HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4440 DINSDAG 16 MAART 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37& 45 „0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke rogel meer 8 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2^ cent. DE OORLOG. De offlcleele legerberlchten van 12, 13 en 14 Maart. Van het Westelijk front. Het Fransche communiqué van den 12en deelt mede dat in Cham- pagne ten N.O. van Mesnil een heuvel en verschillende loopgraven genomen werden. Bij den Reiehsackerkopf werd een strook van 200 M. gewonnen. Het avondbericht van den ISen meldt dat ten O. van Lombaertzijde, 100M. voor de loopgraven, een Duitsch veldwerk veroverd werd. Door de Engelschen werd het ge hucht Epinette, 3 K.M. ten O. van Armentières bezet. De Engelschen winnen ook nog steeds terrein in den sector van Neuve Chapelle. Twee krachtige tegenaanvallen der Duit- schers op het dorp werden afge slagen. De Engelschen gingen daarop opnieuw tot den aanval over en ver overden een gedeelte der Duitsche stelling by het gehucht Piètre Mill. Hierbij werden 400 Duitschers, waar onder 5 officieren gevangen gemaakt. Ten Z. van Piètre veroverden zy ver schillende groepen huizen. Zij namen hierbij 1000 Duitschers gevangen en veroverden verscheidene machine geweren. Bij de vorderingen der Engelschen heeft het Fransche zware geschut bijzonder goede diensten be wezen. Het bericht van den 14en geeft aan dat de Belgen aan den Yser wederom vooruit zyn gegaan. Een Duitsch steunpunt op het kerkhof te Dixmuiden werd vernield. Duitsche aanvallen werden afgeslagen bij Reims en in Champagne. Bij een tegenaan val werden een aantal loopgraven1 genomen. Een aanval op Four de Paris werd eveneens gestuit. Het Duitsche legerbericht van den 13en geeft toe dat bij Neuve Chapelle de aanvallen om het dorp te her overen gestaakt zijn omdat er een te groote macht der Engelschen aan wezig was. Aanvallen der Engelschen in de streek van Yperen werden af geslagen, evenals Fransche aanvallen in Champagne. 'Twee Engelsche vliegers werden neergeschoten. Het bericht van den 14en meldt dat de Duitsche stellingen ten N. van Nieuwpoort van uit zee beschoten werden. Verder'1' worden afgeslagen vijandelijke aanvallen vermeld uit de streek van Neuve Chapelle en Cham pagne. In de Vogezen is de strijd, welke door de slechte weersgesteldheid tijdelijk belemmerd werd, hervat. Voorts worden de Fianschen nog beschuldigd van het gebruik van handgranaten welke na de ontploffing de lucht moeten verpesten, en van granaten welke bij het neerkomen vlammen doen ontstaan. Van het O o s t e 1 Ij k front. Het Russische bericht van den 13den meldt eenige voordeelen. De Duitschers hernamen het offensief vanuit Simno en Augustowo welke beide plaatsen zij nog bezet houden. Artillerie-gevechten worden geleverd in de streek van Orzyc en die van Przasnycz. Op den linkeroever van de Weich- sel is geen verandering. Tusschen Gorlice en de Lupkow- pas werden een reeks krachtige tegen aanvallen ondernomen. Vijandelijke afdeelingen welke ten Z. van Gorlice de Senkouwka overstaken werden met de bajonet verdreven. 3 Oosten- rljksche compagnieën welke omsin geld werden, moesten zich in hun geheel overgeven. In de streek waar de Oostenrijkers hun hoofdaan val deden bracht een flankaanval de dorpen Loupkow en Smolnik en de omliggende hoogten in handen dei- Russen. 4000 man en 70 officieren werden gevangen genomen. 2 zware houwitsers, 2 stukken veldgeschut, 7 mitrailleurs en ambulances vielen in handen der Russen. Aanvallen in de streek van Koziouw- ka werden afgeslagen. In OoBt Galicie werden 3 eskadrons Pruisische huzaren door Donsche kozakken over de kling gejaagd. 10 officieren en 2B man welke er het leven afbrachten werden gevangen genomen. Verder wordt nog medegedeeld, dat de gevechten op den linkeroever van de Njemen van partieelen aard waren. Na de Duitschers te hebben teruggeworpen uit de „het dichtst bij het bosch van Augustowo gelegen sectoren" concentreerden de Russen zich bij Lipsk. Een poging dor Duitschers om in de streek van de Orzitsj een offensief te beginnen bracht hen geen voordeel. Het Duitsche legerbericht van den lSden meldt dat de Russen uit de buurt van Augustowo teruggetrokken z\jn tot achter de Bobr en tot onder de kanonnen van Grodno. De mededeeling van den 14den bevat niets anders dan de kennis geving dat de toestand op het Ooste lijk front onveranderd is. Het Oostenrijksche legerbericht van den 13den meldde het voortduren der gevechten aan den weg Oisna- Baligrod. De Russen werden na een hardnekkig gevecht uit een gedeelte van hun stelling geworpen. Zij ver loren 1200 man en verscheidene officieren aan gevangenen. Tegen aanvallen werden afgeslagen. Het Oostenrykache bericht van den 14den meldt dat de toestand in Polen en in West-Galicie niet ver anderd is. Voorwaartsche bewegingen aan de Nida en ten Z. van Gorlice werden afgeslagen, evenals aanvallen bij den Lupkow pas, in het Opordal en bij Wyszkow. Ook ten Z. van den Dnjestr hebben gevechten plaats Van het Russisch-Turksch e gevechtsterrein meldt een bericht van den I2en uit St. Petersburg, dat de Russen langs de kust vooruitruk ken, na de Turken in Z.W. richting te hebben teruggeworpen. Een bericht van den 14en meldt dat de Turken ten Z.W. van den Tsoroch overal zijn teruggeslagen. In de Alaskjert- valei werden de Koer den teruggedreven. Een bericht uit Konstantinopel meldt dat de Russen welke een aan val deden in de streek van Artwin, teruggeslagen werden. Do voordien door de Russen bezette stellingen werden door de Turken genomen. Overigens geen verandering. Een mededeeling van den 12en uit Konstantinopel meldt dat sedert de drie vooraf gaande dagen geen aanval op de Dardanellen werd gedaan. In den nacht van 11 Maart naderden eenige mijnen visschers onder dekking van eenige torpedobooten en een kruiser de versperringen. Door de Turksehe batterijen werd echter de kruiser beschadigd en werden twee mijnvegers tot zinken gebracht. Ook voor Smyrna is een mynveger ge zonken. Er wordt nog gemeld dat een Turksehe torpedoboot er Vrijdag- nacht in slaagde tijdens een dikke mist buiten de Dardanellen te komen en een vijandelijk transportschip in den grond te boren. Vrijdag werden de Turksehe stel lingen bij Kum Kaleh en Sedil Bahr dóór twee kruisers zwak beschoten. Donderdag werden de forten van Smyrna weder hevig gebombardeerd. Volgens een bericht van Turksehe zijde, zonder resultaat. De vrouwen, kinderen en onge wapende mannen hebben de stad verlaten. Een oorlogscorrespondent van de „Daily Telegraph," die op de Mitylene vertoeft, heeft tijdens een tochtje met een zeilboot een bezoek kunnen bren gen aan het slagschip „Triumph", dat aan den aanval op de Dardanellen heeft deelgenomen en op de forten niet minder dan 2000 granaten heeft afgeschoten en zelf veertien maal is getroffen, zonder echter belangrijke schade op te loopen. Den len Maart, bij een aanval op het fort Dardanos, heeft de „Triumph", die in samenwerking met de Albion het fort beschoot, drie treffers gehad van zesduims granaten, waarvan er een door de pantsering van een ge- schuttoren drong, waarin zich een officier en 14 man bevonden. De gra naat sprong voor hij de pantsering geheel had doorboord en doodde slechts een man'. Do officier, die voor het kijkgat stond, werd overdekt met een hagel van splinters, doch kwam er met vleeschwonden af. Een andere granaat drong dwars door de kajuit van den kapitein, doch kwetste niemand. Duitsche krijgsgevangen. Havre, 13 Maart. Hier zijn 2600 Duitschers, die door de Engelschen krijgsgevangen zijn gemaakt, aange komen op hun weg naar Engeland. Tobolowo. De bijzondere correspondent van de Berliner Lokal-Anzeiger geeft in dat blad na een bezoek aan Oost-Pruisen een levendige beschrijving van den weg des doods van het 10de Russi sche leger. „Tobolowo Heeft iemand vroeger dien naam gehoord Zeker niet. Het is een armzalig nest midden in het bosch van Augustowo. Met zijnacht huizen is het zelfs onder do triestige Poolsche dorpen misschien hettries- tigste. En toch is dat kleine dorpje met zijn smerige houten stulpen en domme, van de wereld afgezonderde boeren een heelen dag lang het mid delpunt geweest van groote gebeur tenissen in de wereldgeschiedenis. Op zijn velden is de 27ste Russische divisie onder bevel van generaal Djon- son, die den terugtocht van het 20ste legercorps op weg naar de bescher ming van de kanonnen van Grodno dekken moest, vernietigd geworden. Op haar terugtocht ontmoette de 27ste divisie, die aan het 20ste Rus sische legercorps toegevoegd was, bij het kruispunt der wegen van Makarce de achterhoede van de Duitsche troe pen die van Seine naar Augustowo marcheerden. De Duitsche kolonne, die in den rug werd aangevallen, maakte rechtsomkeert en aanvaardde den slag met de zeer veel sterkere Russische troepen in de vlakten tus schen Makarce, Malowiste en Serwy. Twee dagen reeds streden beide par tijen met doodsverachting. Gelukt het den Russen hier, door de Duitsche linie heen te breken, dan is het 20ste legercorps met de 27ste divisie gered en het gevaar dat het 20ste leger corps in de pan gehakt zal worden, terzijde gesteld. De Russen slaagden er reeds in, voordeelen te behalen. De toestand van de Duitsche troe pen werd van uur tot uur hachelijker, en het werd twijfelachtig, of het hun gelukken zal, de voortdurend aan stormende Russische kolonnnes die met groote vermetelheid tegen de Duitsche stellingen opdringen, af te slaan. Toen kwam aan het einde van den tweeden dag de verlossing. Langs den weg van Soewalki rukte een nieuwe Duitsche kolonne naar Tobo lowo op en haalde de Russische achter hoede in de bosschen dicht bij die plaats in. Zoodoende kwamen de Rus sen tusschen twee vuren. B|j Makarce vochten zij met de kleine schare Duitsche soldaten en konden dienten gevolge niet door de linie komen, in •hun rug stonden zij bloot aan het vuur van de nieuwe troepen, die te hulp waren geroepen, een vuur dat te vernietigender was daar de heele divisie in de betrekkelijk beperkte ruimte tuschen Makarce en Tobolowo te hoop was gedrongen. Als ik van den top van den heuvel van Tobolowo om mij heen kijk, zie ik heel de af schuwelijkheid van de catastrophe, die zich hier heeft afgespeeld. Op het groote veld liggen de groepen van lijken nog in het rond, lange kolonnes munitie-wagens liggen midden in het veld. Aan den rand van het bosch tallooze voertuigen met over elkaar gevallen lijken van de neergeschoten paarden. De loopgraven, waaraan men kan zien, dat zij in groote haast zijn gegraven liggen vol geweren patronen kleedingsstukken. De geelachtige, leemachtige grond is overal rood gekleurd. Hoe moet het er hier twee dagen geleden uit gezien hebben, toen men nog niet met opruimen was begonnen? Er hebben hier zoovele dooden gelegeD, dat nu nog, verscheidene dagen na de bloedige gevechten, niet allen be graven konden worden Op Zee. Een Engelsche hulpkrulser gezonken. Londen, 13 Maart. De admiraliteit deelt mede, dat de hulpkruiser „Bayano" op een patroeljotocht is verloren gegaan. Het wrak en lijken zijn den llden Maart gevonden onder omstandigheden, die er op wijzen, dat de „Bayano" is getorpedeerd. Acht officieren en achttien man zijn geredde overigen waarschijnlijk om gekomen. Het stoomschip Castiereach" van Belfast rapporteert, dat het, toen het Donderdagmorgen om vier uur het wrak en lijken passeerde, verhinderd werd een nader onderzoek in te stellen door een vy andelijken onder zeeër, welke gedurende twintig mi nuten jacht op het schip maakte. De „Bayano" is een schip van 5948 ton. Het schip was in 1913 gebouwd. Londen, 13 Maart. Het overschot van de bemanning van de „Bayano", dat op vlotten dreef, is gered door het kolenschip „Balmerino", dat zich van Belfast op weg naar Ayr be vond. Donderdagmorgen om half negen had men van de „Balmerino" een .troepje mannen ontdekt, dat met een aan een riem bevestigd hemd seinen gaf. Zij bleken 24 in getal te zijn, hadden niet meer dan hun hemd aan en waren allen gekneusd en bloedende, meer dood dan levend. Twee hunner waren stervende. De „Balmerino" had 18 man aan boord genomen, toen een bewapend koopvaardijschip verscheen, dat de andere overlevenden opnam. Deze vertelden, dat de hulpkruiser om 5 uur in den morgen getorpedeerd was. De ontploffing was geweldig en sloeg de sloepen stuk. De „Bayano" was in drie minuten gezonken. Het gedeelte van de bemanning, dat niet gedood was, lag in de duisternis worstelende in het water of klampte zich vast aan wrakstukken. De ge redden hebben geen andere vlotten met overlevenden gezien. De overige bemanning is dus blijkbaar omge- De vlotten, waarop de overleven den zich bevonden, zyn zoo gemaakt, dat z(j blijven drijven, als het schip zinkt, terwijl zij van riemen voor zien zijn. Een van de geredden verhaalt, dat hij hard naar een reddingsboei was geloopen. De kapitein had hem op den rug geklopt en gezegd: „Beste kerel, red je". Hij had hem toen de hand geschud, was de brug op ge gaan en met het schip onder de gol ven verdwenen. Londen, 13 Maart. Naar de „Times" uit Ayr verneemt, zonk de „Bayano" Donderdagochtend om 5 uur in den ingang van de Clyde-baai bij Corse- wall Point in Wigtonshire. Vermoede-, lijk is het het werk van een Duit sche duikboot. De „Bayano" had 200 man aan boord. Voor zoover bekend is, zijn die allen op een 30 na omgekomen. Eenige drenkelingen zijn gered door een anderen hulpkruiser, vermoedelijk het schip dat met de „Bayano" voor patroeljedienst in dezelfde buurt was bestemd. Deansch schip opgebracht. Kopenhagen, 13 Maart. Naar het bureau Ritzau meldt is de Deensche stoomboot „Brussel" door een Duitsch oorlogsschip opgebracht en naar Swinemünde gesleept. Zweedsch stoomschip getorpedeerd. Huil, 18 Maart. (Reuter.) Het Zweed- sche stoomschip „Hanna", dat van de Tyne was vertrokken, is vanochtend buiten Scarborough getorpedeerd. Zes opvarenden zijn verdronken, de andere naar Huil gebracht. Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Telef. Inte. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hoeren. Zeer doelmatig. Oe goederen blijven het eigendom van den geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on- middelijk toegezonden. (De „Hanna" in 1885 gebouwd, mat 1573 ton bruto, 932 ton netto en behoorde aan de reederlj Henckel en Swensson, te Helsingborg. Londen, 14 Maart. De Sunday Times meldt: Het stoomschip „Gyller" is gisteren te Huil binnengeloopen met de overlevenden van de bemanning van het Zweedsche s.s, „Hanna", dat op reis van de Tyne naar Las Pal- mas, gisterochtend vroeg bij Scarbo rough getorpedeerd is, aan boord. Zes man zijn verdronkenveertien werden gered, o. w. de kapitein en de officieren. Tot de omgekomenen behooren vier stokers, een boots jongen en een hofmeestertwee man nen zijn aan het hoofd gewond. De tweede-stuurman deelde mede, dat hij op de brug stond, toen het s.s. vernield werd; en dat de duikboot niet van tevoren gewaarschuwd had. Hij zag geen duikboot, maar wel de bellen-baan van de torpedo in het water. Het schip bleef nog meer dan een half uur, nadat het getroffen was, drijvende. Men veronderstelt dat de vermisten bij de-ontploffing gedood zijn, daar het voorste gedeelte van het dek inviel. Het schip was aan beide einden met de nationale kleuren beschilderd en op de romp was de naam en de nationaliteit geschilderd met letters, die van de verschansing tot de waterlijn reikten. De „Quedeloupe" In den grond geboord. New-Yo'rk, 13 Maart. Een telegram uit Buenos Aires meldt, dat, het s.s. „Churchill" te Pernambuco aankwam, met de equpage en 143 passagiers van het Fransche s.s. „Guadeloupe", die ter hoogte van Fernando Noronha door den Duitschen kruiser „Koon prins Wilhelm" iïï den grond was geboord. (Het s.s. „Guadeloupe" mat 6600 reg. ton bruto, en was in 1906 ge bouwd.) Een Duitsche onderzeeër aan het werk. Londen, 14 Maart. De „Indian City" is getorpedeerd door een Duitschen onderzeeör. Het schip werd 13 Maart 's morgens om acht uur aangevallen in het gezicht van St. Marijs, een der Scilly-eilanden (ten zuidwesten van Lands End). De onderzeeboot bleef een uur in de nabijheid; een groote menigte keek van de kust toe. De onderzeeör belette de equigage niet om in roeibooten in veiligheid te komen. Twee patrouillebooten ver lieten ijlings de haven en stoomden naar de onderzeeboot, die op tien mijlen afstand was. Zij openden het vuur, waarop de onderzeeör onder dook, om een korten tijd later twee mijl meer westwaarts weer op te duiken. De jacht werd voortgezet, maar de vijand wist gemakkelijk de patrouillebooten te ontloopen. Daarop bemerkte de onderzeeboot de „Head- land", welk schip spoedig was inge haald. De onderzeeboot verdween daarop in westelijke richting. Blijk baar jachtnlakende op een derde schip. Schepen getorpedeerd. Londen, 14 Maart. De „Headland", „Andalusian", „Indian City" en „Adeuwen" zijn volgens een mede deeling van de admiraliteit getorpe deerd door de U. 29. Men zegt, dat de kapitein van dat vaartuig in Sep tember de „Cressy", „Aboekir" en „Hogue" heeft getorpedeerd. De Eltel Frledrlch. Washington, 13 Maart. De regeering heeft besloten den tijd, voor herstel van de Eitel Friedrich toegestaan, geheim te houden. Bernstorff, die met het departe ment van staat het in den grond boren van de William Frye heeft be sproken, heeft de daad van de Eitel Friedrich verdedigd en staande ge houden dat de kruiser heeft gehandeld in overeenstemming met de verklaring van Londen. Twee van de opvarenden der Frye zijn door den kapitein van de Eitel Friedrich niet vrijgelaten, op grond dat zij Duitschers zijn en in de termen vallen voor militairen dienst. Uit Engeland. Londen, 18 Maart. Er is een offlcieele opgave verschenen, waaruit blijkt dat sedert het begin van den oorlog 54 Engelsche koopvaarders door vijandelijke kruisers in den grond zijn geboord of genomen. Elf zijn op mljneD geloopen en gezonken, 22 door duikbooten tot zinken gebracht. In het geheel zfin 88 verloren ge gaan. In hetzelfde tijdperk zijn 40.745 koopvaarders boven 300 ton van alle nationaliteiten Engelsche havens binnengeloopen of er uitgevaren. Het aantal was in de week 5-12Augustus 801 en is gestadig gestegen tot 1557 in de week van 3-10 Maart. Sedert het begin van den oorlog zijn 47 visschersvaartuigen verloren gegaan. Uit Duitsch Zuidwest-Afrika. Garoeb, 11 Maart Britsche patroel- jes zijn langs het oostelijke front voor het aanbreken van den morgen in aanraking gekomen met verschei dene vijandelijke patroeljes. De Duit schers vuurden van korten afstand op een van onze afdeelingen een salvo af. Onze manschappen voerden de paarden op dat oogenblik bij den teugel. Slechts een onderofficier werd licht gewond. Er werd tusschen al de patroeljes over en weer geschoten, doch andere verliezen zijn niet ge leden. Heden is bij Ausnek aan de zijde van Garoeb een Duitsche trein gezien blijkbaar vernielde men den spoorweg. Witte, t St. Petersburg, 13 Maart Witte is overleden. Graaf Witte is in 1849 in Tiflis geboren. Ia 1908 werd hij voor de eerste maal minister-president. De oorlog met Japan kon zijn goedkeuring niet wegdragen. Hij leidde de vredes onderhandelingen met dat land. Naar men weet moet Witte ook een sterk tegenstander zijn geweest van den huldigen oorlog. BINNENLAND. Credlet voor den kleinen middenstand. Zaterdagochtend te half twaalf Is in de Rolzaal van het Gebouw der Grafelijke Zalen in den Haag, in te genwoordigheid van H. M. de Ko ningin, een vergadering van verte genwoordigers van credietlnstellingen gehouden, uitgeschreven door een commissie, bestaande uit de ministers van Financien, van Oorlog en van Landbouw, Nijverheid en Handel, de presidenten van de Ned. Bank en van de Ned. Handelmaatschappij en prof. De Vooys als voorzitter van de com missie van uitvoering Yan het Kon. Nat. Steuncomité, en belegd met het doel, de voldoening aan de crediet- behoefte van den kleinen middenstand als gevolg van de oorlogscrisis te vergemakkelijken. Ongeveer 150 credietinstellingen waren uitgenoodigd aan deze verga dering deel te nemen. Voorts waren genoodigd de vertegenwoordigers van verschillende Comité's, Raden enan; dere instellingen, verband houdende met het middenstandsbedrljf. De byeenkomst werd door H. M. de Koningin met een toespraak ge opend. Met groote voldoening ont waarde zij, dat zoovele vertegenwoor digers van de uitgenoodigde instel lingen aan den oproep gehoor hadden gegeven. Dit versterkte het vertrou wen in het welslagen van den arbeid, welke ten doel heeft de bezwaren te overwinnen, die de huidige gebeur tenissen voor breede kringen in ons vaderland na zich slepen. Na een verdere uitweiding over het doel, be tuigde H. M. haren dank aan minister Treub voor het ontwerpen en zoo spoedig in behandeling brengen van het plan. Hetwoord was daarop aan den minister van Financien. Deze dankte in de eerste plaats H. M. voor hare aanwezigheid, waarby hy tevens op merkte, dat de grondgedachte, welke tot deze byeenkomst heeft geleid, van Haar afkomstig was. Daarna gaf de minister een meer zakelijke om- schryving van het doel. Hoofddoel is er voor te zorgen, dat zy, die in normale omstandigheden in een bescheiden zaakje hun brood konden verdienen, tegen den tijd dat de vrede in Europa zal terugkeer en, door de economische verschuivingen, welke alsdan te wachten zijn, en die zich nu reeds voor taJ van kleine bedrijven aankondigen, niet onder den voet zullen geraken. Daartoe moet bytyds het noodige worden voorbereid. Wel is het natuurlijk mogelijk, dat Nederland nog in den strijd betrokken wordt, doch men kan niet wachten met het nemen van voorbereidende maatregelen tot het weer vrede is. Dan zou men immers juist te laat komen. In ieder geval heeft het thans- reeds dit voordeel, dat zm die gebukt gaan onder de onzekerheid wat er na de mobilisatie van hen zal worden, thans reeds weten, dat zy by de moeilijkheden, die zich dan zullen voordoen, op oordeelkundigen steun zullen kunnen rekenen. Het zou echter niet aangaan om de steun organisaties ook nog te belasten met het werk, in vele opzichten met de taak der steun-comité'8 overeenko mend, in andere opzichten daaren tegen er wezeniyk van afwijkend. Hier geldt het aan kleine bedry ven, die door den oorlogstoestand in het ongereede zyn geraakt, hulp te ver- leenen by het zich weder-opwerken tot de tevoren bereikte hoogte, en kleine nlj veren, handelaars en boereD, wier bedryf onder dien toestand ge heel te gronde ging, in staat te stel len van hun vakkennis en hun ervaring als kleinondernemers gebruik te maken en opnieuw een zaakje in den bedryfstak, waarmede zy vertrouwd zijn, op te zetten. Het betreft bier natuuriyk zaakjes welke niet zyn vernietigd, doch ver zwakt. Hoe hard het ook moge schijnen, hier moet wel degeiyk on derscheid tusschen gemaakt worden. Do zaken die zich niet staande heb ben kunnen houden zyn onverbiddeiyk van de hulp verstoken. De eigenaars van dergelyke omvergeworpen zaken zullen dan ook beter doen met hun diensten aan te bieden als leider of arbeider in economisch beter toege ruste zaken. De scheidingsiyn tusschen deze twee gevallen zal niet altyd even scherp te trekken zyn. Men zal vele grensgevallen tegenkomen, waarin het twyfelachtig is of zy door de thans op te richten organisatie op de been zullen worden gehouden, of dat zij door de steun comité's gehol pen moeten worden om de afwikke ling van de zaak zonder broodeloos heid voor de betrokkenen mogelyk te maken. Een groote moeiiykheid zal het dikwyis zyn de juiste oorzaak te vinden welke geleid heeft tot het kwynen van een zaak. Velen zullen te goeder trouw dit alles op rekening van den oorlogstoestand schryven, ook in gevallen waar dit niet zoo is. Scherp zal de juiste oorzaak niet vaak zyn aan te wyzen. Slechts in een geval is dit mogeiyk, n.1. dan, wanneer de achteruitgang in direct verband staat met de mobilisatie. De steun welke in de ervoor in aanmerking komende gevallen ver leend wordt bestaat niet in giften, doch slechts in voorschotten van welke rente en aflossing zullen moeten worden betaald. Voorden groothandel en de grootere middenstandsbedryven is deze hulp niet noodig. Deze kunnen tot het ver klagen van crediet wel voldoende zakelijke of persooniyke zekerheid bieden. Voor den kleinen midden stander, welke dit niet kan, beBtaat echter geen organisatie welke in zijn behoefte aan crediet zal kunnen voor zien. Daarom is het noodig een tljdeiyke band te scheppen tusschen alle credietinstellingen welke zich met het middenstandscrediet hetzy ten behoeve van den landbouw, hetzy ten behoeve van dea ambachtsman of kleinhandelaar bezighouden en die aan het beoogde doel willen mede werken. Van groot belang is de toezegging van deelname door de Nederlandscbe Bank. Zonder deze toch zou het niet mogeiyk zyn de goede bedoelingen in practische daden om te zetten. Dat ook van den voorzitter van de vereeniging voor den geldhandel de uitnoodiging voor deze vergadering uitgaat, geeft de zekerheid dat men niet tevergeefs aankloppen zal wan neer men de steun van deze ver eeniging behoeft. Ook de tusschenkomst van den Staat kan niet worden gemist. Juist omdat het hier gaat om credietver- leening aan zaken welke niet vol doende zekerheid kunnen geven. De credietinstellingen zouden een te groot risico dragen, wanneer niet de Staat een gedeelte hiervan op zich nam. Dit is echter zoodanig geregeld, dat de credietinstellingen niet geheel op houden belanghebbenden te zijn, zoo wel bij een voorafgaand onderzoek als by een goede contröle nadat het crediet is verleend. Deze deelname van den Staat ligt op zyn weg. Voor den Staat bestaat toch alle aanleiding om te zorgen voor den wederopbloei van die zaken welke door vervulling van dienstplicht in het ongereede zijn geraakt. Zoolang niet gedemobiliseerd is wordt toch reeds met de belangen van hen die opgeroepen zijn, reke ning gehouden. Echter gaat het be lang van het land boven alles. Dit is nu eenmaal niet anders. Hieruit volgt echter dat de Staat zich ook niet kan onttrekken aan den plicht mede te werken tot heling van de wonden welke door de mobilisatie geslagen werden. In andere gevallen is die grond voor de medewerking van den Staat vervallen. Echter schiet de Staat zyn taak niet voorby indien zy helpt om te verhoeden dat tal van ny'vere middenstanders ten gronde zouden gaan, hetgeen een nationale ramp zou zyn. De hulp van den Staat bestaat dus in de eerste plaats uit het dragen van een gedeelte der risico. Er zal gerekend moeten worden met de mogeiykheid dat de verplichtingen van rente en aflossing welke de credietnemer op zich genomen heeft, achteraf te zwaar voor hem blyken, Hier is dan ook samenwerking met de steun comité's geboden. Hoever de Staat met zyn mede werking in deze gaan moet, is moei- ïyk te bepalen. De Min. stelde zich voor, dat het ryk zich borg zou kun nen stellen tot een gezamenlijk be drag van by voorbeeld 5 millioen gulden. Hoeveel verlies op die borg tochten zal worden geleden en hoe veel het rijk door het bijspringen by de voldoening van rente en aflossing zal hebben te betalen, is niet bij be nadering te zeggen. Natuuriyk zal het ver biyven beneden het bedrag der credieten, waarvoor de Staat medeaansprakelykheid heeft aan vaard. De heer Treub vestigde nog de aandacht op een punt van het plan. Onder de voorwaarden, welke gesteld kunnen worden, is de verplichting tot het voeren van een eenvoudige en passende boekhouding. "Waar er zoovele handelaars ïyden aan het volslagen gemia van eenig overzicht van hun zaak, zoodat zij vaak niet weten of er verdiend of verloren wordt, kan het stellen van deze voorwaarde, mits er dan voldoende toezicht gehouden wordt, reeds een zegen voor den kleinen middenstand zyn. Daarna nam de heer Bosboom, de Minister van Oorlog, het woord. Ook deze betuigt zyn dank aan H.M., waar zy zich wederom aan den spits heeft willen stellen van een beweging welke ten doel heeft van een gedeelte van Haar volk de nadeelige gevolgen af te wentelen, welke de huidige om standigheden na zich slepen. Thans staan reeds zeven maanden de mannen, die plotseling uit hun gezinnen en zaken weggeroepen wer den, onder de wapenen. "Wel is ons tot nog toe het deelnemen aan den oorlog gespaard gebleven, maar daar tegenover staat de onzekerheid, die zich van velen had meester gemaakt. Het spook van achteruitgang nam steeds dreigender vorm aan. Vandaar dat spreker het toejuichte, dat hen thans de zekerheid wordt verschaft, dat, als het oogenblik daar is, snel en gemakkeiyk de middelen kunnen worden verschaft om tot het stand punt terug te keoren, hetwelk zy voor de mobilisatie Innamen. Behalve een nationaal belang, is het echter ook uit een oogpunt van 's lands weerbaarheid een maatregel van niet te onderschatten beteeken is. De zekerheid, dat zy geholpen zullen worden het hoofd boven water te houden, zal er krachtig toe bydragen, dat hen de berusting en opgewektheid deelachtig wordt, welke noodig is tot het vervullen van den plicht, hen door de gemeenschap opgelegd. De Minister zegt dank aan de ver schillende instellingen, welke hun steun toezegden, en spreekt tenslotte de verwachting uit, dat hetonder.de hooge bescherming van H.M. zal ge lukken in eendrachtige samenwerking dit vaderlandslievende werk tot een goed einde te brengen. Na de rede van den Minister van Oorlog hield Minister Treub nog een toespraak tot H. M. de Koningin, waarby Haar het eere-voorzitterschap werd aangeboden. H. M. aanvaardde dit bewys van vertrouwen, en verliet daarop de vergadering. Hierna werden EOg eenige bespre kingen gehouden over de samenwer king der verschillende credietinstel lingen, welke des namiddags nog werden voortgezet. De hoofdpunten van het plan voor credietver leening zyn als volgt Doel. Ter bevordering van de samenwerking tusschen de verschil lende instellingen, wordt voor den tyd der oorlogscrisis een nationale organisatie in het leven geroepen, welke zich aansluit by do organisatie van de steunbeweging. De organisatie heeft ten doel, die genen onder do klein6 ondernemers, wier zaak verloopen of achteruitge gaan is tengevolge van vervulling van dienstplicht van het hoofd van de zaak of van de dryvende kracht in de zaak (men denke by v. aan wedu wen, die een zaakje dry ven meteen zoon of een broeder) of die duideiyk kunnen aanwijzen, dat hun achteruit gang op rekening komt van den oor logstoestand, te helpen aan kleine credieten voor het op het oude peil terugbrengen van hun zaak of wel voor het nieuw beginnen van een andere kleine zaak. Crediet wordt niet verleend, tenzij op goede gronden is aan te nemen, dat in verband met de persooDfljke eigenschappen en relaties van den credietbehoeftige en met de omstan digheden, waaronder de zaak na het einde van den oorlogstoestand zal moeten worden gedreven, de zaak voort te zetten of nieuw op te richten zaak redeiyke kansen van levensvat baarheid heeft. Het dageiyksch beheer berust bij de Commissie van Uitvooring bestaan de uit 5 tot 7 leden. Behandeling van aanvragen. De credietbehoeftigen wenden zich tot Ingezonden Mededeeling. Die stekende pijn in den rug komt van de nieren, welke onder het smalle gedeelte van den rug zijn ge legen. Doch rugpyn is slechts een der verschynselen, andere zijn: water zuchtige zwellingen, opgeblazen oogen, gezwollen voeten, bezinksel in de urine, pynlyke loozing, voort durende aandrang, een onnatuurlijke vermoeidheid, prikkelbaarheid, buiten sporige dorst, rheumatische pijnen in de armen, beenen of heupen, dui zeligheid, hoofdpyn. Niet elke patiönt heeft al deze ver schynselen, doch iedere lijder heeft er eenige, en de minste nieraan doening is gevaarlyk, want nood lottige ziekten ontstaan door het ver- waarloozen van een nierkwaal. Foster's Rugpyn Nieren Pillen re-, gelen de goede werking der urine- organen, zy leiden de nieren zachtjes tot gezondheid terug en herstellen haar kracht tot het flltreeren van het bloed en het uitdry ven van het urine zuur en de urinestof, welke de oor zaak vormen van rheumatiek, jicht, niersteen, nierontsteking, enz. Zij zyn het beste bekende geneesmiddel tegen blaasaandoeningen, en zy voeren het overtollige water af bij waterzucht. Te Den Helder verkrygbaar by de Fa. De Bie Biersteker, Keizerstr. 93. Toezending geschiedt fr. na ontv. van postwissel f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpyn Nieren Pillen, wei gert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. (44)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1