HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4464
DINSDAG 11 MEI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37i„ 45 „0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Adverteniiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meBr 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewljs-oxemplaar 2J cent.
Op Donderdag
a.s. (Hemelvaartsdag)
zal ons blad
verschijnen.
niet
Op pagina 4 van dit blad is
opgenomen
1. Feuilleton, enz.
2. Ingezonden.
DE OORLOG.
De officieele legerberichten van
7, 8 en 9 Mei 1915.
Van het Westelijk front.
Van Fransche zijde wordt mede
gedeeld, dat een vlieger er in geslaagd
is de plaats te vinden waar de zware
Duitsche kanonnen, welke de vesting
Duinkerken beschoten hebben, te
vinden.
De vlieger daalde tot 150 M. boven
de uit gewapend beton bestaande
kazematten, en nam daarvan een foto.
Vervolgens werden een groot aan
tal bommen erop geworpen.
Het Fransche bericht van den
8sten meldt dat twee zwakke aan
vallen ten W. van Beau-Séjour en
Péronne in Champagne, afgeslagen
werden. De operaties werden door
slecht weer belemmerd. Wel werden
artilleriegevechten gevoerd welke
vooral op de Maasheuvels bijzonder
hevig waren.
Het Fransche bericht van 8 Mei
geeft aan dat de Duitschers Vrijdag
bij het aanbreken van den dag hevige
aanvallen deden op de Engelsche
stellingen bij St. Julien. Deze aan
vallen werden echter afgeslagen onder
zware verliezen voor de Duitschers.
Zuidelijk van Yperen, op heuvel
60 werd een gedeelte van de verloren
loopgraven door de Engelschen her
overd.
In het communiqué van 9 Mei
wordt medegedeeld dat in de streek
van Lens een Fransch batailion zich
door een goedgeslaagde overrompeling
in -het bezit stelde van een sterk
bolwerk der Duitschers, en daarbij
100 krijgsgevangenen maakte.
Bij Bagatelle in Argonne en in het
bois le Prétre werden de Duitsche
aanvallen afgeslagen. In den Elsas
gingen de Franschen aan den rech
teroever van de Fecht een K.M.
vooruit in de richting van Metzeral.
Het Duitsche legerberieht van den
8sten zegt eveneens dat op het groot
ste gedeelte van het front artillerie
gevechten plaats vonden.
Alleen in de Vogezen kwam het
tot infanterie-gevechten. Hier werden
de Duitsche stellingen bij Steinabrück,
nadat zij langen tijd door vijandelijk
geschut beschoten waren, door de
Franschen aangevallen. Alle aanval
len mislukten echter.
Het bericht van den 9en deelt mede
dat bij de voortzetting van do aan
vallen op Yperen de vijanden weer
achteruit gedrongen werden en de
Duitschers daardoor in het bezit
kwamen van eenige, de omstreken
van Yperen beheerschende hoogten.
Tot dusver wedden 800 Engelschen,
waaronder 16. officieren, gevangen
genomen.
Aanvallen der Franschen ten W.
van Lieven, N.O. van de hoogte van
Lorette (bij Arras) en bij Perthes
werden afgeslagen.
Bij La Bassée en bijVitry werden
vijandelijke vliegtuigen tot landen
gedwongen.
Van het O o s t e 1 Ij k front.
Van Russische zijde wordt d.d.
8 Mei gemeld:
In de streek van Mitau houden de
Russische troepen voeling met den
vijand.
Het onlangs behaalde succes in de
streek van Mlawa wordt voortgezet.
Twee dorpen werden bezet, terwijl
drie tegenaanvallen der Duitschers
afgeslagen werden. Eveneens vruch
teloos waren de pogingen van den
vijand om de boerderij Pomiani te
heroveren.
Op 6 Mei trachtten de Duitschers
in de buurt van Kozlowets dePilica
over te trekken. Zij werden echter
teruggeslagen.
Over de gevechten in Galicie wordt
medegedeeld, dat zij met dezelfde
hardnekkigheid voortduren. Tevens
wordt gemeld dat op het front tus-
schen Weichsel en Galicie nieuwe
Duitsche legercorpsen zijn aange
komen. (De vermelding van de laatste
omstandigheid pleegt in de Russische
berichten, de mededeelingen over
ondervonden tegenslagen vooraf te
gaan).
In de richting van Mezö Laborcz
werden met de bajonet 6 krachtige
Russische aanvallen afgeslagen.
Het Russische communiqué van 8
Mei bevat de mededeeling, dat Libau
door Duitsche kruisers en torpedo
booten werd beschoten. Een der laatst
genoemde schepen liep op een mijn
en zonk.
Verder wordt gemeld, dat de Russen
ton Z.W. van Mitau met goed gevolg
tot het offensief zijn overgegaan. Ook
in de richting van Rossieny werden
gevechten geleverd.
Nieuwe aanvallen der Duitschers
op de hoeve Pomiany werden afge
slagen.
Op 6 Mei duurden de hardnekkige
gevechten tusschen de Weichsel en
de Karpathen nog voort. Echter zon
der succes voor den vijand. De tegen
aanvallen der Russen daarentegen
worden menigvuldiger.
Thans wordt ook de terugtocht
gedeeltelijk erkend. Er wordt n.i.
medegedeeld, dat tijdens de terugtocht
in de richting van Dukla de 48ste
divisie der Russen omsingeld werd.
Deze divisie, onder bevel van gene
raal Kornilof, slaagde er echter in
door te breken en vereenigde zich
later weer met haar corps.
Uit het oorlogsperskwartier wordt
aan het „Berl. l'ageblatt" gemeld,
dat het nu verslagen gedeelte van
het derde Russische leger op vier
korpsen geraamd wordt. Van deze
vier korpsen werd 30pCt. gevangen
genomen, 20 pCt. sneuvelde, terwijl
50 pCt. ontkwam. Een groot deel van
déze laatsten zullen evenwel ook nog
in handen der Duitschers vallen, daal
de verbindingswegen voor vele troepen
afgesneden zijn. Het verlies der Russen
aan dooden, gewonden en gevangenen
bedraagt reeds meer dan 100.000.
De militaire medewerker van de
„Grazer Tagesposr," deelt mede, dat
de Russen uit alle streken verster
kingen aanvoeren. Hij gelooft dan
ook, dat wij voor een nieuwe slag
staan, welke woeden zal van de Nida
tot aan de Boekowina.
Het Duitsche legerberieht van 9
Mei meldt dat Libau bezet is. 1600
gevangenen, 5 kanonnen en 4 machine
geweren vielen in Duitsche handen.
De actie tegen Libau werd door de
vloot ondersteund. In Z.W. Galicië
zijn de troepen van generaal von
Mackenzen reeds de Wisioka over
getrokken. Sedert 2 Mei zijn op het
Z.O. gevechtsterrein 70.000 Russen
gevangen genomen. 38 kanonnen,
waaronder 9 van zwaar kaliber wer
den veroverd.
Van Duitsche zijde wordt d.d. 9
Mei gemeld, dat te Libau groote hoe
veelheden oorlogsmatériëel in beslag
genomen werden. Erkend wordt dat
de troepen ten Z.W. yan Mittau voor
de steeds meer opdringende Russen
terug moesten gaan.
N.O. van Kowno werd een Russisch
bataljon vernietigd en de spoorlijn
Wilna—Schawly totaal vernield.
Aan de Njemen werden 4 Russische
bataljons uiteengeslagen. Russische
aanvallen aan de Pilitza werden afge
slagen. In W. Galiciëblijven wij de
Russen achtervolgen. Aan het Kar-
pathen-front werd de vijand uit zijne
stellingen op de lijn Mezölaborecz
Sanok Verdreven.
De Oostenrijksche berichten geven
aan dat de gevolgen van den tegen
slag d6r Russen op het front tusschen
Dunajec en Karpathen, zich thans
ook doen gevoelen op het overig
Karpathen-front,. De geheele positie,
en de door do Russen bezette strook
van Hongarije moet thans, in enkele
dagen door hen worden ontruimd.
In West-Galicie maken de opera
ties goeden voortgang. Krosno werd
Vrijdag door de Oostenrijkers bezet.
Op het front in de Beskiden zijn ver
scheidene groepen Russen omsingeld.
Het bericht van den 9en meldt,
dat de Oostenrijkers den grenakam
der Karpathen overschreden hebben.
Over een front van meer dan 200
K.M. lengte, (van den Wechsel tot
den Uszok-pas) trekken de Russen
thans terug.
Ten O. van Ottynia werden de
Oostenrijksche stellingen door sterke
Russische afdeelingen aangevallen.
Het gevecht duurt nog voort.
In de Boekowina werd het krachtig
versterkte bruggehoofd Zaleszszyki
dat de Russen in wanhopige ge
vechten trachtten te behouden, stor
menderhand veroverd. Tot over den
Dnjestr werden de Russen vervolgd.
3500 man werden gevangen genomen.
Van Turksche zijde wordt over
igevechten aan de Dardanellen
gemeld, dat de vijand de oude stel
lingen bij Ari Boernoe bezet houdt.
Bij Sedil bahr ondernam hij in den
voormiddag van den 7en verscheidene
aanvallen welke alle mislukten.
Door tegenaanvallen werden de
vijandelijke troepen tot aan de lan
dingsplaatsen teruggedreven.
Volgens een mededeeling uit goede
bron te Konstantinopel, zijn zes
Turksche transportschepen door de
Russen in den grond geboord voor
den Bosporus, terwijl twee andere
transportschepen in de Zee van Mar-
mora zijn gezonken op nog onbekende
wijze.
Het Turksche leger van Adrianopel
vertrok naar Midia (aan de Zwarte
Zee).
Uit den Kaukasus wordt door
de Turken bericht, dat het in de
buurt van Dilman tot onbeduidende
schermutselingen kwam tusschen de
Russen en vliegende colonnes der
Turken. Overigens wordt nog mede
gedeeld dat een krachtige tegenaanval
ondernomen werd tegen de Russen
die in de streek Z.W. van Olty tot
offensief waren overgegaan, met het
gevolg, dat de Russen in de richting
van Narman teruggeworpen werden.
Van het Westelijk front.
Het chloorgas.
Londen, 9 Mei. De „ooggetuige" in
het Britsche hoofdkwartier (in Noord-
Frankrijk en West-Vlaanderen) geeft
er in zijn jongste mededeelingen over
de recente operaties om Yperen
een beschrijving van, hoe een Prui
sisch officier was gevangen genomen
en achter de linie gebracht een
paar Engelsche soldaten zag, die door
het stinkgas waren buiten gevecht
gesteld en in doodstrijd naar adem
lagen.te snakken. De Pruisische offi
cier hield stil, barstte in lachen uit
en op de op den grond liggende
gestalten wijzende vroeg hij„Hoe
vind je dat?" De „ooggetuige" besluit
zijn relaas aldus: „Hetaanschouwen
van makkers, die liggen te krimpen
en te kreunen in hun lijden door de
gasvergiftiging, en die stervend rond
wentelen als vergeven ongedierte,
heeft onder de Britsche soldaten een
verbittering gewekt die hopen wij
overal in het Britsche Rijk zal
worden gedeeld, en die zal maken,
dat wij niet zullen rusten voor wij
volle vergelding hebben verkregen
tegen diegenen, die voor deze gruwe
len verantwoordelijk zijn.
Van het Oostelijk front.
De overwinning in West-Galicië.
Majoor Moraht .beschrijft als volgt
den toestand op het West-Galiscbe
oorlogsterrein
De Russen zijn gedwongen hun
front Malastow-Gorlice Gromnik en
noordelijk daarvan op te geven. Hun
terugtocht naar het oosten was on
vrijwillig en overhaast en de bond-
genooten vervolgden ben en kwamen
over de Dunajec. De Oostenrijk-Hon-
gaarsche troepen hielden sedert maan
den in West Galicië een druk van de
Russische troepen uit. De Duitschers
vormden een nieuw leger onder kolo-
nelgeneraal Von Mackensen, dat
onder het opperbevel trad van den
veldmaarschalk aartshertog Friedrich.
Het front van den vijand, dat inge
drukt is, had een breedte van negentig
kilometer en liep vandeOost-Beskiden
tot aan de Weichsel.
Zoolang aan de Narew of in de
Karpathen om de beslissing gevochten
werd, konden beide vijanden geen ver
sterkingen naar het West-Galische
oorlogsterrein zenden. Desuiettemin
werd door artilleriegevechten de be
slissing voorbereid. Lette mén verder
op de bezorgde stemmen uit Peters
burg, die niets meer schenen te
vreezen dan een plotseling optreden
van de verbonden legers in West-
Galiciö, dan kon men aannemen, dat
het Russische legerbestuur bepaalde
redenen had voor deze vrees. Deze
•redenen bestonden in de onmogelijk
heid om het WeBt-Galische front te
versterken. De vrees voor onze vij
anden was in West Galicië of Zuid-
Polen verrast te worden door een
algemeen offensief, voor het mogelijk
was de reserves, die voor de Kar
pathen bestemd waren, daar heen te
zenden. Ook moest men uitreken, dat
hoe dieper de Russen in de Bosch
Karpathen en in de Oost-Beskiden
naar het Zuiden doordrongen, het ge
vaar op de rechter flank van de
Dunajec uit des te grooter werd. Op
het oogenblik, waarop de Russische
troepen uitgeput waren tegenover de
Karpathen en geen nieuwe reserves
meer konden worden aangebracht,
van dat oogenblik af moest het Rus
sische offensief tegen de Karpathen
voor onze vijanden noodloottig worden
als onze krachten zich versterkten,
hetgeen gebeurd is.
Op Zee.
De „Lusitania".
Zoools wij gedeeltelijk onder de
rubriek laatste berichten in ons vorig
nummer konden vermelden bleek
uit de mededeelingen van een geredde
journalist, dat de „Lusitania" door
twee torpedo's werd getroffen. De
eerste raakte het voorschip, terwijl
de tweede de machine-kamer trof.
Dadelijk begon de bemanning de pas
sagiers in de booten te brengen.
Toen het schip snel zonk sprongen
tal van menschen met hunne reddings
gordels over boord.
Bijna alle officieren gingen met
het schip ten onder. De kapitein
welke tot het laatste toe op zijn post
bleef', werd naderhand opgepikt.
Volgens verhalen van overlevenden
was het een heldere, kalme, zonDige
namiddag, toen de „Lusitania" werd
getorpedeerd.. De meeste passagii
hadden juist hun noenmaal gebruikt
en waren verzameld op het dek om
de Iersche kust gade te slaan, toen
een witte streep werd gezien, die
het schip over het blauwe water
naderde. Er volgde een vreeselljke
krak. De groote mailboot trilde van
voor tot achteren. Ze begon om te
zwaaien, daar men hoopte de kust
nog te bereiken. Maar een tweede
torpedo trof haar. Het schip kreeg
nu zwaar slagzij en ging snel naar
omlaag. Binnen 20 of 25 minuten
na de eerste ontploffing zonk het.
Door het overhellen was het onrao-
lijk de booten aan bakboord te strijken.
Enkele matrozen hebben een oogen
blik een glimp van een duikboot ge
zien, maar ze dook snel onder en
vertoonde zich niet meer.
Alle overlevenden roemen de be
wonderenswaardige kalmte die pas
sagiers en bemanning aan den dag
hebben gelegd bij het plaats nemen
in de sloepen. Vrouwen en kinderen
gingen steods voor. Toen de groote
boot zonk, werden vijf sloepen i
gezogen in den draaikolk. Toen het
schip in de golven verdween, spron
gen honderden overboord. De meesten
hunner werden in de diepte gezogen,
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Heerenmode-Artikelen.
Gemaakte kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
maar velen slaagdèn er in, zich vast
te klampen aan hout en wrakstuk
ken, die door de ontploffing in zee
waren geslingerd.
Sommigen zijn op wonderbaarlijke
wijze gered. Er werden er in de
sloepen gesleurd na driemaal te 2ljn
ondergedoken. Lady Mackworth werd
in bewusteloozen toestand gered,,
nadat ze drie uur in 't water was
geweest, drijvende gehouden door baar
reddinggordel.
Er deden zich heel wat droevige,
aangrijpende tooneelen voor teQueens-
town, waar vrouwen naar haar man
nen zochten, mannen naar hun vrou
wen. moeders naar haar kinderen.
Onder de overlevenden zag men een
bejaarde vrouw wier grijze haren
druipend nat over haar schouders
vielen, en ook jonge moeders met
zuigelingen in de armen.
Totdusver zijn er 126 lijken aan
wal gebracht, mannen, vrouwen en
kinderen van alle leeftijden. Er waren
twee kinderen bij, die elkaar in de
armen gedrukt hielden.
Afgescheiden van de oorlogsrisico
was de „Lusitania" verzekerd voor
f9.600.000.
Volgens de mededeelingen van
ambtenaren der Cunard-liju had de
Lusitania vermoedelijk goud in baren
aau boord, behalve de lading van
1200 ton en de postzakken.
De booten van het schip konden
2600 personen bevatten.
De AmerikaanschePers.
In Amerika heeft het torpedeeren
van het groote stoomschip diepen
indruk gemaakt. Wegens het om
komen van Amerikanen wordt de
toestand als de meest ernstige sedert
het uitbraden van den oorlog be
schouwd. De Amérikaansche bladen
laten zich niet onbètuigd. Door een
der bladen werd gezegddeze schand
daad zal Engeland slechts stalen tot
meer offers in het vaste besluit om
Europa en de wereld te zuiveren
van een giftige pest.
De Daily Esgnors, drukt zich nog
krasser uit, daarbij doelende op de
waarschuwing die door verschillende
Amerikanen werd ontvangen.
Als Bernstërff (de Duitsche gezant)
zoo zegt het blad wegens
moord in hechtenis genomen, en naar
den electrischen stoel verwezen werd,
zóu het een prachtige slag ten bate
der menschheid zijn.
De „World" verklaart:
„Het. gebeurde met de Lusitania
stelt alle zelfbeheersching en zelfbe
dwang op den proef.
Door de Duitsche autoriteiten wordt
als verzachtende omstandigheid aan
gevoerd dat de Amerikanen een be
hoorlijke waarschuwiug gekregen
hebben dat het schip zou worden
Maar moord wordt niet onschuldig
of onschadelijk indien- het slachtoffer
van te voren was gewaarschuwd, dat
hem een slag zou worden toegebracht,
wanneer hij bleef volharden in de
uitoefening van z|jn wettig recht.
De „New-York Tribune" is dreigen
der in zijn uitlatingen. Dit blad
merkt op:
De president kan zich verzekerd
houden van den steun der burgers
van alle partijen. In 't aangezicht
van deze nationale ramp zullen wij
slechts één gedachte hebben, slechts
één plicht, en slechts één besluit.
De natie die zich de matrozen van
de Maine herinnerde, zal de burgers
van de Lusitania niet vergeten.
Washington, 8 Mei. De eerste for
meels uitlating van het Witte Huis
over het gebeurde met de Lusitania
ia vervat in een mededeeling, heden
avond gedaan door den secretaris van
president Wilson. Deze zeide, dat de
president natuurlijk zeer droef gestemd
is over den ernst van den toestand,
doch dat hij met kalmte den weg zal
gaan, dien hij moet volgen. Hij weet,
wat de wil is van het Araerikaansche
volk en hij zal met beslistheid zoo
wel als met kracht optreden.
Het hoofdartikel van de Engelsche
„Times" spoort al is het niet open
lijk Amerika tot den oorlog aan.
Over Duitschland schrijft het blad
o. m.:
„Het doel van den Duiischen keizer,
de Duitsche regeering en het Duitsche
volk want in deze zaak kan er
van geen scheiding der schuld sprake
zijn was moord op groote schaal,
en niets anders."
Verder wijst de „Times" op het
feit, dat het schip slechts weinig
lading in had; een opmerking welke
van belang is in verband met de uit
latingen in de Duitsche pers, waarin
wordt verklaard dat men van de
veronderstelling uitging dat de „Lusi
tania" groote hoeveelheden oorlogs
materiaal vervoerde.
Het blad veronderstelt, dat geen
bijzondere maatregelen genomen wa
ren, om het schip te beveiligen. Een
onderzoek zal dit echter nader uit-
Aan het slot van het artikel maakt
de „Times" de opmerking, dat het
den Duitschers niet kan worden toe-
gestaan, het gebouw der beschaving
te vernietigen.
De bondgenooten hebben zich thans
ernstig gezet aan de volvoering van
de taak der vergelding.
„Ook indien zij dit werk alleen
moeten verrichten zullen zij het,
zopder zwakte, ten uitvoer leggen,
wat het ook kosten moge. Maar de
vernietiging van de „Lusitania"moest
zekerlijk de komst verhaasten van
den dag, waarop iedere beschaafde
natie zich zal genoopt voelen mee
te werken aaD het brandmerken met
eeuwige schande van den renegaat
onder de volken."
De geweldige verontwaardiging
over het gebeurde met de „Lusitania"
heeft er in Liverpool toe geleid, dat
het gepeupel een aanval heeft gedaan
op een aantal Duitsche winkels. De
politie heeft twintig personen ge
arresteerd; bij een poging van de
menigte om de gearresteerden te be
vrijden, was de politie genoodzaakt,
gebruik te maken van den gummistok.
Do Fransche pers
is eveneens verontwaardigd.
Stepheri Pichon maakt zich in het
„Petit Journal" tot een der welspre
kendste tolken van de verontwaardi
ging, die in de geheele wereld ge
wekt is door het torpedeeren va.nde
„Lusitania":
„Zoekt onder do groote wreed
heden, die de geschiedenis der men-
schelijke maatschappij versombert"
zoo schrijft hij „gij zult niets
vinden, dat in koelbloedige bereke
ning den aanslag, en de omstandig
heden waaronder hij volvoerd werd,
overtreft. Deze daad van schurken
is een monsterachtige wreedheid".
In de „Echo de Paris" vraagt Jean
Herbette boe het nog mogelijk is dat
de Duitsche gezant met welvoldanen
glimlach nog wandelt door de stad, die
den roemrijken naam van Washing
ton draagt, en te midden van voorbij
gangers, die door zijn regeering in
rouw z(jn gedompeld.
Italiaansche bladen drukken zich
op dergelijke wijze uit.
De Duitsche pers levert natuurlijk
ook tal van beschouwingen over het
torpilleeren vau de „Lusitania".
Het „Berl. Tageblatt" verklaart
dat'zij met ontroering de tijding ver
nomen heeft, daar tal van menschen
zijn omgekomen. Maar allen die rouw
dragen moeten dit wijten aan Chur-
chili, die deze wreede wijze van oor
logvoeren heeft uitgelokt.
Naar de meeDing van het blad was
het schip bewapend. Dit wordt echter
van Eogelsche zijde tegengesproken.
De „Lokal Anzeiger" herinnert er
aan dat de „Lusitania" destijds duïk-
booten in onderdeelen heeft vervoerd.
Het blad is van meening dat het
schip ook nu een groote hoeveelheid
oorlogsmateriaal, en vooral ontplof
bare stoffen aan boord heeft gehad.
In het laatste zoekt het blad de
verklaring voor het spoedige zinken
van het schip.
De „Yossische Zeitung" zegt dat
de Cunard-lijn geen passagiers aan
boord had mogen nemen, daar de
lading van het schip voor het Engel
sche leger bestemd was.
,De „Kolnische Zeitung" is even
eens van meening, dat do lading uit
oorlogsbehoeften bestond.
Yerdor maakt het blad de opmer
king dat er wel weer heel wat leven
gemaakt zal worden over de z.g.
barbaarsche wijze van-oorlog voeren.
De Amerikanen die er bij omge
komen zijn, hebben zelf schuld aan
hun ongeluk. Zij hadden vooral na
de waarschuwing, moeten bedenken
dat het gevaarlijk was. met een
vijandelijk schip binnen de oorlogs-
zöne te komen.
Ten slotte komt nog even de
naijver boven, in de opmerking dat
het juist de met subsidie van de
Engelsche regeering gebouwde „Lusi
tania" was welke het snelheidsrecord
aan de Hamburg-Amerikalijn ontnam.
Door het Duitsche „Korrespondenz
Norden" wordt medegedeeld:
Zoodra het vaststond dat de hoe
veelheid oorlogsbehoeften, welke de
„Lustania" vervoerde, zoo groot was
dat de aan Duitschland vijandige
troepen er weken mee geholpen
zouden zijn, moest elke overweging
wijken voor de gebiedende noodza
kelijkheid om het leven der Duitsche
soldaten te velde mogelijkerwijs te
beschermen.
De Nederlandsche pers is ook zeer
verontwaardigd over deze jongste
„oorlogsdaad" der Duitsche onder
zeeërs.
Het „Algem. Handelblad" schrijft:
Een volk als het onze, dat.van
oudsher af de zee bevoer en reeds
honderden jaren geleden „de schipper
van Europa" genoemd werd, heeft
het recht en den plicht zijn veront
waardiging te uiten over de bar
baarsche wijze, waarop Duitschland
ter zee oorlog voert, schendende wat
steeds geöerbiedigd werd.
De Duitsche onderzeeërs hebben in
de laatste dagen meer dan twintig
weerlooze visschersvaartuigeu in den
grond geboord en nu op de Iersche
kust de groote mailboot, dc „Lusitania",
met haar 2000 zielen aan boord, zon
der waarschuwing doen zinken. Deze
daad is in strijd met alle wet en elk
gevoel van menschelljkheid, en wij
heffen onze stem op hoe machte
loos die ook zij om er tegen te
protesteereD, Tegen weerloozen voert
een zeevolk, dat zich voelt, geen
verdelgingsoorlog.
En verder in het algemeen over
zicht der legerberichten
„Wat met de „Lusitania" is ge
beurd, is geen oorlog meer. Dat is
moord in koelen bloede, zonder eenige
noodzaak, gepleegd, niet op soldaten,
organen van den vijandigen staat,
maar op weerlooze iqdividuen, neu
tralen of onderdanen van vijandige
landen. En daartegen dient een ern
stig woord van afkeuring te worden
gesproken."
Het blad gaat dan terug naar de
geschiedenis van de „Titanic".
„Alle bladenover de geheele wereld,
spraken toen met smartelijk gevoel
over dezon ramp, die een'gevolg was
van een niet te voorkomen natuur
verschijnsel. Dat zoo iets met moed
wil, opzettelijk zou kunnen gebeuren
leek ondenkbaar. Nu is het ondenk
bare gebeurd, het onmenschelljke,
het misdadige. Een oorlogsdaad? Een
die een rilling doet gaan over de
beschaafde wereld."
Het „Volk" schrijft:
„Deze nieuwe en tot dusver onge
hoorde buitensporigheid van het D.uit-
sche militarisme zal over de geheele
wereld een indruk maken, waarover
de tegenstanders van Duitschland
zich niet anders dan verblijden zullen
kunnen. Meer dan een bandietenstreek
van de Duitsche marine, buiten staat
de vijandelijke zeemacht schade toe
te brengen, zal men in den aanslag
op de mailboot met haar tweeduizend
opvarenden niet kunnen zien. De
publieke opinie in Engeland en zijn
koloniën, wel ver van door zulke
daden tot den vrede geneigd te wor
den, zal omgekeerd met verdubbelde
woede de voortzetting van den oorlog
eischen tegen den vijand, die van
den moord een stelsel maakte.
In „De Tijd" lezen wij dezen uitval
De commandant der Duitsche
onderzeeboot, die dit werk verrichtte,
mag er met fierheid op terugzien!
Nietwaar, satan?
Het sluit zich op waardige wijze
a!an bij de uitvinding der verstikkende
Meer zeggend dan alle commentaar,
geeft de „Telegraaf' een plaat onder
het opschrift: „Vergiftiging van bron
nen, (Duitsch Z. W. Afrika), ziekte
verwekkende gassen (W. front) Moord
met voorbedachte rade de („Lusita
nia"). De plaat stelt voor het ge
weten, hetwelk met éen hand een
monster-mensch in den nek gegrepen
en opgetild heeft, een wezen met in
de eene hand het vergift, in de andere
de dolk.
En daaronder „Gij allen die niet
protesteert tegen de barbaarsche oor-
logsmothoden van dit monster, z(jt
z\jn medeplichtigen".
Het „Centrum", de „Nederlander"
en tal van andere bladen geven hun
afschuw te kennen over deze „oor
logsdaad".
Alleen de N. Rott. Ct. geeft geen
beschouwing.
Engelsche torpedoboot in
den grond geboord.
Londen, 8 Mei. De torpedojager
„Maori" kruiste 2 mijlen ten N.W.
van het lichtschip Wielingen (tegen
over Knocke bij de Belgische kust),
toen het op een mijn stootte. De
torpedojager „Crusader", die het schip
vergezelde, zette booten uit om de
bemauning te redden, doch de vijand
opende het vuur op den „Crusader"
uit de kustbatterljen. Na 90 minuten
was de „Crusader" genoodzaakt de
booten aan haar lot over te laten en
zich terug te trekken.
Uit Duitsche bron wordt gemeld,
dat de bemanning van de „Maorii"
en van de door den „Crusader" uitge
zette booten, in 't geheel 7 officieren
88 man, gevangen zijn genomen
en naar Zeebrugge gebracht.
Engelsche onderzeeërs.
BerlijD, 9 Mei. (Niét officieel.) Uit
betrouwbare bron wordt bericht, dat
behalve de reeds als verloren aange
geven Engelsche onderzeeër, ook nog
de „E. 11" en de „E. 2" in den loop
van don oorlog te gronde zijn gegaan.
Het aantal Engelsche onderzeeërs,
wier verlies thans vaststaat, is daar
door geklommen tot 10.
Bovendien hooren wij van welinge
lichte zijde, dat de Fransche pantser
kruiser „Monteala", naar het schijnt
ten govolge van stranding op het
einde van het vorige jaar, verloren
is gegaan.
Een ongelooflijk bericht.
Berlijn, 8 Mei. Weken geleden werd
herhaaldelijk uit Noorwegen bericht,
dar in de buurt van Bergen in den
nacht van 7 op 8 April tusschen En
gelsche en Duitsche schepen een hevig
zeegevecht plaats bad gehad. Binnen
gevallen handelsschepen berichtten,
dat zij een oorlogs eskader hadden
gezien en kanonvuur en zoeklichten
hadden waargenomen. Die berichten
leken toen ongeloofwaardig.
De oplossing is than9 echter ge
vonden. Een onderschepte Engelsche
brief van 11 April aan den in de
Dardanellen gevangen genomen com
mandant van den Engelschen onder
zeeër „AE 2" zegt over den slag in
de Noordzee, in de week te voren,
dat de „Superb" gezonken en de
„Warrin" in zinkenden toestand was.
Op 9 April liepen zwaar bescha
digde kruisers o.a. de „Lion", die
vreeselijk was gehaveud. binnen. Het
officieel bericht verzwijgt alles, het
geen zeer verkeerd is
Betrouwbaren berichten van neu
trale zijden, spoedig na den slag ont
vangen, zeiden dat een aantal zwaar
beschadigde oorlogsschepen in repa
ratie de Engelsche havens waren
binnen geloopen, dat in de Firth of
Forth zwaar gehavende oorlogssche
pen waren binnengesleept, dat een
linieschip met zware averij °P de
Thegms was gezien en dat te Dover
een groot slagschip, dat aan bakboord
beschadigd, was, binnen was geko
men.
Thans is te verklaren waarom de
Noorsche censuur besprekingen van
het telegram over den herhaaldelijk
waargenomen slag moest onderdruk
ken waarom de Engelsche admira
liteit steeds een zeeslag tusschen de
Duitsche en de Engelsche vloot loo
chende. Zij had geil,jk, want de Duit
sche vloot had met den slag niets te
maken.
Daar echter van neutraio schepen
in deze geen sprake kan zijn, moot
er een gevecht hebben plaats gehad
tusschen Engelsche eskaders, die
elkander in den nacht niet herkenden.
De Engelsche scheepvaart.
Londen, 9 Mei. Hoewel uit de
wekelljksche mededeelingen van de
Admiraliteit omtrent de zoogenaam
de Duitsche blokkade blijkt, dat de
onderzeeërs in de week, loopende
tot 8 Mei, groote activiteit hebben
betoond vooral tegen visschersvaar-
tuigeD, kan toch geconstateerd wor.
den, dat het aantal binnengekomen
schepen sedert het uitbreken van den
oorlog nooit zoo groot is geweest als
in deze week. Het. is nl. gestegen van
801 gedurende de weok, die eindigde
met 12 Augustus,- tot 1604, dus t.ot
het dubbele.
Leden van Lioyds, de groote scheep-
vaartassufaDtiemaatscbapplj, verkla
ren dat de invloed op de Britsche
scheepvaart, zelfs die van het ver
lies van de „Lusitania", van weinig
beteeken is is.
Het aantal reizigers, dat gisteren
bij de Gunard-maatschappil passage
besprak voor Amerika, was ODgeveer
even groot als gewoonlijk, terwijl het
Cunard-stoomschip „Transsylwmia"
gisteren, volgens bet plan, met 879 pas
sagiers van New-Yoi k is vertrokken
12 plaatsen slechts waren opgezegd.
Bij de kust van Northumbevland
is het Engeleche stoomschis „Don"
getorpedeerd. De bemannÏDg werd
hered.
Door de „U 39" word het stoom
schip „Truro" in den grond geboord.
De bemanning werd te Rossyth aan
laDd gebracht.
TeDgevolge van het, stootcn op eon
mijn is de trawler „Helleoic" uit
Grimsby in de lucht gevlogen. Twee
man der equipage werden, gedood.
Het Zweadsche stoomschip „Caro-
lina", van Charlestown naar Stok-
holm is naar Grirnby opgebracht.
Men vermoedt dat het schip oen
lading katoen aan boord had.
Ingezonden Mededeeling.
Nierzand, Niergruis,
Nier- en Blaassteen.
Wanneer de nieren niet in orde zijn,
kan het zich voordoen, dat het urine
zuur, hetwelk dan niet uit het lichaam
wordt verwijderd, zich afzet in de
nieren of het nierbekkon. Naar gelang
van de grootte dezer afzettingen
spreekt men van nierzand, gruis of
steen. Zoo lang de nieren niet goed
werken, vermeerdert de afzetting op
de reeds gevormde stukjes, voortdu
rend en kunnen deze zich tot een
aanzienlijke grootte ontwikkelen. Nier
zand en -gruis kunnen met de urine
het lichaam verlaten. Grooteve stukjes
blijven dikwijls in de blaas achter en
vormen blaassteenen. Ook kunnen zij
verstopping der urinewegen verooi-
zaken en menigmaal wordt een
operatie noodzakelijk.
Het is daarom van veel gewicht in
te grljpeD, zoodra gij verschijnselen
van bovengenoemde ziekte opmerkt,
als een gevoel van zwaarte en druk
king in de lendenen, zoodat men te
dezer hoogte behoefte aan steun heeft
bij het loopen en zitten. De urine
laat een fijn zand achter en de nacht-
urine is dik en bevat een rood be
zinksel. Het water komt soms drup
pelsgewijze, onophoudelijk heeft men
aandrang en een brandorige pijn, ook
pijn in den rug van boven naar be
neden en gericht naar de blaasstreek.
Begint nog heden met het gebruik
van Foster's Rugpijn Nieren Pillen,
het speciale niergeneesmiddel, het
welk aan de nieren haar oude kracht
hergeeft en haar in staat stelt om de
onzuiverheden, welke uw lijden ver
oorzaken, af te voeren. Zij grijpen
uw kwaal in haar wortels aan.
Te Den Helder verkrijgbaar bij
Alb. ten Klooster, Keizerstraat 98.
Toezending geschiedt fr. na ontv. van
postwissel h, f 1.75 voor één, of f 10. -
svoor zes doozen.
Q Eischt de echte
Foster's Rugpijn
Nieren Pi llenwe i -
isW gert elke doos, die
niet voorzien is
van nevenstaand
handelsmerk. (57)