HELDERSCHECOURANT No. 4395 ZATERDAG 28 NOVEMBER 1914 42e JAARGANG Tweede Blad. Raadsoverzichi. Ofschoon de agenda Dinsdagavond als van een leien dakje liep en we in de begrooting zaten vóór we er erg in hadden, bevatte zij niettemin menig belangrijk punt. Nu is alles betrekkelijk op deze aarde en wat de een belangrijk vindt, is voor den ander van nul en geener waarde. Wereldschokkende feiten, dat zullen wij bij voorbaat reeds zeggen, ston den niet op de agenda. De maat schappelijke status-qiio bleef gehand haafd. En toch is bijvoorbeeld een aan schrijving als die van de Tucht-ünie niet van belang ontbloot. Deze missive hield verband met het gebeurde in Harderwijk, waar een Fransch ge zelschap gemolesteerd werd door de bevolking. Men zal zich die geschie denis nog wel herinneren. En nu wil het Bestuur van dit lichaam dat dè jeugd onderhouden worde, opdat we een wat beschaafder Holland krijgen dan we hebben, „'t Noodige zal er aan gedaan worden", zei do Voorzitter. Hopen we er het beste van. Zoo ook was het adres van de Werklieden-vereeniging om verlof in zyn soort belangrijk genoeg, 't Hielp den heer Verstegen niet of hy het goed recht van dat verlof al bepleitte, maar toch bereikte hy, dat de Raad de beslissing hierover krijgt. Te dezer plaatse moeten wij ons vorig verslag corrigeeren. Wij schre ven: de Voorzitter stelt voor het adres te renvoyeeren naar B. en W, om afdoening; de heer Bok zou het in handen willen zien van B. en W. om advies. Juist het omgekeerde is het geval geweest, en tegen de uiting van den heer Bok, ging 'sheeren Verstegens verzet. De kwestie van de belooning voor den machinist der waterleiding Snel, van de vergoeding der stormschade, geleden door den heer Dop bij den jongsten September-storm, het'voor stel tot onbewoonbaarverklaring, alle welke zaken de belangstellende lezer uitvoerig vermeld vindt in het verslag der vergadering, dat zijn alle maal min of meer belangrijke kwes ties, welker beteekenis geheel afhangt van het standpunt waarop men zich plaatst. Ook het punt betreffende de al of niet handhaving der kermis is niet van zulk een groot gewicht. Dat wy hier wat langer bij blijven stilstaan, vindt zyn oorzaak in de uitvoerige missives die het vergezelden. De kwestie zelve is al meor ter tafel gebracht en zonder al te veel discus sie bleef de kermis steeds gehand haafd. De redenen die hiervoor wer den aangevoerd, waren het winstje van een f5000.- dat de gemeente niet gaarne derven wilde. Nu was er eene beweging gaande, uitgaande van de hier ter plaatse werkende groep Helder der „Rein Leven-beweging" om de kermis af te schaffen en verschillende vereeni- gingen hadden daaraan adhaesie be tuigd. Het adres nam het o. i. eenig juiste standpunt in, dat de kermis een verouderd instituut is, dat niet meer thuishoort in dezen tijd, en dat, tegenover het gering materieel voor deel, dat zij opbrengt, groote mate rieels en stoffelijke nadoelen stonden. Behalve het advies van B. en W. waren een tweetal adrossen van tegen overgestelde richting ingekomen. Het eene, van de belanghebbenden zei ven, de kermis-vakgenooten, maakte een zeer syrapathieken indruk. Zij voeren, behalve eenige' andere, niet onaan tastbare, een paar argumenten aan, die alleszins gerechtvaardigd zijn. Zij juichen het toe, dat het drankgebruik tijdens de kermis vermindert, en zou den instemmen met eene verordening, die het gebruik van alcoholhoudende dranken op dergelijke dagen verbood. Zy voeren verder aan, dat door af schaffing der kermis het zedelijk peil der bevolking niet rijst. Dit is een sterk motief en oogenschjjnlijk niet voor wederlegging vatbaar. Maar de heeren vergeten, dat de kermis eene instelling is uit vroegere eeuwen en dat zy, doordat wij over het algemeen vooruitgegaan zijn in beschaving, niet meer in het kader van dezen tyd past. Het is niet zoozeer nog het onzedelijke van de kermis, maar het leelyke, het onaesthetische, het onbe schaafde, dat zoo pijnlijk aandoet. Dat losbreken van beestachtigheden, dat zich kunstmatig opschroeven tot uit- den-band-springerijen van overigens doodgewone menschen, dat in de eer ste plaats zal door het verdwijnen van de kermis zoo niet geheel, dan toch voor een deel plaats maken voornu ja, misschien voor niets, wat dan toch altijd nog beter is dan iets leelyks. Wij hebben een evolutie periode door te maken, mijneheeren, waaruit onze kinderen weer een graadje hooger te voorschijn moeten komen dan wy zei ven. Was dus het adres van de kermis- vakgenooten zeer sympathiek, een uiterst onsyinpathieken indruk maak te een pompeus, op groot Hollandsch papier geschreven adres van 389 Hel- dersche burgers om behoud van de kermis. „Halfgaar" noemde het de heer Verstegen. Het is eigenlijk niet de moeite eener weerlegging waardmen zou aan het geschrift te veel eer doen en het lust ons dan ook niet het geheele adres op den voet te volgen de lezer vindt het in het verslag van den Raad. Het alecht-gestelde, zeer onlogisch als een kip zonder kop redenocrende en klotstafel-praatjes verkoopende adres -wordt ondertee kend door slechts 389 burgers, waar onder n.b. twee artsenDe heeren zijn er natuurlijk iDgevlogen eu heb ben zich geen rekenschap gegeven van al het fraais waaronder ze hun handteekenlng zetten. Maar ze hadden zich de moeite kunnen spaven van hun zegeltje, want de Raad dacht er niet aan de kermis af te schaffen. Alleen de heer Adriaanse brak een lans voor de afschaffing van dit in stituut, zelfs iemand als de heer Verstegen was hier niet voor te vinden. Ten slotte schoot de heer Terra uit zyn slof door ook tegen te stemmen. Maar bij een gevraagde subsidie voor de afdeeling Helder van het Centraal Genootschap voor Kinder- herstellings- en Vacantiekolonies was de Raad o sanctainconsequentia! zoo gul om trots de „tijdsomstandig heden", die B. en W. hadden aan gevoerd, en trots de waarschuwing van de bestuurstafel, dat de afdeeling het heusch en heusch niet noodig had, toch f200.— te geven. Noodig of niet, zei de Raad, dan potten ze maar op, maar wij geven f 200. - Tegen zoo'n redeneering valt niets in te brengen, maar toc-h waren er nog negen leden, die de subsidie niet meeuden te moeten geven, nu bleek, dat de Vereeniging nog een aardige kas had. Vóórdat aan de begrooting begon nen werd, moest uog eene commissie worden benoemd inzake de kwestie- Rijkes. Tegen den directeur der gasfabriek, den heer Rijkes, die als no. 3 op een voordracht te Hilversum stond, waren in den Hijversumschen raad beschuldigingen ingebracht be treffende min oirbare handelingen, die ten opzichte van de gasfabriek alhier waren verricht. Deze beschul- digingen kwamen van vrijzinnige zijde en de oppositie, die van daar uit tegen den heer Rijkes gevoerd werd, was van dien aard, dat deze heer, die inmiddels met eene ge ringe meerderheid te Hilversum benoemd werd, meende voor deze i benoeming te moeten bedanken. 't Spreekt vanzelf, dat de Raad hier het te Hilversum gesprokene niet kon negeereu. En besloot tot de benoeming van eene Commissie, die tot taak zou hebben een volledig onderzoek van alles waarvan de heer Rijkes "beschuldigd werd. Dat die beschuldigingén niet zoo heel gering waren, moge blijken uit de felle polemieken inde Hilversumschepers gevoerd. Volgens Ifet verslag van den gemeenteraad van 27 October, in welke zitting de heer Rijkes benoemd werd, voorkomende in het vryzinnige blad „Vooruit", meende de heer Ver ster ernstig tegen de benoeming van den derden candidaat (i. c. de heer Rykes) te moeten waarschuwen. Een ander raadslid, de heer Ter Cock, sprak wat minder vaagzeer sterke vermoedens, aldus liet zich deze heer uit, bestonden er, dat de heer Rijkes zich liet vinden bij leveranties pro visie aan te nemendie vermoedens zyn, volgens hem, bij nader onderzoek niet weggenomen- Het blad zelf zette intusschen Uiu ."eng de geschie denis uiteen; hoe er van de ruim 30 sollicitanten by schifting en her schifting ten slotte 4 overbleven, onder welke de heer R. n i e t, hoe er ten slotte een aanbeveling van twee werd opgemaakt, en hoe de minderheid van de gascommissie in laatste instantie den heer R.,. dien zij altijd volgens het Hilversum- sche blad „Vooruit" oorspronkelijk met algemeene stemmen had afge voerd van de lijst, er weder op plaatste. Daarentegen werd door de recht- sche raadsleden en de rechtsche pers al het mogelijke gedaan om den heer R. te rehabiliteeren van deze be schuldigingen. Het R. K. blad „Gooi- sche Post" van 28 October, des daags nadat de benoeming een feit was geworden, schreef over de onbe schaamdheid van den raad, die niet protesteerde tegen de-op vermoedens uitgesproken beschuldigingen. Later herhaalde het blad nogmaals, dat alle feitenmateriaal ontbrak, dat alles wat gezegd was slechts vermoedens waren. Zooals gezegd, de heer Rijkes be dankte voor de benoeming. Hij voer de daarvoor drie beweegredenen aan, zooals hjj, in een brief aan de redactie van de „Gooische Post" mededeelde: le. de sterke drang, van do zijde zyner familie op hem uitgeoefend, onguustige finantieele toestand der Hilversumsche fabriek met een zeer laag winstcijfer, terwijl groote herstellingen noodig zijn, 3e. de aandrang door de raads leden van den .Helder op den heer R. uitgeoefend en de in uitzicht ge stelde salarisverhooging. Hij deelde in dien brief, die, zooals de heer Verstegen opmerkte, niet in den Hil- versumschen raad is voorgelezen, dat op zijn d. i. 's hc-eren Rijkes' verzoek eene commissie zijne administratie zal nazien. Daar tegenover schreef het vrijzinnige blad Vooruit", dat zoo'n onderzoek nog niets zegtdie administratie kan wel puik in orde zyn. Ook „De Vonk" liet zich in weinig waardeerende woorden over den heer Rijkes uit. Wij hebben zeer in het kort de feiten medegedeeld, die het noodig maakten een commissie van onderzoek in te stellen. Daar de heer Biersteker nog speciaal aandrong op de grootst mogelyke vrijheid van handelen voor die commissie, kunnen wij veilig het resultaat van dat on- zoek afwachten. Intusschen werden B. en W. door den heer Over de Linden tot de orde geroepen voor het feit dat zij drie leden van den raad hadden aangewezen. Dat was toch niet de manier, maar de raad zelf moest benoemen. Alles kwam echter in orde en de door B. en W. aangewezen leden werden alle drie benoemd. Thans was de Raad gevorderd tot de behandeling van de begroo ting. Tengevolge van de tijdsom standigheden was de vaststelling hiervan al uitgesteld, de tijds omstandigheden, de „beroemde" tijds omstandigheden, zooals wy den heer schouwingen werden gehouden en de Raad aanviel op de artikelen als een uitgehongerde hond op de kluifjes. De heer Grunwald trachtte den post „Belasting op het gedistilleerd", die f 3000.- lager was nog verhoogd te krijgen. De heer Grunwald had daarvoor goede rede nen. De plaatselijke accijns, die, vol gens de aanschrijving van den rainis ter, geleidelyk verminderen moet, kan voorloopig - zie de „tijdsomstan digheden" worden gehandhaafd, B. en W. haddon nu gemeend nu hoogere opbrengst van dezen post maar op „onvoorzien" te laten, omdat toch in ieder geval de op brengst van deze belasting geregeld achteruitgaat, en zy stelden voor den betrekkelyken post met f 2000. te verhoogen. Hoewel de heer Grun wald zeer juist redeneerde, dat de post thans weer op dit hoofd be hoorde, was voor het standpunt van B. en W. ook wat te zeggen en deze laatste wonnen het pleit. De heer Bommel trachtte B. en W. uit hun tent te lokken met eene toezegging betreffende de reeds meer malen ter sprake gebrachte splitsing van het onderwijs, zóó, dat we hier ook m. u. 1. o. krijgen. Verleden jaar, zoo sprak doze ondeugende heer, hebben B. en W. toegezegd dat er de noodige aandacht" aan zal wor den geschonken; thans heet het dat hel „onder de oogen zal worden ge zien". Zou het nu geen tijd worden, dat het een derde maal, zonder dat het onder de oogen wordt gezien, of er de noodige aandacht aan wordt ge schonken, geschiedt vroeg deze heer. Maar de Voorzitter liet zich niet lok ken, d.w.z. zich tot eenige positieve be lofte binden. Men kan overigens de discussies uitvoerig in ons verslag vermeld vinden. Na de gehouden discussies inzake de afschaffing der kermis, waagde de heer Adriaanse zich niet verder aan een verdediging van zijn in de af- deelingen gedaan voorstel om den Zondag der kermis afteschaffen. (Volgno. 24). Deze heer retireerde met eere. De heer Grunwald had al- weor gelijk, toen hij zeide, dat het niet aanging, dat B. en W. genoegen namen met wat ze voor de stand plaatsen kregen, doch dat zij integen deel zich op het standpunt moesten plaatsen zooveel moeten wij hebben, anders blijf je maar weg. „Hm", bromde de Voorzitter, „een mooie manier om de kermis afteschaffen", maar de heer Grunwald zeide„Zaken zyn zaken, M. d.V. 't Is het zuivere zakenstandpunt".Iudordaad, dat is het en de post zou op die manier vrij wat meer kunnen opbrengen dan hij thans doet, meenen wy. Intusschen zal de Raad medezeggenschap kry- gen in deze materie. Nogmaals werd door den heer Adriaanse i. c. de Heldersche Winkeliersvereeniging eene poging gedaan om van het boekje van den Hoofdelijken Omslag eene uitgebreide editie te krijgeu, waarin ook de niet aaugeslagenen werden opgenomen. En nogmaals faalde zy. De heer Ver stegen kreeg toezegging van een kostenberekening van een gemeente blad. Zoo'n imperialistische politicus toch! Liep verder de zitting met eenige kleinigheden af, zwaarder en prin- cipieeler werd er Donderdagavond geboomd over het restantje, dat nog af te doen was. Daar de Raad weder een ganschen avond 'had, werd die avond ook volgepraat, byna tot des anderen daags toe. Allereerst: de politie-tocstanden. 't Is van algemeene bekendheid, dat ons corps, voor deze uitgestrekte gemeente, veel en veel te klein is. Dat daardoor allerlei misstanden zijn ontstaan, en de vrije tijd der beamb ten miniem is. De Raad heeft eigen lijk weinig over de politie te zeggen, hoewel de gemeente wel de salaris sen betalen moet. Er werd dan ook geklaagd over onvoldoende surveil lance; er waren geheele wyken, waar byna nooit een agent kwam. Er is doodeenvoudig onvoldoende personeel. Dit bleek ook uit de klacht van den heer Zander. Algeheele reorganisatie in dit corps zal dringend noodig zyn, opdat nieuwe, frissche strooming de Yele oude opvattingen, die daar nog gangbaar zijn, vervangen. Maar ook de salarissen zouden onvoldoende zijn. Zelfs zouden de geringe salarissen de ooi-zaak zijn van de vele in het corps bestaande mutaties. De menschen kunnen er eenvoudig niet van komen, werd be toogd, en ze hebben hier geene voor uitzichten ook. Lang en breed werd over dit punt gesproken en er bleek voldoende de goede wil uit der raads leden. Tenslotte werd het voorstel van B. en W. aangenomen onder de belofte van die zyde, dat zal worden opgemaakt wat een reorganisatie in den geest van den heer Verstegen bosten zal. De heer Biersteker, die vermoedelijk zijn Pappenheimers bende, drong er nogmaals op aan dat de volle aandacht zou worden gewijd aan een reorganisatie van het politie wezen. Het tweede punt, dat Donderdag avond vele discussies veroorzaakte, was de kwestie vau het armbestuur. Het is daarmede hier een eigenaar dige toestand, die zooals in den Raad werd gezegd, een unicum is. De Vader en Moeder in het Armhuis in de Tuinstraat zijn met de verstrekking belast van voedsel aan de bewoners en krygen daarvoor f 2.25 per persoon per week. Het is duidelyk, dat dit stelsel in beginsel totaal verkeerd is. Het gaat niet op, dat een gemeente a. h. w. hare armen uitbesteedt. Want tot welke verkeerdheden zou dit stelsel niet aanleiding kunnen geven! B. en W. zagen dat ook terecht in en wilden aan dezen toestand een einde maken. Zy wilden het voedsel doen aanbesteden en in verband daar- Bommel hoorden mopperen, waren mede Vader en Moeder wat meer mede reden, dat geen algemeene be-1 salaris geven. Maar toen kwam de heer Adriaanse en zette in een uiterst sympathiek betoog uiteen dat het beter was voor alsnog niet met den sleur te breken en den toestand te laten zooals die was. We hebben bier een hoogstaand paar menschen, die de oudjes in het Armhuis allerlei extra'tjes toestoppen, en wanneer men nu verandering bracht iii dezen toestand, zou die niet dan verslechteren. Zeker, het was niet zooals het hoorde er waren andere leden die zich geheel bij dit betoog aansloten - maar het zou hier, zooals de heer van den Berg opmerkte, wordenHet betere is de vijand van het goede. Dit'nu was gansch niet naar den zin van wethouder De Geus, die hier mede zijn eerste nederlaag zag aan komen. 't Was ook niet prettig voor dezen heer, naar beste weten to hebben gewerkt om dezen post zóó op de be grooting te krijgen - en hard ge werkt ook - en dau zoo te zien aankomen, dat je sneuvelt. En in zijn begrijpelijke stemming liet deze heer zich een soort ultimatum ont vallen „Als jelui dezen post niet aannemen, trek ik rayn handen ver der van de zaak af'. Br't was om een stoute beeldspraak te ge bruiken alsof de Raad op zijn ach terste beenen ging staan. De heer Van den Berg herstelde zich het eerst en protesteerde verontwaardigd. Ver schillende andere heeren trachtten de pil te verguldenoch, hij meeut het zoo kwaad niet, 't is hem ont vallen, 't is nog een jong wethouder, hij zit er nog niet zoo in, en zoo al meer werd er geroepen. Nu is het ontegenzeggelijk waar, dat het niet prettig was voor den heer De Geus, maar toch was het voorstel-Adriaanse zooveel aanneme lijker, dat het duidelyk was, dat het wethouderlijke plan ten doode was opgeschreven. Maar, evenals van heer* Arend van Aemstel, kon men van den heer De Geus getuigen: „Hij is met kry'gsmanseer, in 't harrenas ge storven". Niet zonder moeite slaagde de Voor zitter er in, de beide posten van f2000.— voor het reservefonds van gasfabriek en waterleiding te behou den. De heer Grunwald wilde met alle geweld dit geld besteden om den hoofdelijken omslag, die maar, even tjes 20 pCt. hooger was geraamd, te verlichten, maar de Voorzitter ver dedigde met hand en tand zijn voor stel. En de beide posten werden be houden, - zeer verstandig, vinden wij, want het kweekon van een groot reservefonds is goede koopmanschap. En toen dan ook ten slotte de heer Verfaille door eene becyfering, dat de cokesprijs en de heer Biersteker door een iderri, dat de prijs van het ammonium-sulfaat zooveel hooger zouden worden, er totfi nog in slaag den den hoofdelijken omslag to ont lasten, keek de heer Grunwald dra weer vriendelyk. Toch blyft het nog een aardig bedrag, dat we meer op te brengen krygen voor 1915 f13000. Maar troosten wy ons, lezerde meermalen genoemde „tyds- o'mstandigheden' zullen nog wel zwaardere offers vragen van onze portemonnaie. DE OORLOG. De algemeene toestand. In het westen duren de pogingen, om elkaar krachtig te benadeelen en zoodoende de beslissing te verhaasten, steeds voort. En mag men den militairen mede werker van de „Morning Post" ge- looven, dan zetten de Duitschers op verschillende punten van het westeiyk oorlogsterrein hun offensieve bewe ging krachtig door. Niet alleen in het gebied, waarin zy gedurende den laatsten tyd hun krachten hebben beproefd, tusschen Yperen en Nieuw- poort, maar ook in het gebied aan de Maas, waar zij aauzienlljbe troepen machten concentreeren. Hier wordt dus een nieuwe poging voorbereid, om zoowel den rechter- als den linker vleugel vau de Fransch-Engelsche legermacht aan te vallen. Hot gevolg daarvan was op den Franschen rech tervleugel een gevecht by Bethoncourt. Daar hebben de Franschen een krach tige stelling ingenomen, om de uit het Noordwesten Daderende Duitsche troepenmacht tegen te houden. En volgens de van Duitsche zijde ont vangen berichten kan in de volgende dagen bier een ernstige strijd worden verwacht. Het blijkt telkens, uit de berichten zoowel als uit de verhalen, die door enkele personen van beide zyden worden gegeven, dat de verdedigende stelling, met de daarbij aangelegde werken, over en weer zoo ontzettend sterk geworden is, dat een verdrijving van den tegenstander hoogst moeiiyk wordt. Dat ranakt dan ook, dat kleine partieele successen, die nu eens hier dan daar worden behaald, weinig invloed hebben op den algemeenen gang van zaken. Zelfs de herhaalde overbrenging van troepen van het westeiyk naar het oostelijk oorlogs terrein en omgekeerd, schijnt van geen invloed te zyn op de verdediging. Wat er overbiyft ia krachtig genoeg om de aanvallen van de overzijde af te slaan, al vermindert de kans, door de verzwakking der bezettingen, om zelf tot den aanval over te gaan. De „Morning Post" ziet dan ook, zooals wy reeds mededeelden, geen enkele reden waarom de Duitschers hunne positie in Frankrijk zouden opgeven en terugtrekken. Een soort gelijke opmerkiDg werd ook reeds van Duitsche zijde gemaakt; is er geen kans om vooruit te komen, dan de positie behouden, die thans wordt ingenomen. De strijd aan het front wordt toch een strijd waaraan niet de laatste man, maar de laatste souvereign een einde zal maken. De Engelgche beschieting van Zee- brugge, waarvan het resultaat volgens de officieele berichten onbekend zou zijn heeft volgens de door de „Times" ontvangen particuliere mede- deelingen, geleid tot de vernietiging van al het marine materiaal, dat de Duitschers daar hadden byeenge- bracht. Het Londensche blad meent zelfs, dat onder het vuur der Engelsche schepen de torpedo's en mijnen zyn ontploft, die waren aangevoerd voor het afsluiten der haven, en dat Zee- brugge gebleken is ondeugdelijk te zyn voor een maritieme basis. De platboomde vaartuigen, die in de haven waren bijeengebracht en de pontons of gewapende raotorbooten, zijn even eens vernietigd, en zelfs de werken, die de Duitschers hebben aangelegd op den weg tusscben Zeebrugge en Middelkerke, zouden door het vuren van de Engelsche oorlogsschepen ont zettend hebben geleden. Waarschijnlijk mag men hier wel achter voegen: „Men gelooft zoo graag wat men hoopt 1 Het is duidelijk, dat de Engelsche marine-autoriteiten de beste verwach tingen hebben van de uitwerking van 't bombardement. Dat zou een groote geruststelling zyn. Vooral wanneer werkeiyk de haven van Zeebrugge als maritieme basis vernietigd of onbruikbaar was gemaakt. Dat dit echter het geval is, valt zeer te betwijfelen. De berichten, die de „Times" van particuliere zijde ontving, stellen de uitwerking van het bombardement veel erger voor, dan de Duitsche berichten het deden voorkomen. Begrijpelijk is het dat men tegenover het „te veel" van de Engelsche zijde, een „te weinig" van de Duitsche zal zoeken. Maar uit verschillende berichten is gebleken, dat Zeebrugge niet ernstig is bescha digd en dat slechts enkele gebouwen aan de kustzijn getroffen. Van een ver- DietigiDg van Zeebrugge als maritieme basis zou dan ook geen sprake zijn. En rekening houdend met de resul taten van andere bombardementen, schijnt dit laatste waarschynlljker. De uitvoerige beschouwing van de „Times" over de toegebrachte schade aan die haven doet echter de vraag ryzen, of in Engeland niet meer waarde wordt gehecht aan de Duitsche toebereidselen dan men wil erkennen? In het Oosten schijnt Hindenburg weer met het Russische leger slaags te zyn, tusschen de Weichsel en de Wartha. Maar de mededeelingen daar over uit Rusland en Berlijn ontvangen loopen, zooals gewooniyk, hemels breed uiteen. De Berlynsche berichten meldden, dat de Russische aanvalleD overal werden afgeslagen, en dat de Duit schers belangrijke voordeelen behaal den. De Russische berichten meldden, dat de slag bij Lodz nog steeds voort duurt, maar zich in het voordeel der Russische troepen ontwikkelt. Heel duidelijk wordt de toestand door deze tegenspraak niet. Maar de mededeeling in de „Times" over de overgave van twee Duitsche leger korpsen aan de Russen, schijnt zeer overdreven. Officieel wordt dezo uit Petrograd dan ook niet bevestigd. Wanneer de berichten uit Russische bron juist zouden blijken te zijn zou den de Duitsche troepen, die een schynaanval deden in de buurt van Lodz, met het doel de gemeenschap tusschen de noordeiyke en zuidelijke Russische legers te verbreken door een aanval op den spoorweg tusschen Skierniwitsj en Piotskof, van drie zyden zyn ingesloten, maar is hun terugtochtsweg niet afgesneden. Zelfs in het voor Hindenburg meest on gunstige geval zal deze van die om standigheid wel weten gebruik te maken, om zyn troepen zonder groote verliezen terug te brengen. De Duitschers In Frankrijk en BelgIS. Parys, 26 Nov. Officieel bericht van 11 uur s'avonds: Het is zeer rustig aan het front. In Belgió geschutvuur zonder aan vallen van de infanterie. Van het centrum en uit Argonne valt Diets te vermelden. Ten oosten van Verdun heeft een klein gevecht plaats gehad. Beriyn, 27 Nov. (Wolff) Ambtelijke mededeeling van hedenmorgen uit het groote hoofdkwartier: De Engelsche oorlogsschepen heb ben ook gisteren de kustplaatsen van Vlaanderen niet lastig gevallen. Op het westelijke oorlogsterrein is geen verandering van beteekenis inge treden. Ten noordwesten van Langemarck is een groep huizen genomen, waarbij een aantal gevangenen zijn gemaakt. In het Argonnei woud heeft onze aan vallende beweging verder vorderingen gemaakt. Aanvallen van d£ Franschen in de streek van Aprémont en ten oosten van St. Mihiel werden afgeslagen. De Indischs traepen. Londen, 25 Nov. De Muharadjah van Ictar, die op weg is Daar het front, verklaarde in een interview te Kalro, dat de Indische troepen zeer verheugd zyn te kunnen strijden voor het rijkzij zyn trotsch daartoe te behooren. Reeds zijn 200,000 man uitge<zondeD. Zoo noodig staan er drie millioen gereed. Bovendien staan alle overige hulpbronnen vaD het land ter beschikking van Engeland. De Maharadjah verklaarde, dat Tur kije, dat onder Duitschen invloed staat, niet kan beweren den Islam te vertegenwoordigen. De Indische troe pen zouden gaarne tegen de Turken vechten. Terugroeping van Duitsche troepen. De „Times" verneemt dd. 24 dezer uit Noord-Frankrijk, dat het terug roepen van de Duitsche troepen van het front Nieuwpoort—Dixmuiden een veel algemeeaer karakter heeft gedragen dan vermoed waa. Verken ningen, uitgevoerd door Britsche vliegers, leerden dat de Duitschers achter den Yser slechts voldoende manschappen hadden achtergelaten om een aanvallend optreden van de bondgenooten over het onderwater- gezette en ten deele met een ijslaag bedekte gebied vooreerst onraadzaam te maken. Een ernstige aanval van Duitschen kant is totaal buitenge sloten (beweert de „Times"-man). De uit de Yser-linie teruggeroepen Duit sche troepen zijn bijna alle overge bracht naar dat gedeelte van de linie, waarvan Rljssel de spil is. Van dien kant mag dus een aanval der Duit schers verwacht worden. Uit Duitschland. Keulen, 26 November. Naar aanlei ding van de opnieuw uit Amerika door het bureau van Reuter versprei de beweringen over vrede schrijft de Kölnischen Zeitung Ons geven dergelijke praatjes over vrede een indruk van onaegelijkheid. Geen Duitsch diplomaat, geen Duitsch soldaat denkt er aan, een voozen vrede te sluiten met mogendheden, die wij verslagen hebben en vast hopen nog verder te verslaan. Het is on mogelijk, dat Dernburgzich in Amerika voor een vrede heeft verklaard, die alles zou laten zooals het voorheen was en Duitschland aan het gevaar zou blootstellen binnen tien jaren op nieuw door het onder leiding van Engeland staande politieke syndi caat met wederzydsche waarborgen tot deeliDg van de opbrengst te wor den aangevallen. In Duitschland is elkeen, van den keizer tot aan den miDSten daglooner, besloten, om dit maal schoon schip te maken. Wat men in Engeland over vrede praat is ge bluf en anders niet. Luxemburg. Luxemburg, 26 November. (Wolff). Naar het Luxemburger Wort meldt, lieeft het Duitsche rijk in het groot hertogdom Luxemburg tot nog toe voor veldschade enz. schadevergoe dingen tot een gezameniyk bedrag van 1,283,000 franken uitgekeerd. Bovendien ontving de groothertoge lijke regeering voor het gebruik van straatwegen en van de staats gebouwen en voor inkwartieringen 311,000 franken. Van het Oostelijk front. Beriyn, 26 November. Het groote hoofdkwartier deelt het volgende mede In Oost-Pruisen is de toestand niet veranderd. In de gevechten, geleverd door de troepen van generaal von Mackensen by Lodz en Lowicz, heb ben de Russische eerste en tweede legers en een deel van het vyfde leger zware verliezen geleden. Behalve vele dooden en gewonden verloren de Russen niet minder dan ongeveer 40.000 niet-gewonde gevangenen, 70 kanonnen en 160 munitiewagens, Honderd-zes en-vijftig machinege weren maakten wy buit. Onze troe pen maakten 30 kanonnen van dén vijand onbruikbaar. Ook in deze gevechten gedroegen zich de jeugdige soldaten, ofschoon zij groote verliezen hadden, schit terend. Dat het, niettegenstaande deze be haalde voordeelen, nog niet is gelukt tot een beslissing te komen, is te wijten aan het optreden van nieuwe sterke vyandelyke strydkrachten uit oostelijke en zuidelijke richting. Hunne aanvallen werden gisteren overal afgeslagen; de eindbeslissing laat echter nog op zich wachten. Het bureau van Wolff toekent bij dit bericht aan, dat generaal von Mackensen dezelfde is die zich, vol gens de berichten der Fransche bladen, in Augustus voor het hoofd zou heb ben geschoten. Beriyn, 27 Nov. (Wolff). Ambtelijke mededeeling van hedenmorgen uit het groote hoofdkwartier: Op het oostelijke oorlogsterroin zyn gisteren geen beslissende gevechten geleverd. Russisch communiqué. Petrogard, 26 November. Het groote hoofdkwartier deelt mede In den slag bij Lodz, die voortgaat zich te ontwikkelen, blijft het voor deel by onze troepen. De pogingen der Duitschers hebben tol doel den terugtocht hunner troepen te verge makkelijken, die, doorgedrongen in de richting' van BreziDy, thans reti- reeren naar de streek van Strykoff onder voor hen zeer ongunstige omstandigheden. Aan het Oostenrijksche front wordt onze actie met succes voortgezet. In de gevechten van 25 November maakten wij tot achtduizend gewon den, twee regimenten met bevelheb bers en officieren inbegrepen, ge vangen. Oostenrljksch communiqué. Weenen, 26 Nov. (W.B.) Officieel wordt hedenmiddag bekend gemaakt De slag in Russisch Polen heeft op groote gedeelten van het front hqf karakter aangenomen van een staand gevecht. In WestGalicie wereD onze troepen de over de beneden Dunajec doorgedrongen Russische strijdkrach ten. Ook de strijd in do Karpaten duurt voort. Duitsche overwinningsvreugde. Berlijn, 26 Nov. Na een strijd van 10 dagen, is bij Lodz een overwinning behaald, welke echter volgens parti culiere berichten nog slechts een voorspel is van den eigenlijken slag. De „Vossische Ztg." schryft: Een buitengewoon ryke buit is aan de Duitsche troepen by Lowitsj en Lodz In handen gevallen. Men kan zich voorstellen hoe groot de overwinning was, als men ziet dat er alleen aan oti- gewonde krijgsgevangenen40.000man zijn geteld. Hieraan moet men dan nog een evenredig getal dooden en gewonden toevoegen. Het Russische leger heeft du» een belangrijke ver zwakking ondergaan. Het getal ge wonden is op zichzelf al grooter dan een legerkorps op volle gevechts sterkte. Als men daarby nog in aan merking neemt, dat volgens de be richten vau Dinsdag de Oostenrijkers rond 30.000 gevangenen hebben ge maakt en de Duitschers in de voor afgaande dagen evenveel, dan maakt dit eon totaal van 100.000 krijgsge vangenen. Van evenveel belang is het getal buitgemaakte kanonnen en mitrailleuses. waarvan do vervanging voor het Russische opperbevel een zware taak zal zyn. Waarschijnlijk blijkt die vervanging zelfs onmogelijk, daar alle verbindingen met het bui tenland z\jn afgebroken door het dichtvriezen van de haven van Ar- changel. Door al deze verliezen.moet het weerstandsvermogen van het Russische leger ondanks zijn groote getalsterkte zoodanig verzwakt zijn, dat het succes ten slotte den Duit schers ten deel moet vallon. Blijk baar hebben ook de Russen de be teekenis der gevechten, die zich thans in West Polen afspelen, op haar vollo waarde voor den uitslag van don ge- heelen oorlog geschat en trachten zij nu alle nog beschikbare krachten t© laten iugrypen. Dat kan men afleiden uit het aan rukken van nieuwe versterkingen uit het Zuiden en Oosten. Het moet echter als een gelukkige omstandig heid worden beschouwd, dat deze niet tegelijkertijd mut do vrooger reeds vermelde versterkingen koudon ingrypen, zoodat ze een voor eon kunnen worden verslagen. Ook deze nieuwe versterkingen kunnen althans nog niet op cenig succes bogen. Haar aanvallen zijn overal afgeslagen. Toch heeft hun ingrypen de eindbeslissing weer opgeschort. Men mag er echter vast op rekenen, dat, nu ook deze aanvallen zyn afgeslagen, binnen kort de beslissing zal valleD. De strijd bij Lodz. Petrograd, 26 November. Militaire autoriteiten zyn verbaasd dat de Duitschers Lodz zouden hebben aan gevallen, en hun biykbaro nederlaag wordt als een te verwachten tegen slag besproken. Een offlciael verslag is nog niet openbaar gemaakt. En zou uit blyken dat de gezamenlijke op- rnarsch tegen Lodz eon schijnbewe ging was, terwijl hun eigoniyk doel was den spoorweg tusschen Skiër- niewice en Piotskow te veroveren, alduB de gemeenschap tusschen d© noordelyke en zuidelijke Russisch© legers afsnydend. De Duitschers wer den ingeklemd van alle hemelstreken, behalve van het Westen. Zy schijnen te hebben gerekend op een gelijktij dige Oostenryksch-Duitsche opmarach op Czentstoslawa op do lijn naar Krakau, maar hun pogingen faalden. De mil'taire (nedowerker van do ..Novoje Vremya" zogt datdc Duitsche bewegingen theoretisch bewondering verdienden, doch ramp gaven in de practyk. De Duitschers bereikten theoretisch hun doel, maar practisch gesproken worden zij opgesloten by na aan alle zyden met het resultaat, dat zij een der ernstigste tegenslagen leden van dezen oorlog. De Duitschers uamen Kolmzna, twintig myi zuid oost van Lodz, aan den spoorweg Warschau Weenen, doch de gaping was spoedig uit het oosten aangevuld en de Duitschers werden omsingeld. Hun hevigste verliezen leden zy op dit deel van het terrein. Ten zuiden van Koluszza werd een groot getal Duitschers afgesneden zonder kans op verlossing. In Polen. De groote redacteur von Stein, de Duitsche kwartiermeester generaal, die in het begin van den oorlog het Europeesche publiek op zyn merk waardige styiproeven vergastte, heeft sinds lang do pen noergelegd. Maai de onbekende schrijver, die thans de Duitsche berichten over het krygs- bedryf in Polen opstelt doet in stili stische bekwaamheid niet voor hem onder. Zyn bericht van eergisteren is naar den inhoud: do waarheid, die voor de Duitschers niet heel gunstig is. Maar die waarheid is in een vorm gegoten, die den vluch- tigen of vooringenomen lezer doet denken, dat hij de byzonderheden van eeu belangrijke ovorwiuning leest. De inhoud van een officieel be richt komt vaak het best tot zyn recht als men het achterstevoren leest, vooral als men grond heeft om te vermoeden, dat er een bijzondere reden is om de zaken wat gunstiger voor te stellen dan ze zyn. Past men deze methode toe op het Duitsche bericht van eergisteren, dan komt men al dadelijk de hoofd- zaak te vernemen: De eindbeslissing is nog niet gevallen. Voorts verne men we dan, dat er weer nieuwe en sterke Russischo strydkrachten uit het Onsten en het Zuiden zijn komen opdagen, dat deze strijd krachten m. a. w. uit verschillende richtingen aanvallen. De Duitschers hebben, zoo vernemen w(j verder, eergisteren de aanvalleu van die troepen afgeslagen. Zy bevonden zich dus nog in het defensief, maar verdedigen zich niet zonder succes. Hetgeen dan nog verder in het be gin wordt gemeld, over die 40,000 ODgewonde gevangenen, 70 kanon nen bewijst nog eens, wat we wel wisten, dat de Duitschers goed vech ten en in bet defensief verscheidene plaatselyke voordeelen hebben be haald. (De opgesomde govaDgenen en buitgemaakte kanonnun hebben betrekking op „de gevechten by Lodz en Lowicz" geleverd, dus in den loop van do laatste 10 dagen.) De slotsom is: de Duitschers zijn in den grootou slag in Polen tot het defensief gedwongen, maar zjj ver dedigen zich niet zonder succes. Do Russen voeren telkens nieuwe troe pen aan, maar hebben nochtans geen beslissende overwinning kunnen be vechten. ,N. Rott. Ct."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 5