HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 4470
DONDERDAG 27 MEI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 et., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37è 45 „0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Bewijs-exemplaar 2} cent.
DE WEEK.
27 Mei.
Over de vraag, welko ontwerpen
in deze dagen, al of niet in
de „neutrale zóne" liggen, volgens
politiek spraakgebruik, daarover
loopen de meeningen thans op zon
derling-verrassende wijze uiteen. Toen
de Tweede Kamer op Vrijdag 21
dezer, voordat zij haar miniatuur-
Pïnksterrecès van 1915 zou ingaan,
het ontwerp tot opheffing der invoer
rechten op sinaasappelen, mandarij
nen, citroenen, bananen en oud
heden had afgehandeld, bleek dit
eerst recht. De heer Kooien, de afge
vaardigde voor Grave, van wien som
migen nog steeds veronderstellen,
dat hij, wordt Rechts weer troef, de
portefeuille van Financiën te torsen
zal krijgen, de taak des heeren Kolk
man zal voortzettende heer
Kooien had kans gezien om zelfs in
deze „olla podrida",, zooals de heer
De Stuers 't noemde, in dit vreemde
allegaartje, dit legislatief schoteltje-
ratjetoe „iets principieels" te ontdek
ken. Dit offer van anderhalve ton,
door de schatkist gebracht, tot het
pogen te doen opleven, in Patria,
van internationale markten van Zuid
vruchten, alsmede van antiquiteiten,
't stond z. i. geiyk met het schen
den van afspraak en bestand. En
wèl zal minister Treub den Recht-
schen heer Victor de Stuers dank
baar zijn geweest voor het kleurige,
sierlijke pluimpje, dat hy Esc. Treub
op den ministerieelen hoed stak ter
eere van dieDS „voortreffelijk staal
tje van gezonde protectie", 't Is slechts
zeer kort geleden, dat slechts de Gods
vrede, de bijzondere tijdsomstandig
heden ons bewaard hebben voor het
verlies van onzen Gogel, onzen kra-
nigen belasting-hervormer, onzen Pier-
son II, genaamd mr. M. W. P. Treub.
Leefden wy niet in periode van zich
al-meer uitbreidenden wereldbrand,
de verwerping van de wijziging
der Vermogensbelasting, vernamen
wij, zou den heer Treub er zeer
zeker toe gebracht hebben, zijn por
tefeuille ter beschikking van de Kroon
te stellen. Nu zal de Senaat voor
hetzelfde, den 6e Mei door dat hooge
staatscollege versmade schoteltje wor
den geplaatst, doch dan als onderdeel
van het gansche, uitgebreide menu
van Treub's belasting-hervorming, j
Zal ons Hoogerhuis 't aandurven, den
bekwamen kok, met zijn gansche
menu, naar huis toe te zenden
Na het votum van 6 Mei zal niet
licht, in zulke dingen, iemand zich
aan voorspelling wagen. De waarheid
is, dat wij nu leven in eene periode
van generale spraakverwarring en
onzekerheid „in politicis". Waar is
de grens te vinden, waar „het prin-
cipieele" eindigt en de „neutrale
zöne" een begin neemt Zal de
Eerste Kamer straks het „Eedswetje"
van de hand wijzenden toestand
van rechteloosheid in Nederland aldus
verlengend? Zal men nadat daü
nu de koston-berekening is overge
legd ook de Maas-kanalisatie wei
geren, aldus minister Lely treffend,
schoon dan toch hierbij het „princi
pieels" al héél ver is te zoeken
Er is een oud spreekwoord, dat .iets
zegt van een hond, dien men wil
afranselen, en hoe gemakkelijk 't in
zoo'n geval is om „een stok" te vin
den. De eerbied voor ministers en
hooge collegien van Staat belet mij,
dit spreekwoord in varband te bren
gen met dr. Lely of de Eerste Kamer...
En tochwie de dingen der politie-
kerlj gadeslaat, zal moeten erkennen,
dat er soms sterke aauleiding is om
het oude woord te citeeren
Op 3 Juni als wanneer ons
Parlement weer bijeenkomt zal
onmiddellijk het „Paus-ontwerp" aan
de orde zijn. Valt dit in de „neutrale
zOne"? Dit voorstel om tijdelijk en
met bijzondere missie ons gezant
schap bij het Vatikaan te herstellen?
Jaroepen de ministers Cort v. d~.
Linden en Loudon uit. Neeklinkt
't van verschillende kanten. En zelfs
zijn er die niet tevreden met wat
c. a. vijf-en-veertig jaar geleden de
motie-Dumbar bereikte, n.1. opheffing
van een Nederlandsch gezantschap
bij den H. Stoel, ook den eisch,
nu stellen, dat de Paus niet langer
zijn Nuntius bij ons Hof zal hebben.
Intusschen is de wereldbrand ook tot
Italië overgeslagen, wat aan de argu
menten van hen, die 't „raison d'Gtre",
bestaansrecht, van dit ontwerp be
twisten, meer kracht schijnt te ver-
leenen. De zonderlingste combinatiën
moet men nu hoorenDe
ring zou met een deel van Rechts
een politiek van „stuivertje wisse
len" van do-ut-des, van „voor wat
hoort wat" hebben gevoerd. Het
Paus-ontwerp tegenover de goedkeu
ring van 'tEedswetjeInderdaad,
in de politiekerlj is 't nu een echt
„olla podrida". Ouderwetsche Hol
landers zouden uitroepen, dat „er
geen touw meer aan vast te knoo-
pen is"Ten-opzichte van de mili
taire verdediging des lands komt men
plotseling te staan voor het frap
pante verschijnsel, dat de overgroote
meerderheid desParlements slechts
de club-Troelstra vormt hier de oppo
sitie - bij minister Bosboom aan
dringt op algemeene weerplicht. En
dat wel met zulk een verlangen naar
spoed, dat zelfs een man als jhr.
De Savornin Lohman zyn „stok
paardje" van langdurige oefening
verlaat, zich voegt by de vrienden
van korte oefening. En generaal Bos
boom van zyn kant zou zich
bepalen (vermeent men) tot het uit
schakelen der vrijstelling wegens
broederdienst, waardoor het jaariyksch
contingent van 23.000 tot 40.000
manschappen zou stijgen. Een cijfer,
dat men vrij algemeen te laag acht I...
Het adres-Van Aalst c. s. mag dus
wèl geacht worden „weerklank" te
zijn van wat er nu in „het gemoed
des volks" omgaatWat er van
al de verschillende geruchten, naar-
men-zegt's en naar-men-verzekert's
zal blijken waar te zijn we hebben
't af te wachten. Onze Volksverte
genwoordigers z(jn over 't algemeen
tamelijk grif in 't inlichtingen ver
strekken aan de vertegenwoordigers
van de Koningin der Aarde. Zelfs
klappen zij uit de geheimenissen der
afdeelingen, en het „standje", dat zij
daarvoor aan het eind der zitting
van Vrijdag 21 dezer van praeses
Borgesius opliepen was zeker niet
geheel onverdiend. Maar toch slaan
ook onze persmannen den plank wel
eens mis. Wat in tyden van zóó-
overstelpend nieuws en van zóó-
hopelooze verwarring allerminst euvel
mag worden
De zooveelste Economische Nota
van Landbouw is ingekomen, en
daaruit hebben wij vernomen, dat 't,
in het oude Patria „erger kon
zijn".
Pinksteren 1915 was een feest van
heerlijk-blauwe zomerlucht en van
stralende zon. Ook nu ontwaarde
men in het „uiterlijk aspect" van
steden en dorpen weinig van den
oeconomischen nood dezer tijden.
Hier én daar zag men troepjes men-
schen saamgegroept voor een winkel
raam, waar de nieuwste bulletins
waren aangeplakt. Over de aller
jongste gebeurtenissen aan Ooster
en Westerfront. Zoo- en zoovele hon
derden of duizenden „neergelegd"...
Nieuwe honderdduizenden, die jube
lend en met bloemen getooid, de
gruwelijke slachting tegemoet-gaan
De menschen lazen het jongste, zeer-
bloedige nieuws. Schokschouderden,
schudden 't hoofd, mompelden iets
van „'t Is me toch wat, hè
en gingen huns weegs. Klein poosje
later schertsten zij weer. Zich ver
lustigend in het overschoone Mei-
weèr, in de van weelde schitterende
natuur. Hier en daar was er een,
tot wiens ziel iets doordrong van
het schrijnende, vreeselijke contrast...
De waarheid is, dat wij inderdaad
aan- 't allergruwelijkste beginnen te
gewennen.
Ook hier zijn de grenzen al-meer
aan 't vertlauwen
Mr. Antonio.
DE OORLOG.
De officieele legerberichten van
24 en 25 Mei.
Van het W e s t e 1 ij k front.
Het Prausche communiqué van
den 24sten deelt ons mede dat de
aanvallen der Engelschen ton N. van
la Bassée tot nieuwe successen heb
ben geleid.
Een aanval der Duitsehers ten N.
van Neuville werd door de Fransche
artillerie in den aanvang gestuit. De
Duitsehers leden hierbij zware ver
liezen.
Het Engelsche bericht van den
25sten meldt dat eenig terrein ver
loren werd bij Yperen. De mededeeling
van Generaal French luidt:
Ten Oosten van Yperen zijn Maan
dag tijdens een aanval, waarbij de
Duitsehers van verstikkende gassen
gebruik maakten, enkele gedeelten
van onze linie verloren gegaan en
nog niet hernomen.
De hoeveelheid gas, door den vijand
gebezigd, was grooter dan ooit te
voren. Over een front van 5 mijl is
gedurende 4£ uur gas uit cylinders
verspreid. Onze linie is ook gebom
bardeerd met granaten, die verstik
kende gassen bevatten.
Op sommige plaatseu steeg het
gas tot 40 voet hoog. Een deel van
onze linie is intact gebleven. Overal
heeft de houding van onze manschap
pen aangetoond, dat met de noodige
voorzorgen deze vorm van aanval
kan worden weerstaan.
In het Duitsche legerbericht van
den 25sten wordt dan ook melding
gemaakt van vorderingen der Duit
sehers bij Yperen. Ten N. van Wieltje
werd een kasteel veroverd en het
dorp Hooge genaderd.
By deze gevechten namen de Duit
sehers 150 man gevangen en ver
overden zij twee mitrailleurs.
Tussc-hen Nieuw-Kapelle en Given-
chy werden Fransche aanvallen af-
geslagen.
Een vijandelijke vlieger werd by
Kamerljk neergoschoten.
Van het O u s t e 1 ij k front.
Het Russische communiqué van
den 24sten deelt mede, dat in de
streek van Sjawli een langgestrekt
front door de Russen bezet wordt
gehouden. Dit loopt langs de Windau,
Venta en Doebissa. Aan de beneden
loop van de laatste rivier maakten
de Russen belangrijke vorderingen
naar het Westen.
Over het gevechtsterrein in Galicié
wordt medegedeeld, dat de Duitsehers
en Oostenrykers hier tot het defensief
gedwongen werden en vruchtelooze
aanvallen deden in die sectoren waar
zij nog offensief waren.
Aan den Dnjestr ging het offensief
der Russen voort. Ondanks verschil
lende vijandelijke tegenaanvallen, ver-
de Russen verschillende dor
pen. In een dag namen zij 2200 man
gevangen, w.o. 40 officieren. Verder
vermeesterden zij eenige tientallen
mitrailleurs en een grooten oorlogs
buit.
In de streek aan de overzijde van
den Dnjestr heerscht rust, bebalvo
tusschen Tsjetohva en Lomnica, waar
de vijand in den nacht van den 23sten
weer een vruchtelooze poging deed
om aan te vallen.
Deze mededeeling van den Russi-
schen staf is echter door de daarop
volgende gebeurtenissen bijna geheel
achterhaald.
Van Duitsche zijde toch wordt dd.
25 Mei bericht, dat de Russische
strijdkrachten aan de Dubissa door
de Duitsche troepen werden aange
vallen en over de rivier terugge
worpen. Door de Duitsehers weraen
daarbij 2240 gevangenen gemaakt
en 5 machinegeweren vermeesterd.
Meer naar het Zuiden mislukten
verscheidene Russische aanvallen.
Intusschen zijn ook in Galicié de
rollen weder omgedraaid.
De Duitsche mededeeling over het
hier behaalde succes luidt:
Op het Z. O. gevechtsterrein heeft
het leger van generaal Von Mackensen
gisteren de sterk bevestigde plaatsen
Drhojow, Ostrow, Radymno, Wysocko,
Wielin, Makonisko en de hoogten ten
N.W. van de Bobrowka en ten zuiden
van de Cetula stormenderhand ge
nomen. Tot dusver zyn 153 officieren
en 21,000 man" als gevangenen in
onze handen gevallen. Verder hebben
de verbonden troepen 39 kanonnen,
waaronder 9 zware, en ten minste
40 machinegeweren buitgemaakt. De
Russen hebben buitengewoon gevoe
lige verliezen geleden.
De berichten uit Weenen. geven
eveneens bijzonderheden over dit
nieuwe voordeel, doch laten tegeiyker-
tijd uitkomen, dat de gevechten nog
voortduren. Zoo wordt medegedeeld,
dat in midden Galicië de O.-H. en
Duitsche legers op het geheele front
van Sienawa tot de boven-Dnjestr de
Russen aanvallen.
Het leger van generaal Von Macken
sen in welks verbaud het O.-H. ze3de
legerkorps vecht, heeft Radymno
genomen en is ten oosten en Z.O.
van deze stad naar de San opge
drongen. De vijand, die door tal van
tegenaanvallen trachtte het verloren
terrein te heroveren, is overal terug
geslagen.
Ten Z.O. van Przemysl werd in
verschillende verbitterde gevechten
terrein gewonnen. De Russen werden
hier naar het laagland van Blonia
teruggeworpen.
Over liet geheele front wordt de
aanval voortgezet.
Aan do Dardanellen gaan
volgens een Engelsch bericht de
Franschen en Engelschen langzaam
vooruit. De Frausclien werden onder
steund door do Engelsche vloot. Waar
het Fransche landingsleger echter
opereert, wordt niet gemeld. Zooals
men weet, was een Fransch expe
ditiekorps aan den Aziatischen oever
geland. Volgens Turksche berichten
waren zij echter verdreven.
Oe strijd tusschen Oostenrijk
en Italië.
Direct na de oorlogsverklaring heoft
Oostenrijk aangepakt en door een
gedeelte van de vloot een raid op de
Italiaansche kust doen ondernemen,
welke volgens de Oostenrijksche
lezing nogal succes had.
Het officieele bericht over de krijgs
verrichtingen op 24 Mei luidt als volgt:
Heden voor zonsopgang, dus juist
twaalf uur na de oorlogsverklaring
door Italië, heeft de Oostenryksch-
Hongaarsche vloot tegelijkertyd met
goed gevolg aanvallen gedaan op de
Oostkust van Italië van Venetié tot
Barletta. Een zeevliegtuig wierp 14
bommen op Venetië, stichtte brand
in het tuighuis, bracht zware schade
toe aan een torpedojager, bestookte
het station, eon petroleumtank en
loodsen aan de Lido.
De torpedojager „Scharfschütze"
was het zeer nauwe kanaal van Porto
Corsini binnengedrongen, toen men
aan boord plotseling in de onmiddel
lijke nabijheid sterk bezette loop
graven zag. Van de volkomen ver
raste bezetting is het meerendeel
neergeschoten. Drie geheel verborgen
strandbatteryen openden hierop ech
ter een woedend vuur uit haar 12-
duims kanonnen op den kruiser
„Novara" en de torpedoboot 80, die
voor den ingang van het kanaal lagen.
De torpedoboot kreeg een treffer in
de eetsalon der officieren, waardoor
een man zwaar werd verwond en
de boot lek raakte. De „Novara"
mengde zich nu ook in den strijd,
teneinde den torpedojager .en de tor
pedoboot uit hun neteligen toestand
te redden, nam de loopgraven onder
vuur en vernielde de kazerne. Hij
kreeg echter tal van -.treffers. De
luitenant ter-zee Parsich en vier man
werden gedood, vier zwaar en ver
scheidene licht gewond. De verliezen
van den vijand waren evenwel mis
schien tien- of twintigmaal zoo zwaar.
De „Scharfschütze" kon volkomen
ongedeerd de wyk nemen.
Te Rimini werden door den pant
serkruiser „St. Georg" het station en
de brug beschoten.
Te Sinegaglia werden door de
„Zriny" de spoorbrug, de watertoren,
de havenwerken, het station en een
trein vernield. Station en trein en
een naburig gebouw verbrandden.
Te Ancona werden door een groot
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS HELDER.
Heerenmode-Artikolen.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
deel der vloot do oude vestingwer
ken, de artillerie- en cavaleriegebou-
wen, de electrische centrale, het sta
tion, de gasfabriek, het petroleum-
depot, het seinstation en het station
voor draadlooze telegrafie beschoten.
Door verdwaalde projectielen on bran
den iB ontzaglijke schade aangericht.
Twee stoomschepen zijn in de haven
in den grond geboord. Op de werf
werd een pas gebouwd schip, dat
klaar was om van stapel te loopen,
vernield. Een kleine batterij en eenige
machinegeweren openden slechts het
vuur op twee torpedojagers. In het
eenige moderne fort Alfredo Saoti
stond weliswaar bij het begin der
beschieting de bezetting bij de kanon
nen, doch een tweetal vliegers deden
haar met machinegeweervuur zoo
zeer afdeinzen, dat ze niet meer terug
keerde.
Deze beide vliegers en nog een
derde wierpen ook een dertigtal bom
men op de ballonbergplaats te Chia-
ravallo, een eindweegs het land in,
en verscheidene andere mililaire in
richtingen.
Het luchtschip „Citta di Ferrara"
wierp zonder gevolg verscheidene
bommen naar do „Zriny" en onder
nam een aanval op de vloot, doch
verwyderde zich haastig toen twee
vliegers kwamen aanvliegen, die trou
wens reeds al hun bommen hadden
uitgeworpen.
Ditzelfde luchtschip of een ander
was r eeds een half uur na midder
nacht door de vloot halverwege tus
schen Pola en Ancona waargenomen,
varende in tegenovergestelde richting.
Zonder twijfel was het op weg naar
Pola. Toen echter de drie schepen
die het begeleidden de wyk namen
voor het geschutvuur, wendde het
luchtschip aanstonds den steven en
verdween in noordwesteiyke richtiDg,
zonder, naar 't schijnt, zelf de vloot
te hebben gezien.
De spoorbrug ov.rr de Potenzo rivier
is door het oorlogsschip Radetzty
beschoten en beschadigd.
Het oorlogsschip Admiral Spaun
met vier torpedojagers beschoot de
spoorbrug over de Senarca-ri vier, het
spoorstation, de locomotieven, het
pompstation enz. te Campo Marino,
vernielde het seinstation van Tremeti
en beschadigde het seinstation van
Torre li Mileto.
Het oorlogsschip Helgoland, ver
gezeld vau 3 torpedojagers, beschoot
Viesti en Manfredonia en stiet by
Barletta op twee Italiaansche torpedo
jagers, die het onverwijld onder vuur
nam en vervolgde. Ze werden door
onze torpedojagers Csepel en Tatra
de richting van Pelagosa opgedreven.
Een der torpedojagers kreeg granaten,
in de machinekamer, terwyi een ketel
werd stukgeschoten. Het schip stopte,
raakte in brand en moeBt zich over
geven. De Csepel, Tatra en Lika
redden 35 man van de bemanning,
waaronder de commandant, alle offi
cieren en machinisten en namen hen
gevangen.
Het reddingswerk werd gestoord
door twee slagschepen van het type
Vittorio Emmanuele en een hulp
kruiser, die uit het Noordoosten tot
op 9000 meter waren genaderd. In
het gevecht dat volgde, kreeg alleen
do Csepel onbeteekenende treöers,
waardoor een man /.waar, tweo licht
werden gewond. Het vuur der slag
schepen werd door de Helgoland en
de torpedojagers blijkbaar met goed
gevolg beantwoord. De korste afstand
tusschen de vechtende schepen was
8000 meter. Na korten tijd waren
onze schepen buiten schot. Behalve
de opgesomde verliezen, heeft de
Oostenrijksche vloot geen verliezen
geleden.
Verder wordt medegedeeld dat be-
trekkeiyk kleine afdeelingen alpen
jagers de grenzen overtrokken. Toen
zy op de Oostenryksche stellingen
stieten, trokken zij zich terug,
Een officieel Italiaansch bericht
geeft een overzicht van krygsver-
richtingen, die op 24 Mei hebben
plaatsgevonden bij Carnia en Friuli
(bij üdine). Bij Carnia aan de grens
opende de Oostenrijksche artillerie
om 7 uur 's avonds op 23 Mei het
vuur tegen onze stellingen, echter
zonder gevolg. Op 24 Mei beschoot
onze artillerie de stellingen die door
de vijandlljke artillerie waren inge
nomen. Langs de grens by Friuli zijn
onze troepen overal op vijandelijk
gebied doorgedrongen en hebben
slechts zwakken tegenstand ontmoet.
De hoogten van Capo Petta, tusschen
de Indrio en de Isonzo, zyn door de
onzen bezet. De vijand trok zich
terug na de bruggen té hebben ver
nietigd en de huizen in brand te
hebben gestoken.
Onze torpedojagors hebben het vuur
geopend op eon vyandeiyke afdeeling
te Porto Buso. Ze hebben troepen
aan wal gezet en 70 Oostenrykers
gevangen genomen en naar Venetië
gebracht. Onze verliezen bedragen
één doode en enkele gewonden.
Hat Engelsche slagschip
„Trlumph" getorpedeerd.
Konstantinopel, 25 Mei. Het groote
hoofdkwartier deelt mede
Vanmiddag is het Engelsche slag
schip „Triumph" in de Golf van Saros
voor Ari Boernoe getorpedeerd en
gezonken.
(De „Triumph in 1903 van stapel
geloopen, was een slagschip vau
12,000 ton, bewapend met 4 stukken
van 25.4 c.M., 14 van 19 c.M., 14
van 7.6 c.M., 4 van 5.7 c.M. en 2
torpedolanceerbuizen. De bemanning
bestond uit 700 koppen. Het was een
zusterschip van de „Swiftsure", die
ook aan de Dardanellen dienst doet.)
Italië.
Het H.bl. schrijft
Italië heeft dus den oorlog ver
klaard.
De krijgsverrichtingen zijn begon
nen, er hebben reeds schermutselingen
plaats gehad tusschen de voorposten
van beide partijen, maar omtrent
deze jiit den aard der zaak onbe
teekenende gevechten worden nog
geen bijzonderheden meegedeeld. On
getwijfeld heeft de eerste botsing
plaats gehad in het grensgebied
Trentiuo, immers zij geschiedde tus
schen Alpenjagers en een Oosten
rijksche patrouille en de Alpenjagers
zullen wel in het bergland ageeren.
Ook meldde men de verschijning
van Italiaansche ruiters in het
plaatsje Strassoldo, gelegen in bet
kustgebied tusschen de Isonno en de
Italiaansche grens, vlak bij deze
laatste. Blijkbaar is het dus de be
doeling der Italianen het offensief
te beginnen zoowel naar het noorden
als naar het oosten in de richting
van het begeerde grondgebied, waar
men natuurlijk op medewerking der
bevolking hoopt. In hoeverre deze
hoop gerechtvaardigd is zal moeten
blijken. De berichten uit Oostenrijk
sche bron doen gelooven, dat de
Italiaansche Oostenrijkers die van
het Oostenryksche juk zullen moeten
worden bevrijd, nu juist niet zoo
heel geestdriftig voor hun komende
bevrijders gestemd zijn, maar dat is
natuurlijk een eenzijdige voorstelling
en de toekomst zal moeten leeren
in hoeverre zy juist is. Echter men
zal goed doen in elk geval aan dien
geest der bevolking toch niet te veel
waarde te hechten. Ook de Franschen
bijv. hebben in den beginne veel
waarde gehecht aan den volksgeest
in Elzas-Lotharingen en het eerste
Fransche offensief werd dan ook tegen
as ingezet; met welk resultaat
weten we thans. En in de Italiaansch-
Oostenrljksche grenslanden za! het
misschien niet anders gaan. De
hoofdzaak blijft de militaire kracht
der wederzijdsche partijen, de steun
der bevolking is slechts van zeer
ondergeschikte beteekenis.
De Oostenrijksche marine is reeds
onmiddellijk in actie getreden. Aan
vallen van zee uit en uit de lucht
zijn gedaan op Porto Corsini (by
Ravenna), Ancono en Baretta, dus
langs de geheele kust van 'de Adria-
tischo Zee. Maar ook deze actie heeft
voorloopig natuurlijk geen andere
beteekenis dan om schrik te ver
spreiden en den vijand af te leiden.
Een gevolg van Italië's deelneming
aan den wereldoorlog zal wel dit ziin,
dat voorloopig de Italianen inTripo-
litanie zich naar de kust terugtrekken.
Alle tot dusver met groote moeite en
bloedige offers in Noord-Afrika ver
kregen voordeelen zullen dus worden
prijsgegeven zeer vele waren dit
eigenlijk nog niet, want de onder
werping van Tripolitaniö bleek met
zoo heel gemakkelijk en vooral in
den laatsten tijd nam de oproerige
beweging in dit gebied sterk toe. En
als na den oorlog het Tripolitaansche
gebied Italië blijft toegewezen, zal
het hier vrijwel van voren af aan
moeton beginnen.
Welke nadeelen zulk een gecon
centreerde stelling heeft in een gebied
waar een vermetele vyand ageert,
kunnen wij beoordeelen als we eens
de geschiedenis van onze actie in
Atjoh opslaan.
Maar wat het zwaarste is moet het
zwaarste wegen en het is te begry'pen,
dat Italië thans geen gelegenheid
heeft om een eenigszins belangrijke
troepenmacht in Noord-Afrika vast te
leggen nu het ongetwyfeld de handen
vol zal krijgen aan de eigen grenzen.
Want een militaire wandeling zal
de actie van Italië tegen Oostenrijk
ongetwyfeld niet zijn. Oostenrijk
wordt door Italië niet overvallen. De
langdurige onderhandelingen, de mili
taire maatregelen van Italië deden
den Oostenrljkschen bondgenoot reeds
lang verdacht zijn op mogelijke ver
rassingen van deze zijde en het
Oostenrijksche legerbestuur heeft ook
zijn maatregelen genomen. Ondanks
de actie tegen den Russischen vijand
was Oostenrijk in staat in het grens
gebied aan Italiaanschen kant de
noodige voorzorgen te treffen en een
observatieleger hier te concentreeren.
De Oostenrijksche troepenmacht hier
zal nu met Duitsche troepen die
ondanks alle inspanning voor den
strijd naar twee fronten noodig blik
baar nog altijd in nieuwe aantallen
in voorraad zijn worden versterkt
en de beide midden Europeescbe
bondgenooten zullen dus een zeer
zeker eerbiedwekkende macht den
Italiaanschen legers tegemoet kun
nen zenden.
Zal Italië dus de uitvoering van
zijn besluit volstrekt niet meevallen,
dat neemt natuuriyk niet weg, dat
voor de Midden-Europeesche mogend
heden het optreden van Italië in de
bestaande omstandigheden een zeer
onaangenaam feit is. Reusachtige
troepenmachten zullen nu op een
i nieuw oorlogstooneel moeten ageeren,
juist terwijl nieuwe troepen aan de
reeds bestaande fronten zoo dringend
noodig zijn.
De Italiaansche socialisten
en de oorlog.
Beriyn, 25 Mei. Het Berl. Tage-
blatt verneemt uit LuganoDe Avanti
bevat een besluit van het socialis
tisch partijbestuur, dat met nadruk
weigert den oorlog goed te keuren
of medewerking te verleenen.
Het blad zegt: Het zou Italië's
plicht zijn geweest bemiddelend op te
treden in plaats van zyn hulp te ver
sjacheren.
Hetzelfde blad meldt, dat in Cala-
brië de reservisten door, het volk on
der het uiten van verwenschingon
togen den oorlog naar het station
zijn begeleid. In Venetië hebben ar
beiders en vrouwen door de stad
trekkende nationalisten de vaandels
ontrukt en hen uiteengejaagd.
De Italiaansche oorlog en
Amerika.
De deelneming van Italië aan den
wereldoorlog zal voor de Vereenigde
Staten van Amerika belangrijke eco
nomische gevolgen hebben. In Ame
rika wonen n.1. circa 1.300.000 Ita
lianen waarvan 35 pCti tot de reser
visten behoort. Te New-York alleen
wonen meer dan 400,000 Italianen.
Door de oproeping der Italianen zal
in bepaalde industriecentra in het
bijzonder voor spoorwegenaanleg,
groot gebrek aan arbeidskrachten
ontstaan.
Italië en de Duitsche scheep
vaart.
Bij het uitbreken van den Euro-
peeschen oorlog hebben een groot
aantal Duitsche schepen in Italië een
toevluchtsoord gezocht. De oorlogs
verklaring van Italië zal dus tot ge
volg hebben dat opnieuw het lot van
vele Duitsche schepen twijfelachtig
wordt. De meeste Duitsche reederijen
weigeren vooralsnog, om voor de
hand liggende redenen, uitsluitsel
over dit onderwerp te geveD. Alleen
de Deutsche Levantlinie deelt mede
dat zes en de firma Sloman dat negen
van haar schepen zich in Italiaansche
havens bevinden.
Duitsche persstemmen.
Over het begin van den oorlog
met Italië schrijft het „Berl. Tage-
blatt"
Het Duitsche publiek heeft de
Italiaansche oorlogsverklaring opge
nomen met het koel schouderophalen,
't welk aanduidt, dat men noch het
moreel, noch de kracht van den tegen
stander hoogschat. Ieder gevoelt, dat
het meedoen van Italië den oorlog,
waarvan de offers steeds grooter
worden, kan rekken, maar niemand
gelooft, dat het een beslissenden in
vloed op den uitslag zal hebben.
Men verliest n.1. niet uit het oog,
dat de Italiaansche eenheid slechts
met hulp van buiten tot stand is
gekomeD, dat de Duitsehers, en vóór
hen de Franschen, die op het slag
veld hebben bevochten terwijl de
Italianen toekeken en „Eviva"
schreeuwden.
Zelfs in Tripoli zijn de militaire
verrichtingen der Italianen middel
matig geweest.
Onder het opschrift: „De achtste
vyand", zegt de „Lokal Anzeiger":
„Het heilige nationale streven, in
welks naam de van moed opgeblazen
Italianen op zeven andere, byna allen
fonkelnieuwe bondgenooten steunend,
de centrale mogendheden willen ver
pletteren, moet strekken om de ver-
aohteiykste boevenstreek tebedekkeD.
Met onbuigzame vastberadenheid zul
len de Duitsche legers, verbonden
met de in den storm beproefde
Oostenryk-Hongaarschestrljdmakker8
den Italianen tegemoet treden."
Fouten In de oorlogsorganlsatle.
De „Times" bevat een brief van
haren militairen correspondent by het
Britsche hoofdkwartier, waarin hij
uiteenzet, hoe 't komt, dat ondanks
den moed, de volharding en de naar
zyne meening hoogere persooniyke
ge vechtswaarde van den Engelschen
soldaat, het resultaat niet zoodanig
is, als men op grond daarvan zou
mogen verwachten.
„Alle oorlogsstrategie en taktiek
berusten in dezen tyd op een niet te
ontkennen feit. De vyand heeft eeu
verbazingwekkend oorlogsapparaat en
tenzij wij ons een gevechtsmachine
van even groote waarde kunnen ver
schaffen, zal hy de hoogere gevechts-
waarde van onze mannen te niet
doon. Die machine bestaat uit een
groote hoeveelheid zwaar geschut en
automatische kanonnen en een klaar-
biykelijk onuitputtelljken voorraad
ontploffingsmiddelen. Degene, die 't
eerst het verhaaltje opdischte, dat de
Duitsehers gebrek krijgen aan bom
men, heeft aan de zaak van de ge
allieerden een zeer slechten dienst
bewezen.
„De Franschen brachten dezer
dagen te Artois een groote massa
artillerie byeen en het resultaat was,
dat de Fransche infanterie zonder
moeite vier myien vooruit kon trek
ken. OntplofflDgsmiddelen in vol-
doedde hoeveelheden vernietigen des
vyands loopgraven, borstweringen en
versperringen. Met ,de hulp van een
goeden,luchtverkenningsdienst, zooals
wy er een hebben, zal het mogelijk
zijn, zyne zware houwitsers te ver
nielen. Na een goede voorbereiding
door de artillerie, kan men, volgens
de meening van een hooge autoriteit,
verscheidene mijlen gronds met een
wandelstok in bezit nemen.
„'tls nu geen tyd om te schelden
en te critiseeren. Wy allen hebben
schuld allen behalve de soldaten,
die in het veld staan, 'tls nu onze
zaak onze fouten te herstellen en
de tegen-machine zonder verwijl ge
reed te maken".
De bevolking van Frankrijk.
Als voor alle oorlogvoerende par
tyen zyn ook voor Frankryk de ver
liezen aan menschenlevans zwaar.
En dikwijls hoort men in deze dagen
de vraag stéllen hoe het in de toe
komst in Frankryk gaan moet, waar,
blijkens de jongste bevolkingsstatistek
(1914), het aantal sterfgevallen dat
der geboorten verre overtreft.
Gustave Hervé, de bekende soci
alistische anti-militairist van vroeger,
schrijft over deze kwestie in de
Guerre Sociale.
„Ik hoor, zoo schrijft hy, armo
vrouwen in rouw bij het lezen van
de bevolkingsstatistiek zeggen: „we
hebben nog te veel kinderen gehad,
want we hebben ze toch maar voor
de slachtbank opgevoed". Arme vrou
wen, die niet inzien, dat wy de
slachtery misschien juist daaiom
hebben omdat de Fransche mannen
en de Fransche .vrouwen sedert 44
jaar voor de lasten van het vader
en moederschap teruggeschrikt zijn.
Ach, die ellendige berekening, die w(j
byna allemaal gemaakt hebben. Om
onze dochters een mooie bruidschat
mee te geven, om onze landerijen
niet voor meer kinderen te verbrok
kelen, om ons niet te binden ter
wille van een aangenaam leven,
hebben wy byna allemaal geredeneerd,
dat we gelukkiger zouden zyn naar
mate we minder kinderen hebben.
En zoo zyn we langzamerhand het
land der ongetrouwde mannen en
der eenige zonen geworden. Wel
hielden wy, ieder op zijn manier,
van ons land, maar nog meer waren
we op ons goede leven gesteld.
Naast ons, In Duitschland, vulde
nieuw sap stad en land. By ons werd
het land tot een woestenij en zelfs
de'steden vegeteerden slechts, ondanks
den invloed van boeren. Waarom zich
druk te maken en voor wien In 's
hemelsnaam? Na ons de zondvloed,
Vaarwel ondernemingsgeest! Welkom,
klein ambteuaarspost je, wolkom goede
belegging in staatsrente. En wij ver
wonderen er ons nog over, dat onze
havens en onze industrieele uitrusting
door de Duitsche concurrenten bespot
werden. En wy waren verontwaai-
dlgd als zij over ons als over een
dekadente natie spraken. Wij namen
af. Toen wy tot den driejarigen
dienstplicht onze toevlucht moesten
nemen om de vergelyking met het
Duitsche leger-op vredes sterkte te
kunnen doorstaan, hebben wy niet
eens bemerkt, dat wy voor onze vrees
voor veel kinderen begonnen te betalen.
Thans betalen wy die vrees nog
duurder. Uit trouw tegenover Rus
land, den beschermer van de Slavi
sche naties op den Balkan, zijn wy
in dezen oorlog gewikkeld. Ik vraag:
zouden wy het verbond met Rusland
gesloten hebben, waarvan wy het
gevaar kenden, wanneer wij de krach
tige nataliteit gehad hadden, die ons
in staat gesteld zou hebben Duitsch
land te trotseeren Ik vraag mij af
of Duitschland het ooit gewaagd zou
hebben een Frankrijk zonder bond
genooten, maar met meor dan 67 of
68 millioen inwonere, don oorlog te
verklaren. Zal de les althans eenig
nut hebben?"
AlduB Hervé in de „Guerre Sociale".
BINNENLAND.
Da Harwichboot Cromer aangevallen.
De Dinsdag te Rotterdam binnen
gekomen Harwichbóot Cromer, is op
ongeveer 4 myl ten noorden van het
lichtschip Noord Hinder door een
Duitsche duikboot aangevallen. Ka
pitein Barren, die op de brug was,
vertelde van het voorval het volgende:
Gisterochtend om half acht gaf
plotseling de uitkyk op: „een voor
werp aan stuurboordsboeg." Ik zag
in die richting en ontdekte de peris
coop van eon duikboot. Dadelijk
daarop zagen wy het spoor van een
torpedo die, naar ik schat met een
snelheid van 40 mijl in het uur op
0D8 aankwam en 14 M. voor den
boeg van het schip ons voorbij ging.
Ik liet onmiddeiyk sturen in de
richting, waar ik de duikboot had
gezien, want dat is de beste manier
van handeleD, maar zy moet dadelijk
na het schot zyn ondergedoken,
want niemaDd van ons heeft ze weer
gezien. Wy hebben daarop do reis
naar Rotterdam ongehinderd voort
gezet.
De Duitsehers hebben slecht gemikt,
want op den betrekkelijk kleinen
afstand, die ons van hen scheidde,
hadden zij ons kunnen treffen.
Kapitein Barren heeft al tweemaal
eerder duikbooten gezien, maar dit
was de eerste maal, dat zyn schip
is aangevallen.
Da reit gewaagd.
Het Duitsche stoomschip „Kurt",
dat sederL 30 Juli van het vorig jaar
in Rotterdam lag heeft het aange
durfd de reis naar Emden buitenom
af te leggen. Het stoomde echter
dicht langs de Ncderlandache kust
om zoo noodig nog ergens te kunnen
I binnenvluchten.