Nieuwe Abonnementen. Thee E. Brandsma Openbare Verkooping. G.J.O.D. Dikkers G.J.O.D. Dikkers DE VEENOAMMER HYPOTHEEKBANK le en 2e hands Helen ELDERSCHE COURANT. HELDERSCHE COURANT HoogmoedanLiefde. Oe Notaris M. BEECKIËN, VRIJDAG 29 JANUARI 1919, DINSDAG 2"FEBRUARI 1919, ZATERDAG 9 FEBRUARI 1919, AM STER DAM SC HE aan alle gepensionneerden van 's Rijkswerf te Willemsoord. verstrekt GELD op eerste Hypo theek, tegen een rente van 5!4 a 6 per jaar. C. ADRIAANSE, I GOEDEN. ..GOEDKOOP ZIIN ONZE R. BAKKER Dzn. Gezouten Groenten. Thee Diners Keizerstraat 90. Dagelijks bestaat gelegenheid tot het nemen van een abonnement op de Het reeds verschenen gedeelte van een kwartaal wordt niet in rekening gebracht. De bevat o.m. de laatste telegrammen van het oorlogsterrein. te NIEUWEDIEP (den Helder), zal op voormiddags 10 uur, in de Schouwburgzaal „Tivoli", wegens opheffing van winkelbedrijf van den Heer J. MULDERS, in het Openbaar Verkoopen: een partij emaille PANNEN, EMMERS, KETELS, enz., diverse IJzer- en Koperwaren, waaronder: Koperen Sloten, Bellen, Scharnieren, euzoovoorts. IJzeren Sloteu, Hengels, Draadna gels, Spijkers, partij Schaatsen, Mes sen, Kippengaas en hetgeen verder ten verkoop zal worden aangeboden. Te bezichtigen daags te voren van 2 6 uur. Notaris te TEXEL, 's avonds 7 uur, in het Hötel „DE ORANJEBOOM" te den Burg op TEXEL, ten verzoeke van C. Jz. BAKKER, publiek verkoopen: Ie. Een Huis, Schuur en Loodsen, met Erf, aan de Koogerstraat te den Burg op Texel, groot 11.62 aren. Te bezichtigen op Donderdag 28 Januari a.s., van "s morgens 10 tot des middags 12 uur, en des namiddags van 2 tot 4 uur, en 2e. Een best perceel WEILAND, genaamd „Akenbuurt", gelegen be westen den Burg op Texel, groot 1.74.90 hectaren. Notaris te TEXEL, zal op 's morgens 10 uur, ten verzoeke van Mej. de Wed. P. Cz. BAKKER, in de Koogerstraat, aan den Burg op TEXEL, bij haar woonhuis, publiek verkoopen: 2B beste Lamschapen. 1 Ram. 8 Enterlingen. 4. Kalf Koeien. 1|paard (aftands). 1 Hit (aftands). 1 bijna nieuwe Brik. 1 Tentwagentje. 2 Landauers met Golling pitent- assen. 1 Bakwagen. 1 Korriewagen. 3 Boerenwagens. 2 driewielde Karren. 1 Hooihark. 1 lerkar. en 1 bijna nieuwe bfetensnijder, enz, Firma Wed. L. I. GROEN, ZUIDSTRAAT 79, koopt steeds tegen de hoogste waarde Goud, Zilver, Galon, Meubelen, Naai machines, en verder alle voorkomen de artikelen. Heeft ook weder een mooie Naai machine ts koop. IT VAN LEVENSVERZEKERING. AMSTERDAM. KEIZERSGRACHT 547-549. BIJKANTOOR VOOR NED.-INDIË: SOERABAJA SOCIETEITSTRAAT. GUNSTIGE VOORWAARDEN. - CONCURREERENDE TARIEVEN. INLICHTINGEN VERSTREKT GAARNE HERMAN NYPELS, HELDER. VERGADERING op Dinsdag 26 Januari 1915, des avonds om 7 uur, in het lokaal van den heer P. de Koning, Hoofdgracht. Het Bestuur van de Vereenlging der Gepensionneerden van 's Rijkswerf, P. M. KOOMAN, Secretaris. inlichtingen bij den Agent Keizerstraat 15-11 ol Polderweg Va. Vraagt Uwen Winkelier Een geurig kopje. Gioene Erwten van 18 en 21 ct. per kop bij 5 kop 20 cl Grauwe Erwten 30 en 33 ct Capucijners 23 ct Bruine Boenen 20 ct bij 5 kop 18 cl Witte 25 ct Spliterwten 1T"* cl. per pond. Aanbevelend, Keizerstraat 56. Prima kwaliteit 1ste Snijboonen 12 cent 2de Snijboonen 10 Slaboonen 8 Andijvie fijn gesneden 8 Puik beste AARDAPPELEN. J. KLUFT, Rozenstr. 60. worden dagelijks aan huis bezorgd. Bestellingen 's morgens voor 12 uur aan het van ouds bekend KOOKHUIS DIJKSTRAAT 13. Beleefd aanbevelend. Wed. L. H. RIETBERGEN. In- en Verkoop van Te koop en te zien: des morgens va ti 10 tot 12 en des avonds van 6 tot 8 uur. R. M. |S onovertroffen van kwaliteit en zeer waterhoudend, 70, 80, 90 en 100 oent per pond. Pakjes van >/s 1 21/, ons. In het oude Victualiehuis. R. MAALSTEED, Oijkstraat 22, Helder. Wedorverkoopers provisie. Mijnen. De kapitein ter zee W. C. J. Smit, chef van den marinestaf schrijft een brief, waaraan het volgende is ont leend Dagelijks komen in de bladen be richten voor over het zien van drij vende mijnen en over het vinden en onschadelijk maken van op onze kusten aangespoelde mijnen, dikwijls vergezeld van beschouwingen over het, gevaar dat deze aandrijvende mijnen voor de scheepvaart en voor de kustbewoners opleveren. Ook het ongeluk, dat in den na middag van 19 dezer op de Wester- schelde aan de motorsloep van Hr. Ms. mijnlegger „Triton" overkwam en dat aan 5 opvarenden het leven kostte, heeft weer opnieuw de algemeene aandacht op het. mijnengevaar ge vestigd. Een en ander is wel geschikt om schrik en ontsteltenis in den lande te verspreiden en de meening in gang te doen vinden, dat de schepen aan de grootste gevaren zijn bloot gesteld. Onderdie omstandigheden acht ik het het nuttig or op tc wijzen, dat de gevaren, die den zeemau bedreigen, in vele berichten veel ernstiger wor den voorgesteld dan zij in werkelijk heid zijn en ik geiocf een goed werk te doen met te trachten dit nog eens kortelljk uit eeu te zetten. Er wordt steeds gesproken van „drijvende mijnen". Men dient hier wel te onderscheiden twee soorten van drijvende* mijnen: 1°. De mijnen, die, van hetoogen- blik af dat zij door den gebruiker te water geworpen worden, aan de op pervlakte der zee drijven; dit zijn de niet verankerde mijnen. Zij wor den alleen gebruikt tijdens het zee gevecht, b.v. door een vluchtend schip, dat zich tegen de hem achter volgde vijanden wil beveiligen. Deze mijnen mogen, volgens het in 1907 gesloten münentractaat, dat o.a. door Engeland, Duitschland, Frankrijk en ook door Nederland werd bekrach tigd, alleen dan gebezigd worden, wanneer zij zoodanig zijn vervaar digd, dat zij binnen een uur nadat zij zijn uitgeworpen, onschadelijk worden. Met deze soort mijnen, zoo ze al bij sommige gelegenheden in dezen oorlog gebruikt zijn - waaromtrent twijfel geoorloofd hebben wij uit den aard der zaak op onze kust niet te maken. 2o. De mijnen, die bij het te wa ter werden verankerd worden, doch tengevolge van stormweer of andere oorzaken door het breken van den ankerkabel van hunne ankers losra ken, tengevolge van hun drljfver- mogen aan de oppervlakte komen, en daardoor drijvende mijnen wor den. Deze verankerde mijnen, die door de oorlogvoerenden in groote getale in de Noordzee -zijn gelegd, mogen volgens de bepalingen van hetzelfde mijnentractaat niet worden gebruikt, wanneer zy niet ongevaar lijk worden zoodra zij los raken van hunne ankers. Allo mijnen die op onze kust zijn aangespoeld, zoowel de Engelsche, de Fransche als de Duitsche, bleken bij onderzoek zonder onderscheid voorzien te zijn van de mechauische inrichtingen, welke door het mijnen tractaat worden gevorderd. Bij het breken van den ankerkabel en bij het opdrijven naar de oppervlakte, treedt die inrichting automatisch in werking waardoor de ontstekings toestel buiten werking wordt gesteld (gedeactivoerd.) De in zee of in onze zeegaten aaugetrofföD drijvende mijnen zijn dus niet* gevaarlijk voor de scheepvaart, teDzij om de een of andere reden het desactiveermechanisme niet of ge brekkig heeft gewerkt, wat natuurlijk altijd mogelijk is. Het feit dat alle op onze kusten aangedreven mijnen met uitzondering van zeer enkele door den golfslag op het strand of op de steenen zijn geworpen zonder te ontploffen, is het beste bewijs, dat zij ongevaarlijk waren. Wel te ver staan in dien zio, dat als zij door een schip waren aaegevaren, zij niet ontploft zouden zijn wanneer zij een klap met een blad van de schroef krijgen, is het natuurlijk zeer wel mogelijk, dat zij wel afgaan. Tot nu toe is het bij vier mijnen voorgekomen, dat zij bij het aan land spoelen ontploften. Bij één daarvan is geconstateerd geworden, dat de mijn eerst explodeerde nadat zij ge- ruimen tijd door den golfslag op de steenglooiïng van den dijk heen en weer was geslagen. Wanneer deze mijn door een schip was aangevaren, zou zij dus hoogstwaarsch(jülijk niet zijn ontploft en ook van de drie an deren staat dat om verschillende redenen waarover ik hier niet zal uitweiden, volstrekt niet vast. Dit alles neemt niet weg, dat een mijn geen kinderspeelgoed is. Het met een groote lading springstof ge vulde voorwerp zal altijd met de noodige omzichtigheid behandeld moe ten worden en voor ondeskundigen is het niet raadzaam zich aan die be handeling te wagen. De schepen en torpedobooten van de marine en de door haar in ge bruik genomen vaartuigen hebben order om drijvende mijnen, die zij ontmoeten, door geschut- of geweer vuur in den grond te schieten. De aan den wal aangespoelde mijnen worden dadelijk onder bewaking ge steld en dan zoo spoedig mogelijk door personeel van zee- en landmacht opgeruimd. Hierbij werden op den 16n November een 9-tal personen, waaronder ook eeDige burgers, het slachtoffer van hun plicht. Hot ongeluk met de sloep van de „Triton" had plaats bij het verrichten van onvermijdelijke werkzaamheden aan onze eigen mljnversperringen het werd niet veroorzaakt door drij vende mijnen. Wij beleven thans moeilijke tijden en het is de plicht van eTk Neder lander om de werkelijke gevaren flink onder de oogen te zien, en zich daar zoo goed mogelijk door heen te slaan, maar aan den anderen kant ook alles te vermijden wat kan strekken om de menschen angstig te maken. Het scheepsvaart verkeer moet voort; d& booten van de verschillende stoom vaartmaatschappijen moeten blijven varen om den handel staande te kunnen houden. Laten wij onzen flinken en onverschrokken zeelieden het leven niet moeilijker maken dan het al is, door overdreven voorstel lingen van de gevaren die hen be dreigen. Speciaal adres voor OVERHEMDEN naar maat. *-Tf 9 OVERHEMDEN met piqué borst V f 2.76, prima kwaliteit Losse nummers verkrijgbaar op den dag van uitgifte des namiddags 1 uur aan ons bureau Koningstraat, 2 Cents. Aan hei Front. Een bijzondere correspondent van het „Handelsblad" schrijft uit Veurne d.d. 16 Jan.: Sedert eenige dagen is er weer wat beweging aan het front. In den om trek van Nieuwpoort, zoowel als aan den kant van Yperen wordt weer gestreden. Yperen is weer voor een deel bewoond. Anderhalf dozijn bak kers zijn weer bezig de ingezetenen van brood te voorzien. Dit is een goed teeken. Doch weer komt er een nieuw element in den strijd. Langs het Yeurnsche kanaal is men er in ge slaagd een beduidend aantal kleine kanonneerbooten tot voorbij Nieuw poort te brengen. Deze vaartuigen, die maar weinig diepgang hebben, en snel varen, kunnen op het gein- nundeerde land als drijvende batte rijen dienst doen. Dat dit voor de Duitschers een tegenvaller is, laat zich denken. In de eerste plaats dat op die streek kanonnen hen kunnen aanvallen, in de tweede plaats, dat die kanonnen zoo gemakkelijk van plaats veranderen. Door het laatste wordt het moeilijker om ze te bestrij den. Men ziet hieruit tevens dat de bondgonooten niet nalaten steeds weer nieuwe technische hulpmiddelen te baat te nemen. Het leven hier achter het front wordt dan ook steeds meer ddt van normale tijden. Zoo is hedenmorgen weer iets bij zonders aan de hand. Het volgende plakkaat zal de lezers verder inlich ten Ter herinnering! Alle Zondagen in St. Walburga te 1H uur soldatenmis. In drie keeren zal de brief van Z- E. Kardinaal Mercler gelezen worden. Zondag 17 Januari muzikale uitvoering door mr. Gabri Ysaye, vrijwilliger bij het 3e Lansiers. Zoo'n aanplakbiljet zegt meer dan verschillende officieele berichten. Im mers ik weet uit ervaring, dat men zulke uitvoeringen niet zou geven, wanneer er nog kans bestond, dat Veurne beschoten kon worden. Ik heb dan ook van bevoegde zijde de verzekering ontvangen, dat de kanonneD, die zoo nu en dan Veurne beschoten, tot zwijgen zijn gebracht. Er was sprake van een dier kleine waaghalzerijen, waaraan de oorlog hier aan den Yser zoo rijk is. Er moesten n.1. eenige kilometers boven Pervyse een paar loopgraven en een batterij van de tegenpartij onschade lijk gemaakt worden. Daar de wegen in den laatsten tijd veel verbeterd zlju, èn door nieuwen aanleg èu door het betere weer, kon men daarvan partij trekken om vooruit te komen, mits men die wegen verder door kon trekken. Doch dit laatste kon alleen, wanneer bedoelde hindernissen, die juist die verlenging bestreken, waren opgeruimd of door de tegenpartij verlaten. Met groote macht aanval len kon wel, doch slechts met veel offers, en dit doet men liever niet. 't Zelfde kon gebeuren met beleid en opoffering met een paar honderd man. Er werden dus vrijwilligers gevraagd en het feit deed zich voor, dat geheele bataljons eenige woord voerders zonden om zich namens allen beschikbaar te stellen. Doch men had slechts een deel noodig. Wat nu? Loten wilden de soldaten, doch men vond dat dit niet ging voor zoo'n zaak. Wat dan Men liet de manschappen zelf aanwijzen wie van hun kameraden de eer toekwam aan die zending. En ziet, ze kozen op een vergadering het dubbeltal der benoodigde mannen. Deze wezen weer de noodige mannen aan. Men toog nu onverw(jld op weg; en inderdaad gelukte het na een halven dag de stelling niet alleen te nemen, doch een vijftigtal gevangenen te maken. Bij de tegenparty waren een paar dozijn dooden en tweemaal zooveel gewonden. Zelf had men slechts drie zwaar gewonden, acht minder zwaar gewond en enkelen licht go- wond. Men sprak er reeds van, dat ze allen zouden worden voorgedragen voor de ridderorde. Aan dit staal kan men feitelijk den geest der troepen toetsen. Wanneer de weersgesteldheid dan ook wat vaster wordt, kan men er zich op voorbereiden, dat de strijd door de Belgen zal worden hervat op een wijze, die den tegenstander geduchte schade zal toebrengen. Doch er zijn nog andere verschijn selen die er 'op wijzen, dat het de bondgenooten aan deze zijde goed gaat. Het feit dat de Duitschers hun kanonnen te Duinbergen en West- Kapelle hebben opgesteld, doet ver moeden, dat ze er op rekenen Os- tende te moeten opgeven. Ik schreef reeds eerder, dat ze langs dien kant moeten wijken. De stemming in het Belgische leger is dan ook zeer goed. Steeds wordt het contingent grooter. Dezen morgen zag ik b.v. weer b(jna twee regimenten cavalerie voorbij trekken. Ze waren op enkelen na voltalig. De legerautoriteit is steeds bezig ieder regiment van elk wapen weer op volle sterkte te brengen. Daar er hier en daar nog al eens gemompeld werd dat de nieuwe vrij willigers ongaarne in dienst gingen, toog ik op informatie uit bij de vrij willigers zelf. Hoewel ik meermalen troepen van 500 en meer opgewekt zingende in Calais en elders tegen kwam, vergenoegde ik mü niet met een indruk. Ik ondervroeg dozijnen van hen zelf. Dit ging te gemakke lijker, daar ik er menigen bekende onder trof. Welnu, zonder uitzonde ring gaven ze te kennen, zonder eenigen dwaDg, met volle overtuiging voor hun land, dit ia in hun geval voor hun zelfstandigheid, de wapens op te nemen. Velen voegden er bij dat ze, gezien do behandeling, die hun bloedverwanten onder Duitseh bewind moesten verduren, liever vie len in den strijd, dan zich zulk een lot te laten opleggen. Daarbij komt by velen het gevoel van gekrenkt recht. Men voerde mij tegemoet, dat hetgeen Duitschland Belgis aandeed en doet, in hun oog erger is dan een lafheid. Zelfs socialisten, die ik sprak, waren van meening dat het Belgische volk geen andere keuze bleef, dan tot het uiterste te vechten met kans op de overwinning. Ik vroeg hun nog, of zij meenden, dat die kans groot was. Allen waren overtuigd, dat hot wellicht lang kon duren, doch de eindeiyke zegepraal moest komen aan- de verbondenen. Deze moreele factor telt m.i. mee in den strijd, 't Is hieruit te verkla ren, dat een soms zeer klein groepje een veel grootere macht wederstaat. Ik kon dat nog eergisteren in den namiddag constateeren. Bestelt UW DRUKWERK bij: C. DE BOER Jr. FEUILLETON. 85) Ik vroeg Frede naar ayn rang, dat wiBt ze niet, zei ze. Stel je voor, dat is toch nummer één Wij kun nen onze familie toch niet verlagen door een postklerk als schoonzoon te accepteeren". „Ho, ho! vrouw 1 Wat draaf je toch doorl Hendrik Heshuysen is commies der tweede klasse. Hy is dus zoo ver, dat hy voor directeur v«n een flink postkantoor in aan merking komt. Hij kan nog bevor derd worden naar de eerste klasse, ja, tot hoofdcommies en tot inspec teur. Die fraaie titel postklerk is ge heel misplaatst. Omdat hy bekend staat als degelijk ambtenaar is hy naar Amsterdam geplaatst. En hy is pas twee en dertig jaar. Hy kan het nog ver brengen". „Zoo? Wel aardig van Freda, dat ze my daar niets van gezegd heeft. Zyn rang wist ze niet eens, zei ze". „Och, dat kan ik best begrijpen. De hoofdzaak voor haar is, dat ze elkaar liefhebben. En dat doen ze al sedert hun kinderjaren, heeft de jonge Heshuysen me gezegd. Wat my betreft voor mij is de hoofd zaak, dat Freda gelukkig wordt. - Rijkdom en rang brengen geen ge luk aan. Daar hebben we al genoeg ondervinding van." „Voorloopig zal de verloving toch geheim moeten blijven, Otto! Het „Ik heb al begrepen, dat ze dit zelf ook wenschen, maar ik wil je nu uitdrukkeiyk iets verzoeken. Morgen komt de verloving tot stand. Ik wensch dat je dan geen enkele wanklank laat hooren, die hun gélukkige stemming zou kunnen bederven." Op zoo'n beslissenden toon had mevrouw Vollenhove haar man nog nooit hooren spreken! Het was hem ernst, dat voelde ze. Ze zweeg en gehoorzaamde den volgenden dag, zoodat haar man tevreden was. HOOFDSTUK IVH. De winter was voorbij. Het was reeds zomer geworden. Freda was getrouwd en het huis aan het Oranje plein werd bijna te groot voor de beide oude menschen. Ze gevoelden zich eenzaam, maar toch niet ver laten. Telkens kwam er een brief van Freda om hen wat op te vroo lyken. Ze was zoo gelukkig ,Hendrik was zoo goed, kleine Freda was zoo lief. Och ja, Freda had het toch best getroffen, evenals Willem. Wat was die gelukkig met Erna. Het kan toch raar loopen in de wereld. Zoo'n jonge dame van ouden adel gevoelde zich als echtgenopte van haar zoon geheel op haar plaats. Vrouw van den gemeentesecretaris in zoo'n plaatsje aan de Duitsche grenzen, dat was toch heusch geen hooge rangl En het inkomen was ook niet groot. Maar daar de oude rentmees ter van Baron van Ampsen gestor ven was, had Willem het geluk ge had door voorspraak van zijn schoon vader die betrekking er bij te krij gen. Daardoor was het inkomen zoo groot geworden, dat Willem met menig controleur der rijks belastin gen niet wilde ruilen. Freda had er een paar weken gelogeerd en er ja, waarlyk 1 heel aardige conversatie gevonden. Mevrouw Vollenhove had nu weinig vertier meer in haar eigen huis. Daarom vatte zij haar oude liefheb berij weer op en deed nu aan alles, wat met een liefdadigheids tintje ge kleurd was. Hoezeer de omgang met de dames uit hooge kringen haar hoogmoed streelde, toch vond ze nu daarin niet de voldoening, waarop zy gehoopt had. Neen, de meeste voldoening verschaften haar de brieven van Freda en vooral die van haar schoonzoon Hendrik Hes huysen. Hoe wonderlijk gaat het toch soms in de wereldWat had ze vroeger dien Hendrik veraf schuwd!. Wat had de jonge Heshuy sen menigmaal die mevrouw Vollen hove „een echte draak" gevonden I En nu waren de bordjes geheel ver hangen. Zy van haar kant had dooi de oogen van haar man loeren zien, en vond. dat hij een degelijk man was. Hendrik had zich voorgenomen met zy schoonmoeder op goeden voet te komen. Hij slaagde hierin volko men. Haar hoogmoed en ydelheid begon hy meor als een zwakheid te beschouwen, die met toegevendheid moest worden over het hoofd gezien. En nu kreeg hij ook een goed oog op, de trouwe liefde, waarmee ze haar man aanhing en voor hem zorgde. Ze hadden nu en dan nog wel eens verschil van meening, o zeker! Maar dan wist Hendrik zoo verstandig en degelijk te redeneeren, dat zij tenslotte eerlijk moest erken nen, dat hij gelijk had. Och, hoe menigmaal kwam bij haar de wensch op, was Verkerk ook maar zoo flink en degelijk. Zij minachtte Verkerk om zijn verregaande zwakheid tegen over Jenny. In haar oog was bijeen oude gek, die alle nukken verdroeg om toch maar te kunnen genieten van den wellustigen omgang met zijn jonge vrouw. Daarvoor had hij eli gevoel van eigenwaarde uitge schud. Jenny schreef in do laatste maan den bijna nooit meer naar huis, en Verkerk had niet veel reden tot schrijven. Doch opeens vatte Verkerk de briefwisseling weer op. De eene brief na de andere kwam aan met jeremiades over zijn huwelijksleven, over de nukken en de liefdeloosheid van zyn vrouw. Hy vroeg herhaalde malen de tusschen komst van zijn schoonouders om Jonny tot andere inzichten te brengen. Eindelijk schreef hy ook, dat Jenny ronduit had ge sproken over een echtscheiding. Daar wilde hij niet van hooren; hy wist wel dat zyn schoonouders dat ook niet wilden. Tot eiken prijs moest het schandaal van een echtschei- dings- proces vermeden worden, schreef hy en mevrouw Vollenhove was dit roerend met hem eens. Hendrik Heshuysen was volkomen op de hoogte met den toestand. Hij schreef, dat een echtscheiding voor beide partijen beter zou zijn dan het voortduren .van zoo'n hel op aarde. Zijn schoonvader had altijd hinder gehad van het groote verschil in leeftijd, en begon luide uit te spreken- dat 'rijkdom of een hooge rang nog iets anders is dan geluk. Het speet hem oprecht, dat htj het vroeger niet zoo goed had ingezien. In zijn brieven aan Jenny sprak hij echter nog maar steeds van de plichten, die zij tegenover haar man en haar huisho u ding had te vervullen. Zyn vrouw hield haar voor, dat zij haar man moest ter zijde staan om steeds hoogerop te komen. Aan al die vermaningen stoorde Jenny zich echter niemendal. Om het gevoel van haar ouders te.sparen had ze tot heden deu beslissenden nog niet gedaan. Zij hoopte, dat haar ouders eindelyk zouden gaan inzien, dat haar jonge leven zoo vreugdeloos voorbyging, en dat zij zoo groote behoefte had aan liefde. Zij hoopte, dat in het gemoed van haar ouders de liefde voor hun kind de overwin ning zou behalen over de vrees voor schandaal. Helaas, zij hoopte tever geefs! Haar ouders wilde haar laten voortleven in een «chijngeluk, ter- wyi haar hart wegstierf bij gebrek aan liefde. Voor den schijn hadden ze altyd alles over gehad, aan den schijn was ook haar waarachtig levensgeluk opgeofferd. Nu besefte zy, welk een verderfelyken invloed de woorden haver moeder op haar gehad hadden. Met afschuw verfrommelde zij de brieven, waarin haar ouders maar altijd van haar plichten spraken. Haar hart sprak anders, en tenslotte nam ze een besluit. „Als er dan nie mand is die me helpt, dan zal ik me zelf helpen. Fredi zal zien, dat ik den moed bezit om myn' ketenen te verbreken. Ik wil hem toebe- hooren I" Twee dagen later ontving de heer Vollenhove een telegram van Ver kerk. Hij verzocht zyn schoonvader dadeiyk naar Amsterdam te komen. Wat moest dat beduiden? De reden van het verzoek werd niet gemeld. Er lag dus een groot veld open om allerlei onderstellingen te maken. En dat juist maakte hunne ongerustheid nog grooter. Wat moest er nu ge daan worden? Het best zou wezen per telegram te vragen, of Jenny ziek was. Het antwoord was ont stellend: „Niet ziek maar gevlucht". Het was, alsof Jenny's ouders den grond onders hunne voeten voelden wegzinken, toen ze dit bericht lazen. Dat was een geweldige slag voor hen! Meneer Vollenhove verbleekte, maar wist zyn tong te bedwingen, Zyn vrouw echter miste alle zelfbe- heersching en gaf ond«r tranen haar gemoed lucht in bittere woorden. Het duurde geruimen tyd, voordat men een verstandig woord met baai- kon spreken. Toen zij tot bedaren was gekomen, overlegden zij met elkaar wat er gédaan moest worden. Het beste zou wezen, meenden zij, als papa den volgenden ochtend heen ging om Jenny te zoeken en te gelijk over te halen tot terugkeer in de echtelijke woning. Den volgendon ochtend ging papa Vollenhove dus naar Amsterdam. Zijn vrouw verlangde een half uur na zyn vertrek reeds naar zyn terug komst. De angst voor schandaal, voor babbelpraatjes maakte haar zoo zenuwachtig, dat zij rust noch duur had. De dag kroop voorbij. Eindelyk 's avonds kwam haar man terug met de treurige tyding, dat alle moeite vergeefseh was geweest. Toen zy dit vernam, viel zy bewusteloos neer. Haar man, die toch ook leed en bovendien vermoeid was van de reis, kon nu beginnen met haar tot be- wustzyn te brengen. Toen hem dit eindelijk gelukt was, moest hij ver tellen. Verkerk had hem niet gesproken over de verwijdering, die reeds maan den lang tusschen hem en zyn vrouw bestond. Al lang aten ze niet meer samen, alleen bij toeval zagen zy elkaar nog in hun eigen huis, dat wisten zy. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4