HELDERSCHECOURANT
Nieuwsblad voor
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4429
DONDERDAG 18 FEBRUARI 1915
43* JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37£ 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2cent.
Stelling van DEN HELDER.
Ontspannings-avonden.
Honderd. 18
VrUdag 19
Zaterdag 20
Emma Stafrauziek
Marine-oantine Stafmuztek
■Weeshuis Zangkoor „Ons Doel"
6'/5-7i/2 U.
7—8 u. Voor alle korpsen,
8]U u. Introductie ook voor L.W. uit
Erfprins, te regelen d. Ct, 27 L.W.I.
DE WEEK.
16 Februari
Hoe vaak kwam niet b(j velen van
ons, wanneer wij lazen en hoor
den van het gebeuren uit tijdperken
van geweldige schokken, beroeringen
in de geschiedenis der menschheid,
de gedachte op„Hoe zullen zij, die
toen geleefd hebben, zich toch wel
hebben gevoeld In de ruwste
perioden van dertig-jarigen, tachtig-
jarigen oorlog, van de Revolutie, in
'48, om slechts een paar losse grepen
te doen in 't Historie-boek. Welk een
verbijstering van angst, van spanning
zal toen allen hebben bevangen
Hoe zal de gewone gang van het
openbaar leven telkens stop zijn gezet,
terwijl niemand natuurlijk lust had
om aan iets anders te denken, over
iets anders te praten dan over 't
ontzettende, dat ieder bedreigde met
gevaar van oeconomischen onder
gang, met den dood, met het plot
seling verlies van vrienden en
magen INiet waar, we hebben
daar allen wel eens over gepiekerd.
En tochWij maken nu door eene
periode in de geschiedenis der mensch
heid, ontzettender dan eenige voor
afgaande, in oude en nieuwe historie,
kon worden genoemd. De machtigste
rijken der aarde,die,sinds tientallenlvan
jaren milliarden na milliarden gouds
hebben besteed aan 't zich voorzien
van de gruwelijkste verdelgingsmid
delen, voeren sinds zes en-een-halve
maand den „strijd op leven en dood",
zooals minister Cort van der Linden
't onlangs heeft uitgedrukt. Onze
kustbewoners hooren telkens 't bul
deren van het geschut. Het gevaar,
dat „bij vergissing" neergekomen
bommen rampen berokkenen, 't
is niet slechts denkbeeldig, maar
zelfs stijgend. Van 18 Februari 1916
af zal de slachting, het moord- en
verdelgingswerk zich ook uitstrekken
tot koopvaardijschepen der neutraleD,
op de door Duitschland tot „gevechts
gebied" verklaarde zeeönDe
Nederlandsche Regeering heeft daar
tegen te Berlijn haar protest inge
diend op 15 Februari. Maar wanneer
de bedreiging niet - zooals sommi
gen volhouden „bluff", maar IJse
lijke, bloedige ernst is, dan hebben
ook zij, die gewoon zijn den loop
der zaken niet op de wijze der „jam
merende alarmisten", maar met koel-
nuchtere, rustige objectiviteit te
beschouwen, zich ongetwijfeld voor
bereid te houden op de mogelijkheid
van een conflict. Reeds is door een
der bladen gemeld, dat de voor
Buenos-Ayres bestemde, uit Amster
dam vertrekkende „Gelria" door een
Nederlandschen oorlogsbodem zou
worden vergezeld; geconvoyeerd, zoo-
als de „technische term" luidt. Inder
daad, 't is een worsteling op leven
en dood. Men vecht tegen het gevaar
van uithongering, van vernietiging
der militaire macht, van de oecono-
mische kracht, van de oppermacht
ter zee; de hoogste levensbelangen
der groote mogendheden staan hier
op het spel. De hartstochten gloeieu
al-heeter, al-woesterEn wat zal
in de branding van dit gigantisch
samentreffen een nota, klacht,
proteBt van een der zwakkere neu
tralen kunnen baten?... „Vereenigl
U, o neutralen I roept prof. De
Louter uit, dan zullen de mach-
tigsten, hoe groot en forsch ze ook
mogen zijn, 't niet wagen U aan te
randen Goed, kostelijk advies.
Maar: hei recept had moeten toege
past zyn vóór dat de wereibrand uit
barstte. Nu komt 't te laat, helaas,
ofte vroeg. Wanneer de generale
slachtpartij te langen leste achter
den rug is, kan men op de zaak die
op zichzelve niet genoeg geroemd
kan worden terugkomen
En hoe zijn we, gevoelen wij ons
nu, in deze schrikbarende tijden
van wereld-crisis? Wel, ik heb
het nog eens opgemerkt voor
zoover wij niet bij de groote
misère direct of indirect betrok
ken zijn, beginnen wij „er aan
te wennen". Om nu niet eens te
spreken van hen, voor wie de wereld
ramp bron is van aanzienlijke extra
verdiensten en -winsten
Weet-ge, eerst later zullen wij recht
beseffen in welken tijd we nu geleefd
hebben. En ook: hoe schier op elk
gebied thans eene geweldige evolutie
plaats heeft, dieBlijft althans in
derdaad de as der arme Aarde in
een stand, die ons planeetje niet naar
de zon slingert, of zooEene evo
lutie, die gansch nieuwe toestanden
in het leven zal roepen. Eigenlijk
verkeeren wij nu in den toestand
van een, die door een vreeselijke
catastrophe wordt getroffen, door een
enorme ramp, en te versuft, te ver
bijsterd is om recht te beseffen wat
hem eigenlijk overkwam. Eerst gaan
deweg leert hij begrijpen den om
vang van 't gebeuren
Niemand vermag nog te voorspel
len, wat het lot van ons vaderland
zal zyn temidden van de jammeren,
die nu uur na uur duizenden kost
bare menschenlevens vernietigen. Wij
weten slechts dat de mannen in Den
Haag, op wie nu de taak rust om
het schip van Staat te leiden, ten
volle, met talent, waardigheid en be
leid hun plicht doen. Minister Lou-
don bewijst dat hij geen Ijdele taal
sprak toen Z.Exc. er.op wees, dat
wij niet aan „sloffe neutraliteit" doen.
Tegenover het gevaar van het Duit
sche dreigement werd beraden op
samenkomsten, door de ministers van
Buitenlandsche Zaken en van Marine
belegd met de directeuren der stoom
vaart-maatschappijen. De kranige di
recteur der Nederl. Handel-Mij., de
heer Van Aalst, was er tegenwoordig.
De reeders kwamen byeen en gaven
goede wenken voor hen, die thans
moeten uitvaren. Onze schepen laten
de nationaal-neutrale kleuren op de
boeg verven, zoo hoog mogelijk,
opdat de „aansluipende" monsters,
genaamd duikbooten, ze zullen kun
nen onderscheiden. Zal 't baten om
te verhoeden, dat ook Nederlandsche
koopvaardij-schepen het slachtoffer
worden van „oorlogs-praktljken",
erger en gruwelijker dan het bloedige
krijgswerk ooit te aanschouwen gaf!?...
En dit alles belet toch niet, dat
zelfs dit verschrikkelijke de bron, ook,
is van goede nieuwe diugen en toe
standen. Op den regel, dat elk onge
luk „voor iets goed is", bestaat in
derdaad geen uitzondering. Wanneer
wij lezen, dat een kapitaal-krachtige
Nederlandsche firma een groote hoe
veelheid jodium-raateriaal in onze
Oost (uit de bronnen te Soerabaya)
heeft opgekocht, omdat de ervaring
der jongste maanden geleerd heeft,
hoe Nederland ten opzichte van che
micaliën en medicijnen vrijwel af
hankelijk is van het buitenland, -
dan hebben wij ons daarin te ver
heugen. Want 't verkondigt ons op
levend besef, dat wij de handen uit
de mouw moeten steken; met veel
meer kracht en energie gebruik heb
ben te maken van de onmetelijke
rykdommen, die do ontginning van
zoovele streken in Insulindè kan op
leveren. Gelijk zoovelen ganscb anders
dan vóór 1 Augustus 1914 zullen
gaan denken over do waarde der be
veiliging van onze neutraliteit, de be-
teekenis der verdediging van ons land,
de waarde van ons rijk koloniaal
niet slechts uit oecono-
misch oogpunt 1, zóo zal ook
de energie, de ondernemingsgeest
opbloeien gelyk nooit te voren. Op
volken is, ten slotte, hetzelfde van
toepassing als op individuendoor
schaÊ en schande wordt men wijzer
„Schande" hier dan opgevat in den
zin van laksche onverschilligheid
gemis van juist besef, van wat de
boogBte levensbelangen des volks
vorderen
't Is nu niet meer de tijd van
krenterigheid en kleine, middelen tot
bestrijding van nood, waar minister
Lely tot vermindering der werkeloos
heid wederom een krediet van drie
millioen heeft aangevraagd voor de
uitvoering van werken als normali
seering van Ryn, Lek, Geld. IJsel,
daar is hij by voorbaat over
tuigd van de medewerking der Ver
tegenwoordiging. Waar vroeger uren
en dagen werden stukgepraat over
uitgaven van duizenden, soms zelfs
honderdendaar worden nu de
millioenen „toegestaan" met de grifte
vaardigheid, als welke onze senatoren
tentoon spreidde eere zij hun I
toen ze de Begrootingen voor 1915,
voor de Koninklijke signatuur rijp
maakten. Zeker, dat zal wel anders
worden. Maar toch staat vast, dat
waartoe de crisis-periode onze lands-
vroeden noodzaakte, ook in de
verre toekomst, na den terugkeer
van den Vrede op aarde, zijn uit
werking niet zal missen. Mocht ons
land buiten den grooten brand blijven,
ja, dan kan ons een schoone toe
komst wachten, waarin Nederland,
dat nu pas als bemiddelaar optrad
voor de uitwisseling van Duitsche en
Engelsche gewonden het vertrouwen
dus ten volle genietend van beide
belligeranten, - in hooge achting
staande bij de grootere en kleinere
Staten der geheele wereld, eene
missie kan te vervullen hebben.
Wanneer het arbeiden aan de verheven
taak om Mars den onverzadelljken
wreedaard eindelijk voor-goed te kete
nen, niet meer met zich zal brengen
't schier-onafwend baar gevaar van in
de worsteling te worden betrokken
Keeren wy tot de vooralsnog niet
tot 't bouwen van schoone lucbt-
kasteelen stemmende werkelijkheid
terug.
De nieuwe wekelijksche doodenltjat
is algemeen aan het groeien. Te Arn
hem overleed mr. J. W. A. v. Embden,
de groote kenner van oud-Hollandsch
recht; te Rotterdam de heer Th. de
Rot, de bekende mede-oprichter van
het Alg. Ned. Werklieden-Verbond,
aan welks stichting en historie zyn
naam naast dien van wijlen Heldt,
voor altyd verbonden blijft. En ook
verloor ons land zijn vermoedelljk-
oudste bewoonster, de 102-jarige
mevrouw De Ruyter. Zü zal het
gebeuren der dagen van 1830 hebben
aanschouwd. Toen ons land eensklaps
uit lethargischen sluimer, vadsige
dommeling werd wakker-goschud en
toonde dat er nog „fut" zat in 't
Hollandsche bloed. Dat toont het
Patria van 1914 en 1915 ook
Waken wij er, met alle kracht en
macht tegen, dat Jan Salie - de knul
is nog steeds in 't land dor levenden
thans nooit meer zijn hofje ont-
Me. Aktonio.
DE OORLOG.
De offlcieele legerberichten van
15 en 16 Februari.
Van het W e s t e 1 ij k front wordt
ditmaal al heel weinig gemeld.
Het Fransche bericht van den 15en
(11 uur 's avonds) deelt mede dat
alleen de artillerie aan het werk ge
weest is. Een Duitsche batterij ten
N.O. van Yperen werd vernield.
Overigens worden loopgraven en
troependafdeelingen met goed gevolg
beschoten.
Het bericht van den 16en meldt
dat de Engelschen de loopgraven die
zij tusschen St. Eloy en het kanaal
verloren hadden weder hernomen
hebben. Tevens wordt gemeld dat
bevestiging ontvangen is omtrent de
successen door de Fransche artillerie
behaald.
Van Duitsche zijde wordt alleen
bericht dat de aanvallen der Engel
schen op hunne verloren loopgraven
werden afgeslagen. Overigens is niets
bijzonders te vermelden.
Van het O o s t e 1 ij k front hoort
men al even weinig. Een Duitsch
bericht van den 16en meldt dat de
vervolging der Russen aan de Oost-
Pruisische grens een gunstig verloop
heeft. Ten N. van den Weichsel be
zetten de Duitschers na korten strijd
de plaatsen Bielsk en Plock. Hierbij
namen zij 1000 man gevangen. Ove
rigens niets belangrijks.
Ook het Oostenrljksche legerbericht
geeft aan dat de toestand in Polen
en West-Galicië onveranderd is. Aan
het front in de Karpathen wordt
hevig gestreden. Een aantal geduren
de den dag en den nacht ondernomen
aanvallen op de stellingen der Oosten
rijkers werden met groote verliezen
afgeslagen. 400 Russen werden ge
vangen genomen.
In de Boekowina verloopen de ge
vechten gunstig. De Sereth-linie is
reeds weder door de Oostenrijkers
overschreden en thans drijven zij
ondor voortdurend vechten dé Russen
terug in de richting van de Pruth.
Ton Z. van Kolomea, waar zich groote
gevechten ontwikkelden namen de
Oostenrijkers meer dan 500 Russen
gevangen.
Van het Oostelijk front.
De toestand op het Oostelijk front
heeft thans weer een nieuwe wijzi
ging ondergaan. Ten tweede male
zijn de Russen eraan herinnerd dat
hun 2e offensieve beweging naar het
westen op niets is uitgeloopen. Toch
heeft dit niet zulke groote gevolgen
als hetop het eerste gezicht wel
schijnt. De Russen hebben zich tot
nog toe steeds op het juiste oogen-
blik aan den beslissenden slag weten
te onttrekken, en gaan steeds op
reeds van te voren achter het front
gereedgemaakte stellingen terug.
Duitschland is dus gedwongen een
groote troepenmacht in het Oosten te
houden, en zoolang dit het geval
blijft, is Rusland een groote steun
voor de geallieerden op het westelijk
gevechtsterrein.
Overigens geven de laatste suc
cessen der Duitschers weer een kijkje
op het organisatie vermogen der
Duitsche legeraanvoering. Zelfs de
Fransche „Temps" laat niet na deD
Duitschers hierover openlijk een pluim
op den hoed te steken. Het blad is
ook van meening dat de Duitschers
de uitstekende troepen welke in Oost-
Pruisen tegen de Russen opereeren
niet uit de reserves samenstelden,
maar hen waarschijnlijk aan het front
van de Bzura onttrokken hebben.
Vandaar dat er op dat gedeelte van
het front den laatsten tijd slechts
artilleriegevechten geleverd zijn.
De „Temps" ziet verder in de
worsteling op het Oostelijk front en.
het pogen der Duitschers om hier
een beslissend succes te behalen een
groote verzwakking der Duitsche
krachten. Het is en blijft voor Duitsch
land een verdedigingsoorlog, en het
blad meent dan ook dat Duitschland
over ongedacht groote reserves zou
moeten beschikken om de strijd van
karakter te doen veranderen. En zelfs
indien Duitschland erin slaagde een
groote hoeveelheid nieuwe troepen
aan te voeren, dan toch zou hier
tegenover het nieuwe Engelsche leger
staan, zoodat op het oogenblik, in
het meest gunstige geval, slechts het
evenwicht gehandhaafd zou blijven.
Op Zee.
De Duitsche verklaring.
Heden is het de dag waarop de
Duitsche bedreiging in werking treedt.
In Engeland maakt men zich blij
kens de uitlatingen der bladen niet
zeer ongerust hierover. Men is wel
overtuigd dat er verliezen geleden
zullen worden, maar daarop is men
voorbereid. Men vertrouwd ook dat
de Engelsche vloot wel zeer kracht
dadig zal optreden en er spoedig een
einde aan gemaakt zal worden.
De diensten op de Fransche en
Nederlandsche havens zullen dan ook
onbeperkt blyven doorgaan.
Een nota van den Duitschen am
bassadeur te Washington, zegt dat
de Engelsche koopvaardijschepen be
wapend zyn geworden en dat hun
bevel is gegeven in groepen te varen
ter onderlinge bescherming en om
te trachten de Duitsche onderzeeörs
tot zinken te brengen. Dientengevolge
zullen de Duitschers deze schepen
beschouwen als oorlogsschepen en ze
dus als zoodanig bevechten. Verder
wordt gewezen op de bedoeling van
Engeland om neutrale vlaggen te ge
bruiken, waardoor de neutrale scheep
vaart in gevaar komt en dus genood
zaakt is om Schotland heen te varen
Verder deelde hij nog mede dat
Duitschland voornemens was om de
Britsche eilanden mynen te zaaien,
en aldus tegen de koopvaarders op
te treden.
Verder zou Duitschland afzien van
de actie tegen de schepen als Enge
land de invoer in Duitschland van
voedingsmiddelen voor de bevolking
toestond.
De „Tribune" verklaart naar aan
leiding van graaf Bernstorffs nota,
dat de quaestie betreffende het recht
van Amerika om levensmiddelen naar
Duitschland te zenden direct met
Engeland geregeld zal worden, de
quaestie van het recht van Ameri-
kaansche schepen om in overeen
stemming met de regelen van het
internationale recht niet-geblokkeerde
Engelsche havens binnen te gaan
zal met Duitschland geregeld worden.
Wanneer de verklaring omtrent de
oorlogszóne Donderdag van kracht
wordt, moeten de rechten van Ameri-
kaansche schepen desondanks geëer
biedigd worden. Wanneer zij getor
pedeerd mochten worden, dan zal
Duitschland de logische gevolgen
hebben af te wachten.
De „World" zegt, dat de verklaring
van den ambassadeur dat oorlogs-
materieel en andere artikelen zorg
vuldig zullen worden uiteengehouden
moeilijk overeen te brengen is met
keizerlijk besluit, dat verklaart, dat
ze op dezelfde wijze behandeld zullen
worden.
De Amerikaanache bladen gaan
nog overigens voort de Duitsche maat
regel te gispen. De „New-York Sun"
_S in een artikel: De bewering,
dat men van officieren van duik
booten niet kan verwachten, dat zij
zich van de identiteit van onzijdige
schepen vergewissen, is dwaas en
onverdedigbaar. Engelsche duikbooten
praaien eiken dag neutrale schepen
en houden ze aan. En geen Duitsch
officier, die niet gek is, kan er zich
op beroepen, dat hij daartoe niet in
staat zou zijn. We.' kan hij dit voor
wonden, door zijn geheime bevelen
te gehoorzamen.
Ook bespreken zij het Duitsche
voorstel om de schepen met rust te
laten indien de neutrale schepen met
voedingsmiddelen, bestemd voor de
Duitsche burgerbevolking niet door
de Engelschen werden aangehouden.
ZU zien hierin een poging om
Amerika tot een krachtige houding
tegenover Engeland te bewegen.
Intusschen wordt in de Unie ook
aan Duitsch-Amerikaansche zijde niet
stilgezeten. Zoo bericht de „Daily
Telegraph" dat de Duitsche pers in
de Unie op felle wijze president Wil-
son en minister van Staat Bryan
aanvalt, wijl zij aan Duitschland een
dreigende en uitdagende nota hadden
gezonden, terwijl de nota aan Enge
land nopens 't misbruik-maken van
de Amerikaansche vlag weinig anders
inhield dan het zachtaardig verzoek
het niet weer te doen". In het
algemeen genomen zijn de Duitsch-
Amerikanen woedend op de regeering
te Washington en ongetwijfeld zullen
talrijke protest vergaderingen volgen.
Intusschen wordt het een kwestie van
afwachten wat gebeuren gaat. Van
Duitsche zijde wordt bij voorbaat
reeds een hatelijkheid aan Engeland
toegevoegd. In Duitsche scheepvaart-
kringen is men van meening - zoo
zegt het bericht - dat Engeland, met
het oog op het in z|jn belang uit
lokken van conflicten tusschenDuitseh
land en Neutrale landen, misschien
over zal gaan tot het in den grond
doen boren van neutrale koopvaar
ders, om het te doen voorkomen alsof
het door Duitsche onderzeeörs was
geschied.
De Noorsche stoom vaart-Maatschap
pijen hebben besloten hot handels
verkeer met Engeland vanaf den 18en
voorloopig te staken met uitzondering
van de postvaarten en alle op Engel
sche risico varende stoomschepen.
Het bericht door het Wolff Bureau
uit Rotterdam ontvangen omtrent de
beschildering der Harwich-booten,
waardoor zij op de schepen der
Batavier-lijn zouden lijken is waar
schijnlijk uit de lucht gegrepen. Te
Rotterdam is tenminste niets van
die voorgenomen beschildering bekend.
Scheepsongelukken.
Weer zijn twee stoomschepen in
de Noordzee verongelukt. De Waveiet,
een Engelsch s.s., is Zaterdagavond
op een mijn geloopen. Twaalf der op
varenden zijn verdronken bij 't uit
brengen van een reddingboot. Het
schip is echter op zijn lading blijven
drijven en bij Deal op het strand ge
zet. De Abeokuta, van de Elder-lljn,
is bij Ouessant gezonken. De beman
ning is gered.
Londen, 16 Febr. Het Engelsche
stoomschip „Dulwich", varende van
Huil naar Rouaan, is Maandagavond
op 20 mijl afstand van Antifer in de
lucht gevlogen.
Niemand kreeg eenig letsel. De be
manning ontkwam in booten.
Contrabande.
Londen. 16 Februari. Over de aan
houding te New York van rubber,
verborgen in balen katnenafval, seint
de correspondent van de Daily Tele
graph, dat de lading van het stoom
schip Cretic van de White Star Line
bestemd was voor Genua. Naar schat
ting was tusschen de 4000 en 5000
pond rubber verborgen in 156 balen
katoenafval.
Het onderzoek met X-stralen werd
gehouden voor de balen in het schip
werden geladen.
Aan de Belgische grens.
Men meldt uit Roermond aan de
„N. Rott. Ct."
Te Maeseyck zijn thans vooral de
dames aan een streng toezicht on
derworpen. Deze hadden den laatsten
tijd de Duitschers op handige wijze
om den tuin weten te leiden met het
overbrengen van brieven en couran
ten. Dezer dagen werden een vijftien
tal Belgische vrouwen aangehouden
bij een werden een veertigtal brie
ven gevonden, welke tusschen de
voering der kleeren, in de kousen en
onder de haarvlechten' verborgen
waren. Hierdoor hebben die vrou
welijke koeriers den inwoners van
Maeseljck heel wat last veroorzaakt.
Er worden thans geen passen meer
afgegeven te Maeseljck; die er een
wil hebben, moot nu naar Luik of
Hasselt. En de pas, dien ze dan be
komen, is niet langer dan een dag
geldig. Voor een autoraobielpas werd
zelfs 100 frank gevraagd.
Over het algemeen gedragen de be
woners van Maeseljck en omgeving
zich goed naar de voorschriften der
Duitsche overheid. Zij toonen zich
zeer verbolgen over de daden van
hen, die zich aan die voorschriften
niet houden.
Uit Duitschland.
Duitsche verliezen.
De correspondent van de „Times"
te Kopenhagen, die de namen van
de Pruisische verlieslljsten pleegt op
to tellen, komt na de laatste 6 lijsten
tot een totaal van 971,042 dooden,
gewonden en vermisten over 148
Pruisische verlieslljBten.
Dit geldt uitsluitend voor Pruisen»
Er zijn nog 152 lijsten voor Beieren,
107 voor Saksen, 114 voor Wurtem
berg en 17 voor de vloot uitgegeven,
waarvan de correspondent denamen
niet schijnt te hebben opgeteld.
Intusschen zijn van de gewonden
natuurlyk een aantal genezen of voor
genezing vatbaar.
Edelmoedige daad.
Aan de Hamburger Nachtrichten
wordt uit Munchen een edelmoedige
daad van den Duitschen Keizer ge
meld. De Fransche infanterist Raoul
Dovidot uit Moulin, die in Duitsch
land krijgsgevangen is, had, daar zijn
moeder ernstig ziek was en haar
zoon nog eens wilde zien, tot den
Keizer een verzoekschrift gericht, om
verlof te krijgen en op zijn woord
van eer beloofd, voor 1 Maart terug
te zullen keeren. De Keizer heeft aan
dat verzoek voldaan en Dovidot is
daarop over Lindau naar zijn vader
land vertrokken.
„Anders", en „minder eten".
De Köln. Ztg. heeft een artikel
waarin zij het Duitsche volk op het
hart drukt „anders te eten" en „min
der te eten". Dat is de nieuwe plicht.
Ten slotte beroept het blad zich op
een betoog van prof. Schleich, volgens
hetwelk men in vredestijd bijna zon
der uitzondering te veel eet. Dat moet
wel het geval zijn, als men verneemt
welk praestatievermogen een troep
nog heeft, die dikwijls drie tot vijf
dagen zonder voedsel en weken lang
met enkele knollen, een slok melk
per man en per maag genoegen heeft
moeten nemen. Hoe lang moeten ook
tyfus-lijders niet vasten? vraagt hij.
Nu de mogelijkheid van een vermin
dering van den invoer van levens
middelen van verre dreigt, mag men
er weieens de aandacht op vestigen,
dat een beschaafd mensch byna zonder
uitzondering een voedselverkwister,
een polyphaag, een veelvraat is, zon
der dat hij zich daar in gewone tijden
om bekommert.
China en Japan.
Het ziet er niet naar uit dat de.
eischen door Japan gesteld ook maar
direct door de Chineesche regeering
ingewilligd zullen worden. Een be
richt uit Londen meldt dat de Chi
neesche gezant te Tokio aan zijne
regeering te Peking mededeelde dat
Japan weigerde zijn houding ten op
zichten van China te wijzigen. China
daarentegen is besloten niet dadelijk
te onderhandelen over eenigen eisch
behalve over die betreffende Oost-
Mongolië en Zuid-Mantsjoerlje. Na den
oorlog wilde het de rest behandelen.
Uit Tokio wordt aan de „Russische
Nowoje Wremya" bericht, dat drie
lichtingen van het Japansche leger
gemobiliseerd zijn en dat in Korea
de staat van beleg is afgekondigd.
Aan hetzelfde blad wordt nog uit
Peking geseind,* dat de Chineesche
regeering geen besluiten wil nemen
zonder toestemming van het Chinee
sche parlement.
Verder wordt de voorslag tot re
organisatie van leger en vloot onder
leiding van Japansche instructeurs
in stryd geacht met den Grondwet.
Een anderRussisch blad de„Rjetsch"
ontving een bericht uit Irkoetsk dat
in vele steden proclamaties worden
aangeplakt, waarin verklaard wordt
dat Japan Chineesch gebied wil an-
nexeeren, waarom iedereen opge
roepen wordt om het vaderland te
verdedigen. In deze proclamaties
wordt Rusland een vriend van Japan
genoemd.
De Chineezen koesteren groote ver
wachtingen omtrent de houding van
Amerika.
De volksstemming in China is
hoogst opgewonden. De Japansche
pers toont zich verontwaardigd over
den tegenstand van Joean-Sji-Kai en
eischt krasse maatregelen.
Wat er van deze toestand groeien
moet is nog een raadsel.
De (Fransche)Temps, de Japansche
eischen besprekende is van meening
dat de Chineezen wel zullen toegeven
en hun leventje zullen voortleven.
Evenals de Engelsche bladen kan het
blad ook al niet anders doen dan „faire
bonne mine a mauvais jeu". Op het
oogenblik Japan in de wielen te rijden
zou slecht gaan, vooral niet voor een
blad als de „Temps" hetwelk herhaal-,
delljk op deelname van Japansche
troepen op het Europeesch gevechts
terrein heeft aangedrongen.
Het blad komt tot de conclusie dat
alle eischen van Japan slechts ten
nadeele van Duitschland zijn. Fransche
en Russische belangen worden niet
geschaad. Alleen met de Engelsche
belangen zouden zij een weinig in
strijd kunnen komen, doch waar
Engeland en Japan bondgenooten zijn,
zal er hiervoor wel een weg ter op
lossing gevonden worden. De integri
teit van China zal geen gevaar loopen.
Griekenland en Turkije.
Uit Londen en uit Konstantinopel
komt het bericht, dat de Grieksche
gezant Turkije heeft verlaten. De
reden ervan wordt echter verschillend
opgegeven.
In het Engelsche bericht, dat uit
Athene afkomstig is, wordt mede
gedeeld, dat de Porte nieuwe bezwaren
ingebracht heeft tegen de door Grieken
land geöischte voldoening voor de be-
leediging van den Griekschen Marine
attaché.
Van Turksche zijde wordt echter
gemeld, dat de eischen van Grieken
land aangenomen waren, en dat de
Grieksche gezant toch vertrokken was.
BINNENLAND.
Moei- en Broodprijzen.
Met ingang van Donderdag 18 Febr.
ia, in afwijking van voorgaande rege
lingen in verband met de zeer be
langrijke stijging der graanprijzen, de
prijs van tarwebloem inlandsch uit
sluitend een soort bepaald op f20.80
per 100 K.G., die van ongebuild tar
wemeel op f.17 per 100 K.G.
Deze prijzen zijn berekend netto
contant aan fabriek, molen of maga
zijn voor bakkers en dergelijke ver
bruikers. Aan tusschenpersonon moet
op verzoek 25 cta. korting worden
toegestaan.
In verband biermede zij de maxi
mum broodprijzen vastgesteldop 24
cent per K.G. voor gebuild tarwewa-
terbrood; op 26 cent per K.G. voor
gebuild tarwewaterbrood, gebuild
onder rabbinaal toezicht (andere soor
ten gebuild brood naar evenredigheid);
op 20 cent per K.G. voor bruinbrood.
De deur geopend!
Aan het Handelsblad schrijft men
uit vakkringen:
Juist nó onze beschouwingen be
treffende het ongewenschte van het
niet vaststellen door den Minister van
een maximum-prys voor Ameri-
kaansch Patentmeel, terwijl dit voor
de lagere kwaliteiten (Straights en
Bakers) wél geschiedde, komt de ver
bluffende Regeeringsmededeeling, dat
de Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel aanleiding heeft gevonden,
de maximum-prijzen voor laatstge
noemde merken te doen vervallen.
Naast meer maatregelen, door de
Regeering sinds Augustus genomen,
waar het de tarwe- en meelvoorziening
betrof, waarvan door vakmannen kon
aangetoond worden, dat zij strijdig
waren met het algemeen belang en
juist indruischten tegen het beoogde
doel, kan deze jongste ministerieele
beslissing, welke de deur naar meel-
prijs opdrijving wagenwijd openzet,
niet anders dan ten zeerste afgekeurd
worden.
Als reden, welke den Minister
noopte, de genoemde maximum
prijzen op te heffen, worden genoemd
de „verkeerde praktijken, waartoe
het stellen van maximum-prijzen aan
leiding heeft gegeven", terwijl het
ondoenlijk is gebleken om nauwkeu
rige contröle op de naleving van dit
voorschrift te houden!
De Minister houde ons ten goede,
dat wij, die geheel op de hoogte zijn
van het vak, tegen deze bewering
met alle kracht opkomen I Wie zijn
dan toch in dezen wel de adviseurs
vau den Minister?, zouden wij wil
len vragen. In plaats van ondoenlijk,
gelijk gezegd wordt, is een nauw
keurige contröle over het niet-over-
schrijden van verkooperszljde van de
door den Minister vast gestelde meól-
prljzen, zéér eenvoudig en zéér ge
makkelijk uitvoerbaar, gelyk wij hier
dadelijk zullen aantoonen. Het ligt
voor de hand, dat iedere bakker gaarne
zoo goedkoop mogelijk de noodige
partijen meel zal koopen. Bereikt
hem nu oen meel-offerte, welke de
door den Minister vastgestelde limiet
overschrijdt, zoo zou hy eenvoudig
aan den secretaris zijner organisatie
(nagenoeg alle bakkers ln Nederland
zijn lid van de een of andere patroons-
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER.
Telef. Intc. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hoeren.
Zeer doelmatig.
De goederen blijven het eigendom van
don geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
mlddelljk toegezonden.
organisatie) den naam der aldus aan
biedende firma kunnen opgeven,
waarna het toch een kleine moeite
mag genoemd worden, den Minister -
van een on ander in kennis te stel
len, die tegenover den in overtreding
zijnden meelhandelaar waarlijk wel
maatregelen zou weten te nemen,
getuige de van overheidswege geuite
bedreigingen te dezen opzichte in do
maand Augustus j.1.
Maar nog sterker blijkt de onjuist
heid der ministerieele argumentatie
ten aanzien van het ondoenlijke der
contröle, wanneer wij even den blik
slaan naar de Nederlandsche meel
fabrieken. Wekelijks worden er in
die fabrieken te Amsterdam, Wor-
merveer, Leiden, Vlaardingen, De
venter en Utrecht meer dan honderd
duizend balen meel gefabriceerd,
welke alle niet hooger dan tot
den door den Minister vastgestelden
prijs van f 18.50 óf fabriek verkocht
worden. En zou, wat nu voor ge
noemd kwantum wél mogelijk is,
plotseling „ondoenlijk" zijn voor de
zooveel kleinere partijen Straights en
Bakers, die nu en dan bij inschrijving
verkocht worden? Het is niet aan
te nemen.
Inmiddels is de beslissing gevallen,
het hek is van den dam, de deur is
geheel geopend, de houders van par
tyen Amerikaansche tarwebloem zyn
geheel vrij in het vaststellen van den
prijs, en de toestand van de eerste
dagen der mobilisatie, toen steen en
been geklaagd werd over het opdrij
ven der meelprljzen, staat ons we
derom te wachten.
Nog erger is de toestand thans,
dan oogenschljnlyk gedacht zou kun
nen worden, omdat nog van andere
zijde gevaar dreigt. De Nederland
sche meelfabrieken n.1., die reeds de
laatste weken trager in de aflevering
werden, moeten deze week zeer vele
aanvragers om meel teleurstellen,
daar de aanwezige tarwe voorraden
niet toelaten met volle kracht te
draaien.
Wat hiervan het onmiddellijk ge
volg zal zijn, valt licht te raden: de
bakkers, die hunne aan de inlandsche
mèelfabrikanten opgegeven orders
niet zien uitgevoerd, zullen, bevreesd
voor éönige inkrimping van hun be
drijf, voor het grootste deel Ameri-
kaansch meel gaan betrekken en dit
tot eiken prijs willen machtig worden.
En ziet, juist op dat kritieke oogen
blik, juist nu een vastgestelde prijs-
grens dringend en dringend nood
zakelijk is, komt de Minister ons
zeggen„Gij behoeft u aan een
maximum prijs niet meer te houden I"
Het is nu eenmaal onmogelijk, dat
een Minister van alle vak détails op
de hoogte is, en het Is een eisch van
dringende noodzakelijkheid, dat hij
een schare van adviseurs rondom
zich verzamelt, die hem in sommige
gevallen den juisten weg wijst, doch
wij aarzelen geen oogenblik te zeggen,
dat zij, die in deze omstandigheden
geadviseerd hebben tot opheffing van
een maximum-prijs voor Ameri-
kaansch meel (Straights- en Bakers
kwaliteiten), hoogst lichtvaardig ge
handeld hebben en hunnerzijds ertoe
hebben medegewerkt, dat ons eerste
volksvoedingsmiddel, hot brood, bin
nen zeer korten tijd wederom in prijs
zal moeten worden verhoogd!
Uitwisseling van zwaargewonden.
Maandagnacht te twaalf uur arri
veerde te Oldenzaal de trein met
zwaargewonde Engelsche krijgsge
vangenen. In totaal kwamen er 100
gewonden, onder wie 4 officieren.
Zij waren vergezeld van een aantal
verplegers en verpleegsters van het
Duitsche Roode Kruis. Deze stelden
zich onder leiding van den officier
van gezondheid Sturkopp en zouden
de Engelschen tot Vlissingen geleiden,
waar zij dan de Duitsche gewonden
in ontvangst zouden nemen. De ge
wonden werden te Oldenzaal van
ververschingen voorzien. Hetzelfde
had plaats te Amersfoort, waar de
trein des nachts te half 5 aankwam.
Ook via Maastricht kwam een trein
met Engelsche gewonden ons land
binnen. De trein, waarmee 118 man
vervoerd werden, was uitstekend
ingericht. Zelfs was er gezorgd voor
een conversatiezaal. Te Maastricht
werden de gewonden eveneens van
allerlei versnaperingen voorzien.
Te Vlissingen aangekomen, werden
de gewonden ontvangen door de af-
deeling van het Roode Kruis on de
Marine transportkolonne. Dinsdag
avond zouden zij aan boord van de
mailboot „Mecklenburg" worden ge
bracht, waarmee zij Woensdagmorgen
naar Engeland zouden vertrekken.
Dinsdagavond zijn de Duitsche ge
wonden per s.b. „Mecklenburg" uit
Engeland, te Vlissingen aangekomen.
Hun aantal bedroeg 94, onder wie 1
officier.
Met de „Mecklenburg" kwam ook
een afdeeling van het Engelsche
Roode Kruis mede, zoodat dus van
drie landen, Nederland, Engeland en
Duitschland, een Roode Kruisafdeeling
bij het vervoer behulpzaam was. De
Duitsche gewonden zouden Woensdag
avond naar hun land vertrekken.