HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4388 DONDERDAG 12 NOVEMBER 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37} 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij voorultbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meur 10 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsan worden 25°/o hooger berekend. Broote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 24 cent Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de eerste helft van November. Donilerd. 12 Neptunus Erfprins Yrfldag 18 Marine-cantino Dirke Admiraal Emma Zaterdag 14 Erfprins I Emma Lezing met Uchtb. v. Dam Bioscoop BumplT-Staalman Lezing mot Uclitb. dr. Ulnkema Stafmnziek 7-8 u. 7—8u. Marino, Polder»-., W.oover Bellona, u.-oever, Parullelw. Verbandplaats. C'/s-ï'/a". 0p pagina 4 van dit blad zijn opgenomen 1. Uit het Rijnland. 2. De Duitsche jagers in het veld. 3. Feuilleton, enz. DE WEEK. 10 November. Het denkbeeld van strijd zelfs een, waarbij men „geharnast" ten kamp moet gaan, beschut door extra-stevig pantser, te moeten voeren zal minister Treub niet afschrikken. Hij behoort tot de kampioenen, die ook in de moeilijkste omstandigheden hunne koelbloedigheid bewaren, den stoot des tegenstanders met vaste hand pareeren en even snel als scherp zinnig hunne berekening maken, hoe meester op 't terrein te kunnen blij ven. Men heeft naar aanleiding van de inderdaad ernstige oppositie, zich nu openbarend tegen mr. Treub's leeningsplannen, eene vergelijking gemaakt tusschen dezen bewindsman en zijn voorganger als hoofd van Financien van zeventig jaar gele den Tusschen mr. Floris Adrlaan van Hall, den minister van toen (1844) en mr. Treub zijn zeker pun ten van overeenkomst. Krachtig, vast beraden, behendig, schrander, van rijke en rijpe kennis, zich niet door forsche taal van oppositie latend af schrikken, al deze eigenschappen kenmerkten wijlen F. A. van Hall en ze zyn op Exc. Treub ongetwij feld van toepassing. Van Hall stond, zeventig jaar geleden, voor nèg heeter vuur dan onze tegenwoordige min. van Financien, die binnen een week of wat, met een leege schatkist en dag op dag nieuw te bestrijden enorme uitgaven, een 300 millioen (wordt het. benoodigd bedrag nu reeds be cijferd) moet bijeen zien te brengen. Zeventig jaar geleden had minister van Hall te strijden in zijn wor steling tegen het staatsbankroet, het welk zoo nabij was dat Financien koffie moest beieenen en sommen gelds bijeen had te scharrelen, al lovend en biedend en soebattend, met bitter-vijandige oppositie, niets of niemand sparend. Die zelfs, ja, by voorkeur zich richtte tegen de regeerende dynastie en tegen den graaf van Nassau, voorheen koning Willem I, die met zijn tweede gemalin, de gravin d'Oltremont te Berlijn vertoefde. Zoover was 't gekomen, immers, dat de vorst, een en-dertig aren vroeger, in November '18, ver welkomd met gloeiende geestdrift, in letterlijken zin op de handen ge dragen, nu, in 1844, geen voet op vaderlandschen bodein kon zetten zonder manifestatien van afkeer uit te lokken Willem I heeft toen (is dezer dagen herinnerd) getoond, dat hij ondanks dit alles offers wilde brengen aan het zwaar-beproefde vaderland. De graaf van Nassau schreef tot de 3 pCt. „monsterleeniug" van 127 millioen voor honderd ton-gouds in, schonk den Staat een door Z. M. verleend voorschot van 2millioen en bracht nog meerdere finantiöele offers. Enkele weken later overleed Willem I, en zijn erfgenamen brach ten geenerlei wijziging in de edel moedige bepalingen, door den 67- jarigen vorst gemaakt. De Neder- landsche natie reeds in de dagen toen Piet Hein de Zilveren Vloot won, en ook steeds daarna, zeer ge voelig voor daden, die geld-in-kas brachten, - eerde en zegende den naam van den man, dien zij nog zoo kort geleden verguisd- hadden. Op minister van Hall's hoofdwaren de fiolen des toorns en der ziedende verontwaardiging in zeer-hevige mate uitgestort. Maar hij liet zich niet afschrikkenStelde de Staten- Generaal eenvoudig vóór de keuze: de 3 pCts. leening met bijzonder gun stige bepalingen voor hen, die van patriotische offervaardigheid blijk zouden geven, ofeene kapitaal belasting ad 35 millioen! Geweldig was de uitbarsting van woede. De vergelijking met wijlen Alva's tiende penning was nog een der „mafeste" beelden, waardoor men van Hall's „overmoed" brandmerkte... De min. bleef rustig temidden van de kokende golven. En hij overwon. Zes dagen lang debatteerde het Parlement over het „monsterachtige denkbeeld". Ver volgens gaf 't, met 35 tegen 82 stemmen mr. van Hall zijn zin. En het Hoogerhuis haastte zich, dat met overgroote meerderheid (12-6) te bezegelen. In de vaderlandsche kerken werden dankgebeden uitge sproken toen de 127 millioen „er eindelijk waren". Niet zonder moeite... Soms leek 't een stuivertje op z'n kant, en ten slotte moest Willem II nog, door er een millioen op te leg gen, de zaak tot een goed-einde bren gen. Waarna het gejubel in den lande weerklonkMen begon te erken nen, dat „die van Hall toch een kranige kerel was" Er zyn stemmen opgegaan, minis ter Treub radend om het voorbeeld van Floris Adriaan van Hall te volgen, 't Waren lichtzinnige adviseurs, vind ik die dergelijke taal tot het departement van Financien richtten. Er moge strjid zijn thans over de vraag, wat beter is: eene regeling volgens het stelsel Bos c. s. van „in eens er af',( of wel eene leening, die zéér zware lasten op twintig of dertig achtereenvolgende begrootingen legt. dus tot 1934 of 1944 toe De minister en zij, die namens de Kamer, in commissie, de zaak waarover 't hier gaat, hebben voor te bereiden, moeten tot overleg komen. Nederland van 1844 is het vaderland van 1914 niet. Tusschen ons volk en onze dynastie bestaat nu diepe, warme genegenheid, is nu echt en hecht wederzijdsch vertrou wen. Het crediet van Nederland is zeer sterk, evenals zijn economische bloei. Ons land neemt een zeer hooge plaats in onder de grootere en klei nere natiën, als centrum van bescha ving, van kunst en wetenschap. Het alternatief, de „harde keuze", waar F. A. van Hall in 1844 de Kamers tegenover plaatste, zij paste niet slechts volkomen bij het allerminst- zachte karakter van dezen staatsman, maar ook paste zij bij de min- offervaardige, grimmige stemming, die toen allen en alles beheersehte. Men was verbitterd, ontmoedigd. Het „alternatief van 1844 heeft onge twijfeld althans voor veler gevoel iets krenkends voor eene Volksver tegenwoordiging. Dat moet de Staten- Generaal van 1914, het jaar van den wereldbrand en van, voor ons land, den Godsvrede bespaard worden De Vertegenwoordiging van nu moet ook met zin tot ruimen geldelljken steun in dagon van wereld crisis, het beeld zijn der natie, welke zij representeert En wanneer wat we toch wel mogen vertrouwen 't dien weg opgaat, dan ii er toch nog strijd genoeg te wa^'iteu in de komende Kamer zittingen vóór Kerstmis. De 8 pCts.-uitvoerrechten wekken in handelskringen dermate tegenstand, dat 't in ernst de vraag wordt, of minister Treub dit ontwerp ongewij zigd zal handhaven. En er is het ontwerp Mendels betreffende de huur ders van huizen, die door den nood- stand niet kunnen betalenhet ontwerp, ook volgens vele partljge- nooten van den bekwamen afgevaar digde uit Schoterland, te haastig, daardoor oppervlakkig voorbereid en niet geschikt om naar het Staatsblad te worden gebracht het ontwerp- Mendels, dat dreigt een „appel van twist" te worden, den Godsvrede zelfs in gevaar brengend (is reeds gezegd) terwijl toch in werkelijkheid niet anti-socialistisch drijven, maar objec tieve beoordeeling tot de afbrekende kritiek in de sectien der Kamers leiddeDe Staatsbegrooting 1915 zal „'t 'm niet doen". De voorloopige Verslagen zullen uiterst beknopt blijken te wezen. Wanneer mr. Troel stra, nu in den lande teruggekeerd, er zich inderdaad mee vereenigt, dan wordt al wat naar het „principieele" zweemt, nu uitgeschakeld. Op deze wijze kan de Kamer op haar dooie gemak zelfs vóór 24 December door het Budget zijn. Maar wie aan mr. Treub's jongste ontwerpen denkt, alsmede aan de onverzettelijkheid, welke dien bewindsman söms ken merkt, hij wordt ernstig ongerust voor het ongeschonden behoud van den meergenoemden Godsvrede op het Haagsche BinnenhofBij de afd. Onderwijs der Indische begroo ting is pas gebleken hoe weinig er noodig is om het vuurtje weer te doen opwakkeren Dat we er ook wat de oeconomi- sche crisis betreft, met al den aankleve van dien, - nog niet zijn't blijkt telkens. Over de kracht onzer neutra liteit begint men zich dermate gerust te gevoelen, dat kapt. Van Twist minister Bosboom zelfs heeft aange spoord tot het verleenen van verlof op ruime schaal aan gemobiliseerden, wier maatschappelijke belangen al meer in bet gedrang komen.'t Geldt hier een uiterst lastige kwestie. Want Jan, die thuis niet gemist kan worden, weg te zenden en Piet te houden wie trekt hier een grenslijn, allen bevredigend Zeker, - direct-dreigend gevaar is er niet. WD „onderstreepten" nog eens onze neutraliteit ter gelegen heid van de uitbreiding van den wereldoorlog tot Turkije. Van Engel- sche zijde kregen wij, - voor onze visscherij, „de meest geruststel lende verklaringen", waarvan men heeft af te wachten wat ze in de praktijk zullen beduiden!... Maar van demobilisatie, of iets wat daar zelfs héél in de verte op lijkt, kan natuurlijk nog geen sprake zijn. Onze oeconomische crisis c. a. De Belgische vluchtelingen willen niet huis-toe. Zelfs keeren er honderd tallen, die al weg waren, terug. En drommen werklooze Belgen trekken de Nederlandsche grenzen over. Zoo dat de voorgenomen maatregel van regeerings-kampementen voor onze arme zuidelijke broeders en zusters in menig opzicht verstandig lijkt. Het verbod van suiker-invoer in Engeland om een gansch ander punt van oeconomische zorg even aan te stippen bedreigt de raffi naderijen, met gansch den grooten nasleep van bedrijven, eraan ver knocht met stop-zetten of hevige slapte I Zoo zijn er duizend-en-een dingen, welke nu 't uiterste vergen van de voortdurende waakzaamheid onzer regeerders en bestierders. Totdusver was er één soort van schepsels, die bovenmate gelukkig waren temidden van de zee der jam meren En wel: de hazen, konijnen, etc. etc., voor wie anders deze tijd des jaars de periode der rampen en van gest&gen rouw is. Maar blijkens het antwoord, door minister Treub het Kamerlid Fleskens ver strekt, - zal daar (althans voor N.-Brabant) ópk weldra een eind aan komen. Zóó strekt zich het leed, de misère van allerlei aard uit over allen, mensch en dier! Geen schepsel oDtkomt er aan. En wie van den wereldbrand niets ergers bespeurt dan dat hij niet zooveel fijn-witte brood kan smullen als gewoonlijk of zelfs een paar effecten uit z'n brand kast heeft te sacrifieeren op het altaar des vaderlands": hij heeft toch waarachtig geen reden tot wee klagen of mopperen Mr. Antonio. DE OORLOG. De algemeene toestand. Voor de Duitsche marine was het Dinsdag een slechte dag. Eerst kwam het bericht, dat de „Emden", de schrik van den Indischen Oceaan, nabij de Cocos-eilanden, ten zuiden van Java vergaan was. Het bleek, volgens een offlcieele Engelsche mededeeling, dat sedert eenigen tijd reeds een dienst van snelle kruisers was georganiseerd tegen de „Eraden" Fransche, Russische, Engelsche en Japansche oorlogsschepen namen daaraan deel, benevensdebeide'Austra- lische kruisers „Melbourne" en „Sids- ney". Door deze macht werd de „Emden" in den laatsten tijd voortdurend op gespoord en gevolgd. Toen nu bericht werd, dat de „Em den" bij de Cocos eilanden was aan gekomen, en daar een troepenmacht had aan land gezet, om den telegraaf kabel, die van Australië over het eiland Keeling, naar Ceylon loopt, door te snijden en het draadlooze telegraafstation te vernielen, snelden de „Melbourne" en de „Sydney" naar Keeling, en werd de „Emden" daar tot een strijd genoodzaakt. Aan boord van- de „Sydney" werden drie man .gedood, dertien gewond. In Engeland heeft de ondergang van de „Emden" groote vreugde ge wekt. De geestdrift, die in Lloyds heersehte, was onbeschrijflijk; de „Emden" had den Engelschen handel groote verliezen toegebracht, die op vier millioen pond sterling worden geschat. Maar toch hoopt men daar ook, dat de commandant en de dap pere bemanning gered zouden zijn. Een telegram uit Londen zegt zelfs Zoo de commandant ooit in Londen komt, zal hij met gejuich worden ontvangen, als een goed sportman". En nauwelijks was dit bericht ont vangen, of de tweede Jobstijding kwam voor Duitschland: De „Kö- nigsberg" waB „bottled up" in de rivier Rufyi, in Duitsch-Oost-Afrika. Ook deze Duitsche kruiser had den Engelschen handel veel kwaad be rokkend, en toen de plaats, waar het schip zich bevond, eenigermate bekend was, werd eveneens een eskader van snelle kruisers uitge zonden, om op de „Königsberg" jacht te maken. De „Chatham" ont dekte den Duitschen kruiser nabü den mond van de Rufyi, bij Mafia- eiland. De „Chatham" ging op den loer liggen, doch kon de „Königs berg" niet bereiken, wijl de Engel sche kruiser te grooten diepgang heeft. Door de „Königsberg" werden man schappen aan wal gezet, die zich in loopgraven aan den oever der rivier verschansten, om een aanval van de bemanning van de „Chatham" af te eren. En daar een beschieting van deze manschappen en van den Duitschen kruiser niet veel uithaalde, liet de commandant van de „Chatham" een kolenschip zinken in de vaargeul van de Rufyi, zoodat de „Koningsberg" daarachter zit opgesloten. Thans zijn nog de Duitsche schepen die onlangs aan de Chileensche kust opereerden, in de Indische Zee en den Stillen Oceaan, en deze zullen wel trachten de taak van de „Em den" en de „Koningsberg" over te nemen. Deze operaties ter zee vormen wel het meest belangrijke deel van de oorlogsvoorvallen. In Noord-Frankrijk krachtig gestreden tusschen de en Armentières; maar zonder dat een beslissing werd verkregen. De aanvallen der Duitschers ten zui den van Yperen werden afgeslagen, de FranBchen zijn tusschen Yperen i Armentières iet3 vooruit gekomen. Van het oostelijk oorlogstooneel zijn de berichten al even schaars. Uit het gebied van Oost-Pruisen, bij Lyck Augustowo, werden geenerlei berichten ontvangen, en evenmin uit de streek bij Pleschen, waar volgens Russische berichten de cavalerie reeds de grens zou zijn overgetrokken. Slechts uit hot zuidelijk deel van het oorlogsveld wordt gemeld, dat eenig gevecht plaats had b!j Czerno- witz, waarbij de Russen tot den terugtocht gedwongen werden. En ten slotte worden uit Weenen nog mededeelingen ontvangen van gevechten waarin Serviërs oen neder laag leden. Onder de gevangenen die daarbij in Oostenrijksche handen vielen, was de kolonel Radakowitsj. Uit Afrika komt nog het bericht dat een Fransche strijdmacht onder generaal Aymerich er in geslaagd is de Duitsche „Schütztruppen" te ver drijven uit een grondgebied in Oost- Kameroen, nabij den Congo, Bijzonder heden over dit optreden van de Franschen in het Congogebied zijn nog niet ontvangen. (H.blad.) De officiëale legerberlchtsn van 9 en 10 November. Het is een merkwaardig verschijn sel. Aan beide zijden maakt men vorderingen en aan geen van beide zijden komt men verder. Dit tenminste maakt men op uit de berichten welke van uit de beide hoofdkwartieren op het westelijk oorlogstooneel. gemeld worden. Volgens de Duitsche berich ten bijv. vorderen de Duitsche troe pen nog altyd bij Yperen, hoewel men erkent, dat het langzaam gaat. Het lijkt echter dat dit een langzaam heid is die nog niet is geevenaard, zelfs niet door het spreekwoordelijke slakkengangetjc. Want hoelang reeds vordert men niet in de richting van "peren? Niettegenstaande de Fransche be richten, welke melden dat ook de Franschen vorderen, schijnt het echter dat de Duitsche berichten waarheid bevatten, en wel „tastbare" waarheden. Immers van Fransche zijde wordt gemeld dat de Duitschers begonnen zijn met de beschieting van Ypereniets dat tot voor eenige dagen nog niet mogelijk was. Het is jammer genoeg, dat het thans zoo ver is gekomen. Het is niet uit een oogpunt van partijdigheid, dat wij dit zeggen. Maar hoeveel schoons zal daar thans weer verwoest worden. Berichten betreffende het bombarde ment melden dat U<* stad geheel ver laten is, en verschillende gebouwen, onder welke vooral de Waag, zeer onder het vuur der Duitschers gele den hebben. Tegenover de vorderingen der Duitschers bij Yperen welke echter niet in de Fransche berichten gemeld worden staan de vorderingen der Franschen op het front Nieuwpoort- Dixmuiden, en by Langemarck (ten N.-W. van Yperen). In de Duitsche communiqué's wordt dit front niet Verder maken Duitsche berichten melding van vorderingen in het Ar- gonnerwoud - hetwelk, de weder- zijdsche langdurige vorderingen in aanmerking nemende, langzamerhand voor ons idee een reusachtige uitge strektheid begint te krijgen terwijl de Franschen het opnieuw met groot succes afslaan van Duitsche aanvallen op de heuvels in de omgeving van St. Marie aux mines melden. Op het Oostelijk oorlogstooneel is de toestand er voor de Duitschers niet gunstiger op geworden. Daar de Russische cavalerie bij Pleschen over de grens heeft kunnen trekken, moet men aannemen dat de directe ver binding tusschen het leger in Oost- Pruisen en het leger in Polen en Galicie verbroken is. Verder maakt een Duitsch bericht melding van het verslaan van een bataljon Russen bij Konin (ten W. van Kolo). Dit bericht hetwelk ge meld wordt als een voordeel, hetgeen het dan ook is, heeft echter meer beteekenis als mededeeling in ver band met den terugtocht. Immers geeft het duidelijk aan dat de Duit schers reeds verder dan Konin zijn teruggetrokken In aansluiting hierop melden de Russische berichten dat de Duitsche versterkingen bij Kalisj beschoten worden, en de Duitschers hunne stellingen aan de Wartho ontruimen. Hiertoe werden zij gedwongen door dat Poolsche guerilla-benden de brug gen over de Warthe hadden laten springen, zoodat de stellingen open stonden voor een flankaanval van de De snelle opmarsch der Russen wekt algemeene bewondering. Zoo langzaam als het op het Westelijk oorlogstooneel gaat zoo snel gaat het op het Oostelijke. En naar het schijnt hebben de Russen geleerd uit hun mislukte inval in Oost-Pruisen. Deze was te overhaast, en ook werd het leger niet bijgehouden door de onmis bare transportcolonnes. Op het oogen- blik blijkt dit heel wat beter geregeld te zyn. Gedeeltelijk geschiedt het Russische vervoer thans reeds per slede, aangezien reeds veel sneeuw is gevallen. Van het Galicische front is op het oogenblik weinig bekend. Wel mel den de Russen dat de achtervolging in de richting van Krakau voort duurt maar met welk resultaat is nog niet gemeld. Oostenrijksche be richten van dit gevechtsterrein ont breken geheeld Van den strijd tegen Servië daaren tegen maken Oostenrijksche berich ten in de laatste dagen steeds mel dingen van overwinningen. Van Ser vische zijde is echter geen bericht over geleverde gevechten ontvangen. Van de Turksch-Russische grens zijn op het oogenblik alleen tegen strijdige berichten ontvangen. De Russen melden dat zij in Turkije zyn binnengetrokken en optrekken in de richting van Eizeroem, terwijl de Turken melden dat zij in Kaukasie de Russen verslagen hadden. De Russische berichten geven de stand van zaken meer positief, terwijl een later Turksch communiqué meldt dat de operaties aan de grens wor den voortgezet, hetgeen slechts een poover resultaat zou zyn van een overwinning in het vijandelijke land op de Russen bevochten. Op zee is thans weer eens iets bijzonders. Eindelijk hebben de Engel schen de „Emden" gevangen. En bovendien de kruiser „Königsbergen" in de Ruflji-rivier (in Duitsch-Oost- Afrika) opgesloten. Dat zal het ver trouwen in de Engelsche vloot voor een groot deel hersteld hebben. De uitlatingen van de Duitsche bladen, welke o. a. maar direct beweerden dat het „Britannia rules de waves" maar een hersenschim was, zijn door de laatste gebeurtenissen wel weer legd. Niettemin moet men zich verwon deren dat de „stroopers" zoolang aan de „jachtopzieners" konden ontsnap pen. Maar als men te veel geluk heeft wordt men overmoedig, en in aanmerking nemende dat men aan boord van de „Emden" wel geweten zal hebben door welke schepen men achtervolgd werd, lijkt het een daad van overmoed, om, bekend met het feit dat de achtervolgers sneller waren, een gebied op te zoeken waar zeer weinig, zoo al geen schuilplaat sen waren. In tusschen krijgen de geallieerden weder een aantal schepen voor andere doeleinden beschikbaar, zoodat ook het eskader dat jacht maakt op het Duitsche smaldeel, het welk zich in den Stillen Oceaan be vond, met enkele zeer snel varende schepen kan worden versterkt. (De na Woensdagmorgen ver schenen communiqué's volgen hieronder en bij de laatste be richten). 0p het Westelijk oorlogstooneel. Londen, 11 November. Aan de „Times" uit Noord-Frankryk Zondag en gisteren (Maandag) don derden de kanonnen hevig by Yperen en La Bassée. Ten zuidoosten van Yperen, in de nabyheid van Meessen (Messines), hervat de vijand zijn aanval met groote, schier met wanhopige kracht. Hier, by Atrecht en by La Bassée, heeft hij groote versterkingen ge kregen. De aan de bondgenooten toegebrach te verliezen zyn ongetwyfeld aanzien lijk, doch de verliezen der Duitschers aan dit noordelijke front worden acht maal zoo groot geschat. Wij hebbea geen terrein gewonnen, maar ook niets verloren. Ofschoon de Duitschers dus geen terrein verloren hebben, hebben zij reusachtige verliezen aan man schappen en materieel geleden. Dat is de toestand van het oogenblik. Ruw geschetst, bezetten de bond genooten een sterk verschanste linie ten westen van de lyn Dixmuiden- Yperen-Rijssel-Atrecht. Al deze steden hebben van de vyandeltjke granaten ernstig geleden. Geen van beide par tyen kan ze nu bezet houden. De stellingen van den vijand bevinden zich ten westen (oosten? - Red.) van genoemde steden. De fijn van het front vertoont ten zuidwesten van Ryssel op de hoogte van La Bassée een merkwaardige kromming. De Duitschers doen een laatste, wanhopige poging om door te breken. Het gebulder van hun kanonnen was gisteren te St. Pol (dep. Nauw van Galais, ruim 30 K.M. van Atrecht) te hooren. LondoD, 11 November. Een Reuter- bericht uit Parijs meldt, dat bijna de gansche Hongaarsche cavalerie, die naar Belgie werd gezonden, om de Duitschers te helpen, zoo goed als tot don laatsten man is uitgeroeid. De laatste twee verlieslysten der Hongaarsche cavalerie, die te Weenen werden gepubliceerd, bevatten niet minder dan 867 namen van Hongaar sche edellieden, die in de geyechten rondom Rijssel gedood werden. Een Engelschman die getuige is geweest van den aanslag in October op de luchtschiploods te Dusseldorf, deelt aan de Times mede, dat de in de loods liggende Zeppelin geheel vernield is en dat 4 officieren gedood eu verscheidene gewond zyn door de ontploffing van het gas. Een Duitsch oordeel over den toestand In het Weeten. De „Lokal Anzeiger" van 9 Nov. schryft het volgende Het communiqué van het hoofd kwartier onderscheidde zich den 8sten November door kortheid, maar bevatte behalve het bericht van onze voort gezette aanvallen op den rechtervleu gel de gewichtige mededeeling van de bezetting van eon hoogte ten Wes ten van Verdun in hot Argonne-woud, waarom weken lang gestreden is. Het was begrljpeiyk, dat de vorde ringen, die byna dagefijks gemaakt werden, hoofdzakeiyk ten doel haddeir Verdun te isoleeren of van het gros van het vijandelijke leger af te snyden. Het gelukken van een dergelijke po ging was echter afhankelyk van een langdurig en bloedig werk onzer troe pen, die in de rotsachtige en bosch ryke streken iederen stap voortwaarts met hun bloed moesten betalen. De verovering van Vienne de Ch&teau was inderdaad een gewichtige factor in ons streven, om Verdun aan de Westzyde af te snijden. Slechts op 85 K.M. afstand van Verdun in Wes- teiyke richting ligt het op een berg rug en vormt daardoor als hot ware een afsluitgrendel tusschen Vordun en den daarby aansluitenden Fran schen rechtervleugel van de gevechts linie Verdun - Noordzee. Desniettemin zou het voorbarig zyn in de verovering van Vienne de Cha- teau onzerzyds een doorbraak van het Fransche leger by Verdun te zien. Op denzelfden bergrug zyn nog veel plaatsen te nemen, als Florent les Islettes e. a., en dan moeten de steile Westeiyke Maasoevers nog van Fran schen gezuiverd worden. De verove ring van Vienne is echter een be langrijke schrede in de gewenachte richting. Tegenspraak. Berlyn, 10 Nov. (W. B.) (Officieel.) De „Nordd. Allgem. Zeit." schryft: Op 16 October bevatte het te Amster dam verschynende dagblad „De Tyd" een bericht van zyn oorlogscorres pondent te Maastricht, waarin deze beweerde, dat hy op 9 Oct. met een trein, waarmede meer dan 2000 ge wonden vervoerd werden, op het station Landen in Belgie tusschen Thienen en Waremme was aange komen. Hier had de trein 40 minuten stilgestaan om den gewonden ge legenheid te geven om te eten. Op en neer wandelend op het station had de correspondent gezien, dat voor een der laatste waggons van den trein 2 a 300 Duitsche soldaten, licht gewonde manschappen van de be zetting in Landen, op rumoerige wyze drie in den wagon liggende zwaar gewonde Engelschen hadden be schimpt, dat zij aan do hongerige gewonden schalen met dampende soep uit de verte toonden en hen schandeiyk lieten honger lyden. Ook hadden rij hun onder ruw gelach de geweren voorgehouden en naar hen gespuwd. Deze beweringen van den bericht gever van „De Tijd" hebben geleid tot een onderzoek door de bevoegde autoriteiten. Uit dit onderzoek is het volgende gebleken: Op 9 Oct. is geen trein met 2000 gewonden te Landen aangekomen, maar alleen kleine transporten, wier aantal kan worden opgemaakt uit de berekening van de verplegingskosten. Samenscholingen van 2 tot 300 soldaten zyn onmogelijk, omdat de schildwacht opdracht heeft het perron vrij te houden. Ook is altyd minstens één officier van het stationscommando tegenwoordig by het vertrek van treinen met gewonden. Het is onmogelijk, dat soldaten hunne geweren op de Engelschen hebben aangelegd, omdat de man schappen, die zich naar de eetzaal begeven, en de bedieningsmanschap pen, eveneens, steeds ongewapend zijn en andere soldaten geen toegang hebben. De Engelschen zijn noch geslagen, noch gestooten, noch bespuwd, maar hun is eon bord warme soep aange boden, dat twee hunner echter wei gerden. Dit alles is gebleken uit verklarin gen van ooggetuigen. De veldpost. Met klem vestigt de „Temps" nog maals de aandacht op de absoluut onvoldoende distributie van de cor respondentie voor de soldaten. De brieven van soldaten aan hun familie worden geregeld bezorgd, maar om gekeerd laat de uitdeeling alles te wenschen. Stapels brieven hoopen zich in de bureaus op, zonder te worden uitge zocht, aangezien er een tekort is aan personeel en vooral aan bevoegd per soneel. En toch, schrijft de „Temps", scbynt er in de verschillende generale staven een voldoend personeel aanwezig te zyn, dat niets om handen heeft. Bo vendien zouden waarschynlljk hon derden „postiers" te gebruiken zijn uit Noord-Frankryk, die zonder werk zijn in verband met de occupatie van het land door den vy'and. Er schynt nog altyd een onoverkomelijke muur aanwezig te zyn tusschen de departe menten van Oorlog en Posteryen. Op het oostelijk Oorlogstooneel. Ven het Russlsch-Dultsche gevechtsterrein. Londen, 11 November. Uit St. Pe tersburg aan do Daily News: Lichte Ruseiflche kolonnes, die buiteniynen van de Duitsche militaire spoorwegen om Noord- en Midden- Polen hebben opgebroken en over schreden, rapporteeren een koorts achtige bedryvigheid by den vyand. Op de het meest naby de grens liggende spoorwegon hebben zij Duit sche troepenbewegingen opgemerkt en verder het binnenland in zijn de spoorwegen dag en nacht overkropt met troepentransporten en oorlogs- voorraad, vooral artillerie, die uit I Oost-Pruisen naar de stellingen achter Thorn en Posen worden vervoerd. I De opwinding van het Duitsche spoorwegbestuu r heeftonder de burger- lijke bevolking een paniek verwekt. Vele duizenden Duitsche gezinnen hebben haastig hun draagbare boeltje bij elkaar gepakt en zyn achter de vesting Posen gevlucht. Anderen be geven zich naar Breslau en Dresden. Men vermoedt, dat de Duitschers gedacht hebben dat de Russen na het terugslaan van den opmarsch naar Warschau en don Weichsel een inval in Oost-Pruisen zouden doen en dat het geheel onmogelijk voor hen zou zyn, een groot leger in No vember voor een winterveldtocht door het in Duitschland vooruitsprin gende gedeelte van Polen te laten oprukken. Dit is reeds gedaan echter en vandaar, dat de Duitschers nu onder hoogen druk alle beschikbare krachten van do vestinggarnizoenen en reserves in Saksen, Sileziö en het overige gedeelte van Pruisen samen trekken. Duitsche generaals gevangen. Londen, 11 Nov. De „Daily Te legraaf" verneemt uit Moskou, dat by een gevecht de Russen den be velhebber van het 17e legercorps, generaal Mackenzie en zyn staf ge vangen namen en dat de Russen eveneens den vroegeren Duitschen bevelhebber in Lodz, generaal Lie- bert, den oud gouverneur van Duitsch Oost-Afrika en lid van den Ryksdag gevangen hebben genomen. De opmarsch der Russen. Aan de „Daily News" werd Maan dag uit St. Petersburg (Petrograd) Al de plaatsen waar de Russen met de Duitschers (aan het Oost- Pruisische front bedoelt do corres pondent blijkbaar) aanraking hebben, liggen nu in Duitsch gebied. De Russen hebben 1500 waggons met steenkolen genomen, die in Oost- Pruisen op zysporen stonden by door de Duitschers ontruimde stellingen. De Russische ruiterij, die Posen is binnengevallen, heeft den linker vleugel van de Duitschers by den overgang van de Warta te Konin doorgestooten. Deze cavalerie-opera ties, die sterk gesteund werden, heb ben al de verdedigingstoebereidselen van de Duitschers waardeloos ge- gemaakt. De Russen houden nu zonder tegen stand te ondervinden de groote linie van verschansingen van Czenstochau in zuidelijke richting naar Kalisi loopende, bezet. Duitsche reserve troepen en werklieden uit het land zelf, daartoe geprest, zyn een maand lang bezig geweest om deze aard werken in orde te maken, die van metselwerk zijn voorzien als onder- aardsche woningen. Nu zijn ze alle verlaten. De Russen vallen op het oogenblik de Oostenryksch-Duitsche strydkrach- in de buitenste verdedigingswer ken van Krakau aan. Uit het laatste bericht van don generalen staf biykt, dat hot Russi sche leger thans met den vyand contact heeft gekregen aan beide uiteinden van de linie Thorn—Kra kau, waar de verdediging van Midden- Duitschland van afhangt. Do Russi sche artillerie heeft den spoorweg by Saldau verwoest en een trein doen ontsporen, die Duitacho troepen naar Thorn bracht. Het lot der gevangenen In Rusland. Berlyn, 10 Nov. (W. B.) Volgens de bladen is het lot der Duitsche ge vangenen in Rusland zoo gruwzaam, dat snelle en kraebtigo maatregelen noodig zyn. Voorgesteld wordt be trouwbare personen, Zweden of Ame rikanen, met geld naar hen te zenden opdat zij zich kleeding en voedsel kunnen verschaffen. Er moet snel worden geholpen, wil men voorkomen dat duizenden ellendig omkomen. Het is dringend noodig, dat Duitschland opnieuw de bemiddeling inroept Yan neutrale staten om deze ellende van vele duizenden Duitschers in Rusland te verzachten. Van het Turksch-Engelsche gevechtsterrein- Konstantinopel, 11 Nov. (Wolff.) Ambteiyke mededeeling uit hot hoofd kwartier Onze troepen, die de Egyptische grens overschreden, hebben de stel ling van Sjeich Zawi (tusschen Rafa, a/d. Egyptisch-Syrische grens, en El Arisj) en het fort El Arisj bezet. Wij hebben 4 stukken veldgeschut on materiaal van de voldtelegrafle op do Engelschen buit gemaakt. Van het Turksch-Russische gevechtsterrein. Konstantinopel, 11 Nov. (Wolff.) Ambtelyke mededeeling uit het hoofd kwartier In Kaukasie heeft de vijaud zich op de tweede linie van zyn stellingon teruggetrokken en groote verliezen geledon. Wy maakten een aantal ge vangenen. Ons offensief wordt voorgezet. Op Zea. De „Emden" vergaan. Londen, 10 Nov. Het persbureau meldt, dat de Duitsche kruiser „Em den" vergaan is by de Cocos (Keeleng) eilanden, in den Indischen Oceaan. Hot schip is gezonken; de verliezen aan levens zijn belangrijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1