HELDERSCHE COURANT No. 4390 DINSDAG 17 NOVEMBER 1914 42e JAARGANG Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de tweede helft van November. Dinsdag 17 Langestraal Lezing ds..Warners, met voordrachten en muziek Woenad. 18 Wachtschip Stafmuziek 6'/s~7'/a u- Popul. wetensch. lez. Francken Sn. Kaarten op aanvrage hij Com. Doudard. 19 Blunonh.'.ST Muziekgezelschap „Harmonie" 8 u. Ook voor W.-oever en Sloepen- loodsen. Parallelweg Muziekgezelschap „Winnubst" Sn. Op pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. De strijd in Z.-W. België. 2. Een strijd met Ouitsche vliegeniers. 3. Vlaamsche ruiters. 4. Na den slag. 5. Uit veldpostbrieven. 6. Feuilleton, enz. DE OORLOG. De algemeene toestand. Het gehuil van den killen noor den wiud, en de eerste sneeuwval kondigen, met niet te weerspreken duidelijkheid, den naderenden winter aan. En dat is voor de krijgsver richtingen in liet westen en in het oosten een leelyke tijd. Sneeuw is gevallen en niet weinig in de Vogezen, mist, dikke mist, hing bo ven de loopgraven aan de Aisne. En daardoor wordt den beiden par tyen belemmerd de noodige waar nemingen te doen, zoodat nu de tijd aanbreekt waarin plaats is voor verrassingen. Tot nog toe waren die vrywel uitgesloten. Het nieuwe oog van de aanrukkende troepen, de vlieg machine, nam elke gelegenheid weg om door een verraasenden aanval op een nauwkeurig verkend punt eenig succeB te behalen, Geen enkele beweging van de vijandelijke macht kon worden volvoerd, zonder dat het waakzame oog van een vlieger het zag en het den commandant der tegenpartij mededeelde. Daaraan is voor een groot deel de stilstand in de bewegingen der beide partijen toe te schrijven. Langs de linie, die zich van de Zwitsersche grens tot aan de Noordzee uitstrekt, is wel eens een gelegenheid geweest voor de eene of andere partij om door de linies heen te breken, maar zoodra daartoe maatregelen werden geno men, troepenversterkingen werden aangevoerd, artillerie en mitrailleurs werden verzameld, werd daarvan door de vliegers melding gemaakt, en de tegenpartij kon zich gereed maken dien aanval te weerstaan, ot af te weren. Onder de bedekking van den nacht werd dan nog wol eens een poging gewaagd, maar de opzet was verra den, voordat tot de uitwerking kon worden overgegaan. Thans komen de mlfet, de vroeg invallende duisternis, de korte don kere dag en de lange nacht de poging gen der troepenaanvoerders te üulp. Geholpen door den mist pogen de beide partijen elkander dichter te naderen; en de „Times" meldt zefs dat aan de Aisne de loopgraven tusschen 50 en 300 Meter van de yzerdraadversperringen der tegen partij worden aangelegd. Maar de gelegenheid, om met een aanzienlijke troepenmacht op eenig punt dtorde linies der tegenpartij te breken, is nog niet gekomen. De Duitschers hebben er moeite genoeg voor gedaan. Vooral in het gedeelte tusschen La Bassée en de zee. De Pruisische Garde heeft ver leden week met alle kracht gepoogd bij Yperen door de linies der Fransch- Engelsche strijdmachten te trekken; maar ondanks den moed en de vast beradenheid, waaraan in Engelsche berichten over dien aanval hulde werd gebracht, konden de Duitschers niet tot Yperen doordringen. Wel drongen de Duitsche troepen op drie plaatsen door de vijandelijke linie, doch zij konden van dat tijdelijk voordeel geen gebruik maken, daar hun belet werd verder terrein te winnen. Het moet een verschrikkelijke strijd geweest zijn, die daar werd geleverd aan beide zijden waren de verliezen ontzettend groot. En hoewel de aan val gedeeltelijk gelukte, ontbrak de gelegenheid er partij van te trekken. Zy kwamen door de vijandelijke linie heen maar hadden er niets aan; want zij waren niet krachtig genoeg meer om hun aanval door te zetten. De herhaalde aanvallen op dien uitersten rechtervleugel, waarbij op do meest roekelooze wijze met men- schenlevens wordt omgegaan, moeten een strategisch doel hebben. Anders zouden zy volkomen onbegrijpelijk zyn. In het „Vaderland" bespreekt de oud-minister van oorlog, generaal Staal, dat doel. De generaal zet voorop, niet goed te begrijpen, waarom de Duitschers hier nu met alle geweld den aanval willen doorzetten. „De offers die zij hier brengen zijn veel te groot om aannemelijk te maken, dat het hun om een schijn manoeuvre te doen is en dat zij de aandacht willen afleiden van een ander punt der lange slaglinie, waar op zij ten slotte den beslissenden slag zouden willen toebrengen." En de generaal kan moeilijk aan nemen, dat het hun te doen zou zijn om Calais en Duinkerken. Zooals hij reeds vroeger opmerkte, hebben zy aan die plaatsen weinig of niets, zoolang hunnerzijds geen sprake kan zyn van een krachtige poging tot landen in Engeland. En daarvan kan geen sprake wezen zoolang zy blijk baar nog op het vasteland niet be schikken over een voldoende over macht om daar den slag te winnen, waarop het vóór alles aankomt. Het eenig denkbare acht de gene raal, dat zy, „geen kans ziende om op eenig punt der lange slaglinie in een doorbreking van deze te slagen, op den uitersten vleugel met inspan ning van alle krachten de overwinning willen trachten te behalen, ten einde althans op eenig punt, een beslissing te verkrygen. Op het Oostelijk oorlogsterrein ls de toestand wel plotseling veranderd. Was er reeds bekend dat een gevecht in vollen gang was, thans reeds.deelen berichten uit Beriyn de beslissing mede. Men werkt op het Russisch- Duitsche front dus blijkbaar spoediger af dan op het Westelijke oorlogsveld. Wat het Duitsche bericht aangaat, het is wel aan te nemen dat de Russen op een zeer sterkeu tegen stand zyn gestooten. De Duitschers toch hebben allen tyd gehad om hunne opnamestellingen uiterst zorg vuldig in te richten. Het snelle op rukken der Russen vormde een te groote bedreiging om niet alles in het werk te stellen om den vijand te beletten Duitsch grondgebied te be treden. En het is den Duitschers gelukt dit te voorkomen. Volgens het bericht uit Beriyn toch zyn de Russen over het geheele Poolscüe en Oost-Pruisische front teruggedreven, en wel het meest tusschen de Weieh- sei en de Warta, alwaar zij heeten teruggeslagen te zijn tot aan Kutno (ongeveer 40 K.M. ten Z.W. van Plozk). Hierbij zouden 23000 gevangenen gemaakt zyn. Of door dezen grooten tegenslag de opmarsch der Russen ongedaan gemaakt is valt echter te betwyfelen. Wel is zij voorloopig tot staan ge bracht. Waarschynlyker is het een herhaling van de geschiedenis in Oost-Pruisen, en zoodra de Russen van den tegenslag voldoende hersteld zijn, zal hun opmarsch dan ookwel weer beginnen. Hetgeen echter met den ingetreden winter en de toene mende koude vele en groote bezwaren 1 zal opleveren. Op Zee is geen nieuws, tenzy het optreden van Duitsche .onderzeeërs in het Kanaal, dat bewyst dat de Duitsche marine een handig gebruik maakt van de haven van Zeebrugge on van daar uit onderzeebooten langs de Fransche en Engelsche kust laat patrouilleeren. Dat eenige dier onder zeeërs door Fransche en Engelsche torpedobooten zyn vernietigd, wordt in officieuse berichten medegedeeld maar deze zijn itóg niet officieel be vestigd. De officieele legerberichten van 13, 14 en 15 November. Geen verandering. Dat is eiken dag weer het slot der communiqué's. Het gevecht gaat steeds voort. Hier wint de een, daar de ander, en den vol genden dag gaat het weer andersom. Het gevolg is dat het front zoo goed als geen wijziging ondergaat. Zoo meldt het Fransche communiqué van 14 November een kleine vordering ten zuiden van Bixschoote. By Ype ren werd ten O. van deze plaats een gehucht door de Franschen her nomen, terwyi ten Z. een aanval van de Pruisische garde werd afge slagen. Het Belgische communiqué maakt melding van eenaanval der Duitschers op hec bruggehoofd van Nieuwpoort, welke werd afgeslagen. De Duitsche berichten omtrent den stryd in Vlaanderen vermelden dat de operaties veel last ondervinden van het slechte weder. Vooral van de mist. Van het overige gedeelte van het westeiyk front wordt weinig ver meld. Alleen geeft een Duitsch bericht aan dat ee» beheerschende positie der Franschen by Berry au Bac ge nomen is. Van Fransche zijde is daarover nog niets gehoord. Uit Terneuzen wordt gemeld dat, onder de troepen te Gent en te Brugge het gerucht wordt verspreid dat Calais door de Duitschers is genomen. Dit zou moeten dienen om de stemming onder de soldaten te verbeteren. Dat deze niet zoo bijzonder is, laat zich licht begrijpen. Vooral nu in den laatsten tyd velen als slachtoffer van het weer vallen. Het aantal zieken moet dan ook zeer groot zyn. Vooral het getal ïyders aan longontsteking neemt steeds toe. De berichten van de geallieerden van den 15 November zijn een weinig optimistischer. Volgens een bericht aan de „Times»' bevinden de bond- genooten zich in een gunstige positie. Verschillende aanvallen derDuitschers zouden weder zijn afgeslagen. De Belgische en Fransche berichten mel den dit eveneens. Het Duitsche leger- bericht daarentegen maakt melding van een slecht vorderen in Vlaanderen maar van het nemen van een belang rijk steunpunt in de Argonnen. Dit is het 3e in een paar dagen. Als het zoo doorgaat houden de Franschen geen enkel „belangryk" steunpunt meer over. Welke deze belangrijke steunpunten zijn wordt echter niet gemeld. Het lijkt daarom voorhands noodig deze mededeelingen onder voorbehoud aan te nemen. In deze tyden hebben de menschen en vooral de soldaten in het veld af en toe een opwekkend bericht noodig Van het Oosteiyk oorlogsterrein komt weinig nieuws. Naar het schijnt zit er by de Russen niet die vaart meer in als in het begin van den terugtocht der Duitschers. Waar schijnlijk is het ook dat de Duitschers, nu zy eenmaal hunne van te voren in gereedheid gebrachte en dus waar- schynlyk zeer sterke stellingen be reikt hebben, den Russen handenvol werk zullen geven. De Duitsche zoo wel als de Russische berichten maken melding van een nog steeds voort durend gevecht, waarvan de beslissing nog niet gevallen is. Langs het ge heele front is op het oogenblik het gevecht in vollen gang. Van Stallu- pönen tot Possessern (ten N. van Lötzen), in de streek van Soldau en Neidenburg, by de Warthe, van Kalisch tot Weljun (ten N.O. van Kreuzburg, op Russisch gebied). In de omstreken van Czenstochow waren de Oostenrykers de aanvallers, doch zij werden volgens de Russische be richten teruggeslagen. In Galicie trachten de Oostenrykers een ver dediging te organiseeren ten W. van de Dunajew, op het front van Jaslo. Met welken uitslag is nog niet be kend. Verder maken de Russische berichten melding van een oprukken van de troepen naar de passen van de Karpathen. Van het Turksch-Russische ge vechtsterrein komt niets positiefs. Volgens de Russische berichten van Zaterdag duurde toen het gevecht om de stellingen van Keuprikeui nog voort, terwyl de Turken meldden dat deze reeds genomen waren en de Russen tot den aftocht gedwongen werden. Turksche berichten melden verder, dat alle blokhuizen aan de grens van het district Trebizonde (aan de Zwarte Zee) by verrassing genomen zijn. In Russische berichten wordt echter geen melding van deze feiten gemaakt. Deze geven daaren tegen berichten over het verslaan van een afdeeling Turksche ruitery by Kara-Kilisse (op Turksch gebied). Wat van deze berichten te gelooven is, kan moeiiyk uitgemaakt worden zoolang nadere berichten ontbreken. Een bericht van meer belang is de officieele mededeeling uit het Turksche hoofdkwartier, dat de Tur ken de stelling van Kotur op Per zisch gebied bezet hebben. Deze stelling werd tot nog toe door de 3sen bezet gehouden. Het is thans vraag wat Perzié in dit geval zal doen. Zal het zijn onzydigheid hand haven, of zich by Turkye aansluiten. Met het oog op de groote propaganda welke in Perzié voor den heiligen oorlog gemaakt wordt, is het laatste niet onmogelyk. Berichten uit Konstantinopel maken ook melding van een uitbreiding van den Heiligen oorlog over Algiers en Marokko. Deze berichten zyn echter nog niet bevestigd. In verband met overdreven mededeelingen welke reeds vroeger uit Konstantinopel ge komen zijn over opstanden in China en Engelsch-Indié, is het goed aan de berichten over Marokko en de andere koloniën niet te veel waarde te hechten zoolang ze nog niet zijn bevestigd. In Zuid Afrika worden af en toe nog kleine schermutselingen geleverd met de overbiyfselen van derebellen, commando's. Tot nu toe met ongunstig resultaat Yoor de laatsten. Ook van de zee komt weinig of geen nieuws. Het eenige is dat de Engelschen denken een of twee Duit sche onderzeeéra te hebben opgeruimd, door er na te dreggen met een helsche machine aan een ketting, op de manier waarop men mynen viscbt. Het gevolg was dat men op een gegeven oogenblik een ontploffing onder water waarnam, waarna veel olie aan de oppervlakte dreef. Men vermoedde toen dat de onderzeeër waar men op deze origineele wyze jacht op maakte, getroffen was, waar dan ook wel reden voor bestond. Verder rapporteerde een Fransche torpedoboot eveneens een onderzeeér te hebben onschadelyk gemaakt. Op het Westetijk oerlogstooneel. De Dultscherslln Frankrijk en Belglh. Parys, 16 Nov. (Reuter). Officieel bericht van 11 uur 's avonds: Het belangrykste voorval van den dag van gisteren is het terugwerpen van den vyand op den rechteroever van het Yser-kanaal. Het gedeelte van den linkeroever, dat de Duitschers nog bezet hielden, is nu geheel ont ruimd. Ten zuiden van Bixschoote hebben wij een klein bosch heroverd, dat by een nachteiyben aanval was verloren gegaan. Aan het einde van den dag beproefde de vyand ten zuiden van Yperen zonder succes een aanval. Van het overige gedeelte van het front geen nieuws. De strijd In Noord-Frankrijk. Een cavalerie-officier vertelt in den „Berliner Lokal-Anzeiger" het eëh en ander van een dag in het front, dat een goede voorstelling geeft van den vreesiyken stryd, die daar gestreden wordt: „Wy meenden den vyand te zien aftrekken. Was het de uiterste vleugel, die daar den terugtocht aanvaardde? Dan was het ons gelukt een beslissing te weeg te brengen, die den doorslag kon geven voor het geheele front. Wij hadden ons te vroeg verheugd. Eenige uren later wisten wij, dat wy door een groote overmacht aangevallen werden. Voorloopig was het parool krachtig onze stelling vast te houden en den laatsten man er aan te wagen om een ongeluk af te wenden. Snel werden de bevelen verdeeld. Eerst de colonnes beschieten, dan aanvallen op R. De compagnie werd van den weg af naar den rand van het bosch gevoerd, en nu in tirailleurlixiie voor uit gebracht tusschen weiden, akkers, sloten en kreupelhout, in een terrein, dat de verdediger ruimschoot dekking bood en zeer bezwaariyk was voor do aanvallers. Wy kwamen ten minste vooruit. De eene compagnie volgde op de andere. De reserven bleven byeen iu het bosch. Spoedig werden de verliezen talryker. Steeds vaker zag men troepen gewonden door kameraden! gesteund of gedragen, steeds talryker werden de bloedsporen en het Roode-Kruiskamp op den achtergrond vulde zich snel. Plotseling wordt het vuur heviger en schynt het naderbij te komen. De vyand on derneemt met een overmacht een hevigen uitval uit R. Zyn voorste linie bereikt ons bijna. Wy bleven op onzen post, zonden alleen onze hand- paarden achteruit. De generaal wachtte kalm op de achterste batay'ons, die zoo snel mogeiyk naar voren gehaald moesten worden. Want een tweede aanval zouden wy zonder versterking niet kunnen uithouden. Nieuwe infan terie wordt in het vuur gebracht. De strijd komt tot staan. Maar wy willen meer. Wy willen vooruit, te meer daar wy vernemen, dat onze zus ter-divisie reeds C. ge nomen heeft. Opnieuw komt het bevel voorwaarts. Wij verwachten, dat wy door de nieuwe bataljons van zelf vooruit zullen komen, daar de over macht is te groot. Wy voelen dat de onzen zich slechts met de grootste dapperheid onder ontzagiyke verliezen staande kunnen houden. Ik meldt den stand van het gevecht aan den divisie-staf, die meer naar achter staat. Ik loop tegen den berg zoo hard ik kan. Men spreekt daar over de rechter zy-colonne, onze andere brigade. Als wij die nu maar hier hadden. Automobielen, wielryders, ordonansen worden haar achterna gestuurd. Zij moet uit het Zuidwesten eveneens aanvallen. Een verlaten rywiel brengt mij weer in de naby- heid van den vyand, haast tusschen de vyanden. Want van de' hoogte af is er geen houden aan, ik moet my laten vallen. Ik kiuip naar den rand van het bosch. Daar tref ik den generaal. Ik meldt hem, dat nog twee bataljons actieve infanterie tot zyn beschikking zyn gesteld. Vol spanning verwachten wij hun aankomst. Tel kens klim ik naar boven, op den weg, om naar ze uit te kyken. Ik weet vooruit, dat zij er nog niet kunnen zyn en hoop toch. Boven aan den is het een verschrikkelijk tooneel. Bijna alle paarden van de artillerie- liggen dood. Nog een ander tooneel heeft zich hier afgespeeld. Een van onze. dapperen escadrons-chefs is persoonlyk vooruit gereden om het terrein te verkennen Een zwaar schot in den arm heeft hem omver geworpen. Onze dokter is er spoedig by, maar ook hem stelt een schot buiten gevecht. Een ander officier gaat naar de gevaariyke plek om de twee kameraden te helpen. Maar een doodelijk schot in het hoofd maakt daaraan een einde. Slechts weinige minuten geleden moet dit alles ge beurd zijn. Daat^vevschijnt aan oen buiging van den weg de infanterie. Ik ga snel tegemoet, om de beide majoors op te zoeken. Kort deel ik hun mede, wat de generaal wil. Een half uur later is de een dood, de andere zwaar gewond. Snel worden de compagnieën in het vuur gebracht. Van hen verwachten wij, dat zy R. zullen nemen.- Zy zullen de andere troepen mee voorwaarts slepen. Krach tig dringen zy vooruit. By iederen sprong echter wordt het vyandeiyk vuur heviger. Ondanks de ontzettende verliezen bereiken zy spoedig de voorste posities, slechts eenige hon derd meter van den muur van het kerkhof te R. Verder voorwaarts te komen, gelukt ook hun niet, en schynt inderdaad onmogelijk. Iedere poging wordt door den vijand uit volkomen gedekte posities zoo hevig met infan terie- en machinegeweervuur beant woord, dat verder doordringen een nutteloos opofferen van duizenden menschenleyens, meestal reservisten met vrouw en kind, zou beteekenen. Een laatste poging moet echter nog worden gedaan. De laatste reserve er by halen, luidt het bevel. Wy hadden nog drie pioniers-compagnieën. Dit zyn de laatste-versterkingen, die wy hebben. Zy treden als infanteristen op, alsof zij nooit anders gedaan hebben. Een korte pauze in het vuur. Nu worden de bajonetten opgeplant. En dan marsch, vooruit. Alles wat nog heele ledematen en een hart in '1 ïyf heeft springt op. Onmiddellijk weer de dichte kogelhagel van het kerkhof. De aanvallers komen tot staan. Schreeuwend wat wij kunnen en met signalen en teekens trachten wy de linie in gang te houden. Het gaat niet, het gaat werkelijk niet. Wy zien in, dat de verliezen te ver schrikkelijk zyn. Niet verder dus. De laatste gedekte stelling wordt weer ingenomen en hier zullen wy het uithouden tot den laatsten man. Het is vyf uur 's middags. Wy begrijpen, dat zonder beschieting van het kerkhof door de artillerie en zonder een versterking van de troepen hier niets te beginnen is. Het wordt avond, het duister valt in en dat is op dit oogenblik onze beste bondge noot. De officier vertelt dan hoe eerst den volgenden dag de aanval gelukte. Een Engelsch parlementslid, Ray- mond Greene, die zitting heeft voor North Hackney, heeft in een naar huis geschreven brief van den 5den o. m. het volgende meegedeeld, dat de gruwelen van het huidige oorlogs spel typeert. „Indien mijn vrienden uit North Hackney mij konden zien, zouden zij hun afgevaardigde zeker niet her kennen. Wij worden bedekt met mudderonze kleeren zitten dik onder de klei en wy zien er uit als een troep werklui in de ijzermynen. De manschappen zyn werkelyk holden; zy biyven by hun taak zonder te mopperen. Zij worden goed gevoed: nog nooit is er voor de menage van een leger zöö goed gezorgd. Wy krijgen goede berichten van hetnieuwe leger thuis; en zoodra het klaar zal zyn om over te komen zal het hier zeer welkom zyn. Meer mannen zouden onze taak hier vergemakke- ïyken. Het zware geschutvuur van den vijand richt de meeste schade aan. Tien meter van waar ik stond werden een dag of twee geleden in een der loopgraven vier manschappen en een officier aan Darden geschoten. Ik werd bedekt met aarde en brokken vleesch. De tooneelen die er bij zoo iets voorvallen zyn vreeseiyk; maar tot op zekere hoogte zijn wij aan gruwelen gewend geraakt." Volgens een telegram uit Genéye aan de Vossische Zeitung, is daar uit Marseille bericht ontvangen, dat 17 schepen met Japansche artilleristen naar die haven onderweg zyn en daar binnenkort worden verwacht. Lord Roberts, f Londen, 15 November. Maarschalk Lord Roberts is overleden. By een bezoek aan de Indische troepen in Frankrijk, waar hy eerekolonel van was, vatte hy Donderdag kou. Hy kreeg longontsteking en is daaraan bezweken. Jeugdige Duitsche soldaten. Naar het Berliner Tageblatt" meldt hebben zich aan onderscheidene scho len in Beriyn (zonder de voorsteden) jeugd-compagnieén gevormd, die zich bezig zullen houden met de militaire voorbereiding der jeugd. In totaal zijn alleen in de stad Berlijn 120 zulke compagnieën gevormd, met rond 12000 jeugdige personen. Hier onder zyn gymnasia, hoogere burger scholen, scholen voor m.u.l.o., vak ambachtsscholen, vereenigingen met christeiyk karakter, turn- en sportvereenigingen, enz. De leiders dezer jeugd-compagnieén bestaan meestal uit leeraren, terwyl stedelyke- of Rijksambtenaren, die hebben, alsook oud onder officieren e.d. met de militaire leiding belast zyn. Ook in de voorsteden is men ijverig bezig met de oprichting van zulke korpsen. In geheel groot-Berlijn ne men ongeveer 20000 jongelieden, in de provincie Brandenburg met inbe grip van Beriyn 60000 aan de oefe ningen, die tweemaal 's weeks op de vrije namiddagen en Zondags gehouden worden, deel. Nederlandsche volksliederen in het Duitsche leger. Naar aanleiding van den liederen- avond van den heer Van Trigt schre ven wij, dat de Duitschers, de muzi kale natie bij uitnemendheid, met onze volksliederen van Valerius zoo dweepten en ze zelfs op hun scholen zongen. Het onderstaande fragment uit een brief van een veldkok is eene illustratie van wat wy schreven. Hy schrijft uit Bapaume (ten westen van Kameryk en ten zuiden van Atrecht, in Noord-Frankryk), d.d. 28 October. Zondag zijn wy voor het eerst sinds den Veldtocht naar de kerk geweest. Er werd geroepen „vrijwilligers voor I" maar niemand wilde wegblijven en intusschen de wacht houden. Het eerste lied, dat gezongen werd, was hel „Nederlandsche dankgebed". Je weet, lieve Anna, dat ik dit altyd gaarne gezongen heb, en ik heb dan ook ter dege meegedaan. Hoeveel Hollanders zouden dit „Dankgebed" hebben kunnen mee zingen Wij lezen in de Haagsche Post „Wy hoorden toevallig van een zie kenhuis in een aanzienlyke Duitsche stad, niet ver van onze grenzen, waarin zevenhonderd gewonden lagen, en er was maar één dokter met een assistent, die nog student is. Zou dat niet iets z(jn voor Nederlandsche dok ters om zich als hulp aan te bieden, geiyk ze immers ook in de Balkan oorlogen hebben gedaan Voor de neutraliteit konden zy zich ook voor andere oorlogvoerende mogendheden beschikbaar stellen." De Franc-tireurs. Over de Franc-tireurs bevat het Oorlogsreglement geen enkele bepa ling en dit veroorlooft de Duitschers ook nu nog, even als in 1870, met groote verachting te spreken over het Franc-tireurs-Unwesen. Het zyn nu de Belgen, die zich schuldig ge maakt hebben aan deze misdaad, welke de Duitschers, zoo' zy dit ont dekken, met den kogel straffen. Het merkwaardige hiervan is dat het misdryf, waarop aldus de zwaarst denkbare straf is gesteld, noch in eenig tractaat, noch in eenig nationaal strafwetboek voorkomt. Het groote beginsel van het strafrecht „geen straf zonder voorafgaande wettelyke strafbepaling" wordt hier eenvoudig ter zyde gelaten. Indien men in de verschillende nationale wetboeken van strafrecht nagaat, of omtrent het zedelyk stel lig geoorloofde Franc-tireurswezen iets bepaald is, zal men er alleen wettelijk erkende niet-straf baarheid vinden, want de meeste hebben eene bepaling in den geest van Art. 41 van ons W; v. S. luidende „Niet strafbaar is hy, die een feit begaat, geboden door de noodzakeiyke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen oogen- blikkelijke, wederrechtelijke aanran ding." Zelfs overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdedi ging is in dit geval straffeloos. Wanneer nu Art. 43 van het Oor logsreglement den bezetter den plicht oplegt de openbare orde te handhaven zooveel mogeiyk volgens 's lands wetten, en de daarop volgende arti kelen hem voorschryven eerbied voor de eer, de familierechten, het leven der bewoners en voor den privaten eigendom met uitdrukkelyk verbod van plundering, dan kan toch de burger in wiens huis eene gewapende bende dringt, om er den baas in te spelen, ik behoef dit niet verder te omschrijven, met recht zich verzetten tegen zulk een optreden, dat hy niet eens van zyn eigen leger behoefde te dulden. Het is mogeiyk, I en zelfs waarschyniyk, dat by dien ongeiyken strijd hij het onderspit delft, maar het is volkomen men- schelyk en in het minst niet misda dig, wanneer hij, wetende dat zoo wel in het eene als in het andere geval, alles wat hem lief is met ruwe hand wordt aangerand en zyne per- soonlykheid dus wordt vernietigd, nog eerst twee of drie van die aan randers hun bedi-yf met den dood laat betalen. Het is eveneens zeer natuurlijk en menschelijk dat een bezettingsleger voor niets banger is dan voor eene dergeiyke wanhopig strijdende bevol king, want wanneer allen die wapens kunnen voeren op deze wijze optre den, en vóór zelf doodgeschoten te worden twee vijanden uit de wereld helpen, dan wordt een bezettings troep ernstig gedund. Daarom is het begrijpelijk, dat voor eigen levens behoud de vyand jacht maakt op Franc-tireurs en die strijd tusschen Franc-tireffrs en een invallend leger is een der gruwelen aan eiken go- wapenden inval verbonden. Het is echter onbehooriyk een onderscheid te maken tusschen dit gedeelte van den stryd en het andere. Het bommen werpen op spelende kinderen in eene niet versterkte stad is zedelyk stel lig minder verdedigbaar dan het optreden der Franc-tireurs en wy moeten -het dus afkeuren, wanneer men deze verdedigers van eigen huis, die weten dat zij hun leven op het spel zetten, ook nog als misdadigers wil brandmerken. Alleen een tot de spits gedreven militarisme, dat voor zich zelf en zyne vakgenooten het monopolie van doodschieten opeischt, kon het Franc-tireurswezen tot mis daad stempelen. De kleine volken mogen hieraan nooit mededoen. Zy hebben, wanneer zy worden aangevallen door een o ver- machtigen vyand, onmiddellijk ge bruik te maken van Art. 2 van het Oorlogsreglement en door algeheele volkswapening openlijk afgekondigd, en. openlijk ten uitvoer gelegd, het geheele volk de rechten van „oorlog voerenden" te verzekeren. (De „Telegraaf'). Op het oostelijk Oorlogstooneel. De verdediging van Przemysl. Weenen, 14 Nov. (W. B.) De ver dediging van Przemysl wordt evenals bij de eerste insluiting metdegroot- Bte kracht gevoerd. Gisteren b.v. werd de vyand door een uitval naar het noorden tot aan de hoogten van Rokietnica teruggedreven. De Oostenryksche troepen leden daarby slechts zeer geringe verliezen. Enkele op zichzelf staande uitvallen van vyandelijke detachementen in de Karpathen werden zonder moeite afgeslagen. Ook op het overig gedeelte van het front kunnen de Russische ver kenners niet doordringen. Russische nederlagen. Berlijn, 16 Nov. (W. B.). Officieel meldt het groote hoofdkwartier: De stryd in het Oosten duurt voort. Gisteren wierpen onze in Oost-Pruisen strijdende troepen den vy'and terug in de streek zuidelijk van Stallupönen. De uit West-Pruisen opereerende troepen hielden by Soldau den op marsch der Russische strydmacht tegen en wierpen de oprukkende sterke Russische troepenmacht op den rechteroever van den Weichsel in de zegeryke gevechten by Lipno tot Plock terug. In die gevechten werden tot gisteren 5000 man krijgs gevangenen gemaakt en 10 machine geweren buit gemaakt. In de sedert eenige dagen, ter voortzetting van ons succes by Wlodawetsj plaats hebbende ge vechten is de beslissing gevallenverschillen de tegen ons oprukkende Russische legerkorpsen werden tot voorby Kutno teruggeslagen. Zy verloren 28.000 man aan gevangenen, 70 mitrailleurs een aantal kanonnen, dat nog niet vaststaat. Aan het Eindh. Dagblad wordt uit Veghel gemeld Een brief van onzen vroegeren dorpsgenoot, den weleerw. paler v. d. Berg, priester in Galicie (Oostenrijk), aan zyn familie alhier, geeft ons een denkbeeld van de hevige gevechten, welke op het Oostelijk oorlogstooneel gestreden zyn. Z. E. schrijft o. m., dat op zekeren dag de doode soldaten moesten begraven wordon. Daartoe werd een gracht gegraven, twee meter breed en 7 K.M. lang. De lijken wer den er naast elkaar in drie lagen in gelegd. Een ruwe berekening geeft ons het verschrikkelijke getal van ruim 40,000 menschenlevens, in den bloei der jaren op het slagveld ge1- bleven, en dat in eenige uren. Van het Turksch-Russische gevechtsterrein. KonstantiDopel, 15 Nov. (Wolff.) Uit het hoofdkwartier: Gisteren hebben de Turksche troe pen in Lasistan (oostelyk van Tre bizonde, aan de Zwarte Zee) de stel ling Liman-Sisi aangevallen. De vy and leed groote verliezen. De Russen wilden versterkingen landen; deze werden echter verstrooid. Een andere Turksche afdeeling be zette Duzheuy. Wy vermeesterden daarby veel oorlogsvoorraad en levens middelen. Heden hebben de Russen zonder succes de post Kokmoesj ab lslsj, in de nabijheid van de grens gebom bardeerd. Van hei Oostenrljksch- Servlsche gevechtsterrein. Boedapest, 15 November. Door de verovering van Obrenovats zijn de spoorweg van Waljewo naar Obre novats en de verbindingswegen van Waljewo met de Save in het bezit der Oostenrykers. Op den spoorweg werd veel oorlogsvoorraad buit gemaakt. De aan drie zyden ingesloten Serviërs bieden op de heuvels om Way'ewo opnieuw tegenstand. Ub, Karaenitsa eu Strubitsa zijn door de Oostenrykers bezet. Gedurende deze week weiden meer dan 5000 gevangenen gemaakt, 28 kanonnen en 16 machinegeweren vermeesterd. Tslngtao. Weenen, 18 November. (Wolff.) Ambtelijk: Den kruiser „Kaiserin Elisabeth" (4080 ton, in 1890 vau stapel geloopun) heelt men voor Tsingtao, nadat haar schietvoorraad was verbruikt, laten zinken, waarop de bezetting te land den strijd heeft voortgezet. Van de bemanning zijn er 8 gedood en 80 gewond. Opstand In Marokko? Konstantinopel, 15 Nov. (Wolff.) Het blad Tasir-i-Efkiar verneemt dat de tegen Frankryk afgekondigde hei lige oorlog zich in Marokko uitbreidt. Volgens het blad Sasdel, dat in Tan- ger wordt uitgegeven, zyn 10,000 Marokkanen onder aanvoering van Abd-ul Melik in Tozza binnengerukt. Zy namen daar de Fransche beamb ten gevangen. Een stryd die is uitgevochten tus schen Marokkanen en Franschen in de buurt van Tanger eindigde met een nederlaag van ue Franschen. Op Zee. De zeeslag bij Coronel. Berlijn, 14 Nov. (W.B.) Omtrent het zeegevecht van Coronel fs het volgende officieele draadlooze telegram ontvangen van den chef van het kruiserseskader: Op 1 Nov. ontmoette de Schar nhorst", „Gneisenau", „Leip- zig" en „Dresden" ter hoogte van Coronel de Engelsche kruisers „Good Hope", „Monmouth" en „Glasgow" en den hulpkruiser „Otranto". De „Nürnberg" was gedurende den slag niet bij de andere schepen. By zware zee werd het vuur op grooten afstand geopend on het ge schut der vijandelijke schepen in 52 minuten tot zwygen gebracht. Bij het vallen van de duisternis werd het vuren gestaakt. De „Good Hope" word door artil lerievuur en een ontploffing zwaar beschadigd en gedurende de duisternis uit het gezicht verloren, de „Mon mouth" werd op de vlucht door de „Nürnberg" gevonden. Het had sterke slagzijde. Het werd beschoten en kenterde. Tengevolge van de hooge zee en het gebrek aan booten was het niet mogelijk de bemanning te redden. De „Glasgow", die naar hot schynt slechts weinig beschadigd werd, ont kwam, de hulpkruisor vluchtte nadat hij ernstig getroffen was, buiten het bereik van het vuur. Wy leden geen verliezen en onze schepen werden slechts weinig be schadigd. De Duitsche vloot. Valparatso, 14 Nov. (Router.) De Duitsche kruisers „Leipzig" en „Dres den" zijn hedenochtend vroeg ver trokken. Japansche torpedoboot gezonken. Tokio, 14 Nov. (Officieel.) Een Ja pansche torpedoboot, die mynen op ruimde in de baai van Kiautsjau, is op een mijn gestooten en gezonken. Een Duitsche duikboot gezonken Londen, 15 November De Times maakt een Diet gedagteekend tele gram openbaar, waarvan de plaats van afzending niet wordt medege deeld, behelzende, dat, volgens de Petit Calaisien een Fransche torpe doboot Vrydag heeft medegedeeld, dat ze buiten Duinkerken een Duitsche duikboot tot zinken gebracht had die haar by Westende had aangevallen. Berlijn, 15 Nov. Uit Mytilene wordt gemeld, dat een Engelsch-Fransch eskader de belangrykste havensteden van Klein-Azié blokkeert en dat Fransche schepen op grooten afstand schotenopdebuitenforten van Smyrna hebben gelost. Londen, 14 November. Aan de Morning Post" uit Kristiania „Morgenbladct" meldt, dat Neder land zich tot het overhandigen van de nota's aan de oorlogvoerende staten by de Skandinavische landen heeft aangesloten. HetPanama-kanaal en de oorlog. Washington, 15 November. Presi dent Wilsoo heeft een verklaring afgekondigd, betreffende de inacht neming der neutraliteit in de Panama kanaal-strook. In het kanaal en de kanaalzone zal het gedurende den oorlog verboden zyn, aan vliegtuigen, behoorende aan een der oorlogvoe rende mogendheden om op te gaan, neer te komen of er over te vliegen. Schepen der oorlogvoerenden mogen van hunne installaties voor draad looze telegrafie niet anders gebruik maken dan voor zaken, het Kanaal betreffende. By deze proclamatie is een afdruk gevoegd van de overeenkomst, aan gegaan door de Vereenigde Staten met de republiek Panama, waarin wordt vastgesteld, dat de gastvrijheid door Panama aan schepen van dc oorlogvoerenden te verleenen zich niet tot de kanaalzone uitstrekt, welke zone voor den tyd van drie maanden voor die schepen biyft. Ook is het aan de oorlogvoeronden ver boden troepen of munitie te ontsche pen. Nooit mogen er meor dan drie oorlogsschepen ook van de oorlog- (voerenden zich tegeiykertijd in hot kanaal of de zeehavea in de kanaalstrook ophouden,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1