen
gang van zaken mag het opmerkelijk
worden genoemd dat hier de Oosten
rijksche troepen niet voor de Duit
sche hebben ondergedaan. Zooals
gezegd, komen de Oostenrijksche
berichten, hoewel zij het relaas na
tuurlijk anders inkleeden, met de
Russische overeen. Alleen in één
opzicht spreken de Oostenrijksche
en de Russische berichten elkaar
lijnrecht tegen. De Oostenrijkers toch
zeggen ons: In Polen lieten de Rus
sen hun geweldige overmacht gel
den, doch werden gedwongen dit in
Zuidwestelijke richting te doen, in
stede van tegen Duitschland, zooals
het plan was. De Russen vertellen
ons echter dat het juist hun doel
was hun vijanden in Zuidwestelijke
richting terug te drijven. Dit is mo
gelijk, maar men zal dit dan toch
wel als een voorloopig doel hebben
te beschouwen. Want het is niet
recht duidelijk, hoe de Russen met
succes naar Berlijn kunnen mar-
cheeren, als aan de grens van Silezié
en in het Zuidwesten van Polen,
alsmede in Oost-Pruisen nog aan
zienlijke vijandelijke strijdkrachten
staan. De bezetting van Pleschen in
Posen is ongetwijfeld een feit van
groote moreele beteekenis en wijst
uit hoe vérstrekkend de gevolgen
van den slag aan den Weichsel zijn.
Maar alvorens de Russen hun op-
marsch naar het hart van Duitsch
land kunnen .beginnen, moeten er
o. i. eerst nog belangrijke slagen
worden uitgestreden.
De communiqué's
van 7 en 8 November.
De verschillende communiqué's van
het Westelijk oorlogstooneel gedateerd
op 7 en 8 November, geven weder
tal van tegenstrijdigheden.
Zoo wordt bijvoorbeeld in het Duit
sche legerbericht van 7 Nov. vermeld,
dat de aanval van de Franschen op
Vailly werd afgeslagen, welk dorp
reeds Vrijdag volgens het Fransche
communiqué hernomen was. Daar
op kwam van Fransche zijde het
bericht, dat ook het dorp Soupir
heroverd was. En dit laatste wordt
in het Duitsche bericht van 7 Nov.
erkend. Het lijkt daarom waarschijn
lijker, dat het Fransche bericht juist
geweest is.
Even tegenstrijdig zijn de berichten
omtrent den strijd rond Yperen. Reeds
sedert eenige dagen maken beide
partijen vorderingen, maar het merk
waardige is wel, dat zij juist tegen
en voorbij elkander gaan. Zoo spreekt
het Fransche bericht over voortgang
der geallieerden ten N.O. van Yperen
en de Duitsche mededeeling van voort
gang der Duitsche troepen ten Z.W.
van dezelfde plaats.
Of dit nu tegenstrijdigheden zijD,
of dat de onwaarschijnlijkheid van
deze berichten moet worden toege
schreven aan de rekbaarheid van het
begrip „ten N.O." of „ten Z.W.", zal
nog wel nader blijken. Voorloopig is
er in deze berichten voor geen van
beide partijen iets positiefs te vinden.
Precies eender is het met het Bel
gische communiqué en het bericht
van de „MorningPost" (eenEngelsch
dagblad). Volgens de Belgische be
richten trekken de Duitschers hun
troepen terug, om deze naar de
Duitsche Oostgrens te kunnen zenden,
terwijl juist de correspondent van de
„Morning Post" te St. Petersburg
meldde, dat de Duitschers hun beste
troepen uit Polen haalden en naai
de Yser stuurden. Deze berichten
passen niet by elkaar, of zij geven
een troepenverwisseling aan. Ook
Mor moeten wij echter wachten, tot
het licht de duisternis heeft ver
dreven.
De verdere mededeelingen in de
berichten betreffen enkele op zich
zelf staande gevallen. Een aanval
der Duitschers op de hoogten bij St.
Marie aux Mines is afgeslagen, terwijl
de Duitschers, volgens Duitsche be-
richten, vorderen in het Argonner
woud.
Van hot Oostelijk oorlogstooneel
zijn de berichten een weinig duide
lijker. Hoewel geen enkel Duitsch
officieel bericht de groote achter-
waartsche beweging van het Duitsche
leger in Polen gemeld heeft, blijkt
thans uit een officieel bericht omtrent
het overtrekken van de Warthe bij
Kolo, dat de berichten van Russische
zijde ontvangen, waarheid hebben
gesproken. Volgens het Duitsche be
richt werden de cavalerie-divisies,
welke deze beweging uitvoerden,
teruggeworpen. Niettemin blijkt hier
uit, dat de Russen reeds dicht aan
de Pruisische grens staan. (Volgens
een later bericht zijn reeds enkele
afdeelingen cavalerie de grens over
getrokken). Russische berichten ma
ken verder melding van een optrekken
in Oost-Pruisen. De troepen zouden
daar reeds staan bij Stallupönen.
De berichten uit Weenen maken
daarentegen melding van een onver-
anderden toestand op het N-.O. oorlogs
terrein, m.a.w. in Polen. Dit klinkt
wel eigenaardig tegenover het Duit
sche bericht, dat de overtrekking
van de Warthe erkent, hetgeen toch
wel een verandering in positie ge
noemd dient te worden.
Over den toestand in Galicié kwam
nog geen bericht van Oostenrijksche
of Duitsche zijde. Van Russische zijde
daarentegen wordt gemeld, dat door
hen ten Z. van Przemysl meer dan
1000 gevangenen gemaakt werden.
Hieruit zou dus blijken, dat de
Russen ook daar weder aan de
winnende hand zljD, en de ontzetting
van Przemysl dus slechts van tijde-
lijken aard zal zijn geweest.
Turksche berichten maken melding
van een nieuwe beschieting van eenige
havens aan de Zwarte Zee. Hierbij
werd een Grieksche koopvaardij-
stoomer in den grond geschoten. De
Russen hebben daarentegen het offen
sief te land aangenomen en trekken
vanuit den Kaukasus het Turksche
gebied binnen.
De opstand in Zuid-Afrika neemt niet
dien onivangaan welke men,inDuitsch-
land vooral, verwacht had. Enkele
troepen onder De Wet en Conrey,
bij welk commando zich ook generaal
Beyers moet bevinden, trokken naar
den Oranje-Vrijstaat, terwijl een an
dere afdeeling naar Zuidwest-Afrika
trachtte te trekken. Eenige spoorweg
bruggen zijn door de opstandelingen
vernield. In het zuiden van den Vrij
staat en in de Kaapprovincie is alles
rustig.
In een gevecht bij Bronkhorst-
Spruit werden 70 opstandelingen
gevangen genomen.
Op het Westelijk oorlogstooneel.
De Oultschers in Frankrijk en
België.
Parijs, 7 November. (Reuter.) Offi
cieel bericht van 11 uur 's avonds:
De Duitschers hebben heden over
het geheele front bedrijvigheid ont
wikkeld, doch al hun aanvallen zijn
afgeslagen, in het bijzonder die op
Cambrin, Aix, Noulette en Le Ques-
noy in Santerre. In de streek van
Albert, hebben wij eenige loopgraven
genomen en ten noordoosten van
Vailly hebben wij onze oude loop
graven opnieuw bezet. Op de Maas
heuvels hebben wij het dorp Saint
Remi met de bajonet
De Duitschers in Frankrijk en
België.
Parijs, 8 November. (Reuter.) Offi
cieel bericht van 11 uur 's avonds:
In het noorden schijnt de vijand
zijn bedrijvigheid te hebben samenge
trokken in de streek van Yperen,
zonder resultaat echter. Wij handha
ven ons overal.
Aan de Aisne hebben wij ten noord
oosten van Soissons de hoogvlakte
van Vregny bereikt, waar wij nog
niet waren geweest.
Overigens geen nieuws.
Parijs, 8 Nov. (Stouter.) (Commu
niqué van 11 uur.) In liet noorden
schijnt de vijand zijn krachten te
hebben geconcentreerd in de buurt
van Yperen, maar zonder resultaat.
W(j handhaven ons overal. Aan de
Aisne hebben wij ten noord oosten
van Soissons het plateau van Vregny
bereikt, waar wij nog geen vasten
voet hadden gekregen.
Overigens valt niets te vermelden.
Londen, 9 Nov. De correspondent
van de Times te Warschau zegt, zijn
indrukken samenvattende, dat de
Russische organisatie ten slotte in
alle richtingen in beweging is ge
raakt en dat Duitschland binnen een
maand of aan een inval van het zich
nu steeds voortbewegende groote
leger zal moeten blootstaan, of
gioote troepenmachten van zijn
beste soldaten uit het westen zal
moeten terugtrekken.
Atrecht.
Londen, 9 Nov. Uit Boulogue wordt
aan de „Times" geseind, dat het bom
bardement van Atrecht (Arras) op
30 Öctober met groote hevigheid is
hernieuwd. Het dak van de kathedraal,
het koor en de zijkapellen zijn ver
nield, het binnenste is slechts een
hoop puin. Het oude mannenhuis is
ook door granaten getroffen, 30 oude
mannen werden gedood, 17 gewond.
De vijand heeft in de buurt van
Atrecht dagen lang een onophoudolijk
geschutvuur onderhouden, maar alle
pogingen om de stad in storm te
nemen zijn tot dusver afgeslagen.
Een charge der lanclers.
Londen, 9 Nov. De correspondent
van de „Daily Mail" in Noord-
Frankrijk meldt, dat de verbonden
troepen tegenover een overmacht
van Duitsche marine-troepen met
scheepsgeschut, verplicht waren
Ramscapelle te ontruimen. Vijf dui
zend Bengaalsche lanciers werden
ter hulp gezonden. De afgezeten
lanciers chargeerden met de lans in
de hand. Op dit schitterend schouw
spel barstte in de gelederen van de
infanterie der bondgonooten een luid
hoera uit. De infanterie snelde even
eens met gevelde bajonet voorwaarts
en de Duitsche zeelieden trokken
terug. Zij zochten beschutting yn
een dorpje, maar de bondgenooten
vervolgden hen ook hier tot in de
huizen toe. De vijand moest Rams
capelle weer ontruimen, met achter
lating van twaalf scheepskanonnen;
meer dan 1000 gevangenen vielen
in onze handen.
In België.
Twee mannen, die Zaterdagmiddag
van Antwerpen te voet Breda be
reikten, veklaarden, dat niemand
Belgié meer mag verlaten. De wegen
naar Nederland worden door Duitsche
soldaten streng bewaakt. Willen Bel
gen, zelfs voorzien van goede passen,
langs deze wegen het land verlaten,
dan worden zij teruggewezen en bij
eventueel verzet gearresteerd. De
twee mannen hadden langs zijpaadjes
en sluipend door de bosschen over
Hoogstraeten onze grens bereikt.
De conducteur der Zuid-Nederland-
sche stoomtram, die om vijf uur
van de grens bij Wernhoutsberg te
Breda kwam, deelde mede, dat voor
de grens talrijke personen stonden,
wien door Duitsche soldaten verboden
werd Belgié te verlaten.
Een 42-c.M. In" Fransche
handen? -'SS
Volgens bericht aan de Engelsche
bladen (zie ons vorig nummer) zou
tijdens den mislukten aanval van de
Duitschers op de voorsteden van
Atrecht een trein in handen van de
Franschen, zijn gevallen waarop een
gedemonteerden 42 c. M. stuk geschut
werd vervoerd. Behalve het kanon
zouden de Franschen ook de noodige
munitie hebben veroverd.
Dit bericht verdient wel eenige
nadere bevestiging. Immers, de vraag
rijst al dadelijk: Wat wilden de Duit
schers dan met een 42-c.M. op dat
gedeelte van de gevechtslinie, waar
toch geen doelpunten zijn voor der
gelijk geschut?
De slag aan de Belgische kust.
De Londensche berichtgever van
het „Handelsblad" schrijft d.d. 5
November
„In de „Daily Chronicle" geeft een
der correspondenten, de heer T. E.
Elias, een lezenswaardige beschrijving
van hetgeen het Engelsche leger in
slgie heeft gedaan tusschen Woens-
g 28 en Zaterdag 31 Öctober j.1.
„Het vechten", dus zegt hij, „begon
Woensdags, toen geheel Engeland
oog had voor den slag aan de kust
en die slag werd inderdaad gestreden
langs de lijn Nieuwpoort—Arras, doch
de Duitschers concentreerden vooral
hun krachten op de Britten te Yperen.
Zij hadden de hoop opgegeven, de
Bondgenooten aan de kust te verslaan
en hen te omsingelen door een om
trekkende bewegingzij liepen zelfs
gevaar zei ven omsingeld te worden.
Hun rechtervleugel kon niettegen
staande groote versterkingen van
kanonnen en manschappen niet voor
uit komen, zelfs zou hun achteruit
trekken spoedig een 'kwestie van
dagen zy'n en elke achterwaartsche
beweging aan den rechtervleugel be-
teekende van zelf de ontruiming van
hun versterkte posities te Yperen^en
Rijssel.
Woensdagavond werd een algemeen
oprukken op onze posities naar het
noorden van Yperen gelast, maar
onze mannen werden niet verrast.
Kanonnen stonden gereed om dood
en verderf te zaaien, zoodra de loop
graven verlaten zouden worden.
Er was geen plan aan onzen kant
om een voorwaartsche beweging te
maken, waar alles te Nieuwpoort
goed ging. Doch de Duitschers, tot
wanhoop gedreven door de totale
mislukking van hun opmarsch naar
Calais, hadden geen andere keuze
dan zich te werpen tegen den doode-
lijken kogelregen uit onze loopgraven
en het vreeselljk vuur onzer weg
maaiende maxims.
Drie dagen lang duurde de strijd
voort met aanvallen en tegenaan
vallen door infanterie en cavalerie.
De eerste aanloop der Duitschers
werd door de onzen gemakkelijk
tegengehouden.
Ontzettende verliezen werden onder
dion dollen aanval geleden en de
mannen vielen twee en drie hoog
op de eerste honderd yards. Op som
mige plaatsen lagen de lijken ter
hoogte van een heg en beletten de
tweeden en derden aanval der Duit
schers.
Doch steeds kwamen meer troepen
en steeds kwamen meer vijandelijke
bataljons opzetten achter hun geval
len vrienden, bij honderden door onze
geweren en granaten weggemaaid.
Onze mannen waren daarop voor
bereid. Ongeveer 25 yards voor onze
loopgraven waren putten gegraven,
sommige 20 voet diep en soms 2C
voet breed. Die waren overdekt met
takken en losse zoden, precies als bij
Bannockburn, eeuwen geleden.
Daarin vielen de Duitschers b(j
hoopen, angstig schreeuwende als zy,
te laat, den krygslist ontdekten. Onze
troepen keken dat kalm aan en scho
ten er zoovelen mogeiyk neer voor
zij die putten bereikt hadden, opdat
die putten niet te spoedig vol zouden
liggen. Doch de Duitschers, ofschoon
zij de putten meer dan vulden, kwa
men steeds opzetten in grooter getale
en weerstonden het vuur kranig. De
putten waren het tooneel vaD
schrikking geworden. De Duitschers
worstelden, schreeuwden en vochten
met elkander in de vergeefsche hoop
zich er uit te kunnen werken. Velen
hunner werden gedood door de bajo
netten dergenen, die er vóór hen
waren ingevallen en velen werden
getroffen door de geweren hunner
makkers.
Eenmaal ontplofte een granaat in
een der putten aan den rechtervleugel
der Britten en de verwarde menschen-
massa er in werd dood geslagen.
Geruimen tyd hielden onze mannen
in de loopgraven zich onledig met
het neerleggen dier ongelukkige
Duitschers, die over de lijken inden
put trachten te gaan en toen zulks
onraogeiyk bleek, bereidden zy zich
voor op den bajonet-aanval. Ik ver
nam dat die worsteling om onze
eerste loopgraven-rij 24 uur duurde.
De vernietiging was natuuriy k niet aan
één kant en de loopgraven waren
gevuld met ïyken van Duitschers en
Britten.
De overmacht dwong echter onze
mannen op den tweeden dag te reti-
reer'en, want het gevecht was onaf
gebroken voortgezet. Het was een
gevecht geworden man tegen man,
waarin slechts nu on dan orde kwam
door het succes van charges van
nieuwe regimenten aan weerszijden
aangevoerd.
Wy hadden ongeveer vijf mijlen
jeretireord toen de derde dag aan-
>rak. Eon algemeene voorwaartsche
beweging werd bevolen en onze regi
menten drongen op de Duitschers in
voor den beslissenden kamp. Die aan
vallen waren niet te weerstaan, zy
drongen alles voor zich uit.
Het was by een dier charges dat
de London Scottisch, de trots der
Territorials, hun vuurdoop ondergin-
en zich met roem overdekten.
Zij waren in den vroegen ochtend
van Parijs gekomen en in den na
middag namen zij deel aan eon ge-
meenschappeiyken aanval die door
zyn hardnekkigheid en de weigering
onzer troepen zich gewonnen te geven,
de schaal ten onzen voordeele deed
overgaan.
Nooit tevoren was iets schitteren
dere in dezen oorlog getoond. De Brit
ten, ofschoon verre in de minderheid,
hielden zich staande. Hoewel hun lijn
eenige myien achteruit gebogen was,
hadden de Duitschers geweldige ver
liezen te lyden. Zij hadden niet ge
rekend op de Britsche aanvullings
troepen, die Zaterdag op kwamen
een leger van verschejongemannen,
zooals de London Scottish, dien ge
vraagd was op het laatste oogenblik
op te treden, en eon leger dat niet
vermoeid was door veertien dagen
ageeren in natte en modderige loop
graven.
Dit aanvullingsleger viel aan en
verraste de Duitschers en hun krach
tige aanval drong de Duitschers spoe
dig terug over het terrein, dat deze
den vorigen dag veroverd hadden
zoo chargeerden zij over vijftien mij
len.
De London Scottish waren in de
voorste gelederen en Engeland en de
Empire kunnen trotsch op hen zijn.
Na drie dagen vechten zijn de
Engelsche troepen tien mijlen vooruit
op hun posities der vorige week.en
de pogingen der Duitschers waren
mislukt zy zijn flink onder handen
genomen door Sir John French' „ver
achtelijk klein leger". Nooit te voren
zyn zooveel Britsche troepen in één
slag vereend geweest, en
nooit te voren ook dat het in ge
dachten gehouden worde en zoomo
gelijk te Beriyn verspreid hebben
Pruisen zóó geleden, zóó veel
dooden gekregen; zulk een schade
ondervonden zoo veel kastijding ver
duurd, als in dit open gevecht met
de Eogelschen.
Van het Oostelijk front.
Uit Kopenhagen wordt aan de
Times gemeld, dat men te Berlijn
niet gerust is over het terugtrekken
van het Duitsche leger naar deSile-
zische grens. De militaire autoriteiten
zeggen, dat de beweging toegeschre
ven moet worden aan den slechten
toestand van de wegen in Polen,
maar daarmede nemen zij de onge
rustheid niet weg. Tot dusver was
beweerd, dat de capitulatie van War
schau aanstaande was en de slechte
toestand van de wegen wordt geen
joed excuus gevonden voor het niet-
lezetten van de hoofdstad van Polen,
wat het doel vun de Duitschers was.
Die bezetting, zoo was er gezegd,
het voornaamste doel zijn van
den eersten veldtocht tegen Rusland.
De van Duitsche militaire zyde
I gegeven verklaring voor het terug
trekken van de Silezische grens zegt
ook, dat het noodig is voor het
Duitsche leger om spoorwegen direct
achter zich te hebben voor den
jrooten slag, die op komst is. Men
ïeeft aangekondigd, zoo vervolgt de
berichtgever der Times, dat de uit
slag van den komenden slag niet
twyfelachtig is en dat het Russische
leger geheel vernietigd zal worden.
Ten einde een goeden terugtocht van
het Russische leger, nadat het ver
slagen is, te beletten, is het noodig,
zoo is er gezegd, het naar de grens
te laten oprukken.
Duitschland en Oostenryk-Honga-
rlje hebben nu ongeveer drie millioen
soldaten op de linie van Thornnaar
Krakau samengetrokken en dat wordt
voldoende geacht om de Russische
strijdmacht te verpletteren. Toch,
zoo besluit de berichtgever der Times,
biyft Berlijn, niettegenslaande de ver
zekeringen der militairen, ongerust,
hoewel dat gevoelen niet openlijk
wordt geuit. Het wordt als een on-
vermydoiyke noodzakelijkheid voor
Duitschland boschouwd om Breslau
tot het eind toe te verdedigen. Zoo
de Duitschers verslagen worden, dan
zullen ze gedwongen worden een
groot gedeelte van hun leger uit
Frankrijk en Belgié Daar Sileziö terug
te roepen.
Beriyn, 8 November. (Wolff.) Offi
cieele mededeeling van vanochtend
uit het groote hoofdkwartier:
Onze aanvallen by Yperen en ten
westen van Rijssel zyn gisteren
voortgezet.
Aan de westzyde van Argonne is
de belangrijke heuvel by Vienne le
Chateau, waarom weken lang ge
streden is, door onze troepen ge
nomen. Daarby zyn twee kanonnen
en twee machinegeweren buitge
maakt.
Voor 't overige is de mistige dag
op het westelijk oorlogaterrein rustig
verloopen.
De Duitschers aan de Oostgrens.
Petrograd, 8 Nov. (Reuter.) In het
gebied van Kalisch werd door de
Russische troepen de aanwezigheid
opgemerkt van een uieuwo cavalerie
divisie, die vroeger in Belgié ope
reerde.
In de lijn Chorzele-Mlava-Kypin
zijn alle Duitsche troepenafdeelingeu
van liet Russische gebied verdreven.
St. Petereburg, 8 November. De
groote genorale staf deelt mede:
In Oost-Pruisen hebben onze troe
pen den vyand uit de streek van
Wirballen verdreven en zyn tot
Stallupönen opgerukt.'
Op den linkeroever van de Weichsel
is onze ruiterij tot in Duitschland
doorgedrongen en heeft den spoor
weg by het station Pleschen ten
noordwesten van Kalisj opgebroken.
In de laatste gevechten aan de San
hebben wy 125 officieren en 12.000
soldaten gevangen genomen.
Ten zuiden van Przemysl hebben
wy den 6en dezer meer dan 1000
man gevangen
Beriyn, 8 November. (Wolff. Offi
cieel.) Naar het groote hoofdkwartier
meedeelt is van het oostelijk oorlogs
terrein niets nieuws te melden.
Breslau bedreigd
Londen, 9 Nov. Uit Kopenhagen
wordt aan de „Times" bericht, dat te
Breslau groote ongerustheid hoerscht,
ten gevolge van geruchten uit Rus-
sischo bron, dat do Russische generale
staf besloten lieeft binnen een paar
weken een poging te doen om de
Silezische grens over te trokken on
Breslau le bezetten. Boeren, die te
Breslau aankwamen, verklaarden dat
zij kanongebulder hoorden in de rich
ting van Potrikan. Te Breslau komen
belangryke versterkingen aan van
vestingen in Oost-Duitschland.
De bestorming van Tslng-tau.
Tokio, 8 Nov. Volgons nader inge
komen berichten zyn bij de bestorming
van Taing-tau 2800 krijgsgevangenen
gemaakt. De verliezen der Japanners
bedroegen 12 officieren gewond on
426 manschappen gedood of gewond.
Na den val van Klautsjau.
Berlijn, 6 Nov. (W. B.) De „Lokal.
Anzeiger schryft: „Onvergeteiyk zal
in de Duitsche landen de heldhaftige
strijd oni Kiautsjau biyven, onver-
geteiyk ook voor allen, die er aan
deelnamen.
Maar nooit zullen wij de Japanners
deze gewelddaad vergeven,'en Engeland
evenmin, dat hen er toe aanzette.
Wij weten, dat wij thans nog niet met
Japan kunnen afrekenen en het kan
misschien nog jaren land genoegen
hebben van het geroofde. Onze molens
hier kunnen slechts langzaam malon,
maar al verloopen er ook jaren, wij
zullen er zeker niet te dikwyis ovor
spreken, maar er beslist steeds aan
denken. En als dan na jaar en dag
het oogenblik der afrekening is aan
gebroken, dan zal even eenstemmig
als thans de smartkreet de juchtoon:
„Wee u Nippon!" door Duitschland
weerklinken".
De Tftgliche Rundschau meent dat
de val van Tsingtau pas het einde
is van het eerste tooneel in den roof
tocht van Japan. Het moet wel tot
verwikkelingen komen met China 011
tot een ernstig gevaar voor de Amori-
kaansche belangen in China. China
zelf is weliswaar heden nog onmachtig
Amerika drijft onder Wilson en
Bryan een politiek van passief toezien.
Het heeft geduld dat de Japannors
zich op onze Zuidzee eilanden hebben
genesteld, ofschoon zy een rechtstreek-
sche bedreiging vormen voor de Phi-
lippynen en de Samoagroep en het
zal ook de roof van Kiautsjau gelaten
en misschien met heimelijk leedver
maak aanzien, ofschoon in Tsing tau,
wat misschien al wol spoedig biykeu
zal, ook Amerikaansche belangen met
Duitsch bloed verdedigd werden.
De Japanners, door het bondgenoot
schap met Engeland brutaal gemaakt
en niet meer doorjRusland bedreigd,
zullen het den Amerikanen al spoedig
duidelijk maken, dat de door binnen-
landsche armoede en door overbevol
king aangekweekte eerzucht zich niet
zal vernoegen met het brok Kiautsjau,
maar verder zal willen gaan en dat
het dan in de Amerikaansche belan
gensferen zal ingrijpen. Dan zal men
in Amerika minder koeltjes gaan
denken ovor het opgeofferde Tsingtau
als heden het geval is.
Het Berliner Tageblatt schryft:
Engeland zal do gevolgen van het
thans uitgestrooide zaad in niet al
te verre toekomst wel oogsten.
Tokio, 7 November. Soezoeki de
ondorminister van marine, hoeft,
sprekende over de toekomst van Tsing
tau, gezegd, dat het tijdens den duur
van den oorlog door Japan bestuurd
zal worden. Na den oorlog zal Japan
onderhandelingen met China openen.
In Servië.
Weenon, 8 Nov. (W. B.) Officieel
wordt medegedeeld: Op het Zuid
westelijk oorlogstooncol duurden de
gevechten gisteron don geheelen dag
op allen fronten met onverminderde
hevigheid voort. Ondanks den hard-
nekkigen tegenstand van den vijand,
die tot don laatsten man meestreed,
werd in de streek by Kroepanje de
ééne schans na de andere door onze
dappere troepen genomen. Ook Ko-
stajnik, een door de Serviéra voor on
neembaar gehóuden belangrijk steun
punt, word stormenderhand veroverd.
Het aantal der gevangenen en der
buitgemaakte stukkon is tot dusverre
slechts bij benadering bekend.