HELDERSCHE COURANT
VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE
Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna
No. 4478
DINSDAG 15 JUNI 1915
43e JAARGANG
Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90
Zondagsblad 37i 45 0.75
Modeblad 65 75 1.00
Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER
Bureau: Koningstraat 29 - interc. Telefoon 50
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bi] vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct.
Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent.
Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend.
Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2.V cent.
DE OORLOG.
De officieele legerberichten van
12 en 13 Juni.
Van het Westelijk front.
Het Fransche bericht van den 12en
geeft eenige byzonderheden óver de
tijdens de gevechten by Neuville ge
maakte oorlogsbuit.
Tot dusverre zijn er gevonden de
overblijfselen van drie veldkanonnen,
drie schansmortieren, vijftien machine
geweren, begraven of beschadigd
duizenden granaten, achthonderd
duizend patronen, duizend geweren;
veel werktuigen om brand te maken,
ingenieurs-werktuigen, tal van kisten
met ontplofbare stoffen. Ten Z. van
Hëbuterne werden nog 130 krijgs
gevangenen gemaakt, waarondereen
majoor.
De geheele terreinwinst beslaat een
strook van 2 K.M. lengte en 1 K.M.
diepte in de Duitsche linies. Een
hevige tegenaanval der Duitschers
werd afgeslagen.
Verder wordt medegedeeld, dat de
Franschen ten N. van Lorette vor
deringen maakten en huirae nieuwe
stellingen bevestigden.
In het bericht van den 13en wordt
medegedeeld, dat de Duitschers door
een hevige beschieting den Franschen
wilden beletten, hunne veroverde
stellingen in staat van verdediging
te brengen. Dit is hun echter niet
gelukt. Door de Fransche artillerie
werd het vuur met succes beant
woord.
Thans is ook het station van Sou-
chez in Fransche handen.
In het Z. deel van het labyrinth
werden hevige gevechten geleverd.
De Franschen slaagden er echter in
het door hen veroverde terrein te
behouden.
Ten Z.O. van Hëbuterne deden de
Duitschers een aanval welke werd
afgeslagen.
Overigens valt niets belangrjjks te
vermelden, behalve eenige vry hevige
gevechten in de streek ten O. van
Reims en op het front Perthes-Beau-
Sëjour.
Tegelijk met de gevechten ten N.
van Arras, worden in Z.W. Belgie
door de bondgenooten de Duitschers
bezig gehouden, waarschijnlijk om
hen te verhinderen hunne troepen
naar de andere punten van het front
over te brengen.
In het Duitsche legerbericht van
den 12en wordt nu gemeld, dat aan
vallen der verbondenen werden afge
slagen in de duinen ten N- O. van
Nieuwpoort, teg6n Souchez en bij de
Loretto-hoogte.
Over de gevechten by Ecurie (dool
hof) deelde het Duitsche bericht mede,
dat de Franschen op den 12en tot
tweemaal toe een aanval deden. Het
gelukte den Duitschers den vijand
des middags uit de stellingen te wer
pen. Deze zijn dus blijkbaar eerst
door de Franschen genomen. Een in
den avond ondernomen tegenaanval
werd afgeslagen.
Van het terrein bij Hëbuterne wordt
gemeld, dat de Duitschers uit hunne
aohterwaartsche stellingen weder
vooruitgaan. Hierin ligt dus de erken
ning dat de overige stellingen in
handen der Franschen gevallen zyn.
Van hel; O o s t e 1 ij k front.
Het Russische communiqué van
den 12en geeft aan dat de Duitschers
in de streek van Szawle hardnekkige
aanvallen doen op de Russische stel
lingen, doch dat deze alle werden
afgeslagen. In de streek ten N. van
Szawle rukt een uit het westen
komende Duitsche kolonne, langzaam
voorwaarts.
Op den linkeroever vandeDubissa
gingen de Russen tot den aanval
over en behaalden daarbij een vrij
belangrijk succes. 500 Duitschers
werden gevangen genomen en kanon
nen en machine-geweren, benevens
ander oorlogstuig buitgemaakt.
In Galicie zet de vijand zijn aan
vallen in de buurt van Mosciska
voort. Echter zonder succes. Aan1 den
rechteroever van den Dnjestr bleven
de Russen sterken druk oefenen op
de vijandelijke linie. In deze streek
maakten de Russen vele gevangenen
en veroverden machinegeweren.
Tijdens den terugtocht der Oosten
rijkers over den ÜDjestr, slaagden
<je Russen erin een geheele Oosten-
rijksche compagnie gevangen te
nemen.
Een aanval van den vijand op het
bruggehoofd bij Halicz werd afge
slagen. De Russen werden door de
tegenover dezen aanval te nemen
maatregelen gedwongen hun front
aan de Pruth-linie te wijzigen.
In het bericht van den 13en deelt
het Russische hoofdkwartier mede,
dat ten N. van Szawle een vijande
lijke kolonne teruggeslagen werd.
Het offensief der Russen op het front
Szawlyanie-Betigola, ontwikkeld zich
gunstig voor hen. In de richting van
Kowno trachtten de Duitschers voor
uit te komen. Zij werden echter
teruggeslagen, en langs de spoorlijn
naar Wirballen teruggedrongen.
Rechts van de Weichsel deden de
Duitschers eveneens opnieuw aan
vallen. Deze werden echter alle af
geslagen.
In Galiciö gingen de Duitschers op
beide oevers van de Tysmenica tot
hot offensief over. Aanvankelijk slaag
den zij erin het dorp Groeszof te
bezetten. De Russen wierpen hen
echter spoedig daarop weer terug,
waarbij zij 33 officieren en 490 man
gevangen namen.
In den nacht van 11 Juni onder
nam de vyand een nieuwen aanval
op Halicz, welke echter afgeslagen
werd. Gedurende den 12en naderden
de verbondenen den Dnjestr op liet
front Nezwiska—Zaleszyki, en be
gonnen hier op verschillende punten
den overtocht.
__De buit, behaald in het driedaags
gevecht by Zurawno wordt thans
ook opgegeven. Deze bestond uit 78
machinegeweren en 17 stukken ge
schut. Groote hoeveelheden wapens,
caissons, veldkeukens en treinvoor-
raden vielen in handen der Russen.
Het aantal gevangenen bedroeg 15.431
soldaten en 348 officieren.
Het Duitsche legerbericht van den
12en meldt ons dat de voorwaartsche
bewegingen der Russen aan de Dubissa
mislukten. Ten N. vaD Przasnysz
werd een Russische stelling bestormd.
150 man werden gevangen genomen
en verscheiden mitrailleurs buitge
maakt.
Aan de Rawka, halfweg Bolimow
en Sochaczew zijn de Duitschers in
de Russische stelling gedrongen.
Hierbij namen de Duitschers 1660
Russen gevangen, en veroverden 8
kanonnen, waaronder 2 zware stuk
ken, benevens 9 machinegeweren.
Van het gevechtsterrein aan den
Dnjestr wordt medegedeeld, dat Zu
rawno, hetwelk voor de aanrukkende
Russische versterkingen was ont
ruimd, wederom in handen der Duit
schers is. De Russen werden op de
bruggehoofden bij Mlyniska (N.W.
van Zurawno), en. Zydaczow (aan
denzelfden oever van den Dnjestr als
Zurawno) teruggeworpen.
Door de Russen vanuit Halicz en
tegen Stanislau ondernomen aanval
len, werden afgeslagen.
Intusschen zyn de Russen er in
geslaagd, in de streek van Kowno,
nieuwe versterkingen aan te voeren.
Dit blijkt uit het Duitsche legerbericht
van den 13en waarin wordt medege
deeld dat hier nieuwe gevechten be
gonnen zijn met uit het Z. aange
voerde Russische versterkingen.
In Galicie werd het bruggehoofd
bij Sieniawa hernomen. Meer dan
5000 Russen werden gevangen ge
nomen. Ten O. van Przemysl en
Jaroslau beginnen de gevechten op
nieuw. Meer zuidelijk werd door de
troepen van von Linsiugen het
het bruggehoofd Mlyniska (zie boven)
hernomen. De aanval op Zydaczow
maakt vorderingen.
De Oo3tenryksche legerberichten
melden succesen in Z.O. Galicie en
de Boekowina. Tusschen Dnjestr en
Pruth werden de Russische stellingen
aangetast, waarbij de Oostenrijkers
tot Czernelica doordrongen. Hier
trokken zij ten O. van Horodenka
over den Dnjestr.
Door de Russen werden wanhopige
aanvallen gedaan op Zalescyki, welke
echter afgeslagen werden.
In de Boekowina moesten de Rus
sen al hunne stellingen aan de Pruth
prijsgeven. Door de Oostenrijkers
achtervolgd, trokken zij zich over de
grens terug.
In de gevechten van den Hen
werden 5000 Russen gevangen ge
nomen.
Volgens de mededeelingen van den
13en werden ten O. van Stanislau
verschillende plaatsen genomen. Her
nieuwde aanvallen der Russen op
Zalescyki werden bloedig afgeslagen.
By de achtervolging der Russen
over de grens van de Boekowina
werden na het nemen van de van
te voren door de Russen langs de
grens in gereedheid gebrachte stel
lingen, verscheiden plaatsen in Bess-
arabie bezet. Tijdens de vervolging
viele nog 1560 gevangenen in handen
der Oostenrijkers.
Bij het hernemen van Sieniawa
werden 3500 Russen gevangen ge
nomen.
Van het Zuidelijk gevechts
terrein.
Het Oostenrljksche communiqué
van den 12en deelt mede dat aan de
Isonzo de Italianen erin geslaagd zijn
bij Karfreit en bij Monfalcone vasten
voet te krijgen.
Bij Plava (ten N. van Goritza) tracht
ten de Italianen de hoogten op den
O. oever te bestijgen. Zij werden ech
ter naar beneden geworpen.
Aan de Karintische grens werden
vijandelijke aanvallen afgeslagen.
Erkend wordt, dat de Italianen op
enkele punten van de grens langzaam
aan vooruit gaan.
Van Italiaansche zijde wordt dd. 12
dezer medegedeeld, dat Gradisca vast
in handen der Italianen is. Door
Oostenrljksche vliegers werden bom
men op Mola di Bari en Polignano
geworpen. Er werd echter weinig
schade aangericht.
Het legerbericht van den 13en geeft
een eenigszins andere voorstelling van
da gevechten bij Plava. Hierin wordt
medegedeeld, dat de Italianen erin
slaagden op den linkeroever te komen
en de Oostenrijkers onder zware ver
liezen uit hunne stellingen te werpen.
De tegenaanvallen van den vijand
werden afgeslagen.
Vamhet Russisch-Turkscbe
gevechtsterrein komen geen bijzon
der belangrijke berichten. In de streek
van Olty gaan de Russen voort druk
uit te oefenen op de Turksche troe
pen, terwijl in de streek van Wan
een troep Koerden zich aan de Rus
sen moeat overgeven.
In het bericht van den 13en wordt
medegedeeld, dat de Turken in de
streek van Olty steeds meer terug
gedrongen worden.
a jMoet men echter de Turksche be
richten gelooven, dan zijn het de
Turken die in het voordeel zijn. In het
bericht van den 12en wordt tenminste
medegedeeld, dat een Russische ko
lonne welke in de streek van Olty
oprukte, teruggeslagen werd.
>;iIn de mededeeling van den 13en
wordt hierover nader gemeld, dat de
Russen hierbij twee officieren en 1000
man verloren.
Van Turksche zijde wordt over de
verrichtingen aan deDardanellen
medegedeeld, dat een aanval by
Sedul-bahr afgeslagen werd. Evenzoo
verliep een vijandelijken'aanval op
den Turkschen rechtervleugel.
Verder geen byzonderheden.
In de Zwarte Zee werd vol
gens een Turksche mededeeling door
een kleine afdeeling van de vloot,
een groote Russische torpedojager in
den grond geboord. Een tweede jager
werd beschadigd.
Van Russische zijde wordt daar en-
togen gemeld, dat in den nacht, vol
gende op dien waarop de in het
Turksche bericht vermelde gebeurte
nissen moeten hebben plaats gehad,
twee Russische torpedobooten dicht
by den Bosporus een ontmoeting had
den met den kleinen kruiser „Breslau".
Van beide zijden werd hevig ge
schoten.
Do kruiser werd verscheidene malen
getroffen. Men hoorde een ontploffing
en zag den voorsteven branden. Door
de duisternis kon men echter niet
nagaan in hoeverre het schip be
schadigd was.
Aan boord van de torpedobooten
werden 1 officier en 6 man gewond.
De duikbooten-oorlog.
Bij Old Head is een trawler van
Lowestoft in den grond geboord. De
bemanning is, na 24 uur zonder voed
sel in de sloepen te hebben rondge
dreven, gered.
Verder werden in de Noordzee nog
twee trawlers in den grond geboord.
Van beide schepen werden de beman
ningen gered.
Ten N. van Harwich werd een
:oomschip geladen met stukgoederen
getorpedeerd zijn. Later bleek het,
dat het stoomschip de „Leuctra" was,
afkomstig van Buenos Aires. De be
manning werd gered.
De commandant van de
Prinz Eitel Friedrich,
De "Westminister Gazette maakt
melding van een bericht uit Algeciras,
dat de Duitscher die te Gibraltar als
kok vermomd gevangen is genomen,
niet de commandant van de Prinz
Eitel Friedrich is, doch een van haar
officieren of een dokter. De man was
ziek te Buenos-Ayres aangekomen,
waar hij langen tijd in een hospitaal
had gelegen.
De Amerikaansche nota.
Berlyn, 12 Juni. De tot zekere
hoogte officieuse Lokal-Anzeiger merkt
ten aanzien van de heden openbaar
gemaakte Amerikaansche nota op
Uit den than3 voor ons liggenden
tekst blykt dat de van vyandeiyke
zijde verspreide tendentieuse berich
ten over een ultimatum, geiyk trou
wens te verwachten was, geheel uit
de lucht waren gegrepen. De vorm
is juist vriendschappelijk en geheel
vry van die stekeligheden waarmede
de nota in de uittreksels van Reuter's
Bureau was aangekleed. Wat haar
inhoud betreft, zoo is de nieuwe nota
slechts een omschrijving van het
vroeger reeds door Wilson kenbaar
gemaakte standpunt en het zal zaak
zijn in de verdere onderhandelingen
dé van Duitsche zyde aangevoerde
argumenten nogmaals te berde te
brengen en hun juistheid te bewijzen.
Het ware voorbarig op bizonderhe-
den, vooral die van tecbnischen aard,
thans in te gaan. Men dient er zich
mee te vergenoegen dat de nota in
ieder geval zoodanig is opgesteld, dat
de mogelykheid van verdere vrucht
bare onderhandelingen open blyfc.
President Wilson toont zelf den
wensch te koesteren den draad dei-
onderhandelingen weder op te vatten.
Hy dringt er by de Duitsche regee
ring op aan, verder bewijsmateriaal
inzake de Lusitania over te leggen en
verklaart zich bereid tusschen Duitsch-
land en Engeland met betrekking tot
wederzljdsche tegemoet komingen ten
aanzien van den duikbootenoorlog be
middelend op te treden. Stellig zou
dit aanbod veel aan waarde hebben
gewonnen als de president tegelijker-
tyd verklaard had dat hij persoonlyk
geneigd is zulke voorstellen te doen,
terwijl in de nota aan Engeland en
Duitschland wordt overgelaten hun-
nerzyds vingerwyzingen te geven.
Hoe het zy, uit de verdere onderhan
delingen zal Amerika ervaren dat
aan Duitschen kant de eeriyke wil
bestaat om de vriendschappelijke
wenken in vriedschappelyken geest
te behandelen, vooropgesteld natuur
lijk de wederkeerigheid.
Spionnen. - Van Duitsche zijde.
Berlijn, 13 Juni. Sedert het begin
van den oorlog hadden onze vyanden
een aantal spionnen aan het werk,
die in het binnenland en in de door
onze troepen bezette gebieden inlich
tingen inwonnen en aan bepaalde
centrale adressen verstrekten. Het
Ingezonden Mededeeling.
HERMAN NYPELS - HELDER.
Haerenmodo-Artikelen.
Gemaakte kleeding.
Kleeding naar maat.
Steeds het nieuwste.
betreft hier een wydvertakte orga
nisatie, die in al haar onderdeelen
buitengewoon handig werkt. Reeds
sedert langen tyd was het aan de
Duitsche overheid bekend, dat er in
verscheidene Nederlandsche steden
spionnen-organisaties waren, waar
van de werkzaamheid vooral in Bel
gië viel waar te nemen. Kortgeleden
is het nu gelukt een organisatie,
waarvan de hoofdzetel te Maastricht
gevestigd was, te ontdekken en onscha-
deiyk te maken. Niet minder dan 17
spionnen zyn er gevangen genomen
en voor het gerecht gebracht. Er
werd -vastgesteld, dat deze spionnen
van Belgie uit aan hun hoofdman in
Maastricht aanhoudend berichten over
troepenvervoer langs de Belgische
spoorwegen toezonden. Zij gingen
daarby zoo sluw te werk, dat hun
mededeelingen in geheim schrift ge
steld waren, dat slechts met behulp
van een sleutel leesbaar was. Het
gerecht te Luik heeft over deze spion
nen reeds den 5en dezor vonnis ge
wezen. Elf beschuldigden zyn ter dood
veroordeeld en doodgeschotenzes
zyn er tezamen tot 77 jaar tuchthuis
veroordeeld. Ten opzichte van drie
hunner zal er nog over een verzoek
om genade beslist worden.
In oorlogstijd.
Men schrijft uit het Rynland aan
de N. Rott. Ct.
Veel gaan er naar het front om
nooit weer terug te keeren, doch een
grooter procent is gelukkiger, kan
eenige djigen met verlof in de „Hei
mat" doorbrengen. De laatsten tyd
komen er zelfs veel soldaten met
volbepakten ransel en het geweer
over den schouder gehangen; de uni
form meer of minder gehavend en
onderaan den ransel bengelen meestal
zoo'n paar bruine veldpostpakkeljes,
die juist op het punt van vertrek
aan het front aangekomen waren.
Men zou zoo zeggen, dat het Duit
sche leger in dezen reusachtigen
stryd al z'n mannen aan het front
broodnoodig bad. Maar herhaaldeiyk
is het al gebeurd, dat ik iemand
ontmoette, dien ik vér weg waande
in de heftig aangevallen stellingen,
waar soms een minderheid den vyand
moet tegenhouden en die nu hier
kalmpjes rondkuierde.
Zoo'n strijder, die van het front
terugkeert, heb ik me vroeger heel
anders voorgesteld. Ik dacht dan te
veel aan de opgetogen, strijdlustige
verhalen van koloniale kennissen,
die uit onze Oost kwamen, of aan
den glinsterenden oogopslag, waar
mee veteranen van 1870 voor de
zooveelste maal hun aanval op de
hoogten van Spicheren konden
debiteeren.
Ook daarmee schynt de moderne
oorlog gebroken te hebben 1 Dat in
de pan-hakken van vyanden ,5 zooals
het in geschiedenisverhalen heet, het
aan de bajonet-rygen, van die dingen,
in zoo walgeiyke termen gezegd,
spreekt er geen een,! De huidige
oorlog is or te ernstig voor en als
er in tram of spoorwegcoupé een
soldaat de vrouwen doet rillen met
z'n verhalen, dan is het by'na zonder
uitzondering zoo'n militair, die kalmp
jes weg achter het front een spoor
wegbrug of zoo iets heeft bewaakt
en die de frontsoldaten verachtelyk
een „Etappen-schwein" noemen.
De lui, die werkelijk in het vuur
gestaan hebben, zwijgen er het liefste
over en het onbescheiden gevraag
van nieuwsgierig publiek is hun zoo
hinderlyk, dat sinds eenige maanden
in de treinen bepaalde wagens zyn,
uitsluitend voor soldaten.
De enkele maal, dat ik zelf aan
het front ben 'geweest, vond ik ginds
een heel andere stemming, soms zelfs
zorgeloos en luchthartig, een bijna
onbekommerd samenleven van lui uit
allerlei standen, die tusschen de ge-
vechtstyden door hun hoekje bloemen
in de loopgraaf verzorgden of met
den hartstocht van kaartspelers in
de gedekte stelling speelden.
Maar als zij weer eens torug zyn,
komt de reactie in een vorm, die
door ieders temperament bepaald
wordt. Ondanks hun vreugde, weer'
in den huiselyken kring te zijn, in
menschelijke omstandigheden, biyft
het meerendeel stil. Zy verheugen
zich, dat zij zich weer eens in een
behoorlijk bed kunnen uitstrekken,
maar 's morgens voor dag en voor
dauw zyn zij er weer uit, ze kunnen
't er niet uithouden in de stille slaap
kamer met de uitlokkende blanke
lakensde even verlokkeiyke wasch-
tafel met handdoeken en zeep en
overvloed van water.
Aan tafel eten zy gretig mee, met
gulzige haast, doch onrustig dwalen
steeds de oogen en eerst na dagen
van rust kunnen ze kalm op een
stoel biyven zitten en verdwijnt die
ongedurige oogopslag.
Dat is hy byna allen het geval!
In plaats van uitbundige vrooiykheid
zooals na een lange reis, een onna-
tuuriyke bedaardheid in wezen, die
in scherpe tegenstelling staat met de
zenuwachtige bewegingen van het
lichaam. En hoe dikwyis heb ik 't
vroeger-opgeruimde kerels hooren
zeggen „Ich kann nicht mehr recht
froh werden." Dat is vooral het geval
bij infanterie, die meer dan eenig
ander wapen de verschrikking van
den oorlog ondergaat en te zien krijgt.
Doch als de tyd van vertrek ge
komen is, gaan zij welgemoed wegl
Een heel enkele valt het heengaan
moeilijk, maar dat zijn uitzonderingen.
Ze weten door dagelyksch aanzien,
hoeveel nameloos leed, hoe de gruwe
lijkste ellende neerdaalt op de be
woners der oorlogsterreinen en ze zijn
begeering, dat onheil van de huDen
af te wenden. Het treft mij dikwyis
in de pers een enkele maal te lezen
over te maken veroveringen en dan
van deze lui nimmer een woord te
hooren over dat onderwerp. Dat ééne,
den vyand, ondanks zyn overmacht,
buiten het land te houden bezielt
hen, vervult hen geheel.
Annexatie.
Prof. dr. Otto Baumgarten, de be
ende theoloog, bebandeltinhet„Berl.
Tagebl." in een artikel, getiteld „Na
den oorlog", de annexatie-quaestie
voor Duitschland.
„De vraag", zegt bij, „of wij aan
het einde van den oorlog veroveringen
moeten maken, kan alleen beantwoord
worden naast onze politieke behoef
ten. "Wij behoeven niet te letten op
internationale goedkeuring en op de
tevredenheid van de „Internationale"
bij ons.
Veroveringen alleen om te ver
overen of om aan een uiterlyken lust
tot macht of wraakneming te vol
doen, zyn verwerpeiyk, omdat ze
noch noodzakeiyk, noch gerechtvaar
digd zyn. Een heel ander geval is
bet echter, als zulke annexaties ge-
eischt worden voor een goede be
veiliging tegen een nieuwen aan
val. Ons met droomen van interna
tionale vreedzaamheid te beveiligen
is ons onwaardig. Dus moet zulk een
annexatie zijn do toeöigening van
sterke plaatsen, beheerschende pun
ten, gemakkeiyk verdedigbare grens-
ïynen, enz. en vooral als ze werke
lijk onontbeerlyk zyn voor de ver
schaffing van bet noodige oorlogs
materiaal, erts, koper, enz. en ook i
als zy op den duur onontbeerlyk zyn
in het belang van de kolonisatie van
ons overschot van menschen en
volkskracht. Wanneer zou deze laatste
innerlijk gerechtvaardigde uitbreiding
kunnen plaats vinden, als het niet
in verband was met een oorlog, dien
wij niet uitgelokt, maar zegevierend
doorstaan hebben?
Een zedeiyk gedisciplineerde machts
politiek, die den oorlog en de ver
overing slechts in dienst stelt van
dén vrede naar buiten en naar bin
nen, eischt echter een ernstige over
weging der gevolgen van een derge
lijke annexatie. Dit vergeten de chau
vinisten geheel en al. Niet alleen
moet men zich beperken tot datgene,
wat men werkeiyk op den duur kan
behouden, maar ook tot een omvang,
die inneriyk geannexeerd en met het
vroegere bezit tot een eenheid ver
smolten kan worden. Bismarck was
een meester in de zelfbeperking. Zyn
gematigdheid tegenover Frankrijk,
waarover zooveel is geklaagd en die
by voorbeeld Belfort in handen van
den vyand liet, heeft ons alleen den
vrede met het ijverzuchtige Engeland
en daarmede de mogelykheid ge
schonken ons voor dezen oorlog te
versterken. Iedere sterkere aderlating
hadden dorst naai- wraak nog ver
hoogd. Het is zeer te hopen, dat zijn
op volgers te verant woordellj k er plaatse
denzelfden strijd als hij teVersailles
zullen voeren met succes tegen de
zuiver militaire overwegingen. Niet
uit zwakkelyke vredelievendheid,
waarvoor wy werkeiyk niet pleiten,
maar uit verantwoordeiykheidsgevoel
voor een werkeiyk duurzamen vrede
en voor het behoud van het ver-
kregene. Nogmaals zy er echter op
gewezen, dat vredelievendheid, die
op abstracte internationale of gods
dienstige overwegingen berust, niet
mag meespreken by het bepalen van
de voorwaarden voor een werkelijk
duurzamen vrede".
Aanbouw van
2 kruisers en 4 onderzeebooten en
aankoop van watervliegtuigen.
(Zie ook ons vorig nummer).
Aan de memorie van toelichting
voor wat betreft den aanbouw van
de 2 kruisers en de 4 onderzeebooten
wordt het volgende ontleend;
In de afwachting, dat het ontwerp
Vlootwet spoedig weder aanhangig
zou kunnen worden gemaakt, meende
de regeering zich by de indiening van
de begrooting voor het dienstjaar 1915
te moeten bepalen tot het aanvragen
van gelden voor het voortzetten van
den bouw van het materieel,'hetwelk
toen reeds op stapel stond.
Nu die verwachting niet wordt ver-
wezeniykt, zou het niet verantwoord
zyn den ongunstigen toestand waarin
de vloot verkeert en welke tot ont
wrichting van hare organisatie leidt,
langer te bestendigen, zegt de re
geering.
Ten betoogde hiervan geeft de re
geering eene opgave van de pantser
schepen en de kruisers waarover de
marine thans beschikt.
Hr.Ms. „Kortenaer" wordt nog voor
eene reis naar West-Indiö gereed ge
maakt, doch zal niet lang meer dienst
bunnen doen. Belangrijke herstellin
gen is dit schip niet meer waard.
Van de overige pantserschepen zijn
de Koningin Regentes, DeRuyteren
Hertog Hendrik ongeveer 16 jaar oud
en in verband met de groote vorde
ringen die het laatste tiental jaren
gebracht heeft in den bouw van oor-
moeten zij als van weinig
waarde voor de verdediging van Indiö
worden beschouwd.
De 4 nog aanwezige kruisers zijn
verouderd en hoewel door gedeeltelijke
verwapening daaraan zoo goed moge-
ïyk is tegemoet gekomen, is huDne
gevechtswaarde toch uiterst gering.
Het blyven voortdienen op ver
ouderde schepen zonder het vooruit
zicht, dat de vloot zal worden ver
sterkt met modern en strydwaardig
materieel, is demoraliseerend en werkt
het verloop van het personeel zoowel
in de hoogere als in de lagere rangen,
in de hand.
Het is dus zegt de regeering
van het grootste belang om wil
men de marine niet geheel laten ver-
loopen den aanbouw van schepen
in de eerstvolgende jaren krachtig
ter hand ter nemen en daarmee zon
der uitstel een aanvang te maken.
De noodzakeiykheid van onverwtjl-
den aanbouw van het bieronder ver
melde materieel treedt bovendien op
den voorgrond, omdat zich thans de
gelegenheid voordoet om dien bouw
te doen plaats hebben op Nederland
sche werven, mits daarmee omstreeks
September aanstaande een aanvang
kan worden gemaakt.
Het staat thans reeds vast dat zeer
snelle kruisers en onderzeebooten in
elke vloot onmisbaar zyn.
Zelfs in het geval dat het zwaarte
punt der maritieme verdediging van
Indiö in onderzeematerieel werd ge
zocht zyn een zeker aantal snelle
kruisers onmisbaar voor het bekruisen
van de groote toegangswegen naar
den Indische Archipel en voor het
inleiden en ondersteunen van de actie
dier onderzeebooten. Maar bovendien
leerde de tegenwoordige oorlog
zegt de regeering, hoezeer de onder
zeebootactie op bepaalde plaatsen door
torpedojagers en lichte kruisers werd
belemmerd; om niet te zeggen ver-
ydeld. De behoefte aan kruisers doet
zich mitsdien vooral gevoelen in stre
ken waar bepaalde actiegebieden voor
onderzeebooten strategisch en tactisch
zyn aangewezen.
Omtrent de noodzakeiykheid van
een spoedige versterking van het
aantal onderzeebooten voor Ned.Indiö,
kan zegt de regeering naar het
haar voorkomt, geen verschil van ge
voelen bestaan.
Biykena de ervaring zullen zoowel
voor Indiö als voor Nederland groote
en kleine onderzeebooten noodig zyn.
Met het oog op de diensten die van
de onderzeebooten bij de verdediging
van Indiö worden verwacht, meent
regeering, dat in de eerste plaats
met aanbouw van groote booten voor
Indiö moet worden voortgegaan.
Aan de bewoonbaarheid van die
booten wordt byzondere zorg besteed
en er is geen reden om aan te nemen,
dat mogelijk nog noodige voorzienin
gen aan luchtverversching enafkoe-
lingsinrichtingen niet in Indiö zouden
kunnen worden aangebracht.
Eenigszins anders staat het met de
kleine booten, die vooral in de tropen
in minder gunstige conditiën zullen
verkeeren. Het ligt in het voornemen
om na het einde van den oorlog en
wanneer daartegen geen bezwaren
blyken te bestaan, twee der thans in
Nederland in dienst of in aanbouw
zynde kleinere booten naar Indiö te
zenden, ten einde omtrent de bruik
baarheid van dat type in die gewesten
de noodige gevens te verkrijgen.
Op grond van bovenstaande be
schouwingen acht de regeering het
noodzakeiyk, dat onverwyid worde
overgegaan tot den aanbouw van twee
snelloopende beschermde kruisers eu
van vier groote onderzeebooten voor
de zeemacht in Indiö beschikbaar
komen.
In den tegenwoordigen oorlog ter
zee is de groote waarde van een
superieure snelheid duideiyk aan het
licht getreden, terwyl de uitkomsten
der geleverde zeegevechten overtui
gend hebben aangetoond, dat het
noodzakelijk is de bewapening dezer
kruisers geheel uit kanonnen van 15
cM. te doen bestaan. Daardoor toch
zullen zyn in staat zyn, jagers en
lichte kruisers van den vyand in kor
ten tyd buiten gevecht te stellen, zoo
dat zy alleen voor de zware gepant
serde kruisers van den vyand zullen
moeten wyken.
De nadere bestudeering van dit
onderwerp aan bet departement van
marine heeft geleid tot het stellen van
de navolgende hoofdoischen voor de
verkenningskruisers.
Proeftocht-snelheid 30 myi. Bewa
pening 10 snelvuurkanonnen van 15
c.M. L/50; 4 idem van 7.5 c.M. L/65
semi automatisch, tevens ingericht als
anti-ballongescbut, en 4 mitralleurs.
Werkingssfeer 5000 myien met niet
minder dan 12 myis vaart.
Gordelpantser van 7.5 c.M. over een
deel van de lengteverder een pant-
serdek over de geheele lengte, gepant
serde commandotoren en munitie-
aanvoer.
De machines zullen bestaan uit
turbines, terwyl de ketels uitsluitend
met vloeibare brandstof gestookt zul
len worden.
Byzondere zorg zal worden besteed
aan ventilatie en bewoonbaarheid in
de tropen.
Aangezien deze eischen belangryk
hooger zyn dan aanvankeiyk aan dit
type van schepen werd gesteld, zal
het schip ook een grootere waterver
plaatsing moeten krijgen, die op 6000
ton wordt geschat, terwyl de prys
ongeveer 9 millioen gulden zal be
dragen. Het voornemen bestaat, deze
schepen te doen aanbouwen in Neder
land, naar ontwerpen en onder toe
zicht eensr buitenlandsche firma, die
op dat gebied een goeden naam heeft
verworveD, en die zich verantwoor-
deiyk stelt dat bet schip zal voldoen
aan de gestelde eischen.
De maatschappyeu, welke zijn aan
gezocht geworden om vo.rden bouw
van een of twee kruisers in te acliry-
ven, zyn de navolgende:
de Koninkiyke Maatschappij de
Schelde te VJiasengen;
de Maatschappij Fyenoord te Fyen-
oord;
de Rotterdamsche Droogdok Maat
schappij te Rotterdam;
de Nederlandsche Scheepbouw Maat
schappij te Amsterdam;
welke alle hier bereid zyn den bouw
op zich te nemen.
De onderzeebooten zullen aan de
zelfde eischen moeten voldoen als de
thans reeds voor Indiö in aanbouw
zynde K 2 en K 3. Zy worden voor
zien van 6 lanceerbuizen en zullen
een groote snelheid en belangryk
grootere werkingssfeer krygen dan
de K 1. De waterverplaatsing zal on
geveer 800 ton bedragen in onderge-
dompelden toestand. De prys zal ge
heel uitgerust op ongeveer f 1.750,000
per stuk komen te staan.
Zy kunnen allen op Nederlandsche
werven gebouwd worden.
De kosten van bet aan te bouwen
materieel bestaande uit twee kruisers
en 4 onderzeebooten, zullen in totaal
ongeveer 25,000,000gulden bedragen;
als eerste termijn wordt eene som
van 6.000.000 gulden aangevraagd,
waarvan een bedrag van 3.000.000
gulden ten laste van de Indische geld
middelen zal komen.
Marins-Maohlnisten school.
In antwoord op de vragen en op
merkingen in het verslag is door
den Min. van Marine o. m. medege
deeld, dat tegen het definitief onder
brengen van de M. M. S. by de Mid
delb. Technische school te Dordrecht,
ook van de zyde van die inrichting
bezwaren bestaan, welke door den
Min. gebillykt worden.
De oplossing welke do Min. zich
voorloopig gedacht heeft, wa3 de
oprichting van een eigen school, met
gebruikmaking van de leermiddelen
zoowel als van de leerkrachten der
M. T. S.
Het dagelyksch bestuur der Gem.
Dordrecht verklaarde zich bereid te
zullen bevorderen dat een terrein
van ongeveer 2 Heet. voor den bouw
wordt afgestaan, waarby de Gem. de
helft van de bouwkosten zal dragen.
De Min. heeft zich echter een beslis
sing voorbehouden, en zoekt aan
sluiting om een proef te nemen met
de aan T. S. gevolgde methode van
onderwys. Van de resultaten hiérvan
zal het leerprogramma van do op
te richten school in hooge mate
afhankelijk zijn.
Hoe lang de duur der voorgenomen
proefneming zal zijn, valt moeiiyk
te bepalen.
Ook is een juiste beoordeeling van
de financieele gevolgen van het over
brengen der school niet mogeiyk, en
wel doordat de reeds tot stand ge
komen reorganisatie voorziening
eischte, zoowel van leerkrachten als
leermiddelen. Dit zou ook het geval
geweest zyn als de school te Helle-
voetsluis bleef.
Het gebruik maken van leermid
delen en leerkrachten eener bestaande
school is natuuriyk een voordeel,
doch hier staat tegenover dat het
uitbreiden van een drie- tot een vijf
jarigen cursus, een noodzakelijke
styging der kosten mot zich brengt.
Van het burgerpersoneel der school
zullen drie leeraren naar Dordrecht
worden overgeplaatst, terwijl een
tweetal, van wier diensten geen ge
bruik meer kan worden gemaakt,
voor eervol ontslag in aanmerking
gebracht moeten worden.
Vooralsnog zyn geen plannen ge
maakt, om het nadeel, door de ver
plaatsing der school aan de Gem.
Hellevoetsluis toegebracht, van rijks
wege op eenige wijze goed te maken.
BINNENLAND.
Een wandeling door Nederland.
By den rondmarsch door de stelling
Amsterdam is al voldoende gebleken,
dat onze soldaten heel wat liefheb-
bery voor een flinke wandeling heb
ben en zoo wekt het dan ook weinig
verbazing, dat er, toen eenige mili
tairen in Tilburg, hoofdzakelijk Am
sterdammers, het plan opperden om
naar Amsterdam te gaan wandelen,
ODmiddeiyk byval werd getoond.
Enkele heeren namen de plannen
ernstig ter hand en het resultaat was
dat besloten werd in drie dagen van
Tilburg naar Amsterdam te mar-
cheeren. Groot was de liefbebbery
om de wandeling mede te maken
maar het was onmogelyk alle lief
hebbers te bevredigen daar men na
tuuriyk rekening moest houden met
het verschaffen van nachtlogies enz.
Van de 260 liefhebbers waron er
ten slotte slechts 80 zoo gelukkig,
dat ze den tocht konden meemaken
en Vrydagmiddag 2 uur vertrok dit
groepje onder commando van den
lsten luitenant adjudant H. J. Blotme
van Tilburg.
Ook de volgende officieren maakten
den tocht mee; dereserve-luitenants
Polak en v. d. Woerd en officieren
van gezondheid dr. Brug en Greke,
terwyl luitenant van Dyk met de zorg
voor de inkwartiering etc. was belast.
Vrijdag werd dwars door Noord-
Brabant naarGorincbem gemarcheerd,
een afstand van 27 K.M. In de ka
zerna vond men lafenis voor de dor-