HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna Eerste Blad. GEMEENTERAAD VAN HELDER. No. 4395 ZATERDAG 28 NOVEMBER 1914 42-9 JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc, Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 canL Elk* regel meer 6 ct Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 26°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 21 cent Stelling van DEN2HELDER. Ontspannings-avonden in de tweede helft van November. Zuturdag 28 Dlrka Admiraal Lezing met lichtb. dr. Minkema S u. Ook voor afd. Land vak. Maandag 30 Erfprins I Lezing mei lichtb. Van Dam 8 u. Voor alle fortbewoners. 0E WEEK. 24 November. Zéker van de zege Een Kamer-zitting als van Dinsdag 24 November, ze geeft 'den ietwat ingowyde tot PaiTements-atmosfeer wel een zeer scherpen indruk van wat we nu te wachten hebben... Het febriele, zenuwachtige, de spanning die nu heerscht bedoel ik. Zoo'n Parlement als van 24 November, waar gepraat wordt over dingen, die niemand in de hooge vergadering - kunuen schelen. Niets van al de tien ontwerpjes, aan de orde komend, interesseerde een der aanwezigen, met uitzondering dan van de beide uitmid delpuntige leden, de heeren Bichon van IJselmonde (den „wilde" uit Ommen) alsmede den oven-excentrie ken afgevaardigde voor het vermaarde district Kampen, den anti-rev. dr. Beumer, wien het In die zitting ge lukte te verhoeden dat een in Curaqao huizende Turk Nederlander zou wor den Niemand behalve deze beide lichtelijk-uitmiddelpuntige Volksver tegenwoordigers stelde belang in de kwestie, waar 't over ging. De aandacht van hot. Huis, - dat gereed stond over te gaan tot het afdeelings-ondorzoek van het Ont- werp-275 millioen - school elders. Was op andere dingen gericht. Er is nu in het oude vaderland eigenlijk héél weinig, waar men attentie voor heeft, behoudens „de 270". Wat is or eigenlijk voor nieuws van interessanten aard De Koninklijke Familie is uit het oude Huis ten Bosch naar Den Haag getogen. Wij woten, nu, dat - ter wijl de heer Posthuma daadwerkelijk opperdief van Landbouw, Nijverheid en Handel is geworden er nog geen kijk naar bestaat van „croquantc lokker-versche, knappende fluitjes" en ander wittebrood-delicatesse te genieten. We lezen van de oplich terijen met runderen, die van arge- looze „bons villageois" worden aan gekocht zonder dat er betaling volgt. Wij lezen van de adressen met 680.000 handteekeningen voor Plaat selijke Keuze in den strijd tegen Démon Alcohol, H. M. op het Huis ten Bosch straks genoemd - over handigd. We bereiden ons voor op het gebruik van tarwebrood, tot welks genieting de nieuwe minister van Landbouw, enz. ons wil „trainen". Wij lezen van het aangroeiend drijfijs ii) de Zuiderzee, dat de arme visschers noodzaakt naar huis toe te gaan. Er is een Koninklijk Besluit versche nen, vernietigend een Raadsbesluit van Aarlanderveen (waarom juist deze gemeente, - vraagt men zich immers af!) waarbij voetbal-wedstrij den op den Zondag werden verbo den En wij denken erbij van de landelijke bacchanaliön, in alle streken des lands, waardoor'de Zondag ont heiligd wordtBacchaualiën, welke door de sport misschien, zoo niet zeker, konden verminderd worden... Er is nog meer vaderlandsch nieuws buiten „den oorlog" vallend. Men zegt, dat een Belgisch orkest in wor ding is. Nög-interessanter tijdingen zijn er. Aan het departement van Waterstaat moet het ontwerp gereed liggen tot gedeeltelijke demping van do Zuiderzee. Een zóó gezaghebbend man als mr. Vissering heeft er op gezinspeeld, als zijnde dit het groote, machtige middel tot bekamping van de oeconomische crisis. Is 't onze schuld, dat wij op dit stuk wat sceptisch, wat nuchter-twijfelziek zijn geworden? Hoe lang duurt 't al; hoevele jaren neemt 't reeds in beslag, dat „boomen over de Zuiderzee-dem- ping Het departement van Binnenland- sche Zaken, 't splinternieuwe; met het geredde, bewaarde, historische, oeroude „Torentje", komt dezen zomer gereed, - lazen wij. Er is deerlijk gebrek aan wol, zoodat onze goede, nijvere huismoeders geen kousen, geen verwarmingsgordels genoeg voor de jongens ter mobilisatie, kunnen breien. Wij lazen nog veel andere tijdingen van recent nieuws... Maar gelijk onze vroede vaderen van het Haagsche Binnen hof op dien ochtend van Dinsdag 24 November j. 1., slechts met halve aandachtGelijk 't hun ging, zoo was ook onze aandacht bij het geen minister Treub heeft voorge steld de 275 millioen voor oorlogs- leening. Van soc.-deinocratische zijde werd aangespoord tot het houden van meetings, in den lande, tegen dat voorstel. De heer Troelstra pro testeerde bij voorbaat tegen het plan, den toeleg der Regeering om „de 275" er in een drietal weken door te jagen. Dat kon en dat möcht niet. De „man in the street", Jan Publiek, moest gelegenheid hebben, niet slechts om zich van de zaak op de hoogte te stellen, maar óókom er zich over uit te spreken. Zei ik 't niet: er is storm op komst 't Was dien 24ste November een zitting des Parloments met zwoel- dreigende atmosfeer. De eenige, die kalm en rustïg- vrooJijk scheen, 't was de heer mr. Treub, minister van Financiën. Frisch, monter, beladen met kwink slagen Alsof er geen wolkje aan de lucht was. Hij, alleen, ducht den kamp, die ophanden is en den armen gods vrede dreigt te verstoren, geen oogenblik. Hij, Treub, schijnt zeker te zijn van de zege. Hij alleen is kalm en Wat schuilt achter die schijnbare of wezenlijk-zijnde gemoedsrust en opgewektheid Dat vroegen zich velen, met mij, dien 24ste November af - Mr. Antonio. (V ervolg.) Begrooting dienst 1915. Er 'worden geene algemeens be schouwingen -gehouden. Begonnen wordt met de INKOMSTEN Volgn. 17, art. 7. Belasting op het gedistilleerd en op de likeuren. (Ge raamd voor 1915 op f 15Q00. in 1914 op f 16000.-). In de afdeelingen werd door de voorzitters medegedeeld, dat de ver mindering der belasting voor 1915 niet behoeft te worden toegepast; door meerdere leden in de eerste af- deeling werd voorgesteld den post met 1'3000.- te verhoogen, terwijl een lid voorstelde den post met f2000.— te verhoogen dit voorstel werd door anderen ondersteund. In de tweede afdeeling en in- de derde afdeeling werd eveneens voorgesteld den post. met f3000.— te verhoogen, terwijl in de tweede afdeeling ook eene ver hooging ii f2000.- voldoende werd geacht, met het oog op het vermin deren in gebruik. Antwoord van B. en W. Wij blijven «r de voorkeur aan geven, nu door ik. Regeoriug een on verminderde heffing van f 15. per H.L. wordt toegestaan, de hoogere opbrengst op dezen post aan te wen den tot versterking van den post „On voorziene Uitgaven", die tot pl. m. f2600.- is uitgetrokken, terwijl nog niet bekend is voor welke uitgaven de gemeente kan komen te staan ten gevolge van de mobilisatie, waarom wij beslist moeten adviseeren den post niet met f3000. maar met f2000.— te verhoogen, zulks in ver band met het geregeld terugloopen der belasting op het gedistilleerd. Hierbij wordt opgemerkt, dat de op brengst gedurende de mobilisatie maanden (Augustus, September en October) ongoveer f240.— minder was dan in dezelfde maanden van 1913. De heer Grun wald was het lid, dat den post met f 3000. wilde ver hoogen. De post blijft intact. Aan vankelijk werd door den Minister den eisch gesteld den post geleidelijk te verminderen. Een nader schrijven van den Minister gaf toestemming den accijns voorloopig te blijven heflen. Spr. handhaaft zijn voorstel. De Voorzitter merkt op, dat, toen de begrooting werd opgemaakt, het Dag. Bestuur den gang van zaken niet kon overzien. Nu de Minister tot een ander besluit is gekomen, hebben B. en W. nagegaan hoeveel het gebruik in de mobilisatie-maanden minder was. Bovendien blijkt het gebruik van gedistilleerd allengs te verminderen, zoodat B. en W. het niet geraden achten den post te ver hoogen. De heer G r u n w a 1 d repliceert. In 1913 is aan belasting ontvangen f16708.-, in 1914 f16000.-. B. en W. meenden gerechtigd te zijn dit bedrag weder voor 1915 optebrengen, indien de Minister niet te kennen had gegeven, dat de belasting moest op houden. Thans blijkt dus, dat B. en W. door dit besluit van den Minister f3000.— minder meenden te zullen ontvangen, en nu het oorsprqnkelijke besluit van den Minister weder te niet gedaan is, is er, volgens spr.'s meening, geen bezwaar opnieuw de f3000.— bij het bedrag te zetten. De Voorzitter begrijpt deze redeneering niet. Als de ministerieels aanschrijving niet gekomen was, wa ren die f 3000. er bij gekomen, maar nu B. en W. hebben gezien, dat het bedrag zoozeer is verminderd en dat er geen sprake van is, dat die f3000 meer zullen worden ontvangen, von den zij het wel wat dwaas den post toch met dat bedrag te verhoogen. De heer De Geus licht nog toe, dat het, daar het hier maar een kwestie is van één jaar, gezonde po litiek is er thans reeds rekening mede te houden, dat het bedrag verdwij nen zal. De heer Dr. van den Berg wil het voorstel van B. en W. in tweeën splitsen. Spr. wil n.1. aan het eind van de begrooting beslissen wat met het bedrag van f2000.— zal worden gedaan. Het voorstel van den heer Grun- wald: den post met f3000.- te ver hoogen, wordt vervolgens verworpen. Tegen de heeren Hartsinck, De Geus, Terra, Harjer, Verstegou, Boon, De Ven, Van Breda, Over de Linden. Biersteker. Bok, Dr. van den Berg, Oortgijsen, Verfaille, Van der Ploeg, Bommel, Krijnen en Adriaanse. Het voorstel van B. en W.ver hooging van den post met f 2000. - is daarmede aangenomen. Volgn. 22, Art. 7a. Schoolgelden voor het Lager Onderwijs. (Geraamd bedrag voor 1915 f 17000. In 1914 hetzelfde bedrag.) Enkele leden van de eerste, tweede en derde afdeeling informeerden naar het in het vorige jaar toegezegd on derzoek naar het M. U. L. O. Volgens deze toezegging zouden in den loop des jaars voorstellen worden gedaan. Een lid der eerste afdeeling behield zich voor hierop terug te komen. Een lid der tweede afdeeling vroeg, of deze post niet hooger kan geraamd worden, met het oog op de algemeene stijging van de inkomsten. In de derde afdeeling kwam een andere wijze van schoolgeldheffing ter sprake, zooals dit verleden jaar ook behandeld is geworden. In over weging werd gegeven ook onvermo gende kinderen met buitengewone aanleg op school 8 toe te laten. Op de splitsing van school 8 van gewoon lager en M. U. L. O. werd nog eens ernstig aangedrongen. Een ander lid drong er op aan, dat omtrent de schoolgeldregeling, evenals de split sing, voorstellen van B. en W. wor den verwacht. Antwoord van B. en W. "Wat het inrichten van een school voor M. U. L. O. betreft, waarmede in nauw verband staat de al of niet splitstng van school No. 8, zijn wij nog niet tot een resultaat gekomen. Echter hopen wij voor de volgende begrooting in staat te zijn u daar omtrent voorstellen te doen. Een hoogere ramflig van den post „Schoolgelden" achten wij voorloopig niet gewonsebt, gezien de opbrengst over de laatste 3 jaren- (In 1913 bedroeg die plus minus f 140.— minder dan in 1912.) Bovendien moet niet uit het oog i worden verloren, dat de algemeene j stijging van de inkomsten niet van dien aard is, dat daarvan hoogere opbrengst van schoolgelden verwacht kan worden. Wat een andere wijze van school geldheffing aangaat, merken wij op, dat dit door de progressieve heffing niet wel doenlijk is, door do vele be zwaren daaraan verbonden. Het toelaten van onvermogende kinderen van buitengewonen aanleg op school No. 8, is een ingrijpende maatregel. Tot nu toe werd daarin voorzien door het bestaan van den Franschen Cursus, die alleen met het oog daarop is opgericht. Ook deze aangelegenheid zal bij do bespreking van M. U. L. O. school onder de oogen worden gezien. De heer Bommel vestigt de aan dacht op de woorden van B. en W., dat de gewenschte splitsing van school 8 van gewoon lager en M. U. L. O. „onder de oogen zal worden gezien". Bij eene vorige gelegenheid heeft spr. er de aandacht op geves tigd en toen werd gezegd, dat er de noodige aandacht" aan zal worden geschonken. Spr. zou thans eens gaarne een beslissing hieromtrent willen zien, opdat de school-tenmin ste in 1916 kan worden geopend. De Voorzitter merkt op, dat deze zaak geen verband houdt met de begrooting. Het is wel wat voor barig 'hier thans over te willen be slissen. Laat de heer Bommel de zaak- in de volgende raadszitting aanhangig maken. Dan kan er met de volgende begrooting rekening mee worden ge houden. De heer d e V e n zegt, dat tenge volge van de ziekte van den Burge meester, die deze zaak iu onderzoek had, de kwestie is verdaagd. De heer Biersteker merkt op, dat deze zaak al op de begrooting voor .1912 ter sprake is gebracht. Toon werd al een onderzoek beloofd aan den Raad. Het heele dosier hier omtrent ligt dan ook al klaar. Het verbaast spr., dat hiervan geen me- dedeeling is gedaan aan den Raad. De kosten zouden desnoods bij af zonderlijke leening moeten worden gedekt. Wat het D. B. thans doet, is zich van de zaak afmaken. Het D. B. is laksch geweest en had de kwestie niet zoo lang mogen laten traineeren. Voor heel veel jongens zou het een zegen zijn als hier een inrichting voor M. U. L. O. kwam. Spr. wil verder gaan dan de heer Bommel en de zaak in de volgende raadszitting aan de orde stellen, op dat de Raad eerst de gelegenheid hebbe zich de noodige gegevens te verstrekken- De Voorzitter repliceert en belooft, dat B. en W. het dossier op nieuw ter hand zullen nemen en de zaak onder de oogen zion. De heer Grun wald: Dit jaar nog? De Voorzitter: Neen,absoluut niet. Wij hebben nog maar hoogstens ééne zitting en er moet toch eeret een kostenberekening worden ge maakt. De heer Grunwald merkt op, dat om verhoogde rijkssubsidie te kunnen krijgen vóór 1 Sept. eene aanvraag bij den minister moet wor den ingediend. Als dit jaar in prin cipe nog besloten wordt tot de op richting van de school, is er kans, dat we de verhoogde subsidie krijgen. De heer Verstegen vraagt welke bezwaren aan een andere schoolgeld heffing zijn verbonden. De Voorzitter zegt, dat de heffing verband houdt met de kohie ren Hoofd. Omslag. Zoolang die niet. zyn vastgesteld, kan geen schoolgeld worden geheven. De heer Verstegen merkt op, dat het voor vele ouders beslist een bezwaar is, dat zij 2 kwartalen tege lijk aan schoolgeld moeten betalen. Waarom kan dat niet, door bemidde ling van de hoofden, wekelijks wor den meegebracht door de kinderen? De Voorzitter meent, dat daar door een geheel andere heffing zou moeten ontstaan, dan zou de progres sie moeten vervallen. De heer Grunwald is ook voor een andere heffing en de heer Bier steker doet aan de hand een weke- lljksche afbetaling. Totdat het kohier vastgesteld is, kunnen de menschen, bij wijze van afbetaling, wekelijks 10 ct. betalen. B|j de salarisregeling van de hoofden van scholen is al rekening gehouden met de mogelijk heid, dat dit aan hen kan worden opgedragen. De heer De Geus merkt op, dat men dan allerlei moeilijkheden krijgt-, indien ontheffingen en vrijstellingen worden verleend. De Voorzit t e r zegt. ten slotte een nader onderzoek toe wat, hieraan kan gebeuren. Volgn. 24, Art. 9. Marktgelden, enz. (f 5500.-) Een lid van de tweede afdeeling stelde voor, den Zondag van de ker mis af te voerendeze vraag wórd iu verband.met het sluiten van nieuwe overeenkomsten, die zeker* in 1915 moeten plaats vindon, gedaan. Een ander lid zag gaarne het staangeld van enkele inrichtingen hooger go- steld. In de eerste afdeeling deelde de Voorzitter mede, dat er een adres voor afschaffing der kermis is inge komen. Niemand verlangde daarover het woord. Antwoord van B. en W. in 1913 is de standplaats stoom- aroussel onderhands verpacht aan den heer W. Woli's voor de drie volgende' jaren 1914, 1915 en 1916 tegen de som van i'2000 per jaar. Reeds eenige je ren is de stand plaats Beignetskraam tot wederop zegging in ondethandsche pacht bij don heer L. Hoefnagel, tegen de som van f 200 per jaar; die plaats is niet' geschikt voor openbare verpachting wegens inkrimping door den aanbouw van liet telefoonkantoor. Op grond van deze contracten komt het ons niet wenschelljk voor, tot afschaffing of inkrimping van de kermis over to gaan, Overwogen zal worden of het staan geld van inlichtingen hooger kan worden gestold. Ons advies op hot adres tot afschaf fing der kermis is hij u ingediend. Do heer Adriaans o, het lid der 2e afd., dat afschaffing wenschte van de kermis, zal na de gevallen beslis sing van hedenavond, hierover thans niet meer het woord voeren. De heer Biersteker dringt er op aan, dat voortaan niet meer onder hands verpacht wordt zonder dat de ltaad ook hierin meespreekt. Thans is dat weer geschied. De heel- Grunwald wil do toe zegging, dat dit in hot vervolg ge beuren zal. B. en W. moeten niet maar genoegen nemen met wat de heeren willen goven, maar ze moeten zeggen zooveel willen wij hebben, en wilt gij dat niet geven, bl(jf dan maar weg. Dat is het zakenstandpubt; De Voorzitter protesteert. Dat is eene manier om de kermis af te schaffen. De post wordt gehandhaafd. UITGAVEN Volgs. 60, Art. 2. Jaarwedden dar Wethouders. (Geraamd bedrag voor 1915, evenals voor 1914, f1500.) Een lid der derde afdeeling wenschte de salarissen van de wethouders te herzien, met het oog op de werk zaamheden, nu de functies verdeeld zijn, wat door een ander lid wordt gesteund. Andere leden waren echter van meening, deze herziening tot een volgend jaar uit le stellen mot het oog op de moeielijke tijdsomstan digheden. Antwoord van B. en W. Wij apprecieeren de bedoeling van de voorstellers, doch achten de tljds- J omstandigheden daarvoor niet ge schikt. Zonder verdere discussie goedge keurd. Volgn. 64, Art. 6. Jaarwedden der ambtenaren ter Secretarie enz. (Geraamd bedrag voor 1915 f 14107. - voor 1914 toegestaan f 12.250.— In de derde afdeeling werd voor gesteld de avonduren, waarin gewerkt wordt door secretarie-ambtenaren, extra te beloonen, nu zij werk ver richten voor dio ambtenaren, die door mobilisatie afwezig zijn. Andere leden voelden er meer voor om na ailoop van de mobilisatiè een gratificatie te verleenen. Antwoord van B. en W.: Naar aanleidirtg van deze opmer king, deelen wij mede, dat het in onze bedoeling ligt, na afloop dei- mobilisatie te overwegen of het toe kennen van belooning voor extra diensten door het Secretarie-personeel gepresteerd, wenachelljk zal zijn. De heer Verstegen is het met het antwoord van B. en W. niet eens. Voor overwerk wordt steeds extra betaald, voor avondwerk zelfs 50 pCt. Het geldt hier 2 ambtenaren, wier loon de gemeente gedeeltelijk in kas houdt, en voor wie anderen in de avonduren het werk moeten verrichten. Het gaat nu niet aan te zeggen, dat overwogen zal worden of toekenning van bclooning wen- schelijk is. Hierover ontstaat een vrij heftige discussie van de zijde van de bestuurs tafel. B. en W. handhaven hun staud- punt en de heer Verstegen het zijne. Diens voorstel wordt verworpen voor stemmen de heeren Verstegen, Over de Linden, Van der Ploeg, Bommel en Adriaanse. Volgn. 69. Art. II. Schrijf- en bureau behoeften, druk- en bindwerk, enz. (Geraamd bedrag voor 1915 f 2800. voor 1914-toegestaan f2500. Door een der leden van de tweede afdeeling werd voorgesteld het boekje van de inkomsten-belasting aldus te wijzigen, dat alle namen der inwoners daarin worden opgenomen en dat de Gemeente als eigenaresse het boekje voortaan in den handel zal brengen. In de derde afdeeling verzocht een der leden een onderzoek in te stellen naar de oprichting van een gemeente blad eu de kosten van een stenografisch verslag van de zittingen van den Raad. Antwoord van B. en W. Met verwijzing naar ons advies van den 15 Juni 1.1., beantwoordende een adres van de Heldersche Win- keliersvereeniging, blijven wij van meening, dal liet niet op den weg dor gemeente ligt, het boekje voor de belasting uaar het inkomen te wijzigen. De kosten van een stenografisch verslag van de zittingen van den Gemeenteraad en oprichting van een gemeenteblad, werden opgegeven bij de begrooting voor 1912; de meest billijke aanbieding, die toen inkwam was f22.50 per vergadering en daar bij waren in rekening gebracht de kosten van liet drukken. Do Voorzitter deelt mede, dat een adres van de Held. Uitgevers- Maatschappij om verhóoging van het lariel' voor het drukken van de steno grafische verslagen van den Raad straks aan de orde zal komen. Het gaat thans alleen om het boekje H.Ó. De gemeente voelt er niet veel voor om dit uit te breiden met de namen van niet-belastingsehuldigen. Op kos ten van de gemeente kan men toch geen adresboek laten drukken. De heer Adriaanse zou op de zaak niet teruggekomen zijn, maar heeft de kwestie eens onderzocht. De gemeente geeft jaarlijks f100.— uit, waarvoor het boekje gedrukt wordt. De drukker brengt het in den handel en in elke zaak vindt men hel. Den vorigen keer heeft spr. er al op gezinspeeld, dat het de uitgave van een adresboek in den weg staat. Met eene kleine vermeerdering van kosten heeft men het boekje com pleet. De heer De Geus merkt op,dat., als de uitgevers hier ter stede ecnig heil zagen in de uitgave van een adresboek, zij wel tot de uitgave zouden besluiten. Hierover ontstaat nog eenige nadere discussie. De heer Verstegen bespreekt vervolgens de oprichting van een gemeenteblad. De bedoeling is een blad, waarin alle verordeningen en wijzigingen worden opgenomen, als ook alle adviezen. Nu moet men naar het gemeentehuis en, als -het wat uitvoeriger stukken zijn, ze geheel overschrijven indien men ze noodig heeft. De bedoeling van spr. vraag is te onderzoeken welke kosten er aan verbonden zijn. De Voorzitter zegt een onder zoek toe. Ij volgn. 80, jaarwedden van amb tenaren pl. belastingen (f6376) merkt de Voorzitter op, dat B. en W. iemand gevonden hebben, die belan geloos de contróle op de bioscopen op zich neemt. Nader ondervraagd antwoord hij, dat dit meestal door belasting- en politieambtenaren ge schiedt en dat hun optreden al een paar maal oorzaak is geweest dat een film geschrapt werd. Bij volgn. 87, kosten Vischafslag (f2950) stelt de heer Hartsinck voor het voorgestelde verfwerk niet te doen plaats hebben. Zijn voorstel wordt echter vorworpen. Vóór de heeren Hartsinck, Terra, Verstegen en Van Breda, buiten stemming blij ven de heeren Over de Linden, Bier steker en Van den Berg. Volgn. 91, Art. 1. Onderhoud van stra ten, enz. (Geraamd bedrag voor 1915 f16445.--, voor 1914 toegestaan f 15.170.— In de eerste afdeeling vroeg een der leden of er dit jaar, bij wijze van bezuiniging, niet wat minder steen kan worden gekocht. Een ander lid wilde 160.000 steenen minder aan schaffen. Een derde lid meende dat van elk 50.000 af zou kunnen. Tevens vroeg men naar den prijs, die hooger is dan verleden jaar. Antwoord van B. en W.: Reeds 10 jaren lang is de geraam de hoeveelheid aangeschaft en noodig gebleken voor een behoorlijk onder houd. Waar het stratennet zich ge leidelijk uitbreidt, is een kleinere hoeveelheid daarmede in strijd en niet verdedigbaar. Dat de voorraad op heden grooter is dan in denzelfden tijd van vorige jaren, is een gevolg van de omstandig heden. gin de eerste plaats z|jn er drie stratenmakers in militairen dienst, daarbij hebben de overige straten makers in de maanden Augustus en September allerlei andere diensten moeten doen en eindelijk kon geen straatwerk worden verricht in de hoofdwegen om dezelfde redenen, zoodat het werk ten achter geraakt en een hoeveelheid steen is blijven staan. Minder steen is niet gewenscht; het wreekt zich in de volgende jaren, of het onderhoud wordt minder goed. De prijs ad f19.- en f 12. is gesteld omdat in 1914 f 18.80 en f 11.60 is betaald moeten worden. Zonder discussie goedgekeurd. Voign.93, Art.3. Onderhoud van wandel plaatsen. (Geraamd bedrag voor 1915 f 2380.- voor 1914 toegestaan f1926.-—). Door een der leden van de tweede afdeeling werd er aan herinnerd, dat door den Raad in de vergadering van 30 Oct. 1912 met algemeent stemmen is aangenomen, het gedeelte der gelden 't welk door mindere be planting Kanaal weg vrij kwam, te bestemmen voor beplanting bij den watertoren. Aangezien tot heden geen begin van beplanting is gemaakt, meende hij hierop de aandacht te moéten vestigen. In de derde afdeeling werd do wenschelijkheid uitgesproken, dat het publiek meer medewerkt om de plantsoenen legen baldadigheid van de jeugd, en ook van volwassenen te beschermen. Antwoord van B. en W.: Het is waar, dat in den Raad van October 1912 in den hier aangegeven geest werd beslóten. Er is toen een onderzoek ingesteld en als gevolg daarvan legden w|j bij het behandelen der begrooting voor 1914 aan uover missives van den heer Springer en den Gemeeete-Bouwmeester en gaven wij als onze meeuing te kennen, dat de tijd tot het maken van een plant soen daar ter plaatse nog niet ge komen was. Wij meeneu ook nu dal daarmede gewacht moet worden totdat het ge- heele terrein bij den watertoren daar voor geschikt is. De heer Adriaanse merkt hierb|j op, dat b|j de voorstelling Van deze aangelegenheid niet is gezinspeeld op een plantsoen volgens het ontwerp van den architect Springer, maar dat de bedoeling was een zeer eenvoudig plantsoen te doen aauleggen De heer K r Ij n e n zag den opzich ter gaarne onbezoldigd rijksveldwach ter gemaakt, terwijl de lieer V e r- stegen de aandacht vestigt op de manier, waarop het publiek het plant soen behandelt. Die is meer dan schandelijkgeheele planten met pot en al worden geroofd, niet door kin deren, maar door volwassenen. De heer Biersteker dringt aan op hel instellen van eene vervolging, daar er anders vermoedelijk wel niets aan te doen zai zijn, terwijl de heer Bok voorstelt papiermanden te plaat sen op enkele hoeken. Bij volgn. 96: Onderhoud van ha vens, vaarten, enz. (f 1950. ver klaart de heer Hartsinck tegen den post van f300.— te z|jn voor het wegnemen van den steiger bij de Scliippcrsteeg en het in orde maken van een steenglooiing daar ter plaatse. Spr. wil hier niets tuin veranderen. Ook de heer Grunwald laat zich in gelijken geest uit. De Voorzitter zegt, dat B. en W. zich moesten houden aan het advies van den gemeente-bouwmeester. Het voorstel-Hartsinck worut aan genomen. Vóór de heeren Terra, Ver stegen, Van Breda, Biersteker, Bok, Oortgijsen, Verfaille, Van der Ploeg, Adriaanse eu Hartsinck. Buiten stem ming bleef de heer Zander. De vergadering werd hierop ver daagd. Na nog eenige vragen te hebben beantwoord, ging de Raad tot Donderdagavond half acht uiteen. Alsdan verdere behandeling der be- grooting. Zitting van Donderdagavond. Afwezig de heeren Oortgijsen, Hartsinck en Van Breda ide laatste met kennisgeving). Na heropening wordt voortgegaan met de verdere behandeling der be grooting. Volgn. 106, Art. 2. Jaarwedden van den Inspecteur en de agenten van politie. (Geraamd bedrag voor 1916 f 19440, voor 1914 toegestaan f 19184. In de eerste afdeeling wees een der leden er op dat volgens het voor stel van B. en W. alleen het aan vangssalaris hooger wordt en slechts de brigadiers f 1.— meer krijgen. Hij vond dit niet billijk tegenovor de oudere politieagenten, die niets meer krijgen en stelde daarom voor ook die met f 1.— te verhoogen. Een ander lid sprak er over, dat het politie-toezicht op vele plaatsen on voldoende is,en dat de dienstver- deeling noodig gewijzigd behoort te worden. Een geheele reorganisatie werd daarvoor noodig geacht. Enkele leden der tweede afdeeling wilden nog in overweging houden het adres door de politieagenten ingediend. In de derde afdeeling zeide men er is een adres ingekomen van bri gadiers en agenten van politie ter verbetering van hun salaris. Ken lid stelde voor, wat door een ander werd gesteund, om de salarissen te verbeteren, door 5 verhoogingen inplaats van 3 verhoogingen toe te kennen, zoodat de maximatot f 2*2. por week voor de brigadiers en tot f 19.- voor de agenten kunnen komen. Dit lid had uitgerekend dat dit voor 1915 oen extra uitgave van f 726.— zal vereischen. Een ander lid wenschte dit jaar geen verhoogingen toe te kennen met het oog op de moeielijke tijds omstandigheden. ftSËËiaS Antwoord van B. en W. Wij hebben bij de raming van dezen post in hoofdzaak overgeno men het voorstel der Commissie voor de salarisregeling, waarmede de Commissaris zich heett kunnen vereenigen. Alleen stelden wy bo vendien nog voor, aan de brigadiers 2 tweejaarlijksche verhoogingen van f 1.— per week toe te kennen, zoo dat hun maximum-salaris f20.— per week zal worden. De heer OverdeLinden vraagt naar de voortdurende mutatie in het corps agenten. Toen spr. don Com missaris naar de reden daarvan vroeg, werd hem geantwoord, dat de agenten beweren, van het aanvangssalaris niet te kunnen leven, en ook hun verdere vooruitzichten beslist onvol doende zijn. Nu leest Spr. dat do „Commissaris zich heeft kunnen ver eenigen met de door de Commissie voorgestelde salarisrogeling". Spr- vraagt waarom de leden geen inzage van de stukken hebben gekregen, het advies van de Commissie heeft spr. niet gelezen. De heer Verstegen antwoordt den heer Over de Linden., dat de beide bl ieven van den Coinmissaiie wel degelijk bij de stukken hebben gelegen. Er staat in het advies van B. en W., dal do Commissaris zich met de salarisrogeling kon vereeni gen, maar uit een uitvoerigen brief van 13 Juli blijkt, dat dit niet hel, geval is. Er is volgens spr. rille grond om de salarissen der politie agenten te verhoogen, in alle geval hen in uitzicht te stellen een hooger maximum. De agenten klagen, dat zjj bijna nooit een vrijen dag hebben. Zondags hebben ze dienst, zoodat een weekdag hun Zondag is. Als ze dan op dien dag nog dienst moeten doen, wordt die beloond met 25 ct. per uur. Maar vooral klagen ze, dat hun sa laris te laag iszy zijn wegens het prestige, dat ze hebben op te houden aan een zekeren maatachappelyken stand gebonden, en aan een zekere woning. Ze moeten vrij staan ten opzichte van de burgerij en dat kun ze eerst bij eene goede salarieering. Spr. vergelykt de hier gemaakte re geling bij die van de gemeente Hil versum, waar een agent 8e kl. van f 16. tot flS.-, 2e k). van f 19. tot f21.-le kl. van f21.- toL f22.— en hoofdagenten van f23.— tot f24.-- krijgen per week, met jaarlijksche verhoogingen. Hier ie hot maximum f 19. De agenten spreken in hun adres vertrouwen uit in den Raad welnu, moge dal vertrouwen niet beschaamd worden. De heer Biersteker bespreekt de algeheele reorganisatie van hut korps. Jammer, dat de Raad zoo weinig te zeggen heeft over de po litie, maar zoo wil het nu eenmaal de wet. Spr. hoopt, dat dn zaak dei- reorganisatie met aandacht zal wor den bezien. Tengevolge van de on voltalligheid van het korps wordt meer van de menschen geöischt dan redelijkerwijze geëischt zou mogen worden, en de verdeeling der w|jk*eii bij surveillance Iaat veel te wenschen over. In heele stadsgedeelten is zel den politietoezicht. En toch is dit wel noodig. Waar in het adres dei- agenten gesproken wordt van een werkdag van 's morgens 8 tot'sav. 10 of van 's avonds 10 tot 'smorg. 8, daar is dat een werkdag, die alles behalve lijkt op heb streven van den tegenwoordigen tijd oin alles te In korten. Ze werken weliswaar zoo'n hooien dag niet, en hebben rust in de wacht, maar ze zijn toch in dienst. Spr. sluit zich aan bij het voorstel van den heer Over de Linden, en dringt er vooral op aan, dat. de mini mum salarissen verhoogd worden op dat voor nieuwe agenten de vooruit zichten waaronder ze hier komen, beter zijn. De mutatie is een gevolg van de lage aanvangssalarissenspr. brengt met aandrang eene reorgani satie onder de aandacht van het hoofd der politie. Er is nog een tweede punt waar over spr. het woord voeren wil. In den laatsten tijd komen er veel vreemde kooplui met negotie aan de huizonspr. vraagt om beter toezicht in dit opziaht. De heer van der Ploeg, hoe wel niet behoorend tot de voorstel lers, heeft de loonregeling eens be rekend, en komt tot de conclusie, dat het uurloon gelijk staat met dat van niet-vaklteden. In de salaris regeling worden z.|j, die een verent- woordelijken post bekleeden, gelijk gesteld met vaklieden, redenen, waar om spr. aandringt om dat bij de agenten óók te doen. Niet alleen, dat de daguren lang zijn, ook de nacht uren. Bovendien wordt den agenten verboden eöne bijverdienste tc* hebben. Spr. dringt daarom aan het voorstel Over de Linden te ondersteunen. Ds heer Z a n <1 r illustreert het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1