Hoeden en Petten. JAPONSTOFFEN Voorjaar 1915 Spoorstraat. HEVEA Steuncomité Christelijke Gereformeerde Kerk. TELEFOONNET. SNELSCHRIFT. GROOTE COLLECTIE Manufacturen-Magazijn „DeZon IN ZWART EN GEKLEURD. BLOUSE-ZIJDE, MOUSSELINES, CRÉPONS, FAHI.-KATOEN. „DE MAGNEET". - H. SPRUIT. Ingezonden Mededeeling. op RIJWIEL.. RIJTUIG. «AUTOBANDEN waarborgt «oUdlUIG [Fabriek Hevea, togenriWwtfjgwjl gendheid overwonnen en zoodoende met trots en waardigheid het recht van bestaan van het kleine volk ge staafd heeft. Wat ook het lot moge zijn, dat het fatum ten slotte aan Serviö voorbehouden heeft, het zal nooit beroofd kunnen worden van den roem en de hóoge zedelijke be- teekenis van zijn schitterende over winningen." De documenten betreffende België's onzijdigheid. Het Belgische Gezantschap te 's-Gravenhage verstrekt de volgende- mededeeling. „Den 2en December heeft de kan selier van het Duitsche Keizerrijk in den Rijksdag het volgende ver klaard „Den 4den Augustus hadden wij reeds aanwijzingen van de door de Belgische regeering begane fout. Ik had nog geene schriftelijke formeele bewijzen tot mijne beschikking. Maai er waren bewijzen bekend van de Engelsche Regeering. En thans, nu door de te Brussel, ge vonden docu menten, door mij aan de openbaar heid prijs gegeven, is vastgesteld, hoe en in welke mate Belgie van zijn neutraliteit ten gunste van Enge land had afstand gedaan, geeft de geheele wereld er zich rekenschap van, dat onze troepen, toen ze in den nacht van den 3en op den 4den Augustus op Belgisch grondgebied waren doorgedrongen, zich bevonden op den grond van een Staat, die reeds lang zijn neutraliteit had prijs gegeven." Belgie, terecht trotsch op zijn tra dities van correctheid en eer, wenscht de campagne tegen zijn eer gericht door eene Kanselarij, die waarlijk de leugen tot instelling schijnt te hebben verheven, niet te laten voorbijgaan zonder haar naar verdienste te brand merken. Hoe zwaar het lijden van thans ook moge zijn, de eerlijkheid behoudt in de oogen van het Belgische volk een onvergankelijke en onverander lijke waarde. Nooit heeft Belgie zijn nationaal erfdeel van. rechtschapenheid laten aantasten. De uitsluitende wil om dit onge schonden te bewaren, schreef het besluit voor, genomen in don nacht van 2 Aug. 1914 en de onpartijdige geschiedenis zal dat aan de geslachten, die zich aan moreelen trots laten gelegen liggen, herhalen. Een veldtocht wordt ondernomen om de volkeren van de historische waarheid af te wenden; men deinst voor geen enkel middel terug. Op nieuw rust op de Belgische regeering de plicht te spreken en zulks doende, richt z(j zich tot alle landen waar de innige vereering van het recht en de stiptheid van de eerlijkheid den scepter voeren. In het begin van den oorlog, was een aanslag, op België volvoerd, zóó duidelijk en kwam het belang van Duitschland om dien te proclameeren, ten einde een zekere verleiding op het slachtoffer uit te oefenen, zóó helder uit, dat de schending van het recht werd vastgesteld door den kan selier van het Keizerrijk op het spreekgestoelte in den Rijksdag zelf. En men ging zelfs op dat oogenblik zoo ver, dat men zich beijverde, de natie te verblinden door het lokaas van den zilverling, als vergoeding voor de verloren eer. Alsof de eer met geld is terug te winnen I Maar nood breekt wet, „Not kennt kein Gebot li" Alles was geoorloofd, zei menwas het niet te doen om op verpletterendewijze een natie te treffen, die vernietigd moest worden? Opnieuw zorgden de oorlogsgebeur tenissen' er voor, het bewijs te leve ren, dat de eerste misdaad noodlot- tigerwijs opvolgende misdaden na zich sleept. Nauwelijks was die grond, welks onschendbaarheid Duitschland had gewaarborgd, door dat land bezet, of reeds onteerde zich eeD gedeelte van het binuenvallende leger dooi de stelselmatige organisatie te midden van ongelooflijk geraffineerde wreed heden, van het gemeene, van plun dering, van brand, van verkrachting en van moord op een weerlooze be volking. En terwijl zich over België een barbaarsehheid ontketende zonder voorbeeld, was geen enkele daad van de zijde van België den inval koineri rechtvaardigende geweldpleger zelve kwam op dit punt tot erkentenis. Deze stand van de zaak deed de treurige houding uitkomen van het Keizerrijk, dat, om Frankrijk te over winnen, een volk, van elke misdaad vrij, martelde. Tot eiken prys moest het zich uit zulk een moreele situatie redden. Eenerzijds riep het marte laarsehap van het onschuldige België het internationale bewustzijn wakker, aan den anderen kant stelden de buiten dezen oorlog staande volkeren, die, door het dreigende zegevieren van het brutaal geweld aan soortge lijke behandeling waren blootgesteld, zich terecht de meest beangstigende vragen betreffende de veiligheid van hunne toekomst. Een maand na de oorlogsverklaring ontdekte de Duitsche kanselarij te Brussel het verhaal van gesprekken, die in 1906 en in 1912 gewisseld waren tusschen de Engelsche militaire attachés en chefs van den Belgischen Generalen Staf. Om dit verhaal te veranderen in een bevrijdend docu ment, was het voldoende om te ver minken en te liegen. Dat was het eenige middel om aan de in België bedreven daad een karakter van wijs beleid te geven. En aldus zou Duitschland, door een zorgvuldig onzijdige natie, ten doode te doemen, weliswaar onbewust, de rol van wrekende gerechtigheid ver vuld hebben. Onwederlegbaar bood dit thema een nieuw voordeel aanHet succes ervan zou toelaten, om de- Belgen, die door hun loyalen en krachtigen tegenstand het oorspronkelijke plan van den groote i Generalen Staf in duigen hadden doen 'vallen te overstelpen met moreele schande; het volk, dat onder de wapenen stond, nergens anders om dan voor zijn eer, moest deze laatste kwelling ondergaan; het was niet voldoende het op te offeren, maar het moest ook onteerd worden. En zoo geschiedde 't, dat de Duitsche Kanselarij, met een in de geschiede nis zelden geëvenaarde onbeschaamd heid, het bestaan bevestigde van een overeenkomst, waardoor Belgie, met verraad aan zijn heiligste verbinte nissen, zijn onzijdigheid zou hebben prijsgegeven ten bate van Engeland. Om indruk te maken op de onwe tenden, liet de Duitsche goede trouw uit het verslag der gesprekken het gedeelte weg waarin gezegd werd dat de gedachtenwisseling uitsluitend op het oog had de veronderstelling, dat de Belgische onzijdigheid zou zijn gesehonden. De Belgische Regeering geeft op de beweringen van de Duitsche kan aelarij het eenige antwoord dat zij gedoogen: het is eeu leugenwerk dat des te minder te qualificeeren valt, waar het uitgaat van personen die beweren de dossiers te hebben gezien. Welke zijn de documenten, door Duitschland overgelegd, om de ver raderlijke trouweloosheid van België te bewijzen? Dit zijn twee documenten: lo. Het verslag van gesprekken die plaats hadden tusscheu luitenant- generaal Ducarne en kolonel Barnar- diston in 1906. In den loop dezer gesprekken geeft de Engelsche officier zijn inzichten te kennen over de wijze waarop Engeland België zou kunnen 'te hulp komen in geval het door Duitschland zou worden aange tast. De Engelsche troepen zouden Belgie eerst binnenrukken nk de schending van België's onzijdigheid door Duitschland. Bij de vertaling laat de „Norddeutsche Zeitung" van 25 November dit gedeelte weg, dat juist aan het stuk zijn ware beteekenis geeft. Bovendien bevat de photografle van het rapport-Ducarne de volgende zinsnede: Mijn gesprekgenoot legt den nadruk op het feit: lo. dat ons onderhoud strikt vertrouwelijk was. Van het woord „onderhoud" maakt de „Norddeutsche Zeitung" „overeen komst". Zij laat den kolonel Barnar- diston zeggen, dat onze „overeen komst" strikt vertrouwelijk zou zijn. Bij zulk een wijze van handelen is •commentaar overbodig. Ho. Het verslag van een onderhoud, over hetzelfde onderwerp, dat plaats had in April van 1912 tusschen luitenant-generaal Jungbluth en luite nant kolonel Bridges. In den loop van dat onderhoud deed luitenant-generaal Jungbluth zijn gesprekgenoot op merken, dat een tusschenkomst van Engeland ten gunste van België, slachtoffer van een aantasting door Duitschland, slechts met onze toe stemming zou kunnen plaats hebben. De militaire attaché merkte daar tegen op, dat Engeland er misschien toe kunnen geleid zou worden om zijn rechten en verplichtingen als Mogend heid, die voor België borg bleef, uit te oefenen" zonder af te wachten het beroep dat door laatstgenoemd land op haar medewerking zou worden gedaan. Dit was de persoonlijke meeniDg van kolonel Bridges. De Engelsche Regeering heeft steeds de meening van de Koninklijke Regee ring gedeeld, dat de toestemming van laatst bedoelde noodzakelijk was. De Belgische Regeering verklaart bij haar eer, dat niet alleen geen enkele overeenkomst werd gesloten, maar ook dat er nooit van de zijde van welke Regeering ook, onderhande lingen of voorstellen nopens dergelijke overeenkomsten hebben bestaan. Overigens heeft zich de vertegen woordiger van Groot-Brittamë, die alleen bevoegd was om dat land te verbinden, nooit in die gesprekken gemengd. Anderzijds, kunnen alle Belgische Ministers, zonder uitzonde ring, onder verband van hun eed, getuigenis afleggen nooit werd eeni- gerlei conclusie van die gesprekken voorgesteld, noch aan den Minister raad, noch aan een minister in privé. De door de Duitschers ontdekte dossiers getuigen van dit alles; het getuigenis is licht verspreidend, op voorwaarde echter dat men geen enkel document verminkt of ver donkeremaant. Tegenover onophoudelijk herhaalde lasteringen, is de Belgische Regeering, die de getrouwe afspiegeling is van de Belgische rechtschapenheid, van oordeel, dat het gebiedende plicht is om den schender van België opnieuw het stigma van eerloosheid tinfamie) op te drukken, dat tot op heden zijn eenige wettige verovering is. De Koninklijke Regeering grijpt deze gelegenheid aan om, in antwoord op sommige beweringen, welker kwaad willige bedoeling duidelijk aan het licht treedt te bevestigen lo. dat vóór de oorlogsverklaring geen enkele Fransche troep, hoe gering ook, in België was doorgedrongen. Geen eerlijk getuigenis kan reeds tegenover deze bewering gesteld worden 2o. dat zij niet alleen nooit een troepenaanbod, gedaan door een der garandeerende Mogenheden, heeft af gewezen, maar dat zij, direct nadat de oorlog verklaard was, krachtig de militaire bescherming van hare borgen heeft ingeroepen 3o. dat Belgie, terwijl het over eenkomstig zijn plicht, de krachtige verdediging van zijn versterke plaat sen op zich heeft genomen, de mede werking, welke zijn borgen voor die verdediging tot zijn beschikking hebben kunnen stellen heeft ingeroe pen en met dankbaarheid aanvaard. Belgie, slachtoffer geworden van de rechte lijn die het gevolgd heeft, buigt het hoofd voor niemand; zijn eer tart de aanvallen van een leugen het stelt zijn vertrouwen in het wereld-oordeel. Als het uur der recht vaardigheid slaat, behoort de zege aan hen, die .alles hebben opgeofferd, om, met bewustheid, de waarheid, de eer te dienen. Van Duitsche zijde. Berlijn, 10 Maart. De „Berliner Zeitung ara Mittag" drukt een naam lijst af van de door de Duitsche marine vernietigde koopvaardijsche pen. Ze bevat 111 stoomschepen met een totaal tohnenmaat van meer dan 400,000,4 hulpkruisers van 32,500 ton, een zeilschip, een schoener, 8 mijnzoekers en een troepentrana- portschip, te zamen 437,879 ton. Hieronder zijn niet begrepen de in Duitsche havens geïnterneerde vijan delijke handelsschepen. Aanvaring. Toen het Noordsche stoomschip „Galathea", dat Maandag met een la ding steenkool uit Engeland in Hor ten is aangekomen, de haven van Schields uitvoer, rees er plotseling voor zjjn boeg een Engelsche duik boot op. Een aanvaring volgde, maar schip en duikboot bleven zeewaardig. BINNENLAND. Paaschverlof voor Land- en Zeemacht. Door den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht is bepaald, dat aan ieder militair der Landmacht, die in het tijdvak van 30 Maart a.s. tot 2 Mei d.a.v. op zijn beurt, volgens de hieromtrent vastgestelde regelen, met verlof gaat, éénmaal in genoemd tijdvak 24 uur langer verlof kan wor den verleend, dan volgens bedoelde regelen het geval zou zijn. Aan de korpscommandanten en hoogere autoriteiten wordt, voor zoo ver de eischen van den dienst zulks toelaten, overgelaten te bevorderen, dat de extra verlofdag zooveel moge lijk in het tijdvak van Goede Vrijdag tot Paschen wordt genoten. Van deze gunstige bepalingen zijn uitgezonderd a. zij, aan wie nb. 1 Januari j.1. een buitengewoon, verlof (of verloven) van langoren duur (of gezamenlljken duur) dan vier dagen is, of, mocht worden verleend; b. zij, die sedert 1 Januari jl. zijn gestraft geworden wegens verval- sching van bewijzen voor vrij ver voer; wegens eigenmachtig langer uitblijven met verlof dan hun was toegestaauof wegens het zich zon der verlof eigendunkelijk verwijderen uit het garnizoen of kantonnement. Aan de recruten der lichting van 1915 en het daarbij ingedeelde instruc tie-kader kan, voor zoover de belan gen van den dienst dit gedoogen, verlof worden verleend van Donder dag 1 April a.s., na afloop van den voormiddagdienst, tot Dinsdag 6 April d.a.v., eerste reisgelegenheid. Dezelfde bepalingen en uitzonde ringen zijn vastgesteld voor de zee macht. "Voor do Israël, militairen kan dit verlof vallen in het tijdvak van 30 Maart tot 2 Mei. Verder is bepaald, dat aan leer lingen van militaire onderwijsinrich tingen, als mede aan het daarbij dienstdoend personeel voor zoover de belangen van den dienst dit ge doogen verlof kan worden verleend van Donderdag' 1 April na afloop van den voormiddagdienst tot Dinsdag 6 April (eerste reisgelegenheid). Voor de Israëlieten dezer catego rieën, die voor dit verlof in de termen vallen, vangt het echter aan op 2G Maart na afloop van den voormiddag dienst. Weekblad verboden. De opperbevelhebber van land- en zeemacht heeft, in verband met toon en aard van artikelen in het week blad Algemeen Welzijn te Groningen, de uitgifte en verspreiding van dat weekblad voor een maand verboden. De uitgever-redacteur F. van der Pers was tevoren gewaarschuwd, Goudzending. Men meldt uit Zevenaar, d.d. 11 Maart Gisteren is hier gepasseerd eene zending van vijf millioen kronen Oostenrijksch goudgeld, bestemd voor de Amsterdamsche bank. Het was verpakt in kisten, terwijl geen bij zondere bewaking was ingesteld. Verboden uitvoer. Er gaat haast geen dag voorbij, of er worden door de douane ambtenaren te Zevenaar, ten uitvoer verboden goederen geconfiseeerd. Dan eens kleine pakjes boonen of erwten, ge beurt het niet zelden dat geheele waggonladingen consumabele waren in beslag genomen worden. Zoo zijn reeds drie waggons aardappelen, waar van de consenten tot uitvoer ver- valscht bleken, ingekuild, en de eige naar, een zekere W. L., uit Emmerik, gearresteerd. Deze week is ook eene partij kunstvet aangehouden, terwijl eene zending tin eveneens niet ten uitvoer is toegelaten. Dat er thans van den Nederlandschen douane-amb tenaar, meer dan ooit, eene groote activiteit en nauwgezette plichtsbe trachting wordt geëischt, bewijzen de nauwkeurige onderzoekingen, waar aan alle in buitenlandsche richting vertrekkende treinen worden onder worpen. De totale waarde der op deze manier in beslag genomen artikelen, loopt thans reeds in de duizenden. Vadermoord. Voor de Rechtbank te Amsterdam heeft Donderdag terecht gestaan de 28 jarige bootwerker J. d. V. wien ten laste was gelegd in den avond van 9 Januari in de lste Conrad- straat te Amsterdam, zijn vader, met het oogmerk om hem van het leven te berooven, met een mes in den hals had gestoken, waardoor diens linker halsslagader is doorgesneden en de vader spoedig daarna is overleden. Bekl. verklaarde, dat hij in den avond van 9 Januari met zijn vrouw naar het huis van zijn ouders was gegaan. Hij had voor vóór dien tyd een paar borrels en een paar glaasjes bier gedronken. Hij was niet geheel normaal meer, doch ook nog niet dronken. Hij had onderweg een stuk vleesch gekocht en gooide dat bij zijn vader thuis op tafel. Zijn moeder maakte hem daarover een verwijt, waarbij zich ook de vader voegde. Zoo kwam het tot woorden en zijn vader verweet hem, dat h(j zijn zusje Trijntje onlangs het huis had gewezen, toen zij eten kwam vragen. Eerst werd er gescholden en daarna.werden vader en zoon handgemeen. Er ont stond een worsteling, die aldus afliep, dat de zoon den vader op een stoel neerzette. De 'zoon liet den vader los. Opeens trok de vader een mes en stak zijn zoon in den linkerarm, waardoor een hevig bloedende wond ontstond. Wat er daarna is gebeurd, kan bekl. zich niet meer herinneren. Alleen wist hij nog, dat hij met een bloedenden arm in zijn hemds mouwen het huis 'is uitgegaan en in een apotheek is verbonden. Een juffrouw, die achter het huis van bekl.'s vader woonde en in dat huis kan zien, had in den avond van 9 Januari rumoer gehoord. Zjj had bekl.'s moeder en vrouw hooren roepen: „Niet met een mes, Jan!" Jan is de naam van den zoon, doch de vader, die Jurrien heette, werd ook dikwyls Jan genoemd. Get. zag de beide vrouwen de kamer uitgaan. Den vader en den zoon zag zij niet, maar zy hoorde den zoon iets roepen. Even daarna ging de zoon de kamer uit en iets later kwamen de vrouwen weer binnen. Get. hoorde nu de moeder roepenO, God hij is al dood 1 De verdediger, mr. L. S. G. de Har- tog, merkte op, dat het niet zeer waarschijnlijk is, dat getuige alles zoo nauwkeurig had gehoord, daar het venster van de woning van de' V. gesloten was. Een bovenbuurvrouw had bekl. hooren roepen: Ellendeling, doe je smoel open! Daarna werd het stil.. Alleen hoorde get. nog even een gil van een vrouw. Z(j keek het raam uit en hoorde bekl.'s moeder roepen: Mijn man is dood! Get. meende, dat bekl. tamelijk beschonken was. Er was wel eens meer ruzie in de familie. Bekl. was over het geheel een kalm man, maar werd lastig, als hij wat gedronken had. Voor den vader gold hetzelfde. Nog eenige buurvrouwen vertelden, wat ze hadden gehoord. Sommigen verklaarden, dat de moeder had ge zegd, dat haar zoon haar man had vermoord. Een agent van politie, die het mes in beslag had genomen, deelde mee, dat het mes, ook het heft vol, bloed zat. Een ziekenoppasser had in het huis van den getroffene waargenomen, dat op het schot van de bedstede bloedspatten zaten tot op een halven meter hoogte. Ook op het laken zaten bloedspatten. Een ambtenaar van den genees kundigen dienst, die beklaagde's arm had verbonden, verklaarde, dat de arm zeer heftig bloedde, de pols van beklaagde was zeer zwak. Dr. Van Ree, die de wonde van beklaagde verder had behandeld, was van meening, dat beklaagde na de verwonding, niet meer in staat was geweest met den linkerarm een krachtigen stoot toe te brengen; ook aan de rechterhand bad beklaagde een lichte wond, doch deze was niet van dien aard, dat het gebruiken van de hand bemoeilijkt werd. Be klaagde is buiten kennis geraakt, maar getuige meende,dat dit niet het gevolg was van bloedverlies, doch eerder van overspanning. Hij verklaarde vérder, dat beklaagde sterk naar alcohol rook. De medische deskundigen dr. Schoo en dr. Schol te verklaarden, dat de getroffene een wonde van 6 c.M. in den hals had. Dit was echter een vleeschwonde, die 'niet doodelijk was. In de linkerzijde van den hals had hij een minder diepe wonde, die de linkerslagader had getroffen en doode lijk was. Bij het onderzoek van het lijk was gebleken, dat de getroffene kort voor zyn dood een belangrijke hoeveelheid alcohol had gedronken. Dr. Schoo achtte het niet onmogelijk, dat beklaagde, nadat hij gewond was, zoo doezelig is geworden, dat hij niet meer wist wat hy deed. Beklaagde verklaarde dat de ver houding tusschen hem en zijn vader, als er geen alcohol was gebruikt, steeds zeer goed was. Het O. M., mr. baron van Lams- weérde, eischte wegens doodslag 4 jaar gevangenisstraf. De pensioenwetten voor Land en Zeemacht. De hoefijzer correspondent van het „Handelsblad" schrijft over de aan neming van de w(jzigingeu der pen sioenwet De Pensioenwetswijziging is aan genomen en de belanghebbenden moeten 't er nu dus maar mee doen. Trouwens, deze wijziging zal den lande wel iets meer dan een bagatel kosten: De Minister van Marine be cijferde de gekapitaliseerde waarde van de werking der twee ontwer pen (er is er een voor Marine en een voor Oorlog) op twee millioen en wij hebben dan ook vergeten, dat er, be halve het jaarlpsche accres voor Oorlog van f28000.-, ook nog een voor Marine zal wezen van f 12.000. Als men, met den Minister van Oorlog, rekent, dat de ontwerpen na 30 jaar hun volle effect zullen hebben, dan komt er dus, naast de ruim 8 ton voor Oorlog, nog ruim 3Vb ton voor Marine. Samen bijna 12 ton 'sjaars. Gelukkig komen we slechts zeer ge leidelijk tot die vermeerdering! Bovendien bleek uit eenige cijfer- vergelijkingen, die minister Ram- bonnet voorlas (hetgeen den Voor zitter zoo kregel maakte, dat hij het eindelijk vrij ongegeneerd deed blij ken), dat de gepensioneerden, althans bij de Marine, volstrekt niet achter staan bij burger-gepensioneerden, wanneer men maar in aanmerking neemt, dat hun pensioen zóóveel vroeger ingaat, dat zij, als regel, een burger-betrekking er bij kunnen krij gen. En ten aanzien van het rela tieve verschil tusschen officiers- en onderofficiers-pensioenen bij de Ma rine, deed de heer Rambonnet op merken, dat eerstgenoemden gemid deld tusschen de 33 en 35 jaren trouwen, laatstgenoemden reeds tus schen de 22 en 29 jaren, zoodat de getrouwde officieren gewoonlijk nog kinderen te hunnen laste hebben als zij gepensioneerd worden, de onder officieren daarentegen niet meer. De Minister droeg deze argumenten wat eentonig voor, waardoor zeniet de aandacht vonden die ze verdienden. Her waren belangrijke gegevens van vrij wat argumentieve kracht en het had behooren te zijn gewaardeerd, dat de Minister zooveel zorg aan zijn rede had besteed. Ten slotte kwam de Minister van Oorlog met een verklaring, die alle oppositie opeens deed inzakken en alle amendementen (op één na, dat zonder veel praatjes werd verworpen) deed intrekken. Hij beloofde name lijk, dat hij de door de heeren De Meester en Hugenholtz aanbevolen principieels wijziging van de Pensi oenwetten zou overwegen en het ad vies van den Pensioenraad er over zou vragen. Kwam het tot zulk een wyziging, dan zouden vanzelf de grondslagen der pensioenen en daar mee allicht ook eenigszins die pen sioenen zelve veranderen, maar de Minister waarschuwde uitdrukkelijk (ten antwoord aan den heer Duymaer van Twist), dat aan een opzettelijke nieuwe verhooging van de pensioenen daarbij niet moest worden gedacht. Daar de heer De Meester voorzitter is van den Pensioenraad en minister Bosboom reeds verklaarde voor de geopperde denkbeelden wat te voelen, heeft de gedane toezegging zeker wel eenige kans van slagen "Wanneer ten minste het mi nisterieels leven van den heer Bos boom lang genoeg duurt. Oost-lndië. Dyssenteria of vergiftiging Op het oogenblik (d. i. begin Fe bruari) wordt er te Soerabaja, zoo schrijft het „Soer. Nieuwsblad", een drama afgespeeld, dat wederom een blik werpt op het karakter van den inlander en de geheimzinnigheden van dit tropisch land. Eenige dagen geieden, na het gebruik van de rijst tafel, werden eenige onderofficieren van den torpedodienst ongesteld, zoo danig, dat z(j onmiddellijk in het stadsverband moesten worden opge nomen, waar door den dienstdoenden officier van gezondheid werd vast gesteld, dat zij aan dyssenterie lij dende waren. Den volgenden middag werden wederom eenige onderofficieren, die zich vóór de rijsttafel volkomen ge zond bevonden, na het eten daarvan ziekook werd bij hen .dyssenterie geconstateerd. Op het oogenblik lig gen niet minder dan twaalf onder officieren, allen van den torpedo- dienst, in het militairhospitaal; van hen overleed eergisteren één, gister middag volgde de tweede hem naar het graf, terwijl een derde thans op het uiterste ligt. Ook de overigen verkeeren in een zeer hachelijken toestand, bij allen doen zich dezelfde verschijnselen voor; opgeven van bloed en slijm. Een der lijders, die 28 Jan. gezond was, en er uitzag als een toonbeeld van kracht en ge zondheid, isthans niet meer dan een geraamte. Het spreekt van zelf, dat deze talrijke geheimzinnige ziektegevallen in de kringen van onderofficieren en ook van officieren heel wat aan leiding geven tot commentaar. Er zijn er, die onvoorwaardelijk geloof hechten aan de uitspraak van de officieren van gezondheid, en er niet aan twijfelen, of de mannen lijden aan dyssentrie; anderen weer mom pelen over een koperen ketel, waarin het eten is gekookt, en welke niet al te best in orde zou zijn. Doch het overgroots deel der onderoffi cieren gelooft niets van deze bewe ringen volgens -hen, en wij moeten erkennen dat zij volkomen in hun recht zijn, zijn alle onderofficieren vergiftigd, en naar vermoed wordt door de inlandsche bedienden van den torpedodienst. Het was bekend, dat er tusschen de onderofficieren en dezen een slechte verstandhouding bestond, en thans wordt ten sterkste vermoed, dat die bedienden zich op een dergelijke lafhartige manier heb ben willen wreken. Hoe het ook zij, zoo voegt de redactie ej aan toe, kunnen we den autoriteiten niet genoeg aanbevelen, hier een uiterst streng onderzoek te doen instellen; twaalf menschen- levens zijn hier met den dood, en welk een dood, bedreigd; eenigen daarvan zijn reeds vernietigd. Aan de uitspraak van den genees kundigen dienst behoeft men in dit geval -niet al te veel waarde te hechten; het is bekend genoeg, dat de doktoren, ondanks' al hun weten schap, nog niet in staat z(jn om de geheimen der Indische vergiften te doorgronden; reeds vele malen zijn hierbij enome vergissingen begaan Als het inderdaad blijkt, dat hier van een geweldigen, veelvoudigen moord moet worden gesproken, dan moet ook alles in het werk worden ge steld, om de daders op te sporen, hetgeen trouwens niet al te moeilijk kan zijn, .daar men slechts onder het Indisch personeel te zoeken heeft. HELDER. In dank ontvangen van 27 Februari tot 6 Maart: J. Mf 2.50 Comm. van inzam. 250.— Bez. fort Harssens (maand.) 8.50 Vereeniging „Turnlust" 16.96 4e c. 3e b. 20e r. Inf(2 wek.) 4.50 Hr. Ms. „Vidar" 1.60, Hr. Ms. „Atjeh" 0.30 Hr. Ms. „Kortenaer" 26.10 Hr. Ms. „Emma". 5.90 Gem.-ambtenaren (maand.) 39.195 E. T. (maand.) 1. v. M. 2.50 de M. 1.— S. v. V. 1.- 01.66 Burgeravondschool 4.60 Pers. mil. verpl.-inr. (mnd.) 11.65 Mind.geëmpl.R.W. (2 wek.) 15.35 N. N10,- De uitgaven van 27 Februari tot 6 Maart bedroegen f508.66. De Penningmeester, W. BIERSTEKER, Loodsgracht 21. Advertentiën. Den 21sten Maart a. s. hopen j 5 onze geliefde Broeder en Zuster, f PIETER JOZEPHUS VOOGD j en i: LOUISE PAULINE LINA ZWICK, 5 hunne 25-jarige Echtvereniging te S herdenken. Dat zij nog lang ge- 1 spaardmogenblijven,isdewensch j van hunne liefhebbende Broeders 1 en Zusters, Neven en Nichten. Uit aller naam, G. J. VOOGD. j[ Den Haag, van Ostadestraat 361, Getrouwd A. LANQEREIS en D. KATER, die, mede namens wederzijdsche fa milie, hartelijk dank betuigen voor de vele blijken van belangstelling, bij hun huwelijk ondervonden. Helder, 11 Maart 1915. Hiermede geven wij U kennis van de geboorte van onzen Zoon: JOHANNES A. AVÉ. A. AVÉ-SEEGERS. Helder, Middenstraat 17. Voor de vele blijken van belang stelling bij ons 50jarig huwelijk ondervonden, betuigen wij onzen hartelljken dank. P. VOS. T. VO Oudeschild, 11 Maart 1915. D.V. DINSDAGAVOND half acht Ds. H. HOOGENDOORN, van Zaandam. BIDUUR voor den Nood der Tijdon. Spreken, Lezen en Schrijven van Engelsch en Fransch is in korten tijd te leeren. Brieven onder "No. 568, aan het Bureau van dit blad. OAGELIJKSCH ONDERHOUD Iemand gevraagd in los-vasten dienst. Uurloon spoedig opklimmend tot 25 cent en ev. daarboven (gegaran deerd gemiddeld minimum per week.) Spoedige aan melding schriftelijk aan de Directie te Alkmaar gewenscbt. Gevraagd met 1 April een flinke Dienstbode. Adres: Mevr. OUDENDAL, Wie- ringerwaard. Mevrouw SCHUTTE Dijkstraat 11, vraagt terstond een net Dagmeisje. Aanmelden 's avonds na zes uur. WINKELJUFFROUW. Gevraagd een Winkeljuffrouw, in het magazijn „DE ZON", Ksnaalweg naast het Postkantoor. Schriftelijke aanbieding. Militair, garnizoen Den Helder, wenscht les te nemen in z.g.n. Snel schrift. Brieven fr. onder letter G. aan DUINKER'S Adv. Bureau, Spoor straat. ff 10.belooning. WONING te huur gevraagd. Huurprijs niet hooger dan f 2.75. Brieven franco onder No. 598, aan het Bureau van dit blad. Gevraagd door een Marine-maebi- nist en vrouw, een Zit-Slaapka- mer of een Zit- en slaapkamer. Brieven onder No. 602, Bureau van dit Blad. Ter overname aangeboden een goed onderhouden Kinderwagen één duwer. Adres: Van Hogendorpstraat 14. 'Wegens vergevorderden leeftijd ter overname aangeboden de Kruideniers zaak met Vergunning BASSINGRACHT 40. Ter overname aangeboden de van ouds zoo goed bekende ZAAK van J. WINTER, Zuidstraat 18, tegen billijke conditiën. Te koop 450 ZEEPALINGFUIKEN ook bij gedeelten, bü C. PORTEGLJS, Kolhorn (N.-H.) LEEHDERT BAARS, - Langestraat 65, beveelt zich beleefd aan tot opknappen en spillen van TU1HEH. Kanaalweg naast het Postkantoor Keizerstraat MJ Groote keuze in de nieuwste soorten I.Grunwald Japonstofïen Mousselines Fantasiekatoenen Aan de stukken in voorraad. .Helder HUISMEESTER an HUISMEESTERES. Sollicitanten, niet ouder dan 50 jaar, zonder kinderen ten hunne laste, naar de op 1 Mei a.s. vacant komende be trekking van Huismeester en Huis meesteres in het Oudenliodenhuis der Vereeniging „Liefdadigheid naar Ver mogen" te Den Helder, worden ver zocht hunne schriftelijke sollicitaties in te zenden aan ondergeteekende. Aan dezebetrekking is verbonden een voorloopig salaris van f150.— 'sjaars, benevens vrije voeding, in woning, vuur en licht. A. BOMMEL, Weststroat 51. - Voorzitter. UITSLUITEND MODERNE GENRES EN KLEUREN EN BEKENDE PRIMA KWALITEITEN. MOLENGRACHT. - BIERSTRAAT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 2