HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4466 DONDERDAG 22 APRIL 1916 43o JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37$ 45 0.75 Modeblad 85 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 oent. Elke regel moer 15 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2$ cent. DE WEEK. 20 April. Gaat 't er heen Dat is nu de groote vraag, gaat 't er heen, naar den vrede De katholieke bladen hebben ge meld, dat Mgr. Nolens, de leider der katholieke Tweede Kamer-club, met „zeer gewichtige zending" naar Rome is gegaan, deze week. Is dit in ver band met 't herstel van ons gezant schap bij den H. Stoel Na minister Loudon's verklaring daaromtrent is 't nauwelijks te gelooven. Danin verband met het streven naar den vrede toch in samenwerking met Uncle Sam Wij moeten 't afwachten. Er is, immers, meer. Van Duitsehe zijde is ons naar aanleiding van het gebeurde met de „Katwijk", gemeld dat men te Berlijn volgaarne bereid is tot onver wijlde schadevergoeding, alsmede ver ontschuldiging, bijaldien do duikboot, de „gemaskerde", die ons schip tor- pilleerde, van Duitsehe nationaliteit zou blijken te wezen. Dit laatste, tegen over den hoonons rood-wi t blauw aangedaan, is zeker het voornaamste. Men verzocht overlegging, uit Den Haag, van de rapporten omtrent deze zaak. Na al dit gebeurde is ook nog het Nederlandsche stoomschip „Olanda", van Seaham naar Rotterdam op weg, door een zeemijn verongelukt. Maar zulke gevallen, hoè tragisch ook vallen buiten die, welke „casus belli" kunnen veroorzaken, 't Zijn zeer-las- tige dingen. Een Duitsehe onderzeeër bracht ook, in de jongste dagen, de Grieksche boot „Ellis Pontos", uit IJmuiden naar Montevideo varend, tot zinken. Als tactisch diplomatische hande ling kan men 't evenmin schatten als het, binnen twintig minuten, tot zinken brengen, van de Nederland sche „Katwijk", bevracht met aan onze Regeoring geconsigneerde graan- lading 't Zijn en blijven vreemde dingen. In dezen uitermate-zonderlinge en bangen tijd van wereldcrisis. Is de vrede herhaal ik inderdaad komende, naderend? Ons Parlement is nu - sinds Dins dag 20 April, aan het debatteeren over de zee-ongevallen-verzekering. En zal dat ontwerp snel afhandelen, met praeses Borgesius erkennend dat elk uur van dag en van nacht nu zeerampen kan brengen. Waaraan moeten wij, nu, „houvast" grijpen Wij hooren dat - op last van de Engelsche admiraliteit, - het passa giersvervoer naar Engeland van 20 April af is stop gezet.Idem het ver keer in elk opzicht tusschen België en Nederland. Wat beduidt dit alles De voorbe reiding tot een misschien beslissend, monsterach tig geweldig, door generaal Joffre voorbereid samentreffen? Of iets anders? Voorbereiding tot den vrede, waar naar wij hunkeren, snakken, verlan gen, wij allen, welke sym- of antipathieën ons gemoed mogen be- heerschen Wat is 'tl lntusschen gaat in het oude Patria de gang van zaken zijn koers. Hot Duitsehe antwoord inzake de „Kat wijk", zie hierboven heeft veler gemoederen gekalmeerd. Wij leven den wereldoorlog en crisistijd weer door. Op prins Hendrik's jaardag, den 19den, wapperden hier en daar wat vlaggen. Maar het traditioneele feest- vertoon bleof achterwege. En zoo zal 't ook don 30sten, op den zesden jaardag onzer kleine Kroonprinses wezen. Er is niet veel nieuws, nu in Patria. De Rijksmiddelen over het eerste kwartaal van 1915 gaven een nadeelig saldo van ruim 3J millioen, waarvan het gedistilleerd voor ruim 2$ millioen vraagt. Gansch het batig saldo over de jaren 1913 en 1914 is daarmee verdwenen. Maar de eindcijfers zijn toch nog gunstiger dan de berekening der ergste pessimisten uitmaakten „Ende desespereert niet!" kunnen we alzoo, met J. Pz. Coen, zeggen. In Scheveningen krijgen we het Residentie orkest op 't Kurhaua, met monsieur René Buton, den vroegeren dirigent der Lamoureux-orkesten, als leider. Van de verdere allerjongste „Personalia" stip ik aan, dat de be kende Haagsche politie commissaris, na 38 jaren diensttijd het „otium cum dynitate", de welverdiende rust, gaat zoeken. Dat Frits Smit Kleine jubileerde, evenals onze groote kunst kenner dr. Bredius. Dat tot de aller jongste lijst van hen, die naar het zeer-verre onbekende land togen, be- hooren o.a. de gep. majoor van het O.-I. leger J. F. Sachse en de oud- resident K. F. H. van Langen, die in de negentiger jaren op Atjeh belangrijke taak had te vervullen. En wij zijn naar de bloembollen geweest, - in de Leidsche streek. Zóó druk als vorige jaren (lazen wij in de plaatselijke organen) was 't om en bij Lisse en Hillegom, Heemstede, niet. Maar tochDe auto's, fietsen, wandelaars (deze laatste behooren gaandeweg tot de „quantité negli- geable" Iwaren er in behoorlijke mate present. In tijd van wereld brand en -crisis. Dat geeft immers hoop misschien, dat straks blijkt, hoe uit het „klas sieke land der tulpen" ls ontkiemd de drang naar het herstel van de vrede, waarover ik 't straks had Misschien dat de Koningen der Lage Landen, van het Rijk, op welks territoir het Internationale Hof van Scheidsgerecht is gebouwd Wellicht 't Z(jn immers maar vermoedens Waarom zouden wij ons, in deze sombere dagen, niet verlustigen met het bouwen van zulke lucbtkasteelen Die, heel misschien straks stevige burchten konden blijken?.. Mn. Antonio. l) Inmiddels weer toegestaan. DE OORLOG. De officleele legerberichten van 20 April. Van het W e s t e 1 y k front. Het Fransche communiqué van den 20sten meldt, dat de Duitschers een aanval deden op de stelling van Eparges. Deze werd echter afgeslagen. Verder werden vrü hevige artillerie gevechten geleverd in do streek van Soissons,bij Reimsen in de Argonnen. In het bosch van Mortmare werd een infanteriegevecht geleverd, hetwelk voor geen van beide partijen voordeel opleverde. In de Vogezen gingen de Franschen nog steeds vooruit langs de Fecht, waar zij de Duitschers dwongen Eselsbrücke te ontruimen. Een groote hoeveelheid materiaal werd door de Duitschers achtergelaten. Het laatste gevecht bij Yperen, waar de Engelschen een gedeelte van een Duitsehe stelling opbliezen, en .daarna bezetten, is bijna even hevig geweest als het gevecht bij Neuve Chapelle. Het rapport van generaal French meldt hierover eenige bijzonderheden, in den avond van den 17den April werd de heuvelstelling opgeblazen. De uitwerking van de ontploffing was ontzettend. Een ge deelte van den heuvel werd totaal weggeblazen, en honderden Duitschers in stukken gescheurd. Dadelijk na de ontploffing vielen de Engelschen aan en veroverden alle Duitscho loopgraven op den heuvel. Ondanks het hevige bombar dement van do Duitschers werden zij des nachts in staat van verdediging gebracht. Des morgens deden de Duitschers een met kracht aangez,ette aanval, doch deze werd afgeslagen. De verliezen der Engelschen waren hierbij zeer groot, doch de Duitschers leden ontzettend door de Engelsche machinegeweren. Herhaalde malen werd een nieuwe aanval ondernomen om de stelling, welke van groot be lang is, weer in handen te krijgen, doch alle aanvallen werden afgewezen. Het Duitsehe legerbericht van den 20aten meldt, dat de sappen aanval len in Champagne vorderingen maken. In do Argonne werd een aanval van Franschen ten N. van Four de Paris afgeslagen. Eveneens mislukte een vijandelijke aanval bij Flirey. In het Bois de Carmes werden oenige blokhuizen opgeblazen en drongen de Duitschors tot in de hoofdstelling der Franschen door. De Duitschers gingen eveneens vooruit ten W. van Avricourt, waar zij bij een stormaanval het dorp Embermenil, hetwelk zij eerst ont ruimd hadden, hernamen. Verder word medegedeeld, dat een aanval der Franschen ten W. Met- zeral (Vogezen) mislukte. Bij eon voorwaatsche beweging, gericht tegen den top van den Hartmaunweiler- kopf, wonnen de Duitschers aan den N.O. rand eenige honderden meters terrein. Door Duitsehe vliegers werden bommen geworpen op Belfort. Daar door werden twee loodsen vernield. Volgens berichten uit Genéve be vonden zich daarin Engelsche een- en tweedekkers. Zes kisten kruit ontploften eveneens, waardoor aan merkelijk schade werd aangericht. Door Fransche vliegers werden op het stadje Kaudern, in Baden, bom men geworpen. Vier bommen vielen op, de school. Een kind werd gedood. Eveneens werd het plaatsje Lörrach bestookt. Ook hier werd een kind gedood, terwijl verder eenig personen Van het O o s t e 1 q k front. Op het oogenblik is het iets rus tiger op het front in de Karpathen. Slechts worden nog kleine gevechten geleverd. Naar het schijnt verzamelen de Russen nieuwe krachten. Volgens Oostenrljksche berichten is het Russische leger, dat de Kar pathen trachtte te forceeren, versla gen. Dit is echter wel wat over dreven. De Russen zijn er weliswaar niet in geslaagd de passen van de Karpathen te vermeesteren en zoo in Hongarije te vallen - hun plan is dus, tot nog toe, mislukt, - doch van eon nederlaag is nog geen sprake. Het Russische legerbericht van den 20en meldt, dat Oostenrijksche aan vallen togen de stellingen der Russen bij Telepocza en Polen werden af slagen. In de richting van Stryj deden de Oostenrijkers een aanval, waarbij zij een heuvel vermeesterden. Door een tegenaanval werd deze echter her nomen. Bij Rozanka werd een Duitsehe loopgraaf opgeblazen en direct daarop bezet. 100 Duitschers werden ge vangen genomen, terwijl 4 mitrail leurs en een loopgraafmortier in han den der Russen vielen. De Duitsehe en Oostenrljksche com- muniqué's geven den toestand als onveranderd aan. Van het Russisch-Turksche ge vechtsterrein wordt gemeld, dat er sedert eenige dagen weder gevochten wordt. Volgens een Russisch bericht gaan de Russen vooruit in de richting van Artwin, terwijl een Turksche mededeeling zegt, dat de Russen na een gevecht in de streek van Milos, op de grens teruggeworpen werden. Volgens een Turksch bericht zijn tijdens een nachtelijke poging van torpedobooten en mljnvegers om de Dardanellen binnen te dringen, twee derlaatsten in den grond geschoten. Verder wordt van Duitsehe zjjde ge meld, dat nieuwe operaties tegen de Dardanellen verwacht worden, daar de troepenconcentratie hare voltooiing nadert. In Duitsch Zuid-west Afrika hebben de Unietroepen Keetmanshoop, een der voornaamste plaatsen, bezet. De „E. 15". Londen, 20 April. De Admiraliteit deelt in een communiqué belangwek kende bijzonderheden mede omtrent het te loor gaan van de „E 15", die Zaterdag j.1. op Kaap Kephez was gestrand. Er bestond n.1. gevaar, dat de onderzeeër in nog bruikbaren toe stand in handen van den vijand zou vallen. De Turken deden groote moeite om hem te nemen. De pogin gen om het schip door het vuur van Engelsche oorlogsschepen uit grooten afstand te vernielen, mislukte. Der halve werden twee kleine booten van de „Trïuraph" en de „Majestic" be mand met vrijwilligers. Deze booteD hadden een hevige beschieting uit het Turksche fort, dat op slechts eenige honderden M. afstand gelegen was, te verduren. Desniettegenstaan de werd de onderzeeër getorpedeerd en onbruikbaar gemaakt. De boot van de „Majestic" zonk, maar de bemanning werd door die van de andere boot gered. Hot eenige verlies, dat de Engelschen leden, was dat van één matroos, die aan zijn wonden overleed. Allen, die aan de actie deelnamen, gaven blijken van grooten helden moed. De Duitsehe blokkade. De correspondent van de Daily Mail te Bern zegt vernomen te heb ben, dat de Duitschers weer een datum noemon waarop ter zee groote gebeurtenissen zullen beginnen. VaD gisteren af zouden zij de duikboot- blokkade van Engeland veel afdoen- der maken. Zoo zou aan een aantal personen boven den militairen leef tijd, die aanstalten maakten om zich naar Engeland to begeven, medege deeld zijn, dat zij haast moesten maken, aangezien zij na Maandag weieens, ten gevolge van het gebruik van nieuwe duikbooten, niet meer In staat zouden zijn, Engeland te bereiken. Van deze duikbooten, van een nieuw type, moeten er nu elke week twee te water gelaten worden. Vermoede lijk hebben enkele van die nieuwe bodems reeds zee gekozen. Engelsche onderzeeërs Berlijn, 20 April. Te Berlijn klin ken steeds meer steramen, welke op het eigenaardig samentreffen wijzen van het optreden van een Engelsche torpedo- en duikboot-flotilje nabij het lichtschip Noordhinder en de geheim zinnige torpedeering van de „Katwijk" en de Grieksche „Hellespontes" door duikbooten van onbekende nationali- tiet. Beide voorvallen zijn absoluut strijdig met het algemeen bekende humane optreden van de bemanning van Duitsehe duikbooten. Ze zijn ge schikt de publieke opinie in Holland en Griekenland tegen de bedrijvers dier daden in te nemen. Men ver moedt hier algemeen een Engelsche intrigue tegen Duitschland, wijl juist Holland en Griekenland twee landen zijn, waaraan Engeland gaarne de neutraliteit zag opgegeven. Mannen en maatregelen I Dat is de kreet, die sedert eenigen tijd in Engeland wordt gehoord. Men begint klaarblijkelijk in te zien, dat het zoo niet kan voortgaan. Er moeten maatregelen worden genomen, om de beslissing te verhaasten. Die beslissing te verwachten onder de tegenwoordige omstandigheden, is iets onmogelijks verlangen. De toe stand toch is zoo, dat men op een zeer langen strijd moet voorbereid zijn, zegt de „Daily Mail". Het blad begiDt met de verklaring, dat voor de optimistische redeneerin gen, die men in Engeland vaak hoort, geen de minste grond bestaat. De meening, dat Duitschland honger ïydt en voor een catastrofe staat is onjuist. De handel en industrie van het Duit sehe Rijk zijn zeker even goed als de onze, wat de regeeringsorganen ook beweren. En Duitschland heeft het voordeel, zoo gaat de „Daily Mail" voort, dat het geheele volk belang stelt in den oorlog. Iedere man, iedere vrouw, ieder kind leeft mee, weet wat de oorlog beteekent. en hoe het geheele volk vecht. In Engeland daarentegen merkt men dagelijks op, dat de groote massa geen flauw begrip ervan heeft, wat de oorlog beteekent. Men spreekt niet over de gruwelen van den oorlog; men ziet niet in wat een nederlaag zou beteekenen. De schuld hiervoorschrljftde „Daily Mail" toe aan de geheimzinnigheid, door de Engelsche regeering betracht, die het moeilijk maakt voor het volk, te begrijpen wat de oorlog feitelijk wil zeggen. En de „Times" valt daarin de „Daily Mail" bij. Noch het volk, noch de pers kunnen begrijpen, waarom din gen, die overal worden verteld,inde Vereenigde Staten, in de neutrale landen, op het geheele vasteland, moeten verborgen blijven voor de bewoners van het eilandenrijk. In een Fransch bericht werd gemeld, dat de Britsche troepen in België in een gevecht werden gewikkeld. De Engelsche censor verminkte dit be richt zoo, dat het onbegrijpelijk ge worden was. Zelfs de feiten, door Sir John French in zijn telegrammen modegedeeld, en die eerst een maand later iii de „Gazette" werden gepu bliceerd, mochten in een der liberale bladen niet openlijk worden besproken. Dit noemt de „Times" kinderachtig, dwaas, ongeschikt. Want, zegt de „Daily Mail", door deze „beep-it-dark-policy" begrijpt nie mand bij ons, wat de oorlog eigenlijk zeggen wil. En terwijl in Frankrijk en Duitschland iedere man en iedere vrouw meeleeft en iets doet in ver- i met den oorlog, is op deze eilanden een groote massa, die niets doet en niets gevoelt voor den oorlog. Daarom moeten maatregelen ge nomen worden, maar moeten ook mannen worden gevonden, om te strijden voor Engeland. Mannen en maatregelen, dat is het geen wy noodig hebben. Sir John French heeft er recht op, dat wij hem alle menschen sturen, die wy kunnen krijgen, en dat er geen troepenafdeelingen worden ge zonden op een wilde-eenden-jacht in andere deelen van de wereld. Hy heeft er recht op, dat hy tenminste eiken dag 200.000 granaten krijgt, en dat een wetenschappelijk inge richte recruteering wordt ingevoerd, desnoods op den grondslag van dienst plicht: dat de meisjes worden opge leid tot verpleegsters, en dat den werklieden worde duidelijk gemaakt niet dat zy dronkaards zijn, want dat is onwaar maar dat ieder schip, dat zij laden of herstellen, ieder kanon en iedere granaat, die zij vervaardigen, een stap is tot bet einde van den oorlog en een daad, waardoor het leven hunner makkers in het veld wordt beschermd. Zes en-dertig weken zUn nu voorby gegaan in dwaze werkeloosheid en optimisme. En iedere dag beteekent zooveel menschen godood en zooveel menschen gewond. Een toenemend gevoel van onte vredenheid is merkbaar, zegt de „Daily Mail", tegen de regeering, die in Augustus met zooveel moed den strijd begon, maar die verzuimde de maatregelen te nemen, om dien krachtig te voeren, en die door haar geheimhouding den toestand niet verbeterde. Zoo klaagt men in Engeland, en dit geeft een denkbeeld van wat er omgaat. Niemand had gedacht of voorzien, dat de strijd zoolang zou duren, zoo veel zou kosten aan menschen en geld, zonder dat het einde te voorzien is; en ieder verlangt, dat er een einde aan zal komen, het koste wat het wil. Want hot kan op deze wijze niet voortgaan. Een „Ende mit Schrecken" is altoos nog beter dan een „Schrecken ohne Ende." De krijgskundige positie van Engeland en zijn bondgenooten. Over dat onderwerp bevat de Times een hoofdartikel, hetwelk ons belang wekkend genoeg voorkomt, om er een en ander uit weer te geven. De oorlogstoestand is in de laatste 6 maanden haast niet veranderd, zegt het blad, dat is het punt van belang wat de regeering ons volk aan het verstand moest brengen. Op 20 October waren de Duitschers 7 dagen geleden meester van Ryssel geworden, en dat zijn zo nog. Rawlinson kon de Leie by Meenen niet aanvallen en Haig was juist in gevechten gewikkeld, die op den slag by Yperen uitliepen. Op 20 October waren de Russen juist hun groote beweging begonnen, waardoor de Duitschers Polon uit werden gedreven, maar de vijand kwam weer terug en het is opmer kelijk hoezeer, trots de golvingen heen en weer, de loop van het front in het Oosten op den 20sten April gelijkt op dien, welken het op October had. In het Westen is de voorbereiding tot een inval van de bondgenooten in Duitschland ternauwernood be gonnen. In het laatste halfjaar is het front zoo weinig veranderd, dat een kartograaph de wijzigingen nauwelijks zou opmerken. Dit moest de regeering voortdurend aan de natie vertellen, in plaats van uit te wijden over punten van onder geschikt belang, die aanmoediging Times, dat de onderneming haastig en met onvoldoende overleg is onder nomen, dat zij niet goed was ont worpen, dat groote fouten zijn ge maakt, en de eigeniyke operatie nog beginnen moet. De Times wil zich er niet over be klagen, dat er geen berichten worden uitgegeven over een operatie, die nog in voorbereiding is, maar wel over de lichtzinnige wijze, waarop voor den aanval, daarover als over een reeds gelukte onderneming werd ge- Een goed voorbeeld, hoe de offlei- eele berichten de natie misleiden vindt de Times de berichten over hetgeen in de Perzische Golf geschiedt. De jongste gevechten daar zyn als groote overwinningen uitgebazuind. De ware beteekenis ervan is echter dat, terwijl men in Engeland dacht dat de Engelschen meester waren van beneden-Mesopotamië en men lucht hartig sprak over een opmarach naar Bagdad, de Turken met een sterke strijdmacht bezig waren in de buurt van Basra een flankaanval uit te voeren op den sleutel van de positie. Nooit is ook in de offlcieele com- muniqué'8 gebleken dat wy in deze streek in het defensief zijn gedrongen en slechts aanvallen om des te beter te verdedigen. En wat gebeurt er in Oost-Afrika Terwyi de Indische pers gezellig er over discuteert, of Duitsch Oost-Afrika al dan niet tot een kolonie voor de Sikhs zal worden gemaakt, blijkt niet dat we er een duim breed van hebben zet. Daar groote gebeurtenissen te wach ten zijn en het publiek geneigd zal zyn elk succes als het begin van het einde te beschouwen, is het by uit stek noodig oip nu de waarheid te zeggen, Sinds wij in September van de Mame naar de Aisne kwamer), hebben we feitelijk geen stap voor waarts gedaan. Een voorbarige actie te bepleiten is verre van ons, zegt het blad, maar wij eischen dat de regeering uitlegt hoe weinig nog is bereikt, wat een opofferingen nog noodig zyn. De vloot kan niet genoeg geprezen worden voor het feit dat zij de zeeën over de heele wereld heeft schoon geveegd, maar bq die lof behoort de erkentenis, dat 'de Duitsehe slagvloot nu sterker Is, dan toen de oorlog begon. De ernstige verandering, zegt de Times, die na Augustus heeft plaats gehad, is, wat Engeland aangaat, de vermindering van het vertrouwen in regeering. Het staat aan de re geering alleen daar verandering in te brengen. BINNENLAND. Dat Nieuw-Capelle dit en dat en weet ik veel wat bewijst, is geen antwoord. In waarheid bewyst Nieuw-Capelle hoe groot onze taak is, en de snelheid waarmee de best overwogen plannen schipbreuk kunnen ïyden. Over do Dardanellen constateert de De Duitsehe verklaring. De ongevraagd door de Duitsehe regeering afgelegde verklaring inzake het incident van de „Katwyk", in ons vorig nummer opgenomen heeft overal een gunstigen indruk gemaakt. De „Nieuwe Rott. Crt." schrijft er over De verklaring, door do Duitsehe regeering tegenover onzen gezant te Berlijn over de vernieling van de „Katwijk" afgelegd, zal allerwege vol doening hebben opgewekt. De Duitsehe regeering is daarbij, zonder naar uit vluchten te zoeken, volkomen ridder lijk, zoover gegaan, als zij op het oogenblik maar gaan kon. Zij neemt de mogelijkheid aan, dat de „Katwyk" door een Duitsehe onderzeeër ia ge torpedeerd erkent by voorbaat, voor het geval het ambteiyk onderzoek de juistheid van dit vermoeden mocht bevestigen, ongelijk, en zegt volko men genoegdoening toe. Er heeft, verzekert zy, noch by de Duitsehe regeering noch bij de Duitsehe marine eenige bedoeling bestaan, een aanval op een Nederlandsch schip te onder nemen. Heeft een Duitsehe duikboot de „Katwyk" niettemin in den grond geboord, dan moet dit aan een „on gelukkig toeval" to wijten zyn, en zal de Duitsehe regeering niet aar zelen aanstonds haar levendig leed wezen te betuigen en volledige scha deloosstelling toe te zeggen. Op deze wijze ingekleed, kan de Duitsehe verklaring op zich zelve niet andera dan eene groote gerust stelling teweegbrengen tegenover de ontstemming, die door de vernieling van de „Katwyk" hier te lande was opgewekt. Maar wat bovenal aange naam aandoet is de loyale wyze, waarop de verklaring in de wereld is gekomen. Zy is niet het gevolg van een vertoog van onze regeering, van een verzoek om inlichting of opheldering zij is gegeven „uit eigen beweging", uit aandrang, mag men dus wel zeggen, om deze nete lige aangelegenheid zoo spoedig moge lijk op d6 voor Nederland meest tegemoetkomende wyze uit de wereld te helpen. Alle bureaucratische over wegingen die toch zeker in een land als Duitschland moeten gerezen zyn tegen het afleggen van zulk eene ruiterlijke erkentenis van ongeiyk, nog vóór ambteiyke onderzoekingen de feiten hadden bevestigd - zijn met één slag op zy gezet, en indien de Nederlandsche voorstelling van het gebeurde juist zal blijken te zijn, wordt aanstonds erkend, dat tót noegen gereede aanleiding was, en verzekerd, dat niet gepoogd zal wor den, langs zijwegen de zaak af te leiden. Dit is loyaal, en die loyaliteit moge dus ook van Nederlandsche zijde wor den in het licht gesteld. Ook niet by „de Duitsehe marine" lezen wq in de verklaring, en dit punt mag nog uitdrukkelijk naar voren worden gebracht heeft de bedoeling bestaan, een Nederlandsch schip aan te vallen. Zoo wij de ver klaring in dit opzicht goed lezen, houdt deze zinsnede, waarmee geiyk- heid van gevoelens jegens ons land by de Duitsehe civiele en militaire autoriteiten op den voorgrond wordt gesteld, iets meer in, dat men, opper vlakkig oordeelend, zou meenen. Yan de zijde der Duitsehe regeering was reeds vroeger, na de gebeurtenissen met de „Batavier", Zaanstroom", „Medea" enz., verzekerd, dat men daarin geene aanwijzing mocht zien van eene veranderde houding van Duitschland jegens ons land. In de door ons aangehaalde woorden van de verklaring van gisteren zien wij nu eene dergeiyke verzekering ook uit naam van de Duitsehe marine herhaald. Ons althans komt het voor, dat het wel niet aan bloot toeval te wqten zal zijn, dat In deze jongste verklaring „de Duitsehe regeering" en „de Duitsehe marine" als twee zelfstandig handelende, ieder eigen „bedoelingen" hebbende lichamen naast elkaar zijn gesteld. Zien wij een en ander juist in, dan mag worden verwacht, dat in het vervolg nu ook „de Duitsehe marine" de daad zal voegen by het woord, en dus met meer omzichtig heid tegen do Nederlandsche scheep vaart zal optreden, dan zy in den laatsten tqd gedaan heeft, zoodat „ongelukkige toevallen" zullen wor den vermeden. Lichting 1918. In de Memorie van Antwoord be treffende het wetsontwerp houdende byzondere maatregelen met betrek king tot de lichting 1916 zegt de regeering, dat de mededeeling aan de pers, dat het by de regeering een punt van overweging uitmaakt, wetsontwerpen aanhangig te maken om, zoo noodig, de miliciens der lichting 1916 vervroegd onder de wapenen te roepen en om aan het legerbestuur voor den landstorm de beschikking te kunnen geven over nog eenige oudere lichtingen, ge schiedde met voorkennis van den minister van oorlog. Van onbescheiden mededeelingen van ambtenaren is dus geen sprake geweest. Mocht door dit persbericht onnoo- digo ongerustheid zyn gewekt, dan zou die by de indiening der ontwer pen, korten tyd daarna, zeker even min zijn uitgebleven. lntusschen kan in het feit, dat de regeering be dacht is op het nemen van maat regelen tot tydige aanvulling of versterking onzer weermacht, be- zwaariyk eene aanleiding tot onge rustheid gevonden worden; naar de meening der regeering althans zal dit, onder de tegenwoordige omstan digheden, veeleer tot gerustelling kunnen strekken. Aanleiding tot de indiening van dit wetsontwerp werd gevonden in de omstandigheid, dat eerlang alle bij de onbereden korpsen in gedeelde militieplichtigen der lichting 1915 zullen zyn ingelyfd - van de lich- 1914 behoeft nog slechts een kleine groep eerstdaags te worden inge lyfd en dat, om deavereischt zoo vroeg mogeiyk de lichting 1916 voor iniyving gereed te hebben, met het oog op de volgens de wet te ver richten werkzaamheden, latere in diening niet raadzaam voorkwam. Het naar huis, d.w.z. met verlof, zenden van een gedeelte der onder de wapenen zqnde troepen met name van de oudste landweerlich ting houdt met het doel, waar mede, dit wetsontwerp is ingediend, geen rechtstreeks verband. Wanneer naar de meening der regeering de omstandigheden van dien aard zyn, dat aan de oudste landweerlichting verlof ban worden verleend, zal dit geschieden overeenkomstig de toe zegging, door den minister van oorlog in de vergadering van 26 Januari j.1. gedaan. Omtrent den vermoedeiyken loop van dë inlijving der lichting 1916 kunnen op dit oogenblik nog bezwaar- lqk met stelligheid mededeelingen wórden gedaan. Deze hangt geheel af van het verloop der gebeurtenissen. iDdien de oorlog blijft voortduren zal die inlqving zoo spoedig doeniyb be hooren te geschieden; of de lichting in haar geheel dan wel bq ploegen zal worden ingelyfd, kan eerst later worden beslist; bestaat er echter ge grond uitzicht op het sluiten van den vrede, dan zal de inlijving zoo laat doen lqk plaats hebben en in verschil lende ploegen. Het bezwaar als zouden de dienst plichtigen der lichting 1916 nog te jong zyn om in dienst te treden, wordt door de regeering niet gedeeld, aan gezien zelfs, als de inlqving zoo vroeg mogeiyk geschiedt, deze slechts 6 maanden voorafgaat aan het tydatip, waarop in normale omstandigheden de eerste ploeg der lichting onder de wapenen zou komen. Aan den aanmaak van militaire kleeding wordt onafgebroken met kracht geworkt. Er is in do verloopen maanden een moeilijk tqdvak weest, waarin de vrees gewettigd scheen, dat de benoodigde wol, voor het vervaardigen van Laken, zou komen te ontbreken. Gelukkig is sindsdien weder wol ontvangen. Ondergoed is in ruime hoeveelheid voorhanden. Inbeslagneming van voorraden der lakenfabrieken In Noordbrabant hteft Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmode-Artlkelen. Gemaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. slechts op zeer beperkte schaal plaats gehad, toen de kleeding voor geïn terneerden dringend noodig was: de door die fabrieken vervaardigde voor raad is op de gewone wqze aan hot: ryk geleverd. Omtrent den duur van het eerste verbiyf ouder de wapenen der lichting 1916 kan eerst eene beslissing worden genomen wanneer tot demobilisatie kan worden overgegaan. Wanneer de omstandigheden dit niet onmogeiyk maken, zal het streven op den voor grond staan den normalen termijn niet te overschrijden. Zeer waarschijn- lijk zal het daartoe noodig blijken later ook voor de lichting 1917 uit zonderingsmaatregelen te nemen. UIT HET LEVEN, door Norma. Zondag Een zonnedag, vol belofte Voor 't eerst na vele, vele dagen van storm en regen oen koesterend zonnetje en de wind nauw merkbaar. Verlangend strekken de boomen hun herlevende takken naar den staal- blauwen hemel, en de vogels, uitge laten van weelde, sjilpen en kwet teren honderd uit. Op de straten is het stil, namid daguur. Een paar kleine meisjes duwen behoedzaam een poppenwagen voort, telkens even staan biy vend om spreiljo of kussentje glad te stryken, dan gaat 't weer zoetjes verder in 't lekker zonnetje. Met heur helderwitte schort jes en fleurige linten in blonde haren doen ze zoo echt zondagachtig aan. 't Geloop van kerkgangers is voorby en in de gezellige huiskamer by de koffietafel zit vader in zyn gemak stoel met een krantje en sigaar heer lijk uit te rusten van zyn week hard werken. Nyvere vrouwehanden rep pen zich een smakeiyk maaltje klaar te maken. Zondagsstemming overal. Overal Uit een herberg (we zullen haar gemakshalve maar „melkboeren-so- cietelt noemen, vanwege de vele melk- karretjes met en zonder paard, die dag in, dag uit, uren achtereen ge duldig voor de deur staan te wachten), komen een paar mannen uitzeilen, één houdt een hond aan een touw, een ouden, zwarten poedel. Blijkbaar heeft by iets erg grappigs in den zin, want een ander, klein, bleek kereltje met zijden pet, duwt hq 't touw in de handen: „Hier, pak an, toe dan", en als de ander, de situatie snappend, grijnzend beetpakt, scharrelt sinjeur weer de kroeg binnen. Even pauze een paar minuten dan komt een oude, dronken zwabber de deur uitsllngeren, schreeuwend: Hierzoo, geef op!" en woest rukt by den ander het touw uit de handen. Arme, magere, bleeke vrouw van dronken zwabber met bonten krol, wier taak het is eenige keeren per dag haar braven, trouwen echtvriend uit herbergen op te pikken, loopt ef zwygend by, de schoudeiB hoog op getrokken in wollen omslagdoek. „'t Is m y n hond, 'k heb hein zulf voor twee kwartjes gekocht, 't is myn hond", schreeuwt zwabber, dan wil hy weer terug, de kroeg in. Kom mee", overreedt vrouwtje, kalm en rustig, en schiet hem gauw ter zy „kom, gaan mee". „'k Mot immers nog betale". „Heb ik al gedaan", die paar conté". Dan draait hq weer mee om, lollend van „'t is myn hond 'k heb hem zellef gekocht voor twee kwartjes - 't is m q n hond Even kykt het oude dier hem aan met een paar o, zoo verstandige hou- denoogen onder laDge zwarte haren, by dat geschreeuw van „'t is m y n hond" dan gaat het, net als de vrouw, gedwee en rustig mee verder. Maar niet heel ver daar is een winkeltje, waar bier wordt verkocht - er helpt geen lievemoederen aan, hy moet weer een afzakkertje heb ben en hond sukkelt mee naar binnen. Mager, vroeg-oud vrouwtje gaat alleen voort naar haar huisje zal dan maar vast die paar armoedige haringen schoonmaken en bakken, die ze in een rooden zakdoek bq zich draagt. „Heeft ie straks een hartig happie". „Ja, ja hoor, hy en zyn hond, ze komme dadelijk, gaan maar vast vooruit, ze komme 1" Gelooft ze nu nog werkeiyk na zooveel jaren van ellende en ont- gocheling de belofte van den zwakke ling, of geeft ze 't eindeiyk op? Als ze na een poos ongerust ge worden naar 't winkeltje terugkeert, is er van haar lieveling niets te be speuren, en een ondeugende jongen, die schik in 't geval heeft, zegt, terwyi hy in de verte de melkboeren sociëteit aanwqat; „hy is al weer terug bu vrouw 1" Even Btaat ze in beraad - hem weer halen ach, wel nee; als' by er pas is, krijgt ze hem toch niet mee, 't zou maar herrie geven en suk kelend zoekt ze haar steeg weer op. „Kom, eerst maar een happie ete, toch niks an te doen en dan strakkies maar weer és kyke hy heb nou toch allee al verzope, - dat een©

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1