HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4441 DONDERDAG 18 MAART 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 oL, franco per post 90 ot., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37£ 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Qroote letters en cilchó's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2J cent. Op pagina 4 van dit blad Is opgenomen 1. Tweede Kamer. 2. Feuilleton, enz. DE WEEK. 16 Maart. „Wij moeten vooruit!" was de leuze in de toespraak, waarmee de nieuwe burgervader der hoofdstad, de heer Tellegen, op Maandag 15 Maart zijn ambt aanvaardde. Wie de rede hoorden, waren 't hierover eens, dat kloeke, pittige energie uit deze taal sprak. Burgemeester Teilegen is niet een „decoratieve" figuur in den zin, waarin sommigen zich den edel achtbare, opvolger van de voormalige machtige burgemeesteren van Amster dam voor oogen stellen. Een der jour nalisten, die een „overzicht" schreef naar aanleiding van de installatie plechtigheid, drukte 't aldus uit, dat burgemeester Tellegen behoort tot de menschen, „die weinig hechten aan de uiterlijke dingen op deze aarde", 't Kan zijn, maar vergeten mag men vind ik toch niet, dat de burge- meesteren.uitonze „gouden eeuw"voor 't meerendeel, zoo niet allen, waren -mannen uit den koopmansstand, echte „busmess-men", wier hart aan hun „ne gotie", zooals 't toen heette, hing. Flin ke, doortastende, schrander-pientere kerels; maar: geen aristocraten van fijne vormen, geen hoofsche patriciërs, geen oer-deftige regenten. De naam van een Joost Buyck om tot zeer vroegen tijd terug te gaan weer spiegelt dat even-goed als de familie namen der Hooft's, Bicker's en Bac- ker's. Multatuli zei, dat ze „bakten en bikten", 't Waren eenvoudige burgerlieden, met helder verstand, gezond bloed en scherpen „kijk" op zaken èn menschen. De groote for tuinen, die zij, met hunne „negotie" van allerlei aard wisten te verdienen, maakten 't hun mogelijk hunne zonen naar .Italië en andere streken der aarde te zenden; hunne dochters, be halve dat die onder moeders deugde lijke leiding leerden wat 't zegt de wasch naar behooren te verzorgen en op de „booien" toezicht te houden, gingen aan muziek doen, opdat ze, wanneer 't zang-avondje was, het spinet of de harp konden bespelen, uit de liederboekjes konden, zingen amoureuse en andere koepletten. Gaandeweg kwam er fijnere bescha ving, ontluikte er weelde in de huizen van hen, wier afstammelingen zich patriciërs gevoelde, wier naneven in onze dagen behooren tot den adel, die uit de koopmansschap is voort gesproten, en die niets te maken heeft met den oorsprong van enkele oud-adellijke Hollandsche en Gelder- sche geslachten, welker stamvaders zich hun blazoen met zwaard en schild veroverden Ik vind, dat aan deze dingen wel eens mag herinnerd worden waar men burgemeester Tellegen, met zjjn kloeke leuze van „Wij moeten vooruit!" ietwat te „burgerlijk" vindt voor het hooge, burgemeesterlijke gestoelte van de hoofdstad. Ook zijn uiterlijkzijn wat-losse manieren zul len geloof ik treffelijk overeen komen met den „habitus", 't zich voordoen van die Amsterdamsche vroede-vaderen uit onze goud eeuw- Er zijn punten van overeenkomst trouwens tusschen dien tijd van geestkracht en „durf", nu drie eeuwen achter ons liggend, en onzen tijd Wanneer wJj lezen van het groote succès, den forschen opbloei van de „Nederlandsche Overzee Trust maatschappij, dan moet toch in ons opleven een gevoel van blijden trots over de rake, practische, uitnemende wijze, waarop men in Nederland in deze bange dagen de zaken weet aan te pakken. De Ned. Over zee-Trust heeft, na enkele maanden, reeds aan het kapitale heerenhuis in de Haagsche Parkstraat niet genoeg voor hare zich met 't uur uitbreiden de bezigheden. Het denkbeeld om den vrijen overtocht van voor Nederland bestemde goederen mogelijk te maken door den waarborg, dat alle aan de Trust geconsigneerde goederen in Patria zullen blijven, 't was niet slechts een prachtig-vruchtbaar idee, doch ook werd hier nu eens in volle waarheid te aanschouwen gegeven een geval, waarbij „in eene dringende behoefte wordt voorzien". Vaak is deze term, als ijdel en niets-zeggend woord, misbruikt. Nu dit geval aller minst I Nederland met zijn „niet op vrees of onverschilligheid gegronde onzijdigheid", zooals minister Loudon 't nog pas weer, in een vraaggesprek met een Franschen journalist heeft uitgedrukt heeft vertrouwen weten te wekken b{j de oorlogvoerenden. Treffend bewijs daarvan heeft men ook gezien in de verklaring, ge voegd bij de mededeeling betreffende de représaille-maatregelen, door de vijanden van Duitschland te nemen dat met de Nederlandsche handels belangen zal worden rekening ge houden. 'tls goed, dat nu en dan op de lichtpunten wordt gewezen, met nadruk. Want het gevaar, schuilend in de te groote luchthartigheid, in het onderschatten van de gevaren, ons nu nog steeds bedreigend, is even groot als de angstig-sidderendé, ontzenuwende, krachteloos-makende „zwartkijker^", waaraan sommigen laboreerenZeker, de staat van beleg en van oorlog moet door de Staten-Generaal nog worden besten digd. Wij zullen, naar aanleiding van dit ontwerp, weldra „'t noodige" op het Haagsche Binnenhof te hooren krijgen. Maar' men wake tegen alar- meerende berichten, die achteraf overdreven of ongegrond lijken. De tijding, dat Duitschland den kolen- uitvoer zou verbieden, zag er zeker ernstig genoeg uit. Maar de Neder landsche pers is er, in deze dagen, rap en vlug by om tijdingen te con- tróleeren. En zoo weten wij nu, dat er voor het onzijdige Nederland ook wat dit betreft geen reden tot onge rustheid bestaat. Duitschland stelt zijn-grenzen voor onze suiker open en zal ons kolen blijven toevoeren. Wij leven nog eens getuigd in eene periode van frisch-opbloeiende energie op menig gebied. De Leidsche „proffen" oefenen zich in de Katwijk- sche buurt, om „vaardig te zijn, als de ure des gevaars hen tot bescher ming van het vaderland roept"; zooals het plechtstatig geredigeerde bericht luidtWe leven in een tijd van verrassende uitvindingen, juist zooals in den driehonderd jaar achter ons liggenden „gouden tijd". Een Fries, Elzinga, te Oenkerk, ver klaart de groote kunst te kuDnen toepassen om tegen den wind in te zeilen Eene uitvinding, die blijkt ze werkelijk de waarde te hebben, die ervan verkondigd wordt natuurlijk van niet licht te over schatten beteekeDis zal zijn. Onze Koningin, die pas een blijk van schitterend initiatief heeft gegeven door Haar invloed te ge bruiken tot stichting van de (op 13 Maart in Den Haag geïnstalleerde) organisatie voor het krediet-verleenen aan den kleinen Middenstander, gaf onmiddellijk erna een beschamend voorbeeld aan de dames-sokkenbrei- sters, die ais „nuttig tijdverdrijf" voor de soldaten rikketikken, dezen arbeid te doen overdragen aan vrouwen uit gezinnen, waar de mobilisatie ellendige misère bracht Zulk voorbeeld van practisch-aan pakken tegenover sonimiger „mobili satie-spelletje", kan niet genoeg worden geprezen Waarom zouden wij ter afwisse ling van de jammerende weeklachten over de misère des tijds, niet eens toegeven aan den drang tot jubelen over het goede, schoone, tot blijdschap en dankbaarheid stemmende, óók in deze dagen te vinden Ons Parlement is bezig zfin zegel te hechten aan het schoone, milde instituut van de voorwaardelijke straf opschorting, hetwelk elders (zooals prof. Van Hamel herinnerde) tot misbruiken leidde, dat dat veilig aan de hoede van den Nederlandschen rechter, aan diens prudentie, -kan worden toevertrouwd. En na slechts zeer kort debat heeft ons Lagerhuis goedgekeurd de opheffing van het verbod van politieke vereeniging en vergadering in Oost-Indiè; met de schrapping van deze verbodsbepaling uit de oude, zeer-muffe Indische doos, een heerlijk blijk van vertrouwen gevend aan de inlandsche bevolking, "ie in deze tijden van haar loyauteit zoo-schitterend blijk gaf. En die zeer zeker, slaat de „ure gevaars" voor onze positie in Insulinde, hare erkentelijkheid in daden zal toonen. Dankbaarheid be hoort immers tot Kromo'a goede hoedanigheden. Dus ook uit practisch oogpunt heei'tde Vertegenwoordiging on de Senaat zal wel volgen! hier een wijs besluit genomen. Is 't waar, dat minister Lely zijn ontwerp tot aanleg van een verkeersweg voor snelvervoer door het Haagsche Bosch zal intrekken Het wetsvoorstel, dat niet van dezen bewindsman persoon lijk, maar van het Boschbeheer af komstig is? Volgens zeer-betrouw- bare inlichting, door mij ingewonnen, schynt 't nog zéér twijfelachtig, of deze vraag bevestigend kan worden beantwoord. Dat de Indische leèning der 62i millioen een schitterend suc ces zal worden, 't staat daaren tegen nu reeds vast als een paal boven water. n met deze blijde tyding besluit ik voor ditmaal. Ik liet nu „de zonne stralen" vrijen weg en sloot 't oog voor de min-verblijdende dingen, die er natuurlijk ook zijn. Op deze wijze niet door fuif- en potsenmakerij mag men zelfs in deze dagen vind ik voor een keer wel „mi- carême" vieren Mn. Antonio. DE OORLOG. De algemeene toestand. Het zal Vrijdag een maand geleden zijn, dat de Engelsche-Fransche vloot met haar actie tegen de Dardanellen- forten is begonnen. Nochtans is de forceering van de zeeëngte nog niet gelukt. Wel zijn tamelijk spoedig na het begin van dit krijgsbedrijf de (verouderde) forten aan den ingang van de zeestraat gevallen, maar de versterkingen aan de eigenlijke engte zijn intact. Die forten aan den ingang, al zijn ze verwoest, zijn trouwens niet in handen van de geaillieerden, want wel is er den 25sten Januari, naar toen werd'gemeld, een landings- afdeeling op de Aziatische kust ont scheept, die het fort Kum Kaleh heette te hebben bezet, maar later is van Engelsche zijde weer gemeld, dat de forten aan den ingang opnieuw werden gebombardeerd, om den Tur ken te verhinderen ze te herstellen. Ze zyn dus blijkbaar geen van beide in het bezit der bondgenooten ge- bitven. Men kan met reden veronderstellen, dat de actie ter forceering van de Dardanellen daarom vrijwel tot stil stand is gekomen, omdat de bondge nooten wachten op een landingsleger, zonder hetwelk de Dardanellen niet duurzaam kunnen worden geopend. Hierdoor wordt bevestigd, dat zij het krijgsbedrijf tegen de zeeëngten voor barig, immers voordat zij over vol doende middelen beschikten om het met succes te volvoeren, hebben aan gevangen, en wel met het doel om den wereldbrand te hunnen bate verdere uitbreiding te geven, om Italië en Griekenland in de eerste plaats, misschion ook de andere Balkanstaten, in den strijd te mengen. Griekenland b.v.. zou dan meteen een landingsleger kunnen verschaffen. Wat dit streven, zoowel in politiek als in krijgskundig opzicht op den duur zal uitwerken, valt niet te voor spellen. Wel echter kan men zeggen, dat een snel beslissend succes in beide opzichten is uitgebleven. Naar de correspondent te Athene heeft geschreven, wordt gemeld, dat Goenaris, de nieuwe minister-presi dent, de Kamer, waarvan de meer derheid Wenizelos-gezind is, voor dertig dagen naar huis zal sturen. Als het tijdstip aanbreekt, waarop hy zich volgens de grondwet aan het parlement moet vertoonen, zal hij de Kamer ontbinden, 't Duurt dan weer vijf-en-veertig dagen, voor de verkie zingen moeten plaats hebben, mis schien niet alleen in oud Griekenland, maar ook in de nieuwe provincies. Het volk moet dan beslissen, of 't met de nieuwe ministers genoegen neemt. Als Goenaris zulks weet door te zetten, zal het op zijn minst 100 dagen duren, voor er weer sprake van is, dat Griekenland mee gaat doen en een landingscorps ter beschik king kan stellen. Ook Italië heeft zich nog niet aan de zijde der entente geschaard, toont zich integendeel tot onderhandelin gen met Oostenrijk en Duitschland niet ongeneigd. Aan den anderen kant valt niet te loochenen, dat dit rijk, al doet het voorshands niets •positiefs tegen het drievoudig ver bond, zoolang het blijft weifelen, toch ten nadoele van de centrale mogend heden invloed op het krijgsbedrijf oefent. Immers, zoolang deze reke ning moeten blijven houden met de mogelijkheid dat Italië tegen hen partij kiest, hebben zij niet de vrye beschikking over de reserves, die zij zoo goed als de entente-.mogendhe- den zullen hebben gevormd, of bezig zyn te vormen. (N. Rott. Ct.) De offlcleele legerberlchten van 15 en 16 Maart Van het Westelijk front. Het Fransche avondcommuniqué van den 15en deelt mede, dat een aantal plaatselijke gevechten geleverd zijn, welke voor de Fransche wapenen een gunstig verloop hadden. De Duitsche stellingen bij Lombaert- zijde werden met goed gevolg be schoten. Er wordt ook in medegedeeld, dat de Engelscheh, welke ten Z. van Yperen eerst voor de Duitschors terug moesten trekken en daarbij de stelling bij St. Eloy verloren, weder om vooruitgegaan zijn en het dorp hernomen hebben. De gevechten duren echter nog voort. Op den heuvol van Notre Dame de Lorette werden drie linies loop graven door de Franschen veroverd. Hierbij maakten zij 100 Duitschers gevangen. Vorderingen werden gemaakt in de bosschen van Champagne, ten N.O. van Souain en ten N.W. van Pertbes. Twee Duitsche aanvallen ten N.O. van Le Mesuil werden Het Fransche bericht van den 16en meldt, dat de Engelschen be halve het dorp St. Eloy, thans ook de loopgraven ten Z.W. van dit dorp veroverd hebben, terwijl zij de Duit schers dwongen die aan de Z.O.zijde te ontruimen. Door de Belgen werd het eenige dagen tevoren veroverde terrein be vestigd. Verder wordt nog medege deeld, dat de Franschen de rest van de loopgraven, welke door de Duit schers in het bois de Prêtre veroverd waren, hernomen hebben. Een rapport van generaal Franch over het gevecht bij Neuve Chapelle meldt, dat de Engelschen Donderdag nacht het dorp Epinetto veroverden, Den volgendon dag werden nog 613 Duitschers gevangen genomen. Ook wordt door hem medegedeeld, dat de verliezen der Duitschers van 10-15 Maart op zyn minst 17 18000 man bedragen. Het Duitsche legerbericht van den 16en zegt, dat de stelling der Engel schen op de hoogte bij St. Eloy in Duitsche bandeu is. Dit is dus in strijd met het Fransche bericht. Verder werden aan de Franschen ten N. van Beau Séjour verschillende loopgraven ontnomen. Fransche aan vallen in Champage werden afge slagen. Bij de Lorette-hoogte, in de Argonne en in de Vogezen duren verschillende gevechten nog voort. Op het O o s t e 1 ij k front zijn naar het schijnt binnenkort weer groote gevechten te wachten. In de streek ten N. van den Weichsel trekken de Duitschers een groote troepenmacht samen, waarschijnlijk om de stad Prasnycz te heroveren en op Warschau aan te rukken. Van Russische zijde worden echter de maatregelen geno men om dit te beletten. Op het ge- heele front hebben reeds schermut selingen plaats. Een groote slag schijnt onvermijdelijk. De Russische berichten van den 16en Maart melden dat de Duitschers bij de vesting Ossowiec hun geschut meer naar voren brachten, daar het bombardement op groote afstand geen voldoende uitwerking had. Een poging der Duitschers om met twee com pagnieën de Bobr by Ossowiec over te trekken werd verijdeld. Op het front bij Przasnycz onder houden de Duitschers een hevig artillerie- vuur. De Russische infanterie oefent echter grooten druk op de Duitsche stellingen .uit, speciaal in het dal van de Orzyc. Men veronderstelt dat de Duit schers aan de Bzura-linie hunne artillerie versterken. Een later bericht meldt dat vijan delijke afdeelingen ten N. W. van Grodno verdreven werden, en dat het offensief langs de oevers van de Orzyc wordt voortgezet. Na zeer hevige gevechten veroverden de Rus sen twee dorpen. Hierbij maakten zij een stuk zwaar geschut, drie lichte stukken en zeven mitrailleurs buit, terwijl 500 Duitschers gevangen genomen werden. In de streek van deJPillica werd een aanval der Duitschers afgeslagen. Het Duitsche bericht van den 16en meldt dat aan beide oevers van de Orzyc de Russische aanvallen werden afgeslagen. Evenzoo was dit het geval ten N.W. van Przasnycz. Bijzonder verbitterd was de strijd om het dorp Jednororzek, hetwelk volgens het bericht uit Peteraburg door de Russen bezet werd. De Duitschers melden dat zij tijdens deze gevechten 2000 Russen gevan gen namen. Het Oostenrljksche be richt over het gevechtsterrein in Polen deelt mede dat aanvallen der Russen tegen de stellingen ten Z.O. van Petrikow, afgeslagenwerden. Eveneens was dit het geval met door de Russen ondernomen aanvallen in de streek van Gorlice, Op het gevechtsterrein in G a 1 i c I en op het uitgestrekte front in de Karpathen is door de slechte weersgesteldheid een periode van betrekkelijke rust ingetreden. Na de hevige gevechten die op dezen uiter sten zuidelijke vleugel plaats hadden, en waarbij de Oostenrijkers blijkbaar een stuk terug moesten trekken, werden slechts plaatselijke gevechten geleverd. De -Russische berichten van 16en deelen mede dat het offensief groote moeilijkheden ondervindt door de dikke sneeuwlaag welke het land bedekt. Niettegenstaande deze beletselen zetten de Russischen troepen in de streek van Smolnik hun offensief voort. Daar veroverden zij de uiterste stellingen der Oostenrijkers, waarbij 2400 man, o.w. 36 officieren, gevangen, genomen' werden en 17 machine geweren in handen der Russen vielen. In de streek van Zawadka en Rozanka duren de gevechten nog voort, evenals in Oost-Galicie waar de gevechten zich ontwikkelen ten O. van den spoorweg Stanislau- Bij Tarnowicz en Polno werden de Oostenrljksche stellingen vermees- terd. 2000 man met 20 officieren en 7 mitrailleurs vielen in handen der Russen. Przomysl wordt door de zware artillerie gebombardeerd. Aan do N.-zijde van de stad werd op een geweerschotsafstand van de forten een hoogte door de Russen bezet.- Een Oostenrijksch bericht van den 16en meldt dat de Oostenrijkers aan de boven San terrein wonnen. De gevechten duren daar nog voort. Ten W. van den Uszok-pas ontrukten de Duitschers den Russen een belangrijke stelling. Het offlcieele bericht meldt dat tijdens de gevechten van den 14en in den Uszok-pas de Russen zeer zwaro verliezen leden. Twee batal jons werden geheel vernietigd. Elf officieren en 650 man werden ge vangen genomen, terwijl 3 machine geweren buitgemaakt werden. N.W. van Wyskow werd een heu vel genomen welke ondanks de her haalde tegenaanvallen der Russen be houden werd. De Russen verloren hier 380 man aan gevangenen en 3 mitrailleurs. Ten Z. van den Djnestr duurt de slag voort. De door sterke Russische strijdkrachten gedane poging om de linie in de richting van Kolomea te doorbreken werd na verbitterde ge vechten, welke verschillende dagen duurden, verijdeld. Na het ontvangen van nieuwe ver sterkingen werd door de Russen nog weer een aanval gedaan, doch deze werd eveneens onder zware verliezen afgeslagen. Yan het Russisch-Turksche gevechtsterrein wordt uit Petersburg medegedeeld dat de Turken, nadat zij eenige belangrijke stellingen ten Z. van den Tsjoroch verloren hadden, thans ook de overige stellingen ont ruimd hebben. Zy worden door de Russische troepen teruggedrongen. Volgens een bericht aan den Lokal- Anz. is het den Turken gelukt nieuw geschut van groot kaliber op te stel len by Kum-Kaleh. Deze batterijen hebben het geschut der oorlogsschepen met kracht beantwoord. Twee Engel sche oorlogsbodems zijn naar Malta gesleept. Een daarvan was door twintig projectielen getroffen. Een bericht uit Konstantinopel meldt dat de vloot geen nieuwe aan vallen gedaan beeft. Een poging om de mijnenvelden te naderen en deze uit den weg te ruimen werd opnieuw verijdeld. Van het Westelijk gevechtsterrein. Berlijn, 17 Maart. Offlcieele mede deeling uit het groote hoofdkwartier In den strijd om den heuvelrug bij de zuidelijke helling van de Lorette- hoogte ten N.W. van Atrecht is de beslissing in ons voordeel uitgevallen. In Champagne ten W. van Perthes en ten N. van Le Mesnil hebben de Franschen gisteren herhaalde malen vruchteloos, eön aanval gedaan. 's Avonds begonnen zij ten N. van Le Mesnil nieuwe aanvallen met ster kere troepen. De strijd is nog aan den gang. De gevechten in de Argonnen zijn nog niet geëindigd. De Franschen, die zich op de hellingen ten Z. van Yaquois, ten O. van de Argonnen, tijdelijk genesteld hadden, zijn daar vandaan weer naar beneden gewor- in. Twee aanvallen van de Franschen in het Bois de Prfitre ten N.W. van Pont-k-Mousson mislukten. In de Vogezen zijn alleen artille rie gevechten geleverd. Parijs, 16 Maart. Officieel bericht van vanavond: De aanval, Maandag door den vijand ondernomen om de loopgraven op de Lorette-hoogte te heroveren, zijn afgeslagen. In de streek, van Perthes hebben wij een mijn laten springen en de in den grond geslagen kuil na een hevig gevecht bezet. Ten noorden van Beau Séjour zijn wij vooruitgekomen. De tegenaanvallen, door de Duit schers Maandagnacht gedaan tusschen Four de Paris en Bolante bij Vauquois in het Bois le Prêtre zijn afgeslagen. Van het Oostelijke gevechts terrein. Berlijn, 17 Maart. Offlcieele mede deeling uit het groote hoofdkwartier Zwakke voorwaartsche bewegingen van de Russen bij Tauroggen en Laug- zargen(deze plaats ligt in Oost-Pr uisen). zijn afgeslagen. Tusschen de Skrwa eu Oreyz zijn pogingen van de Russen om door te breken verijdeld. Ten Z. van den Weichsel is de toe stand onveranderd. Op Zee. Het vergaan van de „Bayano". Het meerendeel van de overleven den van de „Bayano". den Engel schen- hulpkruiser, die Donderdag is getorpedeerd vóói de kust van Wig- town, hetgeen aan 200 mannen het leven kostte, is naar Portsmouth vertrokken. Onderweg, van de ka zerne te Ayr naar het station, wer den zij hartelijk door het publiek toe gejuicht. Het was een vreemd alle gaartje men had hem in alle mogelijke kleedij gestoken, die voor het grijpen lag. Omtrent het torpedeeren vertelden zij het volgende: De ochtend was kalm, doch zeer donker en zij werden door niets op het naderend gevaar attent gemaakt, tot er plotseling een ontzettende ont ploffing plaats had, die het schip heftig heen en weer wierp. Onmiddelljk werden de reddingbooten losgemaakt, maar vóórdat deze konden worden neergelaten, zonk do „Bayano", bin nen 4 minuten na het oogenblik van de ontploffing. Er was geen paniek aan boord. Alle mannen bleven op hun post staan, tot kapitein Carr hun bevel gaf, het lijf te bergen. Alle overlevenden spraken met de grootste bewondering over het gedrag van kapitein Carr. Volgens een der vertellers, dacht hij heel niet aan zichzelf, -maar alleen aan zijn man nen. Toen het schip zonk, stond hij nog steeds op de brug. Voor de meesten was er niet veel kans om zich te redden. Een der mannen raakte in de knel en werd met het schip omlaag gezogen, 't Kwam hem voor als een oneindige tijd. Eindelijk kwam hij weer aan de oppervlakte en klemde zich vast aan een omgeslagen boot. En dat deden ook tal van anderen. Vier uren lang klemden zich mannen vast aan de stukken wrakhout en omgeslagen booten. Toen de „Bayano" zonk, zaten de marconisten nog aan het toestel het 8. O. 8. signaal te seinen. De „Dresden". New-York, 17 Maart. De Britsche kruiser „Orama" viel de haven van Valparaiso binnen met de overleven- van de bemanning van de „Dresden" aan boord, van wie eenigen gewond zijn. Negentien man van de „Des den" worden vermist. De matrozen deelen mede, dat drie man zijn gesneuveld. De commandant en 330 ongedeerd gebleven officieren en manschappen bevinden zich op het oogenblik op Juan Fernandez. De onderzeeërs aan het werk. De „Times" meld, dat de kapiteins, officieren en bemanningen, totaal 95 koppen, van de drie stoombooten die Vrijdag ter hoogte van Scilly eilanden door een Duitschen onderzeeër wer den aangevallen, Zaterdagmiddag te Peuzance aan wal zijn gebracht. Niemand was omgekomen. De drie stoombooten waren de „lndian City" van Cardiff, van Gal- veston naar Havre met een lading katoen; de „Headlands", van Li ver- pooi, met een lading fruit van de Middelandsche Zee naar Briatol en de „Andalusian" van de Ellerman Line met een gemengde lading van Italiaansche havens. Kapitein Williams van de „lndian City" deelde mede, dat hij zich Vrijdagmorgen half acht op negen mijlen ten zuiden van St. Mary, Scilly-eilanden, bevond, toen achter zijn schip op 800 meter afstand de onderzeeër werd opgemerkt. De onderzeeër de „U 29", haalde 'de „lndian City" in en de commandant gaf in zuiver Engelsch kapitein Wil liams last zyn vlag te hyachen. Kapitein Williams gehoorzaamde. De onderzeeër toonde daarop de Duitsche vlag en verklaarde dat het stoom schip in den grond zou worden ge boord en dat de bemanning zich in de booten moest begeven. Zoodra de booten weggeroeid waren werd het schip getorpedeerd. De commandant van den onder zeeër noodigde kapitein Williams aan boord, haalde sigaren en wijn voor den dag en praatte met de Engelsche zeelieden, terwijl de onderzeeër do reddingbooten op sleeptouw had. De „lndian City" werd in het gezicht van St. Mary getorpedeerd. De onder zeeër bleef ongeveer een uur in de buurt en was het voorwerp van groote belangstelling van de eilandbewoners, die toekeken wat er nu verder zou gebeuren toen de bemanning van de stoomboot en de reddingbooten naar de kust roeiden. Zoodra de aanval bekend was geworden kozen twee ter reede liggende patrouillevaartuigen zee, zij voeren in de richting van den onderzeeër en openden het vuur. De onderzeeër was toen ongeveer 10 mijlen van de kust en een groote menigte was ooggetuige van dat kleine gevecht. Toen de patrouille vaartuigen nader kwamen, dook de onderzeeër plotseling onder, maar enkele minuten later verscheen ze twee mylen verder westelijk weder aan de oppervlakte. De patrouille vaartuigen stopten om de bemanning van de „lndian City" óp te nemen en vervolgden daarop weer den onder zeeër, die echter gemakkelijk wist te ontkomen. De „U 29" had den dag te voren de Fransche stoomboot „Auguste Conseil" van de Sociëté des Affró teurs Róunis in den grond geboord. De bemanning werd gered door de Deensche stoomboot „Eicellence Ples- ke" van Kopenhagen en te Falmouth aan land gebracht. De „Auguste Con seil was een schip van 2952 ton, te Bordeaux thuisbehoorend. Een Duitsche opgave omtrent de Engelsche verliezen. Berlijn, 16 Maart. Tegenover de door de Èng6lsche admiraliteit op 18 Maart uitgegeven offlcieele statistiek volgens welke bet totale verlies van de Engelsche koopvaardijvloot sedert den aanvang van den oorlog 87 sche pen zou omvatten, vernemen de bladen van wel ingelichte zijde, dat deze opgaven onvolledig zijn. De feite lijke verliezen van de Engelsche han delsvloot zijn veel grooter, het aantal der in den oorlog verloren schepen bedraagt 124, waarbij dan nog komen de verloren gegane trawlers, welker aantal in de Engelsche statistiek op 47 wordt gesteld. Het totale verlies zou dus 171 schepen bedragen. De „Hanna." Uit Stokholm wordt aan het Ber- liner Tageblatt geseind dat de kapi tein van het Zweedsche stoomschip „August Leffler," dat het kolenschip „Hanna," hetwelk getorpedeerd zou zijn, begeleide en de bemanning voor het meerendeel redde, heeft verklaard, dat Wj noch een duikboot noch een torpedo heeft gezien, hoewel het weer helder was. Het schip was volgens hem blijkbaar op een mijn geloopen. De recderij van het stoomschip „Hanna" te Helsingborg verklaarde dat de kapitein zich zou hebben te verantwoorden, omdat hij tegen de instructies in had gevaren langs de Noordkust van Schotland. De bladen te Stockholm wachten nadere mede deelingen over den ondergang 'van het schip af. De blokkade van Duitschland. Binnen enkele dagen, zoo wordt uit Kopenhagen gemeld, zal de blok kade voor de Duitsche havens worden afgekondigd, zoodra president Poin- caré ook de daarop betrekking heb bende verklaring zal hebben geteokend. Dan zal geen schip, onverschillig van welke nationaliteit het is, of welke lading het bevat, meer in staat zyn Duitsche havens te bereiken of van daar te vertrekken. Indien de blokkade tenminste effec tief is. Prof. De Louter zegt in zijn werk „Het stellig Volkenrecht", dat de afsluiting geschiedt door een boog van oorlogsschepen te spannen, om den toegang of uitgang uit de vijan delijken baven te beletten. Maar wil die blokkade effectieve kracht hebben Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Telef. Intc. 140. ABONNEMENTSKLEEDING voor Hoeren. Zear doelmatig. De goederen blijven het eigendom van den-geabonneerde. Ons tarief wordt U op aanvraag on middelljk toegezonden. tegenovér de neutralen, dan moeten zekere regelen worden in acht ge nomen, moet aan zekere voorwaarden worden voldaan. De blokkade, zoo zegt de hoog leeraar, behoort tot de meest eigen aardige vijandelijkheden, omdat zij als een tweesnijdend zwaard zoowel den vijand als de neutralen treft. In de eerste plaats is zij een oor logsdaad en als zoodanig t6gen den vijand gericht; in de tweede plaats benadeeld zij onvermijdelijk en som tijds zelfs hoofdzakelijk de onderdanen van neutrale staten, die met de geblokkeerde haven of kust een vreedzamen handel drijven. Om neu trale staten in deze nadeelen te doen berusten en de ooglogvoeronden te veroorloven ook tegen neutralen op te treden, moet aan zekere voor waarden worden voldaan en moeten bepaalde verplichtingen worden in acht genomen, zonder welke de blok kade door de neutrale staten niet behoeft te worden geëerbiedigd, eD omgekeerd de oorlogvoerenden niet bevoegd zijn haar tegenover neutralen te handhaven. Daarvoor wordt dan vereischt, dat zy is een oorlogsdaad, .niet een be dreiging op papier. Zij vereischt oorlogsschepen, die strijdvaardig zijn en het verbod van verkeer kunnen bandhaven. De versperring van een vijandelijke haven door wrakken, mijnen of torpedo's is, in den hier bedoelden zin, geen blokkade. Hierop berust het onderscheid tusschen een effectieve een werkelijke of werk- dadige en een fictieve, een kabi- netB- of papieren blokkade. Een papieren blokkade afkondigen gaat thans niet meer, daar niemand zich daar wat van zou aantrekken. Er zullen voldoende schepen op korten afstand van de te blokkeeren havens moeten worden gelegd, om de blokkade effectief to maken. En dat zal natuurlijk aanleiding geven aan de Duitsche vloot, om met alle beschikbare middelen de blokkeerende schepen aan te vallen. In dat geval kan de blokkade aanleiding geven tot een nieuwe reeks zeegevechten, in de nabijheid van het „nasse Dreieck" en van de „Deutsche Bucht". De Duitsche havens te blokkeeren door het Kanaal en de Noordzee af te sluiten, zou voor alle neutralen staten aan de Noordzee liggende, dus voor Nederland, Denemarken, Noor wegen en Zweden, onhoudbaar zijn, en aanleiding moeten geven tot ernstige protesten. Trouwens, de Declaratie van Londen bepaalt, dat de blokkade van neutrale havens niet is geoorloofd, en dat niemand don toegang tot neutrale havens en kusten mag beletten. Ook de vrije vaart door de open zee mag niet worden verhinderd, en evenmin de vaart door straten (zooals het Kanaal), welke twee open zeeën verbinden. Inmiddels heeft de Engelsche re geering opnieuw eenige bepalingen gemaakt voor de handel met en uit Duitschland. Om dien handel t.e be perken heeft de Koning, in Council, _,dat aan geen schepen naar Duitsch land vertrekkende, na 1 Maart zal worden toegestaan dat zij de reis naar Duitschland voortzetten en tenzij zij een vergunning krijgen, om naar een neutrale of verbonden haven te gaan, hun lading zullen moeten lossen in een Britsche haven. „Zoo zij niet door de Britsche regeering worden gerequireerd zullen de goederen, die geen contrabande zijn, worden teruggegeven, onder de voorwaarden vast te stellen door het Prijzen hof. Schepen van Duitschland komende, of van niet-Duitsche havens, geladen met goederen van vijandelijken oor sprong of waarvan vijandelijke eige naars zijn, zullen op dezelfde wijze worden behandeld; doch geen geld zal worden betaald voor goederen, die worden gerequireerd of verkocht, vóórdat de vrede is gesloten. Schepen varende naar niet Duitsche havens, en geladen met goederen voor den vijand bestemd, kunnen worden opgebracht naar en ontladen in Britsche of geallieerde havens, onder dezelfde voorwaarden. By de bespreking der plannen hiervoor werd de vorige week in het parlement verklaard, dat voor enkele artikelen, die Engeland noodig heeft en die alleen uit Duitschland kunnen verkregen worden, een uitzondering zou worden gemaakt. Naar aanleiding daarvan heeft, blljkenB een bericht in de „Nordd. Alg. Ztg.", de Duitsche regeering een uitvoerverbod uitgevaardigd voor alle artikelen, waarvan Engeland den invoer zou willen toestaan; dit ver bod zal met alle strengheid worden gehandhaafd. De represaille-maatregelen der entente. Wasington, 16 Maart. Het ministe rie heeft langdurig beraadslaagd over het Engelsche koninklijke besluit. Men verwacht, dat president Wilson

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1