A. Klopper Zonen, Corsetten Magazijn „De Ster" Die Schone Cubanerin. Op Duistere Paden. Georg Braun's Wiener Operette. „JUSTUS VAN MAURIK" COMPLETE SLAAPKAMERS G Breukbanden, Buikgordels, Suspensoirs, Spuiten, Irrigators, Brunsche Watten, enz. CASINO-GEBOUW. DINSDAG 16 MAART, 8 uur, BUITENGEWONE VOORSTELLING Laatste Uitvoering CHEF KREUGER H „HELDRIA". T. van Zuylen, A. VAN WAAROEN, Laan 28. „Ons Belang". GELD, veel geld SPECIAAL ADRES verpakte THEE en KOFFIE LOODSGRACHT 69. Staaldraad- en Springveerenmatrassen, Kapokmatrassen, prima Wollen Dekens, Gestikte Dekens enz. UW ADRES voor: Firma H. DE BIE-BIERSTEKER. Heldersche Maatschappij voor GLASVERZEKERING in alle prijzen. Grootste keuze. CLCCe menseden, jong en oud 'SJjn met Ördct C-Crême uertrouuxL Wie 12 verschillende ABC-advertentiën uitknipt en aan de „ERDAL"-fabrlekt Amster dam, (met 5 cent port) Inzendt, ontvangt gratis de geheele serie artistieke Sluitzegels. door het beroemde Operette gezelschap Impressario B. GOSSCHALK. SLECHTS ÉÉN ENKELE OPVOERING VAN Operette in 3 akten van Q. 0K0NK0WSKI. Muziek van MAX. BABRiEL Populaire melodlën „Was das lockende Leben bringt". Tango, „O mio Adorata". „Ach Yvonne, ach Yvonne OPTREDEN VAN MARGA GRAF. GEORG BRAUN. ELSA HEINRICH. OTTO SPIELMANN. HANSI KLEIN. KALMAN KNAACK. CORNELIA DALHANN. EMIL COUNT. CARLL LOEBELL. Groot Koor. Eigen Orkest. Schitterende Costuums. Prijzen der plaatsen1e Rang f 1.25,2e Rang f 0.75,3e Rang 10.50 verhoogd met 5 Sted. belasting en 5 °/0 Auteursrecht. Militairen ben. den rang v. Ondaroff. 2e Rang 0.60, 3e Rang f 0.40. Plaatsbespreking op MAANDAG 15 MAART, van 11 3 uur In „Casino". Vanaf half eif afgifte van volgnummers. Elf uur loting. Verder gelegenheid tot plaatsbespreking op den speeldae van 12 2 uur. „TIVOLI". TOONEELVEREENIGING A.s. Zaterdag 13 Maart tot sluiting van het speelseizoen. Introducties bij de leden en bljdoD Heer Van Twisk, in „Tivoli", verkrijgbaar. Verplicht programma op den avond der uitvoering 10 cent. BAL NA. Opening zeven uur. Aanvang half acht. ZN. Fotograaf, KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein. Bekroond Binnen- en Buitenslands ATELIER geopend van 9-3 uur. H AARHERSTELLER. Beproefd middel tegen het uitvallen en tot bevordering van den hergroei van 't hoofdhaar, blijkt steeds het beste. Per flacon 50 cent. Alléén verkrijgbaar bij: Spoorstraat, Coiffeur. KOOPT een Tijdgeest-Obligatie. Wettig geoorloofd. Gij doet uw voordeel I Trekking 22 Maart a.s. Verkrijgbaar bij H.H. Agenten en bij den Hoofd-Agent 6 Prijzen voor f 1.70 HOOFDPRIJS f 75000 verder een groot aantal prijzen van f 25.000, f 15.000, f 12.500, f 10.000, f 5000, f 1000, f 500, f 250, enz. enz., minste prijs f 250. Un bovengenoemde prijzen kan men. op hetzelfde lot, en, zonder de minste bijbetaling, er 6 Trekken voor f 1.70 Rotterdamsche Schouwburgloten, Eerstvolgende trekking 2 Juni a.s. waarvan de lijst gratis wordt toe gezonden. Stuurt daarom postwissel van f 1.70 en U ontvangt een geheel orgineel lot, waarop men 6 prijzen kan trekken, 5 loten f 8.25, 10 loten f 16.00. Naar buiten met verhooging van 15 cents voor porto enaanteekengeld. Onmiddellijke toezending volgt FRANCO door J. VAN BAERLE, Hoogstr. 77, HELDER. Begrafenis-Vereeniging Aansprekers: R. M. BOUMA, 2de Vroonstraat 9. J. J. BUT, Bree waterstraat 57. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. Het Bestuur: H. F. B. DISSEN, Gravenstraat 83. A. v. WAARDEN. Laan 28. P. REINTS, 1ste Vroonstraat 11. Lees dit l geeft. G. VISSER, Weststraai No. 24, voor Huisraad, Koper, Lood, Zink, Kleeding,Winbelopruimingen en alles wat voorkomt. Laat zich voor alles aan huis ontbieden. voor Hoogstfifn en geurig is de KEG'S TheGf van f 0.25 en f 0.30 p. ons, en KEG's Dessert Koffie, per half pond f0.47B. PT Neemt eens proef en U verandert niet meer. Beleefd aanbevelend, R. BAKKER, Keizerstr. 56. in eiken-, pitchpine-, mahonie- en notenhout. GOEDKOOPE PRIJZEN. SOLIED WERK. KWALITEIT BEKEND. fs: Keizerstraat 93 IIS Gevestigd te Helder Opgericht 1 Mei 1904 Directeuren: GEBRS. HOOGERDUIJN Deze maatschappij verzekert U tegen de laagste prijzen Dagelijks inlichtingen MIDDENSTRAAT 12 Voor Uwe Kinderen is „VICTORIA" een onovertrefbare hoofd Eau de Cologne. Per flacon 25 en 35 cent. „HEURECA" werkt eveneens verrassend zeker en is aangenamer in 't gebruik doordat het reukloos is. Het kost 35 en 50 cent per flacon. Proefflacon 20 cent. Deze hoofdwaters bestaan uitzuivere extrac- tieve plantenstoffen en beantwoorden vol komen aan de eischen, welke men voor dergelijke hoofdwaters stelt. Verkrijgbaar bjj de Heeren: "Wtjtsma. Mtddenstr.; Win kelman, Spoorstr.; T. H. de Goejj, Spooratr. en Westgr.; Lunet, Nieuwstr.; De Bio-Bierstekcr, Keizerstr., en bij den fabrikant S. C. O. de Man, Koningstr. 89. HINDERT BAARS, - Langestraat BS, beveelt 'zich beleefd aan tot ophappen en spitten van TUINEN. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 9 Maart. Do pensioenwetten voor Land- en Zeemacht. Erg groot is de belangstelling in de Tweede Kamer tegenwoordig niet. Den vorigen keer moest de zitting worden verdaagd tot het vereischt aantal leden aanwezig was, en heden moest datzelfde tweemaal geschieden. Eetst te half twee kwamen de heeren opdagen. Aan de orde zjjn wetsontwerpen tot wijziging van de pensioenwetten voor land- en zeemacht. De heer Hugenholtz begint met de verklaring, dat ontegenzeg gelijk de wetsontwerpen eene ver betering inhouden, vooral ten aanzien van het standpensïoen. Maar de be langhebbenden hadden een meer af doende regeling mogen verwachten van pensioenen, die sedert 1879 niet zijn veranderd. Door de stijging van de tractementon is de verhouding tusschen tractement en pensioen veel ongunstiger geworden, terwijl ook de verhoogiDg van den levensstandaard het pensioen thans ongunstiger maakt. Hij critiseert hierop het standpunt, dat de minister in de stukken aannam, dat verschil maakte tusschen fcoilitaire- en burgerlijke ambtenaren. Hij heeft b. v. geen enkel bezwaar tegeD een gedwongen bijdrage van de militairen in hun pensioenspremie. Thans is het pen sioen meer afhankelijk van den rang dan van het genoten inkomen, en dat is reeds daarom aftekeuren, omdat het de afgunst tusschen de militairen doet toenemen. De Minister van Oorlog heeft ten opzichte van ver schillende niet combattauten in het leger, kleermakers e. d. toezeggingen gedaan, maar hoe staat het met den Minister van Marine? vraagt spr. Indien deze niet dezelfde toözegging mocht doen, zal spr. zelf een amen dement van die strekking indienen. Verder merkt de heer Hugen holtz op, dat de verhooging van de standpensioeoen voor onderoffi cieren het laagst is, juist in den rang, waarin verreweg de meeste onder officieren worden gepensioneerd, n.1. in dien van sergeant-majoor. Nog andere punten laakt hij in dit stelsel van pensioen-regeling. Hij vindt het bijv. onbillijk, dat de ver hoogingen van het pensioen afhan kelijk zijn van den tijd, waarin men in den rang, waarin men gepensio neerd wordt, heeft gediend. Dooreen en ander is het pensioen veel lager dan s/s van het tractement. Bij de zeemacht nu, is het pensioen het zelfde als bij de landmacht. TeneiDde nu te vermijden, dat de verhouding tusschen traktement en pensioen nog grooter wordt, heeft de Minister be paald, dat de berekening bij de zee macht niet geschiedt Daar de hoogste bezoldiging, doch naar het gemid delde traktement. De Minister van Marine wil aat, ten onrechte, ver goeiyken door te wijzen op de In dische jaren, die voor de marine- menschen gelden, waardoor ze toch spoediger op een voldoend be drag komen. Even onjuist acht hij de redeneering, dat de militairen minder pensioen noodig hebben, om dat zij jonger zijn, dan burgerlijke gepensionneerden. Immers de burgerlijke gepension neerden hebben, om zoo te zeggen met het leven al afgedaan. Hun kinderen zijn groot en de wereld iD. Zij hebben alleen te zorgen voor zich en ten hoogste ook voor hun vrouw. Dit is juist anders met militairen, die op 45-jarigen leeftijd worden ge- pensionneerd. De afgevaardigde er kent, dat nu het heelo stelsel niet kan worden veranderd, maar stelt een motie voor van dezen inhoud: De Kamer van oordeel, dat het wenschelyk is, dat de grondslag voor militaire pensioenen worde veranderd in dier voege, dat het werkelijk ge noten pensioen zooveel bedrage, 3/s van de, in den hoogst bekleeden rang genoten bezoldiging, met inbegrip van bijzondere toelagen en met het berekenen van de, op geld geschatte waaide van de genoten kost en in woning. Deze motie kan nu, of later wor den behandeld. Zij sluit zich aan by het amendement, dat wyzigiDg van deze wetten binnen driejaren vraagt. De heer Arts (R. K., Tilburg) acht de standpensioenen te laag. By meent, dat we behoefte hebben aan kader. Spr.. zal ook niet voorstellen de pensioenen te verhoogen, daar hy weet, dat het niet zal helpen. De heer Duymaer van Twist (A. R.) vindt het thans niet het ge schikte oogenblik om deze wetsont werpen rustig met de Regeering te bespreken. Ook hij vindt de stand pensioenen onvoldoende, en bij de marine zijn deze toestanden nog veel ongunstiger dan in het leger. By de landmacht toch is het regel, dat de onderofficier wordt gepension- neerd, hetzij als sergeaut-majoor, het zij als adjudant-onderofficier, terwijl by de zeemacht die rangen meestal niet worden bereikt. Spr. vraagt den Minister van Marine, of deze van plan is, om de promotieregeling bij de marine zoo te maken, als deze op het oogenblik bij het leger is. Die toezegging moet de Kamer hebben, om de aansluiting van de pensioenen by de zeemacht by die van de land macht te kunnen goedkeuren. By de zeemacht krijgen slechts enkele ad- judants-onderofficieren hun volle pen sioen, daar zy eerst op hun 44ste jaar hun standpensioen bereiken, en eerst op 54jarigen leeftijd krygen zy hun tweede verhooging. Ook de meeste sergeanten-majoors en ser geanten bereiken hun volle pensioen niet by de zeemacht. Daar de ver schillen in omstandigheden bij land en zeedienst zoo groot zyn, is de ge- lykmaking van de pensioenen by land en zeemacht een onbillykheid. Het personeel der zeemacht komt door deze regeling in veel slechtere con ditie, dan dat der landmacht. De heer De Meester (u.1.) de af gevaardigde van den Helder, zegt in hoofdzaak hetzelfde als de heer Hu genholtz en de andere afgevaardigde zeiden, n.1., dat de verbetering niet bevredigt, omdat niet voldoende reke ning is gehouden met het verschil tusschen e6n -burgerlijke en een militaire pensioenwet. Ook ontbreekt een oorzakeiyk verband tusschen de kwaal en het incident, dat den man is overkomen, bij een pensioneering in en door den dienst outstaan. Voor die gevallen, waarin de man tenge volge van de kwaal ongeschikt is tot arbeiden, is het standpensioen inder daad vaak te laag. Tenslotte dringt de spr. aan op verbetering der pro motiekansen van de onderofficieren bij de zeemacht. Nog voeren het woord de Rotter damsche en de 's-Gravenhaagsche (i.c. Zaandamschej heer Ter Laan. De eerste is het met den heer Hu genholtz eens, dat de voorgestelde verhooging niet ver genoeg gaat, en komt op tegen het nieuwe beginsel, dat de Ministers in onze pensioen wetgeving willen brengen, volgens hetwelk een verleend pensioen kan worde.n geschorst, als aan zekere voorwaarden niet wordt voldaan. Dit is stryd met het beginsel, dat een pensioen is een recht, nimmer een gunst. Voorts betoogt spr., dat de positie van de weduwen en weezen door deze wetsontwerpen wordt verslech terd, doordat het beginsel van 1909 wordt prysgegeven, dat hun pensi oenen verband moeten houden met de loonen der betrokken persoueu. In hooge mate onwenschelijk is het, op die wyze aan een verkregen recht te tornen. Ook acht spr. het een ver keerd uitgangspunt, dat de betaling voor het weduwen- en weezenpen- sioen verband moet houden met de hoegrootheid van het standpeusioen, inplaats met de werkelyke inkomsten. De heer Ter Laan (s. d. a. p.) 's-Gravenhage herinnert aan zijn voor eenige jaren ingediende motie, tot gelykmaking van de pensioenen der onderofficieren van zee- en landmacht. Die motie is toen echter niet aange nomen, maar de Regeering erkende daarmede van de zaak niet af te zyn. Ook met dit wetsontwerp zullen wij van de zaak niet afkomen. Het kóst per jaar f 28,000, een luttel sommetje, vergeleken met de verbetering der officierspensioenen. Ook spr. acht de behandeling der noncombattanten in het leger niet billijk. Spr. komt vervolgens tot de befaamde doorstrooming in het leger. Volgens hem dient punt 6 van artikel 2 weg te vallen, waarin staat, dat als iemand 15 jaar dienst heeft hy met pensioen het leger verlaat. Zoodoende kan iemand op 31-jarigen leeftyd het leger met pensioen verlaten. Zoo iets geks heeft spr. nergens ooit waargenomen. Het wordt tyd, dat men daaraan een einde maakt. Laat de Minister van Marine het ongeluk niet grooter maken door hetzelfde by de Marine in te voeren. Wij moeten eindelijk van dezen onzin worden verlost. Spr. durft het onzin te noemen, dat een flinke gezonde kerel, die niets mankeert op 31-jarigen leeftijd de burgermaatschappij met pensioen wordt ingevoerd. Laat men aan die menschen uitgesteld pensioen geven. Dat is niet alleen een militair belang, maar ook een burgerbelang van de hoogste orde. Deze menschen loopen ieder de deur plat, om een betrekking daar hun pensioen te klein is om ervan te leven, en als zij dan een betrekking krygen, dan verdient hun patroon het pensioen, want zij krygen zooveel minder, als hun pensioen bedraagt. Daardoor bederven die menschen de markt. Overigens is het niet noodig, dat die menschen zoo vroeg den dienst verlaten. De onderofflcierenvereeni- ging „Ons Belang" heeft voor een jaar of 8 een plan ontwikkeld, volgens hetwelk zij de oefeningon der lote- lingen en de vooroefeningen der jeugd op de plaats zelf zouden kunnen leiden, waardoor wy de richting van het volkslèger zouden opgaan. Spr. komt eindelijk tot het wedu- wenpensioen, in verband met het ongeluk te Rljswyk, waardoor de landweerman Bovet het leven verloor. Een pensioen van f 110 is voor de weduwe te weinig. Laat men althans een verhoogd pensioen geven aan de weduwen an hen, die tengevolge van de tegenwoordige omstandig heden in den dienst het leven verloren. In zyn antwoord merkt Minister Bosboom op, dat het nimmer de bedoeling is geweest met dit ontwerp principieele wijzigingen aantebrengen. Het is slechts een nalatenschap van de vorige regeering. De Minister meent, dat de belangen der personen naar behooren zyn bohartigd. Men moet niet er naar kyken, of de een wat meer krijgt dan de ander, maar men moet kijken naar het resultaat, niet naar hetgeen vroeger was. Ver- geiykt men de minimum inkomsten met de minimum pensioenen, dan is de verhoudiDg niet 3/5, maar wel 3Va a 47a vyfden. Daaruit biykt, dat men de zaak van alle kanten moet bekijken eu niet eenzydig. Vanuit het standpunt van de bur gerlijke pensioenwet moet men de zaak niet bezien. Men kan een man, die nog maar enkele jaren te leven heeft, gerust wat meer geven. Het gaat ook niet aan, om geheel buiten rekening te laten, dat het grootste gedeelte der wegens langdurigen dienst gepensionneerde militairen beneden den rang vau officier later nog in de verdiensten komt. De Minister heeft daarnaar een onder zoek ingesteld en leest de cyfers daarvan vooi. Wy zyn thans in een tijd gekomen, waarin verdere op drijving der pensioenen krachtig dient tegengegaan, ook met het oog op de tijdsomstandigheden, Het dienstbe lang brengt mede, dat we het leger niet opstoppen met menschen, die dienen voor hun pensioen. Het ver grijzen in den dienst is in stryd met het dienstbelang. De doorstroo- miug dient bevorderd in het leger belang, mede om een goede reserve te krijgen, die ingeval van mobilisatie het leger behoorlijk kan encadreeren. Dé Minister gevoelt inderdaad zeer goed, dat daardoor de arbeidsmarkt wordt gedrukt, maar dat nadeel moeten wy aanvaarden, omdat het legerbelang is een landsbelang. Last not least verzet het fiuaucièel belang zich tegon pensioenverhooging. Als wy do pensioenen gaan verhoogen, drukt dit de financiön. Dit ontwerp eischt niet slechts maar f 28.000 meer. Dat was een vergissing van den heer Ter Laan. Het jaarlijksch accres is f 28.000. Het ontwerp zal op den duur een dikke 4 ton vergen, die per slot van rekening wel tot 8 ton zullen stijgen. De RegeeriDg moet er tegen op zien, nog meer uit te geven voor dat doel. De Minister is tegen terug werkende kracht voor de verhoogde pensioenen. Hy is vierkant daartegen en, als hy daartegen zondigt, doet hij dit nolens volens -, in verband met het verhoogen der pen sioenen door de vorige regeering, alleen voor de landmacht en niet voor de zeemacht. De Minister wyst er verder op, dat de onderofficier jonger komt, dan de officieren. Dientengevolge zyn de kinderen van den onderofficier meestal reeds in dienst, als hij het leger ver laat. Dit is niet het geval met de kinderen van den officier. Een en ander wettigt verschil in behandeling van beide categorieön, ten aanzien der pensionneering. De Minister pleegt overleg met den Minister van Financien, om te be vorderen, dat een weduwe, die Ryks- pensioen krygt, ook een deel van 't pensioen krachtens de Weduwen- wet ontvangt. De heer Ter Laan (Rotterdam) had bezwaar tegen schor sing van het pensioen, omdat pen sioen geen gunst is, maar een recht. Maar aan een recht kunnen verplich tingen verbonden worden. Trouwens het beginsel is niet nieuw. Het be stond reeds voor de officieren. (Zie verdor 2e bladzyde). FEUILLETON. 17) Zónder aan myn goeden naam te denkeD, en in weerwil van mijn blij vende koelheid, hield u niet op, met my het hof te maken. Als u dat echter in het vervolg blijft doen, handelt u eerloos. En dat zal u niet willen doen, daarvan ben ik over tuigd". Getroffen had de Sainte Claire naar haar geluisterd, thans antwoordde hij haar, terwyl hy haar trouwhartig aanzag: „Alles wat u my zegt, miss Moorbank, bewijst mij slechts, dat u myn gevoel voor u verkeerd opvat. U meent, dat ik uit tydver- dryf u het hof maak. Die meening is geheel ongegrond. U moest eens weten, hoe deze liefde my geheel vervult. Met onweerstaanbare kracht word ik tot u aangetrokken. Als een openbaring van het ware geluk is deze liefde voor u in myn hart gekomen. Alle goede krachten heeft ze in mij gewekt en ze heeft my bevryd van verschillende ondeug den, die my in hunne kluisters ge ketend hielden. Zoo kan een man slechts eenmaal beminnen, Mary, en zoo bemin ik u. Ik bied u myn hand en myn naam aan. U zeide, dat u verlaten en geheel alleen stond in de wereld... Welnu, laat mij voor u zor gen. Ik wil u behoeden en bewaren als myn grootste schat. Zonder u heeft niets van deze aarde meer eenige waarde voor mij. O, wys my niet af, ik lees het in uwe oogen, dat u niet zonder deelneming naar myne woorden luistert. Mary, wees de myne!" Hij vatte hare hand, en wilde het lieve meisje aan zyn borst trekken, maar Mary trad een schrede terug en onttrok hem hare hand. „Niet zonder deelneming," sprak zy mot bevende stem, „heb ik naar u geluisterd, mynheer de Sainte Claire. Wat u mij hebt gezegd, smart mij diep, maar toch moet ik u afwyzen. Myn vriendschap wil ik u gaarne geven, maar meer niet". „Waarom, lieve Mary? Waarom moet ik dan ellendig en ongelukkig worden „Ik zou u redenen kunnen zeg gen," antwoordde Mary met neerge slagen oogen, terwijl ze zich aan de leuning van een stoel vasthield. „Ik zou u kunnen spreken, van de moei- lykbeden, die u wachten als u met een zangeres trouwt, maar daarover zal ik zwygen. Ik geloof wel, dat uwe liefde deze hinderpalen uit den weg zou weten te ruimen „Welnu dan, Mary de Sainte Claire kwam weder een schrede nader, maar Mary trok zich terug achter den stoel. >Ik wil u een andere reden zeg gen," vervolgen zy, terwyl zy met vochtige oogen naar hem opzag. „Eene reden, die ik u slechts noode noem, omdat ze u pyn zal doen. Maar ik moet het zeggen, omdat wy elkander begrijpen moeten. Mijnheer de Sainte Claire, ik zal uw vrouw nooit kunnen worden, omdat ik een ander liefheb". Een' diepe zucht ontsnapte de Sainte Claire's borst, terwyl hij werktuigeiyk een steun greep en zich op de sofa liet neerzinken. Wien wien bemint u?" stamelde hij. „Wie is die gelukkige?" „Den naam moetik u verzwijgen," antwoordde Mary zacht. „Niet uit wantrouwen, maar alleen omdat hy myn geheim moet biyven. Want hy, dien ik liefheb, weet daar niets van. ■•Maar ik beminde hem reeds, toen ik nog by mijne ouders thuis was. Toen nog onbewust, maar nu ik hem hier weder zag, bewust en met al de kracht, die in mij is. Ik weet niet, of by wel ooit liefde voor my zal toonen. Maar ik zou mijzelf verachten, als ik, met deze liefdein het hart, my met een ander verloofde. En daarom, mynheer de Sainte Claire „O, ja, ik begrijp het!" riep de Sainte Claire, terwijl hy opsprong en naar zyne kepi greep. „Vaarwel, miss Moorbank, ik zal u niet meer lastig vallen". Hy snelde naar de deur en wilde haar open rukken om weg te komen, maar met weinige schreden was zy naast hem en legde hare hand op zyn schouder. „Laten wy niet zoo scheiden," bad zy. „Ga niet toornig van mij weg. Ik misken immers geen oogenblik, wat u hebt willen geven. Maar juist daarom mocht ik uw aanbod niet aannemen. Tegen over u moest ik openhartig zijn, al wist ik, dat ik u daardoor zeer zou krenken". De jonge officier sidderde onder de zachte aanrakiDg van Mary's hand. Haastig greep hij die en terwijl hy haar hartstochtelijk drukte, riephy: „O, Mary, Mary, nooit zal ik ophou den, u te beminnen, al kan ik op geen wederliefde hopen. En zoolang ik kan, zal ik ook over u waken, totdat u de zorg daarvoor hebt over gedragen aan. hem, dien u hart heeft uitgekozen. waarom kon ik deze gelukkige niet zy'n!" Meegesleept door zijn gevoel, trok hij haar, eer zy het kon verhinderen, in vervoe ring aan zyn borst en drukte een kus op haar voorhoofd. In het volgen de oogenblik lag de deur tusschen hen, en Mary hoorde, hoe hij met zware schreden de trad afging. „Het is gebeurd," fluisterde zij, terwijl een traan over hare wang rolde. „Arme man, dat ik u zoo leed moest doen! Maar ik kan myn hart niet gebieden. Ik kan slechts een be minnen, slechts hem, Pierre Chau mont". Met dezelfde haast, waarmede de Sainte Claire de trap was afgevlo gen, snelde hij ook het hotel uit en langs do straat. Zoo gebeurde het, dat hij op den hoek der Breedelaan en de Place Royale in tameiyk on zachte botBing kwam met een heer in burgerkleeding, die eveneens in buitengewone haastom den hoek boog. „Kan u dan niet begon deze driftig; doch plotseling riep hy: „Aha, mynheer de Sainte Claire! Hebt u zoo'n haast om in den schouw burg te komen? Het duurt nog twee uren, eer de voorstelling begint 1" „Ha, mynheer Chaumont, neem me niet kwalijk, dat ik zoo onzacht met u in botsing kwam „Geen verontschuldigingen, als 't u blieft. Ik was ook haastig en had dus evenveel schuld als. Ik moet nameiyk van nacht nog naar Parys, en daar ik mijn knecht gisteren al heb vooruitgezonden, moet ik nu zelf eenige noodzakelijke boodschappen doen. Kom, ga een eind met my mee". Chaumont vatte de Sainte Claire by den arm, die hem half tegenstre vende volgde. Aangenaam was hem deze ontmoeting niet bepaald, maar geheel afslaan wilde hy dit verzoek ook niet. „Biyft u voor langen te Parys?" vroeg hy Chaumont. „Dat zou ons allen zeker spijten". „Ik denk reeds na weinige dagen terug te zyn. U weet, dat ik gaarne een landgoed in deze provincie zou koopen. Nu is mij onlangs het goed Raymond aangeboden. Ik heb het ge zien en het bevalt my wel. Maar ik zou gaarne met den eigenaar, Guéramont, zeiven onderhandelen. De markies woont echter des wintera te Parys, ®q dat is de reden van myn vertrek". „Zoo wil Guéramont zijn landgoed Raymond verkoopen?" vroeg de Sainte Claire verwonderd. „Dat is vreemd. Het goed behoort wel niet tot het district, maar de markies heeft er altyd bijzonder veel van gehouden". Chaumont sprak hier niet verder over, maar vroeg, daar zy juist het hotel voorbygiogen, waar Mary Moor bank woonde: „Weet u, wie daar boven woont?" De Sainte Claire zuchtte en knikte met het hoofd. „Hoe staat het met de kleine zan geres?" vroeg Chaumont verder. „O, nqem haar niet zoo," verzocht de Sainte Claire, dat doet my pijn". „Nu, zij is toch eenmaal een zan geres bij het gezelschap van Mal- line," zei Chaumont glimlachend. „Dat is ze, en een der mooiste, die er ooit geweest is," zei de Sainte Claire warm. „Maar zy is bovendien zoo'n lief zacht meisje. Zij is zoo edel van inborst, dat zy zich gerust met de dames uit onze kringen meten kan". „Wel, u spreekt alsof u miss Moorbank in onze kringen wilde bren gen, misschien wel mevrouw de Sain te Claire maken". „Niets zou ray weerhouden, dat te doen, als miss Moorbank er zelf niet tegen was". „Wel, dat is vreemd. Weigert ze* u?" „Gladweg". „Onbegrypelyk. Wat voor gedach ten heeft die kleine dame dan toch wel, ala ze u een blauwtje laat loopen?" „Er is iemand, die zij liever heeft dan my". „En wie is dat?" „zy wil den naam niet noemen". „Dan is het ook maar een voor wendsel en haar weigering niets dan een bedekte aanmoediging". „O, neen! U beoordeelt haar ver keerd. Zij zegt, dat de naam geheim moet blijven, omdat degene, die zij lief heeft, er niets van vermoedt. Maar zij heeft hem al vroeger be mind, zonder dat zij dat zelf wist. Toen zy hem hier in Reims weder zag, bemerkte zy die liefde eerst". „Nu, als de zaken zoo staan," zei Chaumont lachend, behoeft u de hoop ook nog niet op te geven. Als miss Moorbank een tydla^ heeft gewacht en dan tot de gevolgtrekking komt, dat zy hem volkomen onverschillig is... Dan gaat zij wel verlangen naar zeker iemand, die haar hart en hand heeft aangeboden". Daar sloeg de klok van de kathe draal. „Al zes uur, riep de Sainte Claire, „ik moet mij haasten om in de ka zerne te komen. Adieu, mynheer Chaumont, goede reis! Wat wy daar zoo even besproken hebben blijft onder ons, niet waar?" „Dat spreekt van zelf, ik zal zwy gen als het graf. Tot weerziens, mynheer de Sainte Claire!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 4