HELDERSCHECOURANT Nieuwsblad voor VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4429 DONDERDAG 18 FEBRUARI 1915 43* JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2cent. Stelling van DEN HELDER. Ontspannings-avonden. Honderd. 18 VrUdag 19 Zaterdag 20 Emma Stafrauziek Marine-oantine Stafmuztek ■Weeshuis Zangkoor „Ons Doel" 6'/5-7i/2 U. 7—8 u. Voor alle korpsen, 8]U u. Introductie ook voor L.W. uit Erfprins, te regelen d. Ct, 27 L.W.I. DE WEEK. 16 Februari Hoe vaak kwam niet b(j velen van ons, wanneer wij lazen en hoor den van het gebeuren uit tijdperken van geweldige schokken, beroeringen in de geschiedenis der menschheid, de gedachte op„Hoe zullen zij, die toen geleefd hebben, zich toch wel hebben gevoeld In de ruwste perioden van dertig-jarigen, tachtig- jarigen oorlog, van de Revolutie, in '48, om slechts een paar losse grepen te doen in 't Historie-boek. Welk een verbijstering van angst, van spanning zal toen allen hebben bevangen Hoe zal de gewone gang van het openbaar leven telkens stop zijn gezet, terwijl niemand natuurlijk lust had om aan iets anders te denken, over iets anders te praten dan over 't ontzettende, dat ieder bedreigde met gevaar van oeconomischen onder gang, met den dood, met het plot seling verlies van vrienden en magen INiet waar, we hebben daar allen wel eens over gepiekerd. En tochWij maken nu door eene periode in de geschiedenis der mensch heid, ontzettender dan eenige voor afgaande, in oude en nieuwe historie, kon worden genoemd. De machtigste rijken der aarde,die,sinds tientallenlvan jaren milliarden na milliarden gouds hebben besteed aan 't zich voorzien van de gruwelijkste verdelgingsmid delen, voeren sinds zes en-een-halve maand den „strijd op leven en dood", zooals minister Cort van der Linden 't onlangs heeft uitgedrukt. Onze kustbewoners hooren telkens 't bul deren van het geschut. Het gevaar, dat „bij vergissing" neergekomen bommen rampen berokkenen, 't is niet slechts denkbeeldig, maar zelfs stijgend. Van 18 Februari 1916 af zal de slachting, het moord- en verdelgingswerk zich ook uitstrekken tot koopvaardijschepen der neutraleD, op de door Duitschland tot „gevechts gebied" verklaarde zeeönDe Nederlandsche Regeering heeft daar tegen te Berlijn haar protest inge diend op 15 Februari. Maar wanneer de bedreiging niet - zooals sommi gen volhouden „bluff", maar IJse lijke, bloedige ernst is, dan hebben ook zij, die gewoon zijn den loop der zaken niet op de wijze der „jam merende alarmisten", maar met koel- nuchtere, rustige objectiviteit te beschouwen, zich ongetwijfeld voor bereid te houden op de mogelijkheid van een conflict. Reeds is door een der bladen gemeld, dat de voor Buenos-Ayres bestemde, uit Amster dam vertrekkende „Gelria" door een Nederlandschen oorlogsbodem zou worden vergezeld; geconvoyeerd, zoo- als de „technische term" luidt. Inder daad, 't is een worsteling op leven en dood. Men vecht tegen het gevaar van uithongering, van vernietiging der militaire macht, van de oecono- mische kracht, van de oppermacht ter zee; de hoogste levensbelangen der groote mogendheden staan hier op het spel. De hartstochten gloeieu al-heeter, al-woesterEn wat zal in de branding van dit gigantisch samentreffen een nota, klacht, proteBt van een der zwakkere neu tralen kunnen baten?... „Vereenigl U, o neutralen I roept prof. De Louter uit, dan zullen de mach- tigsten, hoe groot en forsch ze ook mogen zijn, 't niet wagen U aan te randen Goed, kostelijk advies. Maar: hei recept had moeten toege past zyn vóór dat de wereibrand uit barstte. Nu komt 't te laat, helaas, ofte vroeg. Wanneer de generale slachtpartij te langen leste achter den rug is, kan men op de zaak die op zichzelve niet genoeg geroemd kan worden terugkomen En hoe zijn we, gevoelen wij ons nu, in deze schrikbarende tijden van wereld-crisis? Wel, ik heb het nog eens opgemerkt voor zoover wij niet bij de groote misère direct of indirect betrok ken zijn, beginnen wij „er aan te wennen". Om nu niet eens te spreken van hen, voor wie de wereld ramp bron is van aanzienlijke extra verdiensten en -winsten Weet-ge, eerst later zullen wij recht beseffen in welken tijd we nu geleefd hebben. En ook: hoe schier op elk gebied thans eene geweldige evolutie plaats heeft, dieBlijft althans in derdaad de as der arme Aarde in een stand, die ons planeetje niet naar de zon slingert, of zooEene evo lutie, die gansch nieuwe toestanden in het leven zal roepen. Eigenlijk verkeeren wij nu in den toestand van een, die door een vreeselijke catastrophe wordt getroffen, door een enorme ramp, en te versuft, te ver bijsterd is om recht te beseffen wat hem eigenlijk overkwam. Eerst gaan deweg leert hij begrijpen den om vang van 't gebeuren Niemand vermag nog te voorspel len, wat het lot van ons vaderland zal zyn temidden van de jammeren, die nu uur na uur duizenden kost bare menschenlevens vernietigen. Wij weten slechts dat de mannen in Den Haag, op wie nu de taak rust om het schip van Staat te leiden, ten volle, met talent, waardigheid en be leid hun plicht doen. Minister Lou- don bewijst dat hij geen Ijdele taal sprak toen Z.Exc. er.op wees, dat wij niet aan „sloffe neutraliteit" doen. Tegenover het gevaar van het Duit sche dreigement werd beraden op samenkomsten, door de ministers van Buitenlandsche Zaken en van Marine belegd met de directeuren der stoom vaart-maatschappijen. De kranige di recteur der Nederl. Handel-Mij., de heer Van Aalst, was er tegenwoordig. De reeders kwamen byeen en gaven goede wenken voor hen, die thans moeten uitvaren. Onze schepen laten de nationaal-neutrale kleuren op de boeg verven, zoo hoog mogelijk, opdat de „aansluipende" monsters, genaamd duikbooten, ze zullen kun nen onderscheiden. Zal 't baten om te verhoeden, dat ook Nederlandsche koopvaardij-schepen het slachtoffer worden van „oorlogs-praktljken", erger en gruwelijker dan het bloedige krijgswerk ooit te aanschouwen gaf!?... En dit alles belet toch niet, dat zelfs dit verschrikkelijke de bron, ook, is van goede nieuwe diugen en toe standen. Op den regel, dat elk onge luk „voor iets goed is", bestaat in derdaad geen uitzondering. Wanneer wij lezen, dat een kapitaal-krachtige Nederlandsche firma een groote hoe veelheid jodium-raateriaal in onze Oost (uit de bronnen te Soerabaya) heeft opgekocht, omdat de ervaring der jongste maanden geleerd heeft, hoe Nederland ten opzichte van che micaliën en medicijnen vrijwel af hankelijk is van het buitenland, - dan hebben wij ons daarin te ver heugen. Want 't verkondigt ons op levend besef, dat wij de handen uit de mouw moeten steken; met veel meer kracht en energie gebruik heb ben te maken van de onmetelijke rykdommen, die do ontginning van zoovele streken in Insulindè kan op leveren. Gelijk zoovelen ganscb anders dan vóór 1 Augustus 1914 zullen gaan denken over do waarde der be veiliging van onze neutraliteit, de be- teekenis der verdediging van ons land, de waarde van ons rijk koloniaal niet slechts uit oecono- misch oogpunt 1, zóo zal ook de energie, de ondernemingsgeest opbloeien gelyk nooit te voren. Op volken is, ten slotte, hetzelfde van toepassing als op individuendoor schaÊ en schande wordt men wijzer „Schande" hier dan opgevat in den zin van laksche onverschilligheid gemis van juist besef, van wat de boogBte levensbelangen des volks vorderen 't Is nu niet meer de tijd van krenterigheid en kleine, middelen tot bestrijding van nood, waar minister Lely tot vermindering der werkeloos heid wederom een krediet van drie millioen heeft aangevraagd voor de uitvoering van werken als normali seering van Ryn, Lek, Geld. IJsel, daar is hij by voorbaat over tuigd van de medewerking der Ver tegenwoordiging. Waar vroeger uren en dagen werden stukgepraat over uitgaven van duizenden, soms zelfs honderdendaar worden nu de millioenen „toegestaan" met de grifte vaardigheid, als welke onze senatoren tentoon spreidde eere zij hun I toen ze de Begrootingen voor 1915, voor de Koninklijke signatuur rijp maakten. Zeker, dat zal wel anders worden. Maar toch staat vast, dat waartoe de crisis-periode onze lands- vroeden noodzaakte, ook in de verre toekomst, na den terugkeer van den Vrede op aarde, zijn uit werking niet zal missen. Mocht ons land buiten den grooten brand blijven, ja, dan kan ons een schoone toe komst wachten, waarin Nederland, dat nu pas als bemiddelaar optrad voor de uitwisseling van Duitsche en Engelsche gewonden het vertrouwen dus ten volle genietend van beide belligeranten, - in hooge achting staande bij de grootere en kleinere Staten der geheele wereld, eene missie kan te vervullen hebben. Wanneer het arbeiden aan de verheven taak om Mars den onverzadelljken wreedaard eindelijk voor-goed te kete nen, niet meer met zich zal brengen 't schier-onafwend baar gevaar van in de worsteling te worden betrokken Keeren wy tot de vooralsnog niet tot 't bouwen van schoone lucbt- kasteelen stemmende werkelijkheid terug. De nieuwe wekelijksche doodenltjat is algemeen aan het groeien. Te Arn hem overleed mr. J. W. A. v. Embden, de groote kenner van oud-Hollandsch recht; te Rotterdam de heer Th. de Rot, de bekende mede-oprichter van het Alg. Ned. Werklieden-Verbond, aan welks stichting en historie zyn naam naast dien van wijlen Heldt, voor altyd verbonden blijft. En ook verloor ons land zijn vermoedelljk- oudste bewoonster, de 102-jarige mevrouw De Ruyter. Zü zal het gebeuren der dagen van 1830 hebben aanschouwd. Toen ons land eensklaps uit lethargischen sluimer, vadsige dommeling werd wakker-goschud en toonde dat er nog „fut" zat in 't Hollandsche bloed. Dat toont het Patria van 1914 en 1915 ook Waken wij er, met alle kracht en macht tegen, dat Jan Salie - de knul is nog steeds in 't land dor levenden thans nooit meer zijn hofje ont- Me. Aktonio. DE OORLOG. De offlcieele legerberichten van 15 en 16 Februari. Van het W e s t e 1 ij k front wordt ditmaal al heel weinig gemeld. Het Fransche bericht van den 15en (11 uur 's avonds) deelt mede dat alleen de artillerie aan het werk ge weest is. Een Duitsche batterij ten N.O. van Yperen werd vernield. Overigens worden loopgraven en troependafdeelingen met goed gevolg beschoten. Het bericht van den 16en meldt dat de Engelschen de loopgraven die zij tusschen St. Eloy en het kanaal verloren hadden weder hernomen hebben. Tevens wordt gemeld dat bevestiging ontvangen is omtrent de successen door de Fransche artillerie behaald. Van Duitsche zijde wordt alleen bericht dat de aanvallen der Engel schen op hunne verloren loopgraven werden afgeslagen. Overigens is niets bijzonders te vermelden. Van het O o s t e 1 ij k front hoort men al even weinig. Een Duitsch bericht van den 16en meldt dat de vervolging der Russen aan de Oost- Pruisische grens een gunstig verloop heeft. Ten N. van den Weichsel be zetten de Duitschers na korten strijd de plaatsen Bielsk en Plock. Hierbij namen zij 1000 man gevangen. Ove rigens niets belangrijks. Ook het Oostenrljksche legerbericht geeft aan dat de toestand in Polen en West-Galicië onveranderd is. Aan het front in de Karpathen wordt hevig gestreden. Een aantal geduren de den dag en den nacht ondernomen aanvallen op de stellingen der Oosten rijkers werden met groote verliezen afgeslagen. 400 Russen werden ge vangen genomen. In de Boekowina verloopen de ge vechten gunstig. De Sereth-linie is reeds weder door de Oostenrijkers overschreden en thans drijven zij ondor voortdurend vechten dé Russen terug in de richting van de Pruth. Ton Z. van Kolomea, waar zich groote gevechten ontwikkelden namen de Oostenrijkers meer dan 500 Russen gevangen. Van het Oostelijk front. De toestand op het Oostelijk front heeft thans weer een nieuwe wijzi ging ondergaan. Ten tweede male zijn de Russen eraan herinnerd dat hun 2e offensieve beweging naar het westen op niets is uitgeloopen. Toch heeft dit niet zulke groote gevolgen als hetop het eerste gezicht wel schijnt. De Russen hebben zich tot nog toe steeds op het juiste oogen- blik aan den beslissenden slag weten te onttrekken, en gaan steeds op reeds van te voren achter het front gereedgemaakte stellingen terug. Duitschland is dus gedwongen een groote troepenmacht in het Oosten te houden, en zoolang dit het geval blijft, is Rusland een groote steun voor de geallieerden op het westelijk gevechtsterrein. Overigens geven de laatste suc cessen der Duitschers weer een kijkje op het organisatie vermogen der Duitsche legeraanvoering. Zelfs de Fransche „Temps" laat niet na deD Duitschers hierover openlijk een pluim op den hoed te steken. Het blad is ook van meening dat de Duitschers de uitstekende troepen welke in Oost- Pruisen tegen de Russen opereeren niet uit de reserves samenstelden, maar hen waarschijnlijk aan het front van de Bzura onttrokken hebben. Vandaar dat er op dat gedeelte van het front den laatsten tijd slechts artilleriegevechten geleverd zijn. De „Temps" ziet verder in de worsteling op het Oostelijk front en. het pogen der Duitschers om hier een beslissend succes te behalen een groote verzwakking der Duitsche krachten. Het is en blijft voor Duitsch land een verdedigingsoorlog, en het blad meent dan ook dat Duitschland over ongedacht groote reserves zou moeten beschikken om de strijd van karakter te doen veranderen. En zelfs indien Duitschland erin slaagde een groote hoeveelheid nieuwe troepen aan te voeren, dan toch zou hier tegenover het nieuwe Engelsche leger staan, zoodat op het oogenblik, in het meest gunstige geval, slechts het evenwicht gehandhaafd zou blijven. Op Zee. De Duitsche verklaring. Heden is het de dag waarop de Duitsche bedreiging in werking treedt. In Engeland maakt men zich blij kens de uitlatingen der bladen niet zeer ongerust hierover. Men is wel overtuigd dat er verliezen geleden zullen worden, maar daarop is men voorbereid. Men vertrouwd ook dat de Engelsche vloot wel zeer kracht dadig zal optreden en er spoedig een einde aan gemaakt zal worden. De diensten op de Fransche en Nederlandsche havens zullen dan ook onbeperkt blyven doorgaan. Een nota van den Duitschen am bassadeur te Washington, zegt dat de Engelsche koopvaardijschepen be wapend zyn geworden en dat hun bevel is gegeven in groepen te varen ter onderlinge bescherming en om te trachten de Duitsche onderzeeörs tot zinken te brengen. Dientengevolge zullen de Duitschers deze schepen beschouwen als oorlogsschepen en ze dus als zoodanig bevechten. Verder wordt gewezen op de bedoeling van Engeland om neutrale vlaggen te ge bruiken, waardoor de neutrale scheep vaart in gevaar komt en dus genood zaakt is om Schotland heen te varen Verder deelde hij nog mede dat Duitschland voornemens was om de Britsche eilanden mynen te zaaien, en aldus tegen de koopvaarders op te treden. Verder zou Duitschland afzien van de actie tegen de schepen als Enge land de invoer in Duitschland van voedingsmiddelen voor de bevolking toestond. De „Tribune" verklaart naar aan leiding van graaf Bernstorffs nota, dat de quaestie betreffende het recht van Amerika om levensmiddelen naar Duitschland te zenden direct met Engeland geregeld zal worden, de quaestie van het recht van Ameri- kaansche schepen om in overeen stemming met de regelen van het internationale recht niet-geblokkeerde Engelsche havens binnen te gaan zal met Duitschland geregeld worden. Wanneer de verklaring omtrent de oorlogszóne Donderdag van kracht wordt, moeten de rechten van Ameri- kaansche schepen desondanks geëer biedigd worden. Wanneer zij getor pedeerd mochten worden, dan zal Duitschland de logische gevolgen hebben af te wachten. De „World" zegt, dat de verklaring van den ambassadeur dat oorlogs- materieel en andere artikelen zorg vuldig zullen worden uiteengehouden moeilijk overeen te brengen is met keizerlijk besluit, dat verklaart, dat ze op dezelfde wijze behandeld zullen worden. De Amerikaanache bladen gaan nog overigens voort de Duitsche maat regel te gispen. De „New-York Sun" _S in een artikel: De bewering, dat men van officieren van duik booten niet kan verwachten, dat zij zich van de identiteit van onzijdige schepen vergewissen, is dwaas en onverdedigbaar. Engelsche duikbooten praaien eiken dag neutrale schepen en houden ze aan. En geen Duitsch officier, die niet gek is, kan er zich op beroepen, dat hij daartoe niet in staat zou zijn. We.' kan hij dit voor wonden, door zijn geheime bevelen te gehoorzamen. Ook bespreken zij het Duitsche voorstel om de schepen met rust te laten indien de neutrale schepen met voedingsmiddelen, bestemd voor de Duitsche burgerbevolking niet door de Engelschen werden aangehouden. ZU zien hierin een poging om Amerika tot een krachtige houding tegenover Engeland te bewegen. Intusschen wordt in de Unie ook aan Duitsch-Amerikaansche zijde niet stilgezeten. Zoo bericht de „Daily Telegraph" dat de Duitsche pers in de Unie op felle wijze president Wil- son en minister van Staat Bryan aanvalt, wijl zij aan Duitschland een dreigende en uitdagende nota hadden gezonden, terwijl de nota aan Enge land nopens 't misbruik-maken van de Amerikaansche vlag weinig anders inhield dan het zachtaardig verzoek het niet weer te doen". In het algemeen genomen zijn de Duitsch- Amerikanen woedend op de regeering te Washington en ongetwijfeld zullen talrijke protest vergaderingen volgen. Intusschen wordt het een kwestie van afwachten wat gebeuren gaat. Van Duitsche zijde wordt bij voorbaat reeds een hatelijkheid aan Engeland toegevoegd. In Duitsche scheepvaart- kringen is men van meening - zoo zegt het bericht - dat Engeland, met het oog op het in z|jn belang uit lokken van conflicten tusschenDuitseh land en Neutrale landen, misschien over zal gaan tot het in den grond doen boren van neutrale koopvaar ders, om het te doen voorkomen alsof het door Duitsche onderzeeörs was geschied. De Noorsche stoom vaart-Maatschap pijen hebben besloten hot handels verkeer met Engeland vanaf den 18en voorloopig te staken met uitzondering van de postvaarten en alle op Engel sche risico varende stoomschepen. Het bericht door het Wolff Bureau uit Rotterdam ontvangen omtrent de beschildering der Harwich-booten, waardoor zij op de schepen der Batavier-lijn zouden lijken is waar schijnlijk uit de lucht gegrepen. Te Rotterdam is tenminste niets van die voorgenomen beschildering bekend. Scheepsongelukken. Weer zijn twee stoomschepen in de Noordzee verongelukt. De Waveiet, een Engelsch s.s., is Zaterdagavond op een mijn geloopen. Twaalf der op varenden zijn verdronken bij 't uit brengen van een reddingboot. Het schip is echter op zijn lading blijven drijven en bij Deal op het strand ge zet. De Abeokuta, van de Elder-lljn, is bij Ouessant gezonken. De beman ning is gered. Londen, 16 Febr. Het Engelsche stoomschip „Dulwich", varende van Huil naar Rouaan, is Maandagavond op 20 mijl afstand van Antifer in de lucht gevlogen. Niemand kreeg eenig letsel. De be manning ontkwam in booten. Contrabande. Londen. 16 Februari. Over de aan houding te New York van rubber, verborgen in balen katnenafval, seint de correspondent van de Daily Tele graph, dat de lading van het stoom schip Cretic van de White Star Line bestemd was voor Genua. Naar schat ting was tusschen de 4000 en 5000 pond rubber verborgen in 156 balen katoenafval. Het onderzoek met X-stralen werd gehouden voor de balen in het schip werden geladen. Aan de Belgische grens. Men meldt uit Roermond aan de „N. Rott. Ct." Te Maeseyck zijn thans vooral de dames aan een streng toezicht on derworpen. Deze hadden den laatsten tijd de Duitschers op handige wijze om den tuin weten te leiden met het overbrengen van brieven en couran ten. Dezer dagen werden een vijftien tal Belgische vrouwen aangehouden bij een werden een veertigtal brie ven gevonden, welke tusschen de voering der kleeren, in de kousen en onder de haarvlechten' verborgen waren. Hierdoor hebben die vrou welijke koeriers den inwoners van Maeseljck heel wat last veroorzaakt. Er worden thans geen passen meer afgegeven te Maeseljck; die er een wil hebben, moot nu naar Luik of Hasselt. En de pas, dien ze dan be komen, is niet langer dan een dag geldig. Voor een autoraobielpas werd zelfs 100 frank gevraagd. Over het algemeen gedragen de be woners van Maeseljck en omgeving zich goed naar de voorschriften der Duitsche overheid. Zij toonen zich zeer verbolgen over de daden van hen, die zich aan die voorschriften niet houden. Uit Duitschland. Duitsche verliezen. De correspondent van de „Times" te Kopenhagen, die de namen van de Pruisische verlieslljsten pleegt op to tellen, komt na de laatste 6 lijsten tot een totaal van 971,042 dooden, gewonden en vermisten over 148 Pruisische verlieslljBten. Dit geldt uitsluitend voor Pruisen» Er zijn nog 152 lijsten voor Beieren, 107 voor Saksen, 114 voor Wurtem berg en 17 voor de vloot uitgegeven, waarvan de correspondent denamen niet schijnt te hebben opgeteld. Intusschen zijn van de gewonden natuurlyk een aantal genezen of voor genezing vatbaar. Edelmoedige daad. Aan de Hamburger Nachtrichten wordt uit Munchen een edelmoedige daad van den Duitschen Keizer ge meld. De Fransche infanterist Raoul Dovidot uit Moulin, die in Duitsch land krijgsgevangen is, had, daar zijn moeder ernstig ziek was en haar zoon nog eens wilde zien, tot den Keizer een verzoekschrift gericht, om verlof te krijgen en op zijn woord van eer beloofd, voor 1 Maart terug te zullen keeren. De Keizer heeft aan dat verzoek voldaan en Dovidot is daarop over Lindau naar zijn vader land vertrokken. „Anders", en „minder eten". De Köln. Ztg. heeft een artikel waarin zij het Duitsche volk op het hart drukt „anders te eten" en „min der te eten". Dat is de nieuwe plicht. Ten slotte beroept het blad zich op een betoog van prof. Schleich, volgens hetwelk men in vredestijd bijna zon der uitzondering te veel eet. Dat moet wel het geval zijn, als men verneemt welk praestatievermogen een troep nog heeft, die dikwijls drie tot vijf dagen zonder voedsel en weken lang met enkele knollen, een slok melk per man en per maag genoegen heeft moeten nemen. Hoe lang moeten ook tyfus-lijders niet vasten? vraagt hij. Nu de mogelijkheid van een vermin dering van den invoer van levens middelen van verre dreigt, mag men er weieens de aandacht op vestigen, dat een beschaafd mensch byna zonder uitzondering een voedselverkwister, een polyphaag, een veelvraat is, zon der dat hij zich daar in gewone tijden om bekommert. China en Japan. Het ziet er niet naar uit dat de. eischen door Japan gesteld ook maar direct door de Chineesche regeering ingewilligd zullen worden. Een be richt uit Londen meldt dat de Chi neesche gezant te Tokio aan zijne regeering te Peking mededeelde dat Japan weigerde zijn houding ten op zichten van China te wijzigen. China daarentegen is besloten niet dadelijk te onderhandelen over eenigen eisch behalve over die betreffende Oost- Mongolië en Zuid-Mantsjoerlje. Na den oorlog wilde het de rest behandelen. Uit Tokio wordt aan de „Russische Nowoje Wremya" bericht, dat drie lichtingen van het Japansche leger gemobiliseerd zijn en dat in Korea de staat van beleg is afgekondigd. Aan hetzelfde blad wordt nog uit Peking geseind,* dat de Chineesche regeering geen besluiten wil nemen zonder toestemming van het Chinee sche parlement. Verder wordt de voorslag tot re organisatie van leger en vloot onder leiding van Japansche instructeurs in stryd geacht met den Grondwet. Een anderRussisch blad de„Rjetsch" ontving een bericht uit Irkoetsk dat in vele steden proclamaties worden aangeplakt, waarin verklaard wordt dat Japan Chineesch gebied wil an- nexeeren, waarom iedereen opge roepen wordt om het vaderland te verdedigen. In deze proclamaties wordt Rusland een vriend van Japan genoemd. De Chineezen koesteren groote ver wachtingen omtrent de houding van Amerika. De volksstemming in China is hoogst opgewonden. De Japansche pers toont zich verontwaardigd over den tegenstand van Joean-Sji-Kai en eischt krasse maatregelen. Wat er van deze toestand groeien moet is nog een raadsel. De (Fransche)Temps, de Japansche eischen besprekende is van meening dat de Chineezen wel zullen toegeven en hun leventje zullen voortleven. Evenals de Engelsche bladen kan het blad ook al niet anders doen dan „faire bonne mine a mauvais jeu". Op het oogenblik Japan in de wielen te rijden zou slecht gaan, vooral niet voor een blad als de „Temps" hetwelk herhaal-, delljk op deelname van Japansche troepen op het Europeesch gevechts terrein heeft aangedrongen. Het blad komt tot de conclusie dat alle eischen van Japan slechts ten nadeele van Duitschland zijn. Fransche en Russische belangen worden niet geschaad. Alleen met de Engelsche belangen zouden zij een weinig in strijd kunnen komen, doch waar Engeland en Japan bondgenooten zijn, zal er hiervoor wel een weg ter op lossing gevonden worden. De integri teit van China zal geen gevaar loopen. Griekenland en Turkije. Uit Londen en uit Konstantinopel komt het bericht, dat de Grieksche gezant Turkije heeft verlaten. De reden ervan wordt echter verschillend opgegeven. In het Engelsche bericht, dat uit Athene afkomstig is, wordt mede gedeeld, dat de Porte nieuwe bezwaren ingebracht heeft tegen de door Grieken land geöischte voldoening voor de be- leediging van den Griekschen Marine attaché. Van Turksche zijde wordt echter gemeld, dat de eischen van Grieken land aangenomen waren, en dat de Grieksche gezant toch vertrokken was. BINNENLAND. Moei- en Broodprijzen. Met ingang van Donderdag 18 Febr. ia, in afwijking van voorgaande rege lingen in verband met de zeer be langrijke stijging der graanprijzen, de prijs van tarwebloem inlandsch uit sluitend een soort bepaald op f20.80 per 100 K.G., die van ongebuild tar wemeel op f.17 per 100 K.G. Deze prijzen zijn berekend netto contant aan fabriek, molen of maga zijn voor bakkers en dergelijke ver bruikers. Aan tusschenpersonon moet op verzoek 25 cta. korting worden toegestaan. In verband biermede zij de maxi mum broodprijzen vastgesteldop 24 cent per K.G. voor gebuild tarwewa- terbrood; op 26 cent per K.G. voor gebuild tarwewaterbrood, gebuild onder rabbinaal toezicht (andere soor ten gebuild brood naar evenredigheid); op 20 cent per K.G. voor bruinbrood. De deur geopend! Aan het Handelsblad schrijft men uit vakkringen: Juist nó onze beschouwingen be treffende het ongewenschte van het niet vaststellen door den Minister van een maximum-prys voor Ameri- kaansch Patentmeel, terwijl dit voor de lagere kwaliteiten (Straights en Bakers) wél geschiedde, komt de ver bluffende Regeeringsmededeeling, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel aanleiding heeft gevonden, de maximum-prijzen voor laatstge noemde merken te doen vervallen. Naast meer maatregelen, door de Regeering sinds Augustus genomen, waar het de tarwe- en meelvoorziening betrof, waarvan door vakmannen kon aangetoond worden, dat zij strijdig waren met het algemeen belang en juist indruischten tegen het beoogde doel, kan deze jongste ministerieele beslissing, welke de deur naar meel- prijs opdrijving wagenwijd openzet, niet anders dan ten zeerste afgekeurd worden. Als reden, welke den Minister noopte, de genoemde maximum prijzen op te heffen, worden genoemd de „verkeerde praktijken, waartoe het stellen van maximum-prijzen aan leiding heeft gegeven", terwijl het ondoenlijk is gebleken om nauwkeu rige contröle op de naleving van dit voorschrift te houden! De Minister houde ons ten goede, dat wij, die geheel op de hoogte zijn van het vak, tegen deze bewering met alle kracht opkomen I Wie zijn dan toch in dezen wel de adviseurs vau den Minister?, zouden wij wil len vragen. In plaats van ondoenlijk, gelijk gezegd wordt, is een nauw keurige contröle over het niet-over- schrijden van verkooperszljde van de door den Minister vast gestelde meól- prljzen, zéér eenvoudig en zéér ge makkelijk uitvoerbaar, gelyk wij hier dadelijk zullen aantoonen. Het ligt voor de hand, dat iedere bakker gaarne zoo goedkoop mogelijk de noodige partijen meel zal koopen. Bereikt hem nu oen meel-offerte, welke de door den Minister vastgestelde limiet overschrijdt, zoo zou hy eenvoudig aan den secretaris zijner organisatie (nagenoeg alle bakkers ln Nederland zijn lid van de een of andere patroons- Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hoeren. Zeer doelmatig. De goederen blijven het eigendom van don geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on- mlddelljk toegezonden. organisatie) den naam der aldus aan biedende firma kunnen opgeven, waarna het toch een kleine moeite mag genoemd worden, den Minister - van een on ander in kennis te stel len, die tegenover den in overtreding zijnden meelhandelaar waarlijk wel maatregelen zou weten te nemen, getuige de van overheidswege geuite bedreigingen te dezen opzichte in do maand Augustus j.1. Maar nog sterker blijkt de onjuist heid der ministerieele argumentatie ten aanzien van het ondoenlijke der contröle, wanneer wij even den blik slaan naar de Nederlandsche meel fabrieken. Wekelijks worden er in die fabrieken te Amsterdam, Wor- merveer, Leiden, Vlaardingen, De venter en Utrecht meer dan honderd duizend balen meel gefabriceerd, welke alle niet hooger dan tot den door den Minister vastgestelden prijs van f 18.50 óf fabriek verkocht worden. En zou, wat nu voor ge noemd kwantum wél mogelijk is, plotseling „ondoenlijk" zijn voor de zooveel kleinere partijen Straights en Bakers, die nu en dan bij inschrijving verkocht worden? Het is niet aan te nemen. Inmiddels is de beslissing gevallen, het hek is van den dam, de deur is geheel geopend, de houders van par tyen Amerikaansche tarwebloem zyn geheel vrij in het vaststellen van den prijs, en de toestand van de eerste dagen der mobilisatie, toen steen en been geklaagd werd over het opdrij ven der meelprljzen, staat ons we derom te wachten. Nog erger is de toestand thans, dan oogenschljnlyk gedacht zou kun nen worden, omdat nog van andere zijde gevaar dreigt. De Nederland sche meelfabrieken n.1., die reeds de laatste weken trager in de aflevering werden, moeten deze week zeer vele aanvragers om meel teleurstellen, daar de aanwezige tarwe voorraden niet toelaten met volle kracht te draaien. Wat hiervan het onmiddellijk ge volg zal zijn, valt licht te raden: de bakkers, die hunne aan de inlandsche mèelfabrikanten opgegeven orders niet zien uitgevoerd, zullen, bevreesd voor éönige inkrimping van hun be drijf, voor het grootste deel Ameri- kaansch meel gaan betrekken en dit tot eiken prijs willen machtig worden. En ziet, juist op dat kritieke oogen blik, juist nu een vastgestelde prijs- grens dringend en dringend nood zakelijk is, komt de Minister ons zeggen„Gij behoeft u aan een maximum prijs niet meer te houden I" Het is nu eenmaal onmogelijk, dat een Minister van alle vak détails op de hoogte is, en het Is een eisch van dringende noodzakelijkheid, dat hij een schare van adviseurs rondom zich verzamelt, die hem in sommige gevallen den juisten weg wijst, doch wij aarzelen geen oogenblik te zeggen, dat zij, die in deze omstandigheden geadviseerd hebben tot opheffing van een maximum-prijs voor Ameri- kaansch meel (Straights- en Bakers kwaliteiten), hoogst lichtvaardig ge handeld hebben en hunnerzijds ertoe hebben medegewerkt, dat ons eerste volksvoedingsmiddel, hot brood, bin nen zeer korten tijd wederom in prijs zal moeten worden verhoogd! Uitwisseling van zwaargewonden. Maandagnacht te twaalf uur arri veerde te Oldenzaal de trein met zwaargewonde Engelsche krijgsge vangenen. In totaal kwamen er 100 gewonden, onder wie 4 officieren. Zij waren vergezeld van een aantal verplegers en verpleegsters van het Duitsche Roode Kruis. Deze stelden zich onder leiding van den officier van gezondheid Sturkopp en zouden de Engelschen tot Vlissingen geleiden, waar zij dan de Duitsche gewonden in ontvangst zouden nemen. De ge wonden werden te Oldenzaal van ververschingen voorzien. Hetzelfde had plaats te Amersfoort, waar de trein des nachts te half 5 aankwam. Ook via Maastricht kwam een trein met Engelsche gewonden ons land binnen. De trein, waarmee 118 man vervoerd werden, was uitstekend ingericht. Zelfs was er gezorgd voor een conversatiezaal. Te Maastricht werden de gewonden eveneens van allerlei versnaperingen voorzien. Te Vlissingen aangekomen, werden de gewonden ontvangen door de af- deeling van het Roode Kruis on de Marine transportkolonne. Dinsdag avond zouden zij aan boord van de mailboot „Mecklenburg" worden ge bracht, waarmee zij Woensdagmorgen naar Engeland zouden vertrekken. Dinsdagavond zijn de Duitsche ge wonden per s.b. „Mecklenburg" uit Engeland, te Vlissingen aangekomen. Hun aantal bedroeg 94, onder wie 1 officier. Met de „Mecklenburg" kwam ook een afdeeling van het Engelsche Roode Kruis mede, zoodat dus van drie landen, Nederland, Engeland en Duitschland, een Roode Kruisafdeeling bij het vervoer behulpzaam was. De Duitsche gewonden zouden Woensdag avond naar hun land vertrekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1