HELDERSCHE COURANT DE TAAL DES HARTEN. VOORHEEN GENAAMD 5T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4476 DONDERDAG 10 JUNI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ei, Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37 v 45 0.75 Modeblad 65 75 „1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - Interc. Telefoon 50 AdvertenliSn van 1 tot 4 regels (bij vooruitbet.) 30 cent Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent Elke regel meer 15 cent. Advertentlën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2i cent. Op pagina 4 'van dit blad is opgenomen: Gemeenteraad van Helder. DE WEEK. 8 Juni. 't Is begrijpelijk, dat het bericht over de inwijding der Van Karnebeek- bron, bij het Vredespaleis, op som migen gelaat een glimlach heeft „to voorschijn getooverd". Er zullen er wel zijn, vermoed ik, die uitriepen: „Maar dat is toch een comble! Dat is. toch het toppunt van menschelljke dwaasheid en zelfverblinding!" In zijne schoone rede, bij de bedoelde plechtigheid gehouden, heeft de voor zitter der commissie, mr. Dresselhuys (secretaris-generaal van Justitie) in herinnering gebracht, hoe kort na de opening van het Carnegie-paleis „de grootste oorlog, die de mensch- heid gekend heeft, met zijn hel van bloed en gruwelen" uitbarstte. Tevens, hoe „de massa-moord, die de schande is van het nu-levende geslacht", al grooter afmeting aanneemt. Toch durfde men „dit kleine stukje vredes- gedachte" to openbaren. En wel, om dat men dient te beseffen, dat „de lijn, die zal uitloopen op den blij venden vrede door het recht, nu eenmaal niet zacht-glooiënd kan zijn, maar even als de curve van bijna alle groote ideeën, mot scherpe trappen op waarts gaat." Dat is schoon uitgedrukt. Eu die taal getuigt van een optimisme, dat U warm, weldadig aandoet. Wij zul len nu niet gaan- bespiegelen over de vraag, of het ideaal der mannen en vrouwen van „door hot Recht tot den Vrede" ton slotte eene utopie, een luchtkasteel, onbereikbaar, zal blijken te wezen. De tijden zijn aller minst geschikt voor het spreken en schrijven daarover. Maar het door onverdelgbare hoop, door stalend optimisme dat nog iets anders beduidt dan het op onpractisch-dwee- perige manier propaganda maken voor utopieën, waarvan ieder het karakter kan doorgrondenstrijden voor wat men goed en in 's menschen belang acht't is in waarheid onmis baar Terwijl ik dit schrijf, is 't nog een „gesloten boek", hoe de Tweede Kamer na min. Loudon'a Memorie van Antwoord, het ont werp tot tijdelijke vestiging van een gezantschap bij het Vatikaan zal ontvangen in de publieke zitting. Het ontwijkend antwoord der Regee ring op de pertinente vraag, of zij zich wil verbinden, in de toekomst geen blijvend gezantschap bij den Paus te accrediteeren: het doet som migen, zoo niet velen, voor het leven van dit ontwerp beducht zijn. Afge scheiden van elke „principiëele" vraag in deze kan men deze andere toch hier op den voorgrond schuiven: van hoe geringe hoffelijkheid zou 't, in de gegeven omstandigheden, tegen over den Paus blijk geven, bijaldien de Nederlandsche Regeering zou zeg gen „Ik ben bereid tijdelijk en voor speciaal doel een gezant af te zen den, maar weet wèl, o Vatikaan, na den vrede is 't finaal uitIk neem aan, dat ook de felste „anti papist", mits beschaafd mensch, zal willen erkennen, dat dergelijke hou ding in flagranten strijd ware met wat men „burgerlijke beleefdheid" in het dagelij ksch leven noemt De Regeering ontkent niet en hoe zou ze ook kunnen 1, dat de jongste uitbreiding van den wereld brand de hoop op spoedigen terug keer van den vrede verflauwt. Dus maar het ontwerp laten „zwemmen"? De vraag zal misschien in de raad kamer der ministers zijn overwogen. Maar behalve dat de ervaring leert, hoe ook de grootste en hevigste oor logen soms even plotseling ontstaan als verdwijnen, geeft het willen-door- zetten hier toch ook blijk van het zonnig en stalend optimisme, den goed-taaien „Ausdauer", waarvan men immers reeds zeer lang vóór den wereldoorlog verklaarde dat zij „ber- FEUILLETON. gen kunnen verzetten" Paus Benedictus heeft onder omstandig heden, welke een wankelmoedige geen straaltje van hoop meer zouden heb ben doen zien, volhard in zijn pogin gen ten gunste van behoud, later van herstel des vredes. Dat geschiedt nog 't Lijkt ons inderdaad gelijk te staan met den arbeid van Sisyphus, die gedoemd was een reusachtigen steen een berg op te rollen, wetend dat het gevaarte, zoodra 't den top bereikt had, onmiddellijk om-laag zou storten. Door snel-ontmoedigd wor den, door verslappend, ontzenuwend pessimisme zijn intusschen nooit groote, ongedachte daden bereikt. „Where is a will, there is a way", luidt het energieke Amerikaansche woord. En de oude Hollanders druk ten 't uit met 't welbekende „de aanhouder wint"De kampioenen voor Vrouwen-kiesrecht die in Engeland nu den „strijdbijl" niet meer tegen eigen huis en hof richten, maar scherpen tot verdediging van de zaak des lands hebben óók blijk gege ven van dat „taaie optimisme". En zeer begrijpelijk is de vreugde ook onder de Nederlandsche zusters over de zege, die haar ideaal thans in Denemarken heeft bereikt. Trou- ïs, - men mag veilig aannemen, dat het nobole, kordate gedrag van zoovele vrouwen, in alle deelen der aarde, gedurende de wereld-crisis de zaak van het Vrouwen-kiesrecht in hooge mate gebaat heeft. En zijn degenen, die een onuit- bluschbaar vertrouwen stolden in den wensch, bij het overgroote deel van ons volk levend om komt de nood aan den man - do onafhankelijk heid des Rijks te helpen' beveiligen en verdedigen, thans niet op schitte rende wijze in het gelijk gesteld?... Wie had nog een jaar geleden durven voorspellen, dat een ontwerp als van minister Bosboom, tot uitbreiding van den Landstorm, ontwerp, feitelijk ge lijkstaande met geleidelijke invoering van algemeenen dienstplicht, met zóóveel instemming zou ontvangen worden als nu 't geval is?... Allen tot de veertig jaar allengs onder de penen: allen, zij, die wegens broederdienst, alseenige-zoon, wegens kostwinnerschap werden vrijgesteld, alsmede de „vrljgelooten"Hoe veel blijft er nu over van de „breede groep" der Jan Salie's, die gromden, dat ze „maling hebben aan het vader land", en dergelijke weerzinwek kende lamlendigheden meer?... Een zéér klein kuddeke. En wéér denkt men aan het fiksche woord, dat de heer Schaper eenmaal in de Kamer sprak; hoe hij in tijd van nood „onder de eersten" zou zjjn, die „met het geweer op schouder naar den grens zou snellen". Dat woord kwam uit 't hart. En zoo is 't ook bij méér dan negentig percent van ons volk, zij 't dan ook dat wij niet „militairistisch zijn aan gelegd". In het oude „Desespereert niet!" zit ook dat pittige, dat taaie van gezond-optimisrae. J. Pz. Coen was 'n energieke kerel. Die de heeren Staten een riem onder 't verslap pende, door vrees bevangen hart stak. Zulke figuren hebben wij thans noo- dig. Ook in den strijd tégen den oor log en voor terugkeer van den vrede. En Diemand onzer heeft het recht die zaak hoè somber do vooruit zichten nu ook lijken „hopeloos" te noemen De man, die op 8 Juni 1915 zijn tachtigsten verjaardag vierde; de nestor van ons Parlement Fr. Lief- tinck behoort mede tot het geslacht der flkscb-taaie optimisten. En dat hij, op zijn leeftijd, nog de jongste, de meest frissche en levenslustige is van de honderd vroede vaderen in ons Lagerhuis; de heer Lieftinck dankt 't allermeest aan het gehoor zaam gebleven zijn aan 't puike, in de praktijk zoo kostelijk gebleken „recept", door mij genoemd Dat er, in Patria, nog wel degelijk 8) Niederberg werd aldus vermeden, doch Greta's gemoed kwam niet tot rust. Telkens weer moest zij denken aan de romantische liefde van de helden, voorkomende in de opge schroefde verhalen, die zij vroeger met zooveel smaak gelezen had. Zij vereerde vooral dien ridderlijken Hec- tor, die zijn vrouw verliet om een bekoorlijke herderin aan te hangen en tot hoogeren rang te brengen. Hadden zulke gedachten haar met rust gelaten, dan zou Greta de deugd zame vrouw wel gebleven zijn, doch het Btond anders in de sterren ge schreven. Haar nicht noodigde haar dringend uit voor een van haar ge wone Woensdag-avondjes. Nog steeds do deugdzame vrouw in eigen oogen, meende zij nu wel weer eens iets te mogen genieten en nam de uitnoodi- ging aan. Dat deed zij nog te meer, omdat nicht Therése zeide, dat men mevrouw Hollard in de gezelschappen begon te missen. Zoo kwam dan de avond, die in het leven der jonge vrouw zoo be langrijk van beteekenis zou worden. Hot gezelschap was hetzelfde van altijd, ook graaf Niederberg was er. En het avondje verliep op de gewone manier, doch ditmaal had graaf Nieder berg verzocht Greta naar huis temogen geleiden. Niet zonder schroom had Greta hem deze gunst toegestaan, doch weigeren ging moeilijk dacht zij. Niederberg nam dien avond niet den koristen weg om Greta thuis te brengen. Hij bad haar zooveel te zeggen. In gloeiende liefdebetuigingen die zij aanvankelijk nog afwees, wist hij voor te tooveren, hoe haar plaats eigenlijk was in de salons van de groote wereld, waar zij door haar schoonheid zou schitteren als een ster, vooral wanneer zij door smaak volle kleediDg nog meer betoovering van haar lief persoontje liet uitgaan. Op welke jonge schoone vrouw zouden zulke woorden van den ver leider geen indruk gemaakt hebben? En Greta was jong en schoon, zij wilde zoo gaarne genieten van alles wat zij door haar jeugd en schoonheid kon verkrijgen. Dat was haar door haar moeder al vroeg voorgehouden. En zoo sloegen dien avond de woor den van Niederberg goed bij haar in. Hij stelde aan haar geprikkelde ver beelding zooveel moois voor, dat zij eindelijk toch nog schoorvoetend toestemde in zijn plan om met haar te Weenen of in het buitenland verder het leven te genieten. Nu werd afgesproken, dat hij reeds morgen naar Weenon zou afreizen, en dat zij hem spoedig zou volgen. Hi) gaf haar het adres van een voornaam hotel, waar hij een paar mooie kamers voor haar zou bestellen en verüet haar iets van „oeconomischen nood" be staat, men zou 't bijvoorbeeld kun nen „illustreeren" door het feit, dat negen percent der oudste Landweer lichting er voorkeur aan heeft ge schonken, niet met verlof te gaan. Trouwens, de boeken en annalen van het Alg. Steun-comité (dat aardig bezig is de 2ys millioen te bereiken) kunnen daar verder van getuigen, 't Moge dan voorbarig zijn, het gerucht omtrent de voorbereiding eener nieuwe 5l/s pCts. Staatsleening dat er van de 275 bitter weinig over is en de loop der dingen weldra nieuwe „extra-maatregelen" zal noo- dig maken: men behoeft waarlijk geen ,'finantiëel genie" te wezen om 't te beseffen. De offers, die van ons allen gevraagd moeten worden, zul len allengs zwaarder zijn. Doch ook hier is pruttelen en weeklagen uit- den-booze..Tot welken prijs brengen wij die offers, hebben we ons af te vragen. Hoe groot is de nood, die gelenigd moet worden. Alsook, in vollen ernst,Hoeveel kunnen we, met wat goeden wil, afzonderen, be zuinigen, in deze tijden Nogmaals: where is, a willOnwaardeerbaar receptje, in trouwe, voor de ontelbare heeren en dames Brom-meyer's Mr. Antonio. DE OORLOG. De officieels legerherichten van 7 en 8 Juni. Van het W e s t e 1 Ij k front. Het offensief is hier nog steeds aan de geallieerden. Hoewel uiterst langzaam, gaan zij toch voortdurend vooruit. Zoo meldt het communiqué van 7 Juni, dat de ten N.W. van de Aisne veroverde 2e loopgravenlinie in Franscbe handen bleef, niettegen staande de hardnekkige aanvallen der Duitschers. Bij deze aanvallen ver loren de Duitschers 250 man aan gevangenen on moesten zij 6 mitrail leurs prijsgeven. Bovendien wordt van Fransche zijde gemeld, dat min stens 2000 doode Duitschers op het gevechtsterrein achterbleven. Ook in het z.g. Labyrinth, eeu doolhof van met beton aafigelegde stelliDgen der Duitschers winnen de Franschen terrein. Reeds hebben zij bet centrale veldwerk bereikt. Z.O. van Hébuterno veroverden de Franschen twee vijandelijke linies en een hoeve. 400 Duitschers, w.o. 7 officieren werden gevangen genomen, terwijl een groot aantal machine geweren werd buitgemaakt. Het gevecht ten N. van Atrecht duurt met groote hevigheid voort, waarbij de artillerie zonder ophouden aan het woord is. Hiertegenover meldt het Duitsche legerbericht, dat de aanvallen der Franschen aan den O.rand -van de Loretto-hoogten en N.W. van Berry au Bac mislukten. Die ten NW. van Soissons werd door een tegenaanval tot staan gebracht. Volgens deze mededeeling duurt het gevecht bij Hébuterne nog voort.» Van bet Oostelijk front. Nog altijd zijn de Russen er niet in geslaagd den opmarsc.b der ver bonden legers ook maar eenigermate tot staan te brengen. Volgens het Russische legerbericht van 7 Juni deden de Duitschers en Oostenrijkers op Zaterdag en Zondag hevige aanvallen in de richting van Mosjica. De uitslag wordt niet mede In het communiqué wordt erkend, dat de Oostonrljkers er in slaagden bij Zurawno den Dnjestr over te trok ken. In het dal van de Luwka sloegen de Russen een aanval af en namen zij 400 man gevangen. Ten W. van Kolomea garf de vijand de aanvallen tegen de Russische stellingen op. Volgens de Russische toen met haar heerlijk bewustzijn, dat bij haar geheel gewonnen had. vin. Het hotel „de Keizerskroon" was het voornaamste hotel van het pro vinciestadje. Alle welgestelde vreem delingen, die hier bleven vertooven, namen bun intrek in dit hotel, dat bekend stond om zijn goede keuken. Gewoonlijk werden de logeergasten ook 's avonds geiutroducteerd in de sociëteit, gevestigd in één der groot ste zalen van het hotel, en koudon zij gezelligheid vinden bij den districts- rechter eenige officieren en andere notabele ingezetenen. Zoo was dan ook „de Keizerskroon' als van zelf de aangewezen plaats, waar het zilveren jubileum van dr. Konisch, den rector van het gym nasium gevierd zou worden. De leer lingen van die school zouden eene operette opvoeren en eenige voor drachten ten beste geven on verdol den avond gezellig doorbrengen. De rector, de conrector en alle leeraren zouden in den loop van den avond in een afzonderlijke zaal een feest maaltijd hebben, na afloop der operette. Zoo luidde ''ongeveer bet programma, dat Fritz Hollard aan zijn vrouw dien ochtend had medegedeeld. In den namiddag ging Hollard dus tamelijk welgemoed naar „de Keiv'-ers- kroon". Niet dat hij van feestmalen en van gezellige partijtjes hield, o neen, maar dezen keer zou hij zlju Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS HELDER. Hesrenmode-Artikelan. Gomaakte kleading. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. mededeeling bleven voor de verster kingen na het afslaan van den aanval ongeveer 5000 aooden liggen. Bij een tegenaanval namen de Russen 700 man w.o. 20 officieren gevangen. Op het overige front is de toestand onveranderd. Het Duitsche bericht geeft echter aan, dat de aanvallen in de streek van Sjawli en ten O. van deDubissa vorderen, terwijl mededeeling uit Weenen d.d. 8 Juni laat zien, dat de Russen ook op het Zuidelijke gedeelte van het Galicische front tegenslag ondervinden. Volgens dit communiqué hebben de veroonden troepen den aanval in het gebied van de Pruth en Dnjestr over Lanczyn, Nadworna en Kalusz voortgezet, den vijand teruggedron gen tegen Stanislau en Halicz (de oude hoofdstad van Galicie, waar het land naar genoemd is, aan den Dnjestr) en zich op den linkeroever van den DDjestr ten Oosten en ten Noorden van Zurawno verder ontplooid. Daarbij zijn weder 62ÓO Russen gevangen genomen. Voor het overige is de toestand onveranderd. Van het Z u i d e 1 (j k front. Volgens het Italiaansche legerbe richt van 8 dezer gaan de troepen van de eerste linie voort met zich meester te maken aan belangrijke versterkingen van de grenzen. Voor uit geschoven afdeelingen maakten zich meester van Upr, een sterke stelling aan de Isonzo. Reeds is een afdeeling cavalerie naar den O. oever overgestoken, waar z(j zich in graaft. Waar dit echter plaats vond, wordt niet gemeld. Verder wordt van Italiaansche zijde medegedeeld, dat bommen geworpen werden op Venetië en eenige meer binnenlands gelegen plaatsen. Do hade was gering. Het Oostenrijksche legerbericht ver telt de gebeurtenissen eenigszins anders. Hierin wordt medegedeeld dat de Italianen een algemeenen aanval op de Oostenrijksche stellingen voor bereiden. Op zich zelf staande aanvallen tegen Gradisca en Sagrado werden echter afgeslagen. Over do tocht van het luchtschip naar Venetië wordt gemeld dat een ballonlooda vernield werd. Verder wordt medegedeeld dat een Italiaansch luchtschip, de Citta di Ferrara door een watervliegtuig in brand geschoten en vernield werd. Twee officieren en 5 man van de be manning werden gevangen genomen. Op het Russisch - Turkse h o gevechtsterrein blijven de Russen aan den winnonden hand. In de streek van Wan worden de Turken overal terug gedrongen. Bij Olty werd getracht tot het offensief over to gaan, doch deze poging werd door de Russen verijdeld. Aan de Dardanellen. Hoe het hier gaat, valt uit de wederzljdsche berichten niet op te maken. Volgens de berichten uit Konstantiuopel leden de Engelschen bij Sedulbahr een ernstige nederlaag, terwijl van Engelsche zijde wordt medegedeeld, dat de aanval een ter reinwinst tengevolge had van 500- 1600 yards. Wat wel uit de berichten valt op te maken, is dat de algemeene aanval der verbonden troepen niet het resultaat had dat er van verwacht werd, nl. een doorbraak van Turkscbe linies. Van giooten invloed is het vertrek der groote oorlogsschepen. Van Duitsche zijde wordt medegedeeld, dat na de torpedeering van de Engel sche slagschepen Triumph, Majestic en Agamemnon door Duitsche duik- booten, de geallieerden het poodig geoordeeld hebben hun groote schepen naar Malta terug te sturen. De cor respondent te Athene van den Lokal- Anzeiger verneemt van bijzondere zijde dat de toestand van het Engelsch- Fransche leger aan de Dardanellen door het vertrek van deze schepen en door het gemis van hun zware artillerie uiterst hachelijk is geworden. Hij voorziet een ramp. in ie Zwarte Zee. Odessa, 8 Juni. De Turksche krui ser Medzjidie, die onlangs in de wa teren van Odessa op een mijn isge- loopen on gezonken, is vlotgemaakt en naar de haven gesleept. Hij zal in het droogdok worden gebracht. Vredes-geruchten. Athene, 7 Juni. Volgens verklarin gen van reizigers, die uit Constan- tinopel komen, heerscht er een hevige typhus-epidemie in het leger en on der de burgerlijke bevolking in Klein- Azië. Reeds zijn 75 geneesheeren waaronder zeven Grieksche, aan de ziekte ten offer gevallen. Het gebrek aan steenkool wordt te Constantinopel sterk gevoeld, zelfs zoozeer, dat misschien de waterlei ding, die de stad van water voorziet, zal moeten worden stopgezet. De meelfabrieken, hebben hun pro ductie verminderd en de dagelljksche hoeveelheid brood is dientengevolge onvoldoende. Uit vrees, dat de geallieerden de Dardanellen zullen forceeren, raden de Duitschers dcu Sultan aan, naar Komiak te vertrekken, onder voor wendsel van een pelgrimstocht naar het klooster van de Merlevi-derwi- schen te willen ondernemen, teneinde de bevolking niet te verontrusten. De Sultan heeft echter, teneinde de bevolking niet noodoloos t.e veront rusten geweigerd de hoofdstad te ver laten, doch stelde voor den troonop volger Joessoef Izzendin naar Koniak te zenden. Volgens betrouwbare berichten doet de vredespartij in Turkije pogingen om op het spoedig sluiten van den vrede te bevorderen, voor welk doel zij een verandering in het ministerie teweeg tracht te brengen, met Tewfik pa9jah, den vroegeren ambassadeur te Londen als Groot-Vizier. Toch ziet men in, dat zonder eene volkomen nederlaag van de Joug Turken en den Enverpasjah-kliek, die alléén voor den oorlog aansprakelijk is, er weinig hoop is, dat zij haar doel zal berei ken. Het vertrek in massa van Duitsche families uit Konstantinopel begint het vertrouwen te schokken zelfs van die Turken, die tot nog toe overtuigd waren van de juistheid der Duitsche verklaring, dat de Dardanellen on doordringbaar zouden zijn. Het bewijs, dat de vooruitgang der geallieerden op het schiereiland Galli- poli bevredigend is, wordt geleverd door hot feit dat de Duitschors op nieuw krachtige propaganda maken in de neutrale Balkanstaten door het verspreiden van valsche verklaringen omtrent deze operaties en omtrent den Europeeschen toestand in het algemoen, in de hoop die staten tot handhaving hunner neutralitiet te be wegen. Toch gevoelt raen wel dat deze pogingen een volkomen fiasco zullen blijken, evonals dat met Italië het geval was. Het uitblijven van Duitschland's oorlogsverklaring aan Italië. Er wordt melding gemaakt van uitingen van verwondering van Ita liaansche zijde naar aanleiding van het uitblijven van Duitschland's oorlogsverklaring. De Secoio wUdt nu weer een beschouwing aan deze kwestie. Zij brengt in herinnering, in een kring van geleerde mannen, zijn collega's, met wie hij een ernstig woord over degelijke zaken kon spre ken. Dat was iets anders dan de ge wone beuzelpraat ,in andere gezel schapskringen. Dr. Konisch, de rector, was nooit getrouwd geweest, en maakt weinig visites bij de leerarendaarom had hij alleen de heeren genoodigd en hunne echtgenooten thuis gelaten. Zonder een vrouwenhater te zijn vond hij toch, dat de gesprokken der dames meestal liepen over zaken, die hij als beuzelarU beschouwde. Zoo geheel als heeren onder elkaar ging de avond dan ook prettig voorbij. De opgediende spijzen smaakten voortreffelijk en werden met geestige zetten en aan gename gesprekken gekruid, terwijl eenige goede merken wijn de stem ming nog verhoogden. Het was werke lijk geen wonder, dat de heeren niet aan de klok dachten en het reeds twee uur geslagen was, eer de heeren van elkaar afschoid namen. In werkelijk vroolijke stemming stak Fritz Hollard dien nacht den sleutel in de huisdeur. „Greta slaapt", dacht hij en voorzichtig vermeed hij alle gedruisch om zijn lieve vrouwtje niet wakker te maken. In de gang deed de brave onhoorbaar zijn schoe nen uit en trad de huiskamer binnen. Htj stak licht aan en bemerkte nu hoe hier alles in wanorde was. Ver scheurd papier op den vloer, kasten en Iaden open, het leek wel, of hier inbraak was gepleegd. Dat was toch erg, dat moest hU dan toch aan Greta gaan vertellen. MUn Hemel, zou zij daar niets van gehoord hebben Hij ging in de kamer daarnaast met de brandende lamp in de hand en ontstelde hevig. Greta was er niet, het bed was ledig. Wat zou er ge beurd zijn? Wat moest hU daar van denken? HU stond voor een raadsel en keerde naar de huiskamer terug, waar hij de lamp op de schrijftafel neerzette. Toen zag bU den brief, dien Oreta voor hem had achterge laten. Gejaagd scheurde hij don om slag open en las, maar de letters dansten hem voor de oogen. Eindelyk begreep hij den inhoud wanhopig liet hij zich in zijn stoel vallen en las den brief voor de derde maal over. Schuw keek hij om zich heen; al het verpletterende van den inhoud spiegelde zich af in zUn koude wanordelijke, omgezellige omgeving. Stond daar niet: „Je bent alleen, onteerd, verlaten, arme man! Met een snik Het hij den arm op de tafel vallen en boog het hoofd. Langen tijd bleef hU zoo zitten; als 't ware vastgenageld aan die plek, ontbrak hem nu eenmaal de moed om op te staan? De lamp was reeds geruimen tijd leeg gebrand en nog steeds bad men Fritz daar op dien zetel kunnen zien zitten, met de handen voor het ge laat, terwijl steeds onder hevig snik ken heete tranen aan zyn oogen ont vloeiden. IX. In den tUd dat Fritz zich aan zijn dat Oostenrijk getalmd heeft met de oorlogsverklaring aan België. Het opende echter de vijandelijkheden tegen België op een tijdstip, toen het den oorlog nog niet verklaard had. BU Luik en Namen deden al Oosten rijksche mortieren aan het belege ringswerk mee. Zoo zal Duitschland zich nu ook jegens Italië gedragen. Duitsóhland heeft er een of ander belang bU, om de oorlogsverklaring te vertragen, maar toch zal het aan den oorlog deelnemen. Duitschland heeft den een of anderen schurken streek (briganteria) tegen Italië in den zin. Een te Millaan wonend Zwitser schrijft aan het Vaterland te Luzern, dat do Duitschers nu gehater zijn dan de Oostenrijkers. BU een Zwitser, die een Duitsche vrouw heeft, ver langde men onder het geroep „fouri la tedesca" de uitlevering van de vrouw. Men is woedend up Duitsch land, omdat het den oorlog niet verklaard heeft. Hierbij teekent de de „Berliner Lokal-Anzeiger" aan: Wat denken de Italianen dan toch wel Duitschland zal toch niet aan een staat, waarmee het dertig jaar lang verbonden is geweest, den oorlog verklaren? Wij zUn toch een fatsoen lek volk. Een bestrafte vriendelijkheid. Volgens een bericht in de „Duitsche Tageszeitung" werd een particulier te Wiesbaden, die in het gevangenen kamp Griesheim een Franschman een sigaar heeft toegestopt, tot drie dagen gevangenisstraf veroordeeld. Tegen de geheime verdragen. In het laatste nummer van het tijdschrift „Marz" velt de Ryksdag- afgevaardigde Konrad Hausmann een afkeurend oordeel over de geheime staatsverdragen. Aan het slot van zUn artikel zegt hU over Italië„Italië heeft geheime verdragen met de Entente en ook het verdrag van het Drievoudig Verbond is steeds geheim gehouden. „Op het geheimhouden van staats verdragen ligt een bijzondere vloek, en het heeft een groot nadeel, en is element van onzekerheid en van oneerlijkheid jegens het eigen volk. Ook Duitschland had reeds lang moe weten wat in het verdrag omtrent het Drievoudig Verbond staat, wat er wel of niet in overeengekomen is. Ik heb dat reeds lang betreurd en nog in Maart 1915 staatssecretaris von Jagow gevraagd, of hU de be- grootings-commissie den inhoud van 't verdrag niet kon meedeelen. HU ver klaarde toen, dat niet te kunnen doen. Ik heb nu opnieuw dezelfde vraag aan de rUkskanselarU gedaan en hoop, dat het verdrag openbaar gemaakt zal wezen vóór deze regelen gedrukt zijn. Maar nog veel ernstiger hoop ik, dat aan" het Europa ter toekomst het verwarrende en wantrouwen en achterhoudendheid stichtende nadeel van geheime verdragen moge bespaard blUven. Immers de fouten van het verleden wreken zich op wreede wUze en dat niet alleen in Italië." „Dit is de eerste maal!" zegt de Vorwórts", „dat uit den boezem der burgerHjte partijen eene dergelijke uiting wordt vernomen. Het „herzien der meenigen" op dit gebied zou den volkeren tot zegen strekken." De groene vijand. In de „Vorwarts" vertelt een sol daat: Tot nog toe behoorde spade, bUl en houweel tot onze belangrijkste wapens. De zomer heeft ons een nieuw werktuig in de hand gedrukt, waarmee uit de loopgraven de oorlog gevoerd wordt, do sikkel. Prachtig schoten in regen en zonneschyn de bloemen en het hooge gras op. Het was heerlU'k om aan te zien, maar slecht om er doorheen te zien. Onze posten en schildwachten, tot aan de schouders gedekt door de aarde, hadden Bpoedig niets anders meer voor oogen dan een zee van groene halmen met kleurige bloemen, waar achter de vUand kon doen wat bij wilde. Dat ging natuurlijk niet. Daar om toog op een goeden dag een pa trouille er op uit om zeisen en sik kels te kommandeeren, en '3 nachts sten uit iederen post een paar man voorzichtig naar buiten kruipen om met die werktuigen gras en bloemen uit te roeien. Spoedig floten echter de kogels van de vijandelijke wachtposten. ZU had den stellig het gesuis van het st3a! door het gras gehoord. Toen werd bevel gegeven Beizen en sikkels weg te doen en met de handen verder te plukken. Nu glijdt in uitgezwermde tirailleurslijn met drie pas afstands hier een groep en daar een groep op den buik voorwaarts en plukt met gretige handen het gras af. Het is niet bepaald een aangenaam werk. Scherpe halmen snijdeD in de huid en menigeen staat zijn rechter hand te belikken en te bekrabben, omdat hU in brandnetels of in een distel heeft gegrepen. Door het geluid van het plukken kan men niet hooren of niet een vUandelijke patrouille aan komt. En te zien is er in het geheel niets. Achter ons verhindert de draad versperring een snellen terugtocht en over ons heen fluiten nog steeds met korte tusschenpoozen de kogels. Maar wat helpt het? Het werk moet gedaan worden. Oorlog is oorlog. Al had ook menigeen dien zich anders voorgesteld. verdriet overgaf, zat Greta alleen in een hoek van haren coupé eerste klasse gedoken op weg naar het woe lige Weenen, waar de schitterendste toekomst haar tegenlachte ZU dacht aan den dag van morgen, aan dien van gisteren wilde zU niet meer terug denken. Z\j veijoeg het beeld van haren man, van hare nicht en van haar gansche verleden uit haren geest en leefde slechts met hare ge dachten in eene blijde toekomst, De strijd was voorbU. Met alles, wat achter haar lag, had zU onherroepelijk gebroken; er lag nu een nieuwe, wondorschoone wereld, een wereld van avontuurlijke, onbekende verleide lijkheden vóór haar, een wereld vol fantastische dooreenmeugeling van liefde en zonde, van glorie en schande, van vreugde en angst! ZU luisterde naar het rollen der wielen, het zuchtend gedreun der locomotief, de halfluide stemmen in den waggon achter haar, het roepen der conducteurs, het tegen elkaar aan botsen der wagens, in het kort naar al die geluiden, die men in den trein hoort en die te zamen eene symphonie vormden, die baar iets vreeseiyks scheen te vertellen. Wat kwamen haar al die andere reizigers onverschillig voor! Aan de stations, waar de trein stopte heerschte de eigenaardige drukte van met koffers en andere bagage beladen reizigers, die zich haastten om in te stappen. Ook stegen er hier en daar passagiers uit, die dus niet naar Weenen, niet naar het hotel Impérial BINNENLAND. „Zfoks" Militairen. Door den opperbevelhebber van land- en zeemacht is bepaald, dat militairen, van wie op grond van rapporten van officieren van gezond heid biykt, dat zij zonder noodzaak „ziekte" met verlof zya ach tergebleven, na hun terugkomst bij hun korps en na het verstrijken van de hun eventueel op te leggen straf, gedurende minstens één maand van alle verloven verstoken blyven. Dit tUdvak kan door don comman deerenden officier tot ten hoogste twee maanden worden verlengd, in dien de duur der wederrechtelijke onttrekking aan den dienst daartoe aanleiding geeft. Gedurende dit tijdvak worden aan de bedoelde militairen alle verguD- niDgen tot afwezigheid bulten hun standplaats onthouden. Deze order is aan alle autoriteiten der land- en zeemacht toegezonden. Hooibouwvariof. Door den opperbevelhebber van land- en zeemacht is bepaald, dat elk hoolbouwverlof door den betrokken commandant slechts voor de helft van het aangevraagde aantal dagen mag worden toegestaan. Qaen oorlogsvaartuig voor politia- toezicht op da visscherlj. De minister van marine heeft, in antwoord op een adres van de Chr. VisschersvereenigingteScheviningen, meegedeeld, dat het der regeering verschillende redenen thans niet raadzaam voorkomt, een oorlogsvaar tuig uit te zenden om politietoezicht op de visscherU uit te oefenen. Geen vacantie-kaarten. Naar de Nederl. verneemt, zullen er dit jaar geen vacantlekaarten worden afgegeven, omdat de beperkte dienstregeling, welke in verband met de tydsomstandigheden nog steeds ge handhaafd moet worden, niet toelaat, dat aan het toch reeds groote aantal reizigers door toepassing van gocd- koope vrachtpryzen nog uitbreiding wordt gegeven. Stoomv.-Maatschappij „Nederland". Door dedirectiederStoomv.-Maatscb. „Nederland" werd aan de Maatsch. voor Scheeps- on Werktuigbouw „Feyenoord" een vrachtstoomschip in aanbouw gegeven van de volgende afmetingen: lengte 420 v., breedto 54,6 v., holte 28 v. Het schip zal een d. w. capaciteit van c.a. 10,000 tons. gingen, maar op het perron oen vriend of vriendin, een moeder of vader, een broeder of zuster barteiyk be groetten of omarmden. Eindelek viel Greta in een zachte sluimering, maar ook gedurende haren slaap hoorde zij nog die angstige, voor haar zoo veelbeteekenende ge luiden. De conducteur deed haar eensklaps wakker schrikken. „Mag ik u om uw kaartje verzoeken?" Zij haalde haar reisbiljet uit haren handschoen voor den dag. „Zijn wy spoedig te Weenen vroeg zij op gejaagden toon. „Het volgende station i3WeeneD," antwoordde de conducteur, terwijl by haar het biljet teruggaf en het portier sloot. ZU wilde nu niet meer slapen, te meer daar het langzamerhand dag was geworden. ZU keek naar buiten en staarde naar de voorbijsnellende telegraafpalen met. hunne schijnbaar rUzende en dalende draden, naar de weilanden en stukken bouwland, die zich oogenschljniyk schenen op- te rollen, naar de baanwachtershuisjes met hunne kleine bleek veldjes en moestuintjes, waarin asters en anje lieren bloeiden: daarna staarde zy naar de zich meer en meer vertak kende rails en naar de nummers der voorloopig buiten dienst gestelde goederenwagens, die zy voorbyreed, en zij wilde in die oogenblikken aan niets anders denken, dan aan datgene wat hare aandacht voor elk oogenbllk kon bezighouden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1