HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4440
DINSDAG 16 MAART 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37& 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke rogel meer 8 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2^ cent.
DE OORLOG.
De offlcleele legerberlchten van
12, 13 en 14 Maart.
Van het Westelijk front.
Het Fransche communiqué van
den 12en deelt mede dat in Cham-
pagne ten N.O. van Mesnil een heuvel
en verschillende loopgraven genomen
werden. Bij den Reiehsackerkopf
werd een strook van 200 M. gewonnen.
Het avondbericht van den ISen
meldt dat ten O. van Lombaertzijde,
100M. voor de loopgraven, een Duitsch
veldwerk veroverd werd.
Door de Engelschen werd het ge
hucht Epinette, 3 K.M. ten O. van
Armentières bezet. De Engelschen
winnen ook nog steeds terrein in
den sector van Neuve Chapelle. Twee
krachtige tegenaanvallen der Duit-
schers op het dorp werden afge
slagen. De Engelschen gingen daarop
opnieuw tot den aanval over en ver
overden een gedeelte der Duitsche
stelling by het gehucht Piètre Mill.
Hierbij werden 400 Duitschers, waar
onder 5 officieren gevangen gemaakt.
Ten Z. van Piètre veroverden zy ver
schillende groepen huizen. Zij namen
hierbij 1000 Duitschers gevangen en
veroverden verscheidene machine
geweren. Bij de vorderingen der
Engelschen heeft het Fransche zware
geschut bijzonder goede diensten be
wezen.
Het bericht van den 14en geeft
aan dat de Belgen aan den Yser
wederom vooruit zyn gegaan. Een
Duitsch steunpunt op het kerkhof te
Dixmuiden werd vernield. Duitsche
aanvallen werden afgeslagen bij Reims
en in Champagne. Bij een tegenaan
val werden een aantal loopgraven1
genomen. Een aanval op Four de
Paris werd eveneens gestuit.
Het Duitsche legerbericht van den
13en geeft toe dat bij Neuve Chapelle
de aanvallen om het dorp te her
overen gestaakt zijn omdat er een te
groote macht der Engelschen aan
wezig was. Aanvallen der Engelschen
in de streek van Yperen werden af
geslagen, evenals Fransche aanvallen
in Champagne. 'Twee Engelsche
vliegers werden neergeschoten.
Het bericht van den 14en meldt
dat de Duitsche stellingen ten N. van
Nieuwpoort van uit zee beschoten
werden. Verder'1' worden afgeslagen
vijandelijke aanvallen vermeld uit de
streek van Neuve Chapelle en Cham
pagne.
In de Vogezen is de strijd, welke
door de slechte weersgesteldheid
tijdelijk belemmerd werd, hervat.
Voorts worden de Fianschen nog
beschuldigd van het gebruik van
handgranaten welke na de ontploffing
de lucht moeten verpesten, en van
granaten welke bij het neerkomen
vlammen doen ontstaan.
Van het O o s t e 1 Ij k front.
Het Russische bericht van den
13den meldt eenige voordeelen. De
Duitschers hernamen het offensief
vanuit Simno en Augustowo welke
beide plaatsen zij nog bezet houden.
Artillerie-gevechten worden geleverd
in de streek van Orzyc en die van
Przasnycz.
Op den linkeroever van de Weich-
sel is geen verandering.
Tusschen Gorlice en de Lupkow-
pas werden een reeks krachtige tegen
aanvallen ondernomen. Vijandelijke
afdeelingen welke ten Z. van Gorlice
de Senkouwka overstaken werden
met de bajonet verdreven. 3 Oosten-
rljksche compagnieën welke omsin
geld werden, moesten zich in hun
geheel overgeven. In de streek
waar de Oostenrijkers hun hoofdaan
val deden bracht een flankaanval de
dorpen Loupkow en Smolnik en de
omliggende hoogten in handen dei-
Russen. 4000 man en 70 officieren
werden gevangen genomen. 2 zware
houwitsers, 2 stukken veldgeschut,
7 mitrailleurs en ambulances vielen
in handen der Russen.
Aanvallen in de streek van Koziouw-
ka werden afgeslagen.
In OoBt Galicie werden 3 eskadrons
Pruisische huzaren door Donsche
kozakken over de kling gejaagd. 10
officieren en 2B man welke er het
leven afbrachten werden gevangen
genomen.
Verder wordt nog medegedeeld,
dat de gevechten op den linkeroever
van de Njemen van partieelen aard
waren. Na de Duitschers te hebben
teruggeworpen uit de „het dichtst bij
het bosch van Augustowo gelegen
sectoren" concentreerden de Russen
zich bij Lipsk.
Een poging dor Duitschers om in
de streek van de Orzitsj een offensief
te beginnen bracht hen geen voordeel.
Het Duitsche legerbericht van den
lSden meldt dat de Russen uit de
buurt van Augustowo teruggetrokken
z\jn tot achter de Bobr en tot onder
de kanonnen van Grodno.
De mededeeling van den 14den
bevat niets anders dan de kennis
geving dat de toestand op het Ooste
lijk front onveranderd is.
Het Oostenrijksche legerbericht
van den 13den meldde het voortduren
der gevechten aan den weg Oisna-
Baligrod. De Russen werden na een
hardnekkig gevecht uit een gedeelte
van hun stelling geworpen. Zij ver
loren 1200 man en verscheidene
officieren aan gevangenen. Tegen
aanvallen werden afgeslagen.
Het Oostenrykache bericht van
den 14den meldt dat de toestand in
Polen en in West-Galicie niet ver
anderd is. Voorwaartsche bewegingen
aan de Nida en ten Z. van Gorlice
werden afgeslagen, evenals aanvallen
bij den Lupkow pas, in het Opordal
en bij Wyszkow. Ook ten Z. van den
Dnjestr hebben gevechten plaats
Van het Russisch-Turksch e
gevechtsterrein meldt een bericht
van den I2en uit St. Petersburg, dat
de Russen langs de kust vooruitruk
ken, na de Turken in Z.W. richting
te hebben teruggeworpen.
Een bericht van den 14en meldt
dat de Turken ten Z.W. van den
Tsoroch overal zijn teruggeslagen.
In de Alaskjert- valei werden de Koer
den teruggedreven.
Een bericht uit Konstantinopel
meldt dat de Russen welke een aan
val deden in de streek van Artwin,
teruggeslagen werden. Do voordien
door de Russen bezette stellingen
werden door de Turken genomen.
Overigens geen verandering.
Een mededeeling van den 12en uit
Konstantinopel meldt dat sedert de
drie vooraf gaande dagen geen aanval
op de Dardanellen werd gedaan. In
den nacht van 11 Maart naderden
eenige mijnen visschers onder dekking
van eenige torpedobooten en een
kruiser de versperringen. Door de
Turksehe batterijen werd echter de
kruiser beschadigd en werden twee
mijnvegers tot zinken gebracht. Ook
voor Smyrna is een mynveger ge
zonken. Er wordt nog gemeld dat
een Turksehe torpedoboot er Vrijdag-
nacht in slaagde tijdens een dikke
mist buiten de Dardanellen te komen
en een vijandelijk transportschip in
den grond te boren.
Vrijdag werden de Turksehe stel
lingen bij Kum Kaleh en Sedil Bahr
dóór twee kruisers zwak beschoten.
Donderdag werden de forten van
Smyrna weder hevig gebombardeerd.
Volgens een bericht van Turksehe
zijde, zonder resultaat.
De vrouwen, kinderen en onge
wapende mannen hebben de stad
verlaten.
Een oorlogscorrespondent van de
„Daily Telegraph," die op de Mitylene
vertoeft, heeft tijdens een tochtje met
een zeilboot een bezoek kunnen bren
gen aan het slagschip „Triumph", dat
aan den aanval op de Dardanellen
heeft deelgenomen en op de forten
niet minder dan 2000 granaten heeft
afgeschoten en zelf veertien maal is
getroffen, zonder echter belangrijke
schade op te loopen.
Den len Maart, bij een aanval op
het fort Dardanos, heeft de „Triumph",
die in samenwerking met de Albion
het fort beschoot, drie treffers gehad
van zesduims granaten, waarvan er
een door de pantsering van een ge-
schuttoren drong, waarin zich een
officier en 14 man bevonden. De gra
naat sprong voor hij de pantsering
geheel had doorboord en doodde slechts
een man'. Do officier, die voor het
kijkgat stond, werd overdekt met een
hagel van splinters, doch kwam er
met vleeschwonden af.
Een andere granaat drong dwars
door de kajuit van den kapitein, doch
kwetste niemand.
Duitsche krijgsgevangen.
Havre, 13 Maart. Hier zijn 2600
Duitschers, die door de Engelschen
krijgsgevangen zijn gemaakt, aange
komen op hun weg naar Engeland.
Tobolowo.
De bijzondere correspondent van de
Berliner Lokal-Anzeiger geeft in dat
blad na een bezoek aan Oost-Pruisen
een levendige beschrijving van den
weg des doods van het 10de Russi
sche leger.
„Tobolowo Heeft iemand vroeger
dien naam gehoord Zeker niet. Het
is een armzalig nest midden in het
bosch van Augustowo. Met zijnacht
huizen is het zelfs onder do triestige
Poolsche dorpen misschien hettries-
tigste. En toch is dat kleine dorpje
met zijn smerige houten stulpen en
domme, van de wereld afgezonderde
boeren een heelen dag lang het mid
delpunt geweest van groote gebeur
tenissen in de wereldgeschiedenis.
Op zijn velden is de 27ste Russische
divisie onder bevel van generaal Djon-
son, die den terugtocht van het 20ste
legercorps op weg naar de bescher
ming van de kanonnen van Grodno
dekken moest, vernietigd geworden.
Op haar terugtocht ontmoette de
27ste divisie, die aan het 20ste Rus
sische legercorps toegevoegd was, bij
het kruispunt der wegen van Makarce
de achterhoede van de Duitsche troe
pen die van Seine naar Augustowo
marcheerden. De Duitsche kolonne,
die in den rug werd aangevallen,
maakte rechtsomkeert en aanvaardde
den slag met de zeer veel sterkere
Russische troepen in de vlakten tus
schen Makarce, Malowiste en Serwy.
Twee dagen reeds streden beide par
tijen met doodsverachting. Gelukt het
den Russen hier, door de Duitsche
linie heen te breken, dan is het 20ste
legercorps met de 27ste divisie gered
en het gevaar dat het 20ste leger
corps in de pan gehakt zal worden,
terzijde gesteld. De Russen slaagden
er reeds in, voordeelen te behalen.
De toestand van de Duitsche troe
pen werd van uur tot uur hachelijker,
en het werd twijfelachtig, of het hun
gelukken zal, de voortdurend aan
stormende Russische kolonnnes die
met groote vermetelheid tegen de
Duitsche stellingen opdringen, af te
slaan. Toen kwam aan het einde van
den tweeden dag de verlossing. Langs
den weg van Soewalki rukte een
nieuwe Duitsche kolonne naar Tobo
lowo op en haalde de Russische achter
hoede in de bosschen dicht bij die
plaats in. Zoodoende kwamen de Rus
sen tusschen twee vuren. B|j Makarce
vochten zij met de kleine schare
Duitsche soldaten en konden dienten
gevolge niet door de linie komen, in
•hun rug stonden zij bloot aan het
vuur van de nieuwe troepen, die te
hulp waren geroepen, een vuur dat
te vernietigender was daar de heele
divisie in de betrekkelijk beperkte
ruimte tuschen Makarce en Tobolowo
te hoop was gedrongen. Als ik van
den top van den heuvel van Tobolowo
om mij heen kijk, zie ik heel de af
schuwelijkheid van de catastrophe,
die zich hier heeft afgespeeld. Op het
groote veld liggen de groepen van
lijken nog in het rond, lange kolonnes
munitie-wagens liggen midden in het
veld. Aan den rand van het bosch
tallooze voertuigen met over elkaar
gevallen lijken van de neergeschoten
paarden. De loopgraven, waaraan men
kan zien, dat zij in groote haast zijn
gegraven liggen vol geweren patronen
kleedingsstukken.
De geelachtige, leemachtige grond
is overal rood gekleurd. Hoe moet
het er hier twee dagen geleden uit
gezien hebben, toen men nog niet
met opruimen was begonnen? Er
hebben hier zoovele dooden gelegeD,
dat nu nog, verscheidene dagen na
de bloedige gevechten, niet allen be
graven konden worden
Op Zee.
Een Engelsche hulpkrulser
gezonken.
Londen, 13 Maart. De admiraliteit
deelt mede, dat de hulpkruiser
„Bayano" op een patroeljotocht is
verloren gegaan. Het wrak en lijken
zijn den llden Maart gevonden onder
omstandigheden, die er op wijzen,
dat de „Bayano" is getorpedeerd.
Acht officieren en achttien man zijn
geredde overigen waarschijnlijk om
gekomen.
Het stoomschip Castiereach" van
Belfast rapporteert, dat het, toen het
Donderdagmorgen om vier uur het
wrak en lijken passeerde, verhinderd
werd een nader onderzoek in te
stellen door een vy andelijken onder
zeeër, welke gedurende twintig mi
nuten jacht op het schip maakte.
De „Bayano" is een schip van
5948 ton. Het schip was in 1913
gebouwd.
Londen, 13 Maart. Het overschot
van de bemanning van de „Bayano",
dat op vlotten dreef, is gered door
het kolenschip „Balmerino", dat zich
van Belfast op weg naar Ayr be
vond. Donderdagmorgen om half
negen had men van de „Balmerino"
een .troepje mannen ontdekt, dat met
een aan een riem bevestigd hemd
seinen gaf. Zij bleken 24 in getal te
zijn, hadden niet meer dan hun hemd
aan en waren allen gekneusd en
bloedende, meer dood dan levend.
Twee hunner waren stervende.
De „Balmerino" had 18 man aan
boord genomen, toen een bewapend
koopvaardijschip verscheen, dat de
andere overlevenden opnam.
Deze vertelden, dat de hulpkruiser
om 5 uur in den morgen getorpedeerd
was. De ontploffing was geweldig en
sloeg de sloepen stuk. De „Bayano"
was in drie minuten gezonken. Het
gedeelte van de bemanning, dat niet
gedood was, lag in de duisternis
worstelende in het water of klampte
zich vast aan wrakstukken. De ge
redden hebben geen andere vlotten
met overlevenden gezien. De overige
bemanning is dus blijkbaar omge-
De vlotten, waarop de overleven
den zich bevonden, zyn zoo gemaakt,
dat z(j blijven drijven, als het schip
zinkt, terwijl zij van riemen voor
zien zijn.
Een van de geredden verhaalt, dat
hij hard naar een reddingsboei was
geloopen. De kapitein had hem op
den rug geklopt en gezegd: „Beste
kerel, red je". Hij had hem toen de
hand geschud, was de brug op ge
gaan en met het schip onder de gol
ven verdwenen.
Londen, 13 Maart. Naar de „Times"
uit Ayr verneemt, zonk de „Bayano"
Donderdagochtend om 5 uur in den
ingang van de Clyde-baai bij Corse-
wall Point in Wigtonshire. Vermoede-,
lijk is het het werk van een Duit
sche duikboot.
De „Bayano" had 200 man aan
boord. Voor zoover bekend is, zijn
die allen op een 30 na omgekomen.
Eenige drenkelingen zijn gered door
een anderen hulpkruiser, vermoedelijk
het schip dat met de „Bayano" voor
patroeljedienst in dezelfde buurt was
bestemd.
Deansch schip opgebracht.
Kopenhagen, 13 Maart. Naar het
bureau Ritzau meldt is de Deensche
stoomboot „Brussel" door een Duitsch
oorlogsschip opgebracht en naar
Swinemünde gesleept.
Zweedsch stoomschip
getorpedeerd.
Huil, 18 Maart. (Reuter.) Het Zweed-
sche stoomschip „Hanna", dat van de
Tyne was vertrokken, is vanochtend
buiten Scarborough getorpedeerd. Zes
opvarenden zijn verdronken, de andere
naar Huil gebracht.
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER.
Telef. Inte. 140.
ABONNEMENTSKLEEDING
voor Hoeren.
Zeer doelmatig.
Oe goederen blijven het eigendom van
den geabonneerde.
Ons tarief wordt U op aanvraag on-
middelijk toegezonden.
(De „Hanna" in 1885 gebouwd,
mat 1573 ton bruto, 932 ton netto
en behoorde aan de reederlj Henckel
en Swensson, te Helsingborg.
Londen, 14 Maart. De Sunday Times
meldt: Het stoomschip „Gyller" is
gisteren te Huil binnengeloopen met
de overlevenden van de bemanning
van het Zweedsche s.s, „Hanna", dat
op reis van de Tyne naar Las Pal-
mas, gisterochtend vroeg bij Scarbo
rough getorpedeerd is, aan boord.
Zes man zijn verdronkenveertien
werden gered, o. w. de kapitein en
de officieren. Tot de omgekomenen
behooren vier stokers, een boots
jongen en een hofmeestertwee man
nen zijn aan het hoofd gewond. De
tweede-stuurman deelde mede, dat
hij op de brug stond, toen het s.s.
vernield werd; en dat de duikboot
niet van tevoren gewaarschuwd had.
Hij zag geen duikboot, maar wel
de bellen-baan van de torpedo in het
water. Het schip bleef nog meer dan
een half uur, nadat het getroffen was,
drijvende. Men veronderstelt dat de
vermisten bij de-ontploffing gedood
zijn, daar het voorste gedeelte van
het dek inviel. Het schip was aan
beide einden met de nationale kleuren
beschilderd en op de romp was de
naam en de nationaliteit geschilderd
met letters, die van de verschansing
tot de waterlijn reikten.
De „Quedeloupe" In den grond
geboord.
New-Yo'rk, 13 Maart. Een telegram
uit Buenos Aires meldt, dat, het s.s.
„Churchill" te Pernambuco aankwam,
met de equpage en 143 passagiers
van het Fransche s.s. „Guadeloupe",
die ter hoogte van Fernando Noronha
door den Duitschen kruiser „Koon
prins Wilhelm" iïï den grond was
geboord.
(Het s.s. „Guadeloupe" mat 6600
reg. ton bruto, en was in 1906 ge
bouwd.)
Een Duitsche onderzeeër aan
het werk.
Londen, 14 Maart. De „Indian City"
is getorpedeerd door een Duitschen
onderzeeör. Het schip werd 13 Maart
's morgens om acht uur aangevallen
in het gezicht van St. Marijs, een der
Scilly-eilanden (ten zuidwesten van
Lands End). De onderzeeboot bleef
een uur in de nabijheid; een groote
menigte keek van de kust toe. De
onderzeeör belette de equigage niet
om in roeibooten in veiligheid te
komen. Twee patrouillebooten ver
lieten ijlings de haven en stoomden
naar de onderzeeboot, die op tien
mijlen afstand was. Zij openden het
vuur, waarop de onderzeeör onder
dook, om een korten tijd later
twee mijl meer westwaarts weer op
te duiken. De jacht werd voortgezet,
maar de vijand wist gemakkelijk de
patrouillebooten te ontloopen. Daarop
bemerkte de onderzeeboot de „Head-
land", welk schip spoedig was inge
haald. De onderzeeboot verdween
daarop in westelijke richting. Blijk
baar jachtnlakende op een derde
schip.
Schepen getorpedeerd.
Londen, 14 Maart. De „Headland",
„Andalusian", „Indian City" en
„Adeuwen" zijn volgens een mede
deeling van de admiraliteit getorpe
deerd door de U. 29. Men zegt, dat
de kapitein van dat vaartuig in Sep
tember de „Cressy", „Aboekir" en
„Hogue" heeft getorpedeerd.
De Eltel Frledrlch.
Washington, 13 Maart. De regeering
heeft besloten den tijd, voor herstel
van de Eitel Friedrich toegestaan,
geheim te houden.
Bernstorff, die met het departe
ment van staat het in den grond
boren van de William Frye heeft be
sproken, heeft de daad van de Eitel
Friedrich verdedigd en staande ge
houden dat de kruiser heeft gehandeld
in overeenstemming met de verklaring
van Londen.
Twee van de opvarenden der Frye
zijn door den kapitein van de Eitel
Friedrich niet vrijgelaten, op grond
dat zij Duitschers zijn en in de
termen vallen voor militairen dienst.
Uit Engeland.
Londen, 18 Maart. Er is een offlcieele
opgave verschenen, waaruit blijkt
dat sedert het begin van den oorlog
54 Engelsche koopvaarders door
vijandelijke kruisers in den grond
zijn geboord of genomen. Elf zijn
op mljneD geloopen en gezonken, 22
door duikbooten tot zinken gebracht.
In het geheel zfin 88 verloren ge
gaan.
In hetzelfde tijdperk zijn 40.745
koopvaarders boven 300 ton van alle
nationaliteiten Engelsche havens
binnengeloopen of er uitgevaren. Het
aantal was in de week 5-12Augustus
801 en is gestadig gestegen tot 1557
in de week van 3-10 Maart.
Sedert het begin van den oorlog
zijn 47 visschersvaartuigen verloren
gegaan.
Uit Duitsch Zuidwest-Afrika.
Garoeb, 11 Maart Britsche patroel-
jes zijn langs het oostelijke front
voor het aanbreken van den morgen
in aanraking gekomen met verschei
dene vijandelijke patroeljes. De Duit
schers vuurden van korten afstand
op een van onze afdeelingen een
salvo af. Onze manschappen voerden
de paarden op dat oogenblik bij den
teugel. Slechts een onderofficier werd
licht gewond. Er werd tusschen al
de patroeljes over en weer geschoten,
doch andere verliezen zijn niet ge
leden. Heden is bij Ausnek aan de
zijde van Garoeb een Duitsche trein
gezien blijkbaar vernielde men den
spoorweg.
Witte, t
St. Petersburg, 13 Maart Witte is
overleden.
Graaf Witte is in 1849 in Tiflis
geboren.
Ia 1908 werd hij voor de eerste
maal minister-president. De oorlog
met Japan kon zijn goedkeuring niet
wegdragen. Hij leidde de vredes
onderhandelingen met dat land.
Naar men weet moet Witte ook
een sterk tegenstander zijn geweest
van den huldigen oorlog.
BINNENLAND.
Credlet voor den kleinen
middenstand.
Zaterdagochtend te half twaalf Is
in de Rolzaal van het Gebouw der
Grafelijke Zalen in den Haag, in te
genwoordigheid van H. M. de Ko
ningin, een vergadering van verte
genwoordigers van credietlnstellingen
gehouden, uitgeschreven door een
commissie, bestaande uit de ministers
van Financien, van Oorlog en van
Landbouw, Nijverheid en Handel, de
presidenten van de Ned. Bank en van
de Ned. Handelmaatschappij en prof.
De Vooys als voorzitter van de com
missie van uitvoering Yan het Kon.
Nat. Steuncomité, en belegd met het
doel, de voldoening aan de crediet-
behoefte van den kleinen middenstand
als gevolg van de oorlogscrisis te
vergemakkelijken.
Ongeveer 150 credietinstellingen
waren uitgenoodigd aan deze verga
dering deel te nemen. Voorts waren
genoodigd de vertegenwoordigers van
verschillende Comité's, Raden enan;
dere instellingen, verband houdende
met het middenstandsbedrljf.
De byeenkomst werd door H. M.
de Koningin met een toespraak ge
opend. Met groote voldoening ont
waarde zij, dat zoovele vertegenwoor
digers van de uitgenoodigde instel
lingen aan den oproep gehoor hadden
gegeven. Dit versterkte het vertrou
wen in het welslagen van den arbeid,
welke ten doel heeft de bezwaren te
overwinnen, die de huidige gebeur
tenissen voor breede kringen in ons
vaderland na zich slepen. Na een
verdere uitweiding over het doel, be
tuigde H. M. haren dank aan minister
Treub voor het ontwerpen en zoo
spoedig in behandeling brengen van
het plan.
Hetwoord was daarop aan den
minister van Financien. Deze dankte
in de eerste plaats H. M. voor hare
aanwezigheid, waarby hy tevens op
merkte, dat de grondgedachte, welke
tot deze byeenkomst heeft geleid, van
Haar afkomstig was. Daarna gaf
de minister een meer zakelijke om-
schryving van het doel.
Hoofddoel is er voor te zorgen, dat
zy, die in normale omstandigheden
in een bescheiden zaakje hun brood
konden verdienen, tegen den tijd dat
de vrede in Europa zal terugkeer en,
door de economische verschuivingen,
welke alsdan te wachten zijn, en die
zich nu reeds voor taJ van kleine
bedrijven aankondigen, niet onder den
voet zullen geraken. Daartoe moet
bytyds het noodige worden voorbereid.
Wel is het natuurlijk mogelijk, dat
Nederland nog in den strijd betrokken
wordt, doch men kan niet wachten
met het nemen van voorbereidende
maatregelen tot het weer vrede is.
Dan zou men immers juist te laat
komen. In ieder geval heeft het thans-
reeds dit voordeel, dat zm die gebukt
gaan onder de onzekerheid wat er
na de mobilisatie van hen zal worden,
thans reeds weten, dat zy by de
moeilijkheden, die zich dan zullen
voordoen, op oordeelkundigen steun
zullen kunnen rekenen. Het zou
echter niet aangaan om de steun
organisaties ook nog te belasten met
het werk, in vele opzichten met de
taak der steun-comité'8 overeenko
mend, in andere opzichten daaren
tegen er wezeniyk van afwijkend.
Hier geldt het aan kleine bedry ven,
die door den oorlogstoestand in het
ongereede zyn geraakt, hulp te ver-
leenen by het zich weder-opwerken
tot de tevoren bereikte hoogte, en
kleine nlj veren, handelaars en boereD,
wier bedryf onder dien toestand ge
heel te gronde ging, in staat te stel
len van hun vakkennis en hun ervaring
als kleinondernemers gebruik te
maken en opnieuw een zaakje in den
bedryfstak, waarmede zy vertrouwd
zijn, op te zetten.
Het betreft bier natuuriyk zaakjes
welke niet zyn vernietigd, doch ver
zwakt. Hoe hard het ook moge
schijnen, hier moet wel degeiyk on
derscheid tusschen gemaakt worden.
Do zaken die zich niet staande heb
ben kunnen houden zyn onverbiddeiyk
van de hulp verstoken. De eigenaars
van dergelyke omvergeworpen zaken
zullen dan ook beter doen met hun
diensten aan te bieden als leider of
arbeider in economisch beter toege
ruste zaken.
De scheidingsiyn tusschen deze
twee gevallen zal niet altyd even
scherp te trekken zyn. Men zal vele
grensgevallen tegenkomen, waarin
het twyfelachtig is of zy door de
thans op te richten organisatie op
de been zullen worden gehouden, of
dat zij door de steun comité's gehol
pen moeten worden om de afwikke
ling van de zaak zonder broodeloos
heid voor de betrokkenen mogelyk
te maken.
Een groote moeiiykheid zal het
dikwyis zyn de juiste oorzaak te
vinden welke geleid heeft tot het
kwynen van een zaak. Velen zullen
te goeder trouw dit alles op rekening
van den oorlogstoestand schryven,
ook in gevallen waar dit niet zoo is.
Scherp zal de juiste oorzaak niet
vaak zyn aan te wyzen. Slechts in
een geval is dit mogeiyk, n.1. dan,
wanneer de achteruitgang in direct
verband staat met de mobilisatie.
De steun welke in de ervoor in
aanmerking komende gevallen ver
leend wordt bestaat niet in giften,
doch slechts in voorschotten van
welke rente en aflossing zullen moeten
worden betaald.
Voorden groothandel en de grootere
middenstandsbedryven is deze hulp
niet noodig. Deze kunnen tot het ver
klagen van crediet wel voldoende
zakelijke of persooniyke zekerheid
bieden. Voor den kleinen midden
stander, welke dit niet kan, beBtaat
echter geen organisatie welke in zijn
behoefte aan crediet zal kunnen voor
zien. Daarom is het noodig een
tljdeiyke band te scheppen tusschen
alle credietinstellingen welke zich
met het middenstandscrediet hetzy
ten behoeve van den landbouw, hetzy
ten behoeve van dea ambachtsman of
kleinhandelaar bezighouden en die
aan het beoogde doel willen mede
werken.
Van groot belang is de toezegging
van deelname door de Nederlandscbe
Bank. Zonder deze toch zou het niet
mogeiyk zyn de goede bedoelingen
in practische daden om te zetten.
Dat ook van den voorzitter van de
vereeniging voor den geldhandel de
uitnoodiging voor deze vergadering
uitgaat, geeft de zekerheid dat men
niet tevergeefs aankloppen zal wan
neer men de steun van deze ver
eeniging behoeft.
Ook de tusschenkomst van den
Staat kan niet worden gemist. Juist
omdat het hier gaat om credietver-
leening aan zaken welke niet vol
doende zekerheid kunnen geven. De
credietinstellingen zouden een te groot
risico dragen, wanneer niet de Staat
een gedeelte hiervan op zich nam.
Dit is echter zoodanig geregeld, dat
de credietinstellingen niet geheel op
houden belanghebbenden te zijn, zoo
wel bij een voorafgaand onderzoek
als by een goede contröle nadat het
crediet is verleend.
Deze deelname van den Staat ligt
op zyn weg. Voor den Staat bestaat
toch alle aanleiding om te zorgen
voor den wederopbloei van die zaken
welke door vervulling van dienstplicht
in het ongereede zijn geraakt.
Zoolang niet gedemobiliseerd is
wordt toch reeds met de belangen
van hen die opgeroepen zijn, reke
ning gehouden. Echter gaat het be
lang van het land boven alles. Dit
is nu eenmaal niet anders. Hieruit
volgt echter dat de Staat zich ook
niet kan onttrekken aan den plicht
mede te werken tot heling van de
wonden welke door de mobilisatie
geslagen werden.
In andere gevallen is die grond
voor de medewerking van den Staat
vervallen. Echter schiet de Staat zyn
taak niet voorby indien zy helpt om
te verhoeden dat tal van ny'vere
middenstanders ten gronde zouden
gaan, hetgeen een nationale ramp
zou zyn.
De hulp van den Staat bestaat
dus in de eerste plaats uit het dragen
van een gedeelte der risico. Er zal
gerekend moeten worden met de
mogeiykheid dat de verplichtingen
van rente en aflossing welke de
credietnemer op zich genomen heeft,
achteraf te zwaar voor hem blyken,
Hier is dan ook samenwerking met
de steun comité's geboden.
Hoever de Staat met zyn mede
werking in deze gaan moet, is moei-
ïyk te bepalen. De Min. stelde zich
voor, dat het ryk zich borg zou kun
nen stellen tot een gezamenlijk be
drag van by voorbeeld 5 millioen
gulden. Hoeveel verlies op die borg
tochten zal worden geleden en hoe
veel het rijk door het bijspringen by
de voldoening van rente en aflossing
zal hebben te betalen, is niet bij be
nadering te zeggen. Natuuriyk zal
het ver biyven beneden het bedrag
der credieten, waarvoor de Staat
medeaansprakelykheid heeft aan
vaard.
De heer Treub vestigde nog de
aandacht op een punt van het plan.
Onder de voorwaarden, welke gesteld
kunnen worden, is de verplichting
tot het voeren van een eenvoudige
en passende boekhouding. "Waar er
zoovele handelaars ïyden aan het
volslagen gemia van eenig overzicht
van hun zaak, zoodat zij vaak niet
weten of er verdiend of verloren
wordt, kan het stellen van deze
voorwaarde, mits er dan voldoende
toezicht gehouden wordt, reeds een
zegen voor den kleinen middenstand
zyn.
Daarna nam de heer Bosboom, de
Minister van Oorlog, het woord. Ook
deze betuigt zyn dank aan H.M., waar
zy zich wederom aan den spits heeft
willen stellen van een beweging welke
ten doel heeft van een gedeelte van
Haar volk de nadeelige gevolgen af
te wentelen, welke de huidige om
standigheden na zich slepen.
Thans staan reeds zeven maanden
de mannen, die plotseling uit hun
gezinnen en zaken weggeroepen wer
den, onder de wapenen. "Wel is ons
tot nog toe het deelnemen aan den
oorlog gespaard gebleven, maar daar
tegenover staat de onzekerheid, die
zich van velen had meester gemaakt.
Het spook van achteruitgang nam
steeds dreigender vorm aan. Vandaar
dat spreker het toejuichte, dat hen
thans de zekerheid wordt verschaft,
dat, als het oogenblik daar is, snel
en gemakkeiyk de middelen kunnen
worden verschaft om tot het stand
punt terug te keoren, hetwelk zy
voor de mobilisatie Innamen.
Behalve een nationaal belang, is
het echter ook uit een oogpunt van
's lands weerbaarheid een maatregel
van niet te onderschatten beteeken is.
De zekerheid, dat zy geholpen zullen
worden het hoofd boven water te
houden, zal er krachtig toe bydragen,
dat hen de berusting en opgewektheid
deelachtig wordt, welke noodig is tot
het vervullen van den plicht, hen
door de gemeenschap opgelegd.
De Minister zegt dank aan de ver
schillende instellingen, welke hun
steun toezegden, en spreekt tenslotte
de verwachting uit, dat hetonder.de
hooge bescherming van H.M. zal ge
lukken in eendrachtige samenwerking
dit vaderlandslievende werk tot een
goed einde te brengen.
Na de rede van den Minister van
Oorlog hield Minister Treub nog een
toespraak tot H. M. de Koningin,
waarby Haar het eere-voorzitterschap
werd aangeboden. H. M. aanvaardde
dit bewys van vertrouwen, en verliet
daarop de vergadering.
Hierna werden EOg eenige bespre
kingen gehouden over de samenwer
king der verschillende credietinstel
lingen, welke des namiddags nog
werden voortgezet.
De hoofdpunten van het plan voor
credietver leening zyn als volgt
Doel. Ter bevordering van de
samenwerking tusschen de verschil
lende instellingen, wordt voor den
tyd der oorlogscrisis een nationale
organisatie in het leven geroepen,
welke zich aansluit by do organisatie
van de steunbeweging.
De organisatie heeft ten doel, die
genen onder do klein6 ondernemers,
wier zaak verloopen of achteruitge
gaan is tengevolge van vervulling
van dienstplicht van het hoofd van
de zaak of van de dryvende kracht
in de zaak (men denke by v. aan wedu
wen, die een zaakje dry ven meteen
zoon of een broeder) of die duideiyk
kunnen aanwijzen, dat hun achteruit
gang op rekening komt van den oor
logstoestand, te helpen aan kleine
credieten voor het op het oude peil
terugbrengen van hun zaak of wel
voor het nieuw beginnen van een
andere kleine zaak.
Crediet wordt niet verleend, tenzij
op goede gronden is aan te nemen,
dat in verband met de persooDfljke
eigenschappen en relaties van den
credietbehoeftige en met de omstan
digheden, waaronder de zaak na het
einde van den oorlogstoestand zal
moeten worden gedreven, de zaak
voort te zetten of nieuw op te richten
zaak redeiyke kansen van levensvat
baarheid heeft.
Het dageiyksch beheer berust bij
de Commissie van Uitvooring bestaan
de uit 5 tot 7 leden.
Behandeling van aanvragen. De
credietbehoeftigen wenden zich tot
Ingezonden Mededeeling.
Die stekende pijn in den rug
komt van de nieren, welke onder het
smalle gedeelte van den rug zijn ge
legen. Doch rugpyn is slechts een der
verschynselen, andere zijn: water
zuchtige zwellingen, opgeblazen
oogen, gezwollen voeten, bezinksel
in de urine, pynlyke loozing, voort
durende aandrang, een onnatuurlijke
vermoeidheid, prikkelbaarheid, buiten
sporige dorst, rheumatische pijnen
in de armen, beenen of heupen, dui
zeligheid, hoofdpyn.
Niet elke patiönt heeft al deze ver
schynselen, doch iedere lijder heeft
er eenige, en de minste nieraan
doening is gevaarlyk, want nood
lottige ziekten ontstaan door het ver-
waarloozen van een nierkwaal.
Foster's Rugpyn Nieren Pillen re-,
gelen de goede werking der urine-
organen, zy leiden de nieren zachtjes
tot gezondheid terug en herstellen
haar kracht tot het flltreeren van het
bloed en het uitdry ven van het urine
zuur en de urinestof, welke de oor
zaak vormen van rheumatiek, jicht,
niersteen, nierontsteking, enz. Zij zyn
het beste bekende geneesmiddel tegen
blaasaandoeningen, en zy voeren het
overtollige water af bij waterzucht.
Te Den Helder verkrygbaar by de
Fa. De Bie Biersteker, Keizerstr. 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel f 1.75 voor één, of f 10.—
voor zes doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpyn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (44)