HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. DE OORLOG. No. 4392 ZATERDAG 21 NOVEMBER 1914 42e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£„ 45 „0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 21 cent Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de tweede helft van November. Zaterdag 21 I Matinees ingkoor „Ons Dool" Zondag 22 Dirks Admiraal Muziekgezelschap „Winnubat" Maandag 23 Keptunus Stofinuziek Parallelweg Lezing v. d. Loe 8 U. Marine, Zolder Marinewerf, Kijkduin, Heldin en Weeshui; 8 u Ook voor de Linie. 0p pagina 4 van dit blad zijn opgenomen: 1. Feuilleton, diiz. 2. Na de Oorlog. 3. Sport. Winterdienst Holl. Spoor. Vertrek en aankomst dei treinen. VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM. Vertrek Aankomts G.2G9.10 7.40 sneltrein 9.10 12.-2.21 1.053.11 4.106.03 8.8010.54 VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER. Vertrek Aankomst 6.04 8 35 9.47 gedeeltelijke sneltrein 11.47 12.543.25 -3.386.07 8.3G11.14 9.05 Sneltrein - 10.35 De officieeie legerberichten van 18 en 19 November. Op het Westelijk front heeft; de fnvlood van het weer zich sterk doen gevoelen. Belangrijke bewegingen hebben dan ook niet plaats gehad. D.d. 18 November wordt alleen ge meld, dat het artillerie-duel met even groote heftigheid voortgezet wordt. Verder hebben de Duitscbers In de streek van St. Mihiel het Westelijk gedeelte van het dorp Chauvoncourt in de lucht laten vliegen. Dit ge deelte was door hen ondermijnd. In liet Yser-gebied is geen ver andering in den toestand gekomen. Van Duitsche zijde wordt melding gemaakt van een luchtgevecht, waar bij twee Fransche vliegers gedwongen werden te landen in het bereik der Duitschers, terwijl van Fransehe zijde bericht komt over het vermeesteren van een Duitsche vliegmachine. Berichten van 19 November, van Duitsche zijde, maken melding van de bezetting van Chauvoncourt na het in de lucht laten vliegen van de Fransche stelling aldaar. In Fran sche berichten wordt van dit feit nog geen melding gemaakt. Wel wordt echter medegedeeld, dat een poging van de Duitschers om het dorp Tracy-le-val te hernemen dooi de Fraiischeu werd afgeslagen, en dat de bondgenooteu zich in al hun stellingen handhaafden. Op het Oostelijk oorlogstooneel gaat het.levendiger toe. Duitsche berichten van den 19en dezer maken melding van opnieuw begonnen gevechten en van het tegenhouden van den Russi- schen opmarsch in Oost-Pruisen. Do Duitsche bladen geven een zeer gun stige voorstelling van den strategi- schen toestand waarin de Duitschers zich bevinden. Nu echter een nieuwe slag begonnen is, lijkt het beter het verloop daarvan af te wachten. Wel zijn de Russen teruggeworpen, maar het zal nog moeten worden uitge maakt, of dit wel een beslissende periode voor den strijd in Polen ge weest zal zijn. Van het Russisch-Turksche ge vechtsterrein komen weer allerlei overwinningsberiohten. Zoo meldt een bericht uit Konstantinopel dat de Turken door Lasistan in Rusland zijn binnengetrokken en de Russen hebben verslagen. Van Russische zijde wordt hierover niets gemeld, wel daarentegen wordt medegedeeld dat <le Russen de Turken bij Dutak ver sloegen. (Lasistan is de landstreek langs de Zwarte Zee-kust welke dooi de Russisch-Turksche grens in tweeën gedeeld wordt, Dutak ligt ten Z.O. van deze streek, ongeveer 250 K.M. van de kust). Men schijnt elkander hier dus op grooten afstand te pas- seeren. Turksche berichten maken ook nog melding van de bezetting van Kala- tunahl, op 150 K.M. van de grens >op Egyptisch gebied gelegen. Van Engelsche zijde werd hierover nog niets gemeld. y De Turken schijnen overigens rare streken op hun kompas to hebben. Zoo werd een sloep van den Ameri- kaanschen kruiser „Tennessee" welke de haven van Smyrna wilde binnen komen, door de forten bij de stad beschoten. De Amerikaansche regee ring heeft do Porte opheldering om trent dit feit verzocht. De Hollandsche stoomschepen „Deu- ealion" en „Achilleus" worden ook nog steeds zonder reden vastgehou- •deu. Op zee is ook weer wat leven ge komen. Zoo is de haven van Libau, de eenige Ijsvrije oorlogshaven van Rusland in de Oostzee, door de Duit schers beschoten en door het doen zinken van schepen versperd. Verder wordt melding gemaakt van een zeegevecht op de Zwarte Zee. Volgens de Turksche berichten viel de Turksche yfo.ot een uit 2 slagschepen en 5 kruisers bestaand Russisch eskader aan, beschadigde een slagschip ernstig en joeg de rest op dP vlucht naar Sebastopol. De Russische berichten geven echter een totaal andero lezing van het geval. Deze melden dat de „Goeben" en de „Breslau" bij Kaap Chersones (Klim) gesignaleerd werden. Een Russische divisie linieschepen opende daarop het vuur en beschadigde do „Goeben". Aan boord van de „Goeben" veroor zaakte een ontploffing brand. Het schip verdween daarop in de misl, Dc „Breslau" nam geeji deel aan het gevecht. Aan Russische zijde werd het adml raalsehip beschadigd. Du verliezen aan Russische zijde waren 3 officie ren en 29 man gedood en 25 man gewond. Beide berichten zijn dus wat den uitslag betreft volkomen met elkaar in strijd, terwijl zij overigens elkan der aanvullen. Op het Westelijk oorlogstooneel. Fransche hulptroepen. Volgens Fransche bladen zijn uit Parijs twee bataljons Italiaansche vrijwilligers onder Giuseppe Garibaldi naar het front vertrokken. Garibaldi heeft een proclamatie uitgevaardigd, eindigende met de woorden; Leve Frankrijk, leve Italiö en de bondge- "nooten De Duitsche mortieren aan het werk. Dr. Arthur Münzer schetst in een bericht van het F«u;Jjjnsche „Klini sche Woohenblatt", uv, "ei kzaamheid der Duitsche 42 cM. mortier batterijen. „Daar zijn nu op een niet heel groote ruimte, soliede yastgemetseld, twee stukken opgesteld. Niet ver daarvan af liggen de reuzenprojec- tielen, waarvan er juist een spelen; derwijze opgeheseheo wordt. We zijn toevallig iu een vuurpauze aangeko men en wachten met spanning op de dingen, die komen zullen. Maar eerst hebben we gelegenheid de plaat sing van het geschut te bewonderen. We hadden ons alles mogelijk nog machtiger en reusachtiger voorge steld, dan het werkelijk was, door de vele verhalen, die we er over hadden gehoord. Nu we do monsters in werkelijkheid zagen, leek het ons allemaal heel erg natuurlijk. Alleen de opwaarts gerichte loop 'scheen op komend onheil te duiden, dreigde met dood en verderf. Een aantal hoogere officieren liepen druk heen weerman schappen zijn bezig met het uitladen van ammunitie, Uit groote zorgzaam heid worden wij ook van watten voorzien, waarmee het oor tegen een al te zwaren knal wordt beschut. Wij staan op een afstand van zoowat 20 meter van het stuk, dat het eerst zal vuren. Dan opeens komt het. Een onderofficier commandeert; KlaarEen man op het platform van het kanon heft de hand op de spanning is ten hoogste gestegen - „Vuur!". Uit den loop van den mor tier springt een geweldige vuurzuil, een geweldige knal, een hefrige schok voor hen, die in de buurt staan, en dan een sissen en suizen in de lucht, waaraan geen einde schijnt te komen de loop van het geschut buigt zich ter aarde, rook en walm stijgen er uit op. Eerst staat men verstond, als voor iets onbegrijpelijks. Maar lang zaam wijkt de spanning. En alles gaat weer zijn gewonen gang. Na twaalf minuten valt het schot uit het tweede stuk. Steeds weer be gint het afgrijselijke spel en automa tisch wordt een nootlot afgewikkeld. In de loopgraven. Aangezien de Fransche troepen in den loop van de laatste mistige dagen steeds zijn vooruitgekomen, bevinden sommige van hun loopgraven zich nog slechts 50 metor van die van den vijand. In dezen oorlog van onbeweeglijk heid richten de mannen ten slotte hun leventje in en zoeken ze naar amusementen, want je kunt toch niot altijd schieten Eén van deze amusementen bestaat daarin dat men overdag boven de borstwering een pop omhoog steekt, met een kepiopeneen uniformjas aan. Dadelijk gaan de Duitschers zich oefenen in het schieten op die pop, en naarmate hun schoten raak of mis zijn laten de marqueurs ze om hoog of omlaag of heen en weer dansen. Anderzijds hebben de Duitschers, om zich tegen verrassingen te vrij waren, uitgedacht van afstand tot afstand aan hun beschermde Ijzer- draden een paai- te zarneu gebonden leege blikjes vast te maken, die be stemd zijn om als waarschuwings- signaleu dienst to doen; liet schijnt dat dit denkbeeld van de Engelsehen afkomstig is, die het volgens de „Daily Mail", het eerst hebben toe gepast om rustig te Kunnen slapen, en gewaarschuwd te worden als de vijand weer begon tc schieten. Deze voorzorgsmaatregel heeft de mannen op het denkbeeld gebracht van de volgende aardigheid Profiteerende van een donkoren nacht kropen de stoutmoedigste» naar de vijandelijke linie, waarbij ze een rol touw meenamen, en het uit einde daarvan bevestigden aan de ijzerdradon, die deel uitmaakten van de Duitsche verdedigingswerken. Daarna keerden ze, het touw afi ol iënde, in hun loopgraven terug, en trokken cr toen hevig aan. Het geraas van de blikjes maakt alarm bij de vijanden, die, denkende dat ze met een aanval to doen hebben, op een geweldige manier aan het schieten gaan op de onzichtbare aanvallers, terwijl men het in de Fransche loop; graven uitschatert over het verkregen effect. Eindelek verzamelen de Fransche soldaten beetwortelen, die aan de kunstenaars in de loopgraven worden, toevertrouwd, doze snijden er den kop van een Duitscher in, meestal caricatuur van Wilhelm II. Eenige ervan worden uitgehold on gevuld met bulletins van Fransche en Rus sische overwinningen. Met allerlei grappen worde» ge dan naar de Duitsche linie goworpen. Toen het bericht van de groote overwinning van de Russen bokend werd, haastte men zich dit door mid del van een scheepsroeper aan de daartegenover ingegraven Duitschers bekend te maken. De Duitschers protesteorden, en antwoordden dat het bericht onjuist was. Daaruit ontstond een woordenstrijd, dje weldra in een fusilade overging, terwijl de Fransche strijders de „Marseillaise" aanhieven. Zoolang de roodbroeken onder zulke* omstandigheden nog zulke grappen uithalen kunnen ze gerust met hun bondgeuooten meejuichen: „Are wc downhearted? NO!II" Een ambulance-trein aangereden. De Beiersche ambulance-trein W., een geschenk van graaf Moy, is bij RIjssel in botsing gekomen met een andoren trein en zwaar beschadigd. De trein kwam Dinsdag j.1. to 2 uur 's nachts op het voorstation te Rijssel aan. Nadat hij daar ongeveer twintig minuten had stilgestaan, kreeg hij plotseling een hevigen stoot. De trein vloog uit elkander, de locomo tief met een aantal wagens schoven een eind vooruit met zulk een ge weld, dat de zieken uit hunne bedden werden geworpen. Een goederentrein van zestig wagens was van achteren tegen den hospitaaltrein aangereden. Aan de uit 31 wagens bestaande ambulance-trein waren drie goederen wagens aangekoppeld. De twee eerste waren geladen met geschenken voor de soldaten te velde, in den derden bevonden zich paarden, onder hoede van twee oppassers. De locomotief van den goederen trein was met zuik een kracht tegen den luatsten wagen ingedrongen, dat deze boven op de locomotief terecht kwam. De voorlaatste goederenwagen van den ambulance-trein stond recht op, de inzittenden, negen ziekenver plegers, konden slechts met groote moeite naar buiten worden gehaald. Een hunner bleek een hersenschud ding te hebben gekregen. De laatste zes wagens van den ambulance-trein waarin zich gelukkig geen zieken bevonden, waren totaal in elkander geschoven. Drie personen verloren het leven bij de ramp, de beide paardenoppas- sers en een beambte van den goede rentrein, terwijl bovendien veertien man van den goederentrein zwaar gewond werden. De laatste strijd.... Men schrijft van Vlaamsche zijde, d.d. 17 Nov. aan de „Telegraaf: Ja, van den laatsten strijd in de derde oorlorsphase in Belgiö wil ik vertellen. We hadden eerst de worsteling om Luik. dan die te Midden-Belgiö, einde lijk de belegering van Antwerpen, ge volgd door de turuehtocht van het Belgische leger. Kapitein Nijssens moest helpen dezen aftocht dekken. Het was een gewichtige, echter zeer gevaarlijke taak. Ik zal hiervan de laatste episode verhalen, tevens 't laatste gevecht vóór den slag aan do Yser, waarmede weer een nieuw tijdperk intrad. Den lSden October dan bevond kapitein Nijssens zich met zijn esca- dron lanciers van het 2e regiment, kerels, die te Luik, Aarschot en Mechelen gestreden hadden, te Hulle- ken, tusschon Genten Eeclo. Luitenant De Raymond verkende de omgeving van 't dorp E vergom en vernam dat do Duitschers, die den vorigen Gent bezet hadden, in twee sterke kolommen naar Brugge oprukten, een langs Lovendegem, Somergem, Ursel, Knesselare, .een andere langs Cluysen, Ertvelde, Oost-Eecle; de eerste dus Zuidelijk, de andere Noor delijk, om de Buigen in te sluiten. Commandant Nijssens meldde dit aan den kolonel van 't regiment te- Waarschoot, die hem antwoordde, dat hij stand moest houden, er bij voegend, dat de Zuidelijke kolom Duitschers niet talrijk was, waarin deze overste zich echter vergiste. Luitenant Raymond had intusschén schermutselingen met wielrijders. Te middag werd weer een bood schap naar den kolonel gestuurd, met de melding van de schermutselingen en vragend om orders. De bode keerde niet meer terug. Om twee uur moest luitenant De Raymond, wiens mannen door talrijke wielrijders aangevallen werden, ach teruitwijken; hij voegde zich bij het escadronde wielrijders volgden hom niet daar de binnenweg niet bereid- baar was. Commandant Nijssens stuurde om twee uur een patrouille naar Waar schoot, nogmaals om orders, maar ze keerde terug met 't nieuws dat het dorp door. de Duitschers was bezet. Een patrouille, die dan de kolonel te Oostwinkel ging zoeken, keerde niet terug. De Belgen hadden op den grooten weg duidelijk het geratel der Duitsche artilleriewagens vernomen. 't Was ni) 4 uur geworden. Orders van den kolonel kwamen er niet. Jn den omtrek bevonden zich de Duit schers met groote macht. De commandant liet dan zijn man nen voortrukken iu de richting van Knesselare. Bij Somergem moest men 't kanaal van Schipdonck oversteken, maar vernam, dat alle bruggon door den vijand bezet waren. Dan' Noordelijk naar Lembeke, be val de commandant. Het begon te schemerenmen zou door bosschcn pn binnenwegen rijden en trachten tusschen de Duitsche troepen door te dringen. Ten Zuiden van Lerabeko ligt een groot bosch en dit was door Duitsche infanterie bezet. „Mannen, reken op mij, ik zal er u doorhelpenzei de overste. „In galop En de ruiters gaven hun paarden de'sporen, En de Duitschers zagen plots dien vliegenden troep voorbij snellen en waren zoo verbluft, dat ze pas vuurden toen het te laat was. Nu stonden de Belgen voor het dorp Caprljcke, waar een sterke Duit sche macht legerde. Dan maar links afgewend tot bij do hoeve van het Gentsche godshuis, de eenige weg pip de stad ïJeolao Noordwaarts om te trekken, Evenmin een doortocht daar De eclalreurs on vluchtelingen meld den, dat te Boterhoek en Bolgerhoek, twee gehuchten op den weg, eveneens Duitschers stonden. En commandant Nyssens had slechts 54 mannenHij bestudeerde weer de kaartDan viel zyn oog op St. Laurens, een dorpje nabij de Nedorlandsche grens, waarheen van 't Oosten geen groote weg leidde en waar de vijand dus niet zou zijn. Daar konden de vermoeide mannen en dieren - drie paarden waren reeds neergestort - wellicht rust vinden. En 't was een hondenweer, 't Re gende gestadig. De wegen waren als slijkpoelen. Het troepje rukte dus weer Noor* delijK, trok door het bosch 't Aalst- en zag plots eon groep ulanen voor een tram. Die tram, welke vol Duitsche soldaten zat, reed langzaam naar Eecloo. Geaarzeld mocht er niet worden. Men moest de Duitschors weer verrassen. Vooruit i" klonk 't bevel van com mandant Nyssens. En do onverschrokken ruiterbende vloog tusschen 't troepje ulanen en de tram door en verdween in 't donker. De overste wilde dan te St. Laurens overnachten enden volgenden morgen dicht langs de grens naar 't Westen oprukken, om zich nog bij 't Belgische leger te kunnen voegen. St. Laurens ligt aan de Leopolds- vaart. De brug was vrij, 't escadron bezette ze en sloeg 't bivak aan den oever op'. De Duitschers hadden de aankomst dier lansiers vernomen, bezetten de andere bruggen en sloten de Belgen in. Maar de commandant hoopte den volgenden dag, den 14en, stand te kunnen houden en 's avonds, dooi de duisternis begunstigd, door den vijand heen te slippen. Den Hen verliep de voormiddag zonder vijandelijkheden. De lansiers hadden geen uitweg... Kapitein Nys sens hoopte dus op den nacht... Maar 's namiddags om drie uur kwam de burgemeester van St. Laurens als parlementair der Duitschers, den Belgen verzoeken, zich terug te trekken... Immers de Nederlandsche grens was nabij en de interneering gemakkelijk. De Duitschers waren mot de over macht en in het bezit van machine geweren en artillerie... Er stonden inderdaad 5000 mannen te en om St. Laurens. ,Ga terug 1" zei commandant. Nys sens toen op fieren toon. „En zeg den Duitscheu commandant, dat ik niet zijn bevelen, maar wel den aanval afwacht en hij zich tegenover soldaten van Luik bevindt." De Belgen lagen goed verschanst achter een dijk. De aanval begon onmiddellijk. Geweren.on mitrail- leuzen knalden. Commandant Nys sens moest de volgende brug, die van Oosthoek, in het oog houden en ook de richting, waarin zijn mannen zouden schieten, aanwijzen. Hij wilde geen zijner soldaten voor dien ge vaarlijken post aanwijzen, maar be klom zolf den dijk... Hij werd zoo '6 doelwit eener hevige fusillade. Een kogel trof hem aan zijn voorhoofd, zoodat zijn gelaat dadelijk vol bloed was. De burgemeester van St. Laurens, die den officier op datoogenblik zag, getuigde: „O, hij was leelijk toen, met dat slijk aan de kleederen en het bloed op zijn gelaat... en hij was ook zoo heerlijk schoon!" Een tweede kogel vloog den held door de pand van zijn jas, een derde echter trof hem iu de heup, ging door do dij, doorboorde het been en verliet weer het lichaam. De commandant stortte in een gracht, maar riep nog„Mannen, houdt stand, zoolang ge kunt. Denk aan de brug rechts. Breng me niet over de grens, laat mij in Belgiö sterven... Leve dc koning 1 Leve Belgiö!" De 'Duitschers, die Over do brug wilden rukken, werden neergescho ten... Dat was de laatste strijd van de Luiksche lansiers, die van den veiligen, neutralen grond slechts eenige schreden gescheiden waren, maar nog niet besluiten konden Bdgie te verlaten en de kacpp voor het arme vaderland op te geven. Maar over de brug links rukten ook vijanden aan... Het kleine hoopje moest nu twee aanvallen afslaan... Luitenant Derdeyn had het bevel overgenomen. Maar de toestand was hopeloos... En men moést naar Nederland... Doch do Luiksche lansiers weken ordelijk, waardig en fier nog. Luitenant Lescarts in 't front, luitenant de Raymond in de llank, leidden dien terugtocht... Wacht meester Marchal, dc ruiters Hodeige, Houlain, Bada en Smolensky boden zichzelf aan om hem te dekken.,.en losten hun laatste schoten... Luitenant de Raymond liet intusschén den be- wusteloozon commandant naar een Nederlandsche hoeve vervoeren... Zoo was 't einde van den laatsten strijd... Daar hing de Nederlandsche vlag... Hot escadrop begrootte ze. En toen moesten do holden van Luik hun wapéns afgeven... Velen weenden en 2e schaamden zich hun tranen niet, ze lieten ze vrij langs de bruine wangen rollen. Toen commandant Nyssens tot 't bewustzijn, kwam en Nederlandsche militairen zag, zei hij dadelijk: „Ik heb grooten eerbied voor Nederland, maar ik wensch, dat er onmiddellijk verslag van gemaakt wordt, hoe ik tegen mijn wil en bewusteloos over de grens ben gebracht. Men kan mij niet interneeren. Ja, kapitein Nyssens had veel eer bied voor Nederland en telt hier veel vrienden ook. Duizenden hebben hem te Amsterdam en 's-Gravenhage toe gejuicht, toen hy hier deelnam aan 't springconcours bij de paardenrennen. Te Amsterdam won hij 't kampioon- schap, in 1914 nog den grooten prijs te 's Gravenhage... Dat was kort voor m oorlog... Kapitein Nyssens wordt in't gast huis te Aarden burg verpleegd. Toen ik vernam, dat hij aan de beterhand was en bezoeken kon af wachten, ben ik er heengegaan. Een sympathiek gelaat, een paar vinnige, energieke oogen een gul en hartelijk woord Hoe 't ging? Heel goed't Been nog stijf, maar dat zou beteren. De wonde stond uitmuntend 't verband was er af. Kyk maaron ik zag de twee wonden, waar de kogel binnen- en buitenge vlogen was. „En ik hoop weer gauw koning en land te kunnen dienen", zij kapitein Nyssens. Toen begon hij over de internee ring. Hij wil cr niet van hooien „Tegen mijn wil en bewusteloos over de grens Die kwestie moet nog nader onder zocht worden, maar thans ligt deze dappere officier nog aan 't krankbed gebonden. Door 't raam zagen we in den hof de bladeren vallen. Toen spraken we over de broederen, die ook gevallen waren. De strijd aan de Yser. Ofschoon de inundatie de krijgs verrichtingen aan de Yser zeer be moeilijkt, verwacht men naar de oorlogscorrespondent van „De Tijd" den 16n dezer uit Duinkerken seint niet dat de Duitschers de Yser- linie zullen opgeven. „Er zijn nl. een groot aantal pon tonniers met veel materiaal verkend en alles w(jst er op, dat de Duitschers gaan pogen de bezwaren der onder: waterzetting to ondervangen. Hun aanvallend optreden evenwel wordt uiterst bemoeilijkt door het onver wacht ingetreden winterweer. Een ijzige koude is over het westen gevallen, natte sneeuw dwarrelt rond, slaat in oogen en ooren en bemoeilijkt in hevige mate den velddienst. De weeke, papperige grond der Vlaam sche landen, die door zoovele water tjes worden doorsneden, is uiterst bezwaarlijk voor de bewegingen der Duitschers, wier zwaar geschut kei harde wegen behoeft. Eerst heeft het geregend, toen gesneeuwd, nu is alles modder, slijk. Vele loopgraven zijn ondergeloopen en riviertjes geworden. Op behen dige wijze is echter elders voor af watering zorg gedragen, zoodat alleen de slljkerigo bodem zelf ongemak op levert. De uitrusting onzer troepen is goed. Er is tijdig gezorgd, dat de manschappen geen koude behoeven te lijden. Maar toch kan ieder zich verbeelden, wat het beteekont in dit moerassig land, te midden van koude, rcgeii en sneeuw te moeten „afwach ten" nu eens vechten, dan weer ver kennen, aldoor, aldoor vol waakzaam heid zijn tegen dreigende verrassin gen. Lange nachten vol winterkou, korte mistiggranwe dagen vol natheid en troosteloosheid.... bij tusschenpoozen sneeuw, sneeuw, sneeuw.... Sneeuw, welke de verkenningstochten tot het meest avontuurlijke opvoertwelke de tot heden schijnbaar verloren ge- gano romantiek van den ouden kr(jg terugbrengtwelke het onverwachte mogelijk maakt, een sluier werpt over de krijgsverrichtingen, de lucht- verkenningen afbestelt, de doelbe paling doet falenkortom plaats heeft geruimd aan het onverwachte en het geheimzinnige, aan het wel slagen van een krijgslist, die in de voorafgaande dagen steeds verkend" was voor ze ten halve was volvoerd. Zoo wordt de dag van morgen steeds grooter vraagteeken en moet qnzerzyds dubbel opgepast worden voor overval. Daarom blijven de troepen der bondgenooten in actie en heeft ons geschut zijn stom weer langs de Yser doen hooien, ten einde zoowel bij Nieuwpoort als bij Dix- muiden den vijand te verhinderen bij zijn pogen de overstrooming in te dyken en het water terug te drin gen. Nu hier, dan daar heeft de infanterie daarbij in te grijpen". Een rijke gift. Berlijn, 19 Nov. (W.B.) De Keizerin ontving hedenmiddag een deputatie van den „Verein deutscherLokomotiv- führer", die haar het door de ver- eeniging bijeengebrachte oorlogsfonds ten bedrage van 120,000 Mk. ter hand kwam stellen. De Keizerin, die gerulnien tijd sprak met elk der leden van de depu tatie, betoonde zich zeer verheugd over de rijke gift. Deze zal in hoofdzaak afgedragen worden aan de centrale commissie van het Roode Kruis voor de verdere inlichting v^n ambulance-treinen, terwijl het andere gedeelte op spe- cialen wensch van de schenkers ten goede zal komen aan de door den oorlog liet ergst geteisterde gedeelten van het land, n.1. Oost-Pruisen en Elzas. Een terechtwijzing. Berlijn, 19 Nov. W. B. De directeur- generaal van de Hamburg-Amerika- lijn heeft de volgende verklaring ge publiceerd „In een artikel van den correspon dent van de „Times" in Duitschland wordt gezegd, dat aanzienlijke pa triotten in Duitschland van dag tot dag beter gaan inzien, dat wij Enge land niet kunnen overwinnen. Daar ik behoor, tot de in dat ar tikel met name genoemde mannen, stel ik er prijs op te verklaren, dat Engeland; mijns inziens, thans reeds overwonnen is. "Want Engeland, dat in zulk een oorlog zijn vloot ver borgen houdt en zich niet meer op zee waagt, is het oude Engeland niet meer en heeft voorgoed het recht verloren om medo te spreken, wan neer dc quaestie van het Europeesche evenwicht aan de orde is." Ballin. Engelsche verliezen. Op een wervingsbijeenkomst te Salford heeft Lord Newton verklaard, dat hij de verliezen van de Engel- schen, die volgens Asquith tot 31 October 57.000 man bedoegen, nu op wel 80.000 schatte. Sommige bataljons hadden al hun offlicieren verloren. Een bataljon keurtroepen stond on langs onder bevel van een adjudant onderofficier en twee divisies die te zamen ongeveer 37.000. man sterk waren geweest, waren tot 5300 man geslonken. Hij vond het niet verstandig deze feiten te verheimelijken. Hij vond veeleer verstandig er voor uit. te ko men en de natie het besef bij te brengen, dat versterkingen dringend noodig waren. De begrafenis van Lord Roberts. Londen, 19 Nov. (Reuter.) De be grafenis van Lord Roberts had heden in St. Pauls plaats, met groote plechtigheid. Het graf van den over leden veldmaarschalk is slechts enkele voeten van de graven van Welling ton en Nelson gelegen. In tegenwoordigheid van den Koning en een grootaantal militaireen maritieme waardigheidsbekleders werd het lijk bijgezetLord Kitchener was een dor slippendragers. Een dichte menigte stond geschaard langs den weg naar do kathedraal, in de biltore koude, met regen en sneeuw, tc wachten. Aan de Nederlandsch-Beigische grens. Men seint uit Aardenburg aan de ,N. Ct." d.d. 19 Nov,: De bewaking der grenzen is zeer verscherpt en niemand wordt meer in Belgiö toegelaten. In do geheele grensstreek van St. Laurens tot aan zee, langs het kanaal-Leopold, staan bij alle bruggon die gesprongen zijn, Duitsche posten. Een jonge man, die gistermorgen bij zulk een brug had gestaan en terugkeerde naar Nederlandsche grens, werd door een Duitsch onderofficier aangehouden, vermoedelijk na verzet zijnerzijds in den voet geschoten en medegenomen. De bevolking der grensdorpen ver keert in groote onrust. Berichten uit Gent spreken van een mogelijk hou ger-oprocr. Alle rljwielverkoer in Noordwest-Belgiö is verboden. Op het Oostelijk oorlogstooneel. Oe gevangenneming van den Gouverneur van Warschau. Over de gevangenneming van den gouverneur van Warschau, von Kot II', meldt de oorlogssorrespondent van «l«: „Vossische Zeitung" uit Gucsen nog het volgende: Von Korft was met zijn adjudant, kapitein Fechner, des morgens in eon auto van Wuschau vertrokken in do richting van Kutno, zonder te ver moeden, dat deze laatste stad na hevige straatgevechten door do Duit schers bezet was. Plotseling stiet hij bij Tarnow op de voorhoede der Duitsche ruiterij, hij trachtte om Ie keeren en te ontkomen, maai werd door een afdeeling van het 9de regi ment dragonders ingehaald en ge arresteerd. De gouverneur verweerde zich niet en liet zich rustig in zfiu eigen auto, onder 'geleide van een luitenant en een korporaal naar Duitschland overbrengen, 's Avonds kwam hij in Gneson aan, waar hij op last van den plaatselijken com mandant in het hotel „Haensch" weid geïnterneerd. De chauffeur, een Pool, bloef voor- loopig op vrije voeten. Het meisje met de shrapnell- wonden. De navolgende aangrijpende schets ontleent het „Centr. BI. v. Isr." aan de „Bohemia" uit Praag: In het Sanatorium te Podol ligt een zesjarig, lief Joodsch meisje met roode wangen. Rustig ligt het hoofdje in het kussen, geen gesteun komt. over haar lipjes. Dit kind beleefde in de laatste dagen verschrikkelijker iets dan de sterkste man zou kunnen verdragen. Zij verloor moedor en broers, terwijl zeven shrapnellschoten in haar lichaam drongen. Slechts dooreen wonder kan zij blijven loven, zeggen doctoren, want ieder schot had doodelyk kunnen zijn. Dit meisje dat op één huis, moeder en broers verloor, ontwaakt nu lang zaam uit bloed en wonden tot. nieuw leven. Voor het ziekbed zit haar grootvader, de laatste van zijn stam. Hij luistert of het be.vend zieltje vóór hem begint, te leven. Hij kan niet schreien, kan nauwelijks meer spre ken. Dit echter is de tragedie dor familie Heitschul: Op een Vrijdag werd het dorp bij Jaroslaw ontruimd. De kozakken komen, heette het. De familie Heit schul bleef. De buren kwamen en waarschuwden: Blijft niet, wacht den dood niet af, vlucht met ons Wij blijven, beslisten de zoons, terwijl moeder den winkel sloot. Toon het schemerde, waren de Heitschuls de eenige bewoners van het dorp. Rond oin spookte de duisternis, nergens werd een goluid gehoord. De moeder zette een kaars op tafel en begon to bidden, terwijl de zoons naar buiten gingen om te luisteren. Daar weer klonken uit de verte voetstappen, zij kwamen nader. Oostenrljksche sol daten waren het, die hartelijk ver welkomd werden. Zij waren met hun dertienen. Moeder nam hen vriende lijk op. Daar viel een schot. Lichten uitriepen de soldaten. Op hetzelfde oogenblik doorboorden eenige schoten de wanden van het huis en reten de arme vrouw in stukken. Een hagel schrapnell schoten volgde en na weinige minuten was het huis een puinhoop, waaronderlijken lagen. De moeder, de broers, de soldaten. Alleen het kleine meisje leefde, zij het ook nauwelijks merkbaar. Zeven wonden bedekten haar lichaampje. Toen de kozakken weg waren, kwam de grootvader uit het nabij gelegen dorp en verrichtte zyn doods gebed. Oostenrljksche soldaten vonden later den grootvader en hot kind. Men bracht hen naar een gewonden- trein, die naar Praag reed. Stervend werd het kind in den wagon gedra gen. Toen de trein in Praag aan kwam, was het leven teruggekeerd, de wangetjes kleurden weder, het levensgevaar geweken. Nu ligt de kleine Heitschul rustig in de kussens. Stil ligt zij daar, de herinnering aan dien verschrikkinganacht schijnt ver dwenen. Represaille-maatregelen. Weenen, 18 Nov. Met het oog op den treurigen toestand waarin de OostenrijkscheonderdaneninEugelund zich bevinden, worden in Oostenrijk de maatregelen vooral tegen de En- gelschen verscherpt. Behalve vele gevallen van interneering is ook be sloten, dat de Engelsche onderdanen, zonder onderscheid van ouderdom en geslacht, van 's avonds acht uur tot 's morgens zes uur hunne woning niet mogen verlaten en geen open bare lokalen mogen bezoeken. Deze bepalingen worden gehandhaafd, zoo- laug niet do zekerheid bestaat, dat ook de Oostenrljksche onderdanen in Engeland op andere wijze worden behandeld. De geïnterneerde buiten landers worden in Oostenrijk overal goed behandeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1