HELDERSCHE COURANT L VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4473 DONDERDAG 3 JUNI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco j Zondagsblad 37£ Modeblad 65 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling r post 90 ct., Buitenland f 1.90 45 „0.75 75 „1.00 Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 Advertentiën van J tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cllché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2J- cent. Opfpag. 4 van dit no. zijn opgenomen 1. Feuilleton. 2. Gemeenteraad van Callantsoog, enz. DE WEEK. 1 Juni. In de hoofdstad des Rijks is op Zondag 30 Mei 1915, in het stadion, gehouden een muziek-festijn, waarbij een reuze-orkest van 1600 man, - niet minder dan vier-en-zestig muziek korpsen van den Provincialen Bond van Harmonie- en Fanfare-gezelschap pen in Noord-Holland deelnamen. Een „kunstenaars-zomerfeest" is in voorbereiding. Het muziek-drama „Madeleine" van Sam. Schuyer, met tekst van Job. v. Veen, is zulk een enorm succès geworden, dat zich een eere-comité heeft gevormd om 't in den lande te „propageeren". De grijze, neen, de onsterfelijke C. v. d. Linden, is weer op den voor grond getreden. En zijn naam wordt in één adem genoemd, thans, met het wederom-rapende plan om eene Nederlandsche Opera de hoeveel ste 1 te stichten. Alle vroegere teleurstellingen schijnen in 't ver geetboek geraakt. En nogmaals hoort men de verzekering uiten, dat de onderneming thans „op .hechten flnan- tieelen grondslag zal worden ge bouwd." Ondanks wereldcrisis en oeconomischen nood. Dat deze er nog wel is, - men kan er misschien een staaltje van aanschouwen in de steden, waar lange, lange files van op „broodkaarten" wachtenden, koes terend Juni-zonnetje of ook wel malsch vroegzomer-regenbuitje trotseeren, uren-langTe Amsterdam zouden 40- h 45duizend broodkaarten zijn uitgedeeld. Misschien heeft men hier evenmin een juiste maatstaf ter be oordeeling van dien oeconomischen nood als in den toeloop tot het ver krijgen van de goedkoope visch, waar van de prijzen van overheidswege gecontroleerd worden?... Wij hadden ,'t zooeven over de „uitgaande en pretmakende wereld". Het „Nederl. Tooneel" beleeft der- mate-gunstige tijden, dat 't zijn artis- ten niet slechts met twee maanden vrlj-af huls-toe kan zendon, met be houd van volle gage, maar zelfs aan vullen, bijpassen, wat enkele maan den geleden op de gagementen moest gekort worden. Met fiks-gespekten beurs gaan de dames en heeren, de hun zeker van harte toegewenschte acht weken vacantie tegemoet. Het „Rembrandt-theater", dat tijden-ach tereen halsbrekens werk had om „joindre les deux bouts", - er net- eventjes te komen is, dank zij den „Boemel baron", zoo'n eind „boven Jan" gekomen, dat het jongste ver slag één-en-al zonnig optimisme is De „Nederlandsche Bank" deelt f131 dividend uit en wie de meeste „eind cijfers" der diverse ondernemingen ziet, in dezen tijd des jaars den aan deelhouders voorgelegd, krijgt aller minst den indruk van eene „crisis", allen nu bedreigend. Hoezeer 't onzen landbouwers thans, in letterlijke en figuurlijken zin, naar den vleesche gaat: minister Posthuma's jongste oeconomische nota heeft 't geleerd voor wie 't nog niet wisten. En de wolvorderingen, door den Staat nu afgekondigd, zal - ondanks som mige onvermijdelijke weeklachten over 't algemeen geen „windeieren" leggen. Terwijl de generale opheffing van het aardappelen-verbod ook voor zeer velen 'n tijdinkje was, datgenoege- lljke stemming doet opleven... Nog maals: blind is degeen voor de „ver schijnselen des tijds", die durft te beweren, dat er nu niet ondanks al die „lichtpunten", toch in meni- gen kring noodstand, althans, een situatie, er angstig-veel op gelijkend, heerscht. Maar dat in sommige alarm kreten heel wat overdrijving en „spe culatie op deernis" wordt aangetrof fen 't staat wel vast. Evenals deze andere waarheid, dat wie eens 'n zuiver „statistieke" kon maken van hetgeen iD deze dagen voor „menu- plaisir" van allerlei soort wordt uit gegeven, toch tot de conclusie moest geraken, hoe de „offervaardigheid" voor wezenlijke nooden nog vrij wat grooter kon wezen dan nu 't geval is. Om nu nog niet eens te spreken over de rijkaards in Patria, die den edelen anonymus van 24 Augustus '14 stillekens z'n f40.000 plus de coupons aan den Staat der Neder landen laten schenken; verklarend dat zij 't „magnifiek mooi" vinden; dat „zoo'n kraan van 'n kerel drie maal den Leeuw heeft verdiend". Doch overigens niet op het „prachtig voorbeeld" reageerend. 't Al heel- nobel achtend, dat zij hebben inge schreven voor de 275 millioen, slechts vijf armzalige percentjes afwerpend. Terwijl er toch voor den drom mel ondernemingen zijn (o, ge lukkige petroleum-mannen 1) die een percent-of-zestig uitkeeren 1 „Voila une autre paire de man ches" I Of te wel: dat is andere koffie, En de stem van den edelen ano nymus, die tien percent van zijn vermogen den Staat beloofde zoodra de oorlog teneinde is, - ze bljjft, vrees ik, die van den roepende in de woestijn. Zij, die den Godsvrede in Patria liefhebben, zullen nu hun hart vast houden, denkend aan wat na 8 Juni a.8. aan beide zijden van het Haagsche Binnenhof zal voorvallen. Het Voorloopig Verslag des Parle- ments over het „Paus-ontwerp" is verschenen. En vooral de „pertinente" vragen, tot de Regeering gericht be treffende het strikt-tljdelijke karakter van het voorgestelde gezantschap bij den H. Stoel toont aan, met hoe weinig „animo" de meerderheid der Kamer bereid is het voorstel te be zegelen. Zal hetzij jhr. Van Nispen tot Sevenaer of oud-minister Regoüt, of wie dan ook, straks naar Rome tijgen Zal het Kabinet 't overslaan van den wereldbrand naar Italië aan grijpen als middel om „met goed fatsoen" van het voorstel af te komen de Koningin verlof tot intrekking ervan te vragen? Terwijl ik dit schrijf, hangt nog de ondoordring bare sluier der geheimenis over deze vragen. Ik houd noch van wedden dit om allerlei redenen, noch van „prognostics" in zaken als deze. Toch zou ik bijna geneigd zijn een,. zij 'tklein kansje te wagen op de waarschijnlijkheid dat het „Paus- ontwerp" zal blijken te gelijken op 't snel verschietende sterretje, waar van gedicht werd: Ce n'est qu'une étoile qui file, Qui fllo, file et disparait En de Eerste Kamer pro of contra het Eedswetje? Zal de Senaat de dreigementen van „de Senaat moét in '17 om, en thans reeds dient de campagne daarvoor begonnen", in „De Vaderlander"geuit, trotseeren? De toestand van verwarring en rech teloosheid in den lande bestendigen De kans schijnt niet gering dat 't al dus zal loopen. En daarmee zou de stellig niet-on begrijpelijke bezorgd heid, dat de Senaat, zoodra dan, laten we zeggen de officiéele Gods vrede" geëindigd is, het Kabinet-Cort v. d. Linden zal doen ineenstorten; bijv. door minister Treub's belasting hervorming van de hand te wijzen beduidend stijgen. De moties-Colijn en -Regoüt, als mede de verwerping van het ont werp van de Vermogens-belasting (vooral dit laatste votum!) waren mis-licke teeckens", zou Vondel zeggen. Zal in ons Hoogerhuis de liefde voor bet Bestand; voor eenheid en samenwerking bij ons volk tot het bereiken van vruchtbaren wetgeven- den arbeid; zijn we dan weer een maal tot normale tijden teruggekeerd ten slotte toch sterker blijken dan de gloeiende, zengende, vernielende partij-passie Hopen wij 't, zij 't dan ook met ietwat beklemd ge moed Mr. Antonio. DE OORLOG. De offlcieele legerberichten van 31 Mei en 1 Juni. Van het W e s t e 1 y k front. Het offensief der bondgonooten wordt met kracht doorgezet. Toch slagen zij er niet in bepaalden groote successen te behalen, ofschoon erkend moet worden, dat op sommige punten regelmatig kleine vorderingen worden gemaakt. Zoo wordt ook nu medegedeeld dat de Fransehen ten N. van Arras een molen en loopgraven aan den straatweg van Souchez naar Carency genomen hebben. In het middag communiqué van 1 Juni wordt bericht, dat bij Souchez de Franschen vooruit gingen, evenals op den weg van Aix la Noulette naar Souchez. In gevechten van man tegen man veroverden de Franschen een Duitsch veldwerk. Een hevig ge vecht ontwikkelde zich om het bezit der suikerraffinaderij van Souchez. De Franschen namen hierbij 60 Duitschers gevangen. Tegenaanvallen der Duitschers werden afgeslagen. Verder de gewone mededeelingen over artillerie gevechten op het Yserfront, en het afslaan van Duitsche aanvallen, ditmaal ten N. van Saint Dié. Verder wordt van Engelsche zijde gemeld, dat de verovering van heuvel 17 (ten N. van Yperen) een belanryk feit is, daar dezen hoogte een uit stekende punt is ten N. van de stad, evenals heuvel 60 er een was ten Z. van de plaats. Het Duitsche legerbericht van den Isten is al even onbelangrijkalleen wordt in dit bericht medegedeeld dat de Fransche aanvallen geon succes hadden en dat de Duitschers dus overwiuners bleven. Bovendien maakt de mededeeling melding van „de nederlaag der Franschen bij Neuville St. Vaast op 31 Mei", welke wel niet zoo heel groot geweest zal zijn. Immers wordt gezegd dat niet tegenstaande deze nederlaag de Fran schen 'n weinig Noordelijker opnieuw een poging tot doorbraak deden, welke echter verijdeld werd. Slechts bij Souchez kwam het tot gevechten van man tegen man, doch ook hier bleven de Duitschers meesters van het terrein. (Hier is dus verschil met de Fransche mededeeling). In het Priesterbosch werden verloren loop graven heroverd. Verder werden met de artillerie eenige „verblijdende successen" be haald. Zoo werden te Mourmelon le grand een 800 400 paarden door den schik uit elkaar gedreven, terwijl ten N. van Ménéhould en N. O. van Ver dun opslagplaatsen van munitie in den lucht vlogen. Door vijandelijke vliegers werd Oostende gebombardeerd, doch zonder belangrijke schade aan te richten. Van het O o s t e 1 ij k front. De Russen hebben weer tegenslag gehad. Op het front van Przemysl werden 3 forten door de Beiersche troepen stormenderhand veroverd. De bezet ting, tenminste het overblijfsel ervan, bestaande uit 1400 man, werd gé- vangen genomen. Van de bewapening vielen 2 gepantserde, 18 zware en 5 lichte kanonnen in handen der Duitschers. Door verschrikkelijke tegenaanval len bq Jaroslau, trachtten de Russen dit voordeel dor Duitschers af te wenden. Het mocht echter niet baten. Zuidelijker, bij Stryj waren de Russen eveneens ongelukkig. Hier brakeu de Pommeraansch-Pruisische gardetroepen door de Russische stel lingen ten N.W. van den stad en veroverden daarna de plaats zelf. Het aantal gevangenen dat hierbij ge maakt werd beliep ruim 9200 man, waaronder 53 officieren. Bovendien werden 8 kanonnen en 15 mitrailleurs vormeesterd. Uit de streek van Sjawli wordt medegedeeld dat de aanvallen der Russen zonder succes blijven. Verder wordt opgave gedaan van het aantal gevangenen, kanonneD etc., welke in de maand Mei in handen der Duitschers vielen. Ten N. van de Njemen werden 24.700 man gevaugen genomen, 17 kanonnen en 47 mitrailleurs ver overd. Tusscben Njemen en Pilica bedroeg het aantal gevangenen 6943 en het aantal mitrailleurs 11, terwijl op dit gedeelte van het front boven dien een vliegtuig werd buitgemaakt. Het Oostemdiksche bericht maakt behalve van de hier bovengenoemde successen der Duitschers, melding van krachtige aanvallen der Russen over het geheele front van de San. Alle aanvallen werden m6t zeer zware verliezen van den vijand afgeslagen. De bij Stryj teruggeslagen Russen trekken op den Dnjestr terug. Van het Z u i d e 1 ij k gevechts terrein. Van Italiaansche zijde wordt mede gedeeld dat de opmarsch der troepen aan de Oosten rij ksche zijde van de grenzen van Tirol en Trente voort gezet wordt. 6 K.M. ten N. van Ala, werd een hoogte vermeesterd welke Roveredo beheerscbt. De artillerie- gevechten op de hoogvlakten duren voort. In het dal van de Brenta is het front vooruitgeschoven tot op 8 K.M. van Borgo 27 K.M. O. van Trente). De berg Belvedere, welke Primiero beheevscht is in handen der Italianen. Aan de Karnische grens werd een Oostenrijksche aanval afgeslagen. Door een flottille torpedojagers werd Monfalcone gebombardeerd, waarbij ernstige schade werd aan gericht. Eenige groote, met meel ge laden barken werden vernietigd. De jagers keerden onbeschadigd terug. Aan de Dardanellen werd volgens een Turksche mededeeliDg - een aanval van de Engelschen op de stellingen bij Ari Boemoe ver ijdeld, evenals een poging om eenige verloren loopgraven te hernemen. De Engelsche berichten houden zich voornamelijk bezig met de ver melding der Turksche verliezen. Deze moeten zeer zwaar zijn. Volgens Turksche gevangenen werden heele regimenten vernietigd. In het bizonder zijn de verliezen aan officieren groot. De gapingen worden gevuld door kadetten van de vloot. Militairen van allerlei soort worden door elkander in eenheden vereenigd. Tijdens een bajonet-aanval kwamen er van een regiment van 3000 man slechts 120 terug. Bij een andere gelegenheid verras ten de bergkanonnen de Turken, die zich 's nachts aan het verzamelen waren. Een Arabisch officier zeide dat zij op het oogenblik dat hij ge vangen genomen werd, op z'n minst 40.000 man hadden verloren. De Britsche machine-kanonnen waren vooral zeer doodelljk van uit werking. De scheepskanonnen hadden echter de meeste uitwerking. De ont ploffing van hun projectielen verlamde een aantal soldaten in den omtrek. Aan de kust by Smyrna werden eenige plaatsjes door een Fransche kruiser beschoten. Van het Turksch-Russische front meldt een Russische mededee ling dat in het kustgebied en het dal van den Tsjoroch de geweerge vechten voortduren. In de streek van Wan zijn de Tur ken na een gevecht bij het dorp Manghelaff voor de troepen in Wes telijke richting teruggeweken. Intusschen is de oorlog in de lucht ook met kracht voortgezet. Door Zeppelins werden bommen geworpen op Londen. Verder werden door Oos tenrijksche vliegtuigen bommen ge worpen op de plaatsen Bari en Brin- disi. De schade was gering. In Bari werd een kind van 15 jaar gedood, terwijl in Brindisi twee burgers licht gewond werden. Van Italiaansche zijde wordt boven dien medegedeeld, dat Zondag een luchtschip een bezoek bracht aan Pola. Het station, de opslagplaats van petroleum en het arsenaal wer ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Heerenmoda-Artikelen. Gomaakto kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. den gebombardeerd. Alle bommen ontploften ter plaatse waar ze op waren gericht. Een groote brand brak uit in het arsenaal. Het luchtschip is ongedeerd teruggekeerd. Zeppelins boven Lenden. Uit verschillende plaatsen in het Z. van Zeeland kwam het bericht dat Maandag eenige luchtschepen waren gezien, die in de richting van de Noordzee voeren. Later bleek dat Zeppelins een tocht naar Londen hadden ondernomen, waarbij zij 90 bommen, grootendeels brandbommen, op het stadsdistrict wierpen. Ef öutstond een reeks bran den, maar voor drie slechts werd de hulp der brandweer ingeroepen. Deze bluschte de branden binnen korten tijd. Geen enkel openbaar gebouw werd beschadigd. Een zuigeling, een jongen, een man en vrouw werden gedood, een andere vrouw levensgevaarlijk gekwetst. Overigens werden nog enkele personen gewond. Van Duitsche zijde wordt medege deeld, dat de werven eu dokken van Londen gebombardeerd werden. Uit Londen wordt bovendien nog gemeld, dat de (Eng.) Morning Post via Bern een bericht ontving waarin werd medegedeeld, dat een zeppelin, die deel had genomen aan den tocht naar Southend, zoo ernstig beschadigd is geworden door het Engelsche ge schut, dat het luchtschip bij Helgoland in zee is gevallen. Men zegt dat de bemanning is omgekomen. In de loopgraven. De BerlljDsche correspondent van de „Nieuwe Rotterd. Ct.", beschrijft met welke groote moeilijkheid men bij den aanleg heeft te kampen. Uiterst langzaam gaat het in zijn werk, vooral op die plaatsen, waar de bodem uit een steenigen, lossen grond bestaat. Op zulk terrein kan de aanleg slechts plaats vinden ten koste van vrij aanzienlijke verliezen. De slaapholen voor de bezetting konden in den muilen grond niet worden uitgeboord, maar werden van bovenaf, ais diepe kuilen gegraven, en daarna met pantsering, balken, aarde enz. toegedekt. En zelfs dit terrein was nog niet eens het moeilijkste. Wij kwamen op een plek waar de bodem uit compacte steen bestond. Elders weer liep de loopgraaf door een dicht kreupelbosch, waarvan het wortel kluwen een zeer bezwaarlijke hinder nis had gevormd bij het graven. Het kreupelhout boven den grond had men eerst geheel weggekapt, niet met den bijl, maar met artillerievuur. Het zag er nu uit als een stoppel veld, dat meer geplukt dan gemaaid was. Een luitenant van de genie ver telde, dat hij niet alleen met mecha nische, maar ook met inoreele moei lijkheden te kampen had gehad bij het aanleggen van zijn werk. Op een zeker punt moest de loop graaf door een oud kerkhof. Er was niets aan te doen, het ging niet anders. Zijn manschappen, brave Beieren, waren echter niet goedschiks te bo wegen geweest de oude kruisen en grafsteenen weg te ruimen. Om on aangenaamheden te voorkomen, had hij toen met eenige officieren en onderofficieren zelf aangepakt. Zeer gretig echter hadden de manschappen geholpen bij het opbergen van de voorwerpen. Ook het graven van mijngangen gaat zonder ophouden voort. In de stellingen op 30, 40, 50 meter van den vijand is men dus op den rustigsten dag nooit zijn leven een oogenblik zeker. De Duitsche soldaten weten zeer goed, dat de Franschen even druk mineeren als zij zelf. Voor zwakke zenuwen is hot daar geen gezond verblijf. Toch staat men niet geheel machteloos tegen dezen riooloorlog. Ter hoogte van de mljnlaag leggen beide par tijen onderaardsche dwarsgangen voor hun stelling aan, waarin de vijandelijke holen moeten terecht komen. Voortdurend wordt er scherp geluisterd, of men niet het graven van den vijand hoort. Merkt men dat hij op komst is, dan staat men met het pistool gereed, om de mineurs neer te schieten, zoodra de laatste afscheiding tussehen de twee gangen wegvalt. Er zijn daar onder den grond reeds verbitterde gevechten van man tegen manjgeleverd. Soms lukt het ook, een vijandelijke mijn door een tegen mijn te vernietigen. Wee dan de geniesoldaten die daar aan het werk waren. Przemysl onder Russisch bewind. De Oostenrijksche oorlogscorres pondent van het„Berliner Tageblatt" heeft met burgers van Przemysl ge sproken, die de stad eerst enkele dagen tevoren verlaten hadden. Een stemmig vertelden zij, dat de Russen zich bij hun intocht in de stad menschelljk en fatsoenlijk hadden gedragen, zoowel tegen burgers als soldaten. In den tweeden nacht werd er echter geplunderd. De militaire politie, die uit Lamberg gekomen was, liet deze soldaten begaan. Toen er nieuwe politie kwam, werden alle uitspanningen streng verboden. Tien Russische soldaten, die bij het plun deren gepakt waren, werden doodge schoten. Tot vestingcommandant werd de generaal der infanterie Hart- manof benoemd. Hij liet het oprui- mingswerk van de 'forten beginnen, waarbij verscheiden malen soldaten op een mijnenveld raakten en gedood werden. Over de San werd een nieuwe houten spoorwegbrug aangelegd. Deze bruggen werden door hoogwater weg gesleurd en door ponton-bruggen ver vangen. Tegelijkertijd begon men met het bouwen van twee vaste bruggen. De burgerlijke bevolking mocht in de stad blijven en moest de winkels open houden. Later werden alle Joden uit de stad gezet. Ze moesten Przemysl in de richting van Lemberg verlaten. Den tijdelijken burgemeester lieten de Russen eerst in zijn ambt, maar vervingen hem later door een Lem- bergsch advocaat. Hij zelf is naar Siborie gezonden. De burgemeester moet als Oostenrljksch reserve officier geweigerd hebben den Tsaar bij zijn bezoek aan Przemysl namens het gemeentebestuur te begroeten. De Tsaar bezocht den 25en April de stad. Hij reed tussehen twee rijen soldaten zonder geweer en bajonet. Alle ven sters moesten gesloten blijven. I)e Tsaar zat in do derde auto van den stoet. In den laatsten tijd waren alle weerbare mannen, in het geheel 6000, naar Rusland gezonden. Nieuwe artillerie. Het Karlsbader Morgenblatt schrijft De doorbraak door het Russische front is, behalve aan de dapperheid van onze troepen, in de eerste plaats te danken aan onze groote artilleris- tische overmacht. Een nieuw type van Skoda heeft vooral verwoestend gewerkt op vestingen en loopgraven. Het is een 15 centimeter houwitser, waarvan de granaten met ecrasit ge vuld zijn. Het projectiel kan 450 kilogram aarde opwoeien en doodt of wondt alles in verren omtrek. Deze nieuwe houwitser doet door de buiten gewone ontploffingskracht van zijn granaten wonderen, en vernielt alle veld-bevestigingen. In Gallclë. Uit Weenen wordt bericht dat de laatste tien dagen nogmaals 80 Ga- liciache gemeenten van den vijand zijn bevrijd, zoodat sedert het begin van het in Mei begonnen offensief in 't geheel 868 Galische gemeente weer door de Oostenrijkers'zijn bezet. De handelsoorlog. Londen, 1 Juni. Volgens het ge wone overzicht van de Admiraliteit hebben Duitsche onderzeeërs tussehen 19 en 26 Mei slechts één Eugelsch stoomschip en één visschersvaartuig kunnen treffen, terwijl er in die zeven dagen niet minder dan 1323 schepen in Engelsche havens zijn aangekomen of daaruit vertrokken. De totale verliezen der Engelschen van den aanvang van den oorlog tot 26 Mei ziju 139 -schepen, terwijl in hetzelfde tijdvak 56,311 zeeschepen de havens van het Vereenigd Konink rijk zijn binnengekomen of uitgevaren. Uit deze cijfers blijkt wel hoe ge ring de resultaten zijn van een oorlog gedurende 10 maanden tegen de vreed zame scheepvaart. Het Duitsche antwoord op de Amerlkaansche nota. WashiDgton, 1 Juni. President Wil- son is van plan de door de regeering te volgen gedragslijn in zake de in ternationale crisis zoodanig vast te stellen, dat er geen twijfel omtrent de bedoelingen van het land kan over blijven om, zoo noodig, het niet bij woorden te laten, maar ook handelend op te treden in het belang der menscb heid. Hij is vast besloten Duitschlanda ontwijken van de vragen betreffende de menschelljkheid door eene techni sche bespreking van de geschilpunten dadelijk te beantwoorden door eene nota, die in het kort de feiten betref fende de vredelievende uitrusting der „Lusitania" vaststelt. Voorts zal hij de ernstige voornemens zijner regee ring, om Duitscbland volkomen ver antwoordelijk te stellen voor het aan tasten van Amerika's rechten op zee, herhalen. Graaf Bernstorff zal Woensdag een bezoek bij president Wilson afleggen, maar tenz(j hij voorstellen heeft te doen, waarin Amerika's eischen op geheel andere wijze worden beant woord dan in Jagow's nota, zal zijn bezoek Wilson's gedragslijn niet wijzigen. De President zal heden de verschil lende vraagstukken met den minister raad bespreken en zijne nota zal kort zijn en waarschijnlijk reeds Donder dag a.s. worden verzonden. In die nota zal, in antwoord op Duitschlanda vraag aangaande de bewapening van de „Lusitania" worden vastgesteld, dat uit het officieele onderzoek is ge bleken, dat het schip geen kanonnen, noch gemonteerd, noch ongemonteerd, voerde, en voorts, dat de Amerikaan- sche wetten niet verbieden dat kleine vuurwapenen of ammunitie met pas sagiersschepen worden vervoerd. Men gelooft, dat president Wilson er vervolgens op zal aandringen, dat de Duitsche regeering het doen zinken van de „Lusitania" als onrechtmatig zal erkennen en garandeeren dat in het vervolg de onderzeesche oorlog op meer menschlievende wijze zal worden gevoerd. Het nieuwe oorlogsterreln. De correspondentie Heer und Poli tik schrijft: Het nieuwe oorlogsterrein is door zijn natuurlijke gesteldheid een bui tengewoon moeilijk gebied voor een aanvallend Italiaansch leger. Men kent de opmarschplannen van het Italiaansche leger nog niet, maar de vorm van het grensland tussehen Oostenrijk en Italië is door z(jn berg achtig karakter en de eigenaardige vooruitgeschoven ligging van Zuid- Tirol in ieder geval ongunstig voor de Italianen. Vooral maakt het berg land, zoowel in het noorden van Italië als in het oosten, bij een opmarsch naar de kust het ontvouwen van groote en overmachtige strijdkrachten onmogelijk. Ih het noorden dringt Tirol in een scherpen driehoek tot in het midden van het Garda meer Italië binnen. De Italianen kunnen een leger, d'at hier staat, moeilijk aanvallen, daar de bergen een ver- eenigden opmarsch hinderen, zoodat een kleine, verdedigende strijdmacht hier gunstige vooruitzichten heeft. Van spoorwegen komen hoofdzakelijk de lijnen van Milaan naar Modena over Mantua en Verona in aanmer king. De lijn over Verona wordt be- heerscht door het stroomgebied van de Etsch. De noordpunt van Italië wordt door de Julische Alpen van Oostenrijk gescheiden. Ook hier heb ben we toestanden zooals aan de grens van Tirol.'Het bergland maakt ook hier grootscheepsche operaties zeer bezwaarlijk. Bijzonder echter moet men er rekening mee houden dat het onmogelijk is, hier een groote strijdmacht te ontplooien tegen een vastberaden verdediger. Het kustge bied is eveneens niet bijzonder voor oorlogsterrein geschikt, daar het Kars- gebergte met zijn ontzaglijke woeste nijen en gekloofd bergland uiterst gevaarlijk is. Tegenover deze land streek ligt de Italiaansche provincie Venetiö met de sterke zeevesting Venetiö. Beteekenis hebben hier de dalen van Tagliamento, Piave en Brenta, die belangrijke verkeerswegen vormen. De spoorwegverbindingen zijn hier niet slecht. Twee belangrijke lijnen gaan naar Villach en het kust gebied. Beide gaan van Venetiö uit, de een loopt over Udine naar Villach en de andere over Gradisca naar Triest. Roemenië. BerltjD, 1 Juni. De Roemeensche geleerde prof. Basilesco schrijft in het Journaal de Genève over de eischen van Roemenie. Basilesko herinnert eraan, dat er een sterke partij in Roemenie bestaat die voor aansluiting met Duitschland en Oos tenrijk is. Hij verklaard, dat Roemenie door het handhaven van zijn onzijdig heid een grooten dienst aan de drie voudige entente heeft bewezen en dat met dat al de entente de gerecht vaardigde eischen van Roemenie niet erkent. Roemenie verlangt geheel Bessarabie tot aan de Dnjestr. Hot zal steeds het oog gericht houden op het gebied aan de overzijde van de Prooth en by de eerste de beste ge legenheid er op uittrekken om de daar wonende 2 millioen Roemenen te bevrijden. Roemenie zal nooit dul den, dat Banat Servisch wordt. Het doet van geen duimbreed grond afstand, dat door Roemenen wordt bewoond. Roemenie beschouwd alle landge- nooten, zoowel die welke onder Rus sische als die onder Hongaarsche heerschappij leven, als broeders die bevrijd moeten wordeD. Bulgarije. Parijs, 1 Juni. Telegrammen uit Sofia ;melden van indrukwekkende betoogingen ten gunste van een in grijpen van Bulgarije aan de zijde van de drievoudige entente, die voor het Italiaansche gezantschap zijn gehouden. De heele Bulgaarschepers betoont'zijn instemming met die betoogingen. Men seint aan de Agence Econo- mique et Financière dat de onder handelingen door den Bulgaarschen minister met den voorzitter van den ministerraad begonnen, op den goeden weg zlin. Radef is naar Sofia ver trokken, waar hij rekenschap zal afleggen over de aangeknoopte on derhandelingen en de grondslagen van een mogelijke overeenkomst. Optochten om voor een oorlog tegen Oostenrijk te ageeren trekken door de stad. Ean oorlogs-drama In de lucht. De literatuur van den huidigen oorlog is vol van daden van moed zelfopoffering en niet minder van schokken een eind van ons weg strijken. De schokken worden gewel diger, nu hangt het tuig op den linkervleugel, het zwenkt weer naar ons toe, het keert, het wentelt geheel om en als een doode vogel stuikt het den grond op. We loopen toe en vinden den luite nant dood op zijn zitbank. De be stuurder geeft nog teeken van leven, wy dragen hem met de grootste voorzichtigheid naar een ambulance. Daar bekomt hij en verhaalt hij, haast alsof hij een droom verhaalt, die geen werkelijkheid zou kunnen worden „Gauw hadden we onze verkenning gedaan en we keerden reeds terug. Wij vlogen door een hagel van kogels en boven, naast en onder ons barstten de granaten uiteen. Ik zag niets meer dan een kruitdamp waar we doorheen schoven. Dit was niet uit te houden en ik steeg hooger. Maar pas had ik het hoogteroer in werking gebracht, of daar barst een granaatkartets vlak boven ons hoofd en een oogenblik had ik het gevoel, dat ons tuig aan splinters vloog en dat mijn hersens uiteen spatten. Even daarop volgde een pijnlijke waarneming, die rnlj innig gelukkig maakte, omdat zy mij 't bewustzijn gaf, dat ik nog leefde het was of men mijn oogen door- vliemde met tien vlijmen tegelijk Dan verbleef ik in een donkeren mist, die alle voorwerpen aan mijn gezicht onttrok. We leefden nog. Er was nog redding mogelijk. Wanhopig hield ik mijn stuur vast. Aan richten viel niet te denken, en het eenige noodige was vooralsnog in de hoogte te blijven, om te ontsnappen aan de kartetsen, die gelukkig minder talrijk waren. Zoo luide ik het vermocht, riep ik tot mijn gezel: „Luitenant, niets gebroken?" Ik kreeg geen antwoord. Ik dacht dat hy ml) niet gehoord had, en ik riep nog luider, terwijl ik my omwendde en mijn best deed om de oogen te openen ten einde hem te zien. Niet alleen kreeg ik geen antwoord, maar alles wat ik zag was zwart! Ik was dus aan den dood ontsnapt, doch wist nu dat ik blind was. En mijn luitenant zou wel getroffen zijn, dacht ik. Ik had nog tegenwoordigheid van geest genoeg om al het hachelijke van mijn toestand te vatten: alléén in de hoogte, misschien 1600, 1700, 1800 meters hoog, met onder mij de dreiging van het vijandelijk geschut en - de afgrond: ik beval mijn ziel aan God. Daar vernam ik opeens weer het vijandelijk geschut en nu schoot mij de gedachte binnen dat het mijn plicht was, als ik koD, by de onzen te landen en aan mijn oversten den uitslag van onze verkenning mee le deelen. Het geschut hielp mij by hetrichteD. Ik stuurde naar de tegenovergestelde zijde. Nauwelijks giDg ik twee mi nuten die richting in, of ik hoorde mijn luitenant, die weer zyn bewust zijn had, roepen: „He, waaghals... naar omhoog, naar omhoog!" Ik gehoorzaamde instinctmatig en zóó krachtdadig dat het vliegtuig een sprong in de lucht maakte. Ik hoorde mijn luitenant schreeuwen„hij rukt den haan van den toren!" Ik begreep dat wij aan oen ramp ontsnapt waren, en riep terug: „Dank u, luitenant. Neem me niet kwalijk, ik zie niet duidelijk meer. En gij, luitenant, zyt gij gekwetst?" - „Ja," antwoordde hij, „ik geloof dat ik goed getroffen beo. Maar pas op, gij keert terug naar den vijand. Gauw linksom. Nog meer. Goed zoo. Vooruit nu maar." Drie minuten later vernam ik weer de stem van den luitenant, doch ze was zwakker geworden: „Best... Wij zijn by de onzenSluit uw motor afZweefvlucht nuZacht jes aan Zachtjes Toen hoorde ik niets meer, dan even daarop het krakend gerucht van het vliegtuig dat zich op den grond verbrijzelde." Toen de majoor, die dit verslag aanhoorde, zyn deelneming uitsprak over het blindworden van den vlieger; antwoordde de blinde: „Het eenige wat ik bejammer, is niet meer op verkenning te kunnen uitgaan." De stakingen In Engeland. Een Engelsch blad bevat een trouw- hartigeu brief van een Britsch soldaat, die in Noord-Frankryk vecht. Wy lichten er één zinnetje uit: „Op Pink ster-Maandag beschoten de Duitschers ons met gasbommen. En echter is het eenige waar de menschen in Engeland aan denken, te gaan staken. De luidjes hier werken nacht en dag voor een shilling per dag; en do men schen in Engeland staken om meer loon. Het is vreeseiykl" Geen vermocht me echter dieper te roeren, geen gaf me een aan- schouwelyker beeld van de ver schrikkingen van dezen modernen oorlog, dan het volgende verhaal, afkomstig van het Belgische front. Er was een sergeant-vlieger met een luitenant-waarnemer opgeategen om de vijandelijke linies te verken nen. Van de plaats waar wy stonden konden wij al de bewegingen van het vliegtuig nauwkeurig gadeslaan en wy deden het met gespannen aandacht. Plotseling zien wij het vliegtuig pyirecht omlaag schieten, weer horizontaal komen en met BINNENLAND. Da „Triton". Bij de directie van de Koninklyke Nederlandsche Stoombootmaatachap- py te Amsterdam is van den kapitein van de „Triton" een telegram ont vangen, biykens hetwelk er een brand heeft gewoed in de machinekamer. Er zyn booten van een bergings- maatschappy langs zy om het vuur te dooven. De reis zal zoo spoedig moge- ïyfe worden voortgezet. Uit dit telegram blykt dus, dat de toegebrachte schade niet zoo ernstig is als aanvankelijk vermoed werd, en dat er van torpedeering of het loopen op een myn geen sprake is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1