HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Eerste Blad.
GEMEENTERAAD VAN HELDER.
No. 4395
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1914
42-9 JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc, Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 canL Elk* regel meer 6 ct
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 21 cent
Stelling van DEN2HELDER.
Ontspannings-avonden in de tweede helft van November.
Zuturdag 28 Dlrka Admiraal Lezing met lichtb. dr. Minkema S u. Ook voor afd. Land vak.
Maandag 30 Erfprins I Lezing mei lichtb. Van Dam 8 u. Voor alle fortbewoners.
0E WEEK.
24 November.
Zéker van de zege
Een Kamer-zitting als van Dinsdag
24 November, ze geeft 'den ietwat
ingowyde tot PaiTements-atmosfeer
wel een zeer scherpen indruk van
wat we nu te wachten hebben... Het
febriele, zenuwachtige, de spanning
die nu heerscht bedoel ik. Zoo'n
Parlement als van 24 November,
waar gepraat wordt over dingen, die
niemand in de hooge vergadering
- kunuen schelen. Niets van al de
tien ontwerpjes, aan de orde komend,
interesseerde een der aanwezigen, met
uitzondering dan van de beide uitmid
delpuntige leden, de heeren Bichon
van IJselmonde (den „wilde" uit
Ommen) alsmede den oven-excentrie
ken afgevaardigde voor het vermaarde
district Kampen, den anti-rev. dr.
Beumer, wien het In die zitting ge
lukte te verhoeden dat een in Curaqao
huizende Turk Nederlander zou wor
den
Niemand behalve deze beide
lichtelijk-uitmiddelpuntige Volksver
tegenwoordigers stelde belang in
de kwestie, waar 't over ging.
De aandacht van hot. Huis, - dat
gereed stond over te gaan tot het
afdeelings-ondorzoek van het Ont-
werp-275 millioen - school elders.
Was op andere dingen gericht. Er
is nu in het oude vaderland
eigenlijk héél weinig, waar men
attentie voor heeft, behoudens „de
270". Wat is or eigenlijk voor nieuws
van interessanten aard
De Koninklijke Familie is uit het
oude Huis ten Bosch naar Den Haag
getogen. Wij woten, nu, dat - ter
wijl de heer Posthuma daadwerkelijk
opperdief van Landbouw, Nijverheid
en Handel is geworden er nog
geen kijk naar bestaat van „croquantc
lokker-versche, knappende fluitjes"
en ander wittebrood-delicatesse te
genieten. We lezen van de oplich
terijen met runderen, die van arge-
looze „bons villageois" worden aan
gekocht zonder dat er betaling volgt.
Wij lezen van de adressen met
680.000 handteekeningen voor Plaat
selijke Keuze in den strijd tegen
Démon Alcohol, H. M. op het Huis
ten Bosch straks genoemd - over
handigd. We bereiden ons voor op
het gebruik van tarwebrood, tot welks
genieting de nieuwe minister van
Landbouw, enz. ons wil „trainen".
Wij lezen van het aangroeiend drijfijs
ii) de Zuiderzee, dat de arme visschers
noodzaakt naar huis toe te gaan.
Er is een Koninklijk Besluit versche
nen, vernietigend een Raadsbesluit
van Aarlanderveen (waarom juist
deze gemeente, - vraagt men zich
immers af!) waarbij voetbal-wedstrij
den op den Zondag werden verbo
den En wij denken erbij van de
landelijke bacchanaliön, in alle streken
des lands, waardoor'de Zondag ont
heiligd wordtBacchaualiën, welke
door de sport misschien, zoo niet
zeker, konden verminderd worden...
Er is nog meer vaderlandsch nieuws
buiten „den oorlog" vallend. Men
zegt, dat een Belgisch orkest in wor
ding is. Nög-interessanter tijdingen
zijn er. Aan het departement van
Waterstaat moet het ontwerp gereed
liggen tot gedeeltelijke demping van
do Zuiderzee. Een zóó gezaghebbend
man als mr. Vissering heeft er op
gezinspeeld, als zijnde dit het groote,
machtige middel tot bekamping van
de oeconomische crisis. Is 't onze
schuld, dat wij op dit stuk wat
sceptisch, wat nuchter-twijfelziek zijn
geworden? Hoe lang duurt 't al;
hoevele jaren neemt 't reeds in beslag,
dat „boomen over de Zuiderzee-dem-
ping
Het departement van Binnenland-
sche Zaken, 't splinternieuwe; met
het geredde, bewaarde, historische,
oeroude „Torentje", komt dezen zomer
gereed, - lazen wij. Er is deerlijk
gebrek aan wol, zoodat onze goede,
nijvere huismoeders geen kousen,
geen verwarmingsgordels genoeg
voor de jongens ter mobilisatie,
kunnen breien. Wij lazen nog veel
andere tijdingen van recent nieuws...
Maar gelijk onze vroede
vaderen van het Haagsche Binnen
hof op dien ochtend van Dinsdag
24 November j. 1., slechts met
halve aandachtGelijk 't hun ging,
zoo was ook onze aandacht bij het
geen minister Treub heeft voorge
steld de 275 millioen voor oorlogs-
leening. Van soc.-deinocratische zijde
werd aangespoord tot het houden
van meetings, in den lande, tegen
dat voorstel. De heer Troelstra pro
testeerde bij voorbaat tegen het plan,
den toeleg der Regeering om „de
275" er in een drietal weken door
te jagen. Dat kon en dat möcht niet.
De „man in the street", Jan Publiek,
moest gelegenheid hebben, niet
slechts om zich van de zaak op de
hoogte te stellen, maar óókom
er zich over uit te spreken. Zei ik
't niet: er is storm op komst
't Was dien 24ste November
een zitting des Parloments met zwoel-
dreigende atmosfeer.
De eenige, die kalm en rustïg-
vrooJijk scheen, 't was de heer
mr. Treub, minister van Financiën.
Frisch, monter, beladen met kwink
slagen Alsof er geen wolkje aan
de lucht was.
Hij, alleen, ducht den kamp,
die ophanden is en den armen gods
vrede dreigt te verstoren, geen
oogenblik.
Hij, Treub, schijnt zeker te zijn
van de zege. Hij alleen is kalm en
Wat schuilt achter die schijnbare
of wezenlijk-zijnde gemoedsrust en
opgewektheid
Dat vroegen zich velen, met mij,
dien 24ste November af
- Mr. Antonio.
(V ervolg.)
Begrooting dienst 1915.
Er 'worden geene algemeens be
schouwingen -gehouden.
Begonnen wordt met de
INKOMSTEN
Volgn. 17, art. 7. Belasting op het
gedistilleerd en op de likeuren. (Ge
raamd voor 1915 op f 15Q00. in
1914 op f 16000.-).
In de afdeelingen werd door de
voorzitters medegedeeld, dat de ver
mindering der belasting voor 1915
niet behoeft te worden toegepast;
door meerdere leden in de eerste af-
deeling werd voorgesteld den post met
1'3000.- te verhoogen, terwijl een
lid voorstelde den post met f2000.—
te verhoogen dit voorstel werd door
anderen ondersteund. In de tweede
afdeeling en in- de derde afdeeling
werd eveneens voorgesteld den post.
met f3000.— te verhoogen, terwijl
in de tweede afdeeling ook eene ver
hooging ii f2000.- voldoende werd
geacht, met het oog op het vermin
deren in gebruik.
Antwoord van B. en W.
Wij blijven «r de voorkeur aan
geven, nu door ik. Regeoriug een on
verminderde heffing van f 15. per
H.L. wordt toegestaan, de hoogere
opbrengst op dezen post aan te wen
den tot versterking van den post „On
voorziene Uitgaven", die tot pl. m.
f2600.- is uitgetrokken, terwijl nog
niet bekend is voor welke uitgaven
de gemeente kan komen te staan ten
gevolge van de mobilisatie, waarom
wij beslist moeten adviseeren den
post niet met f3000. maar met
f2000.— te verhoogen, zulks in ver
band met het geregeld terugloopen
der belasting op het gedistilleerd.
Hierbij wordt opgemerkt, dat de op
brengst gedurende de mobilisatie
maanden (Augustus, September en
October) ongoveer f240.— minder
was dan in dezelfde maanden van
1913.
De heer Grun wald was het lid,
dat den post met f 3000. wilde ver
hoogen. De post blijft intact. Aan
vankelijk werd door den Minister den
eisch gesteld den post geleidelijk te
verminderen. Een nader schrijven
van den Minister gaf toestemming
den accijns voorloopig te blijven heflen.
Spr. handhaaft zijn voorstel.
De Voorzitter merkt op, dat,
toen de begrooting werd opgemaakt,
het Dag. Bestuur den gang van zaken
niet kon overzien. Nu de Minister
tot een ander besluit is gekomen,
hebben B. en W. nagegaan hoeveel
het gebruik in de mobilisatie-maanden
minder was. Bovendien blijkt het
gebruik van gedistilleerd allengs te
verminderen, zoodat B. en W. het
niet geraden achten den post te ver
hoogen.
De heer G r u n w a 1 d repliceert.
In 1913 is aan belasting ontvangen
f16708.-, in 1914 f16000.-. B. en
W. meenden gerechtigd te zijn dit
bedrag weder voor 1915 optebrengen,
indien de Minister niet te kennen had
gegeven, dat de belasting moest op
houden. Thans blijkt dus, dat B. en
W. door dit besluit van den Minister
f3000.— minder meenden te zullen
ontvangen, en nu het oorsprqnkelijke
besluit van den Minister weder te
niet gedaan is, is er, volgens spr.'s
meening, geen bezwaar opnieuw de
f3000.— bij het bedrag te zetten.
De Voorzitter begrijpt deze
redeneering niet. Als de ministerieels
aanschrijving niet gekomen was, wa
ren die f 3000. er bij gekomen, maar
nu B. en W. hebben gezien, dat het
bedrag zoozeer is verminderd en dat
er geen sprake van is, dat die f3000
meer zullen worden ontvangen, von
den zij het wel wat dwaas den post
toch met dat bedrag te verhoogen.
De heer De Geus licht nog toe,
dat het, daar het hier maar een
kwestie is van één jaar, gezonde po
litiek is er thans reeds rekening mede
te houden, dat het bedrag verdwij
nen zal.
De heer Dr. van den Berg wil
het voorstel van B. en W. in tweeën
splitsen. Spr. wil n.1. aan het eind
van de begrooting beslissen wat met
het bedrag van f2000.— zal worden
gedaan.
Het voorstel van den heer Grun-
wald: den post met f3000.- te ver
hoogen, wordt vervolgens verworpen.
Tegen de heeren Hartsinck, De Geus,
Terra, Harjer, Verstegou, Boon, De
Ven, Van Breda, Over de Linden.
Biersteker. Bok, Dr. van den Berg,
Oortgijsen, Verfaille, Van der Ploeg,
Bommel, Krijnen en Adriaanse.
Het voorstel van B. en W.ver
hooging van den post met f 2000. -
is daarmede aangenomen.
Volgn. 22, Art. 7a. Schoolgelden voor
het Lager Onderwijs.
(Geraamd bedrag voor 1915 f 17000.
In 1914 hetzelfde bedrag.)
Enkele leden van de eerste, tweede
en derde afdeeling informeerden naar
het in het vorige jaar toegezegd on
derzoek naar het M. U. L. O. Volgens
deze toezegging zouden in den loop
des jaars voorstellen worden gedaan.
Een lid der eerste afdeeling behield
zich voor hierop terug te komen.
Een lid der tweede afdeeling vroeg,
of deze post niet hooger kan geraamd
worden, met het oog op de algemeene
stijging van de inkomsten.
In de derde afdeeling kwam een
andere wijze van schoolgeldheffing
ter sprake, zooals dit verleden jaar
ook behandeld is geworden. In over
weging werd gegeven ook onvermo
gende kinderen met buitengewone
aanleg op school 8 toe te laten. Op
de splitsing van school 8 van gewoon
lager en M. U. L. O. werd nog eens
ernstig aangedrongen. Een ander lid
drong er op aan, dat omtrent de
schoolgeldregeling, evenals de split
sing, voorstellen van B. en W. wor
den verwacht.
Antwoord van B. en W.
"Wat het inrichten van een school
voor M. U. L. O. betreft, waarmede in
nauw verband staat de al of niet
splitstng van school No. 8, zijn wij
nog niet tot een resultaat gekomen.
Echter hopen wij voor de volgende
begrooting in staat te zijn u daar
omtrent voorstellen te doen.
Een hoogere ramflig van den post
„Schoolgelden" achten wij voorloopig
niet gewonsebt, gezien de opbrengst
over de laatste 3 jaren-
(In 1913 bedroeg die plus minus
f 140.— minder dan in 1912.)
Bovendien moet niet uit het oog i
worden verloren, dat de algemeene j
stijging van de inkomsten niet van
dien aard is, dat daarvan hoogere
opbrengst van schoolgelden verwacht
kan worden.
Wat een andere wijze van school
geldheffing aangaat, merken wij op,
dat dit door de progressieve heffing
niet wel doenlijk is, door do vele be
zwaren daaraan verbonden.
Het toelaten van onvermogende
kinderen van buitengewonen aanleg
op school No. 8, is een ingrijpende
maatregel. Tot nu toe werd daarin
voorzien door het bestaan van den
Franschen Cursus, die alleen met het
oog daarop is opgericht.
Ook deze aangelegenheid zal bij do
bespreking van M. U. L. O. school
onder de oogen worden gezien.
De heer Bommel vestigt de aan
dacht op de woorden van B. en W.,
dat de gewenschte splitsing van
school 8 van gewoon lager en M. U.
L. O. „onder de oogen zal worden
gezien". Bij eene vorige gelegenheid
heeft spr. er de aandacht op geves
tigd en toen werd gezegd, dat er de
noodige aandacht" aan zal worden
geschonken. Spr. zou thans eens
gaarne een beslissing hieromtrent
willen zien, opdat de school-tenmin
ste in 1916 kan worden geopend.
De Voorzitter merkt op, dat
deze zaak geen verband houdt met
de begrooting. Het is wel wat voor
barig 'hier thans over te willen be
slissen. Laat de heer Bommel de zaak-
in de volgende raadszitting aanhangig
maken. Dan kan er met de volgende
begrooting rekening mee worden ge
houden.
De heer d e V e n zegt, dat tenge
volge van de ziekte van den Burge
meester, die deze zaak iu onderzoek
had, de kwestie is verdaagd.
De heer Biersteker merkt op,
dat deze zaak al op de begrooting
voor .1912 ter sprake is gebracht.
Toon werd al een onderzoek beloofd
aan den Raad. Het heele dosier hier
omtrent ligt dan ook al klaar. Het
verbaast spr., dat hiervan geen me-
dedeeling is gedaan aan den Raad.
De kosten zouden desnoods bij af
zonderlijke leening moeten worden
gedekt. Wat het D. B. thans doet,
is zich van de zaak afmaken. Het
D. B. is laksch geweest en had de
kwestie niet zoo lang mogen laten
traineeren. Voor heel veel jongens
zou het een zegen zijn als hier een
inrichting voor M. U. L. O. kwam.
Spr. wil verder gaan dan de heer
Bommel en de zaak in de volgende
raadszitting aan de orde stellen, op
dat de Raad eerst de gelegenheid
hebbe zich de noodige gegevens te
verstrekken-
De Voorzitter repliceert en
belooft, dat B. en W. het dossier op
nieuw ter hand zullen nemen en de
zaak onder de oogen zion.
De heer Grun wald: Dit jaar
nog?
De Voorzitter: Neen,absoluut
niet. Wij hebben nog maar hoogstens
ééne zitting en er moet toch eeret
een kostenberekening worden ge
maakt.
De heer Grunwald merkt op,
dat om verhoogde rijkssubsidie te
kunnen krijgen vóór 1 Sept. eene
aanvraag bij den minister moet wor
den ingediend. Als dit jaar in prin
cipe nog besloten wordt tot de op
richting van de school, is er kans,
dat we de verhoogde subsidie krijgen.
De heer Verstegen vraagt welke
bezwaren aan een andere schoolgeld
heffing zijn verbonden.
De Voorzitter zegt, dat de
heffing verband houdt met de kohie
ren Hoofd. Omslag. Zoolang die niet.
zyn vastgesteld, kan geen schoolgeld
worden geheven.
De heer Verstegen merkt op,
dat het voor vele ouders beslist een
bezwaar is, dat zij 2 kwartalen tege
lijk aan schoolgeld moeten betalen.
Waarom kan dat niet, door bemidde
ling van de hoofden, wekelijks wor
den meegebracht door de kinderen?
De Voorzitter meent, dat daar
door een geheel andere heffing zou
moeten ontstaan, dan zou de progres
sie moeten vervallen.
De heer Grunwald is ook voor
een andere heffing en de heer Bier
steker doet aan de hand een weke-
lljksche afbetaling. Totdat het kohier
vastgesteld is, kunnen de menschen,
bij wijze van afbetaling, wekelijks
10 ct. betalen. B|j de salarisregeling
van de hoofden van scholen is al
rekening gehouden met de mogelijk
heid, dat dit aan hen kan worden
opgedragen.
De heer De Geus merkt op, dat
men dan allerlei moeilijkheden krijgt-,
indien ontheffingen en vrijstellingen
worden verleend.
De Voorzit t e r zegt. ten slotte
een nader onderzoek toe wat, hieraan
kan gebeuren.
Volgn. 24, Art. 9. Marktgelden, enz.
(f 5500.-)
Een lid van de tweede afdeeling
stelde voor, den Zondag van de ker
mis af te voerendeze vraag wórd
iu verband.met het sluiten van nieuwe
overeenkomsten, die zeker* in 1915
moeten plaats vindon, gedaan. Een
ander lid zag gaarne het staangeld
van enkele inrichtingen hooger go-
steld.
In de eerste afdeeling deelde de
Voorzitter mede, dat er een adres
voor afschaffing der kermis is inge
komen. Niemand verlangde daarover
het woord.
Antwoord van B. en W.
in 1913 is de standplaats stoom-
aroussel onderhands verpacht aan
den heer W. Woli's voor de drie
volgende' jaren 1914, 1915 en 1916
tegen de som van i'2000 per jaar.
Reeds eenige je ren is de stand
plaats Beignetskraam tot wederop
zegging in ondethandsche pacht bij
don heer L. Hoefnagel, tegen de som
van f 200 per jaar; die plaats is niet'
geschikt voor openbare verpachting
wegens inkrimping door den aanbouw
van liet telefoonkantoor.
Op grond van deze contracten komt
het ons niet wenschelljk voor, tot
afschaffing of inkrimping van de
kermis over to gaan,
Overwogen zal worden of het staan
geld van inlichtingen hooger kan
worden gestold.
Ons advies op hot adres tot afschaf
fing der kermis is hij u ingediend.
Do heer Adriaans o, het lid der
2e afd., dat afschaffing wenschte van
de kermis, zal na de gevallen beslis
sing van hedenavond, hierover thans
niet meer het woord voeren.
De heer Biersteker dringt er
op aan, dat voortaan niet meer onder
hands verpacht wordt zonder dat de
ltaad ook hierin meespreekt. Thans
is dat weer geschied.
De heel- Grunwald wil do toe
zegging, dat dit in hot vervolg ge
beuren zal. B. en W. moeten niet
maar genoegen nemen met wat de
heeren willen goven, maar ze moeten
zeggen zooveel willen wij hebben,
en wilt gij dat niet geven, bl(jf dan
maar weg. Dat is het zakenstandpubt;
De Voorzitter protesteert. Dat
is eene manier om de kermis af te
schaffen.
De post wordt gehandhaafd.
UITGAVEN
Volgs. 60, Art. 2. Jaarwedden dar
Wethouders.
(Geraamd bedrag voor 1915, evenals
voor 1914, f1500.)
Een lid der derde afdeeling wenschte
de salarissen van de wethouders te
herzien, met het oog op de werk
zaamheden, nu de functies verdeeld
zijn, wat door een ander lid wordt
gesteund. Andere leden waren echter
van meening, deze herziening tot
een volgend jaar uit le stellen mot
het oog op de moeielijke tijdsomstan
digheden.
Antwoord van B. en W.
Wij apprecieeren de bedoeling van
de voorstellers, doch achten de tljds- J
omstandigheden daarvoor niet ge
schikt.
Zonder verdere discussie goedge
keurd.
Volgn. 64, Art. 6. Jaarwedden der
ambtenaren ter Secretarie enz.
(Geraamd bedrag voor 1915 f 14107. -
voor 1914 toegestaan f 12.250.—
In de derde afdeeling werd voor
gesteld de avonduren, waarin gewerkt
wordt door secretarie-ambtenaren,
extra te beloonen, nu zij werk ver
richten voor dio ambtenaren, die door
mobilisatie afwezig zijn.
Andere leden voelden er meer
voor om na ailoop van de mobilisatiè
een gratificatie te verleenen.
Antwoord van B. en W.:
Naar aanleidirtg van deze opmer
king, deelen wij mede, dat het in
onze bedoeling ligt, na afloop dei-
mobilisatie te overwegen of het toe
kennen van belooning voor extra
diensten door het Secretarie-personeel
gepresteerd, wenachelljk zal zijn.
De heer Verstegen is het met
het antwoord van B. en W. niet
eens. Voor overwerk wordt steeds
extra betaald, voor avondwerk zelfs
50 pCt. Het geldt hier 2 ambtenaren,
wier loon de gemeente gedeeltelijk
in kas houdt, en voor wie anderen
in de avonduren het werk moeten
verrichten. Het gaat nu niet aan te
zeggen, dat overwogen zal worden
of toekenning van bclooning wen-
schelijk is.
Hierover ontstaat een vrij heftige
discussie van de zijde van de bestuurs
tafel. B. en W. handhaven hun staud-
punt en de heer Verstegen het zijne.
Diens voorstel wordt verworpen
voor stemmen de heeren Verstegen,
Over de Linden, Van der Ploeg,
Bommel en Adriaanse.
Volgn. 69. Art. II. Schrijf- en bureau
behoeften, druk- en bindwerk, enz.
(Geraamd bedrag voor 1915 f 2800.
voor 1914-toegestaan f2500.
Door een der leden van de tweede
afdeeling werd voorgesteld het boekje
van de inkomsten-belasting aldus te
wijzigen, dat alle namen der inwoners
daarin worden opgenomen en dat de
Gemeente als eigenaresse het boekje
voortaan in den handel zal brengen.
In de derde afdeeling verzocht een
der leden een onderzoek in te stellen
naar de oprichting van een gemeente
blad eu de kosten van een stenografisch
verslag van de zittingen van den
Raad.
Antwoord van B. en W.
Met verwijzing naar ons advies
van den 15 Juni 1.1., beantwoordende
een adres van de Heldersche Win-
keliersvereeniging, blijven wij van
meening, dal liet niet op den weg
dor gemeente ligt, het boekje voor
de belasting uaar het inkomen te
wijzigen.
De kosten van een stenografisch
verslag van de zittingen van den
Gemeenteraad en oprichting van een
gemeenteblad, werden opgegeven bij
de begrooting voor 1912; de meest
billijke aanbieding, die toen inkwam
was f22.50 per vergadering en daar
bij waren in rekening gebracht de
kosten van liet drukken.
Do Voorzitter deelt mede, dat
een adres van de Held. Uitgevers-
Maatschappij om verhóoging van het
lariel' voor het drukken van de steno
grafische verslagen van den Raad
straks aan de orde zal komen. Het
gaat thans alleen om het boekje H.Ó.
De gemeente voelt er niet veel voor
om dit uit te breiden met de namen
van niet-belastingsehuldigen. Op kos
ten van de gemeente kan men toch
geen adresboek laten drukken.
De heer Adriaanse zou op de
zaak niet teruggekomen zijn, maar
heeft de kwestie eens onderzocht.
De gemeente geeft jaarlijks f100.—
uit, waarvoor het boekje gedrukt
wordt. De drukker brengt het in den
handel en in elke zaak vindt men
hel. Den vorigen keer heeft spr. er
al op gezinspeeld, dat het de uitgave
van een adresboek in den weg staat.
Met eene kleine vermeerdering van
kosten heeft men het boekje com
pleet.
De heer De Geus merkt op,dat.,
als de uitgevers hier ter stede ecnig
heil zagen in de uitgave van een
adresboek, zij wel tot de uitgave
zouden besluiten.
Hierover ontstaat nog eenige nadere
discussie.
De heer Verstegen bespreekt
vervolgens de oprichting van een
gemeenteblad. De bedoeling is een
blad, waarin alle verordeningen en
wijzigingen worden opgenomen, als
ook alle adviezen. Nu moet men naar
het gemeentehuis en, als -het wat
uitvoeriger stukken zijn, ze geheel
overschrijven indien men ze noodig
heeft. De bedoeling van spr. vraag
is te onderzoeken welke kosten er
aan verbonden zijn.
De Voorzitter zegt een onder
zoek toe.
Ij volgn. 80, jaarwedden van amb
tenaren pl. belastingen (f6376) merkt
de Voorzitter op, dat B. en W.
iemand gevonden hebben, die belan
geloos de contróle op de bioscopen
op zich neemt. Nader ondervraagd
antwoord hij, dat dit meestal door
belasting- en politieambtenaren ge
schiedt en dat hun optreden al een
paar maal oorzaak is geweest dat
een film geschrapt werd.
Bij volgn. 87, kosten Vischafslag
(f2950) stelt de heer Hartsinck
voor het voorgestelde verfwerk niet
te doen plaats hebben. Zijn voorstel
wordt echter vorworpen. Vóór de
heeren Hartsinck, Terra, Verstegen
en Van Breda, buiten stemming blij
ven de heeren Over de Linden, Bier
steker en Van den Berg.
Volgn. 91, Art. 1. Onderhoud van stra
ten, enz.
(Geraamd bedrag voor 1915 f16445.--,
voor 1914 toegestaan f 15.170.—
In de eerste afdeeling vroeg een
der leden of er dit jaar, bij wijze van
bezuiniging, niet wat minder steen
kan worden gekocht. Een ander lid
wilde 160.000 steenen minder aan
schaffen. Een derde lid meende dat
van elk 50.000 af zou kunnen. Tevens
vroeg men naar den prijs, die hooger
is dan verleden jaar.
Antwoord van B. en W.:
Reeds 10 jaren lang is de geraam
de hoeveelheid aangeschaft en noodig
gebleken voor een behoorlijk onder
houd. Waar het stratennet zich ge
leidelijk uitbreidt, is een kleinere
hoeveelheid daarmede in strijd en
niet verdedigbaar.
Dat de voorraad op heden grooter
is dan in denzelfden tijd van vorige
jaren, is een gevolg van de omstandig
heden.
gin de eerste plaats z|jn er drie
stratenmakers in militairen dienst,
daarbij hebben de overige straten
makers in de maanden Augustus en
September allerlei andere diensten
moeten doen en eindelijk kon geen
straatwerk worden verricht in de
hoofdwegen om dezelfde redenen,
zoodat het werk ten achter geraakt
en een hoeveelheid steen is blijven
staan.
Minder steen is niet gewenscht;
het wreekt zich in de volgende jaren,
of het onderhoud wordt minder goed.
De prijs ad f19.- en f 12. is
gesteld omdat in 1914 f 18.80 en
f 11.60 is betaald moeten worden.
Zonder discussie goedgekeurd.
Voign.93, Art.3. Onderhoud van wandel
plaatsen.
(Geraamd bedrag voor 1915 f 2380.-
voor 1914 toegestaan f1926.-—).
Door een der leden van de tweede
afdeeling werd er aan herinnerd,
dat door den Raad in de vergadering
van 30 Oct. 1912 met algemeent
stemmen is aangenomen, het gedeelte
der gelden 't welk door mindere be
planting Kanaal weg vrij kwam, te
bestemmen voor beplanting bij den
watertoren. Aangezien tot heden geen
begin van beplanting is gemaakt,
meende hij hierop de aandacht te
moéten vestigen.
In de derde afdeeling werd do
wenschelijkheid uitgesproken, dat het
publiek meer medewerkt om de
plantsoenen legen baldadigheid van
de jeugd, en ook van volwassenen
te beschermen.
Antwoord van B. en W.:
Het is waar, dat in den Raad van
October 1912 in den hier aangegeven
geest werd beslóten. Er is toen een
onderzoek ingesteld en als gevolg
daarvan legden w|j bij het behandelen
der begrooting voor 1914 aan uover
missives van den heer Springer en
den Gemeeete-Bouwmeester en gaven
wij als onze meeuing te kennen, dat
de tijd tot het maken van een plant
soen daar ter plaatse nog niet ge
komen was.
Wij meeneu ook nu dal daarmede
gewacht moet worden totdat het ge-
heele terrein bij den watertoren daar
voor geschikt is.
De heer Adriaanse merkt hierb|j
op, dat b|j de voorstelling Van deze
aangelegenheid niet is gezinspeeld op
een plantsoen volgens het ontwerp
van den architect Springer, maar dat
de bedoeling was een zeer eenvoudig
plantsoen te doen aauleggen
De heer K r Ij n e n zag den opzich
ter gaarne onbezoldigd rijksveldwach
ter gemaakt, terwijl de lieer V e r-
stegen de aandacht vestigt op de
manier, waarop het publiek het plant
soen behandelt. Die is meer dan
schandelijkgeheele planten met pot
en al worden geroofd, niet door kin
deren, maar door volwassenen.
De heer Biersteker dringt aan
op hel instellen van eene vervolging,
daar er anders vermoedelijk wel niets
aan te doen zai zijn, terwijl de heer
Bok voorstelt papiermanden te plaat
sen op enkele hoeken.
Bij volgn. 96: Onderhoud van ha
vens, vaarten, enz. (f 1950. ver
klaart de heer Hartsinck tegen
den post van f300.— te z|jn voor het
wegnemen van den steiger bij de
Scliippcrsteeg en het in orde maken
van een steenglooiing daar ter plaatse.
Spr. wil hier niets tuin veranderen.
Ook de heer Grunwald laat zich
in gelijken geest uit.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
zich moesten houden aan het advies
van den gemeente-bouwmeester.
Het voorstel-Hartsinck worut aan
genomen. Vóór de heeren Terra, Ver
stegen, Van Breda, Biersteker, Bok,
Oortgijsen, Verfaille, Van der Ploeg,
Adriaanse eu Hartsinck. Buiten stem
ming bleef de heer Zander.
De vergadering werd hierop ver
daagd. Na nog eenige vragen te
hebben beantwoord, ging de Raad tot
Donderdagavond half acht uiteen.
Alsdan verdere behandeling der be-
grooting.
Zitting van Donderdagavond.
Afwezig de heeren Oortgijsen,
Hartsinck en Van Breda ide laatste
met kennisgeving).
Na heropening wordt voortgegaan
met de verdere behandeling der be
grooting.
Volgn. 106, Art. 2. Jaarwedden van den
Inspecteur en de agenten van politie.
(Geraamd bedrag voor 1916 f 19440,
voor 1914 toegestaan f 19184.
In de eerste afdeeling wees een
der leden er op dat volgens het voor
stel van B. en W. alleen het aan
vangssalaris hooger wordt en slechts
de brigadiers f 1.— meer krijgen.
Hij vond dit niet billijk tegenovor
de oudere politieagenten, die niets
meer krijgen en stelde daarom voor
ook die met f 1.— te verhoogen.
Een ander lid sprak er over, dat het
politie-toezicht op vele plaatsen on
voldoende is,en dat de dienstver-
deeling noodig gewijzigd behoort te
worden.
Een geheele reorganisatie werd
daarvoor noodig geacht.
Enkele leden der tweede afdeeling
wilden nog in overweging houden
het adres door de politieagenten
ingediend.
In de derde afdeeling zeide men
er is een adres ingekomen van bri
gadiers en agenten van politie ter
verbetering van hun salaris. Ken
lid stelde voor, wat door een ander
werd gesteund, om de salarissen
te verbeteren, door 5 verhoogingen
inplaats van 3 verhoogingen toe te
kennen, zoodat de maximatot f 2*2.
por week voor de brigadiers en tot
f 19.- voor de agenten kunnen
komen. Dit lid had uitgerekend dat
dit voor 1915 oen extra uitgave van
f 726.— zal vereischen.
Een ander lid wenschte dit jaar
geen verhoogingen toe te kennen
met het oog op de moeielijke tijds
omstandigheden. ftSËËiaS
Antwoord van B. en W.
Wij hebben bij de raming van
dezen post in hoofdzaak overgeno
men het voorstel der Commissie
voor de salarisregeling, waarmede
de Commissaris zich heett kunnen
vereenigen. Alleen stelden wy bo
vendien nog voor, aan de brigadiers
2 tweejaarlijksche verhoogingen van
f 1.— per week toe te kennen, zoo
dat hun maximum-salaris f20.— per
week zal worden.
De heer OverdeLinden vraagt
naar de voortdurende mutatie in het
corps agenten. Toen spr. don Com
missaris naar de reden daarvan vroeg,
werd hem geantwoord, dat de agenten
beweren, van het aanvangssalaris
niet te kunnen leven, en ook hun
verdere vooruitzichten beslist onvol
doende zijn. Nu leest Spr. dat do
„Commissaris zich heeft kunnen ver
eenigen met de door de Commissie
voorgestelde salarisrogeling". Spr-
vraagt waarom de leden geen inzage
van de stukken hebben gekregen,
het advies van de Commissie heeft
spr. niet gelezen.
De heer Verstegen antwoordt
den heer Over de Linden., dat de
beide bl ieven van den Coinmissaiie
wel degelijk bij de stukken hebben
gelegen. Er staat in het advies van
B. en W., dal do Commissaris zich
met de salarisrogeling kon vereeni
gen, maar uit een uitvoerigen brief
van 13 Juli blijkt, dat dit niet hel,
geval is. Er is volgens spr. rille
grond om de salarissen der politie
agenten te verhoogen, in alle geval
hen in uitzicht te stellen een hooger
maximum. De agenten klagen, dat
zjj bijna nooit een vrijen dag hebben.
Zondags hebben ze dienst, zoodat een
weekdag hun Zondag is. Als ze dan
op dien dag nog dienst moeten doen,
wordt die beloond met 25 ct. per uur.
Maar vooral klagen ze, dat hun sa
laris te laag iszy zijn wegens het
prestige, dat ze hebben op te houden
aan een zekeren maatachappelyken
stand gebonden, en aan een zekere
woning. Ze moeten vrij staan ten
opzichte van de burgerij en dat kun
ze eerst bij eene goede salarieering.
Spr. vergelykt de hier gemaakte re
geling bij die van de gemeente Hil
versum, waar een agent 8e kl. van
f 16. tot flS.-, 2e k). van f 19.
tot f21.-le kl. van f21.- toL
f22.— en hoofdagenten van f23.—
tot f24.-- krijgen per week, met
jaarlijksche verhoogingen. Hier ie
hot maximum f 19. De agenten
spreken in hun adres vertrouwen
uit in den Raad welnu, moge dal
vertrouwen niet beschaamd worden.
De heer Biersteker bespreekt
de algeheele reorganisatie van hut
korps. Jammer, dat de Raad zoo
weinig te zeggen heeft over de po
litie, maar zoo wil het nu eenmaal
de wet. Spr. hoopt, dat dn zaak dei-
reorganisatie met aandacht zal wor
den bezien. Tengevolge van de on
voltalligheid van het korps wordt
meer van de menschen geöischt dan
redelijkerwijze geëischt zou mogen
worden, en de verdeeling der w|jk*eii
bij surveillance Iaat veel te wenschen
over. In heele stadsgedeelten is zel
den politietoezicht. En toch is dit
wel noodig. Waar in het adres dei-
agenten gesproken wordt van een
werkdag van 's morgens 8 tot'sav.
10 of van 's avonds 10 tot 'smorg.
8, daar is dat een werkdag, die alles
behalve lijkt op heb streven van den
tegenwoordigen tijd oin alles te In
korten.
Ze werken weliswaar zoo'n hooien
dag niet, en hebben rust in de
wacht, maar ze zijn toch in dienst.
Spr. sluit zich aan bij het voorstel
van den heer Over de Linden, en
dringt er vooral op aan, dat. de mini
mum salarissen verhoogd worden op
dat voor nieuwe agenten de vooruit
zichten waaronder ze hier komen,
beter zijn. De mutatie is een gevolg
van de lage aanvangssalarissenspr.
brengt met aandrang eene reorgani
satie onder de aandacht van het hoofd
der politie.
Er is nog een tweede punt waar
over spr. het woord voeren wil. In
den laatsten tijd komen er veel
vreemde kooplui met negotie aan de
huizonspr. vraagt om beter toezicht
in dit opziaht.
De heer van der Ploeg, hoe
wel niet behoorend tot de voorstel
lers, heeft de loonregeling eens be
rekend, en komt tot de conclusie,
dat het uurloon gelijk staat met dat
van niet-vaklteden. In de salaris
regeling worden z.|j, die een verent-
woordelijken post bekleeden, gelijk
gesteld met vaklieden, redenen, waar
om spr. aandringt om dat bij de
agenten óók te doen. Niet alleen, dat
de daguren lang zijn, ook de nacht
uren. Bovendien wordt den agenten
verboden eöne bijverdienste tc* hebben.
Spr. dringt daarom aan het voorstel
Over de Linden te ondersteunen.
Ds heer Z a n <1 r illustreert het