A. Klopper Zonen,
Corsetten
Magazijn „De Ster"
Die Schone Cubanerin.
Op Duistere Paden.
Georg Braun's Wiener Operette.
„JUSTUS VAN MAURIK"
COMPLETE SLAAPKAMERS
G Breukbanden, Buikgordels,
Suspensoirs, Spuiten,
Irrigators, Brunsche Watten,
enz.
CASINO-GEBOUW.
DINSDAG 16 MAART, 8 uur,
BUITENGEWONE VOORSTELLING
Laatste Uitvoering
CHEF KREUGER H
„HELDRIA".
T. van Zuylen,
A. VAN WAAROEN, Laan 28.
„Ons Belang".
GELD, veel geld
SPECIAAL ADRES
verpakte THEE en KOFFIE
LOODSGRACHT 69.
Staaldraad- en Springveerenmatrassen,
Kapokmatrassen, prima Wollen Dekens,
Gestikte Dekens enz.
UW ADRES voor:
Firma H. DE BIE-BIERSTEKER.
Heldersche Maatschappij
voor GLASVERZEKERING
in alle prijzen.
Grootste keuze.
CLCCe menseden, jong en oud
'SJjn met Ördct C-Crême uertrouuxL
Wie 12 verschillende ABC-advertentiën uitknipt en aan de „ERDAL"-fabrlekt Amster
dam, (met 5 cent port) Inzendt, ontvangt gratis de geheele serie artistieke Sluitzegels.
door het beroemde Operette gezelschap
Impressario B. GOSSCHALK.
SLECHTS ÉÉN ENKELE OPVOERING VAN
Operette in 3 akten van Q. 0K0NK0WSKI. Muziek van MAX. BABRiEL
Populaire melodlën
„Was das lockende Leben bringt".
Tango, „O mio Adorata".
„Ach Yvonne, ach Yvonne
OPTREDEN VAN
MARGA GRAF. GEORG BRAUN.
ELSA HEINRICH. OTTO SPIELMANN.
HANSI KLEIN. KALMAN KNAACK.
CORNELIA DALHANN. EMIL COUNT.
CARLL LOEBELL.
Groot Koor. Eigen Orkest.
Schitterende Costuums.
Prijzen der plaatsen1e Rang f 1.25,2e Rang f 0.75,3e Rang 10.50
verhoogd met 5 Sted. belasting en 5 °/0 Auteursrecht.
Militairen ben. den rang v. Ondaroff. 2e Rang 0.60, 3e Rang f 0.40.
Plaatsbespreking op MAANDAG 15 MAART, van 11 3 uur In „Casino".
Vanaf half eif afgifte van volgnummers. Elf uur loting.
Verder gelegenheid tot plaatsbespreking op den speeldae van 12 2 uur.
„TIVOLI".
TOONEELVEREENIGING
A.s. Zaterdag 13 Maart
tot sluiting van het speelseizoen.
Introducties bij de leden en bljdoD Heer
Van Twisk, in „Tivoli", verkrijgbaar.
Verplicht programma op den avond der
uitvoering 10 cent.
BAL NA.
Opening zeven uur. Aanvang half acht.
ZN.
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein.
Bekroond Binnen- en Buitenslands
ATELIER geopend van 9-3 uur.
H AARHERSTELLER.
Beproefd middel tegen het uitvallen
en tot bevordering van den hergroei
van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste.
Per flacon 50 cent.
Alléén verkrijgbaar bij:
Spoorstraat, Coiffeur.
KOOPT
een Tijdgeest-Obligatie.
Wettig geoorloofd.
Gij doet uw voordeel I
Trekking 22 Maart a.s.
Verkrijgbaar bij H.H. Agenten en bij
den Hoofd-Agent
6 Prijzen voor f 1.70
HOOFDPRIJS f 75000
verder een groot aantal prijzen
van f 25.000, f 15.000, f 12.500,
f 10.000, f 5000, f 1000, f 500, f 250,
enz. enz., minste prijs f 250. Un
bovengenoemde prijzen kan men.
op hetzelfde lot, en, zonder de
minste bijbetaling, er
6 Trekken voor f 1.70
Rotterdamsche Schouwburgloten,
Eerstvolgende trekking 2 Juni a.s.
waarvan de lijst gratis wordt toe
gezonden.
Stuurt daarom postwissel van
f 1.70 en U ontvangt een geheel
orgineel lot, waarop men 6 prijzen
kan trekken, 5 loten f 8.25, 10
loten f 16.00. Naar buiten met
verhooging van 15 cents voor porto
enaanteekengeld. Onmiddellijke
toezending volgt FRANCO door
J. VAN BAERLE, Hoogstr.
77, HELDER.
Begrafenis-Vereeniging
Aansprekers:
R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9.
J. J. BUT, Bree waterstraat 57.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
Het Bestuur:
H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 83.
A. v. WAARDEN. Laan 28.
P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11.
Lees dit l
geeft. G. VISSER, Weststraai No. 24,
voor Huisraad, Koper, Lood, Zink,
Kleeding,Winbelopruimingen en alles
wat voorkomt. Laat zich voor alles
aan huis ontbieden.
voor
Hoogstfifn en geurig is de
KEG'S TheGf van f 0.25 en f 0.30 p. ons, en
KEG's Dessert Koffie,
per half pond f0.47B.
PT Neemt eens proef en U verandert niet meer.
Beleefd aanbevelend,
R. BAKKER, Keizerstr. 56.
in eiken-, pitchpine-, mahonie- en notenhout.
GOEDKOOPE PRIJZEN. SOLIED WERK.
KWALITEIT BEKEND.
fs: Keizerstraat 93
IIS
Gevestigd te Helder Opgericht 1 Mei 1904
Directeuren: GEBRS. HOOGERDUIJN
Deze maatschappij verzekert U tegen de laagste prijzen
Dagelijks inlichtingen MIDDENSTRAAT 12
Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een
onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon
25 en 35 cent.
„HEURECA" werkt eveneens verrassend
zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat
het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent
per flacon. Proefflacon 20 cent.
Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac-
tieve plantenstoffen en beantwoorden vol
komen aan de eischen, welke men voor
dergelijke hoofdwaters stelt.
Verkrijgbaar bjj de Heeren: "Wtjtsma. Mtddenstr.; Win
kelman, Spoorstr.; T. H. de Goejj, Spooratr. en Westgr.;
Lunet, Nieuwstr.; De Bio-Bierstekcr, Keizerstr., en bij
den fabrikant S. C. O. de Man, Koningstr. 89.
HINDERT BAARS, - Langestraat BS,
beveelt 'zich beleefd aan tot
ophappen en spitten van TUINEN.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 9 Maart.
Do pensioenwetten
voor Land- en Zeemacht.
Erg groot is de belangstelling in
de Tweede Kamer tegenwoordig niet.
Den vorigen keer moest de zitting
worden verdaagd tot het vereischt
aantal leden aanwezig was, en heden
moest datzelfde tweemaal geschieden.
Eetst te half twee kwamen de heeren
opdagen.
Aan de orde zjjn wetsontwerpen
tot wijziging van de pensioenwetten
voor land- en zeemacht.
De heer Hugenholtz begint
met de verklaring, dat ontegenzeg
gelijk de wetsontwerpen eene ver
betering inhouden, vooral ten aanzien
van het standpensïoen. Maar de be
langhebbenden hadden een meer af
doende regeling mogen verwachten
van pensioenen, die sedert 1879 niet
zijn veranderd. Door de stijging van
de tractementon is de verhouding
tusschen tractement en pensioen veel
ongunstiger geworden, terwijl ook de
verhoogiDg van den levensstandaard
het pensioen thans ongunstiger
maakt. Hij critiseert hierop het
standpunt, dat de minister in de
stukken aannam, dat verschil maakte
tusschen fcoilitaire- en burgerlijke
ambtenaren. Hij heeft b. v. geen
enkel bezwaar tegeD een gedwongen
bijdrage van de militairen in hun
pensioenspremie. Thans is het pen
sioen meer afhankelijk van den rang
dan van het genoten inkomen, en dat
is reeds daarom aftekeuren, omdat
het de afgunst tusschen de militairen
doet toenemen. De Minister van
Oorlog heeft ten opzichte van ver
schillende niet combattauten in het
leger, kleermakers e. d. toezeggingen
gedaan, maar hoe staat het met den
Minister van Marine? vraagt spr.
Indien deze niet dezelfde toözegging
mocht doen, zal spr. zelf een amen
dement van die strekking indienen.
Verder merkt de heer Hugen
holtz op, dat de verhooging van
de standpensioeoen voor onderoffi
cieren het laagst is, juist in den rang,
waarin verreweg de meeste onder
officieren worden gepensioneerd, n.1.
in dien van sergeant-majoor.
Nog andere punten laakt hij in dit
stelsel van pensioen-regeling. Hij
vindt het bijv. onbillijk, dat de ver
hoogingen van het pensioen afhan
kelijk zijn van den tijd, waarin men
in den rang, waarin men gepensio
neerd wordt, heeft gediend. Dooreen
en ander is het pensioen veel lager
dan s/s van het tractement. Bij de
zeemacht nu, is het pensioen het
zelfde als bij de landmacht. TeneiDde
nu te vermijden, dat de verhouding
tusschen traktement en pensioen nog
grooter wordt, heeft de Minister be
paald, dat de berekening bij de zee
macht niet geschiedt Daar de hoogste
bezoldiging, doch naar het gemid
delde traktement. De Minister van
Marine wil aat, ten onrechte, ver
goeiyken door te wijzen op de In
dische jaren, die voor de marine-
menschen gelden, waardoor ze toch
spoediger op een voldoend be
drag komen. Even onjuist acht hij
de redeneering, dat de militairen
minder pensioen noodig hebben, om
dat zij jonger zijn, dan burgerlijke
gepensionneerden.
Immers de burgerlijke gepension
neerden hebben, om zoo te zeggen
met het leven al afgedaan. Hun
kinderen zijn groot en de wereld iD.
Zij hebben alleen te zorgen voor zich
en ten hoogste ook voor hun vrouw.
Dit is juist anders met militairen,
die op 45-jarigen leeftijd worden ge-
pensionneerd. De afgevaardigde er
kent, dat nu het heelo stelsel niet
kan worden veranderd, maar stelt
een motie voor van dezen inhoud:
De Kamer van oordeel, dat het
wenschelyk is, dat de grondslag voor
militaire pensioenen worde veranderd
in dier voege, dat het werkelijk ge
noten pensioen zooveel bedrage, 3/s
van de, in den hoogst bekleeden rang
genoten bezoldiging, met inbegrip
van bijzondere toelagen en met het
berekenen van de, op geld geschatte
waaide van de genoten kost en in
woning.
Deze motie kan nu, of later wor
den behandeld. Zij sluit zich aan by
het amendement, dat wyzigiDg van
deze wetten binnen driejaren vraagt.
De heer Arts (R. K., Tilburg)
acht de standpensioenen te laag. By
meent, dat we behoefte hebben aan
kader. Spr.. zal ook niet voorstellen
de pensioenen te verhoogen, daar hy
weet, dat het niet zal helpen.
De heer Duymaer van Twist
(A. R.) vindt het thans niet het ge
schikte oogenblik om deze wetsont
werpen rustig met de Regeering te
bespreken. Ook hij vindt de stand
pensioenen onvoldoende, en bij de
marine zijn deze toestanden nog veel
ongunstiger dan in het leger.
By de landmacht toch is het regel,
dat de onderofficier wordt gepension-
neerd, hetzij als sergeaut-majoor, het
zij als adjudant-onderofficier, terwijl
by de zeemacht die rangen meestal
niet worden bereikt. Spr. vraagt den
Minister van Marine, of deze van plan
is, om de promotieregeling bij de
marine zoo te maken, als deze op
het oogenblik bij het leger is. Die
toezegging moet de Kamer hebben,
om de aansluiting van de pensioenen
by de zeemacht by die van de land
macht te kunnen goedkeuren. By de
zeemacht krijgen slechts enkele ad-
judants-onderofficieren hun volle pen
sioen, daar zy eerst op hun 44ste
jaar hun standpensioen bereiken, en
eerst op 54jarigen leeftijd krygen
zy hun tweede verhooging. Ook de
meeste sergeanten-majoors en ser
geanten bereiken hun volle pensioen
niet by de zeemacht. Daar de ver
schillen in omstandigheden bij land
en zeedienst zoo groot zyn, is de ge-
lykmaking van de pensioenen by land
en zeemacht een onbillykheid. Het
personeel der zeemacht komt door
deze regeling in veel slechtere con
ditie, dan dat der landmacht.
De heer De Meester (u.1.) de af
gevaardigde van den Helder, zegt in
hoofdzaak hetzelfde als de heer Hu
genholtz en de andere afgevaardigde
zeiden, n.1., dat de verbetering niet
bevredigt, omdat niet voldoende reke
ning is gehouden met het verschil
tusschen e6n -burgerlijke en een
militaire pensioenwet. Ook ontbreekt
een oorzakeiyk verband tusschen de
kwaal en het incident, dat den man
is overkomen, bij een pensioneering
in en door den dienst outstaan. Voor
die gevallen, waarin de man tenge
volge van de kwaal ongeschikt is tot
arbeiden, is het standpensioen inder
daad vaak te laag. Tenslotte dringt
de spr. aan op verbetering der pro
motiekansen van de onderofficieren
bij de zeemacht.
Nog voeren het woord de Rotter
damsche en de 's-Gravenhaagsche
(i.c. Zaandamschej heer Ter Laan.
De eerste is het met den heer Hu
genholtz eens, dat de voorgestelde
verhooging niet ver genoeg gaat, en
komt op tegen het nieuwe beginsel,
dat de Ministers in onze pensioen
wetgeving willen brengen, volgens
hetwelk een verleend pensioen kan
worde.n geschorst, als aan zekere
voorwaarden niet wordt voldaan. Dit
is stryd met het beginsel, dat een
pensioen is een recht, nimmer een
gunst.
Voorts betoogt spr., dat de positie
van de weduwen en weezen door
deze wetsontwerpen wordt verslech
terd, doordat het beginsel van 1909
wordt prysgegeven, dat hun pensi
oenen verband moeten houden met
de loonen der betrokken persoueu. In
hooge mate onwenschelijk is het, op
die wyze aan een verkregen recht te
tornen. Ook acht spr. het een ver
keerd uitgangspunt, dat de betaling
voor het weduwen- en weezenpen-
sioen verband moet houden met de
hoegrootheid van het standpeusioen,
inplaats met de werkelyke inkomsten.
De heer Ter Laan (s. d. a. p.)
's-Gravenhage herinnert aan zijn voor
eenige jaren ingediende motie, tot
gelykmaking van de pensioenen der
onderofficieren van zee- en landmacht.
Die motie is toen echter niet aange
nomen, maar de Regeering erkende
daarmede van de zaak niet af te zyn.
Ook met dit wetsontwerp zullen wij
van de zaak niet afkomen. Het kóst
per jaar f 28,000, een luttel sommetje,
vergeleken met de verbetering der
officierspensioenen.
Ook spr. acht de behandeling der
noncombattanten in het leger niet
billijk. Spr. komt vervolgens tot de
befaamde doorstrooming in het leger.
Volgens hem dient punt 6 van artikel
2 weg te vallen, waarin staat, dat als
iemand 15 jaar dienst heeft hy met
pensioen het leger verlaat. Zoodoende
kan iemand op 31-jarigen leeftyd het
leger met pensioen verlaten.
Zoo iets geks heeft spr. nergens
ooit waargenomen. Het wordt tyd,
dat men daaraan een einde maakt.
Laat de Minister van Marine het
ongeluk niet grooter maken door
hetzelfde by de Marine in te voeren.
Wij moeten eindelijk van dezen onzin
worden verlost. Spr. durft het onzin
te noemen, dat een flinke gezonde
kerel, die niets mankeert op 31-jarigen
leeftijd de burgermaatschappij met
pensioen wordt ingevoerd. Laat men
aan die menschen uitgesteld pensioen
geven. Dat is niet alleen een militair
belang, maar ook een burgerbelang
van de hoogste orde. Deze menschen
loopen ieder de deur plat, om een
betrekking daar hun pensioen te klein
is om ervan te leven, en als zij dan
een betrekking krygen, dan verdient
hun patroon het pensioen, want zij
krygen zooveel minder, als hun
pensioen bedraagt. Daardoor bederven
die menschen de markt.
Overigens is het niet noodig, dat
die menschen zoo vroeg den dienst
verlaten. De onderofflcierenvereeni-
ging „Ons Belang" heeft voor een
jaar of 8 een plan ontwikkeld, volgens
hetwelk zij de oefeningon der lote-
lingen en de vooroefeningen der jeugd
op de plaats zelf zouden kunnen
leiden, waardoor wy de richting van
het volkslèger zouden opgaan.
Spr. komt eindelijk tot het wedu-
wenpensioen, in verband met het
ongeluk te Rljswyk, waardoor de
landweerman Bovet het leven verloor.
Een pensioen van f 110 is voor de
weduwe te weinig. Laat men althans
een verhoogd pensioen geven aan de
weduwen an hen, die tengevolge
van de tegenwoordige omstandig
heden in den dienst het leven verloren.
In zyn antwoord merkt Minister
Bosboom op, dat het nimmer de
bedoeling is geweest met dit ontwerp
principieele wijzigingen aantebrengen.
Het is slechts een nalatenschap van
de vorige regeering. De Minister
meent, dat de belangen der personen
naar behooren zyn bohartigd. Men
moet niet er naar kyken, of de een
wat meer krijgt dan de ander, maar
men moet kijken naar het resultaat,
niet naar hetgeen vroeger was. Ver-
geiykt men de minimum inkomsten
met de minimum pensioenen, dan is
de verhoudiDg niet 3/5, maar wel
3Va a 47a vyfden. Daaruit biykt, dat
men de zaak van alle kanten moet
bekijken eu niet eenzydig.
Vanuit het standpunt van de bur
gerlijke pensioenwet moet men de
zaak niet bezien. Men kan een man,
die nog maar enkele jaren te leven
heeft, gerust wat meer geven. Het
gaat ook niet aan, om geheel buiten
rekening te laten, dat het grootste
gedeelte der wegens langdurigen
dienst gepensionneerde militairen
beneden den rang vau officier later
nog in de verdiensten komt. De
Minister heeft daarnaar een onder
zoek ingesteld en leest de cyfers
daarvan vooi. Wy zyn thans in een
tijd gekomen, waarin verdere op
drijving der pensioenen krachtig dient
tegengegaan, ook met het oog op de
tijdsomstandigheden, Het dienstbe
lang brengt mede, dat we het leger
niet opstoppen met menschen, die
dienen voor hun pensioen. Het ver
grijzen in den dienst is in stryd
met het dienstbelang. De doorstroo-
miug dient bevorderd in het leger
belang, mede om een goede reserve
te krijgen, die ingeval van mobilisatie
het leger behoorlijk kan encadreeren.
Dé Minister gevoelt inderdaad zeer
goed, dat daardoor de arbeidsmarkt
wordt gedrukt, maar dat nadeel
moeten wy aanvaarden, omdat het
legerbelang is een landsbelang. Last
not least verzet het fiuaucièel belang
zich tegon pensioenverhooging. Als
wy do pensioenen gaan verhoogen,
drukt dit de financiön. Dit ontwerp
eischt niet slechts maar f 28.000 meer.
Dat was een vergissing van den heer
Ter Laan. Het jaarlijksch accres is
f 28.000. Het ontwerp zal op den duur
een dikke 4 ton vergen, die per slot
van rekening wel tot 8 ton zullen
stijgen. De RegeeriDg moet er tegen
op zien, nog meer uit te geven voor
dat doel. De Minister is tegen terug
werkende kracht voor de verhoogde
pensioenen. Hy is vierkant daartegen
en, als hy daartegen zondigt, doet
hij dit nolens volens -, in
verband met het verhoogen der pen
sioenen door de vorige regeering,
alleen voor de landmacht en niet
voor de zeemacht.
De Minister wyst er verder op, dat
de onderofficier jonger komt, dan de
officieren. Dientengevolge zyn de
kinderen van den onderofficier meestal
reeds in dienst, als hij het leger ver
laat. Dit is niet het geval met de
kinderen van den officier.
Een en ander wettigt verschil in
behandeling van beide categorieön,
ten aanzien der pensionneering. De
Minister pleegt overleg met den
Minister van Financien, om te be
vorderen, dat een weduwe, die Ryks-
pensioen krygt, ook een deel van
't pensioen krachtens de Weduwen-
wet ontvangt. De heer Ter Laan
(Rotterdam) had bezwaar tegen schor
sing van het pensioen, omdat pen
sioen geen gunst is, maar een recht.
Maar aan een recht kunnen verplich
tingen verbonden worden. Trouwens
het beginsel is niet nieuw. Het be
stond reeds voor de officieren.
(Zie verdor 2e bladzyde).
FEUILLETON.
17)
Zónder aan myn goeden naam te
denkeD, en in weerwil van mijn blij
vende koelheid, hield u niet op, met
my het hof te maken. Als u dat
echter in het vervolg blijft doen,
handelt u eerloos. En dat zal u niet
willen doen, daarvan ben ik over
tuigd".
Getroffen had de Sainte Claire naar
haar geluisterd, thans antwoordde hij
haar, terwyl hy haar trouwhartig
aanzag: „Alles wat u my zegt,
miss Moorbank, bewijst mij slechts,
dat u myn gevoel voor u verkeerd
opvat. U meent, dat ik uit tydver-
dryf u het hof maak. Die meening
is geheel ongegrond. U moest
eens weten, hoe deze liefde my
geheel vervult. Met onweerstaanbare
kracht word ik tot u aangetrokken.
Als een openbaring van het ware
geluk is deze liefde voor u in myn
hart gekomen. Alle goede krachten
heeft ze in mij gewekt en ze heeft
my bevryd van verschillende ondeug
den, die my in hunne kluisters ge
ketend hielden. Zoo kan een man
slechts eenmaal beminnen, Mary, en
zoo bemin ik u. Ik bied u myn hand
en myn naam aan. U zeide, dat u
verlaten en geheel alleen stond in de
wereld... Welnu, laat mij voor u zor
gen. Ik wil u behoeden en bewaren
als myn grootste schat. Zonder u
heeft niets van deze aarde meer
eenige waarde voor mij. O, wys my
niet af, ik lees het in uwe oogen,
dat u niet zonder deelneming naar
myne woorden luistert. Mary, wees
de myne!"
Hij vatte hare hand, en wilde het
lieve meisje aan zyn borst trekken,
maar Mary trad een schrede terug
en onttrok hem hare hand.
„Niet zonder deelneming," sprak
zy mot bevende stem, „heb ik naar
u geluisterd, mynheer de Sainte Claire.
Wat u mij hebt gezegd, smart mij
diep, maar toch moet ik u afwyzen.
Myn vriendschap wil ik u gaarne
geven, maar meer niet".
„Waarom, lieve Mary? Waarom
moet ik dan ellendig en ongelukkig
worden
„Ik zou u redenen kunnen zeg
gen," antwoordde Mary met neerge
slagen oogen, terwijl ze zich aan de
leuning van een stoel vasthield. „Ik
zou u kunnen spreken, van de moei-
lykbeden, die u wachten als u met
een zangeres trouwt, maar daarover
zal ik zwygen. Ik geloof wel, dat
uwe liefde deze hinderpalen uit den
weg zou weten te ruimen
„Welnu dan, Mary de Sainte
Claire kwam weder een schrede
nader, maar Mary trok zich terug
achter den stoel.
>Ik wil u een andere reden zeg
gen," vervolgen zy, terwyl zy met
vochtige oogen naar hem opzag.
„Eene reden, die ik u slechts noode
noem, omdat ze u pyn zal doen.
Maar ik moet het zeggen, omdat wy
elkander begrijpen moeten. Mijnheer
de Sainte Claire, ik zal uw vrouw
nooit kunnen worden, omdat ik een
ander liefheb".
Een' diepe zucht ontsnapte
de Sainte Claire's borst, terwyl hij
werktuigeiyk een steun greep en zich
op de sofa liet neerzinken. Wien
wien bemint u?" stamelde hij.
„Wie is die gelukkige?"
„Den naam moetik u verzwijgen,"
antwoordde Mary zacht. „Niet uit
wantrouwen, maar alleen omdat hy
myn geheim moet biyven. Want
hy, dien ik liefheb, weet daar niets
van. ■•Maar ik beminde hem reeds,
toen ik nog by mijne ouders thuis
was. Toen nog onbewust, maar nu
ik hem hier weder zag, bewust en
met al de kracht, die in mij is. Ik
weet niet, of by wel ooit liefde voor
my zal toonen. Maar ik zou mijzelf
verachten, als ik, met deze liefdein
het hart, my met een ander verloofde.
En daarom, mynheer de Sainte
Claire
„O, ja, ik begrijp het!" riep de
Sainte Claire, terwijl hy opsprong en
naar zyne kepi greep. „Vaarwel,
miss Moorbank, ik zal u niet meer
lastig vallen".
Hy snelde naar de deur en wilde
haar open rukken om weg te komen,
maar met weinige schreden was zy
naast hem en legde hare hand op
zyn schouder. „Laten wy niet zoo
scheiden," bad zy. „Ga niet toornig
van mij weg. Ik misken immers
geen oogenblik, wat u hebt willen
geven. Maar juist daarom mocht ik
uw aanbod niet aannemen. Tegen
over u moest ik openhartig zijn, al
wist ik, dat ik u daardoor zeer zou
krenken".
De jonge officier sidderde onder de
zachte aanrakiDg van Mary's hand.
Haastig greep hij die en terwijl hy
haar hartstochtelijk drukte, riephy:
„O, Mary, Mary, nooit zal ik ophou
den, u te beminnen, al kan ik op
geen wederliefde hopen. En zoolang
ik kan, zal ik ook over u waken,
totdat u de zorg daarvoor hebt over
gedragen aan. hem, dien u hart heeft
uitgekozen. waarom kon ik deze
gelukkige niet zy'n!" Meegesleept
door zijn gevoel, trok hij haar, eer
zy het kon verhinderen, in vervoe
ring aan zyn borst en drukte een
kus op haar voorhoofd. In het volgen
de oogenblik lag de deur tusschen
hen, en Mary hoorde, hoe hij met
zware schreden de trad afging.
„Het is gebeurd," fluisterde zij,
terwijl een traan over hare wang
rolde. „Arme man, dat ik u zoo leed
moest doen! Maar ik kan myn hart
niet gebieden. Ik kan slechts een be
minnen, slechts hem, Pierre Chau
mont".
Met dezelfde haast, waarmede de
Sainte Claire de trap was afgevlo
gen, snelde hij ook het hotel uit en
langs do straat. Zoo gebeurde het,
dat hij op den hoek der Breedelaan
en de Place Royale in tameiyk on
zachte botBing kwam met een heer
in burgerkleeding, die eveneens in
buitengewone haastom den hoek
boog.
„Kan u dan niet begon deze
driftig; doch plotseling riep hy:
„Aha, mynheer de Sainte Claire!
Hebt u zoo'n haast om in den schouw
burg te komen? Het duurt nog twee
uren, eer de voorstelling begint 1"
„Ha, mynheer Chaumont, neem
me niet kwalijk, dat ik zoo onzacht
met u in botsing kwam
„Geen verontschuldigingen, als 't
u blieft. Ik was ook haastig en had
dus evenveel schuld als. Ik moet
nameiyk van nacht nog naar Parys,
en daar ik mijn knecht gisteren al
heb vooruitgezonden, moet ik nu zelf
eenige noodzakelijke boodschappen
doen. Kom, ga een eind met my
mee".
Chaumont vatte de Sainte Claire
by den arm, die hem half tegenstre
vende volgde. Aangenaam was hem
deze ontmoeting niet bepaald, maar
geheel afslaan wilde hy dit verzoek
ook niet.
„Biyft u voor langen te Parys?"
vroeg hy Chaumont. „Dat zou ons
allen zeker spijten".
„Ik denk reeds na weinige dagen
terug te zyn. U weet, dat ik gaarne
een landgoed in deze provincie zou
koopen. Nu is mij onlangs het goed
Raymond aangeboden. Ik heb het ge
zien en het bevalt my wel. Maar ik zou
gaarne met den eigenaar, Guéramont,
zeiven onderhandelen. De markies
woont echter des wintera te Parys,
®q dat is de reden van myn vertrek".
„Zoo wil Guéramont zijn landgoed
Raymond verkoopen?" vroeg de Sainte
Claire verwonderd. „Dat is vreemd.
Het goed behoort wel niet tot het
district, maar de markies heeft er
altyd bijzonder veel van gehouden".
Chaumont sprak hier niet verder
over, maar vroeg, daar zy juist het
hotel voorbygiogen, waar Mary Moor
bank woonde: „Weet u, wie daar
boven woont?"
De Sainte Claire zuchtte en knikte
met het hoofd.
„Hoe staat het met de kleine zan
geres?" vroeg Chaumont verder.
„O, nqem haar niet zoo," verzocht
de Sainte Claire, dat doet my pijn".
„Nu, zij is toch eenmaal een zan
geres bij het gezelschap van Mal-
line," zei Chaumont glimlachend.
„Dat is ze, en een der mooiste,
die er ooit geweest is," zei de Sainte
Claire warm. „Maar zy is bovendien
zoo'n lief zacht meisje. Zij is zoo
edel van inborst, dat zy zich gerust
met de dames uit onze kringen meten
kan".
„Wel, u spreekt alsof u miss
Moorbank in onze kringen wilde bren
gen, misschien wel mevrouw de Sain
te Claire maken".
„Niets zou ray weerhouden, dat te
doen, als miss Moorbank er zelf niet
tegen was".
„Wel, dat is vreemd. Weigert ze*
u?"
„Gladweg".
„Onbegrypelyk. Wat voor gedach
ten heeft die kleine dame dan toch wel,
ala ze u een blauwtje laat loopen?"
„Er is iemand, die zij liever heeft
dan my".
„En wie is dat?"
„zy wil den naam niet noemen".
„Dan is het ook maar een voor
wendsel en haar weigering niets dan
een bedekte aanmoediging".
„O, neen! U beoordeelt haar ver
keerd. Zij zegt, dat de naam geheim
moet blijven, omdat degene, die zij
lief heeft, er niets van vermoedt.
Maar zij heeft hem al vroeger be
mind, zonder dat zij dat zelf wist.
Toen zy hem hier in Reims weder
zag, bemerkte zy die liefde eerst".
„Nu, als de zaken zoo staan," zei
Chaumont lachend, behoeft u de hoop
ook nog niet op te geven. Als miss
Moorbank een tydla^ heeft gewacht
en dan tot de gevolgtrekking komt,
dat zy hem volkomen onverschillig
is... Dan gaat zij wel verlangen naar
zeker iemand, die haar hart en hand
heeft aangeboden".
Daar sloeg de klok van de kathe
draal.
„Al zes uur, riep de Sainte Claire,
„ik moet mij haasten om in de ka
zerne te komen. Adieu, mynheer
Chaumont, goede reis! Wat wy daar
zoo even besproken hebben blijft
onder ons, niet waar?"
„Dat spreekt van zelf, ik zal zwy
gen als het graf. Tot weerziens,
mynheer de Sainte Claire!"
(Wordt vervolgd.)