HELDERSCHECOURANT
No. 4395
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1914
42e JAARGANG
Tweede Blad.
Raadsoverzichi.
Ofschoon de agenda Dinsdagavond
als van een leien dakje liep en we
in de begrooting zaten vóór we er
erg in hadden, bevatte zij niettemin
menig belangrijk punt. Nu is alles
betrekkelijk op deze aarde en wat
de een belangrijk vindt, is voor den
ander van nul en geener waarde.
Wereldschokkende feiten, dat zullen
wij bij voorbaat reeds zeggen, ston
den niet op de agenda. De maat
schappelijke status-qiio bleef gehand
haafd.
En toch is bijvoorbeeld een aan
schrijving als die van de Tucht-ünie
niet van belang ontbloot. Deze missive
hield verband met het gebeurde in
Harderwijk, waar een Fransch ge
zelschap gemolesteerd werd door de
bevolking. Men zal zich die geschie
denis nog wel herinneren. En nu
wil het Bestuur van dit lichaam dat
dè jeugd onderhouden worde, opdat
we een wat beschaafder Holland
krijgen dan we hebben, „'t Noodige
zal er aan gedaan worden", zei do
Voorzitter. Hopen we er het beste
van.
Zoo ook was het adres van de
Werklieden-vereeniging om verlof in
zyn soort belangrijk genoeg, 't Hielp
den heer Verstegen niet of hy het
goed recht van dat verlof al bepleitte,
maar toch bereikte hy, dat de Raad
de beslissing hierover krijgt.
Te dezer plaatse moeten wij ons
vorig verslag corrigeeren. Wij schre
ven: de Voorzitter stelt voor het
adres te renvoyeeren naar B. en W,
om afdoening; de heer Bok zou het
in handen willen zien van B. en W.
om advies. Juist het omgekeerde is
het geval geweest, en tegen de uiting
van den heer Bok, ging 'sheeren
Verstegens verzet.
De kwestie van de belooning voor
den machinist der waterleiding Snel,
van de vergoeding der stormschade,
geleden door den heer Dop bij den
jongsten September-storm, het'voor
stel tot onbewoonbaarverklaring,
alle welke zaken de belangstellende
lezer uitvoerig vermeld vindt in het
verslag der vergadering, dat zijn alle
maal min of meer belangrijke kwes
ties, welker beteekenis geheel afhangt
van het standpunt waarop men zich
plaatst.
Ook het punt betreffende de al of
niet handhaving der kermis is niet
van zulk een groot gewicht. Dat wy
hier wat langer bij blijven stilstaan,
vindt zyn oorzaak in de uitvoerige
missives die het vergezelden. De
kwestie zelve is al meor ter tafel
gebracht en zonder al te veel discus
sie bleef de kermis steeds gehand
haafd. De redenen die hiervoor wer
den aangevoerd, waren het winstje
van een f5000.- dat de gemeente
niet gaarne derven wilde.
Nu was er eene beweging gaande,
uitgaande van de hier ter plaatse
werkende groep Helder der „Rein
Leven-beweging" om de kermis af
te schaffen en verschillende vereeni-
gingen hadden daaraan adhaesie be
tuigd. Het adres nam het o. i. eenig
juiste standpunt in, dat de kermis
een verouderd instituut is, dat niet
meer thuishoort in dezen tijd, en dat,
tegenover het gering materieel voor
deel, dat zij opbrengt, groote mate
rieels en stoffelijke nadoelen stonden.
Behalve het advies van B. en W.
waren een tweetal adrossen van tegen
overgestelde richting ingekomen. Het
eene, van de belanghebbenden zei ven,
de kermis-vakgenooten, maakte een
zeer syrapathieken indruk. Zij voeren,
behalve eenige' andere, niet onaan
tastbare, een paar argumenten aan,
die alleszins gerechtvaardigd zijn. Zij
juichen het toe, dat het drankgebruik
tijdens de kermis vermindert, en zou
den instemmen met eene verordening,
die het gebruik van alcoholhoudende
dranken op dergelijke dagen verbood.
Zy voeren verder aan, dat door af
schaffing der kermis het zedelijk peil
der bevolking niet rijst. Dit is een
sterk motief en oogenschjjnlijk niet
voor wederlegging vatbaar. Maar de
heeren vergeten, dat de kermis eene
instelling is uit vroegere eeuwen en
dat zy, doordat wij over het algemeen
vooruitgegaan zijn in beschaving, niet
meer in het kader van dezen tyd
past. Het is niet zoozeer nog het
onzedelijke van de kermis, maar het
leelyke, het onaesthetische, het onbe
schaafde, dat zoo pijnlijk aandoet. Dat
losbreken van beestachtigheden, dat
zich kunstmatig opschroeven tot uit-
den-band-springerijen van overigens
doodgewone menschen, dat in de eer
ste plaats zal door het verdwijnen
van de kermis zoo niet geheel, dan
toch voor een deel plaats maken
voornu ja, misschien voor niets,
wat dan toch altijd nog beter is dan
iets leelyks. Wij hebben een evolutie
periode door te maken, mijneheeren,
waaruit onze kinderen weer een
graadje hooger te voorschijn moeten
komen dan wy zei ven.
Was dus het adres van de kermis-
vakgenooten zeer sympathiek, een
uiterst onsyinpathieken indruk maak
te een pompeus, op groot Hollandsch
papier geschreven adres van 389 Hel-
dersche burgers om behoud van de
kermis. „Halfgaar" noemde het de
heer Verstegen.
Het is eigenlijk niet de moeite
eener weerlegging waardmen zou
aan het geschrift te veel eer doen
en het lust ons dan ook niet het
geheele adres op den voet te volgen
de lezer vindt het in het verslag van
den Raad. Het alecht-gestelde, zeer
onlogisch als een kip zonder kop
redenocrende en klotstafel-praatjes
verkoopende adres -wordt ondertee
kend door slechts 389 burgers, waar
onder n.b. twee artsenDe heeren
zijn er natuurlijk iDgevlogen eu heb
ben zich geen rekenschap gegeven
van al het fraais waaronder ze hun
handteekenlng zetten. Maar ze hadden
zich de moeite kunnen spaven van
hun zegeltje, want de Raad dacht er
niet aan de kermis af te schaffen.
Alleen de heer Adriaanse brak een
lans voor de afschaffing van dit in
stituut, zelfs iemand als de heer
Verstegen was hier niet voor te
vinden. Ten slotte schoot de heer
Terra uit zyn slof door ook tegen te
stemmen.
Maar bij een gevraagde subsidie
voor de afdeeling Helder van het
Centraal Genootschap voor Kinder-
herstellings- en Vacantiekolonies was
de Raad o sanctainconsequentia!
zoo gul om trots de „tijdsomstandig
heden", die B. en W. hadden aan
gevoerd, en trots de waarschuwing
van de bestuurstafel, dat de afdeeling
het heusch en heusch niet noodig
had, toch f200.— te geven. Noodig
of niet, zei de Raad, dan potten ze
maar op, maar wij geven f 200. -
Tegen zoo'n redeneering valt niets in
te brengen, maar toc-h waren er nog
negen leden, die de subsidie niet
meeuden te moeten geven, nu bleek,
dat de Vereeniging nog een aardige
kas had.
Vóórdat aan de begrooting begon
nen werd, moest uog eene commissie
worden benoemd inzake de kwestie-
Rijkes. Tegen den directeur der
gasfabriek, den heer Rijkes, die als
no. 3 op een voordracht te Hilversum
stond, waren in den Hijversumschen
raad beschuldigingen ingebracht be
treffende min oirbare handelingen,
die ten opzichte van de gasfabriek
alhier waren verricht. Deze beschul-
digingen kwamen van vrijzinnige
zijde en de oppositie, die van daar
uit tegen den heer Rijkes gevoerd
werd, was van dien aard, dat deze
heer, die inmiddels met eene ge
ringe meerderheid te Hilversum
benoemd werd, meende voor deze i
benoeming te moeten bedanken.
't Spreekt vanzelf, dat de Raad
hier het te Hilversum gesprokene
niet kon negeereu. En besloot tot
de benoeming van eene Commissie,
die tot taak zou hebben een volledig
onderzoek van alles waarvan de heer
Rijkes "beschuldigd werd. Dat die
beschuldigingén niet zoo heel gering
waren, moge blijken uit de felle
polemieken inde Hilversumschepers
gevoerd. Volgens Ifet verslag van den
gemeenteraad van 27 October, in
welke zitting de heer Rijkes benoemd
werd, voorkomende in het vryzinnige
blad „Vooruit", meende de heer Ver
ster ernstig tegen de benoeming van
den derden candidaat (i. c. de heer
Rykes) te moeten waarschuwen. Een
ander raadslid, de heer Ter Cock,
sprak wat minder vaagzeer sterke
vermoedens, aldus liet zich deze heer
uit, bestonden er, dat de heer Rijkes
zich liet vinden bij leveranties pro
visie aan te nemendie vermoedens
zyn, volgens hem, bij nader onderzoek
niet weggenomen- Het blad zelf
zette intusschen Uiu ."eng de geschie
denis uiteen; hoe er van de ruim 30
sollicitanten by schifting en her
schifting ten slotte 4 overbleven,
onder welke de heer R. n i e t, hoe
er ten slotte een aanbeveling van
twee werd opgemaakt, en hoe de
minderheid van de gascommissie in
laatste instantie den heer R.,. dien
zij altijd volgens het Hilversum-
sche blad „Vooruit" oorspronkelijk
met algemeene stemmen had afge
voerd van de lijst, er weder op
plaatste.
Daarentegen werd door de recht-
sche raadsleden en de rechtsche pers
al het mogelijke gedaan om den heer
R. te rehabiliteeren van deze be
schuldigingen. Het R. K. blad „Gooi-
sche Post" van 28 October, des daags
nadat de benoeming een feit was
geworden, schreef over de onbe
schaamdheid van den raad, die niet
protesteerde tegen de-op vermoedens
uitgesproken beschuldigingen. Later
herhaalde het blad nogmaals, dat alle
feitenmateriaal ontbrak, dat alles wat
gezegd was slechts vermoedens waren.
Zooals gezegd, de heer Rijkes be
dankte voor de benoeming. Hij voer
de daarvoor drie beweegredenen aan,
zooals hjj, in een brief aan de redactie
van de „Gooische Post" mededeelde:
le. de sterke drang, van do zijde
zyner familie op hem uitgeoefend,
onguustige finantieele
toestand der Hilversumsche fabriek
met een zeer laag winstcijfer,
terwijl groote herstellingen noodig
zijn, 3e. de aandrang door de raads
leden van den .Helder op den heer
R. uitgeoefend en de in uitzicht ge
stelde salarisverhooging. Hij deelde
in dien brief, die, zooals de heer
Verstegen opmerkte, niet in den Hil-
versumschen raad is voorgelezen,
dat op zijn d. i. 's hc-eren
Rijkes' verzoek eene commissie
zijne administratie zal nazien. Daar
tegenover schreef het vrijzinnige blad
Vooruit", dat zoo'n onderzoek nog
niets zegtdie administratie kan wel
puik in orde zyn.
Ook „De Vonk" liet zich in weinig
waardeerende woorden over den heer
Rijkes uit. Wij hebben zeer in het
kort de feiten medegedeeld, die het
noodig maakten een commissie van
onderzoek in te stellen. Daar de heer
Biersteker nog speciaal aandrong op
de grootst mogelyke vrijheid van
handelen voor die commissie, kunnen
wij veilig het resultaat van dat on-
zoek afwachten.
Intusschen werden B. en W. door
den heer Over de Linden tot de orde
geroepen voor het feit dat zij drie leden
van den raad hadden aangewezen. Dat
was toch niet de manier, maar de raad
zelf moest benoemen. Alles kwam
echter in orde en de door B. en W.
aangewezen leden werden alle drie
benoemd.
Thans was de Raad gevorderd
tot de behandeling van de begroo
ting. Tengevolge van de tijdsom
standigheden was de vaststelling
hiervan al uitgesteld, de tijds
omstandigheden, de „beroemde" tijds
omstandigheden, zooals wy den heer
schouwingen werden gehouden en
de Raad aanviel op de artikelen als
een uitgehongerde hond op de kluifjes.
De heer Grunwald trachtte den
post „Belasting op het gedistilleerd",
die f 3000.- lager was
nog verhoogd te krijgen. De heer
Grunwald had daarvoor goede rede
nen. De plaatselijke accijns, die, vol
gens de aanschrijving van den rainis
ter, geleidelyk verminderen moet,
kan voorloopig - zie de „tijdsomstan
digheden" worden gehandhaafd,
B. en W. haddon nu gemeend
nu hoogere opbrengst van dezen
post maar op „onvoorzien" te laten,
omdat toch in ieder geval de op
brengst van deze belasting geregeld
achteruitgaat, en zy stelden voor
den betrekkelyken post met f 2000.
te verhoogen. Hoewel de heer Grun
wald zeer juist redeneerde, dat de
post thans weer op dit hoofd be
hoorde, was voor het standpunt van
B. en W. ook wat te zeggen en deze
laatste wonnen het pleit.
De heer Bommel trachtte B. en
W. uit hun tent te lokken met eene
toezegging betreffende de reeds meer
malen ter sprake gebrachte splitsing
van het onderwijs, zóó, dat we hier
ook m. u. 1. o. krijgen. Verleden
jaar, zoo sprak doze ondeugende heer,
hebben B. en W. toegezegd dat er
de noodige aandacht" aan zal wor
den geschonken; thans heet het dat
hel „onder de oogen zal worden ge
zien". Zou het nu geen tijd worden,
dat het een derde maal, zonder dat
het onder de oogen wordt gezien, of
er de noodige aandacht aan wordt ge
schonken, geschiedt vroeg deze heer.
Maar de Voorzitter liet zich niet lok
ken, d.w.z. zich tot eenige positieve be
lofte binden. Men kan overigens de
discussies uitvoerig in ons verslag
vermeld vinden.
Na de gehouden discussies inzake
de afschaffing der kermis, waagde de
heer Adriaanse zich niet verder aan
een verdediging van zijn in de af-
deelingen gedaan voorstel om den
Zondag der kermis afteschaffen.
(Volgno. 24). Deze heer retireerde
met eere. De heer Grunwald had al-
weor gelijk, toen hij zeide, dat het
niet aanging, dat B. en W. genoegen
namen met wat ze voor de stand
plaatsen kregen, doch dat zij integen
deel zich op het standpunt moesten
plaatsen zooveel moeten wij hebben,
anders blijf je maar weg. „Hm",
bromde de Voorzitter, „een mooie
manier om de kermis afteschaffen",
maar de heer Grunwald zeide„Zaken
zyn zaken, M. d.V. 't Is het zuivere
zakenstandpunt".Iudordaad, dat is
het en de post zou op die manier vrij
wat meer kunnen opbrengen dan hij
thans doet, meenen wy. Intusschen
zal de Raad medezeggenschap kry-
gen in deze materie.
Nogmaals werd door den heer
Adriaanse i. c. de Heldersche
Winkeliersvereeniging eene poging
gedaan om van het boekje van den
Hoofdelijken Omslag eene uitgebreide
editie te krijgeu, waarin ook de niet
aaugeslagenen werden opgenomen.
En nogmaals faalde zy. De heer Ver
stegen kreeg toezegging van een
kostenberekening van een gemeente
blad. Zoo'n imperialistische politicus
toch!
Liep verder de zitting met eenige
kleinigheden af, zwaarder en prin-
cipieeler werd er Donderdagavond
geboomd over het restantje, dat nog
af te doen was. Daar de Raad weder
een ganschen avond 'had, werd die
avond ook volgepraat, byna tot des
anderen daags toe.
Allereerst: de politie-tocstanden.
't Is van algemeene bekendheid, dat
ons corps, voor deze uitgestrekte
gemeente, veel en veel te klein is.
Dat daardoor allerlei misstanden zijn
ontstaan, en de vrije tijd der beamb
ten miniem is. De Raad heeft eigen
lijk weinig over de politie te zeggen,
hoewel de gemeente wel de salaris
sen betalen moet. Er werd dan ook
geklaagd over onvoldoende surveil
lance; er waren geheele wyken, waar
byna nooit een agent kwam. Er is
doodeenvoudig onvoldoende personeel.
Dit bleek ook uit de klacht van den
heer Zander. Algeheele reorganisatie
in dit corps zal dringend noodig zyn,
opdat nieuwe, frissche strooming de
Yele oude opvattingen, die daar nog
gangbaar zijn, vervangen.
Maar ook de salarissen zouden
onvoldoende zijn. Zelfs zouden de
geringe salarissen de ooi-zaak zijn
van de vele in het corps bestaande
mutaties. De menschen kunnen er
eenvoudig niet van komen, werd be
toogd, en ze hebben hier geene voor
uitzichten ook. Lang en breed werd
over dit punt gesproken en er bleek
voldoende de goede wil uit der raads
leden. Tenslotte werd het voorstel
van B. en W. aangenomen onder de
belofte van die zyde, dat zal worden
opgemaakt wat een reorganisatie in
den geest van den heer Verstegen
bosten zal. De heer Biersteker, die
vermoedelijk zijn Pappenheimers
bende, drong er nogmaals op aan dat
de volle aandacht zou worden gewijd
aan een reorganisatie van het politie
wezen.
Het tweede punt, dat Donderdag
avond vele discussies veroorzaakte,
was de kwestie vau het armbestuur.
Het is daarmede hier een eigenaar
dige toestand, die zooals in den Raad
werd gezegd, een unicum is. De Vader
en Moeder in het Armhuis in de
Tuinstraat zijn met de verstrekking
belast van voedsel aan de bewoners
en krygen daarvoor f 2.25 per persoon
per week. Het is duidelyk, dat dit
stelsel in beginsel totaal verkeerd is.
Het gaat niet op, dat een gemeente
a. h. w. hare armen uitbesteedt. Want
tot welke verkeerdheden zou dit
stelsel niet aanleiding kunnen geven!
B. en W. zagen dat ook terecht in
en wilden aan dezen toestand een
einde maken. Zy wilden het voedsel
doen aanbesteden en in verband daar-
Bommel hoorden mopperen, waren mede Vader en Moeder wat meer
mede reden, dat geen algemeene be-1 salaris geven.
Maar toen kwam de heer Adriaanse
en zette in een uiterst sympathiek
betoog uiteen dat het beter was voor
alsnog niet met den sleur te breken
en den toestand te laten zooals die
was. We hebben bier een hoogstaand
paar menschen, die de oudjes in het
Armhuis allerlei extra'tjes toestoppen,
en wanneer men nu verandering
bracht iii dezen toestand, zou die niet
dan verslechteren. Zeker, het was
niet zooals het hoorde er waren
andere leden die zich geheel bij dit
betoog aansloten - maar het zou
hier, zooals de heer van den Berg
opmerkte, wordenHet betere is de
vijand van het goede.
Dit'nu was gansch niet naar den
zin van wethouder De Geus, die hier
mede zijn eerste nederlaag zag aan
komen. 't Was ook niet prettig voor
dezen heer, naar beste weten to hebben
gewerkt om dezen post zóó op de be
grooting te krijgen - en hard ge
werkt ook - en dau zoo te zien
aankomen, dat je sneuvelt. En in
zijn begrijpelijke stemming liet deze
heer zich een soort ultimatum ont
vallen „Als jelui dezen post niet
aannemen, trek ik rayn handen ver
der van de zaak af'. Br't was
om een stoute beeldspraak te ge
bruiken alsof de Raad op zijn ach
terste beenen ging staan. De heer
Van den Berg herstelde zich het eerst
en protesteerde verontwaardigd. Ver
schillende andere heeren trachtten
de pil te verguldenoch, hij meeut
het zoo kwaad niet, 't is hem ont
vallen, 't is nog een jong wethouder,
hij zit er nog niet zoo in, en zoo al
meer werd er geroepen.
Nu is het ontegenzeggelijk waar,
dat het niet prettig was voor den
heer De Geus, maar toch was het
voorstel-Adriaanse zooveel aanneme
lijker, dat het duidelyk was, dat het
wethouderlijke plan ten doode was
opgeschreven. Maar, evenals van heer*
Arend van Aemstel, kon men van den
heer De Geus getuigen: „Hij is met
kry'gsmanseer, in 't harrenas ge
storven".
Niet zonder moeite slaagde de Voor
zitter er in, de beide posten van
f2000.— voor het reservefonds van
gasfabriek en waterleiding te behou
den. De heer Grunwald wilde met
alle geweld dit geld besteden om den
hoofdelijken omslag, die maar, even
tjes 20 pCt. hooger was geraamd,
te verlichten, maar de Voorzitter ver
dedigde met hand en tand zijn voor
stel. En de beide posten werden be
houden, - zeer verstandig, vinden
wij, want het kweekon van een groot
reservefonds is goede koopmanschap.
En toen dan ook ten slotte de heer
Verfaille door eene becyfering, dat
de cokesprijs en de heer Biersteker
door een iderri, dat de prijs van het
ammonium-sulfaat zooveel hooger
zouden worden, er totfi nog in slaag
den den hoofdelijken omslag to ont
lasten, keek de heer Grunwald dra
weer vriendelyk. Toch blyft het nog
een aardig bedrag, dat we meer op
te brengen krygen voor 1915
f13000. Maar troosten wy ons,
lezerde meermalen genoemde „tyds-
o'mstandigheden' zullen nog wel
zwaardere offers vragen van onze
portemonnaie.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
In het westen duren de pogingen,
om elkaar krachtig te benadeelen en
zoodoende de beslissing te verhaasten,
steeds voort.
En mag men den militairen mede
werker van de „Morning Post" ge-
looven, dan zetten de Duitschers op
verschillende punten van het westeiyk
oorlogsterrein hun offensieve bewe
ging krachtig door. Niet alleen in
het gebied, waarin zy gedurende den
laatsten tyd hun krachten hebben
beproefd, tusschen Yperen en Nieuw-
poort, maar ook in het gebied aan
de Maas, waar zij aauzienlljbe troepen
machten concentreeren. Hier wordt
dus een nieuwe poging voorbereid,
om zoowel den rechter- als den linker
vleugel vau de Fransch-Engelsche
legermacht aan te vallen. Hot gevolg
daarvan was op den Franschen rech
tervleugel een gevecht by Bethoncourt.
Daar hebben de Franschen een krach
tige stelling ingenomen, om de uit
het Noordwesten Daderende Duitsche
troepenmacht tegen te houden. En
volgens de van Duitsche zijde ont
vangen berichten kan in de volgende
dagen bier een ernstige strijd worden
verwacht.
Het blijkt telkens, uit de berichten
zoowel als uit de verhalen, die door
enkele personen van beide zyden
worden gegeven, dat de verdedigende
stelling, met de daarbij aangelegde
werken, over en weer zoo ontzettend
sterk geworden is, dat een verdrijving
van den tegenstander hoogst moeiiyk
wordt. Dat ranakt dan ook, dat kleine
partieele successen, die nu eens hier
dan daar worden behaald, weinig
invloed hebben op den algemeenen
gang van zaken. Zelfs de herhaalde
overbrenging van troepen van het
westeiyk naar het oostelijk oorlogs
terrein en omgekeerd, schijnt van
geen invloed te zyn op de verdediging.
Wat er overbiyft ia krachtig genoeg
om de aanvallen van de overzijde
af te slaan, al vermindert de kans,
door de verzwakking der bezettingen,
om zelf tot den aanval over te gaan.
De „Morning Post" ziet dan ook,
zooals wy reeds mededeelden, geen
enkele reden waarom de Duitschers
hunne positie in Frankrijk zouden
opgeven en terugtrekken. Een soort
gelijke opmerkiDg werd ook reeds
van Duitsche zijde gemaakt; is er
geen kans om vooruit te komen, dan
de positie behouden, die thans wordt
ingenomen. De strijd aan het front
wordt toch een strijd waaraan niet
de laatste man, maar de laatste
souvereign een einde zal maken.
De Engelgche beschieting van Zee-
brugge, waarvan het resultaat volgens
de officieele berichten onbekend zou
zijn heeft volgens de door de
„Times" ontvangen particuliere mede-
deelingen, geleid tot de vernietiging
van al het marine materiaal, dat de
Duitschers daar hadden byeenge-
bracht. Het Londensche blad meent
zelfs, dat onder het vuur der Engelsche
schepen de torpedo's en mijnen zyn
ontploft, die waren aangevoerd voor
het afsluiten der haven, en dat Zee-
brugge gebleken is ondeugdelijk te
zyn voor een maritieme basis. De
platboomde vaartuigen, die in de haven
waren bijeengebracht en de pontons
of gewapende raotorbooten, zijn even
eens vernietigd, en zelfs de werken,
die de Duitschers hebben aangelegd
op den weg tusscben Zeebrugge en
Middelkerke, zouden door het vuren
van de Engelsche oorlogsschepen ont
zettend hebben geleden.
Waarschijnlijk mag men hier wel
achter voegen: „Men gelooft zoo graag
wat men hoopt 1
Het is duidelijk, dat de Engelsche
marine-autoriteiten de beste verwach
tingen hebben van de uitwerking van
't bombardement. Dat zou een groote
geruststelling zyn. Vooral wanneer
werkeiyk de haven van Zeebrugge
als maritieme basis vernietigd of
onbruikbaar was gemaakt.
Dat dit echter het geval is, valt
zeer te betwijfelen. De berichten, die
de „Times" van particuliere zijde
ontving, stellen de uitwerking van
het bombardement veel erger voor,
dan de Duitsche berichten het deden
voorkomen. Begrijpelijk is het dat
men tegenover het „te veel" van de
Engelsche zijde, een „te weinig" van
de Duitsche zal zoeken. Maar uit
verschillende berichten is gebleken,
dat Zeebrugge niet ernstig is bescha
digd en dat slechts enkele gebouwen
aan de kustzijn getroffen. Van een ver-
DietigiDg van Zeebrugge als maritieme
basis zou dan ook geen sprake zijn.
En rekening houdend met de resul
taten van andere bombardementen,
schijnt dit laatste waarschynlljker.
De uitvoerige beschouwing van de
„Times" over de toegebrachte schade
aan die haven doet echter de vraag
ryzen, of in Engeland niet meer
waarde wordt gehecht aan de Duitsche
toebereidselen dan men wil erkennen?
In het Oosten schijnt Hindenburg
weer met het Russische leger slaags
te zyn, tusschen de Weichsel en de
Wartha. Maar de mededeelingen daar
over uit Rusland en Berlijn ontvangen
loopen, zooals gewooniyk, hemels
breed uiteen.
De Berlynsche berichten meldden,
dat de Russische aanvalleD overal
werden afgeslagen, en dat de Duit
schers belangrijke voordeelen behaal
den. De Russische berichten meldden,
dat de slag bij Lodz nog steeds voort
duurt, maar zich in het voordeel der
Russische troepen ontwikkelt.
Heel duidelijk wordt de toestand
door deze tegenspraak niet. Maar de
mededeeling in de „Times" over de
overgave van twee Duitsche leger
korpsen aan de Russen, schijnt zeer
overdreven. Officieel wordt dezo uit
Petrograd dan ook niet bevestigd.
Wanneer de berichten uit Russische
bron juist zouden blijken te zijn zou
den de Duitsche troepen, die een
schynaanval deden in de buurt van
Lodz, met het doel de gemeenschap
tusschen de noordeiyke en zuidelijke
Russische legers te verbreken door
een aanval op den spoorweg tusschen
Skierniwitsj en Piotskof, van drie
zyden zyn ingesloten, maar is hun
terugtochtsweg niet afgesneden. Zelfs
in het voor Hindenburg meest on
gunstige geval zal deze van die om
standigheid wel weten gebruik te
maken, om zyn troepen zonder groote
verliezen terug te brengen.
De Duitschers In Frankrijk en
BelgIS.
Parys, 26 Nov. Officieel bericht
van 11 uur s'avonds:
Het is zeer rustig aan het front.
In Belgió geschutvuur zonder aan
vallen van de infanterie. Van het
centrum en uit Argonne valt Diets
te vermelden. Ten oosten van Verdun
heeft een klein gevecht plaats gehad.
Beriyn, 27 Nov. (Wolff) Ambtelijke
mededeeling van hedenmorgen uit
het groote hoofdkwartier:
De Engelsche oorlogsschepen heb
ben ook gisteren de kustplaatsen van
Vlaanderen niet lastig gevallen. Op
het westelijke oorlogsterrein is geen
verandering van beteekenis inge
treden.
Ten noordwesten van Langemarck
is een groep huizen genomen, waarbij
een aantal gevangenen zijn gemaakt.
In het Argonnei woud heeft onze aan
vallende beweging verder vorderingen
gemaakt.
Aanvallen van d£ Franschen in de
streek van Aprémont en ten oosten
van St. Mihiel werden afgeslagen.
De Indischs traepen.
Londen, 25 Nov. De Muharadjah
van Ictar, die op weg is Daar het
front, verklaarde in een interview te
Kalro, dat de Indische troepen zeer
verheugd zyn te kunnen strijden voor
het rijkzij zyn trotsch daartoe te
behooren. Reeds zijn 200,000 man
uitge<zondeD. Zoo noodig staan er drie
millioen gereed. Bovendien staan alle
overige hulpbronnen vaD het land
ter beschikking van Engeland.
De Maharadjah verklaarde, dat Tur
kije, dat onder Duitschen invloed
staat, niet kan beweren den Islam te
vertegenwoordigen. De Indische troe
pen zouden gaarne tegen de Turken
vechten.
Terugroeping van Duitsche
troepen.
De „Times" verneemt dd. 24 dezer
uit Noord-Frankrijk, dat het terug
roepen van de Duitsche troepen van
het front Nieuwpoort—Dixmuiden
een veel algemeeaer karakter heeft
gedragen dan vermoed waa. Verken
ningen, uitgevoerd door Britsche
vliegers, leerden dat de Duitschers
achter den Yser slechts voldoende
manschappen hadden achtergelaten
om een aanvallend optreden van de
bondgenooten over het onderwater-
gezette en ten deele met een ijslaag
bedekte gebied vooreerst onraadzaam
te maken. Een ernstige aanval van
Duitschen kant is totaal buitenge
sloten (beweert de „Times"-man). De
uit de Yser-linie teruggeroepen Duit
sche troepen zijn bijna alle overge
bracht naar dat gedeelte van de linie,
waarvan Rljssel de spil is. Van dien
kant mag dus een aanval der Duit
schers verwacht worden.
Uit Duitschland.
Keulen, 26 November. Naar aanlei
ding van de opnieuw uit Amerika
door het bureau van Reuter versprei
de beweringen over vrede schrijft de
Kölnischen Zeitung
Ons geven dergelijke praatjes over
vrede een indruk van onaegelijkheid.
Geen Duitsch diplomaat, geen Duitsch
soldaat denkt er aan, een voozen
vrede te sluiten met mogendheden,
die wij verslagen hebben en vast hopen
nog verder te verslaan. Het is on
mogelijk, dat Dernburgzich in Amerika
voor een vrede heeft verklaard, die
alles zou laten zooals het voorheen
was en Duitschland aan het gevaar
zou blootstellen binnen tien jaren op
nieuw door het onder leiding van
Engeland staande politieke syndi
caat met wederzydsche waarborgen
tot deeliDg van de opbrengst te wor
den aangevallen. In Duitschland is
elkeen, van den keizer tot aan den
miDSten daglooner, besloten, om dit
maal schoon schip te maken. Wat men
in Engeland over vrede praat is ge
bluf en anders niet.
Luxemburg.
Luxemburg, 26 November. (Wolff).
Naar het Luxemburger Wort meldt,
lieeft het Duitsche rijk in het groot
hertogdom Luxemburg tot nog toe
voor veldschade enz. schadevergoe
dingen tot een gezameniyk bedrag
van 1,283,000 franken uitgekeerd.
Bovendien ontving de groothertoge
lijke regeering voor het gebruik van
straatwegen en van de staats
gebouwen en voor inkwartieringen
311,000 franken.
Van het Oostelijk front.
Beriyn, 26 November. Het groote
hoofdkwartier deelt het volgende
mede
In Oost-Pruisen is de toestand niet
veranderd. In de gevechten, geleverd
door de troepen van generaal von
Mackensen by Lodz en Lowicz, heb
ben de Russische eerste en tweede
legers en een deel van het vyfde
leger zware verliezen geleden. Behalve
vele dooden en gewonden verloren
de Russen niet minder dan ongeveer
40.000 niet-gewonde gevangenen, 70
kanonnen en 160 munitiewagens,
Honderd-zes en-vijftig machinege
weren maakten wy buit. Onze troe
pen maakten 30 kanonnen van dén
vijand onbruikbaar.
Ook in deze gevechten gedroegen
zich de jeugdige soldaten, ofschoon
zij groote verliezen hadden, schit
terend.
Dat het, niettegenstaande deze be
haalde voordeelen, nog niet is gelukt
tot een beslissing te komen, is te
wijten aan het optreden van nieuwe
sterke vyandelyke strydkrachten uit
oostelijke en zuidelijke richting.
Hunne aanvallen werden gisteren
overal afgeslagen; de eindbeslissing
laat echter nog op zich wachten.
Het bureau van Wolff toekent bij
dit bericht aan, dat generaal von
Mackensen dezelfde is die zich, vol
gens de berichten der Fransche bladen,
in Augustus voor het hoofd zou heb
ben geschoten.
Beriyn, 27 Nov. (Wolff). Ambtelijke
mededeeling van hedenmorgen uit het
groote hoofdkwartier:
Op het oostelijke oorlogsterroin zyn
gisteren geen beslissende gevechten
geleverd.
Russisch communiqué.
Petrogard, 26 November. Het groote
hoofdkwartier deelt mede
In den slag bij Lodz, die voortgaat
zich te ontwikkelen, blijft het voor
deel by onze troepen. De pogingen
der Duitschers hebben tol doel den
terugtocht hunner troepen te verge
makkelijken, die, doorgedrongen in
de richting' van BreziDy, thans reti-
reeren naar de streek van Strykoff
onder voor hen zeer ongunstige
omstandigheden.
Aan het Oostenrijksche front wordt
onze actie met succes voortgezet.
In de gevechten van 25 November
maakten wij tot achtduizend gewon
den, twee regimenten met bevelheb
bers en officieren inbegrepen, ge
vangen.
Oostenrljksch communiqué.
Weenen, 26 Nov. (W.B.) Officieel
wordt hedenmiddag bekend gemaakt
De slag in Russisch Polen heeft op
groote gedeelten van het front hqf
karakter aangenomen van een staand
gevecht. In WestGalicie wereD onze
troepen de over de beneden Dunajec
doorgedrongen Russische strijdkrach
ten. Ook de strijd in do Karpaten
duurt voort.
Duitsche overwinningsvreugde.
Berlijn, 26 Nov. Na een strijd van 10
dagen, is bij Lodz een overwinning
behaald, welke echter volgens parti
culiere berichten nog slechts een
voorspel is van den eigenlijken slag.
De „Vossische Ztg." schryft: Een
buitengewoon ryke buit is aan de
Duitsche troepen by Lowitsj en Lodz
In handen gevallen. Men kan zich
voorstellen hoe groot de overwinning
was, als men ziet dat er alleen aan oti-
gewonde krijgsgevangenen40.000man
zijn geteld. Hieraan moet men dan
nog een evenredig getal dooden en
gewonden toevoegen. Het Russische
leger heeft du» een belangrijke ver
zwakking ondergaan. Het getal ge
wonden is op zichzelf al grooter dan
een legerkorps op volle gevechts
sterkte. Als men daarby nog in aan
merking neemt, dat volgens de be
richten vau Dinsdag de Oostenrijkers
rond 30.000 gevangenen hebben ge
maakt en de Duitschers in de voor
afgaande dagen evenveel, dan maakt
dit eon totaal van 100.000 krijgsge
vangenen. Van evenveel belang is
het getal buitgemaakte kanonnen en
mitrailleuses. waarvan do vervanging
voor het Russische opperbevel een
zware taak zal zyn. Waarschijnlijk
blijkt die vervanging zelfs onmogelijk,
daar alle verbindingen met het bui
tenland z\jn afgebroken door het
dichtvriezen van de haven van Ar-
changel. Door al deze verliezen.moet
het weerstandsvermogen van het
Russische leger ondanks zijn groote
getalsterkte zoodanig verzwakt zijn,
dat het succes ten slotte den Duit
schers ten deel moet vallon. Blijk
baar hebben ook de Russen de be
teekenis der gevechten, die zich thans
in West Polen afspelen, op haar vollo
waarde voor den uitslag van don ge-
heelen oorlog geschat en trachten zij
nu alle nog beschikbare krachten t©
laten iugrypen.
Dat kan men afleiden uit het aan
rukken van nieuwe versterkingen uit
het Zuiden en Oosten. Het moet
echter als een gelukkige omstandig
heid worden beschouwd, dat deze
niet tegelijkertijd mut do vrooger
reeds vermelde versterkingen koudon
ingrypen, zoodat ze een voor eon
kunnen worden verslagen. Ook deze
nieuwe versterkingen kunnen althans
nog niet op cenig succes bogen. Haar
aanvallen zijn overal afgeslagen. Toch
heeft hun ingrypen de eindbeslissing
weer opgeschort. Men mag er echter
vast op rekenen, dat, nu ook deze
aanvallen zyn afgeslagen, binnen
kort de beslissing zal valleD.
De strijd bij Lodz.
Petrograd, 26 November. Militaire
autoriteiten zyn verbaasd dat de
Duitschers Lodz zouden hebben aan
gevallen, en hun biykbaro nederlaag
wordt als een te verwachten tegen
slag besproken. Een offlciael verslag
is nog niet openbaar gemaakt. En zou
uit blyken dat de gezamenlijke op-
rnarsch tegen Lodz eon schijnbewe
ging was, terwijl hun eigoniyk doel
was den spoorweg tusschen Skiër-
niewice en Piotskow te veroveren,
alduB de gemeenschap tusschen d©
noordelyke en zuidelijke Russisch©
legers afsnydend. De Duitschers wer
den ingeklemd van alle hemelstreken,
behalve van het Westen. Zy schijnen
te hebben gerekend op een gelijktij
dige Oostenryksch-Duitsche opmarach
op Czentstoslawa op do lijn naar
Krakau, maar hun pogingen faalden.
De mil'taire (nedowerker van do
..Novoje Vremya" zogt datdc Duitsche
bewegingen theoretisch bewondering
verdienden, doch ramp gaven in de
practyk. De Duitschers bereikten
theoretisch hun doel, maar practisch
gesproken worden zij opgesloten by
na aan alle zyden met het resultaat,
dat zij een der ernstigste tegenslagen
leden van dezen oorlog. De Duitschers
uamen Kolmzna, twintig myi zuid
oost van Lodz, aan den spoorweg
Warschau Weenen, doch de gaping
was spoedig uit het oosten aangevuld
en de Duitschers werden omsingeld.
Hun hevigste verliezen leden zy op
dit deel van het terrein. Ten zuiden
van Koluszza werd een groot getal
Duitschers afgesneden zonder kans
op verlossing.
In Polen.
De groote redacteur von Stein, de
Duitsche kwartiermeester generaal,
die in het begin van den oorlog het
Europeesche publiek op zyn merk
waardige styiproeven vergastte, heeft
sinds lang do pen noergelegd. Maai
de onbekende schrijver, die thans de
Duitsche berichten over het krygs-
bedryf in Polen opstelt doet in stili
stische bekwaamheid niet voor hem
onder. Zyn bericht van eergisteren
is naar den inhoud: do waarheid,
die voor de Duitschers niet heel
gunstig is. Maar die waarheid is in
een vorm gegoten, die den vluch-
tigen of vooringenomen lezer doet
denken, dat hij de byzonderheden
van eeu belangrijke ovorwiuning
leest.
De inhoud van een officieel be
richt komt vaak het best tot zyn
recht als men het achterstevoren
leest, vooral als men grond heeft om
te vermoeden, dat er een bijzondere
reden is om de zaken wat gunstiger
voor te stellen dan ze zyn.
Past men deze methode toe op
het Duitsche bericht van eergisteren,
dan komt men al dadelijk de hoofd-
zaak te vernemen: De eindbeslissing
is nog niet gevallen. Voorts verne
men we dan, dat er weer nieuwe
en sterke Russischo strydkrachten
uit het Onsten en het Zuiden zijn
komen opdagen, dat deze strijd
krachten m. a. w. uit verschillende
richtingen aanvallen. De Duitschers
hebben, zoo vernemen w(j verder,
eergisteren de aanvalleu van die
troepen afgeslagen. Zy bevonden
zich dus nog in het defensief, maar
verdedigen zich niet zonder succes.
Hetgeen dan nog verder in het be
gin wordt gemeld, over die 40,000
ODgewonde gevangenen, 70 kanon
nen bewijst nog eens, wat we wel
wisten, dat de Duitschers goed vech
ten en in bet defensief verscheidene
plaatselyke voordeelen hebben be
haald. (De opgesomde govaDgenen
en buitgemaakte kanonnun hebben
betrekking op „de gevechten by Lodz
en Lowicz" geleverd, dus in den
loop van do laatste 10 dagen.)
De slotsom is: de Duitschers zijn
in den grootou slag in Polen tot het
defensief gedwongen, maar zjj ver
dedigen zich niet zonder succes. Do
Russen voeren telkens nieuwe troe
pen aan, maar hebben nochtans geen
beslissende overwinning kunnen be
vechten. ,N. Rott. Ct."