HELDERSCHE COURANT VOORHEEN GENAAMD 'T VLIEGEND BLAADJE Nieuwsblad voor Helder, Koegras, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna No. 4478 DINSDAG 15 JUNI 1915 43e JAARGANG Abonnement per 3 mnd. 65 ct., franco per post 90 ct., Buitenland f 1.90 Zondagsblad 37i 45 0.75 Modeblad 65 75 1.00 Voor het Buitenland bij vooruitbetaling - Losse nummers der Courant 2 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag UITGEVER: C. DE BOER Jr. - HELDER Bureau: Koningstraat 29 - interc. Telefoon 50 Advertentiën van 1 tot 4 regels (bi] vooruitbet.) 30 cent. Elke regel meer 6 ct. Ingezonden mededeelingen van 1 tot 4 regels 75 cent. Elke regel meer 15 cent. Advertentiën op bepaald aangewezen plaatsen worden 25°/o hooger berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. - Bewijs-exemplaar 2.V cent. DE OORLOG. De officieele legerberichten van 12 en 13 Juni. Van het Westelijk front. Het Fransche bericht van den 12en geeft eenige byzonderheden óver de tijdens de gevechten by Neuville ge maakte oorlogsbuit. Tot dusverre zijn er gevonden de overblijfselen van drie veldkanonnen, drie schansmortieren, vijftien machine geweren, begraven of beschadigd duizenden granaten, achthonderd duizend patronen, duizend geweren; veel werktuigen om brand te maken, ingenieurs-werktuigen, tal van kisten met ontplofbare stoffen. Ten Z. van Hëbuterne werden nog 130 krijgs gevangenen gemaakt, waarondereen majoor. De geheele terreinwinst beslaat een strook van 2 K.M. lengte en 1 K.M. diepte in de Duitsche linies. Een hevige tegenaanval der Duitschers werd afgeslagen. Verder wordt medegedeeld, dat de Franschen ten N. van Lorette vor deringen maakten en huirae nieuwe stellingen bevestigden. In het bericht van den 13en wordt medegedeeld, dat de Duitschers door een hevige beschieting den Franschen wilden beletten, hunne veroverde stellingen in staat van verdediging te brengen. Dit is hun echter niet gelukt. Door de Fransche artillerie werd het vuur met succes beant woord. Thans is ook het station van Sou- chez in Fransche handen. In het Z. deel van het labyrinth werden hevige gevechten geleverd. De Franschen slaagden er echter in het door hen veroverde terrein te behouden. Ten Z.O. van Hëbuterne deden de Duitschers een aanval welke werd afgeslagen. Overigens valt niets belangrjjks te vermelden, behalve eenige vry hevige gevechten in de streek ten O. van Reims en op het front Perthes-Beau- Sëjour. Tegelijk met de gevechten ten N. van Arras, worden in Z.W. Belgie door de bondgenooten de Duitschers bezig gehouden, waarschijnlijk om hen te verhinderen hunne troepen naar de andere punten van het front over te brengen. In het Duitsche legerbericht van den 12en wordt nu gemeld, dat aan vallen der verbondenen werden afge slagen in de duinen ten N- O. van Nieuwpoort, teg6n Souchez en bij de Loretto-hoogte. Over de gevechten by Ecurie (dool hof) deelde het Duitsche bericht mede, dat de Franschen op den 12en tot tweemaal toe een aanval deden. Het gelukte den Duitschers den vijand des middags uit de stellingen te wer pen. Deze zijn dus blijkbaar eerst door de Franschen genomen. Een in den avond ondernomen tegenaanval werd afgeslagen. Van het terrein bij Hëbuterne wordt gemeld, dat de Duitschers uit hunne aohterwaartsche stellingen weder vooruitgaan. Hierin ligt dus de erken ning dat de overige stellingen in handen der Franschen gevallen zyn. Van hel; O o s t e 1 ij k front. Het Russische communiqué van den 12en geeft aan dat de Duitschers in de streek van Szawle hardnekkige aanvallen doen op de Russische stel lingen, doch dat deze alle werden afgeslagen. In de streek ten N. van Szawle rukt een uit het westen komende Duitsche kolonne, langzaam voorwaarts. Op den linkeroever vandeDubissa gingen de Russen tot den aanval over en behaalden daarbij een vrij belangrijk succes. 500 Duitschers werden gevangen genomen en kanon nen en machine-geweren, benevens ander oorlogstuig buitgemaakt. In Galicie zet de vijand zijn aan vallen in de buurt van Mosciska voort. Echter zonder succes. Aan1 den rechteroever van den Dnjestr bleven de Russen sterken druk oefenen op de vijandelijke linie. In deze streek maakten de Russen vele gevangenen en veroverden machinegeweren. Tijdens den terugtocht der Oosten rijkers over den ÜDjestr, slaagden <je Russen erin een geheele Oosten- rijksche compagnie gevangen te nemen. Een aanval van den vijand op het bruggehoofd bij Halicz werd afge slagen. De Russen werden door de tegenover dezen aanval te nemen maatregelen gedwongen hun front aan de Pruth-linie te wijzigen. In het bericht van den 13en deelt het Russische hoofdkwartier mede, dat ten N. van Szawle een vijande lijke kolonne teruggeslagen werd. Het offensief der Russen op het front Szawlyanie-Betigola, ontwikkeld zich gunstig voor hen. In de richting van Kowno trachtten de Duitschers voor uit te komen. Zij werden echter teruggeslagen, en langs de spoorlijn naar Wirballen teruggedrongen. Rechts van de Weichsel deden de Duitschers eveneens opnieuw aan vallen. Deze werden echter alle af geslagen. In Galiciö gingen de Duitschers op beide oevers van de Tysmenica tot hot offensief over. Aanvankelijk slaag den zij erin het dorp Groeszof te bezetten. De Russen wierpen hen echter spoedig daarop weer terug, waarbij zij 33 officieren en 490 man gevangen namen. In den nacht van 11 Juni onder nam de vyand een nieuwen aanval op Halicz, welke echter afgeslagen werd. Gedurende den 12en naderden de verbondenen den Dnjestr op liet front Nezwiska—Zaleszyki, en be gonnen hier op verschillende punten den overtocht. __De buit, behaald in het driedaags gevecht by Zurawno wordt thans ook opgegeven. Deze bestond uit 78 machinegeweren en 17 stukken ge schut. Groote hoeveelheden wapens, caissons, veldkeukens en treinvoor- raden vielen in handen der Russen. Het aantal gevangenen bedroeg 15.431 soldaten en 348 officieren. Het Duitsche legerbericht van den 12en meldt ons dat de voorwaartsche bewegingen der Russen aan de Dubissa mislukten. Ten N. vaD Przasnysz werd een Russische stelling bestormd. 150 man werden gevangen genomen en verscheiden mitrailleurs buitge maakt. Aan de Rawka, halfweg Bolimow en Sochaczew zijn de Duitschers in de Russische stelling gedrongen. Hierbij namen de Duitschers 1660 Russen gevangen, en veroverden 8 kanonnen, waaronder 2 zware stuk ken, benevens 9 machinegeweren. Van het gevechtsterrein aan den Dnjestr wordt medegedeeld, dat Zu rawno, hetwelk voor de aanrukkende Russische versterkingen was ont ruimd, wederom in handen der Duit schers is. De Russen werden op de bruggehoofden bij Mlyniska (N.W. van Zurawno), en. Zydaczow (aan denzelfden oever van den Dnjestr als Zurawno) teruggeworpen. Door de Russen vanuit Halicz en tegen Stanislau ondernomen aanval len, werden afgeslagen. Intusschen zyn de Russen er in geslaagd, in de streek van Kowno, nieuwe versterkingen aan te voeren. Dit blijkt uit het Duitsche legerbericht van den 13en waarin wordt medege deeld dat hier nieuwe gevechten be gonnen zijn met uit het Z. aange voerde Russische versterkingen. In Galicie werd het bruggehoofd bij Sieniawa hernomen. Meer dan 5000 Russen werden gevangen ge nomen. Ten O. van Przemysl en Jaroslau beginnen de gevechten op nieuw. Meer zuidelijk werd door de troepen van von Linsiugen het het bruggehoofd Mlyniska (zie boven) hernomen. De aanval op Zydaczow maakt vorderingen. De Oo3tenryksche legerberichten melden succesen in Z.O. Galicie en de Boekowina. Tusschen Dnjestr en Pruth werden de Russische stellingen aangetast, waarbij de Oostenrijkers tot Czernelica doordrongen. Hier trokken zij ten O. van Horodenka over den Dnjestr. Door de Russen werden wanhopige aanvallen gedaan op Zalescyki, welke echter afgeslagen werden. In de Boekowina moesten de Rus sen al hunne stellingen aan de Pruth prijsgeven. Door de Oostenrijkers achtervolgd, trokken zij zich over de grens terug. In de gevechten van den Hen werden 5000 Russen gevangen ge nomen. Volgens de mededeelingen van den 13en werden ten O. van Stanislau verschillende plaatsen genomen. Her nieuwde aanvallen der Russen op Zalescyki werden bloedig afgeslagen. By de achtervolging der Russen over de grens van de Boekowina werden na het nemen van de van te voren door de Russen langs de grens in gereedheid gebrachte stel lingen, verscheiden plaatsen in Bess- arabie bezet. Tijdens de vervolging viele nog 1560 gevangenen in handen der Oostenrijkers. Bij het hernemen van Sieniawa werden 3500 Russen gevangen ge nomen. Van het Zuidelijk gevechts terrein. Het Oostenrljksche communiqué van den 12en deelt mede dat aan de Isonzo de Italianen erin geslaagd zijn bij Karfreit en bij Monfalcone vasten voet te krijgen. Bij Plava (ten N. van Goritza) tracht ten de Italianen de hoogten op den O. oever te bestijgen. Zij werden ech ter naar beneden geworpen. Aan de Karintische grens werden vijandelijke aanvallen afgeslagen. Erkend wordt, dat de Italianen op enkele punten van de grens langzaam aan vooruit gaan. Van Italiaansche zijde wordt dd. 12 dezer medegedeeld, dat Gradisca vast in handen der Italianen is. Door Oostenrljksche vliegers werden bom men op Mola di Bari en Polignano geworpen. Er werd echter weinig schade aangericht. Het legerbericht van den 13en geeft een eenigszins andere voorstelling van da gevechten bij Plava. Hierin wordt medegedeeld, dat de Italianen erin slaagden op den linkeroever te komen en de Oostenrijkers onder zware ver liezen uit hunne stellingen te werpen. De tegenaanvallen van den vijand werden afgeslagen. Vamhet Russisch-Turkscbe gevechtsterrein komen geen bijzon der belangrijke berichten. In de streek van Olty gaan de Russen voort druk uit te oefenen op de Turksche troe pen, terwijl in de streek van Wan een troep Koerden zich aan de Rus sen moeat overgeven. In het bericht van den 13en wordt medegedeeld, dat de Turken in de streek van Olty steeds meer terug gedrongen worden. a jMoet men echter de Turksche be richten gelooven, dan zijn het de Turken die in het voordeel zijn. In het bericht van den 12en wordt tenminste medegedeeld, dat een Russische ko lonne welke in de streek van Olty oprukte, teruggeslagen werd. >;iIn de mededeeling van den 13en wordt hierover nader gemeld, dat de Russen hierbij twee officieren en 1000 man verloren. Van Turksche zijde wordt over de verrichtingen aan deDardanellen medegedeeld, dat een aanval by Sedul-bahr afgeslagen werd. Evenzoo verliep een vijandelijken'aanval op den Turkschen rechtervleugel. Verder geen byzonderheden. In de Zwarte Zee werd vol gens een Turksche mededeeling door een kleine afdeeling van de vloot, een groote Russische torpedojager in den grond geboord. Een tweede jager werd beschadigd. Van Russische zijde wordt daar en- togen gemeld, dat in den nacht, vol gende op dien waarop de in het Turksche bericht vermelde gebeurte nissen moeten hebben plaats gehad, twee Russische torpedobooten dicht by den Bosporus een ontmoeting had den met den kleinen kruiser „Breslau". Van beide zijden werd hevig ge schoten. Do kruiser werd verscheidene malen getroffen. Men hoorde een ontploffing en zag den voorsteven branden. Door de duisternis kon men echter niet nagaan in hoeverre het schip be schadigd was. Aan boord van de torpedobooten werden 1 officier en 6 man gewond. De duikbooten-oorlog. Bij Old Head is een trawler van Lowestoft in den grond geboord. De bemanning is, na 24 uur zonder voed sel in de sloepen te hebben rondge dreven, gered. Verder werden in de Noordzee nog twee trawlers in den grond geboord. Van beide schepen werden de beman ningen gered. Ten N. van Harwich werd een :oomschip geladen met stukgoederen getorpedeerd zijn. Later bleek het, dat het stoomschip de „Leuctra" was, afkomstig van Buenos Aires. De be manning werd gered. De commandant van de Prinz Eitel Friedrich, De "Westminister Gazette maakt melding van een bericht uit Algeciras, dat de Duitscher die te Gibraltar als kok vermomd gevangen is genomen, niet de commandant van de Prinz Eitel Friedrich is, doch een van haar officieren of een dokter. De man was ziek te Buenos-Ayres aangekomen, waar hij langen tijd in een hospitaal had gelegen. De Amerikaansche nota. Berlyn, 12 Juni. De tot zekere hoogte officieuse Lokal-Anzeiger merkt ten aanzien van de heden openbaar gemaakte Amerikaansche nota op Uit den than3 voor ons liggenden tekst blykt dat de van vyandeiyke zijde verspreide tendentieuse berich ten over een ultimatum, geiyk trou wens te verwachten was, geheel uit de lucht waren gegrepen. De vorm is juist vriendschappelijk en geheel vry van die stekeligheden waarmede de nota in de uittreksels van Reuter's Bureau was aangekleed. Wat haar inhoud betreft, zoo is de nieuwe nota slechts een omschrijving van het vroeger reeds door Wilson kenbaar gemaakte standpunt en het zal zaak zijn in de verdere onderhandelingen dé van Duitsche zyde aangevoerde argumenten nogmaals te berde te brengen en hun juistheid te bewijzen. Het ware voorbarig op bizonderhe- den, vooral die van tecbnischen aard, thans in te gaan. Men dient er zich mee te vergenoegen dat de nota in ieder geval zoodanig is opgesteld, dat de mogelykheid van verdere vrucht bare onderhandelingen open blyfc. President Wilson toont zelf den wensch te koesteren den draad dei- onderhandelingen weder op te vatten. Hy dringt er by de Duitsche regee ring op aan, verder bewijsmateriaal inzake de Lusitania over te leggen en verklaart zich bereid tusschen Duitsch- land en Engeland met betrekking tot wederzljdsche tegemoet komingen ten aanzien van den duikbootenoorlog be middelend op te treden. Stellig zou dit aanbod veel aan waarde hebben gewonnen als de president tegelijker- tyd verklaard had dat hij persoonlyk geneigd is zulke voorstellen te doen, terwijl in de nota aan Engeland en Duitschland wordt overgelaten hun- nerzyds vingerwyzingen te geven. Hoe het zy, uit de verdere onderhan delingen zal Amerika ervaren dat aan Duitschen kant de eeriyke wil bestaat om de vriendschappelijke wenken in vriedschappelyken geest te behandelen, vooropgesteld natuur lijk de wederkeerigheid. Spionnen. - Van Duitsche zijde. Berlijn, 13 Juni. Sedert het begin van den oorlog hadden onze vyanden een aantal spionnen aan het werk, die in het binnenland en in de door onze troepen bezette gebieden inlich tingen inwonnen en aan bepaalde centrale adressen verstrekten. Het Ingezonden Mededeeling. HERMAN NYPELS - HELDER. Haerenmodo-Artikelen. Gemaakte kleeding. Kleeding naar maat. Steeds het nieuwste. betreft hier een wydvertakte orga nisatie, die in al haar onderdeelen buitengewoon handig werkt. Reeds sedert langen tyd was het aan de Duitsche overheid bekend, dat er in verscheidene Nederlandsche steden spionnen-organisaties waren, waar van de werkzaamheid vooral in Bel gië viel waar te nemen. Kortgeleden is het nu gelukt een organisatie, waarvan de hoofdzetel te Maastricht gevestigd was, te ontdekken en onscha- deiyk te maken. Niet minder dan 17 spionnen zyn er gevangen genomen en voor het gerecht gebracht. Er werd -vastgesteld, dat deze spionnen van Belgie uit aan hun hoofdman in Maastricht aanhoudend berichten over troepenvervoer langs de Belgische spoorwegen toezonden. Zij gingen daarby zoo sluw te werk, dat hun mededeelingen in geheim schrift ge steld waren, dat slechts met behulp van een sleutel leesbaar was. Het gerecht te Luik heeft over deze spion nen reeds den 5en dezor vonnis ge wezen. Elf beschuldigden zyn ter dood veroordeeld en doodgeschotenzes zyn er tezamen tot 77 jaar tuchthuis veroordeeld. Ten opzichte van drie hunner zal er nog over een verzoek om genade beslist worden. In oorlogstijd. Men schrijft uit het Rynland aan de N. Rott. Ct. Veel gaan er naar het front om nooit weer terug te keeren, doch een grooter procent is gelukkiger, kan eenige djigen met verlof in de „Hei mat" doorbrengen. De laatsten tyd komen er zelfs veel soldaten met volbepakten ransel en het geweer over den schouder gehangen; de uni form meer of minder gehavend en onderaan den ransel bengelen meestal zoo'n paar bruine veldpostpakkeljes, die juist op het punt van vertrek aan het front aangekomen waren. Men zou zoo zeggen, dat het Duit sche leger in dezen reusachtigen stryd al z'n mannen aan het front broodnoodig bad. Maar herhaaldeiyk is het al gebeurd, dat ik iemand ontmoette, dien ik vér weg waande in de heftig aangevallen stellingen, waar soms een minderheid den vyand moet tegenhouden en die nu hier kalmpjes rondkuierde. Zoo'n strijder, die van het front terugkeert, heb ik me vroeger heel anders voorgesteld. Ik dacht dan te veel aan de opgetogen, strijdlustige verhalen van koloniale kennissen, die uit onze Oost kwamen, of aan den glinsterenden oogopslag, waar mee veteranen van 1870 voor de zooveelste maal hun aanval op de hoogten van Spicheren konden debiteeren. Ook daarmee schynt de moderne oorlog gebroken te hebben 1 Dat in de pan-hakken van vyanden ,5 zooals het in geschiedenisverhalen heet, het aan de bajonet-rygen, van die dingen, in zoo walgeiyke termen gezegd, spreekt er geen een,! De huidige oorlog is or te ernstig voor en als er in tram of spoorwegcoupé een soldaat de vrouwen doet rillen met z'n verhalen, dan is het by'na zonder uitzondering zoo'n militair, die kalmp jes weg achter het front een spoor wegbrug of zoo iets heeft bewaakt en die de frontsoldaten verachtelyk een „Etappen-schwein" noemen. De lui, die werkelijk in het vuur gestaan hebben, zwijgen er het liefste over en het onbescheiden gevraag van nieuwsgierig publiek is hun zoo hinderlyk, dat sinds eenige maanden in de treinen bepaalde wagens zyn, uitsluitend voor soldaten. De enkele maal, dat ik zelf aan het front ben 'geweest, vond ik ginds een heel andere stemming, soms zelfs zorgeloos en luchthartig, een bijna onbekommerd samenleven van lui uit allerlei standen, die tusschen de ge- vechtstyden door hun hoekje bloemen in de loopgraaf verzorgden of met den hartstocht van kaartspelers in de gedekte stelling speelden. Maar als zij weer eens torug zyn, komt de reactie in een vorm, die door ieders temperament bepaald wordt. Ondanks hun vreugde, weer' in den huiselyken kring te zijn, in menschelijke omstandigheden, biyft het meerendeel stil. Zy verheugen zich, dat zij zich weer eens in een behoorlijk bed kunnen uitstrekken, maar 's morgens voor dag en voor dauw zyn zij er weer uit, ze kunnen 't er niet uithouden in de stille slaap kamer met de uitlokkende blanke lakensde even verlokkeiyke wasch- tafel met handdoeken en zeep en overvloed van water. Aan tafel eten zy gretig mee, met gulzige haast, doch onrustig dwalen steeds de oogen en eerst na dagen van rust kunnen ze kalm op een stoel biyven zitten en verdwijnt die ongedurige oogopslag. Dat is hy byna allen het geval! In plaats van uitbundige vrooiykheid zooals na een lange reis, een onna- tuuriyke bedaardheid in wezen, die in scherpe tegenstelling staat met de zenuwachtige bewegingen van het lichaam. En hoe dikwyis heb ik 't vroeger-opgeruimde kerels hooren zeggen „Ich kann nicht mehr recht froh werden." Dat is vooral het geval bij infanterie, die meer dan eenig ander wapen de verschrikking van den oorlog ondergaat en te zien krijgt. Doch als de tyd van vertrek ge komen is, gaan zij welgemoed wegl Een heel enkele valt het heengaan moeilijk, maar dat zijn uitzonderingen. Ze weten door dagelyksch aanzien, hoeveel nameloos leed, hoe de gruwe lijkste ellende neerdaalt op de be woners der oorlogsterreinen en ze zijn begeering, dat onheil van de huDen af te wenden. Het treft mij dikwyis in de pers een enkele maal te lezen over te maken veroveringen en dan van deze lui nimmer een woord te hooren over dat onderwerp. Dat ééne, den vyand, ondanks zyn overmacht, buiten het land te houden bezielt hen, vervult hen geheel. Annexatie. Prof. dr. Otto Baumgarten, de be ende theoloog, bebandeltinhet„Berl. Tagebl." in een artikel, getiteld „Na den oorlog", de annexatie-quaestie voor Duitschland. „De vraag", zegt bij, „of wij aan het einde van den oorlog veroveringen moeten maken, kan alleen beantwoord worden naast onze politieke behoef ten. "Wij behoeven niet te letten op internationale goedkeuring en op de tevredenheid van de „Internationale" bij ons. Veroveringen alleen om te ver overen of om aan een uiterlyken lust tot macht of wraakneming te vol doen, zyn verwerpeiyk, omdat ze noch noodzakeiyk, noch gerechtvaar digd zyn. Een heel ander geval is bet echter, als zulke annexaties ge- eischt worden voor een goede be veiliging tegen een nieuwen aan val. Ons met droomen van interna tionale vreedzaamheid te beveiligen is ons onwaardig. Dus moet zulk een annexatie zijn do toeöigening van sterke plaatsen, beheerschende pun ten, gemakkeiyk verdedigbare grens- ïynen, enz. en vooral als ze werke lijk onontbeerlyk zyn voor de ver schaffing van bet noodige oorlogs materiaal, erts, koper, enz. en ook i als zy op den duur onontbeerlyk zyn in het belang van de kolonisatie van ons overschot van menschen en volkskracht. Wanneer zou deze laatste innerlijk gerechtvaardigde uitbreiding kunnen plaats vinden, als het niet in verband was met een oorlog, dien wij niet uitgelokt, maar zegevierend doorstaan hebben? Een zedeiyk gedisciplineerde machts politiek, die den oorlog en de ver overing slechts in dienst stelt van dén vrede naar buiten en naar bin nen, eischt echter een ernstige over weging der gevolgen van een derge lijke annexatie. Dit vergeten de chau vinisten geheel en al. Niet alleen moet men zich beperken tot datgene, wat men werkeiyk op den duur kan behouden, maar ook tot een omvang, die inneriyk geannexeerd en met het vroegere bezit tot een eenheid ver smolten kan worden. Bismarck was een meester in de zelfbeperking. Zyn gematigdheid tegenover Frankrijk, waarover zooveel is geklaagd en die by voorbeeld Belfort in handen van den vyand liet, heeft ons alleen den vrede met het ijverzuchtige Engeland en daarmede de mogelykheid ge schonken ons voor dezen oorlog te versterken. Iedere sterkere aderlating hadden dorst naai- wraak nog ver hoogd. Het is zeer te hopen, dat zijn op volgers te verant woordellj k er plaatse denzelfden strijd als hij teVersailles zullen voeren met succes tegen de zuiver militaire overwegingen. Niet uit zwakkelyke vredelievendheid, waarvoor wy werkeiyk niet pleiten, maar uit verantwoordeiykheidsgevoel voor een werkeiyk duurzamen vrede en voor het behoud van het ver- kregene. Nogmaals zy er echter op gewezen, dat vredelievendheid, die op abstracte internationale of gods dienstige overwegingen berust, niet mag meespreken by het bepalen van de voorwaarden voor een werkelijk duurzamen vrede". Aanbouw van 2 kruisers en 4 onderzeebooten en aankoop van watervliegtuigen. (Zie ook ons vorig nummer). Aan de memorie van toelichting voor wat betreft den aanbouw van de 2 kruisers en de 4 onderzeebooten wordt het volgende ontleend; In de afwachting, dat het ontwerp Vlootwet spoedig weder aanhangig zou kunnen worden gemaakt, meende de regeering zich by de indiening van de begrooting voor het dienstjaar 1915 te moeten bepalen tot het aanvragen van gelden voor het voortzetten van den bouw van het materieel,'hetwelk toen reeds op stapel stond. Nu die verwachting niet wordt ver- wezeniykt, zou het niet verantwoord zyn den ongunstigen toestand waarin de vloot verkeert en welke tot ont wrichting van hare organisatie leidt, langer te bestendigen, zegt de re geering. Ten betoogde hiervan geeft de re geering eene opgave van de pantser schepen en de kruisers waarover de marine thans beschikt. Hr.Ms. „Kortenaer" wordt nog voor eene reis naar West-Indiö gereed ge maakt, doch zal niet lang meer dienst bunnen doen. Belangrijke herstellin gen is dit schip niet meer waard. Van de overige pantserschepen zijn de Koningin Regentes, DeRuyteren Hertog Hendrik ongeveer 16 jaar oud en in verband met de groote vorde ringen die het laatste tiental jaren gebracht heeft in den bouw van oor- moeten zij als van weinig waarde voor de verdediging van Indiö worden beschouwd. De 4 nog aanwezige kruisers zijn verouderd en hoewel door gedeeltelijke verwapening daaraan zoo goed moge- ïyk is tegemoet gekomen, is huDne gevechtswaarde toch uiterst gering. Het blyven voortdienen op ver ouderde schepen zonder het vooruit zicht, dat de vloot zal worden ver sterkt met modern en strydwaardig materieel, is demoraliseerend en werkt het verloop van het personeel zoowel in de hoogere als in de lagere rangen, in de hand. Het is dus zegt de regeering van het grootste belang om wil men de marine niet geheel laten ver- loopen den aanbouw van schepen in de eerstvolgende jaren krachtig ter hand ter nemen en daarmee zon der uitstel een aanvang te maken. De noodzakeiykheid van onverwtjl- den aanbouw van het bieronder ver melde materieel treedt bovendien op den voorgrond, omdat zich thans de gelegenheid voordoet om dien bouw te doen plaats hebben op Nederland sche werven, mits daarmee omstreeks September aanstaande een aanvang kan worden gemaakt. Het staat thans reeds vast dat zeer snelle kruisers en onderzeebooten in elke vloot onmisbaar zyn. Zelfs in het geval dat het zwaarte punt der maritieme verdediging van Indiö in onderzeematerieel werd ge zocht zyn een zeker aantal snelle kruisers onmisbaar voor het bekruisen van de groote toegangswegen naar den Indische Archipel en voor het inleiden en ondersteunen van de actie dier onderzeebooten. Maar bovendien leerde de tegenwoordige oorlog zegt de regeering, hoezeer de onder zeebootactie op bepaalde plaatsen door torpedojagers en lichte kruisers werd belemmerd; om niet te zeggen ver- ydeld. De behoefte aan kruisers doet zich mitsdien vooral gevoelen in stre ken waar bepaalde actiegebieden voor onderzeebooten strategisch en tactisch zyn aangewezen. Omtrent de noodzakeiykheid van een spoedige versterking van het aantal onderzeebooten voor Ned.Indiö, kan zegt de regeering naar het haar voorkomt, geen verschil van ge voelen bestaan. Biykena de ervaring zullen zoowel voor Indiö als voor Nederland groote en kleine onderzeebooten noodig zyn. Met het oog op de diensten die van de onderzeebooten bij de verdediging van Indiö worden verwacht, meent regeering, dat in de eerste plaats met aanbouw van groote booten voor Indiö moet worden voortgegaan. Aan de bewoonbaarheid van die booten wordt byzondere zorg besteed en er is geen reden om aan te nemen, dat mogelijk nog noodige voorzienin gen aan luchtverversching enafkoe- lingsinrichtingen niet in Indiö zouden kunnen worden aangebracht. Eenigszins anders staat het met de kleine booten, die vooral in de tropen in minder gunstige conditiën zullen verkeeren. Het ligt in het voornemen om na het einde van den oorlog en wanneer daartegen geen bezwaren blyken te bestaan, twee der thans in Nederland in dienst of in aanbouw zynde kleinere booten naar Indiö te zenden, ten einde omtrent de bruik baarheid van dat type in die gewesten de noodige gevens te verkrijgen. Op grond van bovenstaande be schouwingen acht de regeering het noodzakeiyk, dat onverwyid worde overgegaan tot den aanbouw van twee snelloopende beschermde kruisers eu van vier groote onderzeebooten voor de zeemacht in Indiö beschikbaar komen. In den tegenwoordigen oorlog ter zee is de groote waarde van een superieure snelheid duideiyk aan het licht getreden, terwyl de uitkomsten der geleverde zeegevechten overtui gend hebben aangetoond, dat het noodzakelijk is de bewapening dezer kruisers geheel uit kanonnen van 15 cM. te doen bestaan. Daardoor toch zullen zyn in staat zyn, jagers en lichte kruisers van den vyand in kor ten tyd buiten gevecht te stellen, zoo dat zy alleen voor de zware gepant serde kruisers van den vyand zullen moeten wyken. De nadere bestudeering van dit onderwerp aan bet departement van marine heeft geleid tot het stellen van de navolgende hoofdoischen voor de verkenningskruisers. Proeftocht-snelheid 30 myi. Bewa pening 10 snelvuurkanonnen van 15 c.M. L/50; 4 idem van 7.5 c.M. L/65 semi automatisch, tevens ingericht als anti-ballongescbut, en 4 mitralleurs. Werkingssfeer 5000 myien met niet minder dan 12 myis vaart. Gordelpantser van 7.5 c.M. over een deel van de lengteverder een pant- serdek over de geheele lengte, gepant serde commandotoren en munitie- aanvoer. De machines zullen bestaan uit turbines, terwyl de ketels uitsluitend met vloeibare brandstof gestookt zul len worden. Byzondere zorg zal worden besteed aan ventilatie en bewoonbaarheid in de tropen. Aangezien deze eischen belangryk hooger zyn dan aanvankeiyk aan dit type van schepen werd gesteld, zal het schip ook een grootere waterver plaatsing moeten krijgen, die op 6000 ton wordt geschat, terwyl de prys ongeveer 9 millioen gulden zal be dragen. Het voornemen bestaat, deze schepen te doen aanbouwen in Neder land, naar ontwerpen en onder toe zicht eensr buitenlandsche firma, die op dat gebied een goeden naam heeft verworveD, en die zich verantwoor- deiyk stelt dat bet schip zal voldoen aan de gestelde eischen. De maatschappyeu, welke zijn aan gezocht geworden om vo.rden bouw van een of twee kruisers in te acliry- ven, zyn de navolgende: de Koninkiyke Maatschappij de Schelde te VJiasengen; de Maatschappij Fyenoord te Fyen- oord; de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij te Rotterdam; de Nederlandsche Scheepbouw Maat schappij te Amsterdam; welke alle hier bereid zyn den bouw op zich te nemen. De onderzeebooten zullen aan de zelfde eischen moeten voldoen als de thans reeds voor Indiö in aanbouw zynde K 2 en K 3. Zy worden voor zien van 6 lanceerbuizen en zullen een groote snelheid en belangryk grootere werkingssfeer krygen dan de K 1. De waterverplaatsing zal on geveer 800 ton bedragen in onderge- dompelden toestand. De prys zal ge heel uitgerust op ongeveer f 1.750,000 per stuk komen te staan. Zy kunnen allen op Nederlandsche werven gebouwd worden. De kosten van bet aan te bouwen materieel bestaande uit twee kruisers en 4 onderzeebooten, zullen in totaal ongeveer 25,000,000gulden bedragen; als eerste termijn wordt eene som van 6.000.000 gulden aangevraagd, waarvan een bedrag van 3.000.000 gulden ten laste van de Indische geld middelen zal komen. Marins-Maohlnisten school. In antwoord op de vragen en op merkingen in het verslag is door den Min. van Marine o. m. medege deeld, dat tegen het definitief onder brengen van de M. M. S. by de Mid delb. Technische school te Dordrecht, ook van de zyde van die inrichting bezwaren bestaan, welke door den Min. gebillykt worden. De oplossing welke do Min. zich voorloopig gedacht heeft, wa3 de oprichting van een eigen school, met gebruikmaking van de leermiddelen zoowel als van de leerkrachten der M. T. S. Het dagelyksch bestuur der Gem. Dordrecht verklaarde zich bereid te zullen bevorderen dat een terrein van ongeveer 2 Heet. voor den bouw wordt afgestaan, waarby de Gem. de helft van de bouwkosten zal dragen. De Min. heeft zich echter een beslis sing voorbehouden, en zoekt aan sluiting om een proef te nemen met de aan T. S. gevolgde methode van onderwys. Van de resultaten hiérvan zal het leerprogramma van do op te richten school in hooge mate afhankelijk zijn. Hoe lang de duur der voorgenomen proefneming zal zijn, valt moeiiyk te bepalen. Ook is een juiste beoordeeling van de financieele gevolgen van het over brengen der school niet mogeiyk, en wel doordat de reeds tot stand ge komen reorganisatie voorziening eischte, zoowel van leerkrachten als leermiddelen. Dit zou ook het geval geweest zyn als de school te Helle- voetsluis bleef. Het gebruik maken van leermid delen en leerkrachten eener bestaande school is natuuriyk een voordeel, doch hier staat tegenover dat het uitbreiden van een drie- tot een vijf jarigen cursus, een noodzakelijke styging der kosten mot zich brengt. Van het burgerpersoneel der school zullen drie leeraren naar Dordrecht worden overgeplaatst, terwijl een tweetal, van wier diensten geen ge bruik meer kan worden gemaakt, voor eervol ontslag in aanmerking gebracht moeten worden. Vooralsnog zyn geen plannen ge maakt, om het nadeel, door de ver plaatsing der school aan de Gem. Hellevoetsluis toegebracht, van rijks wege op eenige wijze goed te maken. BINNENLAND. Een wandeling door Nederland. By den rondmarsch door de stelling Amsterdam is al voldoende gebleken, dat onze soldaten heel wat liefheb- bery voor een flinke wandeling heb ben en zoo wekt het dan ook weinig verbazing, dat er, toen eenige mili tairen in Tilburg, hoofdzakelijk Am sterdammers, het plan opperden om naar Amsterdam te gaan wandelen, ODmiddeiyk byval werd getoond. Enkele heeren namen de plannen ernstig ter hand en het resultaat was dat besloten werd in drie dagen van Tilburg naar Amsterdam te mar- cheeren. Groot was de liefbebbery om de wandeling mede te maken maar het was onmogelyk alle lief hebbers te bevredigen daar men na tuuriyk rekening moest houden met het verschaffen van nachtlogies enz. Van de 260 liefhebbers waron er ten slotte slechts 80 zoo gelukkig, dat ze den tocht konden meemaken en Vrydagmiddag 2 uur vertrok dit groepje onder commando van den lsten luitenant adjudant H. J. Blotme van Tilburg. Ook de volgende officieren maakten den tocht mee; dereserve-luitenants Polak en v. d. Woerd en officieren van gezondheid dr. Brug en Greke, terwyl luitenant van Dyk met de zorg voor de inkwartiering etc. was belast. Vrijdag werd dwars door Noord- Brabant naarGorincbem gemarcheerd, een afstand van 27 K.M. In de ka zerna vond men lafenis voor de dor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1915 | | pagina 1