Victoria Linnen Ondergoederen
Magazijn „De Ster"
de OORUK m
DE HELDERSCHE BANK.
DOOZEN LUXEPOST
TAFELEN
ff 20.000.
.HET WITTE
Publieke Verkooping
WILD.
CHEF KREUGER HZN
De door qualiteit uitmuntende
worden uitsluitend vervaardigd
op ons Stoom-Confectie-Atelier
Heldersche Maatschappij
voor GLASVERZEKERING
Geïllustreerd
aaasctiouwelllt lieeli
DEPOSITO RENTE.
OPRUIMING
een pertij fijne likeur
G. JOH. VAN DER LEE,
Oudkerk Van Praag,
Muziek- en Instrumentenhandel „De Bazuin",
Mandolines, Violen, Guitaren, Speeldoozen,
en de nieuwste Mondorgels en Handharmonica's.
FANTASIE VISITEKAARTJES.
KONINGSTRAAT 29 C. DE BOER JR.
P. GROEN ZOON,
Billard„Wilhelmina"
beschikbaar.
Café „DU PASSAGE"
KEIZERSTRAAT 70-72.
Steuncomité.
Depöthouders.
N.V. OBLIGATIE MAATSCHAPPIJ
llt'
rn-,
gevestigd te 's-Gravenhage, Anna Paulownaplein 3.
Wettige 3 °/0 Premie Obligaties f 4.50.
Op nummer 18249 viel heden de f 20.000, meermalen geplaatst door de
Hoofdvertegenwoordigers: GEBRS. POLAK, Dunne Bierkade 22a, Den Haag en bij
JOS MESRITZ Co., Jan v. d. Heijdenstraat 59, Amsterdam.
Gelden onmiddellijk uitbetaald.
SOLIEDE VERTEGENWOORDIGERS GEVRAAGD.
van
Visscherij-lnventaris
op Zaterdag 12 December 1914,
's middags 1 uur,
aan Weltevreden bij het
Bassin te HELDER,
een aakje (24 voet), een paling-
bootje mèt bun, 40 katoenen
fuiken, 24 botnetten, partij stok
ken, karen, een hoos, eenig
touwwerk, aalkorf, kruiwagens,
enz. enz.
Te bezichtigen voor de verkooping.
Deurw. W. BIERSTEKER.
Wilde Eenden 75 cent per stuk,
Smienten50
verzendt franco per post, na ontvangst
van postwissel:
P. C. KONING Wz.,
Kooiker, Oosterend Texel.
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein.
Bekroond Binnen- en Buitenslands.
ATELIER geopend van 9-3 uur.
Verschenen bij C.BEBOER Jr.
te Helder:
Zeevaartkundige
voor waarnemingen nabij
don Meridiaan
door
J. VAN ROON,
Leeraar u. d. Zeevaartschool,
te Helder.
Prijs fi.eo
Te bekomen bij eiken Boek
handelaar.
Gevestigd te Helder Opgericht 1 Mei 1904
Directeuren: GEBRS. HOOGERDUIJN
Deze maatschappij verzekert U tegen de laagste prijzen
Dagelijks inlichtingen MIDDENSTRAAT 12
Opgenomen in het
Verkrijgbaar bij den
Uitgever van
deze Courant,
4 87j ets. jtr 3 narden
(fr. p. post 45 da.)
tij Verschijnt
w e k e 1 ij k s
Een schat van
'pfip Illustraties
geven een
van het verloop van
den Oorlog.
De geringe prijs zal voor geen
onier lezers een beletsel zijn om
is to teekenen.
rtOETinJVIERS
op aAsvrage
GRATIS.
Ondsrfetoekandi wenscht joiejeld te ont ringen l
OrtLLPgTRKERD ZQKPAO^BLAD
tafen prO* vss 87/, O te, per 8 suanden,
Wij nemen gelden in deposito. Rente tot nadere aankondiging
mei één dag opzegging
3/2 r,„
tien dagen
4,
voor drie maanden vast
3/a 7.
zes maanden
33/4%
één jaar vest
4 7.
van
als: Half om Half, Cherry Brandy, Curagao Anisette enz.,
per II. f 1.25, per »/i 0.625.
Beleefd aanbevelend,
WIJNHANDEL, SPOORSTRAAT T06.
Wil wollen I
Rood wollen Ondergoederen,
Katoen Tricot Ondergoederen,
Linnen Ondergoederen,
Reform Ondergoederen,
Zijden Ondergoederen,
Halfzijden Ondergoederen,
Netel Ondergoederen, enz. enz.
Verkrijgbaar bij
Spoorstraat 52,
Telefoon 188.
Geïllustreerde Prijscouranfen i
Spoorgracht 45-46
Telef. Interc. 48.
i aanvrage gratis verkrijgbaar.
KANAALWEG 90.
Ontvangen een rijke keuze:
Concurreerende prijzen.
Piano- en Mandoline-Muziek ruim 1000 exemplaren voorhanden
WALDANDACHT BLUMENLIED - L'ABSENCE - FREMERSBERG -
EIS-WALZ - HOME SWEET HOME - ENZ. - ENZ. - ENZ.
Vraag het Engelsche Soldatenlied „TIPPERARY".
Ook ruim gesorteerd in Gramophones en Platen.
Hoofdagent van PATHÉ.
BESTEMPELD MET ANKER:
IN GOUD, IN ZILVER,
IN ROODEN EN BLAUWEN INKT.
MET EMBLEEM KORPS MACHINISTEN:
IN GOUD, IN BLAUWEN INKT.
A. 1860, HELDER.
Correspondenten 1ste klasseder Neder-
landsohe Bank.
Nederlandsclie Handel
Maatschappij.
Nederlandsch-Indische
Escompto Maatschappij
Nederlandsch-Indische
Handelsbank.
Java Bank.
Openen rekening- Storting.
courant met Betaalbaarstelling,
rente-vergoeding Chèque-boekjos.
Koopen, verkoopen.disconteeren en in-
casseeren Dividenden, Wissels en
Promessen op Binnen-en Buitenland.
Belasten zich met den aan- en verkoop
van Effecten, met het nazien van uit
lotingen, met verzekering tegen ver
lies bij uitloting.
Koopen en verkoopen coupons, vreemd
bankpapier en vreemde muntspeciën.
Verschaffen reiscrcdietbrieven, reis-
wissels en chëques op de voornaamste
plaatsen van de wereld.
Sluiten beleeningcn, prolongatiën en
premie-affaires op ter beurze geno
teerde fondsen.
Nemen gelden ii deposito.
Sluiten geldlccningen onder eerste
hypothecair verband.
Verstrekken gelden
op Crediet-Hypothcek.
op accept met
aval-teekening.
Administroeren Kapitalen
Behandelen Grootbookzaken.
Belasten sjich met de bezorging van
Transport-, Zee-, Levens-, Inbraak- en
Brandassurantiën.
Nemen gcenerlei aansprakelijkheid op
zich voor verliezen, door uitloting,
conversie als anderszins ontstaan.
Treden 'op als'gemachtigden van offi
cieren der Kon. Marine.
Aanbevelend,
A. DOL.
Met een
SUCCES
apparaat maakt ieder in enkele se
conden zijn Scheermes vlijm scherp.
Prijs f 1.50 (naar buiten f 1.65).
HERMAN KOPPEN,Hoofdgracht84.
Geïnterneerden.
Generaal H. P. Staal schrijft in het
„Vaderland" o. m.
I-loe slaat het met een militair die
zich Iaat iD terneeren
Hij doet dat le. uit eigen keuze;
hij wil liever niet krijgsgevangen
zijn. De neutrale staat bewijst hem
dus op zijn verzoek een dienst.
Hjj doet dat 2e. om zich aan aan
den strijd te onttrekken. M.a.w. hij
bergt zich op ouder de beschermende
vleugelen van den neutralen staat.
Hij doet dat 8e. met de wetenschap
dat hij aan dien staat veel last, zorg
eu moeite veroorzaakt.
Vooral des winters zullen het huis
vesten, het verplegen en het kleeden
van een groot aantal geïu terneerden
lot veel bezwaren aanleiding geven,
welke niet worden vergoed door eene
eventueele restitutie der gemaakte
kosten. Inzonderheid kan de bewa
king van zooveel geïnterneerden, voor
een kleinen staat, die bovendien voor
de handhaving der neutraliteit zijne
troepen in actie heeft te stellen aau
de grenzen en aan de kust, of ze
beschikbiiar heeft te houden op ge
wichtige punten, een bezwaar ople
veren dat te nauwernood overwonnen
kan worden, terwijl in ieder geval
het personeel, voor dien bewakings
dienst aangewezen, een zware en
hoogst onaangename taak heeft te
vervullen.
Uit een en ander volgt mijns inziens:
a. dat aan hen die zich aanmelden
om te worden geïnterneerd, als eisch
ware te stellen, dat zij zich verbin
den om verder niet aan den oorlog
deel te nemen en geen poging te
zullen doen om uit de interneerings-
plaats te ontvluchten. Wie die belofte
niet wil afleggen blijft vrij om naar
het eigen land terug te keoren. Wel
zal hem dan krijgsgevangenschap be
dreigen, maar tegenover het harder
lot dat hem daarin wacht staat, dat
hij vrij blijft in een pogen om te
ontvluchten
b. dat, ook al wordt die eisch niet
gesteld, de geïnterneerde heeft te be
seffen, dat hij den hem beschermen
den onzijdigen Staat ernstig benadeelt
en bezwaart door eone* poging tot
ontvluchten
c. dat de geïnterneerde de weldaad
van de interneering, hem na eigen
keuze en als 't ware op zijn verzoek
bewezen, heeft te erkennen door zich
trouw en stipt te onderwerpen aan
de interneeringsbepalingen
d. dat hij geen aanspraak heeftop
weelde, gemakken, amusementen,
enz., die hij zeker ook niet zou heb
ben genoten als hy de krijgsgevan
genschap had verkozen boven het
geïnterneerd worden;
e. dat, terwijl geen burger van den
onzijdigen staat er aan mag en zal
denken, de geïnterneerden noodeloos
te plagen, overdreven streng te be
handelen, onraenschlievend te beje
genen, het van zijn kant een mis
plaatste menschlievendheid zou zijn,
als hij voor het gemak, de behoeften,
de amusementen van de geintor neer
den meer moeite en offers had dan
voor die van zijn modeburgers, waar
van zoovelen geheel van ccn en ander
zijn verstoken
f. dat bijaldien geïnterneerden het
den onzijdigen Staat, die hen wel
willend opnam, lastig maken, zij zich
tegen do orde on do bepalingen ver
zetten, zij het Staatsgezag aantasten
en beleedigen in den persoon der
Staatsambtenaren, zij onrechtmatige
eisclien stellen on geweld gebruiken
om deze voldaan te krijgen zij zich
schuldig maken aan een misdaad tegen
den Staat onder de moest ver
zwarende omstandigheden
en die dus met de uiterste strengheid
en zonder genade moet worden be
straft.
Het kwam mij in deze dagen niet
overbodig voor, hierop eens te wijzen.
Naar mijne meening zou het ceno
gruwelijke misvatting zijn als ons
volk bij incidenten of accidenten, dio
zich met geïnterneerden mochten
voordoen, 't vorenstaande uit 't oog
verloor en door een verkeerd geplaatste
humaniteit gedreven, de geïnterneer
den willende helpen en beschermen,
het gezag van den Staat en zelfs hel
leven van onzc-militairen, die bij hen
don bewakingsdienst verrichten, in
gevaar bracht.
Voor de vluchtelingen.
Hoe enthousiasme voor arme vluch
telingen aan eenen kant, onverschil
ligheid voor hun lot aan den anderen
tol botsitigen heeft geleid, en zelfs
tot een strafvervolging, blijkt uit een
verslag van een rechtzaakje, te Zwolle
behandeld, dat wij in de „Zwolsche
Courant" vinden.Daar stond een
dame terecht uit Dedemsvaart, die
den burgemeester van A vereest, den
heer U. P. Cavaljë beleedigd had,
door hem toe te roepen „U is een
smeerlap".
Gehooid wordt als getuige Ubbo
Petrus Cavaljé, die den inhoud van
het door hem opgemaakte proces
verbaal bevestigt. Hij had in zijn
kwaliteit als burgemeester een onder
houd mot bekl. over de huisvesting
en verzorging van een Belgischen
vluchteling.
Hij acht zich beleedigd door de
woorden door bekl. gebezigd en heeft
haar in de gelegenheid gesteld haar
verontschuldigingen aan te bieden.
Bekl. vertelt dat de heer Cavaljé
door zijn houding haar erg geprikkeld
heeft, door tegenwerking en terging.
In de zorg voor de vluchtelingen be
toonde hij geen medewerking. Bekl.
was boos en verontwaardigd gewor
den en heeft toen ten slotte de be-
leedigende uitdrukking gebruikt.
De O. v. J. eischt f30 boete of 5
dagen hechtenis.
De raadsman van bekl. mr. Stenfert
Kroese meent zich er toe te moeten
bepalen de rechtbank zoo mogelijk
een blik te gunnen op den gemoeds
toestand van bekl. op het oogenblik
dat zij de gewraakte woorden sprak.
Zij was ten prooi aan een emotie,
die haar grond zoowel vond in het
medelijden met de vluchtelingen als
in de tegenwerking van de zijde van
den burgemeester ondervonden. Het
gemoed is het verstand de baas ge
worden. Reeds dadelijk na de komst
der vluchtelingen te Dalfsen hokte
de samenwerking. Speciaal had bekl.
zich 't lot aangetrokken van de familie
Blokshuizen, wier omstandigheden
bijzonder treurig waren. De^toestand
in de lokaliteit, waarin de vrouw, die
de geboorte van een kind tegemoet
zag, zich bevond, was verre van
voldoende. Algemeen voelde men dat
het ontbrak aan medewerking van de
zijde van den burgemeester. Door
vrouwBlokshuizen daartoe aangezocht
is bekl. naar den burgemeester gegaan
De toon eu de houding waarop het
gesprek van bekl. met dezen gevoerd
is, zijn niet in het proces-verbaal
weergegeven. Door deze is bekl. erg
geprikkeld. Toen bekl. zag dat zij
niets meer voor de vluchtelingen ge
daan kon krijgen, heeft zij aan haar
overkropt gemoed lucht gegeven.
Na de beleedigende woorden is zij
weggegaan. Op straat heeft de bur
gemeester haar den veldwachter na
gezonden met de boodschap, dat,
wanneer zij de woorden niet terug
nam, een klacht zou worden inge
diend. Bekl. heeft echter gemeend,
dat de zaak haar verloop moest hebben
daar zij voor een ontgaan van alle
onaangenaamheden, aan een terecht
stelling verbonden, jegens den heer
Cavaljé geen verplichtingen op zich
wenschte to nemen.
Het gezin tegen zich zelf.
Een Zwitsersche vrouw was voor
do eerste maal gehuwd meteen Duit-
scher, uit welk huwelijk twee zoons
geboren wordende man stierf en
nadat zij mot een Pranschman her
trouwd was, werd uit dit tweede
huwelijk weder een tweetal jongens
geboren. Bij het uitbreken van dezen
oorlog moesten alle vier haar zoons
onder dit wapens, echter niet bij
het gemobiliseerde Zwitsersche leger,
doch in de legers, waartoe zij be
hoorden volgens hun geboorte als
kinderen van een Duitschen on Fran-
schen vader. Zoo trokken de iwce
oudste jongens de Duitsche uniform
aan en de beide jongste do Pranschc.
In don loop der laatste oorlogsmaan
den ontving deze Zwitsersche moeder
bericht, dat achtereenvolgens allo vier
haar jongens sneuvelden twee aan
Duitsche zijde, twee aan Fransche.
En nu leeft deze kinderlooze vrouw
voortdurend in angst, dat haar Duit
sche en Fransche kinderen elkaar
wellicht den dood hebben aangedaan.
Winterdienst Holl. Spoor.
Vertrek en aankomst der t
VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM.
Vertruk Aankomt»
6.269.10
7.40 sneltrein 9.10
12.-2.21
1.058.11
4.106.08
8.3010.54
VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER.
Vertrek Aankumst
6.0 48.35
9.47 geileeltelljko sneltrein 11.47
12.543.25
3.386.07
8.3611.14
9.05 Sneltrein 10.35
Het Centraal-bureau is gevestigd
in 't Gebouw dar Openbare Werken aan
de Kerkgracht en is geopend op werk
dagen van 10—12 uur, Alg. Secrelaria
Ds. H. BUISKOOL.
Wie flnantieolen steun wil geven,
zende zijn bijdrage aan den Heer
W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen
ningmeester.
Wie werk zooken of werkkrachten
noodig hebben, worden uitgenoodigd
zich te richten tot het Subcomité
dat daarvoor dagelijks zitting houdt
in het Gebouw van Openbare Werken,
Centraal-Bureau, Kerkgracht, van 10-.12
en 2—4 uur.
Voor gratis hulp in de huishouding
wende men zich tot den Heer W. VISSER,
Stationstraat 4.
Degene, die gratis een rantsoen
eten wil bekomen, kan zich opgeven
bij Mevr. DE BOER-JONGKEES, Koning
straat 28 -30.
Wie tengevolge van de mobilisatie
flnantieele hulp noodig heeft, melde
zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag
of Donderdag aan bij het Subcomité
voor Uiikeering, Gebouw der Openbare
Werken, 2—4 uur.
In de navolgende 12 Dcpöts is ons
blad geregeld verkrijgbaar
A. BAKKER, Westgracht 89.
BOMHOFF, Koningdwarsstraal 16.
J. BROUWER, Schagenstraat 9.
J. DE WIT, Vijzelstraat 28.
J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 43.
R. JONGKEES, Paardenstraat 24.
J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34.
Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2.-
Wed. C. RAN, Basstraat 88.
A. SIKKERLÊ, Oostslootstraat 20.
IJ. STOLL, Molenstraat'172.
A. TABELING, Vischstraat 35.
Bij de Boekhandelaren
N.V. Boekhandel v/h. -A. J. MAAS,
Kanaalweg.
P. SPRUIT, Molenplein.
J. C. DUINKER, Spoorstraat.
H. J. P. EGNER, Keizerstraat.
FEUILLETON.
„Ga dan inpakken en kom daarna
bij mama. Ik zal intusschen de zaak
met haai- in orde maken."
Toen Freda een half uur later in
de woonkamer kwam, vond zij hare
ouders nog bij elkaar. Zij braken het
levendige gesprek af en haar vader
zei dadelijk ora eene uitlegging tus-
schen moeder en dochter te voor
komen: „Mama vindt het goed, dat
je naar Rotterdam gaat, bedank er
haar voor. Ik zal intusschen de meid
om een rijtuig zenden."
Freda ging naar haar moeder, greep
haar rechterhand en kuste haardeze
echter bedekte hare oogen met de
andere hand. „Vreemde menschen ga
je helpen," zeido zy klagend, „en mij
laat je alleen. Jo weet heel goed,
hoeveel er dagelijks in .onze huis
huishouding te doen valt."
„Maar, mama, nu Willem cn ik
heen gaan, wordt hot gezin bijna de
helft kleiner, en gedureude- zijne af
wezigheid geven we natuurlijk ook
geen groote partijen daardoor krijgt
u veel minder bezigheden.
„Och ja, Willem vertrekt,'-' viel haar
moeder haar in haar de rede. „Wij
zouden vandaag nog samen zijn goed
inpakken."
„Dat heb ik gisteravond al gedaan.
Zijn boeken en linnengoed zijn ge
pakt, zoodat hij nog enkel zijn k leer en
in den koffer moet doen, en dat doet
hij liefst zelf."
„En wat voor kosten zal de reis
weer meebrengen? Wij hebbep door
Willems verblijf in Amsterdam toch
werkelijk reden genoog om alle over
bodige uitgaven te vermijden."
„Ik zal derde klasse reizen, mama;
het is maar een korte afstand, dus
kan ik het gerust doen," zoi Freda.
Freda was werkelijk de reis be
gonnen in de hoop voor haar vrienden
een hulp in don nood te worden,
maar zij vermoedde toch niet, hoe
dubbel welkom haar komst zijn zou.
De eerste, dien zij op den avond
van haar aankomst ontmoette, toen
z(j bij het onzeker licht der lantarens
naar het huisnummer zocht, was
Hendrik, die juist zfju woning ver
liet. Hij drukte haar diepbewogen de
hand. Er was geen tijd voor veel
woorden, en daarom bracht hij. haar
maar dadelijk b(j zijne moeder, die
door het gevoel van hare hulpelooze
onmacht en door haar angst voor
Antoinette nog meer leed dan dooi
de pijnen van het gebroken been.
Ook zij begroette Freda als een
reddende engel. Het was duidelijk te
zien, hoe Freda's dadelijk aanpakken
cn hare goede, teedere zorgen de
oude dame gerust stelden. Met An
toinette stond hot niet slechter, toch
was iiot geraden haar voorzichtig op
Freda's komst voor to bereiden.
Terwijl Hendrik in haar kamer was,
ging Freda naar de keuken en vond
daar haar hulp zoo mogelijk nog
noodiger dan in de ziekenkamers. De
meid zat snikkend bij den kouden
haard. Zij was diep ongelukkig hier
in Rotterdam, waar zij niet bekend
was. Daarbij kwam nog de ziekte van
hare mevrouw en dan had mijnheer
sinds dagen eigenlijk niets gegeten.
Daardoor was zij geheel in de war
gebracht. Het vleescli, dat zij gebraden
had raakte hij niet aan, evenmin de
krachtige roep. Niemand zei haar,
wat ze verder doen zou, on daarom
deed zij niets dan schreien.
Freda troostte haar, beval haar den
zakdoek van de oogen weg te nemen
en vuur aan te maken. Ook beloofde
zij zelf te zullen komen om te helpen.
Deze toespraak werkte wonderlijk.
De meid verzekerde, dat haar een
pak van 't hart viel, en Freda ging
naar de ziekenkamer.
„Kom dichterbij Freda," zei de
jonge vrouw mot bevende stem, „en
geef mij een kus. Acli beste, wat
ben ik dankbaar. Nu jij er bent, ben
ik gerust over man cn kind en mijn
arme, zieke moeder!"
„Nu, Antoinette, wij zullen ons
best doen, dat zij spoedig allen weer
aan jou zorg worden overgegeven.
Wees kalm cn donk niet aan je huis
houding, maar aan je geluk en je
rijkdom, die zoo vermeesterd zijn I
Is je kindje flink on gezond?"
Die zieke knikte en een flauwe
glimlach vloog over haar gezicht, dat
byna even wit scheen, als het kussen,
waarop zij lag. „Het is zoo lief,"
fluisterde zij, „en het gelijkt zoo op
Hendrik. Zelfs de lok haar valt haar nu
al over 't voorhoofd, evenals bij hem."
„Nu, zio je wol, je hebt al iets
vroolljks om aan te denken. Ik leg
je op je zijde en jij tracht een boetje
te slapen. Met het soepje, dat ik koken
zal, kom ik je dan wekken I"
„En Hendrik? Ik geloof dat hij,
sedert moeder ligt, nog niets goeds
te eten hoeft gehad."
„Het werd hom wel voorgezet,
maar door de zorg om jou heoft hij
er niets van gebruikt!
Wees dus nu maar kalm, dat is
nu mijn zaak geworden, liove!"
„Freda!"
„Wat is er'Antoinette?
„Ik zou je nog zoo graag wat
willen zeggen!"
Later, liefste, nu moetje uitrusten,
van de opwinding, waarin jodenge-
heelon dag hebt verkeerd. Ik zal nu
eens zien, wat ik voor do andoren
kan doen."
Na een half uur was de toestand
in het iniis wezenlijk al veel ver
beterd. De zieken hadden hun soepje
genoten en tenminste de oudo me
vrouw Heshuljsen sliep vast.
Hendrik was ook rustiger geworden
nu iemand zijn zorgen meedroeg en
Freda's troostwoorden meer ingang
bij hem vonden.
Zoo bracht de nacht eenige rust
voor de belaugstigdo gemoederen. De
slaap sloot hun oogen en deed de
zorgen vergeten een ware weldaad
voor allen.
Slechts Freda bleef waken. In een
leuningstoel zat zij bij Antoinette's
bed en hield de gloeiend heote handen
der koortslijders in de hare. De zieke
steunde, woelde, sloeg met de handen
in de lucht en sprak onverstaanbare
woorden. Eindelijk, na een paar uren
van angstige spanning, opende zij
plotseling de oogen, cn keek Freda
met onbestemde blikken aan. Toen
sloot zij ze weer doch na een paar
minuten kwam zij tot bewustzijn en
keek rond.
„Freda 1"
„Ilier ben ik, Antoinette, wat wil
je F"
„Ik wilde je wat zeggen. Laat mij
spreken anders vind ik geen rust!"
„Spreek, lieveling!"
„Freda. ik zal sterven, ik voel het."
„Lieve Antoinette, je mag je niet
opwinden. Weg met zulke gedachten
In een paar dagen ben je weer frisch
en gezond de dokter heeft het
dezen avond je man nog verzekerd."
„Noen, Freda, laat je dat niet voor
spiegelen hij vergist zich hier
zit het." Zij legdo haar smalle
hand op do borst. - „Ik zal nooit
weer frisch en gezond worden. Maar,
Freda ik bon niet bang. Ioder
mensch krijgt zijn deel van het
aardsch geluk - ik heb de volle maat
genoten nu ga ik. Als Hendrik."
„Maar Antoinette— Antoinette!"
„Ja, het is zoo, Freda. Hij is de
beste, de edelste van alle menschen.
Hij heeft mij onuitsprekelijk gelukkig
gemaakt in de jaren, die ik hem toe
behoor en eerst nu - heb ik be
grepen - dat hij zelf niet gelukkig
is. Hy nam mij tot vrouw, omdat
hij zag, hoe innig lief ik hem had.
Zijn hart behoorde echter aan oen
ander, al sedert zijn jeugd. Wees
bedaard, Fredi, houd je stil laat
mij uitspreken! De trotschheid
van je moeder heeft hem duizende
malen ten diepste beleedigd, en dat
jij slechts in stilte alles verdroeg,
deed hem aan je twijfelen. Hij hoeft
zeker gedacht, dat hy zijn gevoel ge
makkelijker kon overwinnen, wanneer
hij plichten op zich nam maar
Freda hy hoeft het nooit kunnen
bedwingen nooit nooit!"
Freda verbleekte. „Arm kind,"
sprak ze zacht. „Je hebt koorts. Ver
jaag die akelige gedachten. Ik zal je
een teug water geven en je bed wat
hoogcr opschudden. Misschien kan je
dan boter slapen."
„Ik ben kalm, Freda elk woord,
dat je hoort is overdacht. Ik heb
God gebeden, hot je te kunnen zeg
gen en Hjj heeft mij verhoord. Ik
wil geen belofte - ik ook geen weiisch
uiten - en wilde je slechts zeggen,
wat ik gezegd heb, jou alleen. Nu ik
dat gedaan heb, ben ik gerust. Nu
zal ik ook gaan slapen."
Freda nam haar zwijgend in hare
armen, schudde de kussens op, gaf
haar een frisschen drank on ging
weer aan het hoofdeinde zitten.
„Geef mij je hand, Freda!"
Deze nani de klamme hand der
vriendin in de hare, die zoo koud als
Ijs waren. Hoe jaagde en gloeide het
bloed in dat zwakke lichaam. Hoe
streed het met iederen polsslag tegen
den doodUren lang zat zij zoo, zonder
zich te bewegen. Haar ledematen
werden "stijf, zij rilde van koude, maar
zij bemerkte er niets van. Zij dacht
alleen aan dat jonge vluchtende leven
van haar vriendin. En nog altijd kwam
de adem zoo heet en snel over de
drooge lippen, nog altijd drong liet
rochelende geluid diep uit de borst.
En wanneer de half gesloten oogen
plotseling open gingen bleef haar blik
op Freda rusten.
Eindelijk liep de nacht ten oinde,
en oen bleek daglicht reeds door,
toen Freda bemerkte hoe de heeto
hand koeler werd. Ook de gloeiende
wangen verbleekten al meer en meer,
de leden werden uitgestrekt, cn toen
de oogleden zich geheel sloten, viel
de zieke rogelmatigen slaap.
De dokter, die 's morgens zljue
visite maakte, was niet weinig ver
rast. „Wel, mejuffronw," zei hij, „u
is hier als een reddende engel ver
schenen. Ik had niet op zulk een
gunstigen uitslag durven hopen."
„Mag ik haar zoodra ze ontwaakt,
haar kleintje brengen?" vroeg Freda,
„Neen, in geen geval. Zij zal er
dochter ook niet naar verlangen; zij
is zoo afgemat, dat zij nog in langen
tijd voor niets belangstelling zal be-
toonen."
(Wordt vervolgd.)