HELDERSCHE COURANT
Nieuwjaarsgroet.
Welkomstgroet
No. 4406
DONDERDAG 24 DECEMBER 1914
42e JAARGANG
Wegens de Kerst
dagen zal ons blad
van Zaterdag 26 December NIET
verschijnen. De eventueel In
komende belangrijke berichten
zullen als gewoonlijk op ons
publlcatlebord worden bekend
gemaakt.
Onze lezers, die met 1 Januari
a.s. aan Familie, Vrienden of
Begunstigers in onze Courant een
willen plaatsen, worden beleefd uit-
genoodigd hunne opgaven tijdig in
te zenden.
OE UITGEVER.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de tweede helft van December.
Dtmdord. 'M Marino cnntino
I
Maandag 28 j Nautilus
Dinsdag 29 Neptumis
Langestraat
OosL-Balterlj
Bioscoop RumpffStaalman
Muziekgezelschap „Winoubal" S1/, u.
Doclamatie-avond Van der Lee 8 u.
Lozing met liclitb. dr. Minkema I 8 u.
Lezing met yoordr. en muziek
ds. Warners I 3 u.
DE WEEK.
21 December.
De Koningin, lezen wij in de
liladen heeft een „Kerstgroet" ge
schreven. En voor het goede, groote
dool van steun aan de velen, die
thans hulp noodig hebben, zal die
worden verkrijgbaar gesteld in den
lande. Hare Majesteit heeft by Schram,
den „hofleverancier", die zijn spar-
reboompjes opstelt in dezen tjjd des
jaars in het Lange Voorhout der Hoi-
stad, de oer-deftige buurt van de
residentie, kerstboomen gekocht.
De jeugdige Kroonprinses betaalde
zelve uit haar beursje, 't Klinkt zeker
heel aardig. Maar wij denken erbij
aan de plaat, waarop de gemoedelijke,
bloeddorstige Mars staat afgebeeld
met, in zijn door het moorden, het
wurgen gigantisch-gespierd gewor
den hand, een toorts, gereed om de
lichtjes aan een kerstboom te doen
ontvlammen. „Ditmaal" zegt hij, „zal
ik 't zelf maar eens doen!" En de
engel van den Vrede ligt stervend,
schreiend en kermend, aan de voeten
vanden wreede. Hij weet ge
zal niet slechts de kaarsjes ontsteken,
die hunne zachte, zoete vlammekens
zullen doen schijnen temidden van
het frissche sparregroen. Neen, hij,
Mars, zal het groen zelf doen bran
den. Dat van heel den armen kerst
boom straks niets anders over is dan
een hoop asch, ou verder niets.
Zóó is 't nu, met Kerst van bloed
en rampjaar 1914.
Minister Cort v. d. Linden heeft't
onlangs, in de Tweede Kamer, zoo
juist, zoo treffend-waar gezegd, 'tls
mij alduB sprak de premier als
iemand, die komt van den dijk, waar
het Ijs al-woester gaat kruien. Elke
seconde kan den doorbraak brengen 1...
Den wilden, alles-vernielenden, doo
denden vloed over de landouwe brui
sen. En ik kom in mijn huis en vind
er de menschen knusjes bijeen, om
do gezellig-ronde tafel, waarboven de
lamp hangtkibbelend over een
peperneut, bij het kienspel gewonnen
of verloren
Ons Parlement I
De wereld staat in brand. En de
groote vlam kan nog elk oogenblik
op het Hollandsche erf overslaan.
Aldus waarschuwde mr. Treub. En
aldus sprak ook z|jn ambtgenoot
Loudon.
Er komt een telegram aan Buiten-
landsche Zaken, op 't Haagsche Plein.
Of aan Binnenlandsche, aan het Bui
tenhof. De Excellentiön moeten be
raden. Netelige internationale kwes
tie De „buitenwacht" weet er
niets van. De slanke figuur van jhr.
Loudon, de man met het nog
jeugdige, eerlek-vriendelijke, gladge
schoren gelaat komt het Parlement
biunen, zoo welgemutst, zoo hof-
felijk-opgoruimd, glimlachend als in
doodgewone tijden. En op het schrale,
door zilverbaardje omlijste wijsgeers
gelaat van den premier is niets te
bespeuren Toch hebben zij mis
schien pas geconfereerd naar aanlei
ding van brief, gerucht, telegram,
diplomaten bezoek O, als die „bui
tenwacht" eens Ahnung" had van
Welk een stof voor bulletins die de
menschen zouden lezen, verslinden,
zich de neuspunten platdrukkend
tegen de ruiten van sigaren- en andere
winkels 1
Maar zij hebben te zwijgen, onze
ministers, in dagen van wereldoorlog.
En te glimlachen, handjes te drukken,
te luisteren naar het geschil om de
peperneuten, bij 't kienspel gewon
nen of verloren.
Het zwoegen der Tweede Kamer
is nu om op Donderdag 24 Decem
ber zoo in den loop van den mid
dag - met de Staatsbegrooting voor
1915 gereed te komen, 't Is mogelijk
dat de wondertoer bereikt wordt.
Vooralsnog geloof ik 't niet. De be
grooting van Oorlog zal een dermate-
hoogen „boom" doen opzetten
voorspelt men dat al het worstelen
vruchteloos zal wezen. Waarbij nog
komt, dat op Maandag 21 December,
zoo tusachen zes en halfeeven, de
heer Duys smachtend, hunkerend,
naar het volgens oude, welbekende
methodo „uitpakken", begon over
het salaris van f 11.000 (f5000 sala
ris, f3000 toelage en f3000 verhuis
kosten - zeker een lief sommetje)
den nieuwen secretaris-generaal van
de Rijksverzekeringsbank toegedacht.
Een majoor, een „vechtjas" noemt
de heer Duys hemgaat in tijd
van nood, besnoeiing, bezuiniging,
met elf van die zeer-begeerlljke roode
lapjes strijken 't Geval lijkt, zoo
op 't eerste oog, lichtelijk-vreomd.
Terwijl ik dit schrijf, moet minister
Treub er nog 't zijne van zeggen.
Maar dat de heer Duys zich aan „het
geval" zal vastklampen met de taaie
vechtlust van een fox-terrier, die een
hem zeer hatelijke kater in 't oog
krijgt: wy kunnen er zeker van zijn.
En dit alles doet de kansen, dat wij
a. s. Donderdag met het Budget-'15
gereed zullen komen, al-meer dalen,
dalen De „boom", die bij Hoofd
stuk VIII zal worden opgezet, wordt
al te hoog.
't Kost inderdaad moeite om nü
blijmoedig en levenslustig te blijven.
En toch moeten we ons aangorden
ons oefenen in zelfbedwang, opdat
de kaarsjes in het mooie dennegroen
zullen vlammen, wanneer lieve, reine
kinderoogen er straks naar zoeken
Als op poezele, donzige wangetjes
gloeit het heerlijk blosje van ver
wachting
Zeker, 't zal ons moeite kosten.
Wanneer wij lezen van het succès,
dat de OorlogsleeDing reeds nu heeft
een halve ton, om maai eene klei
nigheid te noemen, van de A.N.W.B.
dan verrijst dadelijk voor ons
geestesoog het gezin van een Land
weerman, die te-velde is. Vrouwtje
moest alleen voor den kerstboom zor
gen. „Waar is pappier", vraagt er
een, tot moeders knie reikend en
het zachte handje op moê's knie
leggend. En moedertje schreit. Vader
is, Gode zij dank, nog niet in levens
gevaar. Maar hij zit daar in een fort,
of bij de grenzen. En 't is eenzaam,
koud-ongezellig, treurig, voor vrouwtje
van Landweerman. Zij heeft heel wat
moeten sparen en schikken en plooien,
voordat de kerstboom er was, - met
slingers van zilverpapier, met ge
kleurde glaasjes, met zwevende engel
tjes
Dan gaat, in het klokje van de
kerk, iets kleppen, iets roepen
Moedertje huivert. Zij drukt den
kleinen man, die zijn zachte handje
daar-straks, om pappie vragend, op
haar knie legde, tegen zich aan. Zy
besproeit z'n haren met haar tranen.
Zij is heel-gedrukt en bedroefd, 'tls;
er arm en schamel in 't huisje van j
den te-velde zljnden Landweerman.
Maar als zij denkt aan die vele, vele
tienduizenden in België, in allerlei
andere landen, - die de vadera moes
ter) afstaan, voor altijd, aan de groe
ven, die werden gedolven om de
stapels gesneuvelden te bergen
voor do eeuwigheid Dan sterft
in het hart van het arme Landweer-
man-vrouwtje de wrok, die opkwam.
Dan gevoelt zij weör kracht om op
te zien naar Hooger. Dan smeekt zij,
dat het straks aanlichtende jaar den
dageraad zal* brengen, na den gruwel-
nacht van bloed, waarin wij nu sid
deren
Mr. Antonio.
DE OORLOG.
De Duitsche bladen meenen te
moeten protesteeren tegen de over-
winningsberichtenwelkedeFranschen
de wereld insturen. Als bewijs tegen
de Fransche mededeel ingen voeren
zy de berichten aan welke zij van
het gevechtsterrein ontvingen. Of
deze nu juist altijd waar zijn
Een Duitsche vlieger bracht den
20sten dezer een bezoek aan Calais.
Twee bommen werden geworpen
waarvan er een dicht bij een fort
terecht kwam terwijl de tweede in
de haven viel. De laatste was waar
schijnlijk bestemd voor het Hotel
Maritime.
Een vlieger van de bondgenooten
heeft daarop een bezoek gebracht
aan Brussel. Deze tocht had dos
nachts plaats. Het doel was de ver
nieling van een Zeppelinloods te
Etterbeek. Negen bommen werden
naar beneden geworpen. Het resultaat
is niet bekend.
Omtrent de beschieting van de
gische kust door de Engelsche oor
logsschepen wordt nog een bijzon
derheid gemeld, welke als voorbeeld
kan dienen van de uitgebreide inlich
tingendienst waarover de legermach-
ten~ beschikken. Den dag van de
beschieting zouden een aantal officie
ren van den Generalen Staf in een
gebouw te Oostende te 12 uur tafelen.
De heeren werden echter opgehouden.
En tot hun geluk. Even na twaalf
uur begonnen de Engelsche granaten
te vallen en troffen met groote juist
heid het hotel. Een der officieren die
zich reeds in de eetzaal bevond werd
De offlcleele legerberichten van
21 en 22 December.
Op het W e s t e 1 lj k front blijken
de rollen thans ongeveer te zijn om
gekeerd. Thans zijn de verbondenen
aanvallers geworden, doch voorloopig
met even weinig succes als de Duit-
schers hadden toen zij het offensief
in handen hadden.
De Fransche berichten van 21 Dec.
melden dat de Engelschen een aan
tal loopgraven hernomen hadden.
(Dat zij zo verloren hadden is niet
medegedeeld). Verder zouden de
Franschen vorderingen gemaakt heb
ben ten Z. van Noyon en in het
bosch van St. Mard.
Volgens berichten uit Londen is
er ook ten O. van Nieuwpoort hevig
gevochten. Vaak stonden Duitschers
en Franschen tegenover elkaar met
de kanalen als scheiding. Het is toen
gelukt het kanaal van Paschedaele
over te trekken en acht vijandelijke
loopgraven te vermeesteren.
Daarentegen meldt een Duitsch
bericht van den 21en dat bij Atrecht
door de troepen van het 6e leger
steeds vorderingen worden gemaakt
en zij een aantal loopgraven van de
Franschen reeds vermeesterd zouden
hebben.
De berichten van den 22sten welke
van Fransche zijde afkomstig zijn
stemmen meer met de Duitsche
overeen. De Franschen melden name
lijk dat in de streek van Souain
hevige bajonetgevechten geleverd zijn,
en dat zij hier niet zijn opgeschoten.
De Duitschers van hun kant mel
den dat de Franschen bij Souain
hevige aanvallen deden welke echter
werden afgeslagen.
Verder berichten de Franschen dat
zij in Champagne wel zijn vooruit
gekomen en hier loopgraven tot een
lengte van 1500 M. op den vijand
hebben veroverd. Ook tusschen de
Maas en Argonnen hebben de Fran
schen terrein gewonnen terwijl zij
aan den rechteroever van de Maas
het terrein in het bosch van Consevoie
dat zij verloren hadden heroverd
hebbeD.
De Duitsche berichten maken mei-
diDg van „razende" aanvallen van
Engelsche en Fransche troepen bij
St. Hubert en Givenchy, welke wer
den afgeslagen. Evenzoo verging het
de Franschen bij hunne aanvallen bij
Albert, Compiègne, Souain, Perthes
en bij Verdun. Bij Richebourg moesten
de Duitschers de stellingen die zij op
de Franschen veroverd hadden weder
prijsgeven.
Aldus meldt het „Berl. Tageblatt".
Van het Oostelijke front
komen slechts weinig berichten. Do
Duitschers melden dat de toestand
in Oost-Pruisen onveranderd is. In
Polen zijn de troepen in een hevig
gevecht gewikkeld bij de Bzura en
de Rafka. Op .verschillende plaatsen
zouden zij deze rivieren reeds over
schreden hebben. De Oostenrijksche
berichten melden thans dat er in de
Karpathen nog steeds wordt gevoch
ten.
Verder melden zij, dat de Russen
in Galicië wederom tot den aanval
zijn overgegaan. Hierbij leden zij
echter zware verliezen, vooral aan de
Dunajec en de Nida. Hoe dit ook
zij, de Russen schijnen zich hier dus
vrij spoedig hersteld te hebben van
de nederlaag, hen door de Oosten
rijkers toegebracht. Verder wordt
gemeld, dat de strijd in de buitenste
vestingwerken van Przemysl voort
duurt en dat er bij de Pilica gevoch
ten wordt.
De Russen maken melding van het
feit, dat hot Oostenrijksche offensief
hooft opgnhouden en de Russische
actie zich gunstig ontwikkelt.
Van het Russisch Turksche ge
vechtsterrein melden de Russen een
overwinning in het gebied van Wan.
Een borgkanon on veel ander oorlogs
materiaal werd buit gemaakt.
Uit Koustautinopel wordt bericht,
dat het leger ter bevrijding van
Egypte, onder bevel van Dzemal Pa
scha, den 20on dezer uit Damascus
is vertrokken en opgerukt naar het
Suez-kanaal. Eerstdaags kan men dus
ook in dit gebied gevechten ver
wachten.
De opstand in Transvaal is zoo
goed als geëindigd. Enkelo aanvoer
ders en de partijgangers werden nog
gevangen genomen. 4000 man zitten
in de gevangenis, terwijl 1200 man,
die hun woord gegeven hadden, naar
huis konden gaan. De Regeering
heeft geen plan om algemeene am
nestie te verleenen.
Van het Westelijke gevechts-
Duitsche vlieger boven Dover.
De Kölnische Zeitung schrijft over
den tocht, door den Duitschen marine
vlieger luitenant Prondzsincky naar
Dover ondernomen. Hij had verschei
dene bommen geworpen en meent
zeker het havenstation te Dover ge
raakt te hebben. Tusschen de En
gelsche en Fransche kust zag hij een
heele rij torpedobooten liggen, blijk
baar om het vaarwater te beveiligen.
In de haven van Dover lagen ver
scheidene oorlogsschepen, ook een
van de klasse „Majestic". Eveneens
zag hij oorlogsschepen nabij Duin
kerken. Langs Duins had een leven
dig verkeer van koopvaardijschepen
plaats. Prondzsincky werd bij zyn
terugkomst hartelijk verwelkomd.
Vijandelijke vlieger boven
Straatsburg.
Straatsburg (Elzas), 22 December.
(Wolff.) Vanmiddag tusschen drie en
vier uur verscheen een vijandelijke
vlieger boven de stad en liet nabij
Ulkirch (een voorstad) een bom vallen,
die een leege loods en de vensters
van een korenschuur beschadigde.
Eenige stukken van de bom vielen
in de haven. Er is niemand gekwetst.
De vlieger, die op 1500 of 1700 M.
hoogte was, is beschoten.
Een Duitsch afgevaardigde als
Fransch soldaat.
De sociaal-democratische afgevaar
digde voor Metz in den Duitschen
Rijksdag, dr. Weil, heeft op 5 Augus
tus dienst genomen in het Fransche
leger. Do „Vorwilrts", die daarvan
nu bericht ontving, veroordeelt die
houding van dr. Weil op zeer scherpe
wijze.
Te Bent.
Te Gent wordt d.d. 20 dezer aan
de Tijd gemeld
De nood te Gent is thans schrik
barend. Intusschen worden dagelijks
i de requsities grooter. Op de markten
des Woensdags en Vrijdags halende
Duitschers de beste beesten weg en
die worden naar Duitschland gevoerd.
Betaling geschiedt met papieren bons,
waarvoor de gemeente goed is. Dezer
dagen kwamen soldaten ook weer
met een heele lijst bij de socialistische
coöperatie. De bekende volksvertegen
woordiger Anseele werd kwaad van
ergernis en begon posten te schrappen,
die hem onredelijk voorkwamen. Een
oogenblik lator kwam een officier met
de noodige manschappen en beduidde
Anseele, dat hij ook die geschrapte
posten te leveren had en hij gevangen
genomen zou worden als hij nog eens
zoo brutaal was, rectificaties in hun
lijsten aan te brengen. De nood aan
brandstof doet zich natuurlijk ook
onder de Duitsche militairen gevoelen,
maar die weten er wel raad op.
Alle houten betimmeringen van de
annexen van het Palace Hotel worden
op het oogenblik weggebroken en tot
brandhout verwerkt. In de winkels
van Gent is geen enkele kachel of
fornuis meer to krijgen. Alles is
opgeëischt en naar de loopgraven i
vervoerd. De paarden gaaD ev
in lange ryen weg en zelfs kalk wordt
overal opgevorderd. De onbewoonde
huizen worden leeggehaald door het
Bureau des Réquisitious onder toezicht
van Duitsche militairen. De vice-
consulaten worden niet ontzien.
Verscheidene Duitschers, die vroe-
:r uit België gevlucht waren, zijn
thans teruggekeerd en eischen schade
vergoeding van de gemeente. De com
mandant ondersteunt deze eischen
en dwingt de gemeente tot betaling.
Uit Frankrijk.
Oa Fransche Kamer.
Parijs, 22 Decembor. Bij de ope
ning der Kamerzitting heeft de minis
ter-president heden een overzicht ge
geven van de oorlogsgebeurtenissen
igd dat Frankrijk en zijn bond
genooten de wapens niet zullen neer
leggen, .oer de rechtsverkrachting is
gewroken, de voorheen verloren
provincies door Frankrijk zijn her
wonnen, het heldhaftige België weer
in het bezit is gesteld van al zijn
stoffelijk bezit en van.zijn politieke
onafhankelijkheid.
Er kan geen vrede zyn voor het
Pruisische militairisme is gefnuikt;
eerst dan zal in een herboren Europa
vrede, recht en welvaart kunnen
heerschen.
Spr. schetste voorts denfinancieelen
toestand van Frankrijk als zeer
gunstig; men behoeft zijn toevlucht
niet tot een leening te nemen, daar
de Banque de Franco in staat is, de
noodige gelden aan de schatkist te
verstrekken en het economische leven
te steunen. De huidige toestand des
lands noemde spr. zeer bevredigend
en hij eindigde iuet de woorden:
„Wij groeien ae' nólaon uie gevallen
zijn on de helden die door de eind
overwinning hen morgen zullen
wreken."
Na de rede van Deschanel gaf
minister Viviani een overzicht van
den toestand. Hij legde er den na
druk" op dat Frankrijk tot het uiterste
zal strijden om een roemrijke vrede
te kunnen verkrijgen, België te be
vrijden en hot Duitsche militairisme
te fnuiken.
De vergadering verschilde wel met
die van 4 Augustus. Toen was er
angstige spanning terwijl er thans
vertrouwen hcerscht op de eindelijko
overwinning. Op den 4en Augustus
nam men de uitdaging aan en thans
ziet men met trots terug op de reeds
behaalde resultaten.
De Russische Intendance.
In een Zweedscho courant vertelt
een medewerker uit Rusland dc vol
gende anecdote. Bij het begin van
den oorlog ontbood grootvorst Nicolaas
de hoogste ambtcnaron van de inten
dance. Op den bestemden tijd waren
zij in paradekleeding, rijk met orden
versierd, aanwezig, zeer gestreeld
over de hooge eer, die hen was weder
varen. Een uur lang stonden zy in
halven cirkel in de ontvangzaal
van den grootvorst. Eindelijk kwam
de grootvorst binnen. Met ongeloof
lijk buigzame» rug groetten ztj den
almachtigen mau, die zich nauwelijks
een buiging met het hoofd verwaar
digde. Met doordringende blikken
monsterde hy den een na den ander.
De situatie werd onuitstaanbaar pijn
lijk. EiDdelljk klonken de volgende
woorden van den grootvorst hard en
scherp door de zaal„wie steelt,
wordt opgehangen."
De overwinning der Serviërs.
Londen, 22 December. De corres
pondent van do Times seint uit Bel
grado Den 18den dezer ben ik van
Waljewo vertrokken en langs den
weg gegaan die bezaaid was met den
rommel van de weggeworpen uit
rustingsstukken der Oostenrijkers.
Den 15dcn dezer kwam ik vlak
achter het zegevierende Servische
leger te Belgrado aan.
De herovering van de hoofdstad is
niet zonder verwoeden strijd gegaan
en voor de Oostenrijkers gedemorali
seerd waren. De Oostenrijkers weer
den zich uitstekend, maar korden
tegenover de herhaalde uitstekende
aanvallen der Serviërs geen stand
houden. Zij moesten hun verzet op
geven toen de stelling van Torlak
die Belgrado beheerscht, in den avond
van 14 dezer viel. De hoogten, die
zwaar versterkt waren, werden met
groote hardnekkigheid verdedigd en
pas na drie bajonet-aanvallen namen
de Serviërs de stelling.
De Oostenrijkers haddon ter voor
bereiding van hun terugtocht aldoor
voorraden weggevoerd. Bij de spoor
brug was over de Sawe een brug ge
slagen, maar toen het bericht kwam
dat Torlak gevallen was, begon er een
algemeen sauvequipeut. Officieren
lieten hun soepborden en hun wijn
j glazen half vol staan en gingen er
I ijlings van door. De verschillende
rassen van de monarchie begonnen
onder elkaaar te vechten om uit te
maken, wie het eerst een heenkomen
zou zoeken. Ecu poging van de Ser
viërs om den linkervleugel om te
trekken en de brug te vernielen werd
verijdeld door een verzet tot het
uiterste van de Oostenrijkers, die de
stelling van Topsjider bezet hielden
en zoodoende kon de terugtocht, hoe
wel hij wild en wanordelijk was,
voortgaan.
De eerste Servische patrouille kwam
de stad in den ochtend van den 15den
binnen. Achter haar aan kwam koning
Peter, terwijl het vechten bij de brug
nog aan den gang was. De Serviërs
beschoten de brug daarna met gra
naten en vernielden baar. Op dat
oogenblik waren nog een groot aan
tal Oostenrijkers en een groot deel
van den tros ten Zuiden van de Sa
Volgens de laatste telling zijn 150
officieren, 10,000 man, 8 stukken ge
schut, 450 vrachtwagens en 1000
paarden in handen van de Serviërs ge
vallen.
Vele kanonnen werden ook in de
rivier geworpen.
De Oostenrijkers hadden geen tijd
gehad om Belgrado grondig te plun
deren, maar tijdens de bezetting had
den z(j verhuiswagens aangevoerd en
den inboedel van vele huizen van
welgestelde menschen weggenomen
en naar Semlin overgebracht. Voorts
namen zij alle mannen tusschen de
16 en 60 jaar gevangen en zonden
die met een aantal vrouwen en meis
jes naar Hongarije.
Er zijn nu berichten over de ver
schillende bewegingen die het Ser
vische leger heeft uitgevoerd. De
Serviërs hebben heldhaftig en schit
terend gevochten en den vijand op
nieuw een verpletterende nederlaag
toegebracht. Natuurlijk heeft dat veel
bloed gekost, maar toch weinig in
vergelijking met het verlies dat den
vijand is toegebracht.
De Oostenrijksche legers, die Ser
vië zijn binnengevallen, zijn als ge-
vechtseenheden vernietigd en de
Serviërs weten nog niet, hoe groot
de buit is. Voortdurend worden nog
gevangenen aangebracht. Op grond
van wat de correspondent zelf gezien
heeft schat h(j den buit op ten minste
honderdvyftig kanonnen en tweehon-
derd vijftig munitie transportwagens,
waarvan de meeste met duizenden
geweren en zeker met millioenen
patronen geladen waren. Of de Oos
tenrijkers in staat zullen zyn al dit
verloren materieel aan te vullen en
ook de verliezen aan manschappen,
zal men moeten afwachten. Maar
voor nieuwe krijgsverrichtingen zal
het in elk geval noodig zijn een ge
heel nieuw leger te vormen.
De „Corriere della Sera" verneemt
uit Nish, dat in den slag bij Belgrado
de Oostenrijkers 60,000 man aan
dooden en gewonden verloren. De
volledige l|jsc van den oorlogsbuit
der Serviërs bestaat uit: 80,000 ge
vangenen, drie vaandels, 126 kanon
nen, 29 mortieren, 50 machine-gewe
ren, 362 wagens, beladen met mu
nitie, 2700 paarden, drie militaire mu
ziekkorpsen en 32 veldkeukens.
Na de ontruiming van Belgrado
door de Oostenrijkers maakten de
Serviërs nog vier vaandels, 150 ka
nonnen en machinegeweren, 1200
paarden, 150 provisiewagens en
180,000 geweren buit.
Op Zee.
Noorsch stoomschip op oen
mijn geloopen.
Londen, 22 Dec. Volgens een Lloyd's
telegram is het Noorsche stoomschip
„Boston" in de Noordzee gezonken na
op een mijn te zyn geloopen. De „Bos-
tou" was een s.s. van 738 ton.
Engelsche bladen deelen mede, dat
de Duitsche stoomschepen Baden en
Santa Isabel bij de Falkland-eilanden
zijn genomen.
Het zijn vermoedelijk de kolen
schepen, die behoorden bij 't eskader
van vice-admiraal von Spee, 't welk
b(j die eilanden is verslagen.
't Zijn beide nieuwe schepen, be-
hoorend aan de Hamburg Amerika-
lijo, de Baden meet 7676 ton, de
Santa Isabel 5199 ton.
PLAATSELIJK NIEUWS.
RAADS-0VER2ICHT.
Een Raadscollege we spreken
in 't algemeen, zonder te individu-
aliseeren is een vergadering van
achtbare, deftige en vroede mannen,
die, in gepaste stemming, 't wel en
wee bespreken van een plaats, 't zij
stad of dorp, die meestal in gekuisebte
stadhuistaal spreken, water drinken
en bezadigd doen als wijze mannen
ist.
Maar dat een Raadsvergadering tot
een philologen-congres zou aangroeien,-
dat men er taalkundige, etymologi
sche en syntaxische spitsvondigheden
te berdo zou brengen, waarbij a het
wit van b zwart en b het zwart van
a wit noemde, dat hadden wij nog
niet bygewoond. Dat men zinnen,
de zware deftige zinnen van de wet
telijke traktaten en verordeningen in
hun taalkundige ontledingen zou uit
eenrafelen, dat was nog niet voor
gekomen.
'tls j.l. Maandagavond geschied in
een zeer wljdloopig, zéér interessant
debat.
Horribile dictu:
'k Wed, lezer, dit begin verschrikt u.
(Het rijmpje is, hetzij terloops ge
zegd, van den Schoolmeester, die meer
Latijn geschreven heeft dan door niet-
klassiek aangelegde jongeren ver
werkt kan worden).
Eerst viel het ons wat boud op het
dak. Nietwaar, je bent op zichzelf
al verrast door de vervroegde Raads
vergadering en weet, dat elders een
Vlaamsch zanger staat te zingen van
„Marleentje" en van „Tineke
Heule", bent nochtans vol goeden
moeds naar het huiB der vroede va
ders getogen, gedachtig aan het „Paris
en vaut bienunemesse"en wordt daar
overrompeld door een philologisch
debat vol spitsvondigheden, waaraan
met permissie geen touw vast
te knoopen is. Je hebt een heel cahier
vóór je liggen, scherpgepunte pot-
loodei., en bent van plan met animo
de debatten te verslaanen ziedaar!
reeds dadelijk wordt je met lamheid
geslagen.
Anderhalf uur is er geredeneerd in
den Raad, an-der-lialf uur, en wat is
het resultaat voor de krant? Een
„Engelsche notting"-, zou de oude
Gerrifc zeggen, de loopknecht van de
Kopperliths uit „Woutertje-Pietcrse".
Tien regels -* horribile dictu - tien
simpele regels, waarin alles uitge
sponnen is wat maar by mogelijkheid
voor uitspinning vatbaar was. Wij
schamen ons het neer te schrijven-:
tien regels, op 't aller-, alleruitvoerigst
vijftien regels. Waarmede niet ge
zegd is, dat het debat uiterst onbe
langrijk was, integendeel.
't Was, we zeiden het reeds, een
taalkundige kwestie. Dr. 'Van den
Berg had zich - volkomen terecht
ipeërgerd aan de zonderlinge on-oir-
pbraseologio veler gemeentelijke
verordeningen. Hij kwam er tegen
op, dat het voegwoord „dat" gebruikt
werd in een zin, waarin het niet te
>as kwam. Als ik zeg„Ik heb
Marietje lief gekregen in het. jaar dat
ik meerderjarig werd", dan is dat,
zéi Dr. Van den Berg, foutief. Het
is onzin, niet het liefkrijgen, maar
de constructie van den zin. Het moet
natuurlijk zyn „in het, jaar, waarin
ik meerderjarig werd". „Weineen",
betoogde de Voorzitter, „want in dat
jaar kendet gy Marietje nog niet. Het
is niet het jaar waarin, maar het jaar
dat". Toen kwam de heer Bommel
en die deskundige zeide, dat het we
zen moestnadat. Oók fout. Dan
zou het den schijn hebben alsof men
Marietje later lief gekregen had en
dat was niet waar. Het was het jaar
dat. De Voorzitter had gelijk, maar
Dr. Van den Berg had ook gelijk en
de heer Bommel nog veel meer. Bn
geen der drie heeren gaf kamp.
't Was lastig. Wetten maken is
een mooi ding, maar 't wordt lastig
onder woorden te brengen wat men
precies wil zeggen. Geen taalkundige
voor de samenstelling van wettea,
heeft Thorbecke gezegdeen wet
moet juridisch goed zyn en niet taal
kundig. Taalkundig kan men niet
precies uitdrukken wat men zeggen
wil, hetgeen er, vooral bij wetten,
erg op aankomt (voor Marietje, die
liefheeft, is het zoo erg niet).
De Voorzitter trachtte den knoop
door te hakken, door voor te stellen
eens een taalkundige te raadplegen,
wat nu niet bepaald een compliment
was aan de heeren Van den Berg en
Bommel, nochtans door beidon goeds
moeds aanvaard werd, en do zaak
zou misschien haar beslag neDoen
gekregen, alsniet de heer Bier
steker roet in 't eten. gegooid had.
Meneer de Voorzitter, zeide deze
heer, de heele verordeningen zijn niet
bepaald kunststukken op taal- en stel
kundig gebied. Er staat in de ver
ordening b. v. iets wat niet bedoeld
wordt, terwijl, wat bedoeld wordt,
er niet staat. Er zijn b. v. aangesteld
drie adjunct-commiezen ter secretarie,
terwijl de verordening zegt, dat er
minstens drie kunnen worden aan
gesteld. Dat is, blijkens de bedoeling
van den Raad, niet juister moet
in de verordening staan: dat er drie
sullen worden aangesteld, maar dat
er meer kunnen worden benoemd.
Verder staat er, dat de periodieke
verhoogingen worden toegekend na
een desbetreffend voorstel van de
hoofden van de bedrijven aan B. en W.,
terwijl de waarheid is, dat die ver-
hoogingon automatisch plaats hebben
en slechts op voorstel van de hoofden
van takken van dienst bij wyze van
straf niet kunnen worden gegeven.
Dat is een groot verschil. O, de heer
Biersteker was hierna nog lang niet
au bout de son latin, hoezeer de Voor
zitter en andere heeren ook Daar het
einde snakten.
De Voorzitter verdedigde zijn ziens
wijze en geraakte daarbij in levendig
debat met den heer Biersteker.
Toen kwam de klap op de vuurpijl
beide wethouders waren het met den
heer Biersteker eens. De verorde
ningen deugden niet. Maar, vroeg de
heer Over de Linden de heer Ver
stegen had het reeds „ter zijde" ge
mompeld: „Hoe komen dan die uit
drukkingen iu de verordeningen te
te staan, als de meerde) heid van het
D. B. vindt dat ze foutief zijn?"
Dc Raad glunderde: zoo'n oolik
enfant terribleJa, hoor eens, meneer
Over de Linden, zei de Voorzitter....
't Liep onder de hand naar negen
uur. De heer Biersteker vond, dat de
Raad dit zaakje zelf wel kon opknap
pen, dat we daar geen rechtskundig
adviseur voor noodig hadden. Ze
zouden ons heerlijk uitlachen in den
Haag. Onder tusschen zat de Voor
zitter er mee. De verhoogingen
moesten met Januari uitgekeerd
worden en zoolang deze verordening
niet goedgekeurd was, kon dat niet
geschiedsn. Du8: de zaak moest tot
een einde komen, hoe dan ook.
De heer Biersteker redeneerde nog
steeds. Werd 9 uur, 9 uur 5, 9 uur
7. Totdat, plotseling, evenals in het
lied van Pieter Spa, de spreker stil
hield midden in een zin: hij stokt,
hij kan niet meer. De heer Biersteker
had zichzelf vastgoredeneerd.
Toen nam de Voorzitter het woord.
Stelde voor om de loonsverhoogingen
uittebetalen volgens de lijsten, en dan
de verordeningen te herzien en in
eene volgende vergadering eene ver
beterde editie uit te geven, 'n Lumi
neus idée.
Te 9.15 stelde de heer Grfinwald
voor B. eu W. een blanco crediet te
geven daarvoor. Oók 'n lumineus
idée. Du choc des opinionsenz.
Bijna ware dit aangenomen, als
niet de heer Verstegen de verzonen
tegen de prikkels geslagen had en op
zijne beurt met op-en aanmerkingen
gekomen was. Die betroffen echter
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Heeren.
Zeer doelmatig.
Oe goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
middelljk toegezonden.
niet de redactie der artikelen, maat
de bedragen zelve.
Nou breekt mijn klomp! riep de
Raad uit, en de discussies begonnen
opnieuw. Do lieer Verstegen kreeg
het woord. Glashelder toonde deze
heer aan, dat in de Hjsteu van uit
betaling fouten stonden; dat ver
scheidene loonen te laag waren op
gebracht. Evenzoo glashelder betoogde
de Voorzitter dat het niet waar was.
De heer Biersteker haalde het officieel
verslag en las daaruit voordo Voor
zitter haalde de notulon en las daaruit
voor.
Toen beiden aan 't eind van hun
lectuur gekomen waren en de Raad
paf zat over zooveel ingewikkeld-
hedens, riep de heer Biersteker
EurekaIk heb 't gevondenDe Voor
zitter heeft die bedragen zoo gewild,
ze in gedachten gehad en geno-
erd.
En de Voorzitter zeias-je-me-nou
Maar eindigde, na veel pourparlers,
met voor te stellen de verordening iute-
trekken. Hij wist or niot meer uit-
tekomen. De Raad moot dan maar
zijne opmerkingen indienen.
Ja, maar, meneer de Voorzitter,
riep de heer Biersteker. Dat gaat
toch niet. We kunnen over zoo'n
wissewasje toch niet schriftelijk dis
cussieeren.
Dat ben ik met u eens, zoi de
Voorzitter, maar als men nu zegt,
dat zelfs de begrootings-cljfers niet
1 meer zijn, weet ik het niet
meor.
Toeu sloeg de heer Over de Linden
den juridischen spijker heel aardig
op den kop. De begrooting is niet de
wegwijzer voor den Raad, zeide deze
heer, alleen de verordening. Doze
zaak hoeft niet uitgesteld. En rodde
de situatie.
Zoo werd, tot aller genoegdoening,
en tot voler verlichting de kwestie
opgelost. Toen 't afgeloopen was,
werd er geroepen dat het zoo klaar
was als een klontje. Deze ietwat ge
forceerde beeldspraak vond niet alge
meen instemmingPrecies ander
half uur had het geduurd.
Wij zwommen nu door een zee
van gemoedelijkheden naar een ander
punt, dat de gemoederen heftig in
beweging bracht. We bedoelen do
„missive van de Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
inzake het Directoraat van de Han-
meester en WethoudorB",
_eze zaak komt hierop neer: Don
heer Van Mierlo is het, krachtens
instructie., niet vergund als
Directeur der Zeevaart- on Visscherlj-
school, ook nog als leider van de
Handelsavondschool optetreden. De
Handels-avondschool wordt in het
gebouw dor Zeevaartschool gehouden,
zoodat het eigenlijk tusschen de be
drijven door kan geschieden. Do
H.a.s. is door dozen maatregel tame
lijk wel gedupeerd, - waar haalt zy
zoo gauw een anderen goschikten
directeur vandaan ?-en wist ten vori-
gon jare gedaan te krygon, dat althans
voor een jaar de vergunning verleend
werd. Dat was in de raadsvergadering
van 19 Augustus 1918 en sindsdien
is de zaak kalm op den ouden voet
voortgezet: do status quo is gehand
haafd.
Nu was er in den Raad oen schrij
ven ter tafel gebracht van de Com
missie van Toezicht op het M. O.
naar aanleiding van een ministerieel
aanschrijven. De Commissieadviseerde
daarin, aangezien toch het gebouw
van de Zeevaartschool voor dezen
cursus (1914-'15) werd afgestaan,
den heer Van Mierlo te vergunnen
ook het directoraat der H.A.S. waar
te nemen. En in het ministerieel
schrijven werd gesproken van het
goede resultaat, dat de combinatie
van zeevaartkundig- en handelsonder
wijs heeft.
Waar nu B. en W. het voorstel
deden om, daar de cursus toch weer
aan den gang is, den heer Van Mierlo
Ingezonden Mededeeling.
Het keeren der jaren.
In het loven der vrouw is het
keeren der jaren een tijdperk van
veel zorg en ziekte. Het openbaart
zich door pijn in den rug, hoofdpijn,
duizeligheid, gevoel van slaperigheid
na den maaltyd, opstijgingen van hel
bloed, benauwdheden, een gevoel van
zwaarte in den onderbuik, in het
kort door de verschijnselen, die ge
paard gaan aan een slechte werking
der nieren. Want de onzuiverheden
die vroeger op geregeld© tijden wer
den verwijderd, blijven voortaan ge
deeltelijk in het lichaam achter en
kunnen niet worden afgevoerd, wan
neer de nieren niet voldoende kracht
hebben om het bloed voortdurend te
filtreeren.
Hot is daarom, dat het vooral in
dit tijdperk noodzakelijk is Foater's
Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken,
die de nieren opwekken en horstellen,
en haar geschikt maken tot haar be
langrijke taak, waardoor de gezond
heid van het gehoele organisme ver
zekerd wordt.
Te Den Helder verkrijgbaar by de
Fa. De Bie-Biersteker, Koizeretr.93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel fr, f 1.75 voor één, of f 10.—
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (40)