HELDERSCHE COURANT Nieuwjaarsgroet. Welkomstgroet No. 4406 DONDERDAG 24 DECEMBER 1914 42e JAARGANG Wegens de Kerst dagen zal ons blad van Zaterdag 26 December NIET verschijnen. De eventueel In komende belangrijke berichten zullen als gewoonlijk op ons publlcatlebord worden bekend gemaakt. Onze lezers, die met 1 Januari a.s. aan Familie, Vrienden of Begunstigers in onze Courant een willen plaatsen, worden beleefd uit- genoodigd hunne opgaven tijdig in te zenden. OE UITGEVER. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden in de tweede helft van December. Dtmdord. 'M Marino cnntino I Maandag 28 j Nautilus Dinsdag 29 Neptumis Langestraat OosL-Balterlj Bioscoop RumpffStaalman Muziekgezelschap „Winoubal" S1/, u. Doclamatie-avond Van der Lee 8 u. Lozing met liclitb. dr. Minkema I 8 u. Lezing met yoordr. en muziek ds. Warners I 3 u. DE WEEK. 21 December. De Koningin, lezen wij in de liladen heeft een „Kerstgroet" ge schreven. En voor het goede, groote dool van steun aan de velen, die thans hulp noodig hebben, zal die worden verkrijgbaar gesteld in den lande. Hare Majesteit heeft by Schram, den „hofleverancier", die zijn spar- reboompjes opstelt in dezen tjjd des jaars in het Lange Voorhout der Hoi- stad, de oer-deftige buurt van de residentie, kerstboomen gekocht. De jeugdige Kroonprinses betaalde zelve uit haar beursje, 't Klinkt zeker heel aardig. Maar wij denken erbij aan de plaat, waarop de gemoedelijke, bloeddorstige Mars staat afgebeeld met, in zijn door het moorden, het wurgen gigantisch-gespierd gewor den hand, een toorts, gereed om de lichtjes aan een kerstboom te doen ontvlammen. „Ditmaal" zegt hij, „zal ik 't zelf maar eens doen!" En de engel van den Vrede ligt stervend, schreiend en kermend, aan de voeten vanden wreede. Hij weet ge zal niet slechts de kaarsjes ontsteken, die hunne zachte, zoete vlammekens zullen doen schijnen temidden van het frissche sparregroen. Neen, hij, Mars, zal het groen zelf doen bran den. Dat van heel den armen kerst boom straks niets anders over is dan een hoop asch, ou verder niets. Zóó is 't nu, met Kerst van bloed en rampjaar 1914. Minister Cort v. d. Linden heeft't onlangs, in de Tweede Kamer, zoo juist, zoo treffend-waar gezegd, 'tls mij alduB sprak de premier als iemand, die komt van den dijk, waar het Ijs al-woester gaat kruien. Elke seconde kan den doorbraak brengen 1... Den wilden, alles-vernielenden, doo denden vloed over de landouwe brui sen. En ik kom in mijn huis en vind er de menschen knusjes bijeen, om do gezellig-ronde tafel, waarboven de lamp hangtkibbelend over een peperneut, bij het kienspel gewonnen of verloren Ons Parlement I De wereld staat in brand. En de groote vlam kan nog elk oogenblik op het Hollandsche erf overslaan. Aldus waarschuwde mr. Treub. En aldus sprak ook z|jn ambtgenoot Loudon. Er komt een telegram aan Buiten- landsche Zaken, op 't Haagsche Plein. Of aan Binnenlandsche, aan het Bui tenhof. De Excellentiön moeten be raden. Netelige internationale kwes tie De „buitenwacht" weet er niets van. De slanke figuur van jhr. Loudon, de man met het nog jeugdige, eerlek-vriendelijke, gladge schoren gelaat komt het Parlement biunen, zoo welgemutst, zoo hof- felijk-opgoruimd, glimlachend als in doodgewone tijden. En op het schrale, door zilverbaardje omlijste wijsgeers gelaat van den premier is niets te bespeuren Toch hebben zij mis schien pas geconfereerd naar aanlei ding van brief, gerucht, telegram, diplomaten bezoek O, als die „bui tenwacht" eens Ahnung" had van Welk een stof voor bulletins die de menschen zouden lezen, verslinden, zich de neuspunten platdrukkend tegen de ruiten van sigaren- en andere winkels 1 Maar zij hebben te zwijgen, onze ministers, in dagen van wereldoorlog. En te glimlachen, handjes te drukken, te luisteren naar het geschil om de peperneuten, bij 't kienspel gewon nen of verloren. Het zwoegen der Tweede Kamer is nu om op Donderdag 24 Decem ber zoo in den loop van den mid dag - met de Staatsbegrooting voor 1915 gereed te komen, 't Is mogelijk dat de wondertoer bereikt wordt. Vooralsnog geloof ik 't niet. De be grooting van Oorlog zal een dermate- hoogen „boom" doen opzetten voorspelt men dat al het worstelen vruchteloos zal wezen. Waarbij nog komt, dat op Maandag 21 December, zoo tusachen zes en halfeeven, de heer Duys smachtend, hunkerend, naar het volgens oude, welbekende methodo „uitpakken", begon over het salaris van f 11.000 (f5000 sala ris, f3000 toelage en f3000 verhuis kosten - zeker een lief sommetje) den nieuwen secretaris-generaal van de Rijksverzekeringsbank toegedacht. Een majoor, een „vechtjas" noemt de heer Duys hemgaat in tijd van nood, besnoeiing, bezuiniging, met elf van die zeer-begeerlljke roode lapjes strijken 't Geval lijkt, zoo op 't eerste oog, lichtelijk-vreomd. Terwijl ik dit schrijf, moet minister Treub er nog 't zijne van zeggen. Maar dat de heer Duys zich aan „het geval" zal vastklampen met de taaie vechtlust van een fox-terrier, die een hem zeer hatelijke kater in 't oog krijgt: wy kunnen er zeker van zijn. En dit alles doet de kansen, dat wij a. s. Donderdag met het Budget-'15 gereed zullen komen, al-meer dalen, dalen De „boom", die bij Hoofd stuk VIII zal worden opgezet, wordt al te hoog. 't Kost inderdaad moeite om nü blijmoedig en levenslustig te blijven. En toch moeten we ons aangorden ons oefenen in zelfbedwang, opdat de kaarsjes in het mooie dennegroen zullen vlammen, wanneer lieve, reine kinderoogen er straks naar zoeken Als op poezele, donzige wangetjes gloeit het heerlijk blosje van ver wachting Zeker, 't zal ons moeite kosten. Wanneer wij lezen van het succès, dat de OorlogsleeDing reeds nu heeft een halve ton, om maai eene klei nigheid te noemen, van de A.N.W.B. dan verrijst dadelijk voor ons geestesoog het gezin van een Land weerman, die te-velde is. Vrouwtje moest alleen voor den kerstboom zor gen. „Waar is pappier", vraagt er een, tot moeders knie reikend en het zachte handje op moê's knie leggend. En moedertje schreit. Vader is, Gode zij dank, nog niet in levens gevaar. Maar hij zit daar in een fort, of bij de grenzen. En 't is eenzaam, koud-ongezellig, treurig, voor vrouwtje van Landweerman. Zij heeft heel wat moeten sparen en schikken en plooien, voordat de kerstboom er was, - met slingers van zilverpapier, met ge kleurde glaasjes, met zwevende engel tjes Dan gaat, in het klokje van de kerk, iets kleppen, iets roepen Moedertje huivert. Zij drukt den kleinen man, die zijn zachte handje daar-straks, om pappie vragend, op haar knie legde, tegen zich aan. Zy besproeit z'n haren met haar tranen. Zij is heel-gedrukt en bedroefd, 'tls; er arm en schamel in 't huisje van j den te-velde zljnden Landweerman. Maar als zij denkt aan die vele, vele tienduizenden in België, in allerlei andere landen, - die de vadera moes ter) afstaan, voor altijd, aan de groe ven, die werden gedolven om de stapels gesneuvelden te bergen voor do eeuwigheid Dan sterft in het hart van het arme Landweer- man-vrouwtje de wrok, die opkwam. Dan gevoelt zij weör kracht om op te zien naar Hooger. Dan smeekt zij, dat het straks aanlichtende jaar den dageraad zal* brengen, na den gruwel- nacht van bloed, waarin wij nu sid deren Mr. Antonio. DE OORLOG. De Duitsche bladen meenen te moeten protesteeren tegen de over- winningsberichtenwelkedeFranschen de wereld insturen. Als bewijs tegen de Fransche mededeel ingen voeren zy de berichten aan welke zij van het gevechtsterrein ontvingen. Of deze nu juist altijd waar zijn Een Duitsche vlieger bracht den 20sten dezer een bezoek aan Calais. Twee bommen werden geworpen waarvan er een dicht bij een fort terecht kwam terwijl de tweede in de haven viel. De laatste was waar schijnlijk bestemd voor het Hotel Maritime. Een vlieger van de bondgenooten heeft daarop een bezoek gebracht aan Brussel. Deze tocht had dos nachts plaats. Het doel was de ver nieling van een Zeppelinloods te Etterbeek. Negen bommen werden naar beneden geworpen. Het resultaat is niet bekend. Omtrent de beschieting van de gische kust door de Engelsche oor logsschepen wordt nog een bijzon derheid gemeld, welke als voorbeeld kan dienen van de uitgebreide inlich tingendienst waarover de legermach- ten~ beschikken. Den dag van de beschieting zouden een aantal officie ren van den Generalen Staf in een gebouw te Oostende te 12 uur tafelen. De heeren werden echter opgehouden. En tot hun geluk. Even na twaalf uur begonnen de Engelsche granaten te vallen en troffen met groote juist heid het hotel. Een der officieren die zich reeds in de eetzaal bevond werd De offlcleele legerberichten van 21 en 22 December. Op het W e s t e 1 lj k front blijken de rollen thans ongeveer te zijn om gekeerd. Thans zijn de verbondenen aanvallers geworden, doch voorloopig met even weinig succes als de Duit- schers hadden toen zij het offensief in handen hadden. De Fransche berichten van 21 Dec. melden dat de Engelschen een aan tal loopgraven hernomen hadden. (Dat zij zo verloren hadden is niet medegedeeld). Verder zouden de Franschen vorderingen gemaakt heb ben ten Z. van Noyon en in het bosch van St. Mard. Volgens berichten uit Londen is er ook ten O. van Nieuwpoort hevig gevochten. Vaak stonden Duitschers en Franschen tegenover elkaar met de kanalen als scheiding. Het is toen gelukt het kanaal van Paschedaele over te trekken en acht vijandelijke loopgraven te vermeesteren. Daarentegen meldt een Duitsch bericht van den 21en dat bij Atrecht door de troepen van het 6e leger steeds vorderingen worden gemaakt en zij een aantal loopgraven van de Franschen reeds vermeesterd zouden hebben. De berichten van den 22sten welke van Fransche zijde afkomstig zijn stemmen meer met de Duitsche overeen. De Franschen melden name lijk dat in de streek van Souain hevige bajonetgevechten geleverd zijn, en dat zij hier niet zijn opgeschoten. De Duitschers van hun kant mel den dat de Franschen bij Souain hevige aanvallen deden welke echter werden afgeslagen. Verder berichten de Franschen dat zij in Champagne wel zijn vooruit gekomen en hier loopgraven tot een lengte van 1500 M. op den vijand hebben veroverd. Ook tusschen de Maas en Argonnen hebben de Fran schen terrein gewonnen terwijl zij aan den rechteroever van de Maas het terrein in het bosch van Consevoie dat zij verloren hadden heroverd hebbeD. De Duitsche berichten maken mei- diDg van „razende" aanvallen van Engelsche en Fransche troepen bij St. Hubert en Givenchy, welke wer den afgeslagen. Evenzoo verging het de Franschen bij hunne aanvallen bij Albert, Compiègne, Souain, Perthes en bij Verdun. Bij Richebourg moesten de Duitschers de stellingen die zij op de Franschen veroverd hadden weder prijsgeven. Aldus meldt het „Berl. Tageblatt". Van het Oostelijke front komen slechts weinig berichten. Do Duitschers melden dat de toestand in Oost-Pruisen onveranderd is. In Polen zijn de troepen in een hevig gevecht gewikkeld bij de Bzura en de Rafka. Op .verschillende plaatsen zouden zij deze rivieren reeds over schreden hebben. De Oostenrijksche berichten melden thans dat er in de Karpathen nog steeds wordt gevoch ten. Verder melden zij, dat de Russen in Galicië wederom tot den aanval zijn overgegaan. Hierbij leden zij echter zware verliezen, vooral aan de Dunajec en de Nida. Hoe dit ook zij, de Russen schijnen zich hier dus vrij spoedig hersteld te hebben van de nederlaag, hen door de Oosten rijkers toegebracht. Verder wordt gemeld, dat de strijd in de buitenste vestingwerken van Przemysl voort duurt en dat er bij de Pilica gevoch ten wordt. De Russen maken melding van het feit, dat hot Oostenrijksche offensief hooft opgnhouden en de Russische actie zich gunstig ontwikkelt. Van het Russisch Turksche ge vechtsterrein melden de Russen een overwinning in het gebied van Wan. Een borgkanon on veel ander oorlogs materiaal werd buit gemaakt. Uit Koustautinopel wordt bericht, dat het leger ter bevrijding van Egypte, onder bevel van Dzemal Pa scha, den 20on dezer uit Damascus is vertrokken en opgerukt naar het Suez-kanaal. Eerstdaags kan men dus ook in dit gebied gevechten ver wachten. De opstand in Transvaal is zoo goed als geëindigd. Enkelo aanvoer ders en de partijgangers werden nog gevangen genomen. 4000 man zitten in de gevangenis, terwijl 1200 man, die hun woord gegeven hadden, naar huis konden gaan. De Regeering heeft geen plan om algemeene am nestie te verleenen. Van het Westelijke gevechts- Duitsche vlieger boven Dover. De Kölnische Zeitung schrijft over den tocht, door den Duitschen marine vlieger luitenant Prondzsincky naar Dover ondernomen. Hij had verschei dene bommen geworpen en meent zeker het havenstation te Dover ge raakt te hebben. Tusschen de En gelsche en Fransche kust zag hij een heele rij torpedobooten liggen, blijk baar om het vaarwater te beveiligen. In de haven van Dover lagen ver scheidene oorlogsschepen, ook een van de klasse „Majestic". Eveneens zag hij oorlogsschepen nabij Duin kerken. Langs Duins had een leven dig verkeer van koopvaardijschepen plaats. Prondzsincky werd bij zyn terugkomst hartelijk verwelkomd. Vijandelijke vlieger boven Straatsburg. Straatsburg (Elzas), 22 December. (Wolff.) Vanmiddag tusschen drie en vier uur verscheen een vijandelijke vlieger boven de stad en liet nabij Ulkirch (een voorstad) een bom vallen, die een leege loods en de vensters van een korenschuur beschadigde. Eenige stukken van de bom vielen in de haven. Er is niemand gekwetst. De vlieger, die op 1500 of 1700 M. hoogte was, is beschoten. Een Duitsch afgevaardigde als Fransch soldaat. De sociaal-democratische afgevaar digde voor Metz in den Duitschen Rijksdag, dr. Weil, heeft op 5 Augus tus dienst genomen in het Fransche leger. Do „Vorwilrts", die daarvan nu bericht ontving, veroordeelt die houding van dr. Weil op zeer scherpe wijze. Te Bent. Te Gent wordt d.d. 20 dezer aan de Tijd gemeld De nood te Gent is thans schrik barend. Intusschen worden dagelijks i de requsities grooter. Op de markten des Woensdags en Vrijdags halende Duitschers de beste beesten weg en die worden naar Duitschland gevoerd. Betaling geschiedt met papieren bons, waarvoor de gemeente goed is. Dezer dagen kwamen soldaten ook weer met een heele lijst bij de socialistische coöperatie. De bekende volksvertegen woordiger Anseele werd kwaad van ergernis en begon posten te schrappen, die hem onredelijk voorkwamen. Een oogenblik lator kwam een officier met de noodige manschappen en beduidde Anseele, dat hij ook die geschrapte posten te leveren had en hij gevangen genomen zou worden als hij nog eens zoo brutaal was, rectificaties in hun lijsten aan te brengen. De nood aan brandstof doet zich natuurlijk ook onder de Duitsche militairen gevoelen, maar die weten er wel raad op. Alle houten betimmeringen van de annexen van het Palace Hotel worden op het oogenblik weggebroken en tot brandhout verwerkt. In de winkels van Gent is geen enkele kachel of fornuis meer to krijgen. Alles is opgeëischt en naar de loopgraven i vervoerd. De paarden gaaD ev in lange ryen weg en zelfs kalk wordt overal opgevorderd. De onbewoonde huizen worden leeggehaald door het Bureau des Réquisitious onder toezicht van Duitsche militairen. De vice- consulaten worden niet ontzien. Verscheidene Duitschers, die vroe- :r uit België gevlucht waren, zijn thans teruggekeerd en eischen schade vergoeding van de gemeente. De com mandant ondersteunt deze eischen en dwingt de gemeente tot betaling. Uit Frankrijk. Oa Fransche Kamer. Parijs, 22 Decembor. Bij de ope ning der Kamerzitting heeft de minis ter-president heden een overzicht ge geven van de oorlogsgebeurtenissen igd dat Frankrijk en zijn bond genooten de wapens niet zullen neer leggen, .oer de rechtsverkrachting is gewroken, de voorheen verloren provincies door Frankrijk zijn her wonnen, het heldhaftige België weer in het bezit is gesteld van al zijn stoffelijk bezit en van.zijn politieke onafhankelijkheid. Er kan geen vrede zyn voor het Pruisische militairisme is gefnuikt; eerst dan zal in een herboren Europa vrede, recht en welvaart kunnen heerschen. Spr. schetste voorts denfinancieelen toestand van Frankrijk als zeer gunstig; men behoeft zijn toevlucht niet tot een leening te nemen, daar de Banque de Franco in staat is, de noodige gelden aan de schatkist te verstrekken en het economische leven te steunen. De huidige toestand des lands noemde spr. zeer bevredigend en hij eindigde iuet de woorden: „Wij groeien ae' nólaon uie gevallen zijn on de helden die door de eind overwinning hen morgen zullen wreken." Na de rede van Deschanel gaf minister Viviani een overzicht van den toestand. Hij legde er den na druk" op dat Frankrijk tot het uiterste zal strijden om een roemrijke vrede te kunnen verkrijgen, België te be vrijden en hot Duitsche militairisme te fnuiken. De vergadering verschilde wel met die van 4 Augustus. Toen was er angstige spanning terwijl er thans vertrouwen hcerscht op de eindelijko overwinning. Op den 4en Augustus nam men de uitdaging aan en thans ziet men met trots terug op de reeds behaalde resultaten. De Russische Intendance. In een Zweedscho courant vertelt een medewerker uit Rusland dc vol gende anecdote. Bij het begin van den oorlog ontbood grootvorst Nicolaas de hoogste ambtcnaron van de inten dance. Op den bestemden tijd waren zij in paradekleeding, rijk met orden versierd, aanwezig, zeer gestreeld over de hooge eer, die hen was weder varen. Een uur lang stonden zy in halven cirkel in de ontvangzaal van den grootvorst. Eindelijk kwam de grootvorst binnen. Met ongeloof lijk buigzame» rug groetten ztj den almachtigen mau, die zich nauwelijks een buiging met het hoofd verwaar digde. Met doordringende blikken monsterde hy den een na den ander. De situatie werd onuitstaanbaar pijn lijk. EiDdelljk klonken de volgende woorden van den grootvorst hard en scherp door de zaal„wie steelt, wordt opgehangen." De overwinning der Serviërs. Londen, 22 December. De corres pondent van do Times seint uit Bel grado Den 18den dezer ben ik van Waljewo vertrokken en langs den weg gegaan die bezaaid was met den rommel van de weggeworpen uit rustingsstukken der Oostenrijkers. Den 15dcn dezer kwam ik vlak achter het zegevierende Servische leger te Belgrado aan. De herovering van de hoofdstad is niet zonder verwoeden strijd gegaan en voor de Oostenrijkers gedemorali seerd waren. De Oostenrijkers weer den zich uitstekend, maar korden tegenover de herhaalde uitstekende aanvallen der Serviërs geen stand houden. Zij moesten hun verzet op geven toen de stelling van Torlak die Belgrado beheerscht, in den avond van 14 dezer viel. De hoogten, die zwaar versterkt waren, werden met groote hardnekkigheid verdedigd en pas na drie bajonet-aanvallen namen de Serviërs de stelling. De Oostenrijkers haddon ter voor bereiding van hun terugtocht aldoor voorraden weggevoerd. Bij de spoor brug was over de Sawe een brug ge slagen, maar toen het bericht kwam dat Torlak gevallen was, begon er een algemeen sauvequipeut. Officieren lieten hun soepborden en hun wijn j glazen half vol staan en gingen er I ijlings van door. De verschillende rassen van de monarchie begonnen onder elkaaar te vechten om uit te maken, wie het eerst een heenkomen zou zoeken. Ecu poging van de Ser viërs om den linkervleugel om te trekken en de brug te vernielen werd verijdeld door een verzet tot het uiterste van de Oostenrijkers, die de stelling van Topsjider bezet hielden en zoodoende kon de terugtocht, hoe wel hij wild en wanordelijk was, voortgaan. De eerste Servische patrouille kwam de stad in den ochtend van den 15den binnen. Achter haar aan kwam koning Peter, terwijl het vechten bij de brug nog aan den gang was. De Serviërs beschoten de brug daarna met gra naten en vernielden baar. Op dat oogenblik waren nog een groot aan tal Oostenrijkers en een groot deel van den tros ten Zuiden van de Sa Volgens de laatste telling zijn 150 officieren, 10,000 man, 8 stukken ge schut, 450 vrachtwagens en 1000 paarden in handen van de Serviërs ge vallen. Vele kanonnen werden ook in de rivier geworpen. De Oostenrijkers hadden geen tijd gehad om Belgrado grondig te plun deren, maar tijdens de bezetting had den z(j verhuiswagens aangevoerd en den inboedel van vele huizen van welgestelde menschen weggenomen en naar Semlin overgebracht. Voorts namen zij alle mannen tusschen de 16 en 60 jaar gevangen en zonden die met een aantal vrouwen en meis jes naar Hongarije. Er zijn nu berichten over de ver schillende bewegingen die het Ser vische leger heeft uitgevoerd. De Serviërs hebben heldhaftig en schit terend gevochten en den vijand op nieuw een verpletterende nederlaag toegebracht. Natuurlijk heeft dat veel bloed gekost, maar toch weinig in vergelijking met het verlies dat den vijand is toegebracht. De Oostenrijksche legers, die Ser vië zijn binnengevallen, zijn als ge- vechtseenheden vernietigd en de Serviërs weten nog niet, hoe groot de buit is. Voortdurend worden nog gevangenen aangebracht. Op grond van wat de correspondent zelf gezien heeft schat h(j den buit op ten minste honderdvyftig kanonnen en tweehon- derd vijftig munitie transportwagens, waarvan de meeste met duizenden geweren en zeker met millioenen patronen geladen waren. Of de Oos tenrijkers in staat zullen zyn al dit verloren materieel aan te vullen en ook de verliezen aan manschappen, zal men moeten afwachten. Maar voor nieuwe krijgsverrichtingen zal het in elk geval noodig zijn een ge heel nieuw leger te vormen. De „Corriere della Sera" verneemt uit Nish, dat in den slag bij Belgrado de Oostenrijkers 60,000 man aan dooden en gewonden verloren. De volledige l|jsc van den oorlogsbuit der Serviërs bestaat uit: 80,000 ge vangenen, drie vaandels, 126 kanon nen, 29 mortieren, 50 machine-gewe ren, 362 wagens, beladen met mu nitie, 2700 paarden, drie militaire mu ziekkorpsen en 32 veldkeukens. Na de ontruiming van Belgrado door de Oostenrijkers maakten de Serviërs nog vier vaandels, 150 ka nonnen en machinegeweren, 1200 paarden, 150 provisiewagens en 180,000 geweren buit. Op Zee. Noorsch stoomschip op oen mijn geloopen. Londen, 22 Dec. Volgens een Lloyd's telegram is het Noorsche stoomschip „Boston" in de Noordzee gezonken na op een mijn te zyn geloopen. De „Bos- tou" was een s.s. van 738 ton. Engelsche bladen deelen mede, dat de Duitsche stoomschepen Baden en Santa Isabel bij de Falkland-eilanden zijn genomen. Het zijn vermoedelijk de kolen schepen, die behoorden bij 't eskader van vice-admiraal von Spee, 't welk b(j die eilanden is verslagen. 't Zijn beide nieuwe schepen, be- hoorend aan de Hamburg Amerika- lijo, de Baden meet 7676 ton, de Santa Isabel 5199 ton. PLAATSELIJK NIEUWS. RAADS-0VER2ICHT. Een Raadscollege we spreken in 't algemeen, zonder te individu- aliseeren is een vergadering van achtbare, deftige en vroede mannen, die, in gepaste stemming, 't wel en wee bespreken van een plaats, 't zij stad of dorp, die meestal in gekuisebte stadhuistaal spreken, water drinken en bezadigd doen als wijze mannen ist. Maar dat een Raadsvergadering tot een philologen-congres zou aangroeien,- dat men er taalkundige, etymologi sche en syntaxische spitsvondigheden te berdo zou brengen, waarbij a het wit van b zwart en b het zwart van a wit noemde, dat hadden wij nog niet bygewoond. Dat men zinnen, de zware deftige zinnen van de wet telijke traktaten en verordeningen in hun taalkundige ontledingen zou uit eenrafelen, dat was nog niet voor gekomen. 'tls j.l. Maandagavond geschied in een zeer wljdloopig, zéér interessant debat. Horribile dictu: 'k Wed, lezer, dit begin verschrikt u. (Het rijmpje is, hetzij terloops ge zegd, van den Schoolmeester, die meer Latijn geschreven heeft dan door niet- klassiek aangelegde jongeren ver werkt kan worden). Eerst viel het ons wat boud op het dak. Nietwaar, je bent op zichzelf al verrast door de vervroegde Raads vergadering en weet, dat elders een Vlaamsch zanger staat te zingen van „Marleentje" en van „Tineke Heule", bent nochtans vol goeden moeds naar het huiB der vroede va ders getogen, gedachtig aan het „Paris en vaut bienunemesse"en wordt daar overrompeld door een philologisch debat vol spitsvondigheden, waaraan met permissie geen touw vast te knoopen is. Je hebt een heel cahier vóór je liggen, scherpgepunte pot- loodei., en bent van plan met animo de debatten te verslaanen ziedaar! reeds dadelijk wordt je met lamheid geslagen. Anderhalf uur is er geredeneerd in den Raad, an-der-lialf uur, en wat is het resultaat voor de krant? Een „Engelsche notting"-, zou de oude Gerrifc zeggen, de loopknecht van de Kopperliths uit „Woutertje-Pietcrse". Tien regels -* horribile dictu - tien simpele regels, waarin alles uitge sponnen is wat maar by mogelijkheid voor uitspinning vatbaar was. Wij schamen ons het neer te schrijven-: tien regels, op 't aller-, alleruitvoerigst vijftien regels. Waarmede niet ge zegd is, dat het debat uiterst onbe langrijk was, integendeel. 't Was, we zeiden het reeds, een taalkundige kwestie. Dr. 'Van den Berg had zich - volkomen terecht ipeërgerd aan de zonderlinge on-oir- pbraseologio veler gemeentelijke verordeningen. Hij kwam er tegen op, dat het voegwoord „dat" gebruikt werd in een zin, waarin het niet te >as kwam. Als ik zeg„Ik heb Marietje lief gekregen in het. jaar dat ik meerderjarig werd", dan is dat, zéi Dr. Van den Berg, foutief. Het is onzin, niet het liefkrijgen, maar de constructie van den zin. Het moet natuurlijk zyn „in het, jaar, waarin ik meerderjarig werd". „Weineen", betoogde de Voorzitter, „want in dat jaar kendet gy Marietje nog niet. Het is niet het jaar waarin, maar het jaar dat". Toen kwam de heer Bommel en die deskundige zeide, dat het we zen moestnadat. Oók fout. Dan zou het den schijn hebben alsof men Marietje later lief gekregen had en dat was niet waar. Het was het jaar dat. De Voorzitter had gelijk, maar Dr. Van den Berg had ook gelijk en de heer Bommel nog veel meer. Bn geen der drie heeren gaf kamp. 't Was lastig. Wetten maken is een mooi ding, maar 't wordt lastig onder woorden te brengen wat men precies wil zeggen. Geen taalkundige voor de samenstelling van wettea, heeft Thorbecke gezegdeen wet moet juridisch goed zyn en niet taal kundig. Taalkundig kan men niet precies uitdrukken wat men zeggen wil, hetgeen er, vooral bij wetten, erg op aankomt (voor Marietje, die liefheeft, is het zoo erg niet). De Voorzitter trachtte den knoop door te hakken, door voor te stellen eens een taalkundige te raadplegen, wat nu niet bepaald een compliment was aan de heeren Van den Berg en Bommel, nochtans door beidon goeds moeds aanvaard werd, en do zaak zou misschien haar beslag neDoen gekregen, alsniet de heer Bier steker roet in 't eten. gegooid had. Meneer de Voorzitter, zeide deze heer, de heele verordeningen zijn niet bepaald kunststukken op taal- en stel kundig gebied. Er staat in de ver ordening b. v. iets wat niet bedoeld wordt, terwijl, wat bedoeld wordt, er niet staat. Er zijn b. v. aangesteld drie adjunct-commiezen ter secretarie, terwijl de verordening zegt, dat er minstens drie kunnen worden aan gesteld. Dat is, blijkens de bedoeling van den Raad, niet juister moet in de verordening staan: dat er drie sullen worden aangesteld, maar dat er meer kunnen worden benoemd. Verder staat er, dat de periodieke verhoogingen worden toegekend na een desbetreffend voorstel van de hoofden van de bedrijven aan B. en W., terwijl de waarheid is, dat die ver- hoogingon automatisch plaats hebben en slechts op voorstel van de hoofden van takken van dienst bij wyze van straf niet kunnen worden gegeven. Dat is een groot verschil. O, de heer Biersteker was hierna nog lang niet au bout de son latin, hoezeer de Voor zitter en andere heeren ook Daar het einde snakten. De Voorzitter verdedigde zijn ziens wijze en geraakte daarbij in levendig debat met den heer Biersteker. Toen kwam de klap op de vuurpijl beide wethouders waren het met den heer Biersteker eens. De verorde ningen deugden niet. Maar, vroeg de heer Over de Linden de heer Ver stegen had het reeds „ter zijde" ge mompeld: „Hoe komen dan die uit drukkingen iu de verordeningen te te staan, als de meerde) heid van het D. B. vindt dat ze foutief zijn?" Dc Raad glunderde: zoo'n oolik enfant terribleJa, hoor eens, meneer Over de Linden, zei de Voorzitter.... 't Liep onder de hand naar negen uur. De heer Biersteker vond, dat de Raad dit zaakje zelf wel kon opknap pen, dat we daar geen rechtskundig adviseur voor noodig hadden. Ze zouden ons heerlijk uitlachen in den Haag. Onder tusschen zat de Voor zitter er mee. De verhoogingen moesten met Januari uitgekeerd worden en zoolang deze verordening niet goedgekeurd was, kon dat niet geschiedsn. Du8: de zaak moest tot een einde komen, hoe dan ook. De heer Biersteker redeneerde nog steeds. Werd 9 uur, 9 uur 5, 9 uur 7. Totdat, plotseling, evenals in het lied van Pieter Spa, de spreker stil hield midden in een zin: hij stokt, hij kan niet meer. De heer Biersteker had zichzelf vastgoredeneerd. Toen nam de Voorzitter het woord. Stelde voor om de loonsverhoogingen uittebetalen volgens de lijsten, en dan de verordeningen te herzien en in eene volgende vergadering eene ver beterde editie uit te geven, 'n Lumi neus idée. Te 9.15 stelde de heer Grfinwald voor B. eu W. een blanco crediet te geven daarvoor. Oók 'n lumineus idée. Du choc des opinionsenz. Bijna ware dit aangenomen, als niet de heer Verstegen de verzonen tegen de prikkels geslagen had en op zijne beurt met op-en aanmerkingen gekomen was. Die betroffen echter Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Heeren. Zeer doelmatig. Oe goederen blijven het eigendom van den geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on- middelljk toegezonden. niet de redactie der artikelen, maat de bedragen zelve. Nou breekt mijn klomp! riep de Raad uit, en de discussies begonnen opnieuw. Do lieer Verstegen kreeg het woord. Glashelder toonde deze heer aan, dat in de Hjsteu van uit betaling fouten stonden; dat ver scheidene loonen te laag waren op gebracht. Evenzoo glashelder betoogde de Voorzitter dat het niet waar was. De heer Biersteker haalde het officieel verslag en las daaruit voordo Voor zitter haalde de notulon en las daaruit voor. Toen beiden aan 't eind van hun lectuur gekomen waren en de Raad paf zat over zooveel ingewikkeld- hedens, riep de heer Biersteker EurekaIk heb 't gevondenDe Voor zitter heeft die bedragen zoo gewild, ze in gedachten gehad en geno- erd. En de Voorzitter zeias-je-me-nou Maar eindigde, na veel pourparlers, met voor te stellen de verordening iute- trekken. Hij wist or niot meer uit- tekomen. De Raad moot dan maar zijne opmerkingen indienen. Ja, maar, meneer de Voorzitter, riep de heer Biersteker. Dat gaat toch niet. We kunnen over zoo'n wissewasje toch niet schriftelijk dis cussieeren. Dat ben ik met u eens, zoi de Voorzitter, maar als men nu zegt, dat zelfs de begrootings-cljfers niet 1 meer zijn, weet ik het niet meor. Toeu sloeg de heer Over de Linden den juridischen spijker heel aardig op den kop. De begrooting is niet de wegwijzer voor den Raad, zeide deze heer, alleen de verordening. Doze zaak hoeft niet uitgesteld. En rodde de situatie. Zoo werd, tot aller genoegdoening, en tot voler verlichting de kwestie opgelost. Toen 't afgeloopen was, werd er geroepen dat het zoo klaar was als een klontje. Deze ietwat ge forceerde beeldspraak vond niet alge meen instemmingPrecies ander half uur had het geduurd. Wij zwommen nu door een zee van gemoedelijkheden naar een ander punt, dat de gemoederen heftig in beweging bracht. We bedoelen do „missive van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs inzake het Directoraat van de Han- meester en WethoudorB", _eze zaak komt hierop neer: Don heer Van Mierlo is het, krachtens instructie., niet vergund als Directeur der Zeevaart- on Visscherlj- school, ook nog als leider van de Handelsavondschool optetreden. De Handels-avondschool wordt in het gebouw dor Zeevaartschool gehouden, zoodat het eigenlijk tusschen de be drijven door kan geschieden. Do H.a.s. is door dozen maatregel tame lijk wel gedupeerd, - waar haalt zy zoo gauw een anderen goschikten directeur vandaan ?-en wist ten vori- gon jare gedaan te krygon, dat althans voor een jaar de vergunning verleend werd. Dat was in de raadsvergadering van 19 Augustus 1918 en sindsdien is de zaak kalm op den ouden voet voortgezet: do status quo is gehand haafd. Nu was er in den Raad oen schrij ven ter tafel gebracht van de Com missie van Toezicht op het M. O. naar aanleiding van een ministerieel aanschrijven. De Commissieadviseerde daarin, aangezien toch het gebouw van de Zeevaartschool voor dezen cursus (1914-'15) werd afgestaan, den heer Van Mierlo te vergunnen ook het directoraat der H.A.S. waar te nemen. En in het ministerieel schrijven werd gesproken van het goede resultaat, dat de combinatie van zeevaartkundig- en handelsonder wijs heeft. Waar nu B. en W. het voorstel deden om, daar de cursus toch weer aan den gang is, den heer Van Mierlo Ingezonden Mededeeling. Het keeren der jaren. In het loven der vrouw is het keeren der jaren een tijdperk van veel zorg en ziekte. Het openbaart zich door pijn in den rug, hoofdpijn, duizeligheid, gevoel van slaperigheid na den maaltyd, opstijgingen van hel bloed, benauwdheden, een gevoel van zwaarte in den onderbuik, in het kort door de verschijnselen, die ge paard gaan aan een slechte werking der nieren. Want de onzuiverheden die vroeger op geregeld© tijden wer den verwijderd, blijven voortaan ge deeltelijk in het lichaam achter en kunnen niet worden afgevoerd, wan neer de nieren niet voldoende kracht hebben om het bloed voortdurend te filtreeren. Hot is daarom, dat het vooral in dit tijdperk noodzakelijk is Foater's Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken, die de nieren opwekken en horstellen, en haar geschikt maken tot haar be langrijke taak, waardoor de gezond heid van het gehoele organisme ver zekerd wordt. Te Den Helder verkrijgbaar by de Fa. De Bie-Biersteker, Koizeretr.93. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel fr, f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, wei gert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (40)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1914 | | pagina 1