HELDERSCHE COURANT
No. 4412
ZATERDAG 9 JANUARI 1915
43e JAARGANG
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden in de eerste helft van Januari 1915.
Aatardag 9 Mnrlne-cant
Dinsdag 12 Wooaliuls
u Lezing Slumphius
Lezing met voordr. e
LIJST vart ingekomen en vertrokken
personen.
INGEKOMEN.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel.:
J."Wi|n,2eluit,d.Art..1Bre6waterstr.28,Breda. N.H.
W.L.Rudolph, bookw.,J.in'tVeldstr.38,Arnli.
II.Brink,arb..Actitor Binnonh.27,Groningen. R.C.
U roll'-, sei'!.'.•tori»miZuidstiv-AAMam. N.ll
H. W.J,Maas,mael].K.M., Stat.w.1, Schiedam.
J.Tietema,leerl.macli.H.[J.S.,Grav.etr.l.Sloten.,
Wed.A.den"-
W.A.Col;|n,
Wod.~A.den Baas, z.i)Sluisdjjkstr.77, r'iiarn. r'.C.
A.ColUn, timm., KlaasDuitstr. 13, A'dam. D.G.
P.Palmlrocfe,
w. r, v!
ar.,Mol'enstr.l82,Hiliegersberg.R.c!
,n Beers-Vereschlldt,
z. b., Jonkerstraat 61, Arnhem.
J.Dullor, olectrlcibn, Zuidstr.üG,Amsterdam.
W.Cornloljo,werkman,leVroonstr.86,R"dam. üer.
A. BUI, melkventer, 2oVroonstr.80b, id. N.H.
A. Mooi, klerk R.W., Hoogstr.99,
JohanDesburg (Z.-A.).
M.Geus—IIeulmau.z.b.,Parallel w.47Haariem.Ger.
J.G.DÜkslra,student,DUkstr.32n,Hof v.Delft-Geen.
M.Moiling, boterm,, Basstr.85, Buurmalsom. N.H.
H..I.Verbeek,horlogem.,Weezeiistr.45,R'dam. E.L.
W.C.v. DUk, z.b., Hoogstraat 20, Alkmaar. N.H.
Küunsterman,tim.,Hurton9teeg4Haarlem.Geen.
E.A.v.Wely,kap.-lcw.m.,Hoofdgr.88,'s-Hage. N.H.
J.MooU, huissohtldor, Langestr.6D, Hoiloo. R.C.
D.W.Kwak, machinist, Hoogslr.95, N.-Helv. N.H.
U. H. Kochtik, gepd., Westgracht 2, Leiden.
H ,Kroon8tuiver,z,b.,2eVroonstr.ll9,Haarlem.
J.v.8taenbergentlandb.,Bin.h.l7Passnic(N.A.).„
E.ïimmerman, z.b., Hooldgr.88a, N.-Niedorp.
C.L.Ko3t,l:orp,-ironst,,BassTngr.ó5b,Hellev.sl. R.C.
A.Vormeulen,matr.-hofm,,Bloem8tr.6,R'dam-N.H.
O.A.Haremaker,zeeman,Zuidstr.19,Hoorn. D.Gez.
G.Bi8seliog,n"
N. Klut, z. b.
G.Blsaeling, molenaar,2e VrooDStr.75,BÖrgh.
N. Klut, z. d., Vlamingstraat 74, "s-Hage.
M.Lui)t, winkeljuff., 1'olderw. 17, Apeldoorn. N.H.
W.J. Bakker, arts. Kar f"
Hage. N.H.
ddoor-
Kanaal weg 77, A'dam.
A. J. C. Bouif kl. H.IJ.S., Hoogstr. 82, R'dam. D.G.
Wed.J.C.Prilievitz,zd.,Binn.h. 18,Oogstgeost.
A.J.J.M.v.GeB8el,adj. c.R.W.,W'str. 65, A'dam. R.C.
G.Voorthuysen, znd., Julianadorp, Alkmaar. N.H.
M.Snel, znd., Keizerstr. 26, Berchem (België). R.C.
VERTROKKEN.
Naam: Beroep: Van: Naar: Gel.:
Wed.M.E.Palm, znd., Plants str. 11, 's-Hage. N.H.
J.Vader. lioofdmach.. Spoorstr.112, Vlissingon.
C.A.v.Eück,ond.ws.,Ó,al.str,58,Vlaardibgen.Rem.
F.L.v.d.Haagen, flttor, Walv.str.24,Egm:a.Z. N.H.
H.C'.C.Berends, gepd., Achterstr. 16, Groningen.
K.Bruinsma, nmj -mont^Troinpstr.l.Vl.singon.
W.Schreuder, timmerm., Huisduinen, 's-Hago.
H.Wiichman, onderw.,Langestr. 60, Brummen
B.B.LoDghaus, kleorm., Florastr. 26, Alkmaar.
W.H.v.Elten, Btoker, KI. Duitstr. 86, A'dam. R.C.
M.deVrieB, marinier. Callforniostr. 47, A'dam.
H.l''.Kouskamp,sgt.-hm.,v.Galenstr.4,'8-HageN.H.
P.H.Schoonenberg,mar.,Molenslr.l80,N.Helv.R.C.
■J.S.O.Meffert, teeken., Kanaalw. 88, 's-Hage. Geen.
A.J.Lafeber, dir. Wutorl., idem 79, Bussum. N.H.
D. P. Vermeten, zonder, Gasstr. 8, Zwolle. Geref.
W. H. Janssen, marn., Molenstr. 182, 's-Hage. R.C.
W. C. Delaraan, ass.-ZoOl., Hd.gr. 42, Oegstg. Geen.
W.v.d.Molen, leoraar, Kanaalweg 4, A'dam. N.H.
C.Noordbergen, marn., DUkw.89,Groningen. Geen.
A.J.v.d.Berg, kapt.L.d.H., Spoorgr., Leeuw. L.d.H.
R.F.deBoer, stokor-olleu., Smidstr. 83, A'dam.
Ingezonden Mededeeling.
Lendepijnen - Nierontsteking.
Lendepljnen komen dikwijls voort
uit nier ontsteking? Is dit een ernstige
ziekte? Zeker, zeer ernstig. Om te
begrijpen waar die ernst vandaan
komt, is het noodig te vertellen wat
de nioren zijn, en welk nut zij hebben.
De nier is het orgaan, dat tot taak
heeft zekere bestanddeelen van het
bloed op hun loop tegen te houden.
Hot overblijfsel van de zuivering van
dat bloed vormt de urine die zich
verzamelt in de blaas. De nier oefent
een zeer belangrijk werk uit. Zij laat
alleen doorgaan de stoffen die nutte
loos en zelfs schadelijk zijn voor een
goede werking van het lichaamsge
stel. Zij laat bijvoorbeeld het ureum
doorgaan, maar houdt het eiwit tegen.
Dit belangrp werk verricht zij op
voorwaarde van in een gooden staat
van werkzaamheid te vérkeeren.
Indien zij ziek is, doet zij haar werk
verkeerd. Dan laat zij door wat zij
moest tegen houden, zij houdt terug
wat zij moest doorlaten. Dadelijk
voelt men dan pijnen in de lende
streek, bevingen en koorts. De zieke
heeft brakingen, walgingen, benauwd
heden, verschijnselen van bloedver
giftiging door niet verwijderde giftige
stoffen. De onderste oogleden zwellen
op en die zwelling deelt zich mee
aan het gelaat en aan de beenen.
Zulk een zieke vergiftigt zich zelf.
De Pink Pillen hebben een uitmun
tende werking op do nieren. Zij ge
nezen ook de bloedarmoede, de bleek
zucht, de neurasthenie, de algemeene
zwakte, de maagpijnen, schele hoofd
pijnen, zenuwpijnen, heupjicht.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
a f 1.75 per doos, en f9.— per zes
doozon bij het Hoofddepöt der Pink
Pillen, Dacostakade 16, Amsterdam
voor Helder en Omstreken bij
H. DE BIE—Biersteker, Keizerstraat
93 en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63
te Schagen bij J. ROTGANSte den
Burg (Texel) bij T. BUIS en verder
bij verschillende Apothekers en goede
Drogisten.
FEUILLETON.
„Och ik heb heelemaal geen
trek!" Zij leunde achterover en Ver
kerk schoof zorgzaam een kussen
achter haar rug en een onder haar
voeten. Haar moeder schonk thee,
maakte de bioodjes klaar en zette
alles voor haar neer.
De jonge vrouw liet, haar moeder
en haar man stilletjes begaan. Al de
bewijzen van teedere bezorgdheid
achtte zij slechts staalljes van hun
plicht. Met half gesloLen oogen zat
zij stil bij de tafel. Zij scheen geen
lust te hebben om aan het gesprek
deel te nemen. Het verloopen jaar
had haar schoonheid tot vollen bloei
gebracht, en zij had veel zonder vor
men gekregen, merkte haar moeder
bij zichzelf op.
Verkerk liet zijne blikken met on
verholen verrukking op haar rusten,
en vroeg toen vriendelijk: „Wel,
Jenny, wil je ons eens wat van het
souper van gisteravond vertellen?
Heb jij je geamuseerd? De dienstbode
zegt, dat je pas om twee uur bent
thuisgekomen."
„Wanneer je de meid al uitgehoord
hebt, behoef ik me toch niet meer
met praten te vermoeien."
„Maar, Jenny," zei haar moeder,
DE OORLOG.
De officleele legerberichten van
6 en 7 Januari.
Van 't westelijk oorlogstooneel komen
berichten, welke doen zien dat vooral
in den Elzas verbitterd gevochten
wordt. Volgens een bericht uit Bel
fort worden de gevechten bij Altkirch
zeer moorddadig voor de Duitschers.
Volgens hetzelfde (Fransche)' bericht
zouden de Duitschers bijna overal de
roode-kruis-vlag hljschen, teneinde aan
het Fransche artillerievuur te ontgaan.
Het Fransche bericht van 7 Jan.
's middags 3 uur, meldt dat de Duit
schers het door de Belgen bezette
bruggehoofd van Dixmuiden heftig
beschoten hebben. Bij Rijssel werd
een aanval der Duitschers afgeslagen.
Bij Reims werd de aanleg van Duit-
sche versterkingen tot staan gebracht.
Ten N.W. van Flirey (tusschen
Pont Mousson en St. Mihiel) hebben
de Franschen een gedeelte van een
vijandelijke brug bezet. In de streek
van Altkirch hebben zij volgens hunne
mededeeling een bosch op 4 K.M.
ten N.W. van die stad bezet. De
Duitsche artillerie ten N. van Thann
werd tot zwijgen gebracht.
De Duitschers melden dat ten N.
van Arras fel gestreden wordt om
het bezit van door hen stormerhand
op den vijand veroverde loopgraven.
Vorderingen werden gemaakt in de
Argonne, terwijl een aanval der Fran
schen in het oostelijk deel van het
Argonnewoud werd afgeslagen. De
Franschen waren er reeds in-geslaagd
de Duitsche stelliDg te nemen. Zij
werden echter door een tegenaanval
daaruit verdreven.
De bewuste hoogte 425 ten W. van
Cernay is naar de Duitschers melden
weer in hun bezit. Niettegenstaande
de heftige aanvallen der Franschen
wisten de Duitschers zich daar te
handhaven.
Zeppelins hebben een bezoek ge
bracht aan de Fransche kust. Overdag
kwamen reeds herhaaldelijk vlieg
machines boven Duinkerken, welke
op een uitzondering na geen bommen
wierpen. Deze vliegers deden waar
schijnlijk dienst als verkenners. Den
6en verschenen 3' Zeppelins boven
de kust tusschen Grevelingen en
Calais. Zij vertrokken weder zonder
het een of ander verricht te hebben.
Van het oostelijk front komen be
richten weke melden dat de toestand
aldaar onveranderd is. Volgens een
bericht uit Berlijn vorderen de Duit
sche aanvallen langzaam.
Van het Russisch-Turksclie front
komen berichten welko nog bijzonder
heden geven over de Turksche neder
laag bij Sarykmisj. Volgens de Rus
sische mededeeliog hadden de troepen
hier te strijden tegen een tien-voudige
overmacht.DeTurken volgden dezelfde
taktiek als de Duitschers door gelijk
tijdig een flank en front-aanval te
ondernemen. Bij deze aanvallen leden
zij verschrikkelijke verliezen.
Van den opmarsch der Turken
naar Egypte werd sedert lang niets
meer gehoord. Thans meldt een be
richt uit Duitsche bron, dat te Cairo
met beslistheid wordt beweerd, dat
op het schiereiland Sinai een groot
treffen had plaats gevonden. Volgens
hetzelfde bericht schijnt het dat de
opmarsch der Turken wordt voorbe
reid met alle hulpmiddelen der mo
derne techniek. Spoorwegen voor
troepenvervoer worden aangelegd.
Van hei Westelijk
oorlogsterreln.
Londen, 7 Januari. De „ooggetuige"
in het Engelsche hoofdkwartier zegt
dat er nooit een oorlog is gevoerd
die een scherper tegenstelling biedt
van weelde en ongemak. Het eene
oogenblik valt er te vechten tegen
koud water, tegen geweldige out-
plofflngsmiddelen, en een volgend
„ik vind, dat je je man weleenaoder
antwoord kon geven."
„Het is onuitstaanbaar, giDg Jenny
voort, „dat uithooren van de dienst
boden Hij weet immers, dat ik door
kennissen zou worden thuisgebracht.
Is men in zoo'n geval zijn eigen baas?
Wie, zooals ik, dikwijls zonder man
uit moet gaan, moet maar afwachten,
wanneer zli naar huis kan rijden.
Waaarom dus dat verwijt over het
late uitblijven?"
„Wie maakt je een verwijt, lieve-
lin? Waarom zou je niet blijven, zoo
lang als jij je amuseert? Ik ben blij,
dat je het doet. Het spijt me genoeg,
dat ik je niet altijd kan vergezellen.
Maar je was immers goed beschermd."
„Eene getrouwde vrouw heeft geen
bescherming noodig. Ik wil ook nooit
meer zoo afhankelijk zijn. Kan je
niet meegaan, dan ga ik alleen. Ik
ben volstrekt niet de eenige, die
zonder haar man op een soiree ver
schijnt."
„Dat zou ik zeer ongepast vinden,
mijn kind," merkte haar moeder op.
„Je bent zoo jong, dat je begeleiding
noodig hebt, als je zonder jo man
wil uitgaan!"
„Wat zou ik dat niet eens
mogen?" riep Jenny mismoedig. „Dan
mag ik wel vragen, waarom ik ge
trouwd bon. Moet ik nu nog altijd
aan de rokken van eene gouvernante
hangen? Een beetje eigon baas zijn
is toch de eenige vergoeding voor
alles, wat een meisje opgegeven
heeft". En de tranen rolden over
haar wangen.
oogenblik valt er te genieten van
een gezellig verblijf binnenshuis met
warme maaltijden.
De ooggetuige wijst er op dat het
Nieuwe Jaar is aangebroken met een
gunstiger toestand voor de bondge-
nooten dan sedert het begin van den
veldtocht is voorgekomen. De Engel
sche troepenmacht, aangegroeid tot
een groot leger en steeds toenemende
in sterkte, heeft mooi werk gedaan.
Er vallen duidelijk drie tijdperken
in dezen oorlog te onderscheiden;
thans treedt men het vierde in. In 't
eerste tijdperk ging het initiatief van
de Duitschers uit; in het tweede
raakten zij het kwijt; in het derde
herwonnen zij het door een groote
overmacht aan te wenden tegeneen
deel van ons front; in hot vicrd6 tijd
perk is het initiatief voorgoed over
gegaan op de bondgenooten, die den
laatsten tijd op verschillende plaatsen
belangrijke uitkomsten hebben ver
kregen en opmerkelijke vorderingen
hebben gemaakt. Intusschen zit het
voordeel vooral in het feit dat de
bondgenooten tot het offensief zijn
overgegaan.
Het gevolg van de herhaalde kleine
successen is dat de vijand genood
zaakt is, uit strategisch en taktisch
oogpunt gewichtige punten van spoor
wegverbindingen rivierovergangen en
steden op te geven en ten slotte op
een andere verdedigingslijn terug te
trekken. Al gaat het langzaam en
met moeite, toch is elke met veel
bloedvergieten en kosten vermeester
de Duitsche loopgraaf een stap naar
het einds van den oorlog.
Wij mogen beweren dat wij beter
gekleed zijn dan onze tegenstanders.
De gevangen genomen Duitschers
geven over onze uitrusting hun be
wondering te kennen. Het schijnt dat
er veel ziekte, met name typhus, in
de Duitsche gelederen heerscht. -
De Duitsche compagnieën bestaan
uit een mengsel van soldaten van
het actieve leger, landweer en land
storm, ersatz-reservisten en vrijwilli
gers. Laatsgenoemden worden als
zeer minderwaardig beschouwd.
Bij Duitsche legerorder van 29 Dec.
is het aan de militairen in de loop
graven verboden met den vijand op
kameraadschappelijke wijze om te
gaan of toenadering tot hem te zoeken.
Dit schijnt in verband to staan met
de eigenaardige verbroederingstafe-
reelen die met Kerstmis hebben plaats
gevonden.
Van de Belgische grens.
Sluis, 7 Januari. Betrouwbare oog
getuigen, die gisteren de streek had
den verkend, hebben mij medegedeeld,
dat de Duitschers met koortsachtigen
Ijver voortgaan het Noordzeestrand
tusschen Knocke en Heyst tot vlak
bij onze grens aan de Kadzandsche
duinen in staat van verdediging te
brengen. Knocke is bezet door een
vijftien- tot achttienhonderd man Duit
sche troepen, zoowel infanteristen van
den landstorm als marinematrozen,
artilleristen en cavalerie. Tot heden
zijn er in den dijk achter de duinen
van Knocke naar 't Zwin vier kanon
nen geplaatst. De Duitsche militaire
kommandant daar had aan de man
schappen meegedeeld dat er een lan
ding van Engelsche troepen kon wor
den verwacht, en dat er dan langs
het strand tusschen Knocke, Heyst,
Zeebrugge en Blankenbergho voor
zeker een zware slag zou worden
geleverd.
Heyst is naar schatting door een
drie duizend man troepen bezet. Op
den betonvloer van een tennisveld in
het badplaatsje Duynberghen is een
42 c.M. kanon opgesteld te midden
van de zeer sterke batterij, die hier
uit de duinen het strand bestrijkt.
Hot bericht dat men daar om het
geschutsveld vrij te krijgen acht
nieuwe villa's in de lucht heeft laten
springen, werd mij bevestigd. De
duinen zijn op verschillende plaatsen
geëffend. De kanounen rusten er op
betonvloeren, die door balken in het
zand gedragen worden. Duynberghen
is geheel ontruimd. De menschen
moesten hun huizen verlaten, moch
ten meenemen wat zij konden, maar
wat zij achter lieten hebben de sol
daten grootendeels buitgemaakt. Ver
schillende villa's zijn opengebroken.
Op tal van plaatsen heeft men de
ramen uit de kozijnen genomen en
daarachter mitrailleurs opgesteld. Tot
zoover zijn de gevels van deze huizen
dan met dammen van graszoden ver
sterkt. Deze mitrailleurs zijn alle
„Jenny, lief vrouwtje, wees kalm I
Jo weet, hoe nadeelig elke gemoeds
beweging voor je is," riep Verkerk
verschrikt, „Schrei toch niet, Je mag
alles doen watje wil 1 Dioog je tranen
en vertel eens naast wie je aan tafel
zat
Naast luitenant Harkstede", ant
woordde zij, terwijl ze met den zak
doek over haar gloeiend gezicht veegde.
„Luitenant Harkstede?" vroeg haar
moeder. „Die naam komt mij zoo
bekend voorlag die vroeger niet bij
ons in garnizoen?"
„Ja, maar hij is sedert een paar
maanden hier geplaatst."
Alleen om het gesprek gaande te
houden, vroeg Verkerk verder„KeDde
je hem van vroeger?"
„Ja, zeker", zei Jeuuy, en lachend
voegde zij er aan toe: „H(j was zoo'n
soort aanbidder van me."
„Zoo'n soort aanbidder?!" vroegen
haar moeder en Verkerk als uit één
mond en mevrouw Vollenhove voegde
er aan toe: „een soort aanbidder, hoe
bedoel je dat?"
„Nu, hij verbeelde zich, dat ik met
hem zou trouwen!"
„Ah zoozei haar moeder verlicht.
„Zulk soort aanbidders heeft een
mooi meisje steeds verscheidene."
„O, zoo geheel zonder grond was
die inbeelding toch niet," zei Jenny.
„Ik hield inderdaad veel van hem en
heb hem dat ook wel meer dan
eenmaal gezegd!"
Mevrouw Vollenhove was bleek
geworden en schoof onrustig op haar
stoel heen en weer; Verkerk echter,
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hoeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
middelijk toegezonden.
gericht op den weg van Knocke naar
Heyst, waar alle 'verkeer verboden
is en ten overvloede door prikkel
draadversperringen gestremd. Boven
dien gaan de Duitschers voort in dit
gebied tal van loopgraven aan te
leggen.
De Duitsche bezetting van Knocke
en Heyst is overal bij de burgers in
gekwartierd. Gisteren heeft de Duit
sche overheid in Knocke allo vee en
paarden laten opschrijven. Vooral
paarden zijn er reeds heel wat ge-
requireerd en zelden worden daar
voor bons afgegeven. Gebrek aan
levensmiddelen is er nog niet. Mijn
zegslieden noemden de verhouding
■tusschen de bevolking en de bezetting
goed. De laatste gedroeg zich over
het algemeen „braaf en gewillig".
Op Zee.
Aanhouden van Deensche
schepen.
De „BerlinskeTidende"schrijft:In
de Deensche pers heerscht groote op
gewondenheid over het optreden van
Engeland tegen Deensche schepen.
Gedurende de Kerstdagen werden de
schepen der „Vereenigde Stoomvaart
maatschappij", de „Kentucky", de
„Virginia" en de „Arkansas", aange
houden; en hoewel bij alle schepen
de papieren volkomen in orde waren,
zijn zij tot heden nog niet losgelaten.
Ook eenige andere schepen werden
nog aangehouden en gedeelten der
lading in beslag genomen. Deze wille
keurige handelingen berokkenen de
Deensche scheepvaart de grootste na
doelen.
Uit Dultschland.
Men meldt aan de N. Rott. Ct. van
de grens:
Het commando van het Vlle leger
korps in Pruisen heeft een nieuwe
oproeping verspreid tot dienstneming
van militaire vrljwiligers van 16 jaar
af.
De Duitsche Bondsraad heeft een
verordening uitgevaardigd, waarbij
alle nachtarbeid in de bakkerijen ver
boden wordt. Als er 's ochtends geen
versch brood is, hoopt men blijkbaar
dat de verleiding niet zoo groot zal
zijn, om veel te eten.
Uit Frankrijk.
De kleeding en uitrusting der
troepen.
De „Temps" geeft een overzicht
van de eischen, welke aan de Fransche
intendance sinds de mobilisatie ge
steld werden.
Toen het leger gemobiliseerd werd,
waren in de magazijnen slechts voor
radig de voorwerpen, waaraan het
leger in eerste linie behoefte had.
Kleeding en uitrusting voor de aan
vullingstroepen (ongeveer een millioen
man), de lichtingen 1914 en 1915,
lichtingen territoriale moesten worden
aangemaakt.
Daarbij kwam nog, dat het geheele
leger van ongeveer 4 millioen man
(aldus de „Temps") moest worden
ingericht op een winterveldtocht.
Sinds twee maanden is ieder man
aan het front voorzien van een on
doordringbaar stuk tentdoek, dat hem
's nachts tot dekking dient en over
dag als regenjas. Bovendien krijgt
ieder soldaat binnenkort een water
dichten slaapzak, terwijl allen reeds
hebbenwollen kousen, welke ge-
egeld zullen worden vernieuwdwol
len jachtvosten, onderbroeken en
wachtmutsen, met wol gevoerde band
schoenen, schoenen met caoutchouc-
zolen. Ten slotte liggen jassen van
schapenvachten gereed voor het ge
val, dat hevige koude mocht invallen.
Een scherpschutter.
De „Echo de Paris" heeft het vol
gende Wilhelm Teil-verhaal, dat
hoewel misschien verzonnen - toch
verdient oververteld te worden. Een
riep, met gefronst voorhoofd tamelijk
heftig: En dat hoor ik eerst nu?"
„Heb jij het misschien voor noodig
gehouden, mij in al je minnarijenin
te wijden?" vroeg ze met een lachje
om hem te plagen.
„Jenny 1"
„Ja," antwoordde zij, „ik heb wel
eens gehoord, dat je bij ons in don
Haag nog zeer sterk op dat gebied
bent geweest.-"
„Jenny, hoe onbehoorlijk!" riep
haar moeder er tusschen, maar zij
ging met de grootste kalmte voort:
„Onlangs vertelde mij nog iemand,
dat jo kort voor onze verloving in
betrekking stond met een jonge dame
van goede familie Bosdijk of Boswijk
of zoo iets - die nog treurt over je
ontrouw."
Verkerk sprong op en stiet zijn
stoel met geweld tegen den muur,
en riep: „Die scherts gaat werkelijk
te ver, Jenny!"
„Het is in 't geheel geen scherts
je zult dat zelf wel weten. Waarom
ben je ook niet met die dame ge
trouwd? Die had misschien veel beter
bij je gepast dan ik 1"
„Lief kind," zei mevrouw Vollen
hove." Je gaat inderdaad veel te ver.
Wij zullen het gesprek afbreken. Ik
vraag je goeden man dringend om
verschooning, voor de kinderlijke
dwaasheden, die jij daar hebt uitge
kraamd. En nu ga ik naar mijn
kamer. Ik wil dezen voormiddag nog
graag eenige inkoopen doen on ga me
daarom verkleeden. Misschien heb jij
dan lust Jenny, om mee te gaan
week geleden wandelde een Duitsch
officier, met zijn verrekijker in de
hand, voor de loopgraven. Koelbloedig
verkende hij met den kijker de Fran
sche loopgraven, en de Franschen
zagen het vol woede aan, maar moes
ten hun ziel in lijdzaamheid bezitten.
De Duitscher liep namelijk gearmd
met twee Fransche krijgsgevangenen,
die hem tot schild dienden. Hij waan
de zich veilig, doch rekende buiten
den waard. De beste scherpschutter
van de Fransche afdeeling, die in de
tegenoverliggende loopgraaf aanwezig
was, nam zijn geweer, legde aan en
mikte lang en nauwgezet. Het schot
klonk en de Duitsche officier viel -
door het hart geschoten - dood neer.
De beide Franschen waren ongedeerd
en zoodra zij van hun eersten
schrik bekomen waren zetten zij
het op een loopen naar den Fran
schen kant. De Fransche troepon, die
in ademlooze stilte en bange spanning
het schot hadden afgewacht, hieven
een daverend hoezee aan.
Uit België.
De gevangenhouding van
kardinaal Mercier.
Brussel, 7 Jan. Het in buiten-
landsche bladen verspreide gerucht,
dat de aartsbisschop van Mechelen,
kardinaal Mercier, wegens een door
hem uitgegeven herderlijk schrijven
in zijn paleis bewaakt wordt, of zelfs
gevangen zou zijn genomen, is vol
komen onjuist.
Ook de bewering, dat Belgische
priesters wegens de voorlezing of
verspreiding van dat herderlijk schrij
ven gearresteerd werden, is onjuist.
„,De Tijd" verneemt nog omtrent
de bewaking van kardinaal Mercier
in zijn paleis te Mechelen, dat de
bevolking der bisschopstad zeer ver
toornd is over dit optreden van het
Duitsche bestuur.
Herhaaldelijk ziet men kleine groep
jes burgers in druk gesprek vóór of
in de omgeving van het aartsbisschop
pelijke paleis, waarvan de vensters
door blinden zijn gesloten. In kringen,
welke zeer met de naaste omgeving
van den kardinaal vertrouwd zijn,
wordt verwacht, dat do gevangen
houding weldra zal worden opgehe
ven met het oog vooral op den ongun-
stigen indruk op de katholieken in
het buitenland, die men, na de fusil
lade van tientallen Belgische pries
ters en de verwoesting van kerken
en kloosters, niet nog méér wil grie
ven, terwijl men zich niet tevens wil
blootstellen aan een afkeuring door
de geheele wereld. Met de Duitsche
regeering wordt nog omtrent de aan
te nemen houdiDg overleg gepleegd.
In Mechelen kon de brief nog voor
gelezen worden. In de omstreken
der stad, alsmede in de buitenparo
chies van Brussel en Antwerpen
werden in eenige kerken de priesters
gedwoDgen den preekstoel to verla
ten en den brief te stellen in handen
van Duitsche militairen.
Te Mechelen kwamen Duitsche
soldaten bij den pastoor van St. Jan,
den heer Rabroex, om den herder
lijken brief in beslag te nemen.
Gij krijgt hem niet, gaf de pastoor
ten antwoord.
De commandant eischt hem
Mijn overheden zijn de Paus,
de Koning en de Aartsbisschop.
Wij geven u een uur bedenktijd.
- Mijn besluit is onherroepelijk.
Daarna is de pastoor in hechtenis
genomen, wat er verder roet „hem
gebeurd is, weet men niet.
Nader verneemt het blad nog uit
goede bron, dat het paleis van den
kardinaal te Mechelen reeds sedert
Zaterdag door soldateu wordt be
waakt.
Tijdens het verhoor door den Duit-
schen commandant ten paleizo afge
nomen, is den kardinaal gevraagd
le. hoe Z.Em. wist, dat op ver
zoek van den koning van Engeland
en den koning van Belgie openbare
gebeden waren uitgeschreven, en
2e. of Z.Em. zich ter beschikking
wilde stellen van de Duitsche over
heid?
Kardinaal Mercier verklaarde, zich
wel beschikbaar te willen stellen,
maar verlangde het recht, om Zondag
naar Antwerpen te gaan en den daar
aan volgenden Dinsdag naar een nog
onbekende plaats. Dit werd gewei
gerd.
Do commandant bleef zeer lang
ten paleize.
Te Antwerpen heerscht nog steeds
groote ontroering. Bij het in „De
Tijd" reeds vermelde sermoen van
pater Rutten en den Deken waren
in de kerk ook aanwezig de burge
meester en een liberale senator. De
katholieke zaak en de Belgische zaak
zijn als het ware één geworden. Op
straat en in dé trams vraagt men
den geestelijken voortdurend om het
jongste nieuws over kardinaal Mercier.
Het grootste deel der geestelijk
heid te Antwerpen ia gevangen ge
weest.
Spoorwegongeluk.
In aansluiting met de berichten
over het spoorwegongeluk, dat de trein
uit Roosendaal Zondag op de hoogte
van Capelle hoeft gehad, met het
gevolg dat er 6 dooden en, 7 zwaar-
en 82 lichtgewonden waren, ontleenen
wij aan „De Nieuwe Gazet" het
volgende
„Zondagmiddag rond Si uur is
even voorbij de statie Capellen de
trein, die de verschillende forten aan
elkaar verbindt, dwars op den reizi
gerstrein van Esschen gebotst. Een
wagen, waarin zich een dertigtal
menschen, deels handelsreizigers,
deels terugkeerende vluchtelingen,
bevonden, werd in splinters gedrukt.
Meer den honderd Duitsche soldaten
waren kort na de ramp ter plaatse,
om de slachtoffers te verbinden en te
vervoeren.
Een koopman uit Roosendaal ver
telde ons, dat, terwijl hij in gesprek
was met een anderen koopman, het
ongeluk zich voordeed en hij onder
zijn wagen lag, die als een sigaren-
kast ineengedrukt en verbrijzeld was.
„Ik waande me verloren, toen ik
opeens tot bezinning kwam en tot
mezel ven zei„Goddank, ik leef nog".
De man, die voor zaken naar Brussel
reed, was aan handen en hoofd licht
gekwetst, en achtte zich gelukkig,
er zoo goed van afgekomen te zijn.
Met andere gekwetsten werd hij,
na eerst in het lazaret van de Statie
straat voorloopig verbonden te zijn
per auto naar het gasthuis te Ant
werpen overgebracht.
Een vrouw, wier kind aan haar
zijde bezweek, zat met de beenen
tusschen de overblijfselen van don
verbrijzelden wagen en riep hartver
scheurend om hulp. Met bijlen werd
het klemmende hout verwijderd, zoo
dat de ongelukkige nog met geen [al
te erge wonden verlost kon worden.
De meeste gekwetsten hebben
slechts lichte wonden. De bevolking
van Capellen bleef niet ten achter,
om een behulpzame hand toe te
steken en bijstand te verleenen waar
zulks noodig bleek."
Do huiselijke ontberingen, zet Punch
onder een prent, voorstellend een
jong officier, met kort verlof thuis,
die klappertandend in zijn slaap
kamer staat: „Dat is verschrikkelijk 1
Al je kleeren te moeten uittrekken
en dan tusschen de koude lakens I"
Zonder antwoord af te wachten
ging zij vlug naar haar kamer en
viel in een leuningstoel om wat tot
bedaren te komen.
Op zoo'n manier werd zij hier nu
opgevroolijktDagelijks deze too-
neelen te moeten bijwonen. De zwak
heid van Verkerk tegenover Jenny,
was soms meer dan erg. Soms ook
klaagde hij over zijn jonge vrouw,
als zij hem koel en onverschillig be
handelde. Het was werkelijk bespot
telijk. Verkerk was eenvoudig een
speelbal voor de luimen van Jenny.
Met een glimlach wist ze hem te
verzoenen, als ze hem weer getergd
had met haar nukken. Maar vandaag
was het al heel ergl Hoe dom, dat
ze hem nog jaloersch maakt ook.
Waar moet dat op uitloopen Zal zijn
liefde tegen zulke beproevingen be
stand blijven, totdat Jenny besef
krijgt van de waarde zijner groote
liefde?
Verdrietig stond zij op en begon in
gedachten verdiept heen en weer te
loopen. Zij had medelijden met Ver
kerk ook, want hij had veel te ver
duren van Jenny's luimen, - en hij
had haar zoo lief. Nadat zij hem ge
tergd en gepijnigd had, was een enkel
lief woordje voldoende om hem aan
haar voeten terug te brengen als haar
slaaf ja, als een hond, die de
handen lekt, welke hem gekastijd
hebben.
Toch kon dat zoo niet blijven 1 Nog
één hoop koesterde mevrouw Vollen
hove. Weldra zou Jenny moeder
I worden, en dan werd de verhouding
LANGS DE STRAAT.
De verrassing.
O De Hoofdgracht op hot deftigste
Als heel oude, koel in zich zelf
gekeerde aristocraten staan er de
huizen. Ze lijken na te denken over
grootsche, trotsche dingen, die vroe
ger, heel vroeger om hen heen zich
afspeelden, toen er gezeten, rijke koop
lui woonden en de vischhandel van
't Nieuwediep aan den achterkant
bloeide en groeide.
Rustig en deftig rijen zich de hui
zen naast elkaar aan de oude, plech-
tig-voorname gracht.
Op den wallekant van 't Werf-
kanaal zit 'n schooiertje.
Z'n beenen bongelen boven 't zwar
tig glanzende water. Boven z'n bru
tale snuit luifelt de rand van een
onmogelijken roo vers flambard, 'n Vod
dig colbertje, veel te groot, omgeeft
zijn hoekig jongenslijf. In zijn han
den, half bedekt door de rafelig-
eindigende mouwen, houdt hij een
langen hengel
Het schooiertje hengelt bedaard in
dezen tijd van 't jaar in het donkere,
frissche paling-water van de Hoofd
gracht.
Met strakke aandacht bestaart hij
het vieze touwtje, dat afspant van
't heugeleinde.
Een paar dienstboden op de kleine
straat aan 't boenen en schrobben,
bekijken even met lachende gezich
ten dit rare doen in den winter.
tusschen Jenny en haar man mis
schien wel beter.
De afleiding, die zij noodig had om
wat op te vroolijken, was hier echter
niet te vinden. Daarom wilde zij
naar huis terug, daar zou het stellig
rustiger zijn. Ach ja, ze moest weg
van hier. Ze had zich voorgesteld,
dat Jenny gelukkig zou worden door
dat huwelijk. Hoe was zij in die
verwachting teleurgesteld.
Naar huisl Ja, daar was Willem,
die haar ook zulke teleurstellingen
had bereid. In haar gedachten zag
zli hem nog als knaap met den
boekentasch op den rug naar school
gaan. Hij ging toen op school bij
mijnheer Eikema op de Markt. En
later, och die uitrusting, toen hij
bij meneer Kaptijn te Barneveld op
de kostschool werd gedaan. Wat had
ze het daar druk mee gehad! En
later weer, als hij met vacantie
thuiskwam en zijn schoolrapport
meebracht. En toen hij daar uitge
leerd was, kwam hij op dat bankiers
kantoor van Overklip. Wat zag hij er
toen uit als een dandy! Dat kantoor
ging bankroet, en voor Willem was
dat zoo erg niet, want het werk daar
vond hij niet aantrekkelijk genoeg.
Toen het tijdperk, dat hij op het
kantoor van den ontvanger Cuypers
met het dienstvak der belastingen
kennismaakte. Daar rijpte toen het
plan om hem controleur bij de rijks
belastingen te laten worden. Toen de
studie onder leiding van meneer
Uitenhove te Amsterdam, die twee
maal op teleurstelling uitliep. Neen --
Van 't Havenplein komt langzaam
een matroos aanbeenen. Tien meter
van 't schooiertje staat hij stil, als
ware plots een giftige slang voor
hem uit den grond geschoten, als
ware hij in marmer verkeerd, als
aanschouwde hij iets monsterachtigs
of bloedig-ongehoords. Hij kén het
niet gelooven en ziet het niettemin:
hij ziet het visschend schooiertje -
zijn zoon, zyn jongen en zijn adem
stokt, zijn bloed' verstijft. Dan her
krijgt hij het gezag over zijne van
ontzetting als lood geworden lede
maten, stapt met geweld op het
doodstil hengelend ventje af:
„Wil jij wel eens as de gesmeerde
bliksem verkassen, jongen Moet je
verzuipen en weet je moeder dét?
Bèjij heelemaal gek? Visch in den
zomer, maar niet in Januari. Gauw,
hè naar huis!"
„Mag ik hier niet met m'n hengel
zitten, vader Ik doen ommers niks?"
„Doe jij niks? Mot je nog liegen?
Ik zie je toch visschen? Allo -
vooruit opgeduveld!"
En de matroos maakt aanstalt©
om naar het jongenscorpus te grijpen.
„Visch ik, vader. Ik visch niet I"
't Schooiertje loert schuins op naar
zijn vader, onderwijl langzaam op
z'n knieön krabbelend.
„Wel allemachtig nog toe! Zeg is,
mot 'k je eens flink afdrogen? Visch
jij of visch jij niet? Wat doe je dan?
Hè-jij die hengel voor de mop vast?
Allee, geef op die stok geef op
of ik slaan 'm op je kop kapot
De matroos ontrukt 't schooiertje
zijn bamboestok, zwiept hem nijdig,
vloekend op.
Aan 't eind van het touw bengelt,
zenuwachtig ronddraaiend, 'n vette,
oude, lekke elastiek-bottine, 'n onoogc-
Ujk versleten, druipend stuk schoeisel,
waaruit met straaltjes het gracht
water siepelt.
De matroos vindt geen woorden.
Hij is zeer na aan een bezwijming,
de arme. Dan ziet hij, met bloed
dorst in zijn feilen blik, om naar 't
schooiertje. Maar datls al bijna thuis.
De matroos kijkt een oogen blikje
schichtig om zich heen, laat dan
stok en schoen vlug in 't water
glijden en stapt gemaakt-kalm door
't laantje verder, 'n tikje bleeker dan
vóór h\j kwam.
Achter de effen vensterruiten en
op de kleine straat lachen de dienst
boden-gezichten.
Ingezonden Mededeeling.
Nier- en Blaaskwalen.
Velen hebben verschrikkelijke kwel
lingen doorstaan tengevolge van nier
en blaaskwalen, waarvan zli geen
hinder zouden gehad hebben, wanneer
zij de waarschuwende eerste ver
schijnselen niet veronachtzaamd had-
in.
Hoofdpijn, pijn in don rug, pijnlijke
ledematen, duizelingen, verstoorde
slaap, een voortdurend vermoeid ge
voel, koude handen en voeten, blazen
onder de oogen, rheumatische pijnen,
urinek walen van volerloi aard, dit
alles zijn waarschuwingen, dat uw
nieren haar werk niet behoorlijk
verrichten. En van het werk der
nieren hangt de gezondheid van hot
geheele lichaam af, want de nieren
filtreeren de onzuiverheden uit het
bloed. En als deze. vergif ten want
het zijn vergiften - in het bloed
achterblijven, volgen ongetwijfeld
ziekten van zeer pijnlijken en ver
woestenden aard, als niersteen (nier
koliek), jicht, rheumatiek, waterzucht,
ischias, uromie (urinezuur vergiftiging)
Het heeft geen doel om de plaatse
lijke verschijnselen te behandelen.
Werkt onmiddellijk in op de oorzaak
van uw kwaal de nieren door
het gebruik van Foster's Rugpijn
Nieren Pillon, welke rechtstreeks op
de nieren werken en haar opwekken,
versterken en genezen. Zij hergeven
aan de nieren haar oude kracht on
gezondheid, waardoor de oorzaak van
uw kwalen wordt opgeheven.
Te Den Helder verkrijgbaar bij de
Fa. De Bie - Biersteker, Keizerstr. 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel f 1.75 voor één, off 10.—
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (51)
zij was niet gelukkig geweest in haar
jacht op geluk voor haar kinderen.
Maar nu wou ze naar huis! Haar
goede man zou wel naar haar ver
langen. Hij schreef wel, dat ze maar
moest blijven, zoolang het haar be
viel. Och, dat was goedhartigheid
van hem; ze kende hem. Zij was nu
al vijf weken van huis. Daar had zo
het toch gezelliger, daar was ze toch
tevredener. Daaarom aangepakt I
Nog voor het koffiedrinken kon zij
al het een en ander in haar koffer
bergen. En van middag zou ze de
rest doen om morgen te kunnen
vertrekken. Ze wou wel, dat ze nu
in den trein zat. Thuis was ze weer
op haar plaats aan de zijde van haar
man. Morgen zou ze bij hem zijn, en
bij haar Willem en Freda.
Daar kwam Jenny in haar kamér
en zag de kleerkast en de koffer
openstaan. „Wat is dat, roïima?Gaat
u inpakken?" vroeg ze.
„Ja, kind, ik ga morgen naar huis."
„Morgen - morgen al? U had be
loofd nog een paar weken te blijven,
en papa schreef me gisteren nog,
dat hij het geheel aan u overliet!"
„Papa is lang genoeg alleen ge
weest, Jenny."
„Neen, mama, dat zegt u zoo maar.
Gisteren dacht u er nog niet aan.
Het is iets anders, zeg me de waar
heid maarHet bevalt u niet bij ons I
Is het Verkerk! Heoft hij misschien
iets gezegd
(Wordt vervolgd.)