Victoria Linnen Ondergoederen Magazijn „De Ster" de OORUK m DE HELDERSCHE BANK. DOOZEN LUXEPOST TAFELEN ff 20.000. .HET WITTE Publieke Verkooping WILD. CHEF KREUGER HZN De door qualiteit uitmuntende worden uitsluitend vervaardigd op ons Stoom-Confectie-Atelier Heldersche Maatschappij voor GLASVERZEKERING Geïllustreerd aaasctiouwelllt lieeli DEPOSITO RENTE. OPRUIMING een pertij fijne likeur G. JOH. VAN DER LEE, Oudkerk Van Praag, Muziek- en Instrumentenhandel „De Bazuin", Mandolines, Violen, Guitaren, Speeldoozen, en de nieuwste Mondorgels en Handharmonica's. FANTASIE VISITEKAARTJES. KONINGSTRAAT 29 C. DE BOER JR. P. GROEN ZOON, Billard„Wilhelmina" beschikbaar. Café „DU PASSAGE" KEIZERSTRAAT 70-72. Steuncomité. Depöthouders. N.V. OBLIGATIE MAATSCHAPPIJ llt' rn-, gevestigd te 's-Gravenhage, Anna Paulownaplein 3. Wettige 3 °/0 Premie Obligaties f 4.50. Op nummer 18249 viel heden de f 20.000, meermalen geplaatst door de Hoofdvertegenwoordigers: GEBRS. POLAK, Dunne Bierkade 22a, Den Haag en bij JOS MESRITZ Co., Jan v. d. Heijdenstraat 59, Amsterdam. Gelden onmiddellijk uitbetaald. SOLIEDE VERTEGENWOORDIGERS GEVRAAGD. van Visscherij-lnventaris op Zaterdag 12 December 1914, 's middags 1 uur, aan Weltevreden bij het Bassin te HELDER, een aakje (24 voet), een paling- bootje mèt bun, 40 katoenen fuiken, 24 botnetten, partij stok ken, karen, een hoos, eenig touwwerk, aalkorf, kruiwagens, enz. enz. Te bezichtigen voor de verkooping. Deurw. W. BIERSTEKER. Wilde Eenden 75 cent per stuk, Smienten50 verzendt franco per post, na ontvangst van postwissel: P. C. KONING Wz., Kooiker, Oosterend Texel. Fotograaf, KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein. Bekroond Binnen- en Buitenslands. ATELIER geopend van 9-3 uur. Verschenen bij C.BEBOER Jr. te Helder: Zeevaartkundige voor waarnemingen nabij don Meridiaan door J. VAN ROON, Leeraar u. d. Zeevaartschool, te Helder. Prijs fi.eo Te bekomen bij eiken Boek handelaar. Gevestigd te Helder Opgericht 1 Mei 1904 Directeuren: GEBRS. HOOGERDUIJN Deze maatschappij verzekert U tegen de laagste prijzen Dagelijks inlichtingen MIDDENSTRAAT 12 Opgenomen in het Verkrijgbaar bij den Uitgever van deze Courant, 4 87j ets. jtr 3 narden (fr. p. post 45 da.) tij Verschijnt w e k e 1 ij k s Een schat van 'pfip Illustraties geven een van het verloop van den Oorlog. De geringe prijs zal voor geen onier lezers een beletsel zijn om is to teekenen. rtOETinJVIERS op aAsvrage GRATIS. Ondsrfetoekandi wenscht joiejeld te ont ringen l OrtLLPgTRKERD ZQKPAO^BLAD tafen prO* vss 87/, O te, per 8 suanden, Wij nemen gelden in deposito. Rente tot nadere aankondiging mei één dag opzegging 3/2 r,„ tien dagen 4, voor drie maanden vast 3/a 7. zes maanden 33/4% één jaar vest 4 7. van als: Half om Half, Cherry Brandy, Curagao Anisette enz., per II. f 1.25, per »/i 0.625. Beleefd aanbevelend, WIJNHANDEL, SPOORSTRAAT T06. Wil wollen I Rood wollen Ondergoederen, Katoen Tricot Ondergoederen, Linnen Ondergoederen, Reform Ondergoederen, Zijden Ondergoederen, Halfzijden Ondergoederen, Netel Ondergoederen, enz. enz. Verkrijgbaar bij Spoorstraat 52, Telefoon 188. Geïllustreerde Prijscouranfen i Spoorgracht 45-46 Telef. Interc. 48. i aanvrage gratis verkrijgbaar. KANAALWEG 90. Ontvangen een rijke keuze: Concurreerende prijzen. Piano- en Mandoline-Muziek ruim 1000 exemplaren voorhanden WALDANDACHT BLUMENLIED - L'ABSENCE - FREMERSBERG - EIS-WALZ - HOME SWEET HOME - ENZ. - ENZ. - ENZ. Vraag het Engelsche Soldatenlied „TIPPERARY". Ook ruim gesorteerd in Gramophones en Platen. Hoofdagent van PATHÉ. BESTEMPELD MET ANKER: IN GOUD, IN ZILVER, IN ROODEN EN BLAUWEN INKT. MET EMBLEEM KORPS MACHINISTEN: IN GOUD, IN BLAUWEN INKT. A. 1860, HELDER. Correspondenten 1ste klasseder Neder- landsohe Bank. Nederlandsclie Handel Maatschappij. Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij Nederlandsch-Indische Handelsbank. Java Bank. Openen rekening- Storting. courant met Betaalbaarstelling, rente-vergoeding Chèque-boekjos. Koopen, verkoopen.disconteeren en in- casseeren Dividenden, Wissels en Promessen op Binnen-en Buitenland. Belasten zich met den aan- en verkoop van Effecten, met het nazien van uit lotingen, met verzekering tegen ver lies bij uitloting. Koopen en verkoopen coupons, vreemd bankpapier en vreemde muntspeciën. Verschaffen reiscrcdietbrieven, reis- wissels en chëques op de voornaamste plaatsen van de wereld. Sluiten beleeningcn, prolongatiën en premie-affaires op ter beurze geno teerde fondsen. Nemen gelden ii deposito. Sluiten geldlccningen onder eerste hypothecair verband. Verstrekken gelden op Crediet-Hypothcek. op accept met aval-teekening. Administroeren Kapitalen Behandelen Grootbookzaken. Belasten sjich met de bezorging van Transport-, Zee-, Levens-, Inbraak- en Brandassurantiën. Nemen gcenerlei aansprakelijkheid op zich voor verliezen, door uitloting, conversie als anderszins ontstaan. Treden 'op als'gemachtigden van offi cieren der Kon. Marine. Aanbevelend, A. DOL. Met een SUCCES apparaat maakt ieder in enkele se conden zijn Scheermes vlijm scherp. Prijs f 1.50 (naar buiten f 1.65). HERMAN KOPPEN,Hoofdgracht84. Geïnterneerden. Generaal H. P. Staal schrijft in het „Vaderland" o. m. I-loe slaat het met een militair die zich Iaat iD terneeren Hij doet dat le. uit eigen keuze; hij wil liever niet krijgsgevangen zijn. De neutrale staat bewijst hem dus op zijn verzoek een dienst. Hjj doet dat 2e. om zich aan aan den strijd te onttrekken. M.a.w. hij bergt zich op ouder de beschermende vleugelen van den neutralen staat. Hij doet dat 8e. met de wetenschap dat hij aan dien staat veel last, zorg eu moeite veroorzaakt. Vooral des winters zullen het huis vesten, het verplegen en het kleeden van een groot aantal geïu terneerden lot veel bezwaren aanleiding geven, welke niet worden vergoed door eene eventueele restitutie der gemaakte kosten. Inzonderheid kan de bewa king van zooveel geïnterneerden, voor een kleinen staat, die bovendien voor de handhaving der neutraliteit zijne troepen in actie heeft te stellen aau de grenzen en aan de kust, of ze beschikbiiar heeft te houden op ge wichtige punten, een bezwaar ople veren dat te nauwernood overwonnen kan worden, terwijl in ieder geval het personeel, voor dien bewakings dienst aangewezen, een zware en hoogst onaangename taak heeft te vervullen. Uit een en ander volgt mijns inziens: a. dat aan hen die zich aanmelden om te worden geïnterneerd, als eisch ware te stellen, dat zij zich verbin den om verder niet aan den oorlog deel te nemen en geen poging te zullen doen om uit de interneerings- plaats te ontvluchten. Wie die belofte niet wil afleggen blijft vrij om naar het eigen land terug te keoren. Wel zal hem dan krijgsgevangenschap be dreigen, maar tegenover het harder lot dat hem daarin wacht staat, dat hij vrij blijft in een pogen om te ontvluchten b. dat, ook al wordt die eisch niet gesteld, de geïnterneerde heeft te be seffen, dat hij den hem beschermen den onzijdigen Staat ernstig benadeelt en bezwaart door eone* poging tot ontvluchten c. dat de geïnterneerde de weldaad van de interneering, hem na eigen keuze en als 't ware op zijn verzoek bewezen, heeft te erkennen door zich trouw en stipt te onderwerpen aan de interneeringsbepalingen d. dat hij geen aanspraak heeftop weelde, gemakken, amusementen, enz., die hij zeker ook niet zou heb ben genoten als hy de krijgsgevan genschap had verkozen boven het geïnterneerd worden; e. dat, terwijl geen burger van den onzijdigen staat er aan mag en zal denken, de geïnterneerden noodeloos te plagen, overdreven streng te be handelen, onraenschlievend te beje genen, het van zijn kant een mis plaatste menschlievendheid zou zijn, als hij voor het gemak, de behoeften, de amusementen van de geintor neer den meer moeite en offers had dan voor die van zijn modeburgers, waar van zoovelen geheel van ccn en ander zijn verstoken f. dat bijaldien geïnterneerden het den onzijdigen Staat, die hen wel willend opnam, lastig maken, zij zich tegen do orde on do bepalingen ver zetten, zij het Staatsgezag aantasten en beleedigen in den persoon der Staatsambtenaren, zij onrechtmatige eisclien stellen on geweld gebruiken om deze voldaan te krijgen zij zich schuldig maken aan een misdaad tegen den Staat onder de moest ver zwarende omstandigheden en die dus met de uiterste strengheid en zonder genade moet worden be straft. Het kwam mij in deze dagen niet overbodig voor, hierop eens te wijzen. Naar mijne meening zou het ceno gruwelijke misvatting zijn als ons volk bij incidenten of accidenten, dio zich met geïnterneerden mochten voordoen, 't vorenstaande uit 't oog verloor en door een verkeerd geplaatste humaniteit gedreven, de geïnterneer den willende helpen en beschermen, het gezag van den Staat en zelfs hel leven van onzc-militairen, die bij hen don bewakingsdienst verrichten, in gevaar bracht. Voor de vluchtelingen. Hoe enthousiasme voor arme vluch telingen aan eenen kant, onverschil ligheid voor hun lot aan den anderen tol botsitigen heeft geleid, en zelfs tot een strafvervolging, blijkt uit een verslag van een rechtzaakje, te Zwolle behandeld, dat wij in de „Zwolsche Courant" vinden.Daar stond een dame terecht uit Dedemsvaart, die den burgemeester van A vereest, den heer U. P. Cavaljë beleedigd had, door hem toe te roepen „U is een smeerlap". Gehooid wordt als getuige Ubbo Petrus Cavaljé, die den inhoud van het door hem opgemaakte proces verbaal bevestigt. Hij had in zijn kwaliteit als burgemeester een onder houd mot bekl. over de huisvesting en verzorging van een Belgischen vluchteling. Hij acht zich beleedigd door de woorden door bekl. gebezigd en heeft haar in de gelegenheid gesteld haar verontschuldigingen aan te bieden. Bekl. vertelt dat de heer Cavaljé door zijn houding haar erg geprikkeld heeft, door tegenwerking en terging. In de zorg voor de vluchtelingen be toonde hij geen medewerking. Bekl. was boos en verontwaardigd gewor den en heeft toen ten slotte de be- leedigende uitdrukking gebruikt. De O. v. J. eischt f30 boete of 5 dagen hechtenis. De raadsman van bekl. mr. Stenfert Kroese meent zich er toe te moeten bepalen de rechtbank zoo mogelijk een blik te gunnen op den gemoeds toestand van bekl. op het oogenblik dat zij de gewraakte woorden sprak. Zij was ten prooi aan een emotie, die haar grond zoowel vond in het medelijden met de vluchtelingen als in de tegenwerking van de zijde van den burgemeester ondervonden. Het gemoed is het verstand de baas ge worden. Reeds dadelijk na de komst der vluchtelingen te Dalfsen hokte de samenwerking. Speciaal had bekl. zich 't lot aangetrokken van de familie Blokshuizen, wier omstandigheden bijzonder treurig waren. De^toestand in de lokaliteit, waarin de vrouw, die de geboorte van een kind tegemoet zag, zich bevond, was verre van voldoende. Algemeen voelde men dat het ontbrak aan medewerking van de zijde van den burgemeester. Door vrouwBlokshuizen daartoe aangezocht is bekl. naar den burgemeester gegaan De toon eu de houding waarop het gesprek van bekl. met dezen gevoerd is, zijn niet in het proces-verbaal weergegeven. Door deze is bekl. erg geprikkeld. Toen bekl. zag dat zij niets meer voor de vluchtelingen ge daan kon krijgen, heeft zij aan haar overkropt gemoed lucht gegeven. Na de beleedigende woorden is zij weggegaan. Op straat heeft de bur gemeester haar den veldwachter na gezonden met de boodschap, dat, wanneer zij de woorden niet terug nam, een klacht zou worden inge diend. Bekl. heeft echter gemeend, dat de zaak haar verloop moest hebben daar zij voor een ontgaan van alle onaangenaamheden, aan een terecht stelling verbonden, jegens den heer Cavaljé geen verplichtingen op zich wenschte to nemen. Het gezin tegen zich zelf. Een Zwitsersche vrouw was voor do eerste maal gehuwd meteen Duit- scher, uit welk huwelijk twee zoons geboren wordende man stierf en nadat zij mot een Pranschman her trouwd was, werd uit dit tweede huwelijk weder een tweetal jongens geboren. Bij het uitbreken van dezen oorlog moesten alle vier haar zoons onder dit wapens, echter niet bij het gemobiliseerde Zwitsersche leger, doch in de legers, waartoe zij be hoorden volgens hun geboorte als kinderen van een Duitschen on Fran- schen vader. Zoo trokken de iwce oudste jongens de Duitsche uniform aan en de beide jongste do Pranschc. In don loop der laatste oorlogsmaan den ontving deze Zwitsersche moeder bericht, dat achtereenvolgens allo vier haar jongens sneuvelden twee aan Duitsche zijde, twee aan Fransche. En nu leeft deze kinderlooze vrouw voortdurend in angst, dat haar Duit sche en Fransche kinderen elkaar wellicht den dood hebben aangedaan. Winterdienst Holl. Spoor. Vertrek en aankomst der t VAN DEN HELDER NAAR AMSTERDAM. Vertruk Aankomt» 6.269.10 7.40 sneltrein 9.10 12.-2.21 1.058.11 4.106.08 8.3010.54 VAN AMSTERDAM NAAR DEN HELDER. Vertrek Aankumst 6.0 48.35 9.47 geileeltelljko sneltrein 11.47 12.543.25 3.386.07 8.3611.14 9.05 Sneltrein 10.35 Het Centraal-bureau is gevestigd in 't Gebouw dar Openbare Werken aan de Kerkgracht en is geopend op werk dagen van 10—12 uur, Alg. Secrelaria Ds. H. BUISKOOL. Wie flnantieolen steun wil geven, zende zijn bijdrage aan den Heer W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21, Pen ningmeester. Wie werk zooken of werkkrachten noodig hebben, worden uitgenoodigd zich te richten tot het Subcomité dat daarvoor dagelijks zitting houdt in het Gebouw van Openbare Werken, Centraal-Bureau, Kerkgracht, van 10-.12 en 2—4 uur. Voor gratis hulp in de huishouding wende men zich tot den Heer W. VISSER, Stationstraat 4. Degene, die gratis een rantsoen eten wil bekomen, kan zich opgeven bij Mevr. DE BOER-JONGKEES, Koning straat 28 -30. Wie tengevolge van de mobilisatie flnantieele hulp noodig heeft, melde zich op Maandag, Dinsdag, Woensdag of Donderdag aan bij het Subcomité voor Uiikeering, Gebouw der Openbare Werken, 2—4 uur. In de navolgende 12 Dcpöts is ons blad geregeld verkrijgbaar A. BAKKER, Westgracht 89. BOMHOFF, Koningdwarsstraal 16. J. BROUWER, Schagenstraat 9. J. DE WIT, Vijzelstraat 28. J. DE GOEIJ, Jonkerstraat 43. R. JONGKEES, Paardenstraat 24. J. KIKKERT, Cornelis Ditostraat 34. Wed. F. KLEIN, Hartenstraat 2.- Wed. C. RAN, Basstraat 88. A. SIKKERLÊ, Oostslootstraat 20. IJ. STOLL, Molenstraat'172. A. TABELING, Vischstraat 35. Bij de Boekhandelaren N.V. Boekhandel v/h. -A. J. MAAS, Kanaalweg. P. SPRUIT, Molenplein. J. C. DUINKER, Spoorstraat. H. J. P. EGNER, Keizerstraat. FEUILLETON. „Ga dan inpakken en kom daarna bij mama. Ik zal intusschen de zaak met haai- in orde maken." Toen Freda een half uur later in de woonkamer kwam, vond zij hare ouders nog bij elkaar. Zij braken het levendige gesprek af en haar vader zei dadelijk ora eene uitlegging tus- schen moeder en dochter te voor komen: „Mama vindt het goed, dat je naar Rotterdam gaat, bedank er haar voor. Ik zal intusschen de meid om een rijtuig zenden." Freda ging naar haar moeder, greep haar rechterhand en kuste haardeze echter bedekte hare oogen met de andere hand. „Vreemde menschen ga je helpen," zeido zy klagend, „en mij laat je alleen. Jo weet heel goed, hoeveel er dagelijks in .onze huis huishouding te doen valt." „Maar, mama, nu Willem cn ik heen gaan, wordt hot gezin bijna de helft kleiner, en gedureude- zijne af wezigheid geven we natuurlijk ook geen groote partijen daardoor krijgt u veel minder bezigheden. „Och ja, Willem vertrekt,'-' viel haar moeder haar in haar de rede. „Wij zouden vandaag nog samen zijn goed inpakken." „Dat heb ik gisteravond al gedaan. Zijn boeken en linnengoed zijn ge pakt, zoodat hij nog enkel zijn k leer en in den koffer moet doen, en dat doet hij liefst zelf." „En wat voor kosten zal de reis weer meebrengen? Wij hebbep door Willems verblijf in Amsterdam toch werkelijk reden genoog om alle over bodige uitgaven te vermijden." „Ik zal derde klasse reizen, mama; het is maar een korte afstand, dus kan ik het gerust doen," zoi Freda. Freda was werkelijk de reis be gonnen in de hoop voor haar vrienden een hulp in don nood te worden, maar zij vermoedde toch niet, hoe dubbel welkom haar komst zijn zou. De eerste, dien zij op den avond van haar aankomst ontmoette, toen z(j bij het onzeker licht der lantarens naar het huisnummer zocht, was Hendrik, die juist zfju woning ver liet. Hij drukte haar diepbewogen de hand. Er was geen tijd voor veel woorden, en daarom bracht hij. haar maar dadelijk b(j zijne moeder, die door het gevoel van hare hulpelooze onmacht en door haar angst voor Antoinette nog meer leed dan dooi de pijnen van het gebroken been. Ook zij begroette Freda als een reddende engel. Het was duidelijk te zien, hoe Freda's dadelijk aanpakken cn hare goede, teedere zorgen de oude dame gerust stelden. Met An toinette stond hot niet slechter, toch was iiot geraden haar voorzichtig op Freda's komst voor to bereiden. Terwijl Hendrik in haar kamer was, ging Freda naar de keuken en vond daar haar hulp zoo mogelijk nog noodiger dan in de ziekenkamers. De meid zat snikkend bij den kouden haard. Zij was diep ongelukkig hier in Rotterdam, waar zij niet bekend was. Daarbij kwam nog de ziekte van hare mevrouw en dan had mijnheer sinds dagen eigenlijk niets gegeten. Daardoor was zij geheel in de war gebracht. Het vleescli, dat zij gebraden had raakte hij niet aan, evenmin de krachtige roep. Niemand zei haar, wat ze verder doen zou, on daarom deed zij niets dan schreien. Freda troostte haar, beval haar den zakdoek van de oogen weg te nemen en vuur aan te maken. Ook beloofde zij zelf te zullen komen om te helpen. Deze toespraak werkte wonderlijk. De meid verzekerde, dat haar een pak van 't hart viel, en Freda ging naar de ziekenkamer. „Kom dichterbij Freda," zei de jonge vrouw mot bevende stem, „en geef mij een kus. Acli beste, wat ben ik dankbaar. Nu jij er bent, ben ik gerust over man cn kind en mijn arme, zieke moeder!" „Nu, Antoinette, wij zullen ons best doen, dat zij spoedig allen weer aan jou zorg worden overgegeven. Wees kalm cn donk niet aan je huis houding, maar aan je geluk en je rijkdom, die zoo vermeesterd zijn I Is je kindje flink on gezond?" Die zieke knikte en een flauwe glimlach vloog over haar gezicht, dat byna even wit scheen, als het kussen, waarop zij lag. „Het is zoo lief," fluisterde zij, „en het gelijkt zoo op Hendrik. Zelfs de lok haar valt haar nu al over 't voorhoofd, evenals bij hem." „Nu, zio je wol, je hebt al iets vroolljks om aan te denken. Ik leg je op je zijde en jij tracht een boetje te slapen. Met het soepje, dat ik koken zal, kom ik je dan wekken I" „En Hendrik? Ik geloof dat hij, sedert moeder ligt, nog niets goeds te eten hoeft gehad." „Het werd hom wel voorgezet, maar door de zorg om jou heoft hij er niets van gebruikt! Wees dus nu maar kalm, dat is nu mijn zaak geworden, liove!" „Freda!" „Wat is er'Antoinette? „Ik zou je nog zoo graag wat willen zeggen!" Later, liefste, nu moetje uitrusten, van de opwinding, waarin jodenge- heelon dag hebt verkeerd. Ik zal nu eens zien, wat ik voor do andoren kan doen." Na een half uur was de toestand in het iniis wezenlijk al veel ver beterd. De zieken hadden hun soepje genoten en tenminste de oudo me vrouw Heshuljsen sliep vast. Hendrik was ook rustiger geworden nu iemand zijn zorgen meedroeg en Freda's troostwoorden meer ingang bij hem vonden. Zoo bracht de nacht eenige rust voor de belaugstigdo gemoederen. De slaap sloot hun oogen en deed de zorgen vergeten een ware weldaad voor allen. Slechts Freda bleef waken. In een leuningstoel zat zij bij Antoinette's bed en hield de gloeiend heote handen der koortslijders in de hare. De zieke steunde, woelde, sloeg met de handen in de lucht en sprak onverstaanbare woorden. Eindelijk, na een paar uren van angstige spanning, opende zij plotseling de oogen, cn keek Freda met onbestemde blikken aan. Toen sloot zij ze weer doch na een paar minuten kwam zij tot bewustzijn en keek rond. „Freda 1" „Ilier ben ik, Antoinette, wat wil je F" „Ik wilde je wat zeggen. Laat mij spreken anders vind ik geen rust!" „Spreek, lieveling!" „Freda. ik zal sterven, ik voel het." „Lieve Antoinette, je mag je niet opwinden. Weg met zulke gedachten In een paar dagen ben je weer frisch en gezond de dokter heeft het dezen avond je man nog verzekerd." „Noen, Freda, laat je dat niet voor spiegelen hij vergist zich hier zit het." Zij legdo haar smalle hand op do borst. - „Ik zal nooit weer frisch en gezond worden. Maar, Freda ik bon niet bang. Ioder mensch krijgt zijn deel van het aardsch geluk - ik heb de volle maat genoten nu ga ik. Als Hendrik." „Maar Antoinette— Antoinette!" „Ja, het is zoo, Freda. Hij is de beste, de edelste van alle menschen. Hij heeft mij onuitsprekelijk gelukkig gemaakt in de jaren, die ik hem toe behoor en eerst nu - heb ik be grepen - dat hij zelf niet gelukkig is. Hy nam mij tot vrouw, omdat hij zag, hoe innig lief ik hem had. Zijn hart behoorde echter aan oen ander, al sedert zijn jeugd. Wees bedaard, Fredi, houd je stil laat mij uitspreken! De trotschheid van je moeder heeft hem duizende malen ten diepste beleedigd, en dat jij slechts in stilte alles verdroeg, deed hem aan je twijfelen. Hij hoeft zeker gedacht, dat hy zijn gevoel ge makkelijker kon overwinnen, wanneer hij plichten op zich nam maar Freda hy hoeft het nooit kunnen bedwingen nooit nooit!" Freda verbleekte. „Arm kind," sprak ze zacht. „Je hebt koorts. Ver jaag die akelige gedachten. Ik zal je een teug water geven en je bed wat hoogcr opschudden. Misschien kan je dan boter slapen." „Ik ben kalm, Freda elk woord, dat je hoort is overdacht. Ik heb God gebeden, hot je te kunnen zeg gen en Hjj heeft mij verhoord. Ik wil geen belofte - ik ook geen weiisch uiten - en wilde je slechts zeggen, wat ik gezegd heb, jou alleen. Nu ik dat gedaan heb, ben ik gerust. Nu zal ik ook gaan slapen." Freda nam haar zwijgend in hare armen, schudde de kussens op, gaf haar een frisschen drank on ging weer aan het hoofdeinde zitten. „Geef mij je hand, Freda!" Deze nani de klamme hand der vriendin in de hare, die zoo koud als Ijs waren. Hoe jaagde en gloeide het bloed in dat zwakke lichaam. Hoe streed het met iederen polsslag tegen den doodUren lang zat zij zoo, zonder zich te bewegen. Haar ledematen werden "stijf, zij rilde van koude, maar zij bemerkte er niets van. Zij dacht alleen aan dat jonge vluchtende leven van haar vriendin. En nog altijd kwam de adem zoo heet en snel over de drooge lippen, nog altijd drong liet rochelende geluid diep uit de borst. En wanneer de half gesloten oogen plotseling open gingen bleef haar blik op Freda rusten. Eindelijk liep de nacht ten oinde, en oen bleek daglicht reeds door, toen Freda bemerkte hoe de heeto hand koeler werd. Ook de gloeiende wangen verbleekten al meer en meer, de leden werden uitgestrekt, cn toen de oogleden zich geheel sloten, viel de zieke rogelmatigen slaap. De dokter, die 's morgens zljue visite maakte, was niet weinig ver rast. „Wel, mejuffronw," zei hij, „u is hier als een reddende engel ver schenen. Ik had niet op zulk een gunstigen uitslag durven hopen." „Mag ik haar zoodra ze ontwaakt, haar kleintje brengen?" vroeg Freda, „Neen, in geen geval. Zij zal er dochter ook niet naar verlangen; zij is zoo afgemat, dat zij nog in langen tijd voor niets belangstelling zal be- toonen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 4