HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
DE WAAIER.
Niets geheimzinnigs.
No. 4457
ZATERDAG 24 APRIL 1916
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct.t franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad ,r 37J 45 „0.75
Modeblad 65 75 „1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentlën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbeL) 30 eent. Elke regel meer 6 cL
Ingezonden mededeellngen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent
Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Qroote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewljs-exemplaar 2i cent
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
Kun Zon
April op: ondor: op: onder: v.ra.-.n.m.
Zondag 26 a. 1.60 m. 2.59 4.13 7.15 4Z 1.18
Maandag 29 8.21 3.11 4.11 7.17 5.16 6.22
Dinsdag 27 <1.52 Siffl 4-39 7.19 6.13 0.20
Woonsd. 23 0.24 S-37 4.37 7.21 .7.3 7.10
Donderd. 29 8.- 8.63 4.35 7.22 7.45 7.66
Vrijdag 30 9.37 4.15 4.83 7,28 8-30 8.46
Moi
Zntordag 1 „11.16 4.48 4.30 7.24 9.15 9.35
DE OORLOG.
De officieele legerherichten van
21 en 22 April.
Van het W e s t o 1 Ij k front.
Het Fi'auache communiqué van dén
21en ('s avonds) meldt, dat een aanval
op de door de Engelschen veroverde
loopgraven werd afgeslagen. De ver
liezen der Duitschers in het tijdvak
van den 17en af in de streek van Ype-
ren geleden, worden op 8 a 4000 man
Eveneens werden Duitsche aan
vallen afgeslagen bij Bagatelle (Ar-
gounc), bij Ville sur Tombe (Cham
pagne), Hartmarin weiier (Elzas) en
tuaschen Maas en Moezel. In de
laatste streek bedroeg het aantal
Duitsche aanvallen niet minder dan 7.
Een aanval der Franschen bij Fiirey
had de verovering van een loopgraaf
tot gevolg. De Franschen zijn hier
gedurende de laatste dagen vooruit
Ingezonden Mededeeling.
Het gevoelige punt.
Voor hen die aan zenuwpijnen lijden.
In geval van zenuwpijnen verkeert
geheel het zenuwstelsel in een slech
ten toestand, terwijl de pijn slechts
op een enkele plek zetelt doordat dit
gedeelte gevoeliger is en minder weer
stand bezit. Uit het feit dat de pijn
plaatselijk ls, moet men niet afleiden
dat men genezen zal door het toe
passen van pommades en zalven op
het pijnlijke deel. De zenuwpijn is
een plaatselijk optreden van den slech
ten toestand van het gebeele zenuw
stelsel en alleen door het geheele
zenuwstelsel te versterken, zal men
een eind aan de pijn kunnen maken.
De Pink Pillen zijn een krachtige ver
sterker van het zenuwstelsel. Wij be
velen hen aan ter genezing van de
zenuwpijnen. Zij vervullen zeer goed
dat werk van verlossing indien zij
voor u doen en waarom zouden
zij dit niet wat zij gedaan hebben
voor Mejuf. van Nus, geb. Cirkel. Deze
persoon die te Utrecht, Springweg
168, woont, schrijft ons:
„Ten gevolge van familie verdriet
was mijn gezondheid slecht geworden.
Ik leed aan erge zenuwuitputting. Ik
ondervond zenuwpijnen die mij alle
rust ontnamen. Om te trachten te
genezen heb ik velerlei middelen ter
kalmeering der zenuwen genomen en
behandelingen ter versterking van het
organisme gevolgd. Somtijds deed zich
een lichte beterschap voor, maar spoe
dig kwamen de zenuwpijnen torug.
Eindelijk heb ik de Pink Pillen ge
nomen en alleen doze goede pillen
hebben mij van mijne pijnen kunnen
verlossen."
Do Pink Pillen geven bloed en ver
sterken de zenuwen. Men kan ze, met
zekerheid van te genezen, nemen
tegen de bloedarmoede, de bleekzucht,
de algemeene zwakte, de maagpijnen,
de zenuwuitputting, de neurasthenie.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar
ii f 1.75 per doos, en f 9 per zes
doozen by het Hoofddepót der Pink
Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam
voor Helder en Omstreken bij
H. DE BI E - Biersteker, Keizerstraat
93 en H. W. ZEGEL, Kanaalweg 63
te Schagen bij J. ROTGANSte den
Burg (Texel) bij T. BUIS en verder
bij verschillende Apothekers en goede
Drogisten.
FEUILLETON.
gegaan over een frontlengte van
700 M.
Door Fransche vliegers werd het
Duitsche hoofdkwartier in Wofivre
en de olectrischo centrale 1111.örrach
(Baden) gebombardeerd.
De Eogefeche berichten geven bij
zonderheden over de verovering van
heuvel 60, ten Zuidoosten van Yperon.
Deze heuvel, wélke door de Duitschers
geheel van loopgraven was voorzien,
vormt de beschutting van den heuvel
van Zandpoeder, waarop de Duitsche
artilleriestelling zich bevindt. Vol
gens het Engelsche bericht vormt
deze laatste heuvel de sleutel van de
stelling in Belgisch Vlaanderen.
Dit werd door de Engelschen in
gezien. Thans is hot scherm van
loopgraven, dat er voor lag,veroverd
en is de positie van de artillerie op
dien heuvel gevaarlijk geworden.
Wanneer de Duitschers van dezen
heuvel zullen worden verdreven, ver
wacht men een sterke- terugbuiging
van de Duitsche lir.ie in de richting
van Meenen.
Van beide zijden zija de sappcurs
aan hot werk geweest, doch de En
gelschen waren de Duitschers te
vlug af ofschoon de voorbereiding
maanden geduurd hoeft. Alles werd
echter bijzonder goed verborgen ge
houden, ook de aanvoer van verster
kingen voor artillerie en infanterie.
Zaterdagavond liet men de mijn
ontploffen en onmiddellijk daarop viel
een regen van granaten op de Duit
sche loopgraven. Daarna ging de in
fanterie tot de bestorming over. De
eerste linie loopgraven was spoedig
veroverd, doch in de tweede linie
hielden de Duitschers langer stand.
Zij waren echter niet bij machte de
stormloop ie keeren, en spoedig was
de gebeele heuvel in het bezit der
Engelschen.
Met het veroveren alleen was men
er echter nog niet. Vanuit de Duitsche
artilleriestellingen regende het grana
ten op de Engelscheu welke bezig
waren met her herstellen van de
loopgraven. Dit duurde den geheelen
dag door, terwijl des morgens do
tegenaanvallen der Duitschers inge
leid werden. Den geheelen dag door
duurde den strijd, doch tegen den
avond was de heuvel iu het onbe
twist bezit der Eogelsche troepen.
Vau Engelsche zijde wordt mede
gedeeld dat de verliezen zwaar waren,
doch minder dan men verwacht had.
Ook aan Duitsche zijde moeten de
verliezen hevig zijn geweest.
Het Duitsche legerbericht van den
22sten meldt, dat ten Z. van hot
kanaal van la Bassée en ten N.W.
van At recht met succes mijnen tot
ontploffing werden gebracht. In de
ArgonQO en tüsschen Maas en Moezel
werden hevige artilleriegevechten ge
leverd.
Aanvallen der Franschen werden
afgeslagen in het westelijk deel van
het bois le Prêtre en bij den Hart-
maunweilerkopf. Bij deze heuvel
werd een steunpunt van den vijand
vernield.
Van het O 0 s t e 1 y k front.
Het Duitsche legerbericht van den
22sten geeft den toestand als onver
anderd aan.
Van Oosteorijksche zijde wordt be
richt dat ten N. O. van Czerdowitz
onophoudelijk wordt gevochten.
Verder wordt gemeld dat in Rus
sisch Polen en in Galicie slechts
artilleriegevechten geleverd werden.
In de Karpathen deden de Russen
nieuwe aanvallen op de stellingen
der Oostenrijkers aan beide zijden
van den Uszokerpas. Deze werden
echter bloedig afgeslagen. Voor een
stelling lagen meer dan 400 lijken.
Verder verloren de Russen 1200 man
aan gevangenen.
Op het overige front niets van
beteekenis. Slechts hadden hier en
daar artilleriegevechten plaats.
Het Russische legerbericht van de
22sten meldt, dat aanvallen der
NOVELLE.
Bewerkt door AM0.
1)
„Wilt u werkelijk reeds naar huis?
Blijft u geen enkel dansje meer?"
„Neen, heusch niet! Mama wil naar
huis; het is al zoo laat!"
Do jonkman keek vluchtig op de
pendule.
„Drie uur reeds! Wat gaat do tyd
toch snel voort, als men zich gelukkig
gevoelt!"
De jonge dame antwoordde daar
niet op, maar bleef toch staan, alsof
zij nog iets verwachtte.
„Mejuffrouw", begon de jonge beeld
houwer plotseling met gedempte stem
en met zekeren haast, alsof hij
vreesde, dat een volgend oogenblik
de goede gelegenheid tot spreken
voorbij zou zijn, „mefuffrouw, juffrouw
Margaretha, het is heden de derde
maal, dat ik het geluk heb u in ge
zelschap te ontmoeten. Nu gaat u heen
en ik blijf achter met de vraag:
„Zal ik zoo gelukkig zijn u ook een
vierde maal te ontmoeten? De tijd
der wintergezelschappen loopt ten
einde
„Mijne- ouders ontvangen hunne
vrienden in elk jaargetijde,"antwoord
de het meisje zacht, zonder de oogen
naar hem op te slaan.
Oostenrijkers op do Russische stel
lingen bij Telepocza werden afge
slagen.
Van het gevechtsterrein aan de
Perzische golf wordt gemeld, dat bij
de laatste gevechten de Turken naar
schatting minstens 6000 man ver
loren. De terugtocht ontaarde in een
vlucht waarbij auto's kanonnen en
munitiewagens in den steek worden
gelaten.
Troepenverplaatsing.
Men schrijft aan het H.blad van
de Belgische grens:
Er hebben in België zeer sterke
troepenverplaatsingen plaats. Overal
worden de Duitsche wachten van
onze grenzen teruggetrokken of staan
zo gepakt en gezakt gereed.
Eenige dagen geleden werden de
vrijwilligers, ougehuwdeD, gehuwden
zonder kinderen of met een kind
teruggehaalden verzameld ;deanderen
schijnen nu te zullen volgen.
Het tram- en treinverkeer in Bolgië
is ook gewijzigd, 's Nachts en over
dag gaan treinen heen en weer met
gedoofde lichten en gordijntjes voor
ramen, om niet te laten zien in
welke l ichting ze vol of leeg gaan.
Overal is verhoogde actie.
Er komen de laatste dagen overal
weer meer Belgische vluchtelingen
over onze grens, zelfs met levensge
vaar.
Aan het Suez-kanaal.
Berlijn, 22 April. De „Secoio" meldt
uit Kairo, dat de Turken voor het
eerst in het Suez-kanaal een myn
zoudeu hebben geworpen, dietusschen
kilometerpaal 24 en 34 zuidelijk van
Port-Said, tusschon het station Tineh
en Kantara, werd ontdekt. De Engel
schen verbazen zich hoe ondanks de
bewaking het leggen der mijn moge
lijk is geweest. Een telegram uit Cairo
meldt omtrent de schermutselingen,
dïo zich aan den oostelijken oever
van het Suez-kanaal afspeeldenVol
gens de jongste berichten blijven de
Turkscho troepen in El Arisj gecon
centreerd en wachten daar slechts
de vermindering van het aantal van
de voor de verdediging van Egypte
bestemde troepen af, om tegen het
Kanaal op te rukken.
Een Nooische boot genomen.
Londen, 22 April. Lloyds bericht
dat mededeelingen zijn ontvangeD,
dat do Noorsche stoomboot „Brilliant"
van Sarpsborg naar Londen door de
Duitschers genomen is.
(De „Brilliant" is een stoomschip
van 846 ton van de reedery Fred.
Olsen te Christiania.)
Engelsche treller opgebracht.
Berlijn, 22 April. Dezer dagen heeft
een Duitsche duikboot de Engelsche
treiler Glancarso uit de Schotsche
kust bij Aberdeen aangehouden en
uaar een Duitsche Noordzeehaven op
gebracht, na met den prijs in lang-
zamen gang ongehinderd over de ge
heele Noordzee te zijn gevaren. Dit
feit kenschetst de onhoudbaarheid der
beweriDg van Engelsche zijde, dat de
Britsche vloot de Noordzee beheerscht.
Noorsche schepen opgehracht.
Berlijn, 22 April. Ofschoon de
Noorsche Amerikaan zich vrijwillig
onder contróle heefc gesteld bij het
innemen van lading en de Britsche
consuls daarbij hun medewerking
verleenen, houden de Britten nog
steeds schepen van die lijn aan. Niet
minder dan drie van die schepen lig
gen tegenwoordig in Kirkwall. Woens
dag werd het groote stoomschip
„Cbristianiafjord" onmiddellijk voor
de Noodsche territoriale grens op twee
uur afstands van Bergen naar Kirk
wall teruggestuurd. Het bericht hier
van bereikte Bergen op de middag-
beurs en wekte groot misnoegen.
De aanval op het transportschip
Manitou.
Londen, 22 April. In het Lager
huis heeft Macnamara bijzonderheden
meegedeeld over den aanval van de
Turken op het transportschip Mani-
toou, dat met troepen aan boord, door
een Turksehe torpedoboot (de Demir
Hissatj, die uit Smirna was ontsnapt,
is aangehouden. De bemanning en
de troepen kregen acht minuten om
zich te bergen. Daarna vuurde de
torpedoboot op liet schip drie torpedo's
af, welke misten. De torpedoboot werd
verdreven door Engelsche torpedoja
gers, die inmiddels ter plaatse waren
gekomen. De torpedoboot werd na
gejaagd en ten slotte door de eigen
bemanning op het strand gezet en
vernield. De bemanning is gevangen
genomen. Terwijl de troepen het
transportschip verlieten zijn twee
booten omgeslagen de eene door 't
breken van de davit, de andere door
dat zij blijkbaar overvol was.
Dultschland en Italië.
Berlijn, 22 April. De „Stampa" be
richt omtrent een onderhoud tusschen
Senator Cafara d'Andria en Vorst
Bülow, waarin deze zou gezegd heb
ben, dat hij zeer ontgoocheld zou zijn
indien de onderhandelingen tusschen
Oostenrijk en Italië niet tot een goed
einde zoude leiden. Mochten deze totaal
mislukken, dan zou Duitschland zijn
bondgenoot Oostenrijk bijstaan en
dezen moeten ondersteunen. Derge
lijke verwikkelingen zouden zeer le
betreuren zijn en voor Duitschland
een bittere ontnuchtering geven, wijl
Italië en Duitschland sedert den slag
van Legnano steeds op vriendschap-
pelyken voet verkeerden. Het „Gior-
nale dTtalia" weerspreekt de door
Secoio en Messagero verspreide ge-
uchten, dat vorst Bülow voorbereid
selen tot zijn vertrek uit Rome treft,
eeds zijn villa te Rome verkocht
zou hebben. Even onjuist, is het ge
rucht, dat vele Duitsche kooplieden
hun zaken aan Iialiaansche vertrou-
wenlingen verkochtenWaar is slechts,
dat Duitschers, welke Italië verlieten
aan Italianen volmacht gaven om
hun zaken voort te zetten.
Demoralisatie.
Een der oorlógscorrespondenten
schreef dezer dagen over demorali
satie die zich van troepen te velde
kan meester maken. Hij gaf een
voorbeeld, hem door een Belgisch
officier verteld. Diens heele compag
nie was voor drie Duitschers op de
vlucht gegaan. Dergelijke voorbeelden
hebben wij al herhaaldelijk in ver
halen van het oorlogsterrein gelezen
nu weer in de besluiten, waarbij het
Victoriakruis aan twee Engelsche
soldaten wordt toegekend.
Beiden hebben het den 12en Maart
bij Nieuw Kapalle verdiend. Dat de
Duitschers door het moorddadige
artillerievuur uit vierhonderd kanon
nen over hen uitgebraakt, geheel,
van streek waren, begrijpt men. De
eene soldaat was er een van een
compagnie grenadiers. Hij rende voor
de andere uit en wierp onder de
Duitschers granaten, met het gevolg
dat een groot aantal zich dadelijk
overgaf. Toen de rest van de com
pagnie bij hem kwam, zag ze hem
geheel alleen staan tusschen de Duit
schers die zich hadden overgegeven.
De andere zag een troep Duitschers
door een loopgraaf vluchten. Hij liep
op ze af en doodde den voorsten met
een bom. De overigen, nagenoeg vijf
tig man, geen middel ziende om zijn
bommen te ontwijken, gaven zich
aan hem over. De man was op dat
oogenblik geheel alleen.
Amerlkaansche
oorlogsleverantles.
De Evening Post, van Nleuw-York,
maakt een schatting van wat Amerika
aan oorlogsmateriaal levert. In Febr.
berekent bet blad, is er geleverd voor
„De gelukkigen, die tot hunne
vrienden behooren!"
„O, mijne ouders behooren niet tot
degenen, die een kunstenaar onder
de nuttelooze menschen rekenen".
„Werkelijk, juffrouw Margaretha?"
vroeg de jonge beeldhouwer verheugd
en daarbij drukte hij de hand der
joDge dame zoo hovig, dat een En
gelsche gouvernante in haar veront
waardiging, zeker een appelflauwte
had gekregen. „U kunt niet gelooven
hoe gelukkig ik mij gevoel door deze
verzekering!"
Als oenig antwoord op deze woor
den meende de jonge kunstenaar een
zacht drukje van haar hand te be
merken; tegen alle regelen der wel
levendheid had hij nog altijd haar
hand in de zijne.
„U zult er dus niet boos om zijn,
Margaretha, als ik, een onberoemd
beoefenaar der kunst, het waag uwe
ouders
Zij schudde bijna onmerkbaar het
hoofd. „Ik kom, ik kom", riep zij
daarbij eene dame toe, die in de
verte naderde. Met een knikje tot
afscheid keerde zij zich toen af van
den jonkman, die in zijn verbijstering
vergat een kus op haar hand te druk
ken en haar als in een droom na
staarde.
Nauwelijks had de jonge dame
echter een paar schreden gedaan of
zij keerde zich om en riep:
„Och, mijnheer Haarde-mijn waaier
ligt daar nog op een stoel".
Meer woorden waren niet noodig
om den jóngen kunstenaar in den
grootsten ijver naar het bedoelde
voorwerp to doen heensnellen. Hij
kende dien waaier zeer goed en drukte
hem met teederheid aan z|jn lippen.
Bij zijn terugkeer was de jongedame
reeds verdwenen. Te vergeefs wachtte
hij nu geruiraen tijd aan de deur der
kleedkamer, of zij uit die deur weer
te voorschijn zou komen. Toen hij
eindelijk de hoop moest opgeven haar
nog eens te zien en met eeD vrien
delijken glimlach beloond te worden,
verliet hij de balzaal, die hem nu
ledig scheen, en ging de straat op.
Achteloos dwaalde de jonkman nog
langen tijd in zoet gepoins door de
straten, voor hij zijne woning opzocht
en ter ruste ging,
Den volgenden morgen was Felix
Haardt in zoo'n gedrukte stemming
als niemand zou vermoed hebben
hij zelf allerminst.
Hij zat in een poover gemeubileerd
kamertje, dat eigenlijk een aanhangsel
van zijn werkplaats daarnaast was.
Hij was bezig iets te doen, maar hield
daarmee op en liet droevig het hoofd
hangen.
En waarmede was hij bezig?
Met het inpakken van verschillende
voorwerpen van waarde, die hy in
een reistasch deed, welke geopend
voor hem op de tafel stond. Meer
malen hield hij even op, om in de
kamer heen en weer te loopen en
half luid tot zichzelf te spreken. Dit
laatste was een gewoonte, die het ge
volg was van zijn eenzaam leven,
dat hij geheel aan de kust wijdde.
„O, mijne ouders behooren niet tot
diegenen, die een kunstenaar onder
de nuttelooze menschen rekenen,"
heeft zij gezegd. Dat klonk bemoedi
gend. Eu hoe lief zei ze dat! Maar
zou ze hetzelfde wel zeggen als ze
mij bezig zag met hetgeen ik nu
doe? En dan haar ouders, haar vader,
die rijke consul Hansen
„Ja, mijnheer Hansen!" zou ik
moeten zeggen, als hij nu kwam bin
nenstappen „de jonge beeldhouwer
Felix Haardt is juist bezig zijn kost
baarste voorwerpen in to pakken
om ze naar de lommerd to bren
gen. De nog onberoemde en uwer
familie onwaardige beitelaar wil u
héden een beleefdheidsvisitie bren
gen, om naar den welstand uwer
dochter te informeeren. Daartoe ont
breken hem echter eenignoodzakelijke
dingen, om zijn uiterlijk een behoor
lijk aanzien te geven. Zoudt ge het
u kunnen voorstellen, mijnheer Han
sen? Dat jongraensch is tot over de
ooren verliefd op uwe dochter en
zou haar liefst dadelijk naar het hu
welijksaltaar geleiden".
By deze woorden onderbrak Felix
zijn alleenspraak met een bitteren
lach en zette zijn wandeling in de
kamer met zenuwachtige haats voort.
Daar viel zijn oog op den waaier,
die haar toebehoorde. Hij Dam hem
op wikkelde met zorg het papieren
omhulsel er af en drukte het voor
werp aan zijn lippen.
De herinneringen, die nu bij hem
levendig werden, vaagden weldra alle
verbittering van zoo even bij hem weg.
een waarde, die overeenkomt met
een jaarlljksch bedrag van 360 mil-
lioen dollar meer, dan er in|hetjjaar
tevoren is geleverd. Men zou dus glo
baal kunnen zeggenvoor 80 raillïoen
dollar meer dan in Februari 1914.
Na Februari is het bedrag misschien
nog gestegen. Als landen, waaraan
geleverd wordt, worden genoemd
Engeland, Frankrijk, Rusland enltalië.
Dultschland's grootste vijand.
Onder dit opschrift schrijft de be
richtgever van het „Handelsblad" te
Waschington.
Duitschland heeft een vervaarlijken
vijand in Amerika, een tegenstander
die het volk der Duitschers meer
kwaad doet dan alle Fransche en
Engelsche, groote en kleine kanonnen
tezamen. Die vijand heet Duitschland.
Het is wel de tragiek van onze ooste
lijke buren, dat zij steeds niet op den
spijker maar op den eigen duim slaan.
Z(j geven zich moeite en nog meer
moeite, moeite zonder einde om toch
maar aan de heele wereld te bewijzen,
dat zij, de Duitschers, gelijk hebben.
Zij doen dat op een manier, die alle
menschen tegen in drijft. Hoe hooger
geplaatst de Duitsche onderdaan, boe
erger vijand van zijn vaderland hij
is. Om maar eens een voorbeeld te
noemen. De Duitsche onderzeeërs
laten een passagiersschip met honderd
en tien passagiers en bemanning
zinken De Amerikaansche pers, zonder
uitzonderling, keurt een dergelijken
moord af. „Ach, kom", zegt de heer
Dernburg, vroeger minister van ko
loniën, „zoo erg is dat niet. Natuur
lijk is het te betreuren dat er zooveel
menschen bij omgekomen zijn. Maar
die waren gewaarschuwd en wij kun
nen er dus niet zoo heel veel mede
lijden mee hebben", en de gemoede
lijke excellentie gebruikt de gelegen
heid om nog eens te bewijzen dat
Engeland aan alles schuld heeft en
dat alles wat men Engeland aandoet
toch nog altijd te goed is. En het
koor van Duitsche professoren in Ame
rika, en die zijn zoo menigvuldig
als Zwitsersche schoorsteenvegers in
Holland, dat koor galmt luid „Enge
lands eigen schuld. Wie op een En-
gelsch schip vaart moet er op reke
nen, dat hij in de lucht kan vliegen
en het spijt ons heelemaal niets."
De vraag is, wat bereikt met een
dergelyne redeneering? Niets. Men
verbitterd den Amerikaan, die toch
niet zal inzien dat het verdrinken
van ongewapi nde passagiers zoo'n
kleinigheid is en Duitschland staat
verder dan ooit verwijderd van de
sympathie der Yereenigde Staten.
Er is op het oogenblik in Amerika
n klein heirleger Duitsche apolo-
gisten. Het zijn allen vrienden van
de „Wahrheit", zooals men die in
Berlijn ziet en terwille van die „Wahr
heit" maken z(j zich vijanden, te
morgen, middag en avond. Het komt
er niet op aan, waarover het handelt.
De Duitsche professor schrijft zijn
stukje voor de krant en met bekenden
furor" valt hij den verfoeilijken Brit
aan en stelt dat perfide wezen ten
toon.
Nu is er natuurlijk In dien haat
veel vergroeide liefde. Het Duitsche
volk beeft niet voor niets gedurende
een dozijn jaren getracht de Britten
na te doen in uiterlijke verschijning
en sport en flve o'clock tea en bar-
rooms. Nu het blijkt dat Engelschman
voor al die vleiende initatie hoege
naamd geen gevoel had, is het er
niet beter op gewordeD. Zoo is het
ook eenigszins gegaan met Amerika.
Ook hier heeft men dikwijls getracht
den Amerikaan door imitatie te vleien.
Men werd zelfs plus Americain dan
zeggen wij b.v. Roosevelt. Ennube
merkt men dat men toch eigenlijk
ook hier te lande byna geen enkelen
vriend heeft.
Hoe zit dat toch? Waarom waar
om, vraagt de Duitsche professor in
partibus infidelium, worden wjj zoo
verkeerd begrepen waar wij ook maar
heen gaan Wij bedoelen het toch
zoo goed.
De oplossing in Amerika is gemak
kelijk genoeg. Verkeerde manieren.
Onhandige wyze van optreden. Het
geloof dat als men het zelf, volgens
eigen inzichten, bij het rechte einde
heeft, dat dan ook niemand meer het
recht heeft tegen u te argumenteeren.
Dat eeuwige gedisputeer tegenover
een ieder en alles waarmede men
het niet eens is. Het is ongelukkig,
maar het is zoo.
Als men tegenwoordig, na een half
jaar oorlog, een fatsoenlijk woord
zegt voor de Duitschers, moet men
zich eerst excuseeren. Zoozeer heeft
Duitscher zelf zijn eigen ruiten
ingegooid met de onhandige steenen
van zijn zware argumenten.
Het is heusch heel treurig. Men
heeft geen idee van wat de Duitscher
hier allés niet slikken moet. In het
Oosten, by voorbeeld in Boston, is de
Duitscher een soort van paria ge
worden, dien men nu wel is waar
geen direkt kwaad doet, maar die
toch ook niet al te veel beweren
moet of hij krijgt te hooren dat men
zonder zijn „beestachtige opinies"
volkomen gelukkig kan zijn. En dat
heeft de onschuldige Duitscher geheel
alleen te danken aan de onhandige
endikw|jl3 kwaadaardige argumenten
van de Duitsche professoren en hun
onbegrijpelijke schrijverij.
Zelfs nu na zes maanden gaat de
Duitsche apologist door over België
en in het bijzonder over Leuven te
schrijven, alsof het boven allen twij
fel verheven ware dat het verderfe
lijke volk der Belgen aan alles wat
er tusschen Maas en Schelde gepas
seerd is, de schuld had. De „Belgi
sche schoften" worden nog even hard
uitgemaakt voor al wat leelyk is, als
gedurende de eerste zes weken van
den oorlog. Toch konden de schrij
vers van dergelijke dokumenten weten
dat Amerika, dat millioenen geeft
voor de Belgische bevolking, weinig
belang stelt in deze onbewezen praat
jes van de Duitsche pers en Gene-
ralen Staf.
Maar neen, het gaat rustig door.
Het wordt er niet beter op. Het ge
kijf is niet van de lucht en Amerika's
opinie over het Duitscho vaderland
wordt daardoor, meer dan door eenige
andere oorzaak, hoe langer hoe
slechter. En het gevolg ervan kan
men bemerken in den toenemenden
stroom van vrijwiligers die via Cana
da naar Vlaanderen reizen om daar
tegen de Duitschers te vechten, aan
de milloenen die naar België en
Servië gaan om het volk voor hon
gersnood te behoeden.
„Slechts een artlllcrli-ducl".
Een soldaat van het Westelijk front
heeft in de loopgraven een der kran
ten van huis ontvangendaarin leest
hij als oorlogs-bericht van den dag:
„Heden niets bijzonders te ver
melden; slechts een artillerie duel."
En dan zendt hy aan de redactie een
protest in dezen vorm:
„Gy kunt u daar thuis niet voor
stellen deafschuwlykheid van hetgeen
in deze woorden ligt opgesloten.
Want wat beteekent de zenuw-span
ning van een infanterie-gevecht, wat
zelfs een storm aanval, tegenover
het martelende, opzweepende, zenuw-
verwoestende geweld van een 24-uur
artillerie-gevecht? Met een salvo uit
vier kanonnen vangt het aan, om
dadeiyk daarna een helsch lawaai te
doen losbarsten. Fluitend sissen de
granaten der veldkanonnen door de
1 lucht, daartusschen bruisen de schoten
houwitsers, en daarboven rollen
de Ijzer-massa's der mortier-stukken
naar den vyand, die evenwel op
gelijke wyze antwoordt.
„Overdag is Jde indruk daarvan
overweldigend, soms verheffend dan
weer verpletterend. De waarnemingen
gaan door de ooren tot de hersens,
en daarop komen ze neer als met
hamerslagen. Er is geen ontkomen
aan. Men zou willen roepen: „Halt!
al was het slechts een paar minuten
halt!" Maar onverbiddellijk dondert
de reuzen-pauke voort.
's Nachts wordt de indruk demo-
nischer. Dan bliksemen naar alle
kanten de stralen bundels der uiteen-
springende schoten. Aan den donkeren
hemel verschijnen bijna zonder tus-
schenpoozen de lichtende punten, de
baan van het schot aangevend. Dat
brult en kraakt, dat huilt en sist,
fluit en giert, en al die geluiden
vereenigen zich tot een kabaal, waar
bij geen sekonde rust wordt gelaten.
Dat gaat zoo het eene uur na het
andere, tot men uitgeput raakt, tot
hersenen geen indrukken meer
„En dan, even plotseling als het
begonnen is, houdt het geweld op.
„Die eerste minuten van stilte zijn
verraderlijk. In de ooren dreunende
geschutabonken nog na; de hersens
trachten aanvankeiyk tevergeefs zich
tot een vaste gedachte te bepalen.
Pas langzamerhand heel langzaam
aan lost de zenuw-spanning op, en
ban de gewone toestand weder in
treden.
„Ik spreek niet eens over het ge
vaar. Want ligt men in een beschoten
stelling, dan knaagt onophoudeiyk
dit ééne gevoel, dat er geen middel
bestaat, om aan het dreigende gevaar
te ontkomen. In het infanterie-gevecht
staat men nog met wapens tegen
over den vijand; by den stormloop
kykt mon hem zelfs in het oog.
Maar by het artillerie gevecht ligt
men weerloos, machteloos blootge
steld aan het woedend-blinde toeval.
En indien men dan nog één gedachte
verwerken kan, dan ia het ongeveer
deze, dat wanneer het eerste schot
achter de plaats waar men dekking
heeft trachten te vinden, inBlaat, en
het tweede schot daarvoor treft,
dat het derde schot wel de plaats
zal vinden, waar men te wachten
ligt.
„En dan wordt er in het dag
rapport van den generalen staf mel
ding gemaakt van: .„Slechts een
artillerie-duel"-
„Hoe mooi is hij", zeide hy, terwyl
hy den waaier streelde. „Zoo mooi
als alleen voor haar past. En hij zal
wel veel geld kosten ook".
In gedachten verdiept, slaakte hij
een zucht, wikkelde toen den waaier
weer zorgzaam in het papieren om
hulsel en legde hem voor zich neer.
Doch do gevoelens, by hem opge
wekt door den waaier, deden hun
invloed gelden. Hy werd weer vroo-
lyk en sprong op met de woorden
„En wat beteekent het ook? Ik
ben geen millionair, ik zal het waar-
schyniyk nooit worden ook, maar
dat woet Margaretha, zij moet dat
weten! Maar toch heb ik het trots
alles zoover gebracht, dat ik durf
zeggen: ik heb een toekomst 1 En
een vrij goed inkomen heb ik nu
reeds. Dat ik op het oogenblik geen
geld heb, is zuiver toeval. Dat zou
niet zoo zyn, als ik die buste betaald
had gekregen, zooals ik hoopte, en
als ik mama niet juist zoo'n duren
pelsmantel had gezonden, 't Is waar,
dat deed ik half uit ydelheid, om de
kleinsteedsche lui te ergeren want
die denken ook dat een kunstenaar
nooit anders dan gelapte laarzen kan
dragen. Wat zal mama trosch zyn
als ze haar vriendinnen kan vertellen
„Dat is een geschenk van myn zoon,
den beeldhouwer!" En dat doet me
juist het grootste plezier, als mama
trosch op my ls. Geld leenen
neen, dat heb ik nog nooit gedaan.
Ik had waarachtig niet gedacht dat
ik na het verlaten van de kunst
academie nog ooit wat naar den
lommerd zou brengen, maar kom
zoo moet het toch".
Er werd geklopt. Haastig pakte de
jonkman de voorwepen van de tafel
bij elkaar in de tasch, sloot die en
riep: „BinnenI"
De binnentredende was een kruier,
die van tijd tot tyd voor Felix bood
schappen deed en daardoor op ver-
trouwelljken voet werd behandeld.
Ha, ben jy het Schreuder?" riep
hij hem toe.
,Je komt goed van pas, daar ligt
het bewuste," en hij wees op de reis
tasch. „De tasch kan je er ook wel
laten biyven".
„Goed, mijnheer," zei de man, die
de bedoeliug wel begreep. „Hoeveel
moet ik meebrengen?"
Ik heb tachtig h negentig gulden
noodig, breng je meer, dat kan geen
kwaad. En op jou naam hoor," zeide
hij, een weinig kleurend.
„Natuuriyk, dat doe Ik altijd, myn-
heer," antwoordde de kruier trouw
hartig en vertrok met de tasch.
Zoodra deze pyniyke aangelegen
heid was afgedaan, kwam de jonge
kunstenaar weer in goeden luim. Hy
ging in zyn atelier en boetseerde
daar een vrouwenhoofd, dat bijzon
der gelukkig uitviel; het bleek spre
kend opraadt eens?
Hy liet zich in zijn arbeid niet
storen door de terugkomst van den
trouwen kruier.
„Geld als water, mynheer," riep
deze hem reeds op de drempel toe
en legde toen een bankbiljet van drie
honderd gulden voor hem op de tafel,
Ingezonden Mededeellng.
Vele vrouwen hebben het verkeer
de idee, dat elke pyn ter hoogte van
de heupen of in het smalle gedeelte
van den rug „zwakte der vrouw eigen"
is en dient te worden beschouwd als
een kwaal, waarmede vrouwen in het
hizondor aangedaan zyn.
Zulk een geduldig lijden mag dik
wijls voorkomen, dikwyis is het on-
noodig. Nierzwakte, by vrouwen zoo
wel als by mannen, veroorzaakt rug-
pyn, scherpe steken by bukken of
opstaan, terneerdrukkende pijnen, aan
vallen van moedeloosheid, zenuw
achtigheid, duizeligheid, hoofdpijn,
urinekwalen, zwelling der enkels of
ledematen.
Het leven der vrouw maakt haar
tot een gemakkeiyk slachtoffer van
nieraandooningen. Hetdikwijls in ge
bukte houding moeten werken, de
vorming, de geboorte van kinderen
en de inspannende taak van deze te
moeten opvoeden, het keeren der jaren,
het leven binnenshuis, koude, koorts,
verstopping, enz. zijn dikwijls de oor
zaak van verzwakking der nieren.
Begint dan met bet gebruik van
Foster's Rugpijn Nieren Pillen, dio
nieuw leven en kracht aan duizenden
vrouwen gebracht hebben. Het is uw
'ilicht, zoowel voor uzelf als voor uw
luisgezin, om de eerste verschijnselen
niet te verwaarloozen. Wacht niet,
totdat uw kwaal zich verder kan ont
wikkelen tot waterzucht, suikerziekte,
nierontsteking, niersteen.
Te Den Helder verkrijgbaar by de
Fa. De Bie Biersteker, Keizerstr. 93.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel k f 1.76 voor één, of f 10. -
voor zeB doozen.
Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, wei
gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (61)
..Wat ia dat? Zooveel geld? Dat
had Ik niet gedacht 1" sprak de beeld
houwer verwonderd, stak daarop het
bankbiljet in zUn zak en liet den
kruier met eene ruime belooning
heengaan.
Het uur der bezoeken was aange
broken. Felix had zich gereed ge
maakt; het rytuig stond voor de
deur.
„Nu de waaier nog," sprak by bij
zichzelven en wilde hem by zich
steken, maar die lag niet meer op
de plaats waar hy hem had neerge
legd.
Felix zocht overal, hij wierp alles
door elkaar, hy keek alles voor de
tweede maal nade waaier was
nergens te vinden.
„Hij moet er zyn. Er is niemand
hier geweest dan de oude Schreuder
en die is een eeriyke kerel".
Hy keek op zyn horloge.
„Och hemel, al zoo laat! Ik moet
weg, anders kom ik te laat. Ga ik
vandaag niet, dan geef ik het voor
goed op; morgen zou het reeds be-
lacheiyk zijn".
Vluchtig bekeek hy nog even voor
den spiegel zijn kleeding en stapte
toen in het rytuig, dat hem in draf
naar het huis van mynheer Hansen
bracht.
(Wordt vervolgd.)